Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek t ot milieueffectrapportage van het RUP Opsplitsen grote woningen buiten de kern (dossiernummer: OHPL1406)
Aangeschreven instanties – verzoek tot raadpleging In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:
provinciebestuur Vlaams-Brabant – dienst Ruimtelijke ordening;
agentschap Ruimtelijke Ordening – afdeling Vlaams-Brabant;
agentschap Onroerend Erfgoed – afdeling Vlaams-Brabant;
agentschap Natuur en Bos – Vlaams-Brabant;
agentschap Wonen-Vlaanderen – afdeling Wonen.
Er werd advies uitgebracht door alle aangeschreven adviesinstanties. De adviezen en de lijst met de aan te schrijven instanties zoals aangeleverd door de dienst MER zijn opgenomen als bijlage bij deze nota.
Advies van de betrokken instanties m.b.t. de m.e.r. -screening In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Opsplitsen grote woningen buiten de kern hebben de aangeschreven instanties, volgens de lijst aangeleverd door de dienst MER, het ‘verzoek tot raadpleging’ doorgenomen en hun advies overgemaakt. Alle adviezen, met uitzondering van het agentschap Onroerend Erfgoed, stellen dat:
er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden als gevolg van het plan;
het ‘onderzoek naar de significante milieueffecten’ op correcte wijze is gebeurd.
Opmerkingen van het agentschap Onroerend Erfgoed – afdeling Vlaams-Brabant Het agentschap Onroerend Erfgoed stelt dat het RUP in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan teweeg brengen. Het aanpassen van het plan aan bovenvermelde opmerkingen kan er echter voor zorgen dat de milieueffecten niet meer als “aanzienlijk” beschouwd worden voor onroerend erfgoed. Discipline archeologie In de voorschriften dient, in geval van bodemverstorende werken, de mogelijkheid tot archeologische prospectie, eventueel gevolgd door een archeologische onderzoek gegarandeerd te worden. Dit zal opgenomen worden in de voorschriften. Discipline monumenten Het agentschap Onroerend Erfgoed vraagt een inventaris op te maken van de panden die historisch waardevol zijn en dus een onderscheid te maken op basis van andere elementen dan louter de grootte van de volumes. Behoud en herwaardering van waardevolle elementen kan dan meegenomen worden als voorwaarden voor de opsplitsing. 1│ │2
Naar aanleiding van de plenaire vergadering dd. 31/05/2012 zal het toepassingsgebied van voorliggend RUP worden beperkt tot waardevolle gebouwen. Hiermee wordt beantwoord aan deze bemerking van het agentschap Onroerend Erfgoed. De uitvoering van een volledige inventaris zou evenwel gepaard gaan met grote kosten en biedt niet de garantie dat er geen waardevolle gebouwen over het hoofd werden gezien. Bovendien zullen het aantal gebouwen die gebruik maken van de mogelijkheden die worden geboden door voorliggend RUP eerder beperkt zijn. Daarom opteert de gemeente voor een alternatieve werkwijze. Bij de aanvraag van een vergunning in het kader van voorliggend RUP dient de vergunningaanvrager aan te tonen dat het pand waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft waardevol is. De gemeente zal hierover advies inwinnen bij het agentschap Onroerend Erfgoed alvorens een besluit te nemen over de vergunning. Alvorens het dossier op deze wijze bij te sturen, zal de gemeente contact opnemen met het agentschap Onroerend Erfgoed om na te gaan of zij zich in deze werkwijze kunnen vinden. Het dossier zal vervolgens bijgestuurd worden en opnieuw worden voorgelegd voor advies aan ondermeer het agentschap Onroerend Erfgoed. Het agentschap Onroerend Erfgoed stelt dat ook de bijgebouwen erfgoedwaarden kunnen hebben. Het lijkt dan ook nuttig te onderzoeken welke woningen nog beschikken over waardevolle serres, volières… en deze te laten behouden bij toekomstige ontwikkelingen. Bij vergunningsaanvragen in kader van dit RUP zal het behoud van de waardevolle erfgoedwaarden het uitgangspunt vormen. In de voorschriften zal opgenomen worden dat dit niet enkel van toepassing is op het hoofdgebouw maar ook op de bijgebouwen.
Besluit De opmerkingen van het agentschap Onroerend Erfgoed zullen zoals hierboven besproken verwerkt worden in het dossier. Na deze aanpassingen dient gesteld te worden dat het RUP Opsplitsen grote woningen buiten de kern geen aanzienlijke milieueffecten met zich mee zal brengen en dat het ‘onderzoek naar de significante milieueffecten’ op correcte wijze is gebeurd. Er kan dan ook op voldoende wijze gemotiveerd worden dat de opmaak van een plan-MER niet vereist is. Nota opgemaakt door D+A Consult, 18/06/2012
2│ │2
Adreslijst adviesinstanties OHPL1406 volgens het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12-10-2007 Provinciebestuur Vlaams-Brabant ANB – Vlaams-Brabant Ruimtelijke Ordening VlaamsBrabant Onroerend Erfgoed VlaamsBrabant Agentschap Wonen-Vlaanderen
Laatst gewijzigd op 18 juni 2012
Dienst Ruimtelijke Ordening VAC VAC
Provincieplein 1 3010 Leuven Diestsepoort 6 bus 75 3000 Leuven Diestsepoort 6 bus 91 3000 Leuven
VAC
Diestsepoort 6 bus 91 3000 Leuven
Afdeling Wonen
t.a.v. Hilde Van den Afdelingshoofd Bosch
Koning Albert II-laan 19 bus 40
1210 Brussel
1/1