14•01
Personeelsmagazine
rij K
Monumentale hotspot voor H3O
Museumstraat
Inhoud Museumstraat Monumentale hotspot voor H3O
1
Pand met een rijke historie
5
De Sterrekijker krijgt een mooi rapport
8
Fuseren? Ja graag!
10
H3O sluit zich aan bij KIEN ICT
12
Openheid is mijn kenmerk
14
De Koning loopt door de straat
15
OR Kinderopvang laat haar stem horen
16
Alles voor een goede groepssfeer
18
Annelies: Een echte droom
20
Ramaker houdt op veel manieren van monumenten. Hij bekijkt ze met veel genoegen, geniet als ze in hun oude luister worden hersteld en hij wil er graag in werken. Immers, the proof of the pudding is in the eating. “Toen ik van Ger Redert hoorde dat het schoolgebouw aan de Museumstraat van H3O is en dat het leeg zou komen, dacht ik meteen: hier moeten we met ons bestuursbureau naartoe, weg boven die autoshowroom aan de Laan. Mijn eerste handtekening als bestuurder zette ik onder de brief om de huur daar op te zeggen.”
Monumentale hotspot voor H3O
Bestuurder Jitze
Nu, anderhalf jaar later, is Ramakers wens vervuld en huist het bestuurscentrum in het gerestaureerde schoolgebouw. Een monumentale hotspot - met wifi uiteraard - waar alle H3O-zaken samenkomen. Echt een monument om te ontdekken in het centrum van Dordrecht, dat op zichzelf al een monument is. Mooi in al zijn eenvoud, met fraaie elementen zonder poeha, staat het oude pand in de voorjaarszon te stralen. Straks tijdens de open middag op 15 mei moet het helemaal tiptop in orde zijn. Dan moet u zeker komen kijken. Dikke kans dat u het prachtig vindt! Geen glans zonder wrijving Direct na het vertrek van de Bavinckschool naar een nieuw gebouw aan de Singel in juli 2013 begon de renovatie. Heel wat oude troep uit het uitgewoonde pand kon meteen naar de vuilstort. Vooraf was er een planning van wat er allemaal moest gebeuren, maar een monument herstellen heeft steevast verrassingen in petto. Een slimme zet was het om een externe projectleider aan te stellen: Han Vreeken, een man met ervaring in de restauratiebouw. Hij wist de weg in het netwerk van bedrijven die zulk specialistisch werk aan kunnen. Bewust werd niet gekozen voor één aannemer
2 In deze kolom ontbreekt nog een krans van zwarte tegeltjes. Het kost tijd om ze exact bij te maken.
voor alle klussen, maar telkens een ander gespecialiseerd bedrijf. Vakmanschap biedt immers de beste garantie op kwaliteit. Door links en rechts offertes aan te vragen kwam er bovendien een schappelijke prijs uit de bus. Niet alles verliep even gesmeerd. In de kelder zat nog wat asbest; een hele rompslomp om dat te laten verwijderen. Om het lekkende dak weer winterklaar te maken voor de komende honderd jaar moest rondom het gebouw een steiger worden opgebouwd. Denk maar niet dat je die zomaar mag plaatsen. Daar is eerst een vergunning voor nodig, gebonden aan een lijst regels. Pas daarna kon men verder. Pannen eraf, isolatiemateriaal op het dakbeschot en daar de pannen weer op. Restauratie van zo’n pand kan niet zonder instemming van de gemeentelijke Monumentencommissie. Veel overleg was nodig, veel hobbels te nemen ook, want niet altijd strookten de inzichten van beide partijen met elkaar. Neem de kwestie dubbel glas. In verband met duurzaamheid en comfort een absolute noodzaak voor zo’n gebouw met grote raampartijen. Onmogelijk, meende de commissie, in een monument mag geen dubbel glas, het doet afbreuk aan de karakteristieke ramen. Projectleider Vreeken wist de commissie te overtuigen dat dubbel glas best kon, zonder het historische uiterlijk van de ramen geweld aan te doen. Vreeken kreeg gelijk, met een knap staaltje restauratiewerk als resultaat. Herinnering aan het verstrijken van de tijd Jitze Ramaker kijkt tevreden terug op de samenwerking met de Monumentencommissie. “Zij hebben veel deskundigheid in huis waar wij gebruik van konden maken. Als beide partijen tot overleg bereid zijn, en dat was hier geval, wordt het resultaat er alleen maar beter van. Ook bij de restauratie van de binnenkant hebben we de Monumentencommissie betrok-
Vloerbedekking in een warme kleur geeft sfeer aan de kantoorruimten. Het dubbele glas in de ramen zorgt voor een comfortabel binnenklimaat.
ken. Wat heb je aan een monumentale buitenkant, als de binnenkant nergens op slaat? We leerden van hen om goed te letten op details. Dat is juist het mooie van restaureren. In veel originele tegels zaten gaten van leidingen en kapstokken. Dat verdiende natuurlijk geen schoonheidsprijs. Daarom
Deuren en inbouwkasten zijn perfect geschilderd in twee kleuren groen. Witte wanden en plafonds vormen een fraai contrast met de donkergroene plinten en sierlijsten.
werden gehavende tegels vervangen door gave exemplaren. Die waren niet meer in de handel, ze moesten nagemaakt worden. Eerst een proeftegel en vervolgens de rest, pas drie maanden later. Ons doel was dit gebouw in de oorspronkelijke staat terug te brengen. We wilden een simpele school
maken, zoals die vroeger was. Simpel en mooi. Geen nieuwe tussenwandjes dus, maar gewoon de structuur van de lokalen handhaven. Vandaar dat ik nu werk in een overdreven grote kamer, een schoollokaal dat ouderen aan hun jeugd herinnert. Kijk, aan de onderbroken sierlijst langs de wanden kun je zien waar ooit de kachel stond en waar het schoolbord hing. Deuren en inbouwkasten kregen hun glorie weer terug. Toen we de platen waarmee ze betimmerd waren weghaalden, kwamen fraaie paneeldeuren tevoorschijn. Met ruitjes van getint glas, waarvan er helaas vele gesneuveld waren. Het was best duur om ze allemaal weer op te knappen, maar nu zijn ze weer als in 1910 toen de school in gebruik werd genomen. Veel mensen zullen er zo aan voorbij lopen, maar het is genieten voor wie daar oog voor heeft.” Kinderen horen hier thuis Geen moeite is Jitze Ramaker te veel om me het fraaie gebouw te
3
laten zien. Energiek beklimt hij de trap naar de grote zolder. Tot voor kort moest je hier van balk naar balk stappen om niet door het rieten plafond te zakken. Maar nu hebben timmerlui de hele zolder ‘beplankt’. Het archief van H3O neemt een deel van de zolder in beslag, de rest heeft nog geen bestemming. Buiten boven de hoofdingang aan de Museumstraat –recht tegenover de oude Arend Maartenszhof - prijkt het oorspronkelijke tegelplateau met de tekst ‘Bijzondere school voor Lager Onderwijs’. Het zat vele jaren verstopt achter het naambord ‘Chr. Basisschool Museumstraat. Een mooi mazzeltje dat het tevoorschijn kwam. “Echt een cadeau,” om de woorden van de H3O bestuurder te gebruiken. Links van de hoofdingang liggen de
Memorabele jaren waren het, 1876,1880 en 1910, althans in de geschiedenis van het christelijk onderwijs in Dordrecht. In 1876 werd de ‘Vereeniging voor In- en Uitwendige Zending’ opgericht. Al snel was In en Uit (zoals de vereniging in de volksmond heette) een begrip in onze stad vanwege de christelijke scholen
In de gang werd het oude linoleum verwijderd. De onderliggende stenen vloer, die vlekken en scheuren vertoonde, ligt er na restauratie weer net zo mooi bij als vroeger.
die zij stichtte. Het begon in 1880 met twee scholen tegelijk, eentje in de Visstraat en de andere in de Kolfstraat/hoek
4
gerenoveerde lokalen van de Leoonardoafdeling (onderdeel van de Bavinckschool). Nu bevolkt Leonardo nog twee lokalen, vanaf augustus drie, plus een groot ontdek-lokaal. De bestuursvoorzitter is daar blij mee. “In een monument als dit wil je kinderen horen.” Verderop in de gang, met togen van fraai rood metselwerk, zijn twee lokalen verhuurd aan het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Die organisatie kan ook gebruik maken van de grote vergaderzaal op de verdieping. “Mede dankzij de verhuur houden we de kosten laag,” zegt Ramaker. “We zitten hier goedkoper dan in het vorige kantoor. Het scheelt ongeveer een leerkracht, om
het plastisch uit te drukken.” Tegen het eind van de meivakantie zal het stof letterlijk zijn neergedaald en zit het werk erop. H3O rolt graag de loper voor u uit om het eindresultaat met eigen ogen te komen bewonderen. U bent van harte welkom op donderdag 15 mei tussen 15.00 en 18.00 uur.
Lindengracht (nu Museumstraat). We focussen ons in dit verhaal vooral op de tweede school, daarbij gebruikmakend van het boek van Wim Nijman ‘De In en Uit van A tot Z.’ Toen dit schoolgebouw werd afge-
De zij-ingang aan de Kolfstraat moet nog opgeknapt worden. Ook komt er een rolhek waarmee de nis kan worden afgesloten, om te voorkomen dat de plek wordt gebruikt als openbaar urinoir. In het Krijtartikel ‘Pand met een rijke historie’ leest u meer over de merkwaardige geschiedenis van deze ingang.
keurd, bouwde In en Uit op dezelfde plek een nieuw pand dat in 1910 openging. Nu, 104 jaar later, is dit karakteristieke monument nog altijd eigendom van H3O als rechtsopvolger van In en Uit. Na al die tijd is het er nog even levendig als voorheen. Op de eerste verdieping is nu het Bestuursbureau gehuisvest. Beneden stappen elke schooldag tientallen kinderen, leerkrachten en ouders van de Leonardoklassen
In de tweede helft van de 19e eeuw verloren openbare scholen geleidelijk hun christelijke karakter. De Bijbel verdween uit de klas, absolute neutraliteit werd de door de overheid gestelde norm. Protesten hiertegen werden luider en luider, niet alleen van Reveilmannen als Da Costa en Groen van Prinsterer. In veel dorpen en steden werden ‘bijzondere’ scholen opgericht, niet op kosten van de overheid want dat verbood de wet. Een felle schoolstrijd begon, die pas eindigde met de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs in 1920. De vereniging In en Uit kwam in 1876 voort uit de Hervormde kerkenraad van Dordt. Zeven leden, onder wie vier predikanten, wilden actie tegen de ontkerstening in de samenleving. Zij beoogden zending (evangelieverkondiging) aan mensen die van de kerk waren afgedwaald, zowel in onze stad als daarbuiten. In- en Uitwendige Zending dus. De vereniging kocht een gebouw in de Breestraat voor het houden van ‘Bijbellezingen en voordrachten van christelijke aard’. Daar bleef het niet bij. Vanuit haar onwrikbare overtuiging kwam al snel het stichten van eigen scholen in beeld om kinderen in aanraking te brengen met het geloof. Jong geleerd is immers oud gedaan.
over de historische drempel.
Wie toen een christelijke school wilde beginnen moest zelf aan geld zien te komen. Geld voor salarissen, de complete exploitatie en punt één: een schoolgebouw. Geen gemeente die
5
vergoed, dus dat scheelde enorm. In 1909 verhuisde de (uitgebreid) lagere school van de Visstraat naar nieuwbouw aan de Singel, achter het vroegere kantoor van de Stichting PCOD (voorganger van H3O). In datzelfde jaar werd Prinses Juliana geboren, dus een schoolnaam was snel gevonden. Veel jaren later en twee verhuizingen verder groeide deze school uit tot de welbekende Prinses Julianaschool (PJS, nu Insula College) aan de Koningstraat.
scholen. In welke richting zullen we koersen en met welke voertuigen? Ondertussen was In en Uit ook in de buitenwijken duidelijk present. Niks on hold, maar de hand aan de ploeg in het Land Van Valk en Reeland (1956 Louise de Colignyschool; nu De Regenboog). Ten zuiden van de spoorlijn in Krispijn opende In en Uit zelfs drie scholen: de Marnixschool (1931 aan de Krispijnseweg), de Da Costaschool in de schildersbuurt en in 1953 de Juliana
Een van de schoolhoofden die op de Museumstraatschool de scepter zwaaiden was Bert van de Burgt, de huidige wethouder van onderwijs.
Meester-tekenaar J. Rutten tekende in de 19e eeuw veel Dordtse taferelen. Hier de plek waar de Lindengracht (nu Museumstraat) de Kolfstraat kruist. Links is nog net de poort van Arend Maartenshof te zien. Aan de rechterkant van het grachtje, op de plaats van oude schuurtjes en huizen, bouwde In en Uit haar school voor On- en Minvermogenden (1880) en de Tussenschool (1882). Beide gebouwen werden in 1910 vervangen door een nieuw schoolgebouw, dat er nu nog staat.
het voor je neerzette. Wel moesten de ouders schoolgeld betalen, als ze dat konden tenminste. In en Uit had het geluk dat ze twee
gegoeden, die voldoende schoolgeld konden betalen. Al gauw kreeg deze school drie ‘kopklassen’ voor Uitgebreid Lager Onderwijs.
Het was alsof de gulle gevers Stronck en Kemp zichzelf telkens wilden overtreffen. 6 goedgeefse leden binnen haar gelederen had: Dr. J.J. Stronck en M. Kemp, de eerste was dominee, de tweede broodbakker. De twee droegen hun overtuiging als een juweel. Ze lieten het niet bij mooie woorden, maar kwamen steeds met grote bedragen over de brug. Niet een keer, maar telkens als dat nodig bleek. In de loop van de jaren doneerden deze financiële veteranen 90 duizend gulden, een enorm bedrag voor die tijd! 1880 werd een echt feestjaar voor de jonge vereniging. Kemp, Stronck en zijn zus fungeerden met grote giften als katalysator voor de bouw van de eerste twee scholen. De lagere school aan de Visstraat was voor de meer
De andere nieuwe school was bestemd voor de ‘On- en Minvermogenden’, zeg maar voor de armen. De school verrees in een armoedige buurt, op de hoek van Kolfstraat en Lindengracht, tegenover de poort van het Arend Maartenshof. Het grachtje werd later gedempt, de straat omgedoopt tot Museumstraat. Het was alsof de gulle gevers zichzelf telkens wilden overtreffen, want zij legden het volledige bedrag voor aanschaf van grond, bouw en inrichting op tafel: ruim 16.000 gulden. Op zondag 2 mei 1880 was er in de Grote Kerk een bidstond voor het christelijk onderwijs en voor de school voor on- en minvermogenden in het bijzonder. De volgende dag
werd de school geopend. De heer W.C. van Buuren uit Steenwijk werd hoofd van de school. De vlag ging uit. In en Uit zorgde blijkbaar voor een wervend perspectief dat ouders aansprak, want de nieuwe armenschool barstte al snel uit haar voegen. Daarom besloot men nog een school te bouwen, naast de bestaande: de zogenaamde ‘Tussenschool’. Deze was echter niet gratis, al bleef het schoolgeld beperkt tot 20 cent per week voor 1 kind, 30 cent voor 2 en 40 cent voor 3 of meer kinderen. Beduidend minder dan op de school voor gegoede stand aan de Visstraat. In die tijd was het verschil in standen nog heel normaal. Dankzij financiële offers van opnieuw Stronck en Kemp kon de bouw snel starten en in 1882 stond de Tussenschool er. Na de dood van Kemp (1882) en Stronck (1900) kwamen de activiteiten van In en Uit in een wat rustiger vaarwater. De salarissen voor het onderwijzend personeel werden ondertussen door de overheid
Ups en downs volgden elkaar op. Kort na de feestelijke opening van de Prinses Julianaschool schreef de schoolopziener dat hij het schoolgebouw aan de Kolfstraat/Lindengracht moest afkeuren. Het bestuur besloot om ook maar meteen de naburige Tussenschool te slopen en een nieuw pand te realiseren waarin beide scholen onderdak zouden vinden. Maar zonder slag of stoot ging dit niet volgens een citaat uit het boek van Nijman: “Eén bestuurslid maakt echter een restrictie. Hij kan akkoord gaan met de bouw, doch wenst voor de on- en minvermogenden een afzonderlijke ingang!! Hij krijgt zijn zin en deze ingang wordt door de architect geplaatst aan de Kolfstraat. Deze ingang is er tot op heden nog.” Anno 2014 kunnen we hieraan toevoegen: Het is nu de ingang van het Bestuursbureau van H3O, terwijl de hoofdingang voor de Leonardoschool is. Het bestuur stond ervan te kijken hoe snel de bouw verliep. Al in 1910 konden de leerlingen in de nieuwbouw aan het werk. Chr. school Museumstraat was een bekende in de binnenstad, meer dan een eeuw lang. Een van de schoolhoofden die er de scepter zwaaiden was Bert van de Burgt, de huidige wethouder van onderwijs. Hij begon daar in 1975, juist in de tijd dat het leerlingenbestand drastisch veranderde. Steeds meer kinderen uit allochtone gezinnen bezochten de school, hetgeen heel wat gespreksstof opleverde voor het bestuur en haar
van Stolbergschool (nu Prinses Julianaschool). In Wielwijk en Sterrenburg stichtte ze scholen samen met andere besturen van christelijk onderwijs. De laatste school die In en Uit als zelfstandige vereniging bouwde is (wat hebben ze toch met die naam) de Prinses Julianascholengemeenschap voor mavo/havo in Dubbeldam. In 1988 tenslotte volgde een bestuursfusie (PCOD) en daarmee was In en Uit voorgoed geschiedenis.
Stronck-Kemp Fonds Wat de Dordtenaren Stronck en Kemp in de 19e eeuw deden voor hun Vereeniging voor Inen Uitwendige Zending is idealisme in de overtreffende trap. Zij schonken meerdere malen forse bedragen om de bouw van christelijke scholen mogelijk te maken. Toen In en Uit in 1976 honderd jaar bestond, richtte de jubilerende vereniging het Stronck-Kemp Fonds op en gaf het 90 duizend gulden mee als startkapitaal. Dat was namelijk het bedrag dat beide heren tussen 1876 en 1884 aan de vereniging hadden geschonken. Met de opbrengsten steunt het fonds allerlei educatieve en sociale projecten die passen bij het doel van de vereniging.
7
De Sterrekijker krijgt een mooi rapport
8
De Sterrekijker krijgt een mooi rapport Een nieuw schoolrapport komt niet in een handomdraai tot stand. Daarvoor zitten er te veel kanten aan, die stuk voor stuk vragen om zorgvuldige besluitvorming. Valt de keus op cijfers of woorden, wordt
En wat te denken van Godsdienst op het rapport. Geef daar maar eens een beoordeling voor. Mooie discussies hadden we daarover. Godsdienst stond erop omdat we dat belangrijk vinden en omdat het pas bij onze identiteit. Identiteit kun je niet aftoetsen, maar moet binnen de school zichtbaar zijn. Ook H3O had geen bezwaar om het vak van het rapport af te halen. Toch waren er Sterrekijkers die dat jammer vonden. Daarom hebben we
hebben we in november nog geen toetsuitslagen van het Cito. Noodgedwongen kijken we dan maar naar de resultaten van voor de zomervakantie.” De omschakeling naar 2 rapporten vindt bij het Sterrekijkerteam een geploegde bodem. Maar zal het geen patstelling met de ouders opleveren? Die willen natuurlijk dolgraag weten hoe het gaat met hun kind de eerste maanden in een nieuwe groep. Daarom stelt de werk-
het een rapportenboekje of een inlegmap? Beknopt of uitgebreid? Het is maar een
De omschakeling naar 2 rapporten per schooljaar vindt bij het Sterrekijkerteam een geploegde bodem.
greep uit de vele keuzes die gemaakt moeten worden. Meningen zijn er altijd volop, maar goede voorstellen… wie bedenkt ze? Daarvoor zorgde
ervoor gekozen om een tekst in onze rapportmap op te nemen waaruit onze identiteit duidelijk spreekt. Collega Chris Lagewaard heeft er een fraai ontwerp van gemaakt.
op De Sterrekijker een werkgroep met Jaap van den Hoek als voorzitter. “Onze groep heeft er anderhalf jaar aan gewerkt. Aan discussie geen gebrek. Maar ja, we moesten dan ook pittige besluiten nemen. We hebben bijvoorbeeld gebroken met de aloude traditie van drie rapporten per
Waarom naar 2 rapporten per schooljaar? Jaap is een geharnast voorstander van twee rapporten per jaar, waarbij het herfstrapport van november komt te vervallen. Er zijn nog weinig basisscholen die daarvoor kiezen, al groeit het aantal gestaag. “De tijdspanne tussen begin schooljaar en herfstrapport is te kort om een evenwichtig beeld te krijgen,” motiveert Jaap zijn keuze. “Groepsleraren moeten last minute nog snel wat toetsjes doen om aan meer data te komen. Ook
schooljaar.”
Een cijfer voor godsdienst? Het oude rapport van De Sterrekijker raakte met het jaar meer gedateerd. Het was een boekje waarin de rapportages van alle leerjaren werden genoteerd. Leuk om te bewaren voor later, maar niet praktisch als je dingen wilt aanpassen wanneer de omstandigheden veranderen. Jaap van den Hoek plaatste met regelmaat kritische noten bij het rapport, totdat de directeur hem vroeg iets anders te bedenken. Een uitdaging die hij met enkele collega’s graag oppakte. “Het oude rapport was te omslachtig. Het kostte veel tijd om alle gegevens bij elkaar te puzzelen. Sommige dingen waren niet meer relevant, zo moesten we een cijfer geven voor ‘ICT’. Vroeger gaven we les in Word en zo, nu leren de kinderen dat en passant.
Jaap van den Hoek, voorzitter van een werkgroep die De Sterrekijker aan een eigentijds schoolrapport hielp.
groep in plaats van het herfstrapport een ouderavond nieuwe stijl voor, met 10-minuten gesprekken waarin communicatie over het kind centraal staat en niet zozeer de informatie vanuit de school. De oudergeleding van de MR vindt het een goed plan. “De ouders kregen van te voren een lijstje met aandachtspunten om over na te denken,”vertelt Jaap. “Hoe zit hun kind in z’n vel, wat vertelt het over school, waar is het kind goed in en hoe kunnen we het beter helpen? Zo gaat het gesprek over het kind zelf, niet over de resultaten. Afgelopen november hadden we voor het eerst zo’n ouderavond, waar verrassende dingen uit kwamen. Sommige ouders waren echt met hun
kind om de tafel gaan zitten om het lijstje af te werken.” Toetsen, observaties en een persoonlijk woordje Methodegebonden toetsen leveren belangrijke data voor het beoordelen van de leerresultaten. Tot en met groep 5 worden die op het rapport weergegeven door matig, voldoende of goed aan te kruisen. Vanaf groep 6 wordt een cijfer genoteerd. In het nieuwe rapport zijn daarnaast de uitslagen van het volgsysteem van Cito integraal opgenomen, middels mini-grafiekjes per vak. Daarmee krijgen de ouders perfect zicht op doorgaande leerlijnen. De intern begeleiders van De Sterrekijker schreven er een handige leeswijzer bij. Net als in het vorige rapport krijgen attitudes (bijv. werkhouding, omgang, belangstelling, zelfvertrouwen en zo meer) ook in de nieuwe versie veel aandacht. Ouders stellen dat zeer op prijs. De eerst gehanteerde 5-puntsschaal is nu vervangen door een 4-punts, zodat de leerkracht een scherpere keuze moet maken. Uitwijken naar het neutrale midden kan nu niet meer. Een persoonlijke pluim en een positief kritisch aandachtspunt maken het rapport helemaal af. Zijn jullie nu voor een tijd klaar met het rapport? “We hebben een grote stap gemaakt door het rapport eigentijds en flexibel te maken,” meent Jaap. “Het is een stuk gebruiksvriendelijker geworden door het gebruiken van Excel. De gemiddelden per vak worden automatisch berekend en op de rapportkaart gezet. Het ouderwetse handwerk is voorgoed verleden tijd, ook straks met ParnasSys, het digitale systeem dat H3O volgend jaar invoert. Een fraaie lay-out, ontworpen door Chris Lagewaard, zet de kroon op ons werk. Of het rapport nu helemaal definitief is? Met een rapport ben je volgens mij nooit klaar. Feedback is onmisbaar, maar persoonlijk vind ik dat feedback best zonder cijfers kan. Wij krijgen toch ook geen cijfers voor ons werk? Kinderen met minder capaciteiten moeten in ons systeem ontzettend hard werken om een 6 te halen, anderen komt het aanwaaien en krijgen een 8 of 9. Daar zou ik op termijn best vanaf willen. Wie weet gebeurt dat bij de volgende revisie van ons schoolrapport.”
De Koning loopt door de straat Op 6 maart jl. stonden de leerlingen van de Leonardoafdeling van de Bavinckschool vol spanning te wachten. De koning kwam zomaar in ‘hun’ straat, de Museumstraat, voor de opening van de tentoonstelling over koning Willem II. Wat waren ze trots dat ze erbij konden zijn! De kinderen hadden een kunstboek gemaakt vol tekeningen en gedichten en dat werd met bloemen aan de koning aangeboden door Dora uit groep 8 en juf Miranda.
9
Fuseren? Ja graag!
Tussen het Noorderlicht en de Anne Frankschool is iets in gang gezet dat voortdurend aan snelheid wint, als een skiër die aan een afdaling is begonnen. Beide scholen voor SBO - de eerste van PC-, de ander van RK origine - zijn vanaf 2005 naaste buren in een gebouw aan de Willem de Zwijgerlaan. Contacten waren er altijd wel, maar samenwerking is iets van de laatste tijd. Grote gangmakers zijn de beide directeuren Nanja van Es (Noorderlicht) en Marjolein Romijnsen (Anne Frank), die vaak bij elkaar binnenstappen om advies te vragen of ideeën te delen. Daar blijft het niet bij. Dit schooljaar wordt serieus bekeken of een scholenfusie nog meer
10
kwaliteit en andere voordelen kan opleveren. Misschien wel de realisatie van een ‘expertisecentrum’, waarvan zorgleerlingen van basisscholen kunnen profiteren. Door fuseren meervoud creë-
Goed voorbeeld doet goed volgen Leerlingen komen niet vanzelf meer aanwaaien op het SBO. Integendeel, er moet heel wat gebeuren voordat een kind wordt ingeschreven. Het leerlingenaantal daalt het laatste decennium dan ook gestaag. De
ben, we luisteren naar elkaars argumenten. We richten ons op oplossingen, niet op problemen. Onze mindset is: kijken wat er wel kan en dat zo smart mogelijk aanpakken. Veranderingen zijn we gewend in ons werk, voortdurend komen zaken binnen die een andere aanpak ‘Met een fusie kunnen we de kwaliteiten vergen. Door een fusie wordt van beide scholen optimaal benutten.’ het palet aan Anne Frankschool staat nu op 65 leermogelijkheden alleen maar groter. lingen, het Noorderlicht op 92. “Een Ook onze medewerkers staan er posifusie maakt ons beide sterker,” zegt tief tegenover. Ik heb nog bij nieMarjolein van de Anne Frankschool. mand gemerkt dat die ‘meestribbelt’. “We willen dolgraag dat hier een SBO Iedereen vindt het spannend wat er van hoge kwaliteit blijft bestaan. straks besloten wordt.” Fusie vergroot de kans daarop, zeker wanneer in de toekomst de populatie Iedereen is erbij betrokken misschien nog verder daalt. Met een Dit jaar gaat het erom spannen wat fusie kunnen we immers de kwaliteide fusieplannen betreft. Spannend, ten van beide scholen optimaal maar wel leuk spannend vinden benutten. Nanja en Marjolein. Samen met een Een groot pluspunt is dat ik heel extern adviseur hebben ze voor dit goed met Nanja kan opschieten en schooljaar een heel traject uitgedat we als vanzelf al veel dingen dacht, een realistisch traject dat de samen doen. Dat straalt iets positiefs mensen niet overvoert met opdrachuit naar onze teams. Nanja en ik proten. Als aftrap hebben de bestuurders beren de communicatie tussen beide van beide scholenkoepels waartoe de teams te bevorderen. Vorig jaar bijscholen behoren(H3O en SKOBA) op voorbeeld hebben we de gemeeneen kennismakingsavond de ouders schappelijke personeelskamer gezelliverteld over de samenwerking en ger gemaakt met een kleurtje en een mogelijke fusie. Daarnaast konden andere inrichting. Elk team had eerst beide teams tijdens een studietweeeen eigen hoek in gebruik, maar dat daagse elkaar beter leren kennen, kan nu niet meer. De teams zitten nu zowel persoonlijk als professioneel. steeds meer door elkaar. Goed voor Elke medewerker participeert de integratie, we zien de effecten inmiddels in een van de werkgroeervan.” pen, die elk een hoofdaspect van de fusieschool uitwerken, bijvoorbeeld Niemand wil per se gelijk hebben pedagogisch klimaat, zorgstructuur, Ook Nanja van Es staat bepaald niet klassenmanagement. Via de MR is met de rug naar haar buren. een oudergroep gevormd die mee“Persoonlijk klikt het heel goed met denkt over ouderbetrokkenheid. mijn collega-directeur, we zitten op Beide bestuursbureaus zetten samen dezelfde lijn. In het SBO zijn we de financiële en personele hoofdstuk-
Dit jaar gaat erom spannen wat de fusieplannen betreft.
ren, dat is het doel. gewend om ons te focussen op de sterke kanten, op de kansen die zich voordoen. Dat principe hanteren we ook bij de samenwerking tussen onze scholen. ‘Help me daar eens mee, hoe kan ik dat het beste aanpakken?’ klinkt het over en weer. Al zijn we het niet altijd met elkaar eens, het blokkeert nooit. Niemand wil gelijk heb-
ken op papier. Een stuurgroep monitort de voortgang, beantwoordt vragen van werkgroepen en rapporteert aan de bestuurders. Wordt het GO of NO GO? De mensen van de werkgroepen gaan ervoor. Dat merken beide directeuren tijdens hun rondjes langs de groe-
Door fuseren meervoud creëren, dat is doel van Marjolein Romijnsen (links) en Nanja van Es.
ming. “Doen we al het voorbereidenscholen ondersteunen met onze kenpen, wanneer die aan het vergaderen de werk niet voor noppes, hoor je ze nis en kunde. We hebben hier een zijn. Leerkrachten van het SBO zijn regelmatig hardop denken. Maar grote bak aan specialisaties in huis, gewend zelfstandig iets aan te pakdiagnostische en remediërende ken, het zijn doeners. vaardigheden, die we graag wilMogelijkheden zeggen hen ‘Onze mindset is: kijken wat er wel kan len delen met anderen. Nu pasmeer dan belemmeringen. en dat zo smart mogelijk aanpakken.’ send onderwijs eraan komt, zal “Dat moet ook bij een fusieprode behoefte aan specialisme ces,” vindt Marjolein, “want als onoverkomelijke problemen of alleen maar groter worden. Niet dat je naar belemmeringen gaat kijken bestuurlijke bezwaren zie ik op wij het allemaal zouden weten, maar kun je er zo 700 vinden. En anders moment niet.” we zijn wel blij met wat we bereikt verzin je ze wel. Datzelfde kun je ook Ook Marjolein verwacht niet dat er hebben. Een expertisecentrum doen met mogelijkheden en op het straks in de remmen geknepen gaat binnen ons SBO zou ideaal zijn, een moment dat je dat doet, voelt het worden. “Als uit alle werkgroepen plek waar scholen kunnen aanklopveel plezieriger. Van mogelijkheden blijkt dat fusie een haalbare kaart is, pen als ze het even niet meer weten kun je enthousiast worden.” verwacht ik niet dat het bestuur gaat met een kind.” Eind maart gaan de werkgroepen hun dwarsliggen. Maar het is nu [red.: Ook Marjolein hoopt dat deze droom bevindingen aan elkaar presenteren begin februari] nog afwachten, we snel werkelijk wordt. “Door onze en daarmee is de fase van fusiekennen alle feiten nog niet.” mogelijkheden hebben wij als SBO onderzoek klaar. De Stuurgroep rapeen stap voor en dat willen we graag porteert de resultaten aan de SBO wil er zijn voor iedereen delen met het basisonderwijs. Bij bestuurders, die dan moeten besluiOnlangs op de Onderwijsdag van passend onderwijs moet het belang ten tot GO of NO GO. De grote H3O verzorgden beide directeuren de van het kind steeds voorop staan. vraag is: wat resteert als alle plussen Hoe kan het het beste vooruit geholen minnen tegen elkaar zijn weggeworkshop ‘Het SBO is voor iedereen’. pen worden, op het SBO of op de streept? “Onze mensen willen eigenNanja vat de inhoud nog even kort basisschool met extra ondersteuning lijk nu al weten waar ze aan toe zijn,” samen. “Wij willen als SBO niet apart van ons.” verwoordt Nanda de heersende stemop een eilandje leven, maar de basis-
11
H3O sluit zich aan bij KIEN ICT
Met de combi ict en onderwijs zijn veel innovaties te scoren. Maar de ongekende
Wifi vergt een fikse investering en daarom moet het leerrendement evident zijn alvorens ermee te beginnen.
mogelijkheden die ict het ten voor de deelnemende scholen. Eventuele winsten op externe commerciële activiteiten vloeien in de pot van de participanten.
onderwijs kan bieden blijven soms ook letterlijk ongekend. Daarom is het zaak de vaart erin te hou-
De overstap naar KIEN ICT voelden de vier systeembeheerders van H3O aanvankelijk als een donkere donderbui die hen boven het hoofd hing. Zij waren al flink wat jaren bij onze stichting in dienst en dan is het moeilijk om daar een punt achter te moeten zetten. Per 1 januari ’14 kwamen zij in dienst van Kien, onder dezelfde condities als bij H3O. Hopelijk voelen zij zich daar snel helemaal thuis.
den. Dat kan door samen te werken, want samen kom je verder, zeker op ictgebied. Dat heeft H3O het afgelopen lustrum wel bewezen met haar goeddraaiende ict-afdeling. Maar technologische ontwikkelingen gaan snel, investeringen stijgen en daarmee navenant de risico’s. De ict-krachten bundelen tot een breder verband is dan de beste optie. Daarom zette bestuurder Jitze Ramaker medio 2013 zijn handtekening onder het contract met KIEN ICT, dat per 1 januari j.l. inging. Kien is een coöperatie die nu de ict-zaken van H3O en van nog zes onderwijsinstel-
12
Marcel van Heumen, Informatiemanager van H3O, zet zich in om de aansluiting bij KIEN ICT vakkundig te laten indalen.
lingen in de regio beheert. Uniek in Nederland, zo’n
Wat de voordelen zijn van aansluiting bij Kien is natuurlijk de hamvraag. De argumenten liggen volgens Van Heumen voor het oprapen. “Meer innoveren, effectiever werken en kosten besparen. Kien heeft een groter volume dan wij hadden, dat betekent ook meer kennis om uit te putten. Onze investeringslast wordt minder nu we samengaan met Kien. H3O heeft zo’n twintig servers die op den duur vervangen moeten worden. Komt nog bij een aanzienlijk aantal terabites voor digitale opslag. Schijven raken vol of gaan kapot.
niet te dragen. Met Kien is dit riskante lek gedicht, want daar staat nu honderd procent hetzelfde. Bij brand kunnen we na een korte periode weer operationeel zijn. Over risicovermindering gesproken.” H3O is bij de keuze voor Kien niet over één nacht gegaan. Na veel en diepgaande besprekingen adviseerde Marcel van Heumen het College van Bestuur om tot de coöperatie toe te treden. En om heel 2014 te gebruiken om ons hele ict-gebeuren geleidelijk onder te brengen bij Kien.
ict-coöperatie zonder winstoogmerk. Marcel van Heumen, dé ict-man van
Mensen werken goed samen, als ze geloven in een gedeelde horizon.
H3O, behartigt als ‘Informatiemanager’ de wensen en belangen van onze stichting en coördineert waar nodig de activiteiten op de locaties van H3O.
Willen we al die kosten wel blijven dragen? Een lastig probleem, dat we nu niet meer hebben. Risicovermindering is een ander groot pluspunt. Elk jaar zei de controlerende accountant tegen mij: ‘u moet zorgen voor een uitwijkmogelijkheid’. Op onze locatie Koningstraat staat namelijk alles en als dat in rook opgaat, zijn we alles kwijt. Uiteraard is er een back-up op een andere H3O-locatie, maar dan nog is er een grote uitdaging. Dit risico is ook financieel gezien haast
Jitze Ramaker maakt inmiddels deel uit van het driekoppige bestuur van Kien, samen met de bestuurders van Da Vinci en Stedelijk Dalton. Service aan de klant krijgt bij de coöperatie veel aandacht. Het credo van Kien is testen, testen en nog eens testen, voordat een product of systeem gebruiksklaar wordt opgeleverd. Kien zit in het Leerpark, ideaal voor stagiaires van da Vinci die ervaring en kennis willen opdoen in een belangrijke branche als ict. Kien mag geen winst maken op zijn activitei-
Binnen de coöperatie kunnen de deelnemers hun ICT-vergezichten met elkaar delen. Mensen werken goed samen, als ze geloven in een gedeelde horizon. En dat is volgens Marcel van Heumen bij Kien het geval. Hij vertegenwoordigt H30 in het ‘Informatie Coördinatie Management’ van Kien. In dit ICMoverleg zitten de zes informatiemanagers van de leden. Maandelijks overleggen ze met elkaar, leggen afspraken vast en doen voorstellen aan het bestuur dat er al of niet een klap op geeft. Van Heumen:
“Ik inventariseer de ict-behoeften met de contactpersonen op onze locaties en vertaal die naar het ICM. Op dit moment (jan. ’14) is er fysiek nog weinig aan de hand. Alles draait nog als voorheen, alleen worden storingen nu door Kien verholpen. Qua servers en werkstations hebben we nog niets bij Kien ondergebracht, maar dat wordt in loop van dit jaar geleidelijk anders. Als eerste stap gaan we op elke locatie inventariseren welke ict-spullen we in huis hebben. Kien begint ermee op De Regenboog. Elke computer of tablet krijgt een sticker met een eigen nummer. Meteen nemen ze een stick mee om elk apparaat uit te lezen. Na deze inventarisatie begint het eigenlijke werk pas. Onder andere software die geïnstalleerd moet worden, inlogaccounts operationeel maken en dat alles moet gecommuniceerd worden naar de school. Dan begint het testen en pas na de acceptatie door de contactpersoon op de school, wordt gestart met de daadwerkelijke overgang . Alles dus in nauw overleg met de school. Als ze de computer opstarten loggen ze in bij Kien en niet meer bij de Koningstraat.
Bestuurder Jitze Ramaker (3e van links) te midden van de andere participanten na ondertekening van het contract met KIEN ICT.
Daarna komt een andere school aan de beurt. De volgorde staat in de ‘projectenkalender’ die ik in overleg heb samengesteld. Het Insula College bijvoorbeeld wil voor de zekerheid pas overschakelen na de examenperiode. Al met al is de overstap een flinke kluif werk. Welke software hebben we, wat moet blijven of kan weg? Welke e-mailadressen en verzendlijsten zijn er? Ook moet iedere H3O-er natuurlijk tijdig weten hoe er ingelogd kan worden, om maar wat te noemen.” H3O-scholen kijken reikhalzend uit naar de komst van wifi, een hot topic binnen de Stichting. Je zult steeds meer tablets in de school gaan zien en veel leerlingen zullen hun eigen ‘device’ meebrengen en gebruiken. Wifi – en dus het plaatsen van accesspoints en bekabeling - vergt een fikse investering en daarom moet het leerrendement evident zijn alvorens ermee te beginnen. Wat gaat er daadwerkelijk veranderen in het onderwijsproces en welke pluspunten zijn daarbij te noteren? Vragen die bestuurder Ramaker nadrukkelijk aan de orde heeft gesteld. “Wifi is noodzakelijk als we van klassikaal, frontaal lesgeven overstappen naar vormen van gepersonaliseerd leren, waarbij een kind een apparaat pakt en een rekenapplicatie opstart om het automatiseren te oefenen, terwijl andere leerlingen aan een andere taak werken,” licht van Heumen met een voorbeeld toe. “Kijk dan maken we met wifi een sprong voorwaarts. Ik denk dat we over één of twee jaar alweer een stuk verder zijn. Dan kunnen docenten, medewerkers, leerlingen en ouders overal snel inloggen naar ‘mijnH3O.nl’ bij Kien. Wifi dat op alle locaties en thuis 24/7 beschikbaar is, vormt ongetwijfeld een stimulans om het onderwijs anders aan te pakken. De hedendaagse leerling verdient het.”
13
Openheid is mijn kenmerk
Openheid behoort tot de meest resonerende waarden van onze tijd. Openheid en transparantie, velen afficheren zich ermee. Helaas zie je maar al te vaak hoe juist fraaie façades worden opgericht of verhullend taalgebruik gebezigd om de werkelijkheid achter te verbergen. Openheid is een opdracht, het is een echte uitdaging om waar te maken. Erik van Noordenne, sinds 1 januari directeur van het nieuwe Drechtsteden College in het Leerpark, gaat deze uitdaging graag aan. “Openheid is mijn kenmerk,” zegt hij tijdens de eerste vergadering met zijn medewerkers. Dat hij
Erik van Noordenne, directeur van het Drechtsteden College: “Investeringen zijn gedaan, de faciliteiten zijn in orde en het gebouw staat er goed bij. Fijn om zo te starten.”
ben onderdak gekregen in het witte gebouw van het SDL (klas 1, 2) en het Samenwerkingsgebouw (klas 3, 4). Van Noordenne staat voor de taak om van beide scholen één geheel te maken, vooruitlopend op een mogelijke fusie. Hij hoeft bepaald niet bij nul te beginnen. Vorig schooljaar hebben werkgroepen, aangestuurd door projectdirecteur Jos Priem, tal van inhoudelijke en organisatorische zaken concreet uitgewerkt. Maar werken die uitgedachte innovaties ook in de praktijk? En hoe pakt de samenwerking tussen docenten van verschillende origines nu uit? Erik van Noordenne is blij met het positieve gevoel bij zijn mensen. In zijn eerste maand hier heeft hij vooral rondgekeken, gelezen en geluisterd. “Iedereen ziet de zin van de samenwerking in. Sterker nog, docenten hebben het gevoel van dit is mijn school. Ze willen dat het Drechtsteden College gaat slagen en dat we hier samen voor de kids goede dingen gaan doen. Je kunt merken dat veel collega’s elkaar vorig jaar al hebben leren
Een bijzonder neutrale school dat is het Drechtsteden College is bepaald geen leeg begrip voor de directeur. “Zowel het bijzondere als het neutrale willen we concreet vormgeven. Beide zienswijzen krijgen een volwaardige
‘Onze taak is om het kind mee te nemen in zijn ontwikkeling, in zijn droom.’
ren in dienst. Twee broodheren moeten dienen is natuurlijk bijzonder. Veel dingen moet ik aan twee
het meent, blijkt zonneklaar tijdens het gesprek dat Krijt met hem had.
school. Lessentabellen lopen parallel en de programma’s zijn het komend schooljaar in alle klassen volstrekt op elkaar afgestemd.
plaats, daar zullen we zeker een modus voor vinden. Op het Griendencollege, waar ik werkte, hadden we bijvoorbeeld aparte weekopeningen. In de klassen 1 en 2 zijn de leerlingen naar denominatie, bij hun ‘eigen’ school, ingeschreven en geplaatst in Daltonof Insulaklassen. Dat sluit het beste aan bij de basisschool, de verwachtingen en wensen van de
‘Kinderen moeten niet blijven hangen bij wat ze allang kunnen, maar steeds hogerop willen.’
Toegankelijk en openhartig is hij, sprekend in 14
gewone mensentaal met humor op zijn tijd, waardoor de stemming er meteen in zit.
Uitdagingen genoeg voor de directeur. Openheid is er een van, saamhorigheid smeden binnen de pas gestarte school een andere. Het Drechtsteden College is een voortzetting van twee vmbo-scholen, die van het Insula College en de andere van het Stedelijk Dalton Lyceum( SDL). Zij bundelen hun krachten om zo het voortbestaan van een breed vmbo in Dordrecht te waarborgen. Sinds kort staat in het Leerpark het Insula gebouw leeg, docenten en leerlingen heb-
kennen tijdens de voorbereidende fase. Nu we de plannen in praktijk brengen, zal blijken wat aanpassing vraagt. In zijn algemeenheid steekt het goed in elkaar. Alle verschillen zijn overbrugbaar, vind ik. Een goede, brede vmbo-school niet te ver van huis, in een veilige omgeving, dat verdienen deze kinderen. Ook voel ik me verantwoordelijk voor de 150 medewerkers, het is hun brood. Daarom moet deze school een succes worden en dat gaat ons lukken.” “Het directeurschap is voor mij op dit moment best complex.” Schoolleider Van Noordenne windt er geen doekjes om. “Ik heb nu nog te maken met twee Colleges van Bestuur: Marlies van der Krogt (SDL) en Jitze Ramaker (H3O). Ben op fifty/fifty basis bij beide bestu-
ouders. Pas in de bovenbouw vindt een mix plaats. De gekozen praktijkrichting is dan bepalend voor de school waar leerlingen ingeschreven worden. Precies zoals bij een ROC, waar ze later naartoe gaan. Het leidt niet tot problemen met ouders. Zij weten bij de inschrijving al dat dat onze lijn is. Maar ook in de bovenbouw wil ik het bijzondere karaker expliciet terug laten komen. Anders ben je niet bijzonder neutraal. Met kerst bij-
tafels gaan overleggen en proberen op één lijn te komen. Ik krijg wel veel vrijheid van beide bestuurders, ze snappen dat dat nodig is. Ik ga niet in het midden zitten als de standpunten tegengesteld zijn. Dat zou een slap compromis opleveren. Ik kies op grond van argumenten, kijk wat voor de school het beste is. Soms valt het die kant op, dan weer de andere kant.” De Insula- en de Daltonafdeling hebben elk een eigen adjunctdirecteur en twee teamleiders voor de sectoren. Met één schooldirecteur is het leidinggevend kader kleiner dan eerder met twee aparte scholen het geval was. Een officiële fusie van beide scholen laat nog op zich wachten, omdat dat momenteel financieel weinig aantrekkelijk is. Maar praktisch gezien werkt het Drechtsteden College wel als fusie-
Erik van Noordenne Geboren Woonplaats Professio- nele ervaring
-
-
Vrije tijd
-
Privé
-
1962 te Gorinchem. Hardinxveld-Giessendam. Van 1986 tot 2011 werkzaam op het Da Vinci College, eerst als docent economie, met name de commerciële vakken, vervolgens 15 jaar lang in de schoolleiding. “Bij Da Vinci had ik een fantastische tijd. Een heerlijk bedrijf om voor te werken, maar rond mijn 50e wilde ik toch wat anders.” Van 2011tot 2013 directeur van het Griendencollege, een vmbo school in Sliedrecht. “Ik zou daar drie jaar blijven in het kader van een verbetertraject. Dat is 2? jaar geworden, omdat het nieuwe Drechtsteden College op mijn op mijn pad kwam. Gelukkig heb ik mijn werk in Sliedrecht kunnen afronden. De resultaten en instroom van leerlingen zijn weer in orde.” Vanaf 1 januari 2014 directeur van het Drechtsteden College, een bundeling van de vmbo’s van het Insula College en het Stedelijk Dalton Lyceum in het Leerpark. Voor 50% in dienst bij H3O, de andere helft bij het bestuur van SDL. “Ik ben een avondmens, werk graag ’s avonds, maar er schiet ook vrije tijd over voor basketbal en digitale dingetjes met mijn computer, websites bouwen en videobewerking op de PC.” Getrouwd; 4 kinderen (18 tot 25 j).
voorbeeld kun je twee kanten op: kerst als het feest van de lichtjes of als het feest van hét Licht, begrijp je?” Het Drechtsteden College wil zich onderscheiden met haar brede palet aan sectoren en afdelingen dat ze leerlingen biedt. Op maar weinig vmbo’s kun je zoveel kanten op. Van Noordenne, met zijn rugzak vol ervaringen in het vmbo en mbo, weet hoe belangrijk dat is. “Als wij een afdeling schrappen zie je die vaak ook niet meer terug in het mbo, terwijl er bedrijven zijn die juist zulke vakmensen nodig hebben. Als school willen we ambitieus zijn en ambities zoeken we ook bij onze leerlingen. Zij moeten niet blijven hangen bij wat ze allang kunnen, maar steeds hogerop willen. Ze gedijen het best bij een hoog intern verwachtingspatroon. Onze taak is om het kind mee te nemen in zijn ontwikkeling, in zijn droom. En vooral niet roepen dat die droom niet uit kan komen. Nee, we moeten samen aan de slag en naar die droom toewerken. ”
15
OR Kinderopvang laat haar stem horen
16
Waar scholen een MR hebben, heeft de sector Kinderopvang voor haar werknemers een OR, een ondernemingsraad. Zo zou het moeten zijn, ware het niet dat tot voor kort een OR Kinderopvang in geen velden of wegen te bekennen was bij H3O. Maar een jaar geleden lukte het enkele enthousiaste leidsters om de OR weer op de rails te zetten. Bijna 70 medewerkers van onze bso’s, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben nu via hun OR-leden een stem in het kapittel. Ze kunnen
Club van 5 Inge Neven, pedagogisch medewerker bij De Repelaer, herinnert zich nog goed hoe de OR tot stand kwam. “Ruim een jaar terug was er veel te doen rond de kinderopvang, een roerige tijd was het. Veel medewerkers veranderden van CAO, ze gingen van Welzijn naar Kinderopvang. Ook kregen we een nieuwe urensystematiek op ons dak. Al waren het niet direct bedreigingen, de nieuwe dingen brachten wel onrust. Nou kun je met z’n allen al klagend aan de kant blijven staan, maar dat schiet niet op. Ik vond het verstandiger om het positief te benaderen door mee te praten en te overleggen. Een OR was er niet, die moest er dus nodig komen. Angelina Akkerman, een collega die bij De Regenboog op de Staart werkt, vond het ook een puik plan. Van het een kwam het ander en al gauw hadden we nog drie collega’s die mee wilden doen: Martine Huisman
met ons eens. Men was blij met ons, eindelijk weer een inspraakorgaan voor de medewerkers. Wij wilden op een positieve manier voor onze belangen opkomen en samen met H3O het beleid voor goede kinderopvang uitstippelen. We hebben direct onze achterban geïnformeerd. Nieuwe OR-leden meldden zich echter niet. Zodoende vormen wij vijven de OR Kinderopvang.” Meer kennis, meer persoonlijke vaardigheden Positiviteit is troef bij de kersverse OR, die met een serieuze aanpak van start gaat. Ze kiezen Angelina als voorzitter. De vergaderfrequentie is hoog, eens per drie weken. Als de agenda dat vraagt nodigen ze een leidinggevende van H3O uit. Een andere keer trekken ze met hun vijven naar het bestuursbureau om daar overleg te voeren. Een grote wens van de OR wordt snel vervuld. “We wilden graag geschoold worden in OR-zaken,” vertelt Linda. “We begonnen blanco, dus we moesten iets hebben om ons sterker te voelen en te zijn. We wisten dat een OR recht heeft op vijf trainingsdagen. Het was dan ook meteen goed.” Martine vult aan: “Een heleboel
vragen stellen, adviseren, meepraten, in- of tegenstemmen, kortom hun stem laten horen.
Vragen stellen, open staan voor signalen en alert zijn is het credo van de OR Kinderopvang. (Bestuursbureau H3O), Josee Hermans en Linda Naaktgeboren (De Regenboog, Noordendijk). Helaas trad Martine na tien maanden af, maar in september werd de OR opnieuw versterkt met een vijfde lid, Martine de Krijger (kinderdagverblijf Eigenwijs). De OR Kinderopvang nieuw leven inblazen, zou H3O daarvoor te porren zijn? Angelina: “H3O wilde eerst polsen waarom we op dit idee gekomen waren. Wij konden het goed verwoorden en toen was de leiding het snel
wetten en regels ken je nog niet. In deze cursus leer je waar je recht op hebt. Een training is ook goed voor je persoonlijke ontwikkeling. Je krijgt bijvoorbeeld informatie over vergadertechniek en je oefent communicatieve vaardigheden, zodat je je verhaal goed kunt overbrengen. Daar bereik je wat mee. Het is ook waardevol voor mijn werk bij de kinderopvang.” Verdieping De OR-training wordt verzorgd door Jolanda Pluim van RMVO
De OR Kinderopvang tijdens een training voor OR-leden. Vlnr: Angelina Akkerman, Inge Neven, Jose Hermans, Linda Naaktgeboren en Martine Krijger.
(Rijnlands Maatschappelijk Verantwoord Organiseren), eerst in 2013 vier dagdelen en dit jaar het vervolg. Vorig jaar kreeg teambuilding veel aandacht. De OR-ers kenden elkaar nog niet goed, terwijl het juist belangrijk is te weten wat je aan elkaar hebt. Dan kun je elkaar aanvullen en versterken. Goed voor de saamhorigheid ook. Samen bereik je meer dan in je eentje, zeker met deze mensen van de OR, stuk voor stuk meedenkers. De OR wilde dit jaar graag verder met trainer Jolanda. “Of het nou gaat om het reglement, beloningsbeleid, onderhandelen, vrije dagen of assertiviteit, je krijgt steeds weer nieuwe dingen te horen,” vindt Josee. “Je kunt er met frisse energie weer tegen-
aan. De cursus geeft verdieping aan je baan. Ons werk is het waard.” Opzet geslaagd De inzet van de OR is niet tevergeefs. De urensystematiek was (en is) een heikel punt waar veel over gediscussieerd is. Angelina: “Wat we bereikt hebben is dat er geen ontslagen zijn gevallen. Daar zijn we blij mee. Wel moest daarvoor geschipperd worden met de uren. We moesten iets inleveren aan tijd, waardoor iedereen kon blijven.” Josee noemt een ander winstpunt: “De salarisstroken van sommige mensen klopten eerst niet qua diensttijd. Dat is nu rechtgezet.” H3O luistert goed naar de meningen van de OR, volgens de
dames. Al worden soms afspraken niet direct goed vastgelegd. Maar de OR let goed op en komt er een volgende keer gewoon op terug. Altijd vragen stellen, open staan voor signalen en alert zijn is haar credo. Het is proces, dat men al doende leert. Regelmatig zien de OR-ers een mailtje voorbij komen over iets wat ze hebben aangeslingerd. Zo weten ze dat eraan gewerkt wordt. De OR weet zich gesteund door de achterban, die in groten getale present was bij de eerste vergadering. De OR oogstte veel bewondering voor de manier waarop ze uit de startblokken zijn gekomen. “Tot nu toe is onze opzet geslaagd,” concludeert Inge. “We gaan binnenkort een jaarverslag uitbrengen - weer een puntje uit onze cursus – zodat iedereen kan lezen wat we hebben gedaan en waar we voor staan. Het is hopelijk het begin van een lange en vruchtbare OR-geschiedenis.”
17
Alles voor een goede groepssfeer
18
Er zijn maar weinig basisscholen met zoveel aandacht voor de sociaal-emotionele vorming als de Prins Bernhardschool. Vorig schooljaar werd daar de antipest methode M5 geïntroduceerd. De aanpak fungeerde als trigger om op sociaal terrein nog een spade dieper te gaan graven. Zo werden onlangs toneel, rollenspel en andere vormen van creatief spel ingezet om een prettige groepssfeer te bevorderen. “M5 bracht een omslag binnen de school,” weet intern begeleider Leontine Teeuw als geen ander. “We zijn ermee begonnen en het houdt nooit meer op. Je gaat anders kijken maar pestgedrag en de processen van groepsvorming die daaraan gerelateerd zijn. We willen graag dat de chemie in een groep in orde is. Als kinderen goed in hun vel zitten,
Groepsvormingslessen Het team van de Prins Bernhardschool houdt ervan problemen te overwinnen door ze aan te pakken. Een jaar geleden stond de school voor een lastige opdracht. Bezuinigingen noopten de school de leerlingen van vier groepen her te verdelen over drie groepen. En laten dat nou juist de ‘moeilijke’ groepen van de school zijn, met nogal wat kinderen die snel uit balans kunnen geraken. Een precaire situatie, want als het pedagogisch klimaat erdoor verstoord wordt, kunnen de positieve effecten van de M5-aanpak weer verloren gaan. Dat wilde de school natuurlijk voorkomen. Liever geen verhitte gemoederen meer, geen schooldag waar zich incident op incident stapelt. Maar veel liever sociale groepen met leerlingen die prettig samenwerken, die in de pauzes als vrienden spelen of gezellig tegen de schoolmuur bij elkaar geklonterd zitten. Wat te doen? “Allereerst hebben we heel zorgvuldig de leerlingen over de drie nieuwe groepen verdeeld,” vertelt IB-er Leontine. “Daar waren de betrokken groepsleraren bij, de directeur en ik. Kinderen die net water en vuur zijn plaatsten we natuurlijk niet in dezelfde groep. Eindelijk hadden we het plaatje rond. Toen we dat naar buiten communiceerden, begrepen we dat sommige ouders toch wel bang waren dat de problemen van vroeger opnieuw zouden opduiken. Om die vrees weg te nemen en omdat wij het proces van nieuwe groepsvorming goed wilden laten verlopen, hebben we aanvullende maatregelen bedacht, activiteiten om de groepsvorming te stimuleren.”
presteren ze beter.” Rollenspel, een beproefd instrument Via via hoorde Leontine Teeuw dat Erwin van Heusden - doorgewinterd leider en dramadocent van ‘Het Klein Toneel’ – groepsvormingslessen in zijn aanbod voor scholen heeft. Een afspraak was snel gemaakt en na de zomervakantie ging Erwin aan de slag. Niet voor de vuist weg, maar heel gericht op basis van observaties van de groep tijdens de reguliere les en vrije situa-
Ik heb veel respect voor je. Je hebt heel goed opgelet! Jij verdient een tien. Ik ben onder de indruk van je… Hoe doe je dat zo mooi… Je hebt goed geluisterd. Je hebt het in je! Door jou gaat de zon schijnen… Ik doe het je niet na! Je bent een ster! Leontine Teeuw, intern begeleider van de Prins Bernhardschool, hoopt binnenkort haar studie Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam af te ronden.
ties. Rollenspel biedt duizend en een mogelijkheden om aan groepsvorming te werken. Kinderen kunnen bepaald gedrag uitvergroten door in de huid van een ander te kruipen. Bij pesten kunnen ze het slachtoffer spelen, de meeloper of de pestkop die op blaffende toon de ander vernedert. Kinderen leren hoe ze op een creatieve manier conflicten kunnen oplossen of nog beter kunnen voorkomen. Kinderen met veel bravoure kunnen in een rollenspel oefenen zich minder dominant te gedragen. Verlegen en teruggetrokken groepsgenoten worden gestimuleerd mee te doen. Juist zulke kinderen komen bij een rollenspel vaak los, zo blijkt. Ze spelen vaak een andere rol dan ze normaal in de klas vervullen. Toneelspel brengt groepsprocessen op gang, het zet kinderen aan het denken, het raakt hen. De lessenserie van de dramadocent omvat 7 à 8 lessen van een uur voor de hele klas in het speellokaal. Na
elke les is er een nabespreking met de groepsleerkracht, die de lessen bijwoont. Hij of zij kan tijdens de eigen lessen refereren aan het creatief spel in het speellokaal. ‘Weet je nog wat we daar geleerd hebben?’ “De lessen van Erwin zijn ons goed bevallen,” evalueert Leontine. ‘Het ging heel leuk op speelse manier, maar altijd onder gedegen leiding. Als het nodig was, legde Erwin de vinger op de zere plek. Hij gaf concentratieoefeningen, waarbij de leerlingen hun aandacht op iets moesten focussen. Meer aandacht voor elkaar was ook een doel van de lessen. Het is heel belangrijk dat de kinderen elkaar beter leren kennen. Sommigen zitten al jaren in dezelfde klas, maar ze praten eigenlijk nooit met elkaar, alsof ze in hun eigen wereldje leven.” Rots en Water Een goed pedagogisch klimaat geeft jeu aan het schoolleven, het levert zuurstof voor het onderwijs. Dat hoef je het team van de Prins Bernhardschool niet te vertellen. Elke leerkracht gebruikt de praktische handleiding ‘Grip op de groep’ om daarmee de groepsvor-
ming te stimuleren, vooral tijdens de eerste zes weken van een schooljaar. Maar al doe je als leerkracht nog zo goed je best, onderhuids kan er iets negatiefs spelen wat opeens naar boven komt. “Vooral in de middenbouw, in de leeftijd van 8 tot 10 jaar kan zich gemakkelijk pestgedrag ontwikkelen,” weet Leontine als ervaringsdeskundige. “Via M5 nodigen wij de kinderen uit problemen op het sociale vlak te melden. Dat doen ze dan ook en het is vervolgens onze verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen. Daarom zijn we nu in groep 5 preventief en klassikaal begonnen met ‘Rots en Water Training’, verzorgd door ‘Indus Actieve Hulpverlening’. De kinderen ervaren hoe prettig het is een veilige groep. Ze leren eigen grenzen aan te geven, weerbaarder te zijn, beter naar elkaar te luisteren en goed samen te werken. Soms moet je Rots zijn, standvastig zijn. Een andere keer moet je juist Water zijn, meegaand en verbindend. Met tal van leuke activiteiten oefenen de kinderen zulke waardevolle sociale vaardigheden. Voor nu en later.”
Bravissimo! Niemand doet je dat na! Ik kan zien dat jij je best doet! Jij geeft het niet snel op! Van jou kan ik iets leren! Je bent een kei! Jij bent sterk! Waar vind ik iemand zoals jij? Je hebt een goede keus gemaakt! Jij wacht goed op je beurt! Je bent heel netjes! Wat heb je hard gewerkt! Jij bent de hoofdprijs… Je bent heel vriendelijk! Wat heb jij een goed gevoel voor taal! Jij bent de beste!
19
EINDREDACTIE Janny Feijer FOTO’S Caroline van Wijngaarden Zeger van Mersbergen CARTOON Henk Visser DRUK Dekkers Van Gerwen Dordrecht VORMGEVING Studio Vincenti Dordrecht VERSCHIJNING 4x per jaar OPLAGE 1100
20
REDACTIEADRES Postbus 151 3300 AD Dordrecht T 078 890 5000 E
[email protected] www.hadrieo.nl
H3O is een christelijke organisatie met kinderdagopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en scholen voor primair en voortgezet onderwijs
nnelies A
Annelies Wilschut is parttime leerkracht op De Sterrekijker en kindercounseler
REDACTIE Janny Feijer Caroline van Wijngaarden Erica van Haren Miranda Hanneweijk Hans de Roon Zeger van Mersbergen
Een echte droom
Colofon
Krijt is een uitgave van het bestuur van de stichting H3O
We zijn weer thuis van een lang gekoesterde droomreis met het gezin naar Costa Rica. Daar leven nog ongeveer 15.000 mensen die afstammen van de inheemse stammen. Mensen die leven volgens de traditionele gebruiken, één met de natuur. En die wil ik zien.
Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik het weer, voel ik het weer, ruik ik het weer. Ons bootje is een uitgeholde boomstam. Gammele bankjes storten bijna in elkaar als je er op gaat zitten. Een 25 pk motor helpt de boot tegen de stroom in. Voorop de boot staat een gespierde indiaan met een dikke stok om de boot af te zetten, op de bodem van de boot zitten kikkers. De stroming is sterk, af en toe moeten alle mannen uitstappen om de boot verder te duwen. Over het water rennen hagedissen en langs de oever vliegen ijsvogels. Het landschap is adembenemend mooi. Na anderhalf uur varen wordt het drukker op de rivier. Kano’s die fruit en cacoaplanten vervoeren. Indianen te paard die langs de oever rijden. Dan doemt voor ons een kleine nederzetting op. Houten hutten met palmbladerdaken verscholen tussen al het groen. De gids geeft aan dat we hem moeten volgen de heuvel op. Na een half uurtje klimmen is daar de verzamelhut. Schoenen worden uitgedaan en een maaltijd staat voor ons klaar. Na al die maanden dromen zijn we er: bij de Bribri indianen in Costa Rica. Na de heerlijke maaltijd plof ik in een hangmat waar ik na een tijdje wakker wordt van kindergelach. Onze jongens spelen verstoppertje met de kinderen uit het dorp. Bruin en wit, Europees en Centraal Amerikaans, het maakt niks uit, deze kinderen spreken samen één taal. Twee dagen mogen we genieten van deze heerlijke, liefdevolle indianenstam. Mogen we wandelen door hun dorp, met hen zwemmen in de rivier, eten van hun voedsel, een kijkje nemen op hun school. Een school met 40 leerlingen. Een paar klaslokalen met verschillende meubels. 1 wc. Geen aankleding. Een schoolbord met gaten en nauwelijks speelgoed. In de kleuterklas zitten 8 kindjes. Ze staan met hun juf in de kring en zingen een liedje waarop ze allemaal één voor één in de rij bij de wasbak gaan staan om handjes te wassen voor het eten. De juf loopt ’s morgens om kwart voor zeven met haar acht kinderen vanaf het dorp de heuvel af naar school waar ze les geeft tot half 11. Dan hebben ze ‘s middags weer les tot 5 uur. Dat zijn pas lange dagen. Zeker als je bedenkt dat het hier om half zes aarde donker is en de indianen maar beperkt licht hebben. We hebben voor dit schooltje potloden, puntenslijpers en krijtjes meegenomen. Het voelt gênant om het te geven maar nog meer om het niet te doen. Later die middag is de tijd van afscheid nemen alweer aangebroken. We zijn een onvergetelijke ervaring rijker.
Ik hou mijn ogen nog even dicht, want dan voel en zie en beleef ik het weer. En is het net… weer echt.