nd
In Memoriam nederlands dagblad donderdag 21 november 2013
* Er is geen zin, geen woord van troost, geen lief bedoeld gebaar dat aan mijn hart de wond geneest die schrijnt vanaf de dag dat jij – mij zo lief, mij zo dichtbij – jij stierf. Ik weet het wel, je bent niet doodgegaan. Hij die ons maakte voor elkaar, heeft je naar huis gehaald. Maar weet je wel hoe leeg het is sindsdien? Hoe het gemis me soms verstikt? Weet je hoe hard de klok tikt? Gek eigenlijk, dat ik dit denk… dat ik dit woord voor woord tegen je zeg. Ik ben, met elke stap die ik zet, en elke keer dat ik mijn hoofd in mijn kussen leg – lieve – naar jou onderweg.
2
nd In Memoriam
21 november 2013
redactioneel Dick Schinkelshoek
Tjerk Sijbe de Vries Harlingen ✩ 8 januari 1947 Amersfoort ✝ 16 november 2012
‘Zalig wie in Christus sterven’, zingt het gezang. Maar de pijn is er vaak niet minder om. Komende zondag gedenken veel kerken de overledenen van het afgelopen jaar. Hun namen worden dan genoemd, hun gezichten voor de geest gehaald. In deze bijlage willen we bij die eeuwenoude traditie aansluiten. Iedere familie die in het afgelopen jaar een overlijdensadvertentie plaatste, hebben we aangeschreven. Graag wilden we de over-
leden dierbaren in deze bijlage eren met een reeks portretten. De respons was overweldigend groot. Iedere overledene heeft een plek gekregen in deze bijlage. Zodat wij hen niet vergeten. Niet alles wat nabestaanden verder mee-stuurden aan foto’s, verhalen en gedichten paste in deze krant. Daarom geven we vandaag ook op internet een In Memoriam Extra-bijlage uit. Deze kunt u kostenloos downloaden via nd.nl/inmemoriam2013.
Daaromheen kunt u in deze bijlage verhalen lezen over herdenken, over waarom het altijd zo gezellig wordt na begrafenissen, over dominees die zich verhuren, over wat mensen zoal bovenaan rouwadvertenties zetten. En over wat je vooral niet moet zeggen tegen iemand die rouwt. Maar we beginnen deze bijlage met iets anders. Rien van den Berg maakte een gedicht voor het omslag. Over de stilte die valt als een dierbare sterft.
redacteur ND en pr De Verre Naasten
Heiltje Huizinga-Afman Ten Post ✩ 29 december 1913 Kampen ✝ 22 februari 2013
Droevig groevemaal Roel Sikkema beeld kunstcollectie provincie Overijssel Koffie met broodjes, dat eten en drinken we na een begrafenis. In Staphorst was dat vroeger anders. Bier met rijstebrij stond op het menu, en vaak in zulke hoeveelheden dat de burgerlijke en kerkelijke overheden er grote problemen mee hadden. Toch bleef het ‘dodenbier’ en de rijstebrij populair. En als de overheid verbood op de begrafenisdag zo’n maal te nuttigen, gebeurde het gewoon een dag later. Was zitten aan tafels verboden, dan ging je gewoon staan, en als warme maaltijden uit den boze waren, serveerde men koude gerechten. Schilderes Stien Eelsingh (1903-1964), die jarenlang op het dorp woonde, maakte sommige ‘groevemalen’ mee. Dat leverde dit schilderij op: Staphorster vrouwen in rouw (te zien aan de blauwe schouder- en hoofddoeken) aan de maaltijd. Zie ook pagina 17, ‘Waarom we het na een begrafenis altijd gezellig krijgen’.
T. de Jong-Renkema Opwierde ✩ 22 december 1919 Groningen ✝ 30 januari 2013 verkoopmedewerkster
Martha Albertje Oosterloo-Bouwman
Teun Huisman
C. Chr. van Goolen
Theodoor Abram Vonk
Janneke Boeije-van Dixhoorn
Froombosch (gem. Slochteren)
✩ 30 september 1934
Delfzijl ✩ 19 januari 1953
Amsterdam ✩ 16 april 1947
’s-Gravenhage ✩ 15 oktober 1930
Axel ✩ 6 oktober 1942
Delfzijl ✝ 8 april 2013
Apeldoorn ✝ 6 mei 2013
Zandvoort ✝ 3 juni 2013
Leidschendam ✝ 17 juni 2013
Grijpskerke (Veere) ✝ 3 april 2013
servicetechnicus
arts
technisch adviseur bij Shell
huisvrouw
3
21 november 2013
nd In Memoriam
Gerald Bruins beeld novum / Rein van Zanen
Heiligen boven en beneden Nanning Zeldenrust Ulrum ✩ 7 december 1924
Op drie momenten in het jaar gedenken de kerken in Nederland hun overledenen: op oudejaarsavond (31 december), op de laatste zondag van het kerkelijk jaar (24 november) en op Allerheiligen of Allerzielen (1 of 2 november). Het is een goede zaak om als gemeente stil te staan bij degenen die je in het voorbije jaar zijn ontvallen, vindt prof. Marcel Barnard, hoogleraar praktische theologie en liturgiewetenschap aan de Protestantse Theologische Universiteit. De overleden personen verdwijnen zo niet ongenoemd in de maalstroom van het dagelijks leven. Zo’n herdenking toont aan dat overlijden onder christenen geen individuele kwestie is. ‘Als een vader overlijdt, is niet alleen een gezinslid heengegaan, maar ook iemand die deel uitmaakt van een kerkelijke gemeenschap. Het is belangrijk te beseffen dat in die gemeenschap der heiligen de namen van de overleden personen rondgaan.’ Theologisch gezien vormen de levenden en de doden één lichaam van Christus, onderstreept Barnard. ‘De overledenen horen bij de gemeente, evenals wij levenden. ‘Ik geloof in de gemeenschap der heiligen’, daarin kun je geen onderscheid maken tussen heiligen op aarde en in de hemel.’ De theoloog heeft niet kunnen terugvinden wanneer kerken begonnen zijn met de ‘gedachtenis van de gestorvenen’, zoals het kerkelijke ritueel officieel heet. ‘De beroemde synode van Dordrecht van 1618/1619 zegt er niets over.’ In een kerkorde van de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk uit 1817 staat voor het eerst dat de laatste dag van het jaar – oudejaarsdag dus – ‘een aanmerkelijk tijdperk besluit in het menselijk leven’, citeert de
Arnhem ✝ 28 juni 2013 gepensioneerd adjudant-onderofficier der Koninklijke Marechaussee
liturgiewetenschapper. ‘Maar er wordt niet gesproken over het herdenken van gestorvenen.’ Een liturgie voor een uitvaartdienst is voor het eerst te vinden in het dienstboek van de hervormden uit 1998, weet Barnard. ‘Er waren natuurlijk wel uitvaartdiensten, maar dat zie je niet terug in de liturgische boeken. Dat betekent dat de kerken van de calvinistische Reformatie een begrafenis lange tijd hebben gezien als een privéaangelegenheid. De uitvaartdienst was een huisdienst.’
scharniermomenten Het is volgens Barnard moeilijk vast te stellen of er verschuivingen zijn in de dagen waarop kerken hun doden herdenken. Een beweging naar het van oorsprong rooms-katholieke Allerheiligen of Allerzielen – protestanten maken geen onderscheid tussen heiligen en zielen - is er volgens hem zonder meer. Hij schat in dat het daarbij om gemeenten gaat die ‘in het oecumenische spoor gaan’. Andere gemeenten houden vast aan de laatste zondag van het kerkelijk jaar of de laatste dag van het burgerlijk jaar. Het is voor hem geen strijdpunt. ‘Alle drie de dagen zijn scharniermomenten in de tijd, waarop je iets beseft van de eindigheid en een nieuw begin van het leven.’ Zelf heeft de liturgiewetenschapper een voorkeur voor een kerkelijke dodenherdenking op Allerheiligen/Allerzielen. Op de laatste dag van het jaar hangt volgens hem het moment te veel aan een ‘burgerlijk oudejaarsgevoel’. De herdenking op 24
november drijft een wig tussen de laatste zondag van het kerkelijk jaar, waarin het draait om de wederkomst van Christus, en de eerste adventszondag, waarin het gaat om de komst van Jezus. ‘In de traditie wordt in dit thema geen scheiding gemaakt. Deze beide zondagen mag je zo niet uit elkaar halen.’
doopvont Is Allerheiligen/Allerzielen voor veel protestanten niet een brug te ver? Het zijn rooms-katholiek feesten, waarin zich met protestanten een groot verschil in visie op de dood openbaart. Protestanten bidden niet voor het zielenheil van de doden. Barnard wil de herdenkingsdag echter in ‘gezuiverde vorm’ wel overnemen. ‘Wij kunnen een koppeling leggen met Hervormingsdag op 31 oktober. Niet voor niets publiceerde Luther zijn stellingen een dag voor Allerheiligen. Hij gaat in tegen de aflaathandel, zeg maar de rooms-katholieke actie Kerkbalans van die tijd. Voor het eeuwig heil telt de genade, brengt de reformator daar tegenin. In Luthers eigen woorden: “Heilig is wie uit het doopvont is gekropen”.’ De doden gedenken in de kerkdienst kan op vele manieren, vindt de theoloog. ‘Toen ik nog predikant was, noemde ik niet alleen de gestorven gemeenteleden, maar liet ik familieleden ook voor elk van hen een kaarsje aansteken. Op die manier stel je hun namen - ook visueel - present voor de Here God en de gemeente.’
Harm Visscher Rouveen ✩ 12 januari 1924 Gramsbergen ✝ 29 juni 2013 vrachtwagenchauffeur en houtzager
Johanna
van de Lagemaat-Lambers Daarlerveen ✩ 14 maart 1937 Zuidwolde (Dr.) ✝ 23 maart 2013 hoofd currentaccount
Nellie de Kruijff
Cornelis Alfred Groenewold
Aaltje Stoel-Hogenkamp
Coby Moedt-Slump
Dirk Smilde
Nijkerk ✩ 3 april 1951
Stadskanaal ✩ 25 maart 1945
Ommen ✩ 4 november 1913
Schildwolde ✩ 10 juni 1941
Heerenveen ✩ 27 maart 1926
Barneveld ✝ 30 maart 2013 (stille zaterdag)
Hattem ✝ 31 december 2012
Zwolle ✝ 26 mei 2013
Hoogezand ✝ 12 maart 2013
Oranjewoud ✝ 20 juli 2013
docent geschiedenis
verpleegkundige
secretaresse en moeder
directeur Koninklijke Smilde
4
nd In Memoriam
21 november 2013
Wim Houtman beeld Dick Hogewoning
Wat uw rouwadvert Van een overlijden geef je vaak kennis met een rouwadvertentie. Aan de teksten kun je zien hoe de visie op de dood veranderde. ‘Het geloof wordt persoonlijker verwoord.’
ER PPERäENä&ORMEERD $ITäZEGTäUWä3CHE RLOST äVE äU EB KäH Tä) AN 6REESäNIET äW IJTä-IJN AMäGEROEPEN äGIJäZ ä )KäHEBäUäBIJäUWäNA *ESAJAäää NOMEN DEä(EREäTOTä:ICHäGE )NäDITäGELOOFäHEEFTä AN äM MIJNäLIEVEäZORGZAME
" De Heer is mijn Herder " De Heer heeft uit onze gemeentewijk tot Zich geroepen,
Haar hart lag op de kaas- en vleesafdeling. Van zulke zinnetjes in een overlijdensadvertentie kan Barend Weegink genieten. Onbedoeld grappig – en tegelijk proeft hij de waardering die collega’s erin hebben gelegd. Zo’n tekst was dertig, veertig jaar geleden ondenkbaar. ‘De toon is persoonlijker geworden. De overledene is centraler komen te staan; de nabestaanden willen iets kwijt over hun gevoel bij het sterven. De zwarte randen om het rouwbericht zijn minder dik.’ Sinds een jaar of 25 verzamelt Weegink (62) – in het dagelijks leven hervormd predikant in Katwijk – overlijdensadvertenties. ‘Vanwege het geheim van leven en dood; nieuwsgierigheid, hoe mensen omgaan met de laatste grens’, zo verklaart hij zijn fascinatie. Advertenties waarin een link met het beroep van de overledene wordt gelegd, vindt hij leuk. Einde oefening, heette een bloemlezing uit zijn hobby, die in 2007 verscheen – zo meldde de familie het overlijden van een militair.
de wind huilt Hoe zie je maatschappelijke veranderingen terug in overlijdensberichten? Gepensioneerd huisarts Gerrit Grootendorst is daarnaar voor zichzelf onderzoek gaan doen, in eerste instantie bij grafschriften. In de jaren 1995-1997 maakte hij studie van alle grafschriften in Heerde, waar hij toen dichtbij woonde. De omwenteling in het levensgevoel van Nederlanders sinds de jaren zestig – secularisatie, individualisering – was toen nog niet zichtbaar, was zijn conclusie. Logisch ook. De overledenen van toen, in de zeventig of tachtig, waren nog gevormd in de jaren veertig en vijftig. Op veel grafstenen stonden Bijbelteksten die het leven door met hen mee waren gegaan. Daarna bekeek Grootendorst in het seizoen 20112012 alle overlijdensadvertenties in dagblad
door Hem gekend met open armen ontvangen voor eeuwig zonder moeiten
Trouw, vooral de ‘mottoteksten’ die boven een advertentie staan. Toen zag hij de verschuiving wel. Bij overledenen boven de 65 jaar stond nog bij twee derde een tekst die van christelijk geloof getuigde; onder de 65 jaar was dat bij vrouwen minder dan de helft, bij mannen nog geen derde. Zo stonden er boven de advertentie van een vrouw van 82 jaar dichtregels van Huub Oosterhuis: En niemand weet wat leven is, alleen dat het gegeven is en dat van dit geheimenis God het begin en einde is. En dit bij een vrouw van 51 jaar: De tijd heeft spijt dat hij zich heeft vergist. Zelfs de wind huilt van pijn nu hij je mist.
In de nacht heeft de HEERE voor ons onverwachts thuisgehaald onze lieve dochter en lieve zus
Onze hemelse Vader heeft voor ons onverwacht bij Zich geroepen onze zeer geliefde, bijzondere kleindochter en nichtje
‘Laat de kinderen bij Me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.’ Marcus 10 : 14b zijn verdrietig door het overlijden van
Momenteel houdt Grootendorst een jaar lang de overlijdensadvertenties in het Nederlands Dagblad bij. Dat loopt nog, maar een indruk heeft hij al: in 95 procent van de gevallen staat daar een geloofstekst boven. Dat verschil tussen generaties zul je bij ND-lezers dus niet zien. ‘De tand des tijds heeft op de kring van het Nederlands Dagblad minder vat. Men blijft trouw aan het geloof der vaderen.’ Er worden vrijwel altijd Bijbelteksten aangehaald, valt hem op. ‘Veel uit de Psalmen en niet alleen de ‘toppers’; de lezers zijn Bijbelvast. Verder vooral uit de brieven van Paulus. Poëzie vind je wel veel in Trouw, niet in het ND.’
trotse oma In het klassieke christelijke overlijdensbericht geeft de familie kennis van het ontslapen van dieen-die, met een Bijbeltekst (‘Zalig zijn de doden die in de Here sterven’ bijvoorbeeld) met de aankondiging van tijd en plaats van de samenkomst. De laatste tijd komen daar meer woorden bij over
M_[_dC_`][bee\jpWbb[l[d"eeaWb_i^_` ][ijehl[d$ Ef^WWh/+ij[l[h`WWhZW]J^k_i][aec[dX_` ^WWh>[[h[d>[_bWdZc_`db_[l[iY^eedpki" edp[jWdj[
de overledene zelf: wat hij of zij voor iemand was, wat hem of haar kenmerkte. Ook over het gemis. ‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’, die tekst zie je niet meer zo vaak. Ja – in de advertentie voor een antiquarische boekhandelaar. Barend Weegink verzamelt niet voor de statistiek; het gaat hem om teksten die hem aanspreken of opvallen, uit landelijke en regionale, christelijke
Fredrik Kleine
Froukje Jansje Jaspers-Figge
Andries van den Berg
Gerrit Willem Willems
P. Langeler
Enschede ✩ 3 oktober 1940
Enschede ✩ 23 maart 1926
Schiedam ✩ 15 mei 1921
Ommen ✩ 11 september 1938
Amsterdam ✩ 17 november 1936
Enschede ✝ 2 mei 2013
Enschede ✝ 15 april 2013
Pretoria (Zuid-Afrika) ✝ 9 juni 2013
Ommen ✝ 4 mei 2013
Wildervank ✝ 7 mei 2013
hoofd huishoudelijke dienst
boekhoudster
hoofd boekhouding
vrachtwagenchauffeur
oprichter ARJOS en voorzitter RPF
5
21 november 2013
nd In Memoriam
tentie over u vertelt meer ruimte voor de familie om de overledene te herdenken. Je moet op zo’n moment niet met een uitgewerkt dogmatisch verhaal komen. Ik probeer de sfeer aan te voelen en dicht bij de mensen en bij hun gevoel te komen. Maar ik wil wel altijd het “gans andere’’, het eigene van God benoemen. God sluit niet zomaar naadloos aan bij ons leven. Je moet altijd een brug over.’ Ook van de laatste tijd zijn kritische opmerkingen over de overledene. Die is niet meer enkel lief geweest en zorgzaam. Zij of hij is eindelijk uitgepraat. – Hield tot het laatst de regie in handen. Óf er worden zo veel bewonderenswaardige eigenschappen opgesomd dat je je afvraagt: wat wordt hier verbloemd?
Aly Janny Doornbos Hallum ✩ 7 december 1937 Slochteren ✝ 1 juni 2013 ondernemer boekhandel “Joly”
geen leeftijd Vanouds werd de overledene aangeduid met zijn familiebetrekkingen. Nu staat er soms zomaar: ‘Onze lieve Merel…’ Wie de afzender van die advertentie is, blijft in het vage. Die vaagheid ziet Weegink ook in religieuze zinnetjes – die hij, zoals gezegd, uit allerlei kranten heeft geplukt. Hij vond rust en zekerheid in zijn geloof. Dat gaat over vader/opa, maar zo houden de nabestaanden afstand. Wat geloven zij zelf, waar vinden of zoeken zij troost? De dankbaarheidsviering wordt gehouden… Wat is dat voor plechtigheid, aan wie is de dank gericht? Overgegaan vanuit onze armen in de armen van de Goddelijke Vader en Moeder… Zou het daarbij nog om christelijk geloof gaan? De Heere vond het genoeg: Hij stuurde zijn engelen en zij hebben – Naam – opgenomen en meegenomen naar huis. Katholiek aandoend volksgeloof, in de spelling van de Statenvertaling – was dat de bijbel van de overledene? God is bij Kees. In alle helderheid opgenomen... ... teruggekeerd naar zijn geestelijk thuisland ... Ze boffen daar boven maar met zo’n oma! Weegink: ‘Het lijkt allemaal heel open, maar het is in wezen gesloten; wat wordt er bedoeld? Daar kom je niet bij.’ Ook klinkt er openlijk geloofstwijfel door in advertenties. Of kritiek. Dit is geen leeftijd om te sterven. – Het is niet eerlijk. – Deze ziekte was onrechtvaardig… Barend Weegink: ‘In christelijke advertenties komt de mens steeds meer naar voren als een uniek mens, van wie de goede kanten worden aangedikt.’
en niet-christelijke kranten. Maar de verschuiving van een min of meer objectief bericht van overlijden naar een persoonlijke toonzetting ziet hij overal. ‘In christelijke advertenties komt de mens minder naar voren als schepsel, dat voor de laatste grens halt moet houden. En meer als een uniek mens, van wie de goede kanten worden aangedikt’, ver-
woordt hij zijn waarneming. ‘Een woord dat je vroeger bijvoorbeeld nooit zou tegenkomen, is ‘trots’. De overledene was een “trotse vader” of “trotse oma’’. Ook als je niet kunt zeggen dat het geloof wegebt, wordt het wel veel persoonlijker verwoord. Soms heel mooi en fijnzinnig.’ Weegink herkent die verschuiving trouwens in de manier waarop hij zelf rouwdiensten leidt. ‘Ik geef
Weegink: ‘De neiging is de dood te ontkennen. We zijn maar een poosje op aarde. Dat poosje hebben we inmiddels aardig opgerekt. En toch is er die laatste grens en dat vindt men onrechtvaardig. Ieder einde is dan te vroeg.’ Dat overlijdensadvertenties persoonlijker zijn geworden, vindt Weegink op zichzelf geen verlies. Geloofsvragen mogen van hem ook doorklinken. ‘In de Psalmen zie je ook mensen in gevecht met God: hoe moeilijk het is om eenswillend te zijn met Hem, zijn leiding te accepteren. De kerk is geen parade van mannenbroeders.’
Gesien Kamphuis-Gijsbers Winterswijk ✩ 27 juli 1920 Ommen ✝ 20 februari 2013 secretaresse / presidente van de vrouwenbond in de GKv
Bastiaan Dik Delft ✩ 10 december 1916 Leidschendam-Voorburg ✝ 14 november 2012 hoofdonderwijzer
Truus Hildering-Hageman
Ben Stevens
Jan Both
Gé Willems-Breukelman
Gea de Leur
Amsterdam ✩ 27 augustus 1923
Hooghalen ✩ 17 juni 1961
Rotterdam ✩ 5 maart 1943
Heemserveen ✩ 27 maart 1945
Groningen ✩ 8 april 1970
Bilthoven ✝ 29 december 2012
Groningen ✝ 28 december 2012
Barendrecht ✝ 14 juli 2013
Hardenberg ✝ 19 december 2012
Zwolle ✝ 22 november 2012
huisvrouw
politiecommissaris
bankemployé
verpleegkundige
6
nd In Memoriam
21 november 2013
advertenties
Uitvaartverzorging A.W. Broekema verzorgt begrafenissen in en vanuit de gehele Randstad 010 4560101 Dag en nacht bereikbaar en beschikbaar
Ook uw nalatenschap verdient zorg
Voor meer informatie: www.broekema-uitvaart.nl Heeft u vragen, dan kunt u ons ook mailen:
[email protected]
Wie beslist er over mijn zorg of behandeling als ik dat zelf niet meer kan?
Als christelijke organisatie behandelt Leprazending jaarlijks duizenden leprapatiënten met veel zorg en toewijding. Dat doen we ook met de nalatenschappen die dit werk mogelijk maken. Speciaal voor mensen die hun nalatenschap zorgvuldig willen regelen, hebben wij een erfenisdossier ontwikkeld. Dit bevat veel praktische informatie en u kunt uw laatste wensen overzichtelijk noteren. Ook uw nalatenschap verdient zorg en aandacht! Tel. 055 - 7 600 500
www.leprazending.nl/nalaten 5840995
IBAN: NL75 INGB 000 3243 999
Ja, ik ontvang graag het gratis erfenisdossier! Naam
m/v
Adres PC / Plaats Telefoon
Ardante Uitvaartcentrum Groningen Modern uitvaartcentrum Ons uitvaartcentrum Ardante in Groningen staat u bij in moeilijke tijden. Wij hebben ons eigen sfeervolle pand, met alle moderne mogelijkheden ook op geheel eigen wijze afscheid te nemen van de overledene. Bij Hulzebus Uitvaartcentrum Groningen beschikken we over vier rouwkamers. Waarvan een aantal vierentwintiguurs kamers. Met uw eigen sleutel kunt u hier ten alle tijden naar binnen. Zo kunt u wanneer u wilt bij uw dierbare zijn om afscheid te nemen. Ook beschikken we over twee modern ingerichte verzorgingsruimtes die van alle faciliteiten zijn voorzien. Hulzebus Uitvaartcentrum een moderne en ruime aula, waar u op geheel eigen wijze afscheid kunt nemen. U kunt hier een herdenkingsdienst of condoleance organiseren op elk moment van de dag. Ook in de avond is dit mogelijk. Daarnaast kunt u hier op uw eigen wijze de rouwdienst vormgeven. Wij kunnen hier eventueel hapjes en drankjes bij verzorgen, dit kunnen we helemaal aan uw wensen aanpassen.
Zuiderweg 191 9744AD Groningen 050-5251800
[email protected]
E-mail Geboortedatum U kunt deze bon in een gesloten envelop versturen naar Leprazending, t.a.v. Henno Couprie, Antwoordnummer 548, 7300 WB Apeldoorn (postzegel niet nodig).
Uitvaartverzorging H.J. van Dijken
Liefde voor het vak heerst bij Hutting Natuursteen
Voorheen L. van Dijken te Bedum
Als uitvaartverzorger ben ik de derde generatie. Mijn opa Hendrik Weening was uitvaartverzorger (bode) in Ureterp in Friesland. Door hem is mijn vader Lammert van Dijken uit Bedum ook in de uitvaartzorg terecht gekomen. Vanaf 1979 ben ik gaan samenwerken met mijn vader en heb het bedrijf in 1990 van hem overgenomen. Henk van Dijken Christelijke uitvaartverzorging Voor Groningen/Haren en Noord Nederland 0598-416599 of 06-51067486 Dag en nacht bereikbaar een uitvaart zoals de familie het wenst Bij welke maatschappij u ook verzekerd bent. Voor meer informatie bezoek onze web-site uitvaartverzorgingvandijken.nl of bel voor een gesprek over de mogelijkheden.
Uitvaartverzorging H.J. van Dijken
LEEUWARDEN - In 1930 vervaardigde Harmannus Hutting zijn eerste grafsteen. Nu, 83 jaar later, staat achterkleinzoon Max Hutting als vierde generatie aan het roer van het familiebedrijf. Gecharmeerd door het ambacht besteedt hij niets uit; elk monument wordt onder het dak van Hutting Natuursteen gemaakt. Harmannus Hutting verricht in de jaren twintig restauratiewerk aan het paleis op de Dam in Amsterdam. De recessie dwingt hem op een gegeven moment een andere koers te varen. In een schuurtje in Leeuwarden maakt hij vervolgens onder andere grafstenen. Hermannus sterft in 1948 op 49-jarige leeftijd. Aan zoon Kornelis, prompt kostwinner, de taak om het bedrijf voort te zetten. Het groeit behoorlijk, ook wanneer de zoonvan Kornelis, Harry, in 1976 het bedrijf gaat runnen. Richtte het bedrijf zich decennialang op Leeuwarden, inmiddels wist heel Nederland, met name het noorden, Hutting Natuursteen te vinden. En dat is vandaag de dag, met Max als directeur, nog altijd het geval. Max Hutting is, net als zijn voorgangers, steenhouwer in hart en nieren. ,,Wij besteden niets uit en maken alles zelf.”
De mogelijkheden zijn vrijwel onbeperkt, zo laten de grote showroom en de monumententuin zien. Hutting Natuursteen heeft alle denkbare steensoorten in huis en kan legio modellen maken, van modern tot klassiek en alles er tussenin. ,,We maken ook monumenten van glas, RVS en hout. We kunnen alles maken, zolang het maar technisch haalbaar is.” De medewerkers van het bedrijf beseffen zich dat het kiezen van een steen meestal deel uitmaakt van het rouwproces. ,,We nemen de tijd voor iedereen en denken met de mensen mee. En we zijn transparant: in de showroom kun je gelijk zien welke steen wat kost. Is de steen gereed, dan kunnen mensen rekenen op goede garantie en service. Is er iets, dan zorgen we dat het wordt opgelost. Daar doen we gewoon niet moeilijk over.’’
Archimedesweg 9 • 8912 AK Leeuwarden • 058-2130180 www.huttingnatuursteen.nl
20132100
Leg uw wensen vast met de NPV-Levenswensverklaring! www.npvzorg.nl/levenswensverklaring of bel (0318) 54 78 88
7
21 november 2013
nd In Memoriam
Wil ik wel naar de hemel?
Dick Schinkelshoek
Takken vol met vruchten en altijd groene bladeren, water helder als kristal, en licht – stralend licht met goud-oranje-blauwe strepen – zo oogverblindend dat je van iedere blik naar de hemel een gelukzalig gevoel krijgt. Verderop mensen in lange gewaden, met opgetogen blikken en glanzende ogen. Langzaam en geanimeerd met elkaar pratend lopen ze naar een schitterende poort. Ze lachen en wenken. Zou zo de hemel eruitzien? Als ik mijn ogen dichtdoe, verbeeld ik me dat. Dat komt – denk ik – omdat ik december vorig jaar in het Amerikaanse christelijke tijdschrift Christianity Today een interview las met Mary Neal. De orthopedagoge raakte in 1999 tijdens een kajakvakantie in Chili onder water, en kwam met haar vaartuig klem te zitten onder een steen. Ze verloor het bewustzijn en stond het volgende moment in een prachtige omgeving. ‘Ik werd onmiddellijk begroet door een stel wezens, geesten, personen. Ik weet niet precies hoe ik ze moet noemen. Ze waren verschrikkelijk blij om mij te zien, om mij te verwelkomen en om mij hun liefde te tonen, en ik wist dat ze mij al kenden en van mij hielden zolang als ik bestond.’ Neal zag de groene bladeren, dat schitterende licht, de wenkende mensen en de schitterende poort. En ze voelde zich intens gelukkig. Wat ze zag, noemen we klinisch een bijna-doodervaring. Toch veranderde Neals leven er ingrijpend door. Hoezeer ze ook ervan doordrongen was dat haar kinderen hier niet waren, wilde ze toch niet terug. Wat Neal van de hemel zag, is niet iets totaal nieuws. In grote lijnen beschrijft de Engelse auteur C.S. Lewis dezelfde beelden. Bijvoorbeeld in zijn boek De grote scheiding, waar de hemelse heerlijkheid iets grimmigs krijgt door het contrast met de schimmige, mistige hel. Of in Lewis’ eerste sciencefiction-roman Out of the Silent Planet (in het Nederlands vertaald als Malacandra), waarin hij vertelt over een reis naar de niet in zonde gevallen planeet Mars. Ook daar groene takken, helder water en gelukkige wezens. Toch bedacht ook Lewis al die hemelbeelden niet. De zestiende-eeuwse Italiaanse dichter Torquato Tasso zag ze al voor zich toen hij de reis naar het verloren gegane ‘aardse paradijs’ beschreef. In zijn gedicht Jeruzalem bevrijd uit 1575 zag Tasso overal groen, vruchten, vogels, bloemen en grotten en hoorde hij muziek. Zijn gedicht bereikt een hoogtepunt (en dat is voor modernere christelijke beschrijvingen van de hemelse heerlijkheid wat
ongebruikelijker) als hij een paartje - Adam en Eva - de liefde ziet bedrijven. Voor Tasso had in de twaalfde eeuw de heilige Brandaan al op soortgelijke toon het paradijs bezongen. De bekende Italiaanse schrijver Umberto Eco verzamelde hun getuigenissen en gedichten in zijn – recent in het Nederlands uitgegeven – boek De geschiedenis van imaginaire landen en plaatsen (Uitg. Prometheus/Bert Bakker). Wat Eco feitelijk gedaan heeft, is een hele verzameling beelden, gedichten, verhalen en symbolen op één hoop gooien. In een onvolmaakte wereld – is zijn conclusie – hebben mensen altijd als vanzelf naar onbereikbare, betere plaatsen verlangd. En mijn conclusie is, al bladerend in het prachtig geïllustreerde boek, dat je op die manier ook mooi kunt zien hoe het verlangen naar de hemel – samen met de angst voor de hel – er in de vele eeuwen westerse geschiedenis heeft uitgezien. Soms gebaseerd op
Wat als in de hemel een overbezorgde moeder haar zoon niet meer in de watten kan leggen? (schaarse) Bijbelse beelden van de hemel en de nieuwe aarde, zoals lammeren die naast wolven liggen en poorten met edelstenen, maar meestal ontsproten aan de verbeeldingskracht en de prangende behoeften van de betreffende periode. De gebraden kippetjes die in Luilekkerland aan de bomen groeien, vertellen iets over hoe de middeleeuwer met zijn geregeld lege maag het liefst het leven zag. En daarmee het eeuwige leven. Dat zet wel aan het denken. Ik stel mij de hemel op een bepaalde manier voor (de hemel of de nieuwe aarde; om die discussie gaat het mij nu niet). Ik heb daar beelden bij. Mooie, troostrijke beelden. Ik weet dat er in de christelijke traditie verdeeld over wordt gedacht, maar ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat het eeuwige leven alleen het eeuwige leven kan zijn als je er mensen van wie je houdt terugziet. Hoe anders het aan gene zijde ook is, er moet iets van herkenning zijn. Natuurlijk
begrijp ik dat al mijn beelden een product zijn van mijn verbeelding, van allerlei persoonlijke verlangens, van mijn omgeving. En van mijn karakter. Ik ben iemand die erg veel belang hecht aan zekerheid (vertelt zo’n psychologische persoonlijkheidstest mij). Andere mensen hechten misschien aan comfort, aan status of aan voordeel, ik hecht aan zekerheid. Ik zie de hemel het liefst als een plaats van rust, van harmonie, zonder spanning. Misschien dat andere mensen andere dingen voor zich zien in de hemel. Dat is prima. Daar kan ik mee leven. Mijn beeld van het hemels paradijs zal vast niet helemáál kloppen. Maar stel nou dat mijn beeld helemáál niet klopt? Wat Mary Neal zag in de minuten dat ze werd gereanimeerd, spreekt mij bijzonder aan. En van de beschrijvingen van Lewis kan ik helemaal warm worden. Maar stel nou dat God in zijn wijsheid besloten heeft dat herkenning tussen mensen straks overbodig is (om het voorbeeld van eerder te noemen), omdat Christus ons genoeg is? Of dat er allerlei andere dingen totaal anders blijken te zijn - bijvoorbeeld dat het er veel drukker is dan wij ooit dachten? Als de hemel straks niet mijn hemel blijkt te zijn, wil ik er dan nog wel naartoe? Dat is niet maar een gedachte-om-de-gedachte. Ze markeert het verschil tussen algemeen-religieus en christelijk geloven. Te veel mensen haken in C.S. Lewis’ – fantasievolle maar ook inzichtvolle – boekje De grote scheiding vlak voor de hemelpoort af om dat gevaar denkbeeldig te noemen. Ze stappen terug in de bus naar de hel. En dat doen ze allemaal om zeer goed voorstelbare redenen. Wat heeft de hemel een overbezorgde, overliefdevolle moeder nog te bieden als ze er haar zoon niet meer in de watten kan leggen? Wat als de hemel een plek van liefde blijkt te zijn, en ik besloten heb dat ik nooit, maar dan ook nooit, mijn broeder kan vergeven? Dat is misschien wel het eigenlijke probleem achter veel hemeldenken: de stiekeme gedachte dat de hemel mijn hemel is – of als ik wat collectiever ben ingesteld: dat het ónze hemel is, de hemel van onze culturele omgeving, of – nog erger – van onze kerkelijke richting. Compleet met onze selectiecriteria, onze gewoonten en onze regels. In plaats van dat de hemel de woonplaats van de Allerhoogste is, de zetel van de verheerlijkte Christus, het altaar waar de zielen wachten tot het herstel van alle dingen. Wat weten we - op wat Bijbelse beelden na (en misschien wat inkijkjes van mensen op de rand van leven en dood) - nu eigenlijk van die plek? Eigenlijk alleen dat het Góds hemel is. En dat de hemel dat beter kan blijven. Want mijn hemel zou vroeg of laat voor anderen wel eens de hel kunnen zijn.
Dhr. E. van Doornik
Antje Sikkema
Henk Vogel
Koos van Dam
Lucie Hilvers-Knol
Hillegersberg ✩ 22 juni 1928
Lettelbert ✩ 17 september 1929
Nieuwer-Amstel ✩ 24 juni 1941
Monster ✩ 28 oktober 1927
Loppersum ✩ 23 mei 1928
Barneveld ✝ 7 december 2012
Assen ✝ 10 november 2012
Harderwijk ✝ 14 november 2012
Eindhoven ✝ 1 juli 2013
Duiven ✝ 7 juni 2013
belastingconsulent
moeder van 12 kinderen
bedrijfsleider
bouwkundige
huisvrouw
8
nd In Memoriam
21 november 2013
Roel Sikkema beeld WBooks en Arie den Dikken
Mooie vormen voor de laatste gang De laatste gang naar het graf gaat vaak langs een kerk of een
advertenties
aula op de begraafplaats. In een tijd dat begraafplaatsen als Engelse parken werden ingericht, met kronkelige paden en schilderachtige bomen, sloeg de bekende architect Willem
Monuta maakt een ‘groene’ uitvaart mogelijk met uitvaartkisten van Hollands hout van Staatsbosbeheer. Kijk op monuta.nl/groeneuitvaart voor meer informatie.
Dudok (1884-1974) een andere weg in.
Voor zijn woonplaats Hilversum ontwierp hij als stedenbouwkundige twee begraafplaatsen, de Noorderbegraafplaats in 1930 en de Zuiderhof, die pas na Dudoks pensioen in 1964 werd geopend. Als architect ontwierp hij ook de belangrijkste gebouwen, zoals aula’s en columbaria (urnenwanden). Ze zijn te zien in een nieuw boek met als eenvoudige titel Dudok (geschreven door Annette Koenders en Arie den Dikken. Uitg. WBooks, Zwolle 2013. 176 blz. geb. € 24,95)
Monuta Postbus 20 Apeldoorn www.monuta.nl
Jager Begrafenis en Crematie Verzorging
Dudok streefde ernaar ‘de stilte in een bouwwerk tot uitdrukking te brengen’. Dat deed hij door rechtlijnigheid, zowel in het ontwerp van de begraafplaats als in dat van de gebouwen. Het geeft ze een statige monumentaliteit, geen uitbun-
dige sfeer – waar Dudok niets van moest hebben – maar rust en waardigheid. In 1937 kreeg Dudok opdracht om aan het bestaande complex van het crematorium in Driehuis een aula en columbarium te bouwen. De halfronde urnenwand staat achter een voorgebouw, gemarkeerd met een toren met een gouden urn in de top. Vooral de binnenhof van begraafplaats Zuiderhof in Hilversum is een mooi voorbeeld van eenvoudige en toch monumentale architectuur. Dudok toont zich hier de meester die terecht furore maakte met het prachtige stadhuis dat hij in Hilversum heeft gebouwd.
Het Uitvaarthuis Samen leven, samen zorgen Al sinds 1997 met respect en aandacht. Lunaweg 12, 8251 AE Dronten Telefoon 0321-316174 of in Lelystad 0320-251124
www.jageruitvaartzorg.nl www.balsemen.com
Trijntje de Jonge
P.J. Bonhof
Johan Kisjes
Dirk Reinder Ubbens
Alie Veling-Smit
Valthermond ✩ 3 mei 1932
Amsterdam ✩ 25 januari 1933
Zuidwolde (DR) ✩ 9 oktober 1940
Sneek ✩ 6 juli 1920
Groningen ✩ 13 maart 1924
Ermelo ✝ 15 december 2012
Drachten ✝ 17 augustus 2013
Assen ✝ 22 december 2012
Harderwijk ✝ 9 februari 2013
Heino ✝ 30 mei 2013
predikant
ing. bij Rijkswaterstaat
KNO-arts
naaister op naaiatelier
9
21 november 2013
nd In Memoriam
Hugo de Bruijne
Bob Hagestein Een beresterke, stoere vent die in de havens van Rotterdam en het Midden-Oosten zware mobiele kranen zijn wil kon opleggen en op zee gezonken schepen hielp bergen. Bob Hagestein was een harde werker die had geleerd te bikkelen als het om moeite en tegenslag ging en een zachte kant toonde in zijn omgaan met dieren, waarmee hij vaak begaan was. Hij was in zijn jeugd enig kind van gescheiden ouders die noodgedwongen toch in één huis leefden. In Rotterdam-Zuid werd hij door sommigen gevreesd, want hij was geen lieverdje. Deze man kreeg als 21-jarige verkering met een Zeeuws meisje, de jongste van tien kinderen. Hij ontdekte hoe anders jeugdjaren kunnen verlopen. In en door het gezin leerde hij Jezus kennen. Samen met zijn vrouw kreeg hij drie zoons en zeven kleinkinderen. Met een van zijn kleinzoons ontwikkelde hij een bijzondere band, zeker nadat hij in 2001 met de vut was gegaan. De jongen is autistisch en verstandelijk beperkt, maar opa verbond zijn ziel aan die van het kind en reserveerde voor Luc een speciale plek in zijn hart. Ze gingen naar de brug in Hoogvliet, bootjes kijken, en verkenden de tunnel onder de Maas. En Bob Hagestein, enthousiast lid van een mannenkoor, zong met zijn kleinzoon ‘U zij de glorie’ – keer op keer. Toen opa deze zomer gestorven was, nam zijn kleinzoon in al zijn eenvoud afscheid: ‘Doei opa, doei!’ Bij de begrafenis kon hij niet zijn, maar het ‘U zij de glorie’ dat werd gezongen trok hem er toch bij. Natuurlijk kon de jongen niet weten van de worsteling die zijn opa het laatste jaar had doorgemaakt. Wie te horen krijgt ‘U wordt niet meer beter’, kan niet om God heen en Bob was onzeker over zijn geloofsleven. Gelukkig kreeg hij samen met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen nog tijd en werd hij meegevoerd door het beeld van de mussen in Psalm 84 – voor dieren had hij immers een zwak. Als God al oog heeft voor musjes, dan zag Hij Bob Hagestein zeker ook, ‘dan houdt Hij van mij zoals ik ben’. Zo stierf hij, gezien door God.
Johanna Adolfina Janssen-Tigelaar Assen ✩ 24 november 1948 Assen ✝ 17 januari 2013 ziekenverzorgster / verpleegster / huisvrouw
geboren te Rotterdam op 15 augustus 1942 beroep: kraanmachinist overleden op 17 juli 2013 te Rotterdam-Hoogvliet
Hans Hopman
Maatje Cornelia Los-van Westen
Corrie SchoenmakersSchoenmakers
Alles deed ze samen met haar man, de psychiater Piet Los: gezinstherapieën, therapieën aan huis. Ze gingen samen op weg als hij een lezing moest houden. Ze vulden elkaar aan. Hun relatie was een mooi voorbeeld van je inzetten voor de ander zonder jezelf tekort te doen. Later, na het pensioen, gingen ze samen naar beeldhouwen, de tekencursus. Ze leerden Grieks en hielden bijen. Ze zaten vaak in hun zomerhuisje met grote tuin in Leersum. Tuinieren was hun grote hobby. Maps Los had ook altijd wel een complimentje voor je, en dat meende ze dan ook echt. Ze accepteerde je zoals je was en ze had geen vooroordelen. Verder was het voor haar een levenskunst de dingen te nemen zoals ze komen en altijd de positieve kant ergens van te zien. Mopperen kende ze niet.
Haarlemmermeer ✩ 24 oktober 1924 Bilthoven (d’Amandelboom) ✝ 19 juni 2013 huisvrouw
Maps groeide op in een liefdevol en warm gezin, als oudste van drie kinderen. Haar vader overleed toen ze vijf jaar was. Na de huishoudschool volgde ze de opleiding A-verpleegkundige in Terneuzen. Daarna deed ze de opleiding B-verpleging van psychiatrisch ziekenhuis ‘Zon en Schild’ in Amersfoort. Ze deed haar werk daar met plezier, nuchter, vrolijk en hardwerkend. Ze was 36 jaar toen ze trouwde met Piet Los, die op ‘Zon en Schild’ psychiater was. Ze kregen samen twee kinderen en elf kleinkinderen. Lang heeft ze nog - onder schooltijd van haar kinderen - op genoemde instelling les gegeven in ‘de geschiedenis van de verpleging’. Thuis zorgde ze voor een gastvrij, gezellig huis, aandacht voor man en kinderen, en genoot ze van het werken in de tuin. Na het overlijden van Piet in 2003 werd ze snel ouder. Ze miste hem heel erg, maar ging toch dapper door. Nog meer ging ze uit haar geloof leven. De laatste jaren van haar leven kreeg ze last van dementie. Ze begreep niet alles meer, maar haar vertrouwen op God werd sterker. In eenvoudige woorden legde ze de dingen aan Hem voor en ze las in haar Bijbel, zolang ze dat kon. Haar grote wens was om bij God te zijn. Die wens werd zondag 14 april 2013 vervuld.
geboren te Zaamslag op 7 januari 1927 beroep: B-verpleging op ‘Zon en Schild’ in Amersfoort overleden op 14 april 2013 te Hooglanderveen
Henk de Ruiter Cruquius ✩ 6 juli 1956 Hoofddorp ✝ 30 december 2012 werkvoorbereider in de meubelindustrie en meubelmaker
Brosina van Egmond-Mulder
Wil van den Bosch
Klaas de Haan
Thijs Bruinsma
M. Sikkema-van Dijken
Breda ✩ 12 september 1936
Loenen aan de Vecht ✩ 15 december 1942
Wormer ✩ 24 februari 1942
Drachtstercompagnie ✩ 13 mei 1932
Roodeschool ✩ 11 september 1926
Alkmaar ✝ 12 juli 2013
Veenendaal ✝ 10 april 2013
Wormer (Zaandam) ✝ 11 januari 2013
Heerenveen ✝ 29 december 2012
Hoogeveen ✝ 23 februari 2013
hypotheekadviseur
chef werkplaats Smilde BV
huisvrouw, moeder
huisvrouw
10
nd In Memoriam
21 november 2013
Hilbert Meijer beeld nd
Werkers aan het einde Iedereen kent de begrafenisond ernemer, maar er zijn veel meer werkers aan het einde. Wat hen bindt: het moet goed zijn, je kunt het nooit meer overdoen.
de uitvaartpianist Het is altijd kort dag als er dingen voor een begrafenis geregeld moeten worden. Pianist Gerard Vogel weet daar alles van. Vaak zitten er maar twee dagen tussen het moment dat hij hoort wat hij moet spelen en de uitvaart – en dan moeten de stukken nog worden ingestudeerd. Soms wordt het daardoor nachtwerk. ‘Van tevoren heb ik altijd contact met de familie’, zegt Vogel. ‘Je hoort dan van welke muziek de overledene hield. Ik ken niet alle ins en outs van de persoon die overleden is, ik heb het alleen over de repertoirekeuze.’ Gerard Vogel is te boeken via de website liveuitvaartmuziek.com, waar ook gitaristen, trompettisten, harpisten, accordeonisten en wat al niet te vinden zijn. De piano staat met stip op 1 van meest gevraagde instrumenten tijdens een begrafenisdienst. ‘Er staat vaak een piano in een uitvaartcentrum en het is gewoon een mooi instrument’, is Vogels verklaring. Hij speelt ook tijdens recepties en feestjes, maar spelen bij een uitvaart voelt toch net iets anders. ‘Daar ben ik altijd wel een beetje gespannen voor. Je hebt maar een kort moment en dan moet het wel goed zijn. Pas zei een familielid: “De muziek moet ons emotioneel niet al te zeer raken, we zijn al zo droevig”. Maar ja, ik kan niet a-emotioneel spelen.’
Gerard Vogel
De werkplaats van DZU Uitvaartkisten in Apeldoorn.
de grafkistenmaker De radio staat aan, zaagmachines snerpen, het ruikt er naar hout en lak. En waar je ook bent in de werkplaats van DZU Uitvaartkisten in Apeldoorn, overal staan grafkisten, in aanbouw of mooi afgewerkt. In een hoek fluit iemand mee met de radio. Nee, de timmermannen in de Apeldoornse werkplaats waar jaarlijks twaalfduizend kisten worden gemaakt zijn zichtbaar niet de hele dag met de dood bezig. ‘We zien een uitvaartkist als een soort meubelstuk’, zegt Silvio Schemmer, die in het bedrijf werkt waar ook zijn vader en opa ooit werkten. Schemmer is de vijfde generatie. Honderd jaar geleden begon de grafkistenfabriek als een meubelbedrijf. ‘In die tijd maakte de plaatselijke timmerman ook grafkisten’, zegt hij. ‘Ergens in de
jaren vijftig zijn we ons gaan specialiseren in het maken van kisten.’ Bij de achteruitgang van de werkplaats staat het spaanplaat hoog opgestapeld. Zestig procent van de kisten wordt hiervan gemaakt, de rest is van massief hout – beuk, eik, populier. Het bedrijf koopt een deel van het hout van Staatsbosbeheer. Die plant voor elke kist die verkocht wordt een boom terug. Schemmer loopt de werkplaats door van de plaats waar het hout binnenkomt, via de zagerij, de fineerafdeling, de plek waar de kisten en deksels in elkaar gezet worden, naar de ruimte waar de kisten worden afgewerkt met handvatten en waar de bekleding aan de binnenkant van de kist wordt geniet. Omdat de kisten veel ruimte innemen, gaan ze na productie naar depots in het land. Veel emotie komt er niet bij kijken; slechts een enkele keer komt familie van een overledene naar de werk-
plaats. ‘Dat kan als je niet kunt kiezen uit een catalogus’, legt Schemmer uit. ‘Maar je moet er wel tegen kunnen om dan ineens honderd kisten te zien.’ Het komt ook voor dat mensen met een terminale ziekte op bezoek komen om zelf een kist uit te zoeken. ‘Dat gebeurt niet zo vaak, maar als het gebeurt is dat natuurlijk wel emotioneel.’ Vandaag is er iets speciaals: er is een kist besteld in de kleuren van de Friese vlag. Op de losse onderdelen van de kist zijn bij een extern bedrijf blauw-witte strepen met rode pompeblêden geprint. Het geheel wordt bij DZU in elkaar gezet. De timmerlieden zijn een trouwe club met elkaar, er zit nauwelijks verloop in het personeel. Ze weten wat ze aan elkaar hebben. ‘Het komt allemaal heel precies’, zegt Schemmer. ‘Een kist maken is het laatste dat je voor iemand kunt doen. Daarom moet het goed zijn, ook al maken we een product dat je maar vijf dagen ziet.’
Wim Hoddenbagh
Arie Bultman
Marinus ten Kate
Grietjen van het Veld-van Gelder
Anton Moggré
Den Haag ✩ 13 juni 1921
Zwolle ✩ 8 juli 1936
Rheezerveen ✩ 19 november 1927
Hattem ✩ 22 februari 1930
Rijswijk (ZH.) ✩ 15 mei 1960
Den Haag ✝ 9 maart 2013
Barendrecht ✝ 19 december 2012
Amersfoort ✝ 2 mei 2013
Meppel ✝ 13 maart 2013
Harderwijk ✝ 22 februari 2013
vertegenwoordiger
engineer bij Shell
regelvakman werkplaats NS
11
21 november 2013
nd In Memoriam
Bernard van Hulst Harenkarspel ✩ 12 februari 1952 Putten ✝ 8 april 2013 Arnoud Snijder (links, midden) met zijn collega-dragers.
Beheerder Tonnie Homan (links)
Grafsteenverkoper Lammy Ambagtsheer wil mensen nooit aanzetten tot een impulsaankoop.
de drager
de begraafplaatsbeheerder
de grafsteenverkoper
Het ene moment zit hij in de collegebanken, het volgende moment draagt hij een kist tijdens een uitvaart. ‘Is dat niet heel moeilijk?’, krijgt de Utrechtse geschiedenisstudent Arnoud Snijder (24) vaak te horen over zijn ongewone bijbaan die hij sinds tweeënhalf jaar heeft. ‘Nee, dat is het niet’, vindt hij. ‘Het is mooi werk. En het is een heel flexibele bijbaan. Ik heb vaak weken met maar twaalf uur college en daaromheen werk ik. Zit ik in een tentamenperiode, dan werk ik niet. En het verdient best goed.’ Snijder laat zich inhuren door Ferentes, een bedrijf dat gespecialiseerd is in personeel voor de uitvaartbranche. Hij is drager geworden via leden van zijn studentenvereniging. Alle dragers van Ferentes zijn studenten. Voordat zij worden ingezet tijdens een uitvaart krijgen ze een interne training. ‘Je leert hoe het schouderen van de kist in zijn werk gaat, zet een keer een oefenkist op je schouder, en daarna is het een kwestie van meegaan met de ervaren mannen.’ Als je je aan een aantal vaste regels houdt, kan het eigenlijk niet misgaan, meent Snijder. ‘Je stapt eerst met links uit en linksvoor bepaalt het tempo.’ Voor een uitvaart komt hij altijd eerst naar kantoor. ‘Een pak en overhemden heb ik thuis, op kantoor haal ik een passende kleur das uit het rek, een jas en al dan niet een hoed.’ Vervolgens gaat de voltallige groep dragers gezamenlijk naar de uitvaartplechtigheid. Raar maar waar: de dragers maken samen gezellige dagen mee. ‘We zijn ongeveer van dezelfde leeftijd, trekken nauw met elkaar op en leren elkaar steeds beter kennen. Op het moment dat je in de bus zit, of tijdens de dienst als er niks van je verwacht wordt, heb je het ook gewoon gezellig met elkaar. En op het moment dat we er moeten zijn, is iedereen scherp en willen we ons werk zo stijlvol mogelijk doen. Dat kan heel goed samen.’
Kantoor houden op een begraafplaats, dat klinkt niet iedereen ideaal in de oren. ‘Maar ik ben hier helemaal op mijn plek’, zegt Tonnie Homan (48), die sinds vijftien jaar beheerder is van begraafplaats ’t Groenedael in Almelo. Op de groene begraafplaats is zijn functie zo breed als het maar zijn kan: hij gaat over het groenbeheer, maar zoekt ook met nabestaanden een plekje voor een graf uit. ‘In 99 van de 100 gevallen komen nabestaanden voorafgaand aan de begrafenis langs’, zegt Homan. ‘Ze zoeken een graf in de schaduw of juist in de zon uit, of bijvoorbeeld dicht bij het water.’ Homan komt veel in contact met mensen die verdriet hebben. ‘Het is mooi dat je in de rouwverwerking een rol mag vervullen, en nauw contact met de familie hebt. Als begraafplaatsbeheerder moet je ingetogen zijn, en vooral niet de verhalen vertellen die je zelf interessant vindt.’ Tijdens de begrafenis zelf treedt hij geregeld op als voorloper (gastheer). ‘Het voorlopen wordt weleens ter discussie gesteld vanwege bezuinigingen. Wij vinden het belangrijk dat er tijdens de hele begrafenis iemand gastheer is. We lopen voor de stoet uit, zorgen voor het dalen van de kist, voor de geluidsinstallatie, dat de mensen op de juiste manier rond het graf komen te staan. En wij blijven bij het graf als de mensen de begraafplaats verlaten. Op het moment dat de grafdelvers komen om het graf te dichten, zit onze taak erop.’ Op andere dagen houdt hij zich bezig met groenbeheer op de zestien hectare grote begraafplaats. Daarbij komt zijn opleiding aan de middelbare tuinbouwschool – gevolgd door een cursus begraafplaatsbeheerder – goed van pas. ’’t Groenedael is een van de mooiere groenparken van Almelo. We moeten ook wel eens beslissingen nemen die in eerste instantie afschrikken. Zo hebben we hier tien jaar geleden 130 grote douglassparren gekapt. Na de nieuwe aanplant was het er veel lichter en mooier.’
Grijs of kleur, ruw of glad, steen of glas, recht of een golfje, somber of uitbundig, dekplaat of tuintje, times new roman of comic sans: het uitzoeken van een grafsteen vergt zo veel keuzes dat het veel bezoekers van Memorial gedenktekens in Amersfoort begint te duizelen. Sommigen ook niet: die weten precies wat ze willen, en dan is grafsteenverkoper (of eigenlijk: grafmonumentverkoper) Lammy Ambagtsheer snel klaar. Voor de twijfelaars neemt ze uitgebreid de tijd. ‘Ik probeer me een beeld van de overledene te vormen om te kijken welke steen daarbij past. Daarom wil ik veel weten: was iemand modern of ouderwets? Uitbundig of ingetogen? Als de kinderen zeggen dat hun vader een eenvoudig man was, hoef ik niet meer te vragen of ze die oranje steen een goede keus vinden.’ Sommige klanten staan de dag na de begrafenis al op de stoep, sommigen pas na een jaar of langer. Het gebeurt ook dat mensen wel vijf keer voor de deur hebben gestaan en letterlijk niet over de drempel heen durven te stappen. Wat haar ook opvalt, is dat veel mensen bang zijn om een afwijkende keuze te maken. ‘Heel vaak krijg ik de vraag wat gebruikelijk is. Dan vraag ik op mijn beurt: wat vind je mooi?’ Met klanten loopt ze door de showroom vol grafstenen-met-prijskaartjes, bladert ze door dikke boeken met foto’s en tekeningen en speurt ze naar iets wat hen aanspreekt. ‘En soms stuur ik ze hier weg. Dan zeg ik: ga maar eens naar de begraafplaats, een betere showroom is er niet. Maak aantekeningen, neem foto’s van wat je wel en niet mooi vindt.’ Lammy Ambagtsheer neemt de tijd, ze vindt zichzelf geen dame die mensen ertoe probeert te verleiden die ene grafvaas, dat ene lantaarntje of wat dan ook aan te schaffen. En ze is zeker niet uit op een snelle deal als het om een grafsteen gaat. ‘Want’, zegt ze altijd, ‘een grafmonument is geen impulsaankoop’.
uitgever bij Vuurbaak Uitgevers
Hendrik Jan Soepenberg Ommen ✩ 25 mei 1924 Ommen ✝ 9 juli 2013 koster GKv Ommen en verkoper
Wipke Nanninga-Soldaat Kommerzijl ✩ 12 mei 1931 Zuidlaren ✝ 18 mei 2013 huisvrouw
J. Mollema-Weiland
Eppe Reinder Wierenga
Francina Camfferman
Hendrik Schuldink
Egberdina Schuldink-Welleweerd
Ureterp ✩ 27 februari 1939
Ten Post ✩ 30 april 1941
Zaandam ✩ 5 december 1929
Heemse ✩ 24 december 1924
Rheeze ✩ 27 mei 1925
Buitenpost ✝ 14 november 2012
Ten Boer ✝ 13 augustus 2013
Zaandam ✝ 14 april 2013
Hardenberg (Heemse) ✝ 27 oktober 2013
Hardenberg ✝ 18 april 2013
gepensioneerd ambtenaar
huisvrouw en moeder
monteur
12
nd In Memoriam
21 november 2013
advertenties
Geef kinderen de toekomst!
)FUCFTUFXBUVOPH LVOUHFWFO $ISJTUFMJKLFUPFXJKEJOHJOVJUWBBSUFO
7SBBHIFUHSBUJTJOGPSNBUJFQBLLFU BBOWJBXXXIFTTOM PGCFMFOPOUWBOH HSBUJTFFOMVYFQFODBEFBV
Wat kunt u voor hen betekenen als u er niet meer bent? 3PVXDFOUSVN%F.FJEPPSO .FJEPPSOTJOHFM
3PVXDFOUSVN0WFSTDIJF )PPSOTJOHFM
3PVXDFOUSVN)FTT 3FJHFSMBBO
#43PUUFSEBN4DIJFCSPFL
/-3PUUFSEBN
-($BQFMMFBBOEFO*+TTFM
"MMFSPVXDFOUSBJOEFSFHJPCFTDIJLCBBS
U leest hierover meer op redeenkind.nl/nalaten. Postbus 40169, 8004 DD Zwolle • T 038 - 460 46 48
[email protected] • redeenkind.nl • IBAN: NL77 ABNA 0377332860
5 EBHFOOBDIU ]XXXIFTTOM
‘Het afscheid was prachtig. Precies zoals papa het had gewild.’
De een wil een uitgebreid buffet na de dienst. De ander wil graag speciaal rouwvervoer. Wat uw wensen ook zijn, de lokale uitvaartverzorgers van De Haan en Van de Kamp DELA verzorgen de uitvaart altijd zoals ú dat wilt. Wij adviseren en inspireren, maar willen er vooral ook zijn voor de nabestaanden. Heeft u vragen? Bel ons gerust voor meer informatie of een afspraak voor een persoonlijk gesprek. Mozartweg 58 | Amersfoort | 033 475 70 07 www.dehaanenvandekampdela.nl
13
21 november 2013
nd In Memoriam
Ik vroeg: wat zingt u bij een uitvaart? En ik kreeg ontroerende reacties. Beste meedenkers, In mijn argeloosheid vroeg ik een paar keer in de rubriek ‘Meedenken’ of u wilde vertellen wat er werd gezongen in de samenkomst voorafgaand aan een begrafenis. De bedoeling was, dat uw inzendingen een lijstje zouden opleveren. Een top-3 of een top-10 van uitvaartliederen. En dat zou ik dan in de krant zetten. Ik was argeloos, want een begrafenis is niet zomaar iets. Een begrafenis is het afscheid van een zeer geliefde. Het is een persoonlijke gebeurtenis. Familie, vrienden en collega’s komen bij elkaar. Ze zingen liederen die de overledene of de familie (of de voorganger) heeft uitgekozen. De dood is de laatste vijand, maar ook de poort naar de Heer. Bij een droevig gelaat is het met het hart goed gesteld. Waar liggen verdriet en geluk zo dicht bij elkaar? Waar ben je dichter bij onze Heer dan bij het sterven van een van zijn kinderen? Kortom: ik mocht meekijken bij heel persoonlijke gebeurtenissen en gevoelens. Liederen zijn daarvan een onderdeel. Ruim dertig lezers reageerden op de oproep, sommigen kort, sommigen uitgebreid. Ik kreeg pdf’jes met liturgieboekjes en ik kreeg zulke boekjes per post toegestuurd. Dat ontroerde me. Ik vroeg me af hoe ik dat in een objectief artikel kon weergeven. Want journalisten willen graag objectief zijn. Ik besloot toen een brief te schrijven om u te bedanken voor alle openheid. Ondertussen kunnen de overige lezers van de krant meelezen wat anderen graag laten zingen of hebben laten zingen bij een begrafenis. Hennie Stoel uit Zwolle maakte heel wat begrafenissen van familieleden mee. Het waren vooral de psalmen die haar hebben geraakt. ‘De liederen die gezongen zijn tijdens dankdiensten van overleden dierbaren staan in mijn geheugen gegrift. Als kind was dat Psalm 25 bij het sterven van broertjes: Wie heeft lust de Heer te vrezen? Tijdens de ziekte en het sterven van mijn man op 52-jarige leeftijd was het Psalm 63: Gods liefde is meer dan het leven. Tijdens de ziekte en het sterven van mijn schoonzus Lucia, op 42-jarige leeftijd: Psalm 121.’ Haar wens is dat haar kinderen en kleinkinderen zelf de dankdienst bij haar uitvaart invullen. ‘Aan de andere kant van de rouw gekomen, heb ik door Gods genade leren loslaten, mijn vertrouwen is gegroeid. Mijn jongste zoon heeft God de rug toegekeerd. Samen kunnen we genieten van liederen die over het leven gaan zonder dat God erin wordt genoemd. Ook als dit niet verandert, mag hij met zijn vriendin en kind een eigen inbreng hebben. Ik geniet van psalmen, gezangen en Opwekking. Als ik in de heerlijkheid ben, mogen de kinderen liederen uitzoeken waar zij wat aan hebben, liederen
die ik misschien niet ken, maar – mijn kinderen kennende – vast prachtige liederen.’ Bijzonder vond ik ook wat Wim Keizer meemaakte. ‘Vorig jaar september overleed plotseling onze predikant Paul Kurpershoek (55)’, mailt hij. Kurpershoek was behalve voorganger van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Groningen ook radiojournalist bij de EO. Keizer: ‘In die dagen hebben wij als gemeente en als gezin veel het lied ‘‘Als alles duister is’’ van Taizé gezongen. De rouwdienst in de Oosterkerk in Groningen was bomvol. We hebben uit vrijwel alle bundels gezongen (van Opwekking tot en met Oosterhuis), zoals Paul dat in de diensten ook vaak deed. Zijn broers en zussen zongen nog een negrospiritual. Begeleiding was van organist Jan Harryvan met letterlijk naast hem het gemeentelijk combo met voorzangers.’ U, meedenkers, noemde in totaal 63 liederen. De topdrie ziet er zo uit: Psalm 121, ‘Blijf mij nabij wanneer het duister daalt’ en ‘Lichtstad met de paar’len poorten’. Er is een tijd geweest dat christenen psalmen zongen en hooguit een paar gezangen. Die tijd is voorbij. Op chris-
Ik besloot u een brief te schrijven, om u te bedanken voor alle openheid
telijke begrafenissen wordt gezongen uit allerlei bundels, zo blijkt: Opwekking, Johannes de Heer, Glorieklokken, Evangelische Liedbundel, Taizé. Hoewel, uitvaartverzorger Jenny Veenendaal uit Leusden ziet nog vaak lijstjes met veel psalmen. ‘Wat mij telkens weer opvalt, is dat nog veel hetzelfde gezongen wordt. Heel vaak de bekende, oude, vertrouwde liederen of psalmen. Psalm 23, 43, 73 en 121.’ Dat lijstje komt opvallend overeen met de inhoud van het prachtig vormgegeven boekje dat de hersteld-gereformeerde dominee Pieter van Gurp opstuurde. Het bevat de liturgie van de samenkomst voorafgaand aan de begrafenis van zijn vrouw Antje Johanna Wagenaar (1920-2010), met de psalmen 121, 43, 73, 116 en 27. De kleinkinderen zongen de Engelse hymne ‘Abide with me’. Van Gurp vond dat laatste erg indrukwekkend. ‘Daar stonden op het podium ongeveer zestig jongelui te zingen voor hun
opa en ter nagedachtenis aan hun oma. Het was echt een christelijke begrafenis.’ Jenny Veenendaal vraagt de familie vaak of de organist niet te ingetogen hoeft te spelen. ‘Zeker bij ‘‘U zij de glorie’’. Laat het orgel maar jubelen.’ Er is van een uitvaartdienst iets moois te maken, vindt ze. Daarom probeert ze de nabestaanden op ideeën te brengen. De ene keer lukt dat, de andere keer iets minder. Ze vindt het ook mooi als er muziek van een cd klinkt, bijvoorbeeld koormuziek uit de Matthäus Passion, of een aria van Händel. Ze vindt het jammer dat niet meer mensen dat doen. ‘Het is toch prachtig als je de kerk uit kunt gaan met het slotkoor uit de Johannes Passion?’ Cd’s draaien komt steeds vaker voor. In de dankdienst voor Joke Lems (1942-2013) luisterden de aanwezigen naar het Kyrie en Gloria uit de Missa Criolla van Ariel Ramirez, muziek van Mendelssohn en opwekkingslied ‘Mijn genade is u genoeg’. Sommige inzenders willen bij hun uitvaart geen rouwdienst en dus ook niet dat er wordt gezongen. H. van Veen uit Geldrop heeft bijvoorbeeld liever dat bij de gang over de begraafplaats en tijdens de teraardebestelling een dweilorkest het bekende ‘O when the saints’ speelt, niet in mineur, maar swingend. ‘Dat zal de dank kunnen zijn van mijn kinderen voor mijn leven. Ik zag dat eens in Mexico en dat trok mij zeer aan.’ Zingen bij een begrafenis is trouwens helemaal niet zo vanzelfsprekend, vertelt Henk Leendertsen uit Veenendaal. Hij is geboren en getogen binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daar werd vroeger bij een begrafenis niet gezongen, want ‘dat paste niet bij de rouwdragenden’. Er is op dat punt veel veranderd. Bij ‘Bewaar het Pand-gemeenten’ – de meest strikte van het kerkverband – is het gebruikelijk dat bij begrafenissen alleen op verzoek wordt gezongen. Leendertsen heeft al bij zijn kerkenraad aangegeven wat hij wil laten zingen bij zijn begrafenis: gezang 352 uit het Liedboek, een avondmaalslied van Thomas van Aquino. Jezus wordt erin genoemd met zijn eigen naam, iets wat in de psalmen niet voorkomt. Jezus, wiens gedachtenis ik nu vieren mag, voer mij door de scheem’ring naar die volle dag, dat mijn oog Uw aanzicht zonder iets dat scheidt ongesluierd schouwe in Gods heerlijkheid! U begrijpt nu waarom uw reacties mij raakten. Hartelijke groet,
Peter Sneep
Anna van Donkelaar-de Vries
Kees de Hoop
Bep van Zandwijk-Veenstra
Ina Spijkerman-Huisman
Jan Arend Bernhard Smit
Ermeloo ✩ 1 februari 1931
Langerak (ZH) ✩ 9 april 1950
Vught ✩ 4 maart 1934
Meppel ✩ 28 november 1950
Groningen ✩ 29 juni 1946
Amersfoort ✝ 7 juli 2013
Arnhem ✝ 15 januari 2013
Den Bosch Engelen ✝ 6 april 2013
Hasselt ✝ 6 februari 2013
Veenendaal ✝ 25 november 2012
verpleegkundige
weg- en waterbouwkundige
coupeuse
adviseur ING
14
nd In Memoriam
21 november 2013
Petra Noordhuis
Biense Dijkstra Voordat Biense Dijkstra in 1980 de doe-het-zelfzaak van zijn vader in Damwâld overnam, was hij jarenlang timmerman en werkte hij geregeld met asbestmaterialen. Toen was dat heel normaal, vertelt dochter Froukje Kommerie-Dijkstra. ‘Mijn vader vertelde dat je asbest gewoon los kon kopen in de winkel. Iedereen gebruikte het voor z’n huis.’ In mei 2012 ging hij vanwege een gek hoestje naar de huisarts. Hij werd doorgestuurd naar het ziekenhuis, waar werd vastgesteld dat hij longvlieskanker had, een ongeneeslijke vorm van kanker die ontstaat door het onbeschermd werken met asbest. Biense Dijkstra was jarenlang actief in de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt), de gereformeerde school, het GPV en vakbond GMV. Hij was belangstellend voor de medemens en erg geliefd. Het was voor hem moeilijk te concurreren met de grotere doe-het-zelfzaken in de regio, maar door zijn oprechte belangstelling en persoonlijk contact was het voor zijn vaste klantenkring niet moeilijk om de keuze voor zijn winkel te maken. Hij was een echte familieman, met een grote belangstelling en liefde voor zijn vrouw Griet DijkstraVisser, met wie hij op 1 juli 1976 trouwde, zijn vier kinderen en in het bijzonder ook zijn zeven kleinkinderen. Zijn hechte familieband kwam ongetwijfeld voort uit zijn jeugdjaren, waarin hij opgroeide in een hecht gezin met dertien kinderen. Na de diagnose asbestkanker is het snel gegaan, vertelt dochter Froukje. ‘Hij is gauw ziek geworden, ook door de chemotherapie. Hij was bang dat hij benauwd zou worden, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Hij heeft wel zuurstof gekregen. Zijn lichaam raakte uitgeteerd. Uiteindelijk hield zijn hart ermee op. We waren er allemaal bij. Hij is er heel rustig onder gebleven. Hij heeft ons altijd geleerd dat God alles leidt. Zijn geloof was voor hem belangrijk, het was voor hem iets dagelijks wat hij uitstraalde in zijn leven. Hij wist waar hij voor stond en kwam daarvoor uit. Door zijn vaste geloof kon hij afscheid van dit leven en de hem dierbaren nemen, hoe moeilijk het ook voor hem was.’
geboren te Wanswerd aan de Streek op 21 februari 1952 beroep: zelfstandige/ondernemer Hubo (doe-het-zelfzaak) overleden op 10 maart 2013 te Damwâld
Hugo de Bruijne
Franz A. Arnold Je kunt hem zien, als je goed zoekt, want er zijn opnames waar Franz Arnold zelf voor de camera staat, soms met zijn vrouw Hannie. Ze interviewden in 1972 voor het programma Land in zicht mensen die oude ambachten levend hielden. Maar liever werkte de bescheiden Arnold áchter de camera. Toen hij in 1971 voor de pas opgerichte EO ging werken, was hij er een van de weinige vakmensen. Een ervaren cineast en scenarioschrijver die in de Verenigde Staten het vak van regisseur had geleerd. Hij voerde de regie over de Dick Cavettshow, een praatprogramma uit de jaren zestig dat opviel door z’n diepgang. Toen de EO hem nodig had, zag Arnold dat als een roeping en gaf hij zijn filmproductiebedrijf op. Hij was de man achter uitzendingen als De Toren van Babel en De Bijbel open. Arnold, die christelijk was opgevoed maar zich pas na een zoektocht op latere leeftijd overgaf aan Christus, introduceerde de gospelmuziek in Nederland. Hoe anders was de wereld in zijn geboortejaar 1942. Zijn Joodse vader, in 1938 gevlucht uit Duitsland, was vier maanden daarvoor onder verdachte omstandigheden omgekomen in Parijs. Zijn moeder kon de zorg voor Franz niet aan en tot zijn zestiende verbleef hij in pleeggezinnen en internaten. Later brak hij wel zijn studie medicijnen af om zijn moeder te verzorgen toen ze dat nodig had. Hij is de maker van Terug naar Auschwitz, een bekroonde documentaire over het kamp waar zijn oma werd omgebracht. Hij kon niet anders dan zijn Joodse roots doorgeven aan zijn kinderen, al werd hij in Israël als christen gewantrouwd. Franz stierf in zijn woonplaats Nes, op Ameland, aan de gevolgen van een resistente ziekenhuisbacterie, nadat zijn lichaam al achttien jaar belaagd was door longkanker en longemfyseem. Lange tijd kreeg de dood geen vat op zijn enorme levenskracht. In het zicht van zijn einde gaf hij zijn jongste zoon aanwijzingen om een compilatie te maken van zijn laatste documentaire: Zie, de mens, gemaakt met medewerking van de theoloog en nieuwtestamenticus Jakob van Bruggen. Zo klonk ook op z’n begrafenis de boodschap van zijn Verlosser en Heiland.
geboren te Haarlem op 25 mei 1942 beroep: tv-regisseur overleden op 10 november 2012 te Nes (Ameland)
Jan-Willem Haan
Everdina Lamberink-Meerholz
Jan Willem Burgler
Neeltje Margaretha Joosse
Gert Langeler
Winschoten ✩ 27 maart 1953
Avereest Dedemsvaart ✩ 17 augustus 1933
Noordhorn ✩ 18 oktober 1923
Sint Laurens ✩ 27 februari 1951
Rotterdam ✩ 10 juni 1936
Emmen ✝ 23 juli 2013
Hardenberg ✝ 19 juni 2013
Leek ✝ 23 juni 2013
Zwolle ✝ 8 december 2012
Berkel en Rodenrijs ✝ 8 februari 2013
koster / taxichauffeur
huisvrouw
expediteur
secretaresse
vocalist
15
21 november 2013
nd In Memoriam
Sophia Geuze beeld Joost Hoving
Dominee te huur Christenen die geen lid zijn van een kerk vinden soms moeilijk een predikant die de begrafenis wil verzorgen. Je kunt ook een voorganger inhuren.
‘Je zou het een gat in de markt kunnen noemen’, zegt Pedro Kuit (48) uit Alphen aan den Rijn. Sinds april 2008 biedt hij zich aan als dominee of pastor voor onder andere begrafenissen. Een volledige uitvaart kost 450 euro.
van een kerk. Als ik dat wel zou zijn, val ik onder de tucht van die kerk. Een kerkenraad kan bijvoorbeeld zeggen: “Pedro, wij vinden dat een huwelijk - trouwerijen doe ik ook - ten overstaan van de gemeente gesloten moet worden.” Om dat te voorkomen, sluit ik me niet bij een kerk aan.’
Welke mensen kloppen er bij u aan? ‘Mensen die wel geloven, maar voor een uitvaart niet bij een kerk terecht kunnen of willen. Het kan soms niet omdat ze niet aan de regels van de kerk voldoen. Nabestaanden van een overledene die gescheiden is komen dat in de Rooms-Katholieke Kerk tegen. Er zijn ook mensen die niet vanuit de kerk begraven willen worden, omdat de vormen die gebruikt worden niet bij hen passen. We willen de dienst op hun eigen manier inrichten.’
Komt u niet in botsing met de kerk als de overledene wel kerkelijk betrokken was? ‘Ik vraag altijd waarom mensen bij mij komen en niet naar de plaatselijke kerk stappen. En als de overledene lid was van een kerk, of de begrafenis daar niet geregeld kan worden. Vaak is er een reden om niet voor de kerkelijke weg te kiezen. Nabestaanden van mensen die elke zondag naar een kerk gingen, komen niet bij mij uit. Mijn ervaring is dat mensen zich naar de wensen van de overledene richten en ik ben nog nooit in botsing met een kerk gekomen.’
Hoe gaat u te werk? ‘Ik heb eerst een uitgebreid voorgesprek. Samen met de nabestaanden geef ik de uitvaartdienst vorm. Daarbij zijn de wensen van de overledene – als die bekend zijn – heel belangrijk.’
Botst dat niet met uw eigen geloof? ‘Ik ben pas op latere leeftijd tot geloof gekomen. Ik heb daarom geen rugzak met tradities. Ik pas me aan aan de manier waarop mensen in hun geloof staan. Als mensen het geloof licht willen aanstippen, doe ik dat. Dan kom ik niet met zware tek-
Mist u de kerkelijke betrokkenheid niet?
Pedro Kuit biedt zich aan als voorganger bij uitvaarten: ‘Als mensen het geloof licht willen aantippen, doe ik dat.’
sten. Een afscheid kun je niet overdoen en daarom moet het voor de nabestaanden troostrijk zijn. En het is troostrijk als je het kunt doen op de wijze die je je had voorgesteld. Soms is dat heel direct. Bij evangelischen bijvoorbeeld, die de Bijbel als leidraad voor het leven en Jezus als Redder zien. Als mensen een begrafenis willen met uitingen in teksten en liederen die tegen het geloof indruisen, komen ze niet bij mij uit. Ik zou daar ook niet aan meewerken.’
Doet u zichzelf niet tekort als u zich aanpast aan de vraag? ‘Integendeel zelfs. Als ik heb bijgedragen aan een afscheid dat troost biedt, geeft me dat voldoening. Ook al had ik het zelf op een andere manier gedaan.’
Is het lastig te spreken op de begrafenis van iemand die u niet gekend heeft?
‘Dat vergt natuurlijk een goed gesprek met de nabestaanden. Het is het mooist als zij bereid zijn in de dienst over de overledene te vertellen. Maar als ik dat moet doen, doe ik het. Ik zeg dan altijd dat ik de overledene niet gekend heb en doorgeef wat anderen vertelden. Ik kan verder troost en zingeving bieden vanuit het geloof.’
Welke teksten komen het vaakst aan bod? ‘De Psalmen worden vaak gevraagd, Psalm 23 bijvoorbeeld. De nabestaanden willen vaak ook het Onze Vader horen. De teksten van Augustinus worden regelmatig gevraagd door mensen met een rooms-katholieke achtergrond.’
‘Nee, ik voel me in een kerk gauw in een keurslijf zitten. Daar zit in mijn beleving te weinig ruimte in. Ik wil niet gebonden zijn aan de grenzen die in een gemeente gesteld worden. Als ik er behoefte aan heb, bezoek ik wisselende kerkdiensten. Na mijn bekering ben ik op dertigjarige leeftijd gaan studeren aan de predikantenopleiding van de Unie van Baptisten Gemeenten in Nederland in Bosch en Duin. In eerste instantie om meer van het geloof te weten te komen. Heel even wilde ik voorganger worden, maar al tijdens mijn stage werd me duidelijk dat mij dat te benauwend was. Ik ben al tijdens mijn studie met dit werk begonnen.’
Is begraven buiten de kerk om een gat in de markt? ‘Misschien wel. Ik kan er mijn brood mee verdienen en dat doe ik – in mijn ogen – op een integere wijze. Ik verdien mijn geld met christelijke begrafenissen, een dominee verdient zijn geld ook met het geloof. Het verschil is dat hij zijn inkomen van de penningmeester van de kerkenraad krijgt en mensen mij rechtstreeks betalen.’
Hebt u last van concurrentie?
U bent niet verbonden aan een kerkgenootschap. Vanwaar die keuze?
‘Ik merk daar niks van. Je ziet weleens dat een gepensioneerde dominee aan zo’n verzoek voldoet, maar dat is uitzonderlijk. Verder zijn er wel dominees die het naast hun reguliere werk doen, maar die nemen altijd hun eigen christelijke tradities mee.’
‘Ik wil onafhankelijk werken en niet worden teruggefloten door een kerkenraad. Ik ben geen lid
www.uitvaartdienst.eu
Bernard Beeftink
Henk Hulst
Dirk Bijl
Freerktje Smid-Zijlstra
Daan van der Breggen
Rotterdam ✩ 17 oktober 1928
Dalfsen ✩ 3 oktober 1977
Vlissingen ✩ 9 augustus 1919
Groningen ✩ 31 juli 1926
Berkel en Rodenrijs ✩ 23 februari 1932
Papendrecht ✝ 17 november 2012
Zwartsluis ✝ 14 april 2013
Middelburg ✝ 27 april 2013
Zwolle ✝ 21 december 2012
Berkel en Rodenrijs ✝ 27 november 2012
werktuigkundig ingenieur
zelfstandig ondernemer
middenstander
bakker
16
nd In Memoriam
21 november 2013
advertenties
GEEF VOOR CHRISTELIJKE TELEVISIE
BANK 1144 IBAN NL13 IN GB 0000 001144
Geef het evangelie door aan hen die Jezus niet kennen TV dóet wat met je. En dat is precies de reden waarom 3xM via dat medium ook het evangelie brengt. Van Senegal tot Indonesië stemmen duizenden mensen hun televisie af op de programma’s van 3xM. Programma’s die hen in contact met God brengen. Zodat hun ogen open gaan voor Zijn liefde. Wilt u ook dat mensen in gesloten landen het evangelie horen en zien? Overweegt u dan eens een nalatenschap voor 3xM.
www.3xm.nl
JOHANNUS Ecclesia
Begrafenisonderneming Treur
Speciaal ontwikkeld voor kerk, school of aula
Fa. S. de Wit & Zn. 0252 – 672805
www.sdewit.nl
Zorg voor uw uitvaart Geert van de Belt
E. Treur Kroostweg 22 3704 ED Zeist Telefoon 030-6924258 Mobiel 06-57315689 www.begrafenisondernemingtreur.nl
[email protected]
06-16945646
Voor een persoonlijke en nette verzorging van begrafenissen in Amersfoort, Zeist, Utrecht, Woerden en omstreken
dag en nacht bereikbaar www.geertvandebelt.nl Ook als u niet of elders verzekerd bent kunt u een beroep op mij doen.
Een wilsbeschikkingboekje om uw wensen ten aanzien van uw begrafenis in vast te leggen, is bij ons gratis te verkrijgen.
17
nd In Memoriam
21 november 2013
Hans Hopman beeld stock.xchng
Waarom we het na een begrafenis altijd gezellig krijgen
Wie heeft het nooit eens meegemaakt: een smartelijke uitvaart, dikke tranen, bedrukte gezichten, stemmige stilte. En dan na afloop in de aula van de begraafplaats een stemming die steeds uitgelatener wordt. Heel herkenbaar voor Guus Sluiter van Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover in Amsterdam: ‘Niet iedereen is bij een begrafenis of crematie even emotioneel betrokken’, verklaart hij. Bovendien kan een mens nu eenmaal niet de hele tijd droevig gestemd zijn. Verder heeft een begrafenis ook altijd iets van een reünie. ‘Familieleden en vrienden hebben elkaar lange tijd niet gezien.’ Dus dan ligt een praatje voor de hand. Het is volgens hem de opluchting, de spanning die zich ontlaadt. ‘Al is dit misschien een beetje psychologie van de koude grond’, relativeert Sluiter maar meteen. Is de droefenis dan niet zo oprecht geweest? Ad Vingerhoets van de Tilburg University zou dat niet willen beweren. De hoogleraar klinische psychologie schreef in 2011 het boek Tranen. Waarom mensen huilen. Het nemen van afscheid plaatst hij als wetenschapper onder de noemer van ‘gehechtheidsgedrag’. Je ziet dat al bij een machteloze baby die huilt, met de kennelijke bedoeling om de aandacht van de verzorger te trekken. Volgens Vingerhoets roepen vooral verlieservaringen, de heimwee en de fijne herinneringen emoties op. Bij omstanders speelt ook de empathie met de
nabestaande(n) mee, wat hen tot tranen brengt. Maar ook melancholische muziek kan aanzetten tot huilen, en – niet onbelangrijk - ‘emotionele besmetting’: wanneer je anderen ziet huilen, hou je het zelf vaak ook niet droog.
plassen Is huilen heilzaam? ‘Daar heb ik mijn twijfels over’, zegt Vingerhoets. ‘Als je eenmaal bent gaan huilen, moet je dat natuurlijk de vrije loop laten’, legt de huilexpert uit. ‘Het is net zoiets als dat je – gek voorbeeld misschien – moet plassen. Dat lucht
begrafenismaal Zijn er na een begrafenis nog uitgebreide maaltijden, zoals je vroeger rijstebrij at en ‘groevebier’ (licht bier aangelengd met stroop en water) dronk? Behoudens misschien hier en daar in het noorden of oosten van het land, komt Guus Sluiter van Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover in Amsterdam dat niet meer tegen. Meestal blijft het bij de gebruikelijke koffie en cake. Met misschien daarna – soms in een eetgelegenheid – voor de nabije familie die van ver komt nog een kom soep met een broodje ham of kaas.
Wat een trendbreuk zou kunnen worden: Sluiter ziet jongere generaties vaker borrelen na afloop. ‘Of men gaat gezamenlijk eten in een restaurant.’ Volgens psycholoog Ad Vingerhoets kan een borrel wel nuttig zijn. Alcohol verlaagt de huildrempel. Al zijn er ook voorbeelden van vroeger dat drankgebruik ontaardde. Dan ontstond er ruzie over de erfenis. En als je de verhalen mag geloven uit bijvoorbeeld het oude Griekenland, dan eindigde zo’n begrafenismaal zelfs nog weleens in moord en doodslag ...
op. Maar om nu in het algemeen te zeggen dat huilen gezond is: nee. Net zoals ook niemand zegt dat plassen gezond is omdat het af en toe oplucht. Om heel andere redenen is het natuurlijk wel belangrijk voor de gezondheid.’ Belangrijker is volgens Vingerhoets hoe een verdrietig persoon wordt opgevangen. Oftewel: ‘Als we bij het huilen niet getroost worden, voelen we ons na afloop misschien wel slechter.’ Over de gezelligheid die ontstaat bij de koffie en een plakje cake heeft Vingerhoets ook nagedacht. Dat de teugels na urenlange ingetogenheid moeten worden gevierd, ziet hij als een normale menselijke reactie. Net als Sluiter vindt ook hij dat het reüniekarakter van een begrafenis een zekere rol speelt. Wanneer het een overledene betreft die na een goed leven 85 werd, ziet hij ook geen reden lang te blijven treuren. ‘Bij een kind is dat natuurlijk heel anders.’ Wat volgens hem ook meespeelt: vaak hebben betrokkenen een overlijden al lang zien aankomen, bijvoorbeeld bij een ziekbed. ‘Er is dan al veel verdriet aan de begrafenis voorafgegaan. Zo’n periode wordt nu afgesloten.’
Steef Duijst
Gerhard Dirk Kuiper
Jan Koning
Jan Scheltens
Aukje Hagg-Siebenga
Bunschoten ✩ 31 december 1957
Enschede ✩ 21 december 1921
Wehe-Den Hoorn ✩ 29 maart 1933
Kampen ✩ 1 februari 1928
Scheveningen ✩ 9 februari 1925
Bunschoten ✝ 22 februari 2013
Enschede ✝ 26 februari 2013
Hengelo ✝ 10 april 2013
Wezep (laatste jaar) ✝ 8 januari 2013
Woudenberg ✝ 6 april 2013
kunstschilder
winkelier
gemeenteambtenaar
predikant
gewerkt bij een naaiatelier
18
nd In Memoriam
21 november 2013
Gerben van IJken
Anne Kuipers Voor Anne Kuipers was het leven een polderlandschap: mooie vergezichten en soms een sterke tegenwind. Geboren in Lettelbert en vandaar verhuisd naar Marknesse in de Polder. Anne schreef erover in zijn eigen levensloopboek: ‘Waar ik te midden van speelkameraadjes terecht kwam’. Zus Diet zegt: ‘Vriendschappen van toen bestaan nu nog. Dat zegt iets over zijn trouw.’ Van de Noordoostpolder ging het naar Elburg en via de kweekschool in Zwolle naar Nieuwendijk waar hij onderwijzer werd. Een ziekte openbaarde zich, schizofrenie. Volgens Diet ‘een ziekte die zichzelf niet kent en zich niet laat kennen’. De ziekte dwong Anne uit zijn geliefde onderwijsvak. Hij werd bibliothecaris in de openbare bibliotheek van Amsterdam. Zijn kennis, humor en scherpe geheugen kon hij daar beter inzetten om mensen te helpen die daar het juiste boek zochten op de wetenschappelijke afdeling. Anne las veel, theologie, ethiek, filosofie, pedagogiek. Hij leerde Hebreeuws en verdiepte zich in de Bijbel. Duizenden boeken verzamelde hij en hij deelde zijn kennis en geloof met wie hij ook tegenkwam. Zelfs met de voetballertjes op straat of met de professor in de tram. Anne leefde door zijn ziekte een kwetsbaar leven en vertrouwde op God, zijn ‘grote Inspirator’. Die was overal, kerkmuren bestonden niet voor Anne. Hij wilde graag gereformeerd zijn, met alle respect, liep vast op de daar soms heersende normen. De laagdrempeligheid van de Evangelische gemeente Zuiderkapel in Haarlem en de Baptistengemeente in Harderwijk deden zijn kwetsbaarheid goed. Hij trouwde in 1975 en kreeg twee kinderen. Na zijn scheiding in 1987 woonde hij weer op zichzelf in Haarlem. Zijn liefde voor God zong hij uit in het koor van de gemeente. Parkinson sloop zijn lichaam binnen en hij moest verhuizen naar een verzorgingscentrum in Harderwijk. Diet: ‘Zijn ziektes stonden hem niet in de weg om daar een fijn en dankbaar leven te hebben. Dat komt door goede medische begeleiding, geloofsblijheid en naastenliefde.’ Een hartstilstand maakte een einde aan Annes leven. Diet: ‘Zonder enige aankondiging was het zijn tijd.’ Hij werd 68 jaar.
Harmen Westerink Elburg ✩ 6 december 1914 Zwolle ✝ 21 februari 2013 leraar
geboren te Lettelbert (Gem. Leek) op 24 november 1944 beroep: onderwijzer / bibliothecaris overleden op 25 februari 2013 te Elburg
Maarten Vermeulen
Harm Feijer
Ria Zweers-Slot
Enschede ✩ 13 juli 1924
De laatste weken in het leven van Ria Zweers verliepen anders dan haar man en vier kinderen hadden verwacht. Twintig jaar lang zong Ria het de kinderen voor op de basisschool: ‘Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God’, maar toen het aardse einde onvermijdelijk werd, bleek die werkelijkheid ver weg voor haar. Ze kon en wilde geen afscheid nemen, hoe ziek ze ook was. Ze had het gezegd, aan het begin van haar ziekte, anderhalf jaar eerder: ‘Naar de hemel gaan vind ik niet zo erg, maar jullie achterlaten, dat kan ik niet.’ Toen het besef zich opdrong dat het niet lang meer zou duren, raakte ze vertwijfeld. Ze sprak niet meer met haar man en kinderen, staarde met bedrukt en triest gezicht naar buiten - terwijl haar leven zo vol was geweest van vertrouwen. Het was raden wat er in haar omging. Haar geest raakte vertroebeld door morfine en uitgezaaide tumoren in haar hoofd. Een bevriende predikant en zijn vrouw praatten met haar. Met humor en liefdevolle aandacht drongen ze tot haar door. Ze vreesde dat ze onvergeeflijk schuldig was tegenover God. ‘Ja, je hebt ook zoveel slechte dingen gedaan in je leven’, prikkelde de dominee op ironische toon. Ze keek hem nadenkend aan: ‘Nee. Maar ik heb wel veel niet gedaan wat ik had moeten doen’. Een moeder die altijd leefde in vertrouwen en kritische vragen moeilijk toeliet - dat misschien ook niet durfde -, nu ineens onzeker en twijfelend? Het verwarde en bedrukte de familie. De predikant noemde Ria’s vragen niet verwonderlijk, in het licht van haar komende ontmoeting met de heilige God. Met het beeld van de Vader die met wijd open armen zijn verloren zoon verwelkomt, lukte het om rust te brengen in Ria’s hoofd. Daar liet Gods Geest Ria’s gedachten op aanhaken. Meer dan eens – ook toen haar denken haar meer en meer in de steek liet – vroeg ze of iemand ‘dat verhaal’ nog eens wilde lezen ‘van die jongen op die weg en die man met zijn armen wijd’. Pas op het laatst, toen het echt niet anders kon, berustte ze. Samen zongen ze het overbekende lied aan haar bed: ‘Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God’. Anderhalve dag later, in de vroege ochtend van 1 augustus, mocht Ria het gaan ervaren: God haalde haar Thuis.
Enschede ✝ 26 februari 2013 kantoorbediende en gymleraar
Anno Messelink Enschede ✩ 6 maart 1945 Enschede ✝ 26 mei 2013 directeur / eigenaar Messelink Plastic Products
geboren te Bruchterveld op 31 december 1958 beroep: leerkracht basisschool overleden op 1 augustus 2013 te Franeker
D. Koopman-Donker
Jaap Fial
Kerstin Gunnink
Willem Smilde
Roelof Dirk Vos
Lauwerzijl (GR) ✩ 18 augustus 1922
Uithuizen ✩ 24 mei 1944
Hardenberg ✩ 27 juni 1959
Rotterdam ✩ 23 mei 1926
Kampen ✩ 26 september 1942
Ermelo/Barneveld ✝ 25 mei 2013
Winsum (GR) ✝ 6 januari 2013
Hattem ✝ 23 maart 2013
Ede ✝ 28 december 2012
Kampen ✝ 15 december 2012
huisvrouw en zangeres
transportondernemer
huisvrouw / kunstenares
bedrijfskundige
makelaar
19
nd In Memoriam
21 november 2013
Martha Aalbers beeld Jeroen Jumelet
En nu? ‘Verdriet moet je samen dragen’ Van de uitdrukking ‘Je verdriet een plekje geven’ moet ziekenhuispastor Margriet van der Kooi niet veel hebben. ‘Het doet geen recht aan de alomvattende klus die je te doen krijgt’.
‘Groot verdriet valt niet te parkeren, maar reist je hele leven met je mee’, vertelt predikante Margriet van der Kooi. Van haar hand verscheen onlangs het boekje Verdriet is een werkwoord. ‘De buitenwereld wil graag dat je weer gewoon doet; verdriet van een ander kan heel confronterend zijn en maakt ongemakkelijk. Verdriet moet je samen verdragen. Daar zijn we niet zo goed in, je wilt dat het opschiet, voor de ander, maar ook voor jezelf. Jij moet plek voor de ander maken, in plaats van te verlangen dat de rouwende ‘het verdriet een plekje geeft’‘. Ook een zinnetje als ‘Ik begrijp precies wat je nu meemaakt’, helpt de rouwende absoluut niet. Van der Kooi: ‘Men zegt dat om dicht bij de rouwende te komen, maar het is een rookgordijn. Mensen komen met hun eigen verhalen om het maar niet over het verdriet van de rouwende zelf te hebben. Ik hoorde van iemand die kanker kreeg en duidelijk maakte dat alle bezoek welkom was, mits ze hun verhalen over de kanker van hun buurman of tante thuislieten’.
Ziekenhuispastor Margriet van der Kooi: ‘Mensen willen graag iets aardigs zeggen, maar het is vaak niet op maat. Het gaat voorbij aan de zwaarte van wat iemand meemaakt.’
een week zwijgen Troost brengen is niet makkelijk, geeft Margriet toe. ‘Niet zelden krijg je te maken met trooststrooiers, mensen die van alles roepen zonder eerst na te gaan welke troost werkelijk nodig is. “Weet je wat jij eens moet doen? Jij moet er eens uit!” Hoe stel je je dat voor, eruit zijn, als je man net overleden is? Of; “Je man is overleden, maar je hebt je kinderen nog”. Dat woordje ‘maar’ klopt niet. Men wil iets aardigs zeggen, maar het is niet op maat, het gaat voorbij aan de zwaarte van wat iemand meemaakt. Troost gaat vooral om trouw, je proberen in te leven, en dat ook volhouden.’ ‘De vrienden van Job zaten eerst een week zwijgend bij hem’, geeft de pastor verder aan. ‘Je moet uit de modus van oplossen komen. Laat de rouwende ook duizend keer zijn verhaal vertellen, dat doet hij of zij om te ordenen.’ Steun geven ook de rituelen die bij een overlijden en uitvaart horen. ‘We zijn zo gemaakt dat we behoefte hebben om
wat binnen leeft van buiten vorm te geven. De kracht van het ritueel is dat je het niet hoeft uit te leggen. Bij het religieuze ritueel hoort een Verhaal met hoofdletter. Jammer genoeg zijn veel mensen in deze tijd de rituelen kwijt. Ze verzinnen nieuwe, maar hoe werken die als er geen verhalen onder zitten? Ik maakt wel mee, als ik een uitvaart leid, dat mensen van alles bij elkaar vegen, ballonnen, lichtjes, knuffels en wat niet al en daar dan maar betekenis aan hechten.’
driet de kop weer opsteken. Je kunt na zestig jaar weer in huilen uitbarsten om je gestorven kind. ‘Heb je het dan niet aanvaard?’, is een vraag die erg klungelig is. Het betekent ook niet automatisch dat er therapie nodig is: leed vraagt om troost, niet altijd om therapie. Verdriet is een doolhof, zoals Wim ter Horst, hoogleraar pedagogiek en auteur van verschillende boeken over verdriet en troost, ooit schreef. En dat is zeker in de begintijd zo.’
genoeg antwoord doolhof Van der Kooi spreekt niet graag over rouwverwerking. ‘Het is een linear beeld dat suggereert dat aan het einde iets voltooid en aanvaard is. Veel mensen en vooral hulpverleners hebben de vijf fasen van rouw - van ontkenning tot aanvaarding, zoals Elisabeth Kübler-Ross beschreef - verheven tot een dogma van de rechte lijn. Telkens kan groot ver-
‘Ik gebruik in mijn boek Verdriet is een werkwoord het beeld van een wenteltrap, een hoopvolle metafoor. Je denkt dat je in hetzelfde kringetje ronddraait. Maar als je goed kijkt, verandert het perspectief toch. Zo was er iemand die had gerouwd om haar kinderloosheid, en op haar zestigste weer rouwde omdat ze geen kleinkinderen zou krijgen. “Ik ben geen klap opgeschoten”, ver-
telde ze mij. Dat was niet zo. Ze was verder gegaan met een gevuld leven, maar kwam nu weer voorbij hetzelfde gemis. Rouwen is antwoord geven op verlies, zeg ik met Wim ter Horst. Het is arbeid waar geen tijd voor staat. Troost is een belofte dat de toestand vroeg of laat zal verbeteren, en krijgt leeft van de hoop door geloof. Een christen heeft geen antwoord op alle vragen maar wel genoeg antwoord om het met die vragen uit te houden. Je hoeft niet alleen maar radeloos en bitter te zijn; er is ook uitzicht en geborgenheid. Het uitzicht dat onze doden geborgen zijn bij God. Kyrie en gloria liggen dicht bij elkaar, ook in de liturgie van de christelijke kerk: “God, help dan toch” en direct daarna: “God zij geloofd uit alle macht”.’ N.a.v. Verdriet is een werkwoord Margriet van der Kooi, Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2013. 141 blz. € 13,90
Jan Sluik
C. Vreeswijk
Dirk de Groot
Bastiaan Grätz
Klaas Bouwmeester
Ter Apel ✩ 8 april 1928
IJmuiden ✩ 13 maart 1939
Amsterdam ✩ 31 januari 1929
Amsterdam ✩ 18 mei 1925
Rouveen (Staphorst) ✩ 24 februari 1923
Oldenzaal ✝ 11 juli 2013
IJmuiden ✝ 27 februari 2013
Baambrugge ✝ 19 december 2012
Dordrecht ✝ 10 januari 2013
Staphorst ✝ 2 juli 2013
wever touw baas weverij
havenmeester
melkvee- en pluimveehouder
geref. predikant (em.)
boer
20
nd In Memoriam
21 november 2013
advertentie
“Bert en Inez gaven ons alle ruimte, waardoor onze eigen inbreng uitstekend naar voren kwam” “Waar nodig gaf Inez ons goede adviezen, waar we echt iets aan hadden. Door een aantal praktische aanwijzingen verliep de uitvaart rustig en stijlvol” “Doordat Bert vanaf het begin veel rust uitstraalde, konden wij op een ontspannen manier afscheid nemen van onze moeder” Wij verzorgen uitvaarten in Groningen, Friesland en Drenthe, mét of zonder uitvaartverzekering
Wij zijn dag en nacht bereikbaar op: T: 050-3011 241
M: 06-412 26 559 M: 06-286 17 285
Verbindingsweg 36 9781 DA Bedum www.bertvandijken.nl
[email protected]
Ook voor onderhoud en reparatie
Toonzaal aanwezig met circa 80 modellen
Omdat het aardse vergankelijk is
Verven en schilderen van opschriften
Openingstijden:
... brengen wij uw herinneringen tot leven
Leverancier van alle grafwerken
Urn- en grafkelders
ma.wo.do.vr
08.00 - 12.00 uur 13.15 - 17.00 uur
dinsdagmiddag gesloten (behalve op afspraak) zaterdag 09.00 - 12.00 uur ‘s middags op afspraak Voor persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze adviseuse: Elina Poel-Bulthuis M: 06 231 01 909
meer dan 70 jaar ervaring in uitvaartverzekeringen samenwerkingspartner van meer dan 170 uitvaartverenigingen/stichtingen in Nederland Àe[iEele verzekeringsprRducten met werelddekking geen uitvaartverzorger, dus optimale keuzevrijheid ook als aanvulling op bestaande verzekeringen VRAAG VRIJBLIJVEND EEN OFFERTE AAN Uitvaartverzekering Twenthe NV, Getfertsingel 91, Enschede Telefoon: 053 - 4312732 | www.twenthe.nl |
[email protected]
Schoonheid en deskundigheid zijn begrippen die wegvallen tegen verdriet en verlies