Vergeving
in een huwelijk is geven aan heden, verleden en toekomst
Auteurs: Hanneke Knol en Tineke Geertsma Begeleider: D. van de Koot-Dees (CHE) Datum: November 2013 Opleiding: Master Contextuele Hulpverlening, Christelijke Hogeschool Ede (CHE).
ABSTRACT In this thesis we answered the question if there are any distinctive elements to point out where the contextual therapy distinguishes itself from other therapeutic approaches when it comes to forgiveness in couple-therapy. There are few writings about the application of forgiveness in a contextual therapy process. Due to the religious background and connotation of the word 'forgiveness', there has been resistance and avoidance of the use of this process in a therapeutic setting. However, the last thirty years, there is an increase in amount of evidence from research which has shown the value of forgiveness (in couple-therapy). Our point of interest was if contextual therapy offers a different approach, and if what contextual therapists say they do, is in accordance with what is written in theory. At one hand we have seen a lot of similarities within all theory and practice. Both theory and practice demonstrates elements within forgiveness which is fundamental. We highlight the following elements: - The concept forgiveness cannot easily be defined; attempts to define may result in the exclusion of other important elements. We prefer to use a sensitizing concept, where the search for meaning is recommended for therapist and client, by finding words to fill in the concept. - There is confusion about what happens with guilt during the process. However there is consensus about the importance of the acceptance of responsibility by the offender, by acknowledging and enduring being guilty. - In the attempts of listening, seeing and hearing each other there is an evolving dialogue in which forgiveness becomes reality. The therapist creates interventions in which this can be brought about. - Exoneration as the contextual naming for a process where understanding is created from the knowledge of the background of the offenders' person and behaviour. The victim is then capable of realising an activity of giving in the form of forgiveness, what becomes visible in the letting go of resentment. Exoneration is often seen as the platform where forgiveness can be installed. Closing with the act of reconciliation which is nothing other then the intention of the rebuilding of love and trust in the relation. However, the ultimate goal and direction in which forgiveness focuses, may differ. In non-contextual theory, we find that forgiveness is viewed to be important for the individual. The focus of the process is primarily intrapersonal, where contextual therapy has a clear view of what forgiveness must pursue; namely restoration of relational balances. This relational focus aims at the putting back of trust and connection between the partners. How can this be accomplished? Contextual view offers here a dimension what can be useful, namely the intergenerational perspective that contributes to the building of responsibility to future generations and which softens by bringing empathy and understanding between the partners. This empathy and understanding can lead to a movement in the (often stagnated) balance of give and take. And in this movement, forgiveness is tangible. A remarkable difference was identified, namely that few therapists showed that (and how) they worked with the intergenerational context in therapy in contrary to the frequent use of this intervention in contextual theory. The question is: is the theory not useful in practice, or are therapists not conscious enough of making use of the intergenerational context where it comes to a deed of injustice in the present?
1
Another difference is noticed in the creating of an overt and explicit moment of forgiveness. Non contextual theory is in favor of such a moment and shows even that this moment is a sort of climax in the process. Contextual therapists are not inclined to initiate such a moment. Emphasis lies on the process and not absolutely in the bringing about of such a moment. The avoidance of negative factors as use of power, pressure or extern motivation can underlie this cautious position. Therapists practice more a passive stance in following the client, letting it happen and avoiding to force anything. Nevertheless, it can be very powerful to use the explicit words 'I forgive'. These words are not a beginning, nor an ending of a process, but a visible and audible confirmation of forgiveness that has already taken place. Overseeing contextual and non-contextual approaches, we get a confused and ambiguous view about the process of forgiveness. This is due to the religious background and negative connotation, but also because of the negative approach of forgiveness which is laid down by the founder of contextual therapy, Ivan Böszörményi-Nagy. When we as researchers already conclude this confusion, this shall be seen also in therapy context. Therefore we strongly recommend that therapist and client search together for meaning of this word and how they themselves relate to this complex theme; this creates a dialogue in which the process of forgiveness between partners is enabled. Reflecting overall we conclude that forgiveness is a giving activity wherein the awareness of one's own need for and actual received forgiveness is required and contradicting the insoluble paradox that people who are wounded and are destructive entitled cannot give forgiveness. We believe that the source of forgiveness is in God who desires a healed relationship between Himself and men, but also between partners. He started this giving activity and enables us to do the same. When we give forgiveness, we stretch out to past generations by exonerating our parents, we stretch out to present generations by healing connections with our partner and we stretch out to future generations by a reliable and trustworthy relationship which is built in their lives.
2
VOORWOORD Het onderzoek wat voor u ligt is het resultaat van een intensief proces van ruim anderhalf jaar werk. Wij, Tineke Geertsma en Hanneke Knol zijn in ons enthousiasme over het thema vergeving en vanuit een bewogen hart voor relaties, een samenwerking aangegaan in het kader van ons afstuderen aan het Instituut Contextuele Benadering te Ede. We hebben ons als doel gesteld om te ontdekken wat contextueel therapeuten in de therapiepraktijk doen met vergeving in relatietherapie. We hebben gekozen voor een gedegen literatuurstudie en een praktijk onderzoek over vergeving. Dit onderzoek heeft onze kijk op vergeving verrijkt waardoor we nog meer kunnen bevestigen dat vergeving essentieel is binnen relatietherapie. Vanuit de complexiteit van het onderwerp hebben we getracht theorie, ideeën en gedachten te stroomlijnen zodat we tot concrete aanbevelingen zouden komen. In hoofdstuk 8 bieden wij een soort overvieuw van het onderzoek met daarin eigen reflecties en aanbevelingen. We hopen dat therapeuten en andere geïnteresseerden die ons onderzoek zullen lezen de meerwaarde ook zullen ontdekken en bevestigen. We hopen ook dat vergeving meer ruimte zal krijgen in de therapiepraktijk. Op deze manier willen we bij dragen aan de professionalisering van therapeuten die werken met vergeving, en we hopen therapeuten, die nog niet met vergeving werken, hiermee enthousiast te maken om het wel te gaan doen. Zoals in iedere samenwerking kende ook wij de nodige uitdagingen. Op persoonlijk vlak gebeurde er ondertussen ook van alles in onze gezinnen, mooie dingen en minder mooie dingen. Zo werd er bij Tineke in maart 2013 een dochter geboren Joella en werd er in september 2012 bij de broer van Hanneke kanker geconstateerd. Dit zorgde ervoor dat onze aandacht en zorg nog beter verdeeld moesten worden daar waar de energievoorraad soms ook leeg dreigde te raken. We vinden het dan ook op de plaats om een aantal mensen te bedanken omdat wij weten dat het zonder hen niet mogelijk was geweest om dit onderzoek zo neer te zetten. Allereerst willen we onze dankbaarheid naar God uitspreken zonder wie dit alles niet mogelijk was geweest!Ook willen we Danielle van de Koot- Dees van harte bedanken voor haar begeleiding van dit hele proces! Dank dat je ons keer op keer aanmoedigde en bevestigde en dank voor het lezen van al die hoofdstukken! Tevens willen we de therapeuten bedanken die mee hebben gewerkt aan ons onderzoek door middel van het beantwoorden van onze onderzoeksvragen en beschikbaar stellen van tijd en kennis hiervoor. Last but not least willen we dank zeggen aan onze fantastische mannen Jeroen en Henk zonder wie dit alles zeker niet mogelijk was geweest. Dank voor al die uren geduld en dank voor het waarnemen van de zorg voor onze gezinnen! Tegelijk mogen we ook in deze relatie de waarde van vergeving aan den lijve ondervinden. Bedankt dat vergevingsgezindheid in onze huwelijken aanwezig is. Dank ook aan Aliza, Senna, Yaella, Célia, Joshua en Joëlla. Jullie zijn fantastische kinderen! Dank, voor jullie flexibiliteit, voor het gewoon zijn, voor het spelen, voor jullie vreugdevolle aanwezigheid in dit hele proces. Omdat jullie het zo goed deden konden wij, mama’s, dit onderzoek doen! We houden enorm van jullie!
3
INHOUDSOPGAVE ABSTRACT----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1
VOORWOORD------------------------------------------------------------------------------------------------------
3
INHOUDSOPGAVE------------------------------------------------------------------------------------------------
4
HOOFDSTUK 1: INLEIDING---------------------------------------------------------------------------------1.1 Aanleiding…………………………………………………………………………………………………………………………… 1.2 Probleemstelling………………………………………………………………………………………………………………... 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen………………………………………………………………………………………… 1.4 Doelstelling…………………………………………………………………………………………………………………………. 1.5 Persoonlijke professionalisering…………………………………………………………………………………………. 1.6 Opbouw……………………………………………………………………………………………………………………………….
7 7 7 8 9 9 10
HOOFDSTUK 2: METHODEN VAN ONDERZOEK------------------------------------------2.1 Onderzoeksopzet……………………………………………………………………………………………………………….. 2.2 Dataverzameling…………………………………………………………………………………………………………………. 2.3 Respondenten……………………………………………………………………………………………………………………. 2.4 Data-analyse………………………………………………………………………………………………………………………..
11 11 12 12 13
HOOFDSTUK 3: DEFINIËRING VAN VERGEVING VANUIT VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN------------------------------------------------------------------------------3.1 Inleiding………………………………………………………………………………………………………………………………. 3.1.1 Vooruitblik Hoofdstuk 1……………………………………………………………………………………….. 3.1.2 Vergeving in vogelvlucht …………………………………………………………………………………….. 3.1.3 Huidige status van vergeving binnen de psychologie …………………………………………. 3.1.4 Kritische positie ten aanzien van vergeving…………………………………………………………. 3.2 Vergeving vanuit christelijk perspectief………………………………………………………………………………. 3.2.1 Geschiedenis van vergeving………………………………………………………………………………… 3.2.2 Onderzoeken omtrent religie en vergeving………………………………………………………… 3.2.3 Bespreking van theologische opvattingen over vergeving …………………………………. 3.2.4 Samenvatting en kritische reflectie…………………………………………………………………….. 3.3 Vergeving vanuit psychologisch perspectief: definiëring……………………………………………………. 3.3.1 Overzicht van voorstellen van definiëringen van vergeving ……………………………….. 3.3.2 Bespreking van de plaats van een beslissing binnen vergeving…………………………… 3.3.3 Bespreking van cognitieve, affectieve en gedragsmatige componenten binnen vergeving……………………………………………………………………………………………………………………… 3.3.4 Bespreking van te onderscheiden begrippen. Wat is vergeving niet?.................... 3.3.5 Samenvatting en kritische reflectie………………………………………………………………………. 3.4 Vergeving vanuit contextueel perspectief: definiëring………………………………………………………… 3.4.1 Inleiding in de vierde dimensie: de relationele ethiek…………………………………………. 3.4.2 Vergeving en ontschuldiging als twee begrippen binnen het proces van vergeving……………………………………………………………………………………………………………….. 3.4.3 Samenvatting op vergeving en ontschuldiging vanuit contextueel perspectief…… 3.4.4 Conclusie………………………………………………………………………………………………………………
15 15 15 15 16 17 18 18 19 20 21 22 22 23 24 25 25 27 27 29 33 34
4
HOOFDSTUK 4: PROCESBESCHRIJVINGEN VAN VERGEVING VANUIT VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN--------------------------------------------------------4.1 Psychologische procesbeschrijvingen van vergeving…………………………………………………………... 4.1.1 Drietal intrapersoonlijke modellen van een vergevingsproces…………………………….. 4.1.2 Samenvatting van de intrapersoonlijke modellen………………………………………………… 4.1.3 Tweetal inter-persoonlijke modellen van een vergevingsproces…………………………... 4.1.4 Samenvatting van de inter-persoonlijke modellen……………………………………………….. 4.1.5 Kritische reflectie van de modellen………………………………………………………………………. 4.1.6 Factoren die het proces van vergeving beïnvloeden…………………………………………… 4.1.7 Conclusie en kritische reflectie op het proces van vergeving………………………………. 4.2 Contextuele procesbeschrijving van vergeving……………………………………………………………………. 4.2.1 Contextuele interventies die herstel bevorderen binnen relatietherapie……………. 4.2.2 Verschillende contextuele procesbeschrijvingen van vergeving en ontschuldiging………………………………………………………………………………………………………….. 4.2.3 Samenvatting van de verschillende procesbeschrijvingen…………………………………… 4.2.4 Belemmerende en faciliterende factoren die het vergevingsproces beïnvloeden.. 4.2.5 Conclusie en kritische reflectie op het proces van vergeving………………………………..
36 36 36 38 40 41 43 44 46 47 48 49 53 54 56
HOOFDSTUK 5: EVALUATIE VAN HET LITERATUURONDERZOEK---------------------5.1 Inleiding………………………………………………………………………………………………………………………………… 5.2 Vergeving: met of zonder geestelijke dimensie?..................................................................... 5.3 Vergeving: alleen of alleen samen?......................................................................................... 5.4 Vergeving: waar blijft de schuld?............................................................................................. 5.5 Vergeving: liefde als het wezen van vergeving……………………………………………………………………… 5.6 Opsomming wezenlijke elementen in het vergevingsproces……………………………………………….. 5.7 Conclusie……………………………………………………………………………………………………………………………….
59 59 59 60 61 62 64 66
HOOFDSTUK 6: VERGEVING IN DE PRAKTIJK---------------------------------------------6.1 Definiëring van vergeving…………………………………………………………………………………………………….. 6.2 Interventies in het vergevingsproces……………………………………………………………………………………. 6.3 Vergeving en ontschuldiging………………………………………………………………………………………………… 6.4 Christelijk geloof en vergeving……………………………………………………………………………………………… 6.5 Houding Therapeut………………………………………………………………………………………………………………. 6.6 Valkuilen in het vergevingsproces……………………………………………………………………………………….. 6.7 Verschil of overeenkomst contextuele achtergrond met niet-contextuele achtergrond…….. 6.8 De vier dimensies gewogen…………………………………………………………………………………………………..
67 67 70 75 76 79 81 85 87
HOOFDSTUK 7: VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN TUSSEN THEORIE EN PRAKTIJK-------------------------------------------------------------7.1 Vergelijking: Definiëring………………………………………………………………………………………………………. 7.1.1 Algemene theorie en contextuele praktijk………………………………………………………….. 7.1.2 Contextuele theorie en contextuele praktijk………………………………………………………. 7.1.3 Samenvatting in schematisch overzicht……………………………………………………………….. 7.2 Vergelijking: Proces van vergeving: interventies…………………………………………………………………. 7.2.1 Interventies vergeleken…………………………………………………....................................... 7.2.2 Andere opvallende verschillen of overeenkomsten…………………………………………….. 7.3 Vergelijking: Vergeving en geloof…………………………………………………………………………………………. 7.4 Vergelijking: Houding van de therapeut………………………………………………………………………………. 7.5 Vergelijking: Valkuilen van vergeving……………………………………………………………………………………
89 89 89 92 93 94 94 98 99 100 103
5
HOOFDSTUK 8: CONCLUSIE – AANBEVELINGEN – REFLECTIE-----------------------8.1 Conclusie……………………………………………………………………………………………………………………………. 8.2 Aanbevelingen…………………………………………………………………………………………………………………… 8.3 Reflectie…………………………………………………………………………………………………………………………….. 8.4 Persoonlijke professionalisering…………………………………………………………………………………………
106 106 108 109 111
LITERATUURLIJST----------------------------------------------------------------------------- 113 BIJLAGEN---------------------------------------------------------------------------------------- 118 Artikel………………………………………………………………………………………………………………………………………. 119 BRONNENBOEK (SEPARATE BIJLAGE) Inhoudsopgave…………………………………………………………………………………………………………………………. Introductie geïnterviewde experts…………………………………………………………………………………………… Topiclijst voor interviews………………………………………………………………………………………………………….. Labeling van data uit interviews………………………………………………………………………………………………. Interview 1 Albert van Dieren……………………………………………………………………………….. Interview 2 Piet Mulder…………………………………………………………………………………………. Interview 3 en 4 René en Lucy Grifhorst……………………………………………………………………….. Interview 5 Hans Groeneboer……………………………………………………………………………….. Interview 6 Jaap van der Meiden…………………………………………………………………………… Interview 7 Janneke van Beek………………………………………………………………………………… Interview 8 Kees Verduijn……………………………………………………………………………………… Interview 9 Winny Dumas………………………………………………………………………………………. Interview 10 Riet Bunck……………………………………………………………………………………………. Interview 11 Hetty Verkruijssen……………………………………………………………………………….. Interview 12 Wilma van Klaveren……………………………………………………………………………..
1 2 4 5 14 26 33 41 45 50 57 62 69 80 92
6
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 AANLEIDING We hebben hart voor huwelijken! Hierom hebben we grote belangstelling, interesse en nieuwsgierigheid naar hoe relatietherapie kan bijdragen in het herstel en opbloeien van huwelijken waarin de vertrouwensband schade heeft opgelopen. Binnen dit kader is vergeving volgens ons een essentieel thema binnen relatietherapie om te werken aan herstel en verzoening. Tot de jaren '80/'90 is het concept vergeving verborgen gebleven in de filosofie en theologie. Vanaf dat moment is er ook in de psychologie aandacht gekomen voor vergeving en is het de therapeutische ruimte binnengetreden (Legaree e.a.,2008). Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar de effecten van vergeving op het welbevinden zichtbaar in zowel lichamelijke als psychische gezondheid. Uit de resultaten wordt duidelijk dat vergeving positieve effecten heeft uiteenlopend van minder lichamelijke klachten tot zelfvertrouwen. (Karremans&Aarts, 2007; Worthington, Witvliet & Miller, 2007). Naast deze positieve individuele effecten helpt vergeving mensen ook bij het behouden en herstellen van intieme relaties na ontrouw (McCullough, Bono & Root, 2008). Fennell (1993) heeft zelfs vanuit onderzoek geconcludeerd dat de bereidheid om te vergeven en om vergeven te worden, een van de tien belangrijkste karakteristieken is voor een stabiele huwelijks- relatie. Volgend uit bovenstaande, zou verwacht worden dat vergeving dus een alom bekende en gebruikte interventie is binnen het therapeutisch proces. Toch blijkt dat dit niet het geval is. Er is een zekere terughoudendheid onder therapeuten om deze interventie in te zetten (Butler e.a., 2002). Er is veel geschreven over de effecten, maar over het therapeutisch proces van vergeving is nog weinig systematisch ontwikkeld. Er is een noodzaak aan het ontwikkelen van therapeutische handvatten en technieken om vergeving binnen intieme relaties te faciliteren (Fincham e.a., 2006). De vraag die we onszelf hierbij stellen vloeit voort uit bovenstaande. In de literatuur is er veel geschreven over de effecten van vergeving en over mogelijke interventies binnen dit proces. We willen dit gaan bekijken en van daaruit gaan komen tot het onderzoeken in de praktijk hoe contextuele hulpverleners dit doen. Dit omdat we geloven dat het contextuele denken ook zeker een waardevol kader biedt om daarbinnen vergeving te bekijken.
1.2 PROBLEEMSTELLING In de huidige literatuur is er veel geschreven over (effecten van) het therapeutische proces rondom vergeving. Er is vanuit de contextuele literatuur ook over geschreven, maar er is weinig uitgewerkt in een methodiek zodat therapeuten weten hoe ze hiermee in de praktijk kunnen werken. Binnen het contextuele gedachtegoed van Nagy is er nog maar weinig concreet uitgewerkt in een methode. Ook is het moeilijk te achterhalen hoe therapeuten in de hedendaagse praktijk te werk gaan met de contextuele visie van Nagy. Dientengevolge is het ook niet zichtbaar of duidelijk wat het verschil is tussen wat contextuele therapeuten doen met vergeving en wat vanuit de literatuur bekend is. Zo kan de contextuele
7
therapie zich noch onderscheiden noch scharen bij andere therapeutische stromingen en wordt zijn(haar) eigen identiteit niet zichtbaar.
1.3 ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN Onderzoeksvraag: Wat doen contextueel therapeuten met interventies rondom vergeving en hoe komt dit overeen of verschilt dit met wat er in de literatuur staat over het proces rondom vergeving binnen contextuele theorie en andere therapeutische stromingen (deze laatste niet nader gedefinieerd).
Contextueel therapeuten: therapeuten die werken volgens een bepaalde psychotherapie die voortkomt uit de visie van de Hongaars Amerikaanse psychiater Iván Böszörményi-Nagy. Er wordt in deze vorm van therapie gekeken vanuit de relationele werkelijkheid van iedere persoon en de ethische consequenties die daaruit voortkomen. Nagy onderscheidt in zijn contextuele benadering een viertal dimensies, die de werkelijkheid bepalen: 1. De dimensie van de feiten: gegevenheden van genetische aard, ras, sekse, lichamelijke gezondheid, financiële situatie, werkzaamheden enz. 2. De dimensie van de psychologie: het intrapsychische van elk mens. Het verwijst naar egokracht, basisbehoeften, afweermechanismen, fantasieën, leerprocessen enz. 3. De dimensie van de transacties: het inter-psychische, wat er tussen mensen gebeurt. Het verwijst naar communicatie- en interactiepatronen, systemen, subsystemen, rollenpatronen, macht, coalities enz. Dit is het gebied waarop de gezinstherapie zich richt. 4. De dimensie van de relationele ethiek: de rechtvaardigheid van de relatie. Het verwijst naar loyaliteit, betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid, de balans van verworven verdiensten en verschuldigd zijn binnen een relatie. De contextuele aanpak gaat uit van de relationele ethiek, bijvoorbeeld rechtvaardigheid die gedaan moet worden tussen mensen, dan worden interventies daardoor bepaald. Interventies: geheel aan activiteiten, handelingen, vragen en aanpak waarmee hulpverleners voor en met cliënten, problemen voorkomen of oplossen om zo een bijdrage te leveren aan het bevorderen en in stand houden van gezondheid en welzijn. Interventies in contextuele zin zijn gericht op het leggen van verbindingen in relaties. Ontschuldiging: contextueel begrip dat staat voor het proces van bereidheid om omstandigheden van het voorgeslacht waarin onrecht heeft plaats gevonden in het hier en nu te plaatsen in hun context. Door het leren van de omstandigheden waaronder de ouders, met hun geschiedenis en onrecht, gehandeld hebben en het weten van hun intenties, kan de schuld minder worden aangerekend, het oordeel wordt hierdoor milder. Therapeutische stromingen: belangrijke psychotherapeutische stromingen van waaruit verschillende methodieken en methodes zijn afgeleid van het thema vergeving. DEELVRAGEN 1-Wat is er vanuit de algemene en christelijke literatuur bekend over het thema vergeving in het algemene hulpverleningsproces van partnerrelatietherapie? 2-Wat is er vanuit de contextuele literatuur bekend over vergeving binnen het contextuele hulpverleningsproces bij partner relatietherapie. 3-Welke therapeutische interventies zeggen contextueel therapeuten toe te passen in de praktijk in
8
het kader van vergeving binnen partner relatietherapie? 4-Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen hoe contextueel therapeuten dit concept als interventie toepassen en hoe er in de literatuur gesproken wordt van het toepassen van deze interventie binnen andere methodieken. 5-Welke elementen binnen het contextuele hulpverleningsproces in relatietherapie met betrekking tot vergeving zijn essentieel en welke aanbevelingen / handvatten kunnen we aanreiken vanuit het onderzoek welke bijdragen aan het formuleren van de contextuele werkwijze binnen relatietherapie met vergeving.
1.4 DOELSTELLING Onderzocht zal worden in hoeverre het contextuele gedachtegoed ook zichtbaar wordt in de praktijk. Aangezien het contextuele denken nog vrij jong is, is er nog weinig beschreven van hoe de contextuele hulpverlening nu concreet werkt in de praktijk. We willen met dit onderzoek dus een beschrijving maken van hoe contextueel therapeuten in de praktijk werken met contextuele grondbeginselen. We spitsen deze hoofdvraag toe op interventies rondom vergeving binnen relatietherapie. Tevens zullen we onderzoeken in hoeverre de werkwijze van contextueel therapeuten met dit concept/begrip verschilt dan wel overeenkomt met andere methodieken in de hulpverlening. Dit levert informatie op over het onderscheidende dan wel samenbindende karakter van contextuele therapie versus andere methodieken. Uiteindelijk zullen de uitkomsten van ons onderzoek resulteren in een opsomming van belangrijke, onmisbare elementen binnen de interventies rondom vergeving en aanbevelingen voor contextuele therapeuten om met deze theoretische principes vanuit het contextuele gedachtegoed in hun praktijken te kunnen werken. Dit laatste wordt beschreven in therapeutische handvatten.
1.5 PERSOONLIJKE PRO FESSIONALISERING HANNEKE Dit onderzoek draagt bij aan mijn ontwikkeling als professional omdat ik als contextueel hulpverlener in opleiding een eigen praktijk hoop op te richten. Ik zou mij graag, onder andere, willen richten op relatietherapie. In deze tijd van groeiend individualisme geloof ik dat huwelijken erg onder druk staan. Ook ben ik van mening dat de IK-gerichtheid schade aanricht aan de mens zoals God hem geschapen heeft. Ik geloof dat binnen relatietherapie de contextuele benadering evenals het thema vergeving van grote meerwaarde kunnen zijn in een proces van herstel en groei. Zoals Marcel en Lydia Zimmer het verwoorden in een lied: “maar als er vergeving is, kan er genezing zijn, van de pijn en het verdriet diep vanbinnen, en de weg van herstel kan beginnen”. De “hoe dan vraag” hoop ik beantwoord te krijgen d.m.v. het uitvoeren van dit onderzoek. Vanuit mijn levensovertuiging geloof ik dat God mij heeft vergeven en mij heeft verlost van mijn zonden, waardoor ik nu vrij en gelukkig mag leven in Hem ”In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven….” (NBV Efeze 1 v7). Ook geloof ik dat ieder mens de ander behoort te vergeven om zelf ook echt vrij te kunnen zijn, omdat aan ons vergeving is gegeven. ”Vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft.” (NBV Efeze 4 v 32). Ik geloof dat vergeving ook een plek heeft binnen het contextueel gedachtegoed van Nagy. Door middel van dit onderzoek hoop ik te ontdekken hoe vergeving een rol krijgt in deze benadering
9
zowel in theoretische als in praktische zin. Ik hoop mijn kennis rondom het thema vergeving te vergroten om het uiteindelijk te kunnen integreren in mijn beroepspraktijk. TINEKE Het begrip ´vergeving´ heeft mij altijd wel in zijn greep gehouden in die zin dat ik er over nadenk, bij stilsta en zelf ook probeer een plek te geven in mijn relaties. Dit doe ik allereerst vanuit mijn geloof in God, waarbij vergeving een groot en centraal goed is en ik leef bewust in relatie met een God die vergevend is waardoor de basis voor een relatie gelegd wordt. Tegelijk is er bij dit begrip de laatste jaren meer vraagtekens bij mij gerezen over het gebruik hiervan, de manier waarop en het mogelijke effect op relaties. Ook word ik geboeid door huwelijken, wat dit tot een mooie combinatie maakt. Door middel van grondige literatuurstudie met betrekking tot allerlei verschillende zienswijzen, beschrijvingen en werkwijzen rondom dit begrip, wil ik mijn kennis, maar ook mijn visie op het omgaan met deze interventie verdiepen. Vanuit het contextuele denken ligt er ook een visie aangaande dit thema, die het voor mij tot een boeiend onderzoek maakt om te zien in hoeverre dit verschilt of overeenkomt met andere methodieken. En daarin wil ik mezelf als therapeut verrijken met diverse inzichten vanuit contextuele invalshoek en mogelijk andere invalshoeken. In het laatste deel van het onderzoek hopen we te komen tot aanbevelingen en een begin maken met wat therapeutische handvatten. Het nadenken over en komen tot deze handvatten, na literatuurstudie en informatie van therapeuten, zal mijn professioneel handelen versterken in het bewust inzetten van interventies rondom vergeving. Met andere woorden: het zal mij bewust maken in het meer van binnenuit begrijpen wat vergeving inhoudt en hoe je dit proces met een cliënt mogelijk kan bewandelen.
1.6 OPBOUW In het volgend hoofdstuk zal de methoden van ons onderzoek beschreven worden. Hierna volgt een uitgebreide literatuurstudie in hoofdstuk 3 en 4, die we evalueren in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 worden de resultaten gepresenteerd van hoe er in de praktijk wordt gewerkt door therapeuten met het thema 'vergeving'. Dit wordt in hoofdstuk 7 vergeleken met wat er in de theorie duidelijk is, verschillen en overeenkomsten worden aangetoond. Afsluitend hebben we de conclusies, aanbevelingen en reflecties van het hele onderzoek weergegeven in het laatste hoofdstuk.
10
HOOFDSTUK 2: METHODEN VAN ONDERZOEK 2.1 ONDERZOEKSOPZET Het onderzoek bestaat uit drie fasen, te beginnen met een gedegen literatuurstudie, vervolgens dataverzameling door middel van interviews met therapeuten en tot slot de analyse van de data en eigen reflectie hierop. Fase 1
Fase 2
Fase 3
Literatuurstudie
Interviews met therapeuten
Analyse & Reflectie
We hebben gekozen voor kwalitatief onderzoek, wat duidelijk wordt uit de beschrijving hiervan; namelijk het beschrijven en interpreteren van een fenomeen. We hebben het fenomeen vergeving bestudeerd en daarbij geprobeerd om meer te weten te komen over de aard en eigenschappen van dit begrip en de manier waarop deze gestalte krijgt in therapie. Ook focust kwalitatief onderzoek op processen en interacties, en dit is precies wat we wilden onderzoeken ten aanzien van vergeving: hoe ziet het vergevingsproces en interventies eruit in de therapiesetting. De probleemstelling gaat over de wijze waarop vergeving in interventies vorm krijgt en of contextuele therapie hierin onderscheidend is. De literatuurstudie heeft bijgedragen aan het ontdekken van de hoeveelheid aan betekenissen die het concept vergeving in zich draagt en het besluiten om een zogenaamd 'sensitizing concept' te gebruiken om het fenomeen vergeving te benaderen. 'Sensitizing concepts' zijn richtinggevende begrippen die suggereren waar het ongeveer gezocht moet worden. Baarda omschrijft het als 'begrippen, afkomstig uit de praktijk, die de onderzoeker attenderen op (gevoelig maken voor) onderzoeksverschijnselen die van belang kunnen zijn' (Baarda et al., 1996, p.237). Dus het geeft ons een richting en geeft een kader waarbinnen we het empirische materiaal kunnen plaatsen. Het legt de richting van wat we zoeken niet op voorhand al vast, wat zou kunnen resulteren in het uitsluiten van elementen, maar geeft juist de ruimte om het te gaan onderzoeken en invulling te geven. Boeije verwoordt hoe het proces van onderzoek er dan uitziet: “Het is de bedoeling dat deze sensitizing concepts, die in het begin een ruime en algemene omschrijving hebben, tijdens de analyse worden ingevuld in het veld van onderzoek.” (Boeije, 2008, p.47). We spreken in ons onderzoek wel over de 'definitie' of 'definiëring' van vergeving. Dit woordgebruik kan enigszins verwarrend lijken aangezien het dus niet gaat over een vastomlijnde omschrijving, maar juist een open omschrijving. Toch ligt dit woord het dichtst aan tegen wat we bedoelen; namelijk een samenvattende omschrijving van kenmerken van een fenomeen. Wanneer een alinea of hoofdstuk gaat over 'definitie', gaan we dus altijd uit van een sensitizing concept. De reden dat we bij deze vraagstelling hebben gekozen voor interviews is omdat het fenomeen vergeving een dergelijk grote lading aan betekenissen en interpretaties bevat, dat een diepte interview de gewenste informatie naar boven brengt. Dit zou niet op dezelfde manier slagen wanneer we enquêtes hadden gebruikt, waarbij al wordt uitgegaan van vooronderstellingen over de betekenis van vergeving. De data uit de interviews leveren de benodigde gegevens op voor het sensitizing concept vergeving.
11
Op een gegeven moment merkten we in de analyse dat er geen nieuwe gezichtspunten of informatie naar boven kwam. Dit punt wordt 'saturation' of 'verzadiging' genoemd (Glaser & Strauss). Wanneer er in het labelen geen nieuwe categorieën ontstaan, is het sensitizing concept voldoende ingevuld en kan er overgegaan worden naar verslaglegging.
2.2 DATAVERZAMELING De data hebben we verzameld vanuit twee bronnen, namelijk de literatuur; zowel contextuele als niet-contextuele literatuur, en uit twaalf interviews met contextueel therapeuten. LITERATUURSTUDIE We hebben voor de algemene literatuur een vijftigtal wetenschappelijke artikelen bestudeerd die te maken hadden met vergeving. Deze hebben we geselecteerd uit een nog veel grotere database aan wetenschappelijke artikelen vanuit de zoekterm 'vergeving'. Artikelen die betrekking hadden op vergeving en relatietherapie, het proces van vergeving, de definitie van vergeving en interventies rondom vergeving, hebben we bekeken. Voor de contextuele literatuur hebben we gebruik gemaakt van een klein aantal artikelen en enkele boeken. Opmerkelijk hierin is dus het verschil in hoeveelheid aan data die we vanuit algemene dan wel contextuele literatuur vonden. Onze probleemstelling bevat juist ook dit punt, namelijk de summiere informatie die we vanuit contextuele hulpverlening terugvinden met betrekking tot vergeving. EXPERT-INTERVIEWS We hebben gekozen voor een semigestructureerd interview, waarbij de vragen en antwoorden niet zozeer vastliggen, maar de thema's wel. Dit is een zogeheten 'topiclijst'. De topiclijst bestond uit vragen die op compleet open wijze een aanzet zouden geven voor respondenten om hun beeld over het thema weer te geven. In het interview hebben we daar waar onduidelijkheden waren doorgevraagd om te verhelderen en er meer betekenis aan te geven. Alle interviews zijn in een tijdsbestek van twee maanden afgenomen bij twaalf contextueel therapeuten.
2.3 RESPONDENTEN Een expert moest aan een aantal voorwaarden voldoen om door ons geïnterviewd te kunnen worden. Allereerst moest het een contextueel geschoolde therapeut zijn, dat wil zeggen op enige wijze geschoold in het contextuele denken. Daarbij ervaring met relatietherapie omdat we ons hierop hebben toegelegd. En als laatste wel enige ervaring in het therapeutenvak en niet koud van de schoolbanken af. Alle experts blijken christenen te zijn. Dit is niet zozeer bewust zo uitgekozen, maar hebben we achteraf geconstateerd. Dit is wel interessant, omdat dit een verbinding geeft met het gedeelte in de theorie over het christelijke perspectief ten aanzien van vergeving. Albert van Dieren is contextueel therapeut, NAP therapeut en heeft een eigen praktijk. Hierin biedt hij relatietherapie, gezinstherapie, individuele therapie. Hiernaast is hij docent aan de Christelijke Hogeschool in Ede waar hij ook supervisie en coaching doet. In zijn eigen praktijk heeft hij ruime ervaring met relatietherapie.
12
Piet Mulder is gezinstherapeut in een jeugdverslavingskliniek. Hij werkt hierin met de jeugdig verslaafden en hun gezinnen. In dit kader heeft hij ook ervaring met relatietherapie. Hij heeft een vierjarig opleiding aan het Instituut 'Leren over leven' afgerond: contextuele therapie. Rene Grifhorst en Lucy Grifhorst zijn getrouwd en zijn huwelijkscounselors met een eigen stichting van waaruit ze hulp verlenen. Ze hebben een vierjarige opleiding bij Koinonia afgerond waarbinnen ze contextueel geschoold zijn. Hans Groeneboer heeft een eigen praktijk Koinonia met psychosociale pastorale hulpverlening. Hij is hier zelf contextueel therapeut. Vanuit Koinonia worden er pastorale cursussen geboden met contextuele achtergrond. Ook heeft Hans Groeneboer diverse boeken geschreven. Jaap van der Meiden heeft een eigen praktijk en werkt als contextueel therapeut. Daarnaast heeft het ICB (Instituut voor Contextuele Benadering) aan de Christelijke Hogeschool opgezet en geeft hier ook les aan de P-HBO en Master studenten. In zijn eigen praktijk is ongeveer 30-40% relatietherapie. Janneke van Beek is contextueel therapeut en werkzaam in een kleinschalige praktijk. Hier geeft zij voornamelijk contextuele therapie. Daarnaast is zij verbonden aan de Christelijke Hogeschool in Ede als docent en supervisor. Kees Verduijn is maatschappelijk werker en contextueel therapeut, werkzaam bij HDS hulpverlening waar hij ook relatietherapie geeft. Daarnaast is hij werkzaam bij de Christelijke Hogeschool in Ede als docent en supervisor. Winny Dumas is werkzaam in haar eigen praktijk voor contextuele en psychosociale hulpverlening. Hierbinnen heeft zij ervaring met relatietherapie, maar dan in de zin van 'ouderrelatie'. Daarmee bedoelt ze dat er betekenis is voor het kind wanneer de ouders samen therapie ontvangen. Riet Bunck is maatschappelijk werker en contextueel therapeute met een eigen praktijk. Ze heeft na omscholingen ook nog aan de voeten van de grondlegger van het contextuele gedachtegoed gezeten in de Masterclass Contextuele Therapie. Hetty Verkruissen heeft ook aan de voeten van Nagy les gehad in de contextuele therapie, is contextueel therapeute, ook geschoold in Leren over Leven. Ze is therapeute in haar eigen praktijk. Verder is ze EMDR therapeut, European psychotherapist, EFT therapeut en relatietherapeut. Hier heeft ze ruimschoots ervaring met relatietherapie. Wilma van Klaveren is contextueel therapeute en leertherapeute, werkzaam in een eigen praktijk voor contextuele therapie. Daarnaast is ze supervisor en leertherapeut bij het Instituut voor Contextuele Benadering in de Christelijke Hogeschool in Ede.
2.4 DATA-ANALYSE Op welke manier zijn we te werk gegaan om te komen tot de beantwoording van onze vraagstelling? Het literatuuronderzoek is een gedegen studie geworden waarbij we informatie hebben verzameld om deelvraag 1 en 2 te kunnen beantwoorden. Vervolgens hebben we een topiclijst samengesteld die we hebben gebruikt om de interviews af te nemen. De transcripties hebben we geanalyseerd vanuit de topiclijst. De thema's die naar voren komen in de topiclijst zijn bijna allemaal kernlabels geworden. De uitspraken van experts over deze thema's zijn geanalyseerd en omschreven in sublabels.
13
Naar aanleiding van het labelen hebben we deelvraag 3 beantwoord in de verslaglegging. Hierna hebben we de literatuur naast de data van de experts gelegd en een vergelijking gemaakt, wat de beantwoording is van deelvraag 4. Als laatste hebben we uit het geheel aan data een samengevat overzicht gegeven met conclusies en reflecties, wat de laatste deelvraag beantwoordt.
14
HOOFDSTUK 3: DEFINIËRING VAN VERGEVING VANUIT VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN DEELVRAAG 1: Wat is er vanuit de algemene en christelijke literatuur bekend over het thema vergeving in het algemene hulpverleningsproces van partnerrelatietherapie?
3.1 INLEIDING 3.1.1 VOORUITBLIK HOOFDSTUK 1 Komend hoofdstuk zal dieper ingaan op de twee doelen die in de onderzoekswereld van vergeving ook bestaan (Kearns, Fincham, 2004, p.852), namelijk om de betekenis van vergeving voor mensen te kunnen benoemen en om een raamwerk te voorzien voor het onderzoek naar vergeving. In het komende hoofdstuk willen we komen tot een werkdefinitie. Belangrijk hierin is dat het eigenlijk onmogelijk is om bij het fenomeen vergeving te spreken van een definitie. Wat we hieronder verstaan is dus niet zozeer wat het woord vergeving is, maar wat er gebeurt wanneer we het hebben over vergeving. Het gaat dan niet om een feitelijke beschrijving, maar op de betekenisgeving in de intrapersoonlijke en interpersoonlijke interactie. We zullen in komend hoofdstuk achtereenvolgens het christelijke perspectief, het psychologische perspectief en vervolgens het contextuele perspectief in beeld brengen. We zullen hierin wel spreken van definiëring omdat we dit willen onderscheiden van het verwoorden van het therapeutische proces wat zich kan afspelen rondom vergeving. In Hoofdstuk 2 zullen we daarna dieper ingaan op een procesbeschrijving. Dit bouwt verder op hoofdstuk 1, maar zal concreter inzoomen op stappen die gezet worden in het vergevingsproces. We kunnen de bevindingen vanuit de eerste twee hoofdstukken dan gebruiken als vergelijkingsmateriaal met de data die we halen uit het praktijkonderzoek. We vergelijken dan het proces van vergeving vanuit de literatuur met het proces van vergeving wat therapeuten zeggen toe te passen. 3.1.2 VERGEVING IN VOGELVLUCHT Vergeving... een veelbesproken thema, met religieuze wortels welke pas sinds eind vorige eeuw ook steeds meer voet aan de grond heeft gekregen in de psychologie. Tegelijk ligt hier nog een groot gebied voor onderzoek en verheldering. De noodzaak om meer helderheid te krijgen over de betekenis en implicaties van vergeving in een therapeutisch proces is duidelijk. Vergeving nam tot de vorige eeuw uitsluitend een plek in de theologie en in een religieuze context. Dit zorgt voor een opvatting van vergeving die duidelijk religieuze wortels en dus connotaties heeft. Juist omdat vergeving als de passende christelijke houding wordt gepresenteerd, wordt er een impliciet oordeel geveld over mensen die niet vergeven, want 'zeven maal zeventig maal'1. En zo ontstaat het gevaar dat mensen onder een morele last terechtkomen. Dit heeft gezorgd voor een ontstane 1
Uit: Bijbel (NBG): Mattheus 18:22
15
terughoudendheid om dit concept ook te gebruiken en onderzoeken binnen de therapeutische context. Sinds de jaren ‘ 70 van de vorige eeuw ontstond de trend dat vergeving tot een expliciet doel van interventies binnen een psychotherapeutisch proces werd. De ontwikkeling zette zich door in de jaren ‘ 80 en ’90 toen psychotherapeutische onderzoekers en therapeuten vergeving in grotere aantallen integreerden. Deze plotse ommekeer kan verklaard worden door een conservatieve verschuiving in Noord-Amerika, een recente nadruk op spirituele zaken in counseling en meer aandacht voor de effecten van geweld en misbruik (DiBlasio, 2000; Freedman, 1999; Rotter, 2001). Een belangrijke gebeurtenis in de ontwikkelingen is de oprichting van een campagne geweest om onderzoek naar vergeving te promoten. Dit is in 1999 gebeurd door de John Templeton Foundation (Legaree, Turner, Lollis, 2007, p.192). Er zijn een heel scala aan ontwikkelingen en gebeurtenissen die met elkaar leiden tot de staat van erkenning die vergeving momenteel heeft binnen niet alleen het religieuze domein, maar ook binnen de psychologie. 3.1.3 HUIDIGE STATUS VAN VERGEVING BINNEN DE PSYCHOLOGIE We zijn nu op een punt aangekomen dat we kunnen terugkijken over een divers aanbod aan gedane onderzoeken en daarnaast getheoretiseer over de betekenis van vergeving als het gaat over het psychisch functioneren. Legaree en Lollis (2007, p.195) hebben onderzocht dat 75% van de boeken en artikelen die ze hebben onderzocht, een positieve opvatting hadden van vergeving. Coleman (1998, p.78) schrijft: ‘‘Forgiveness is a must in any family problem where there has been deep hurt, betrayal, or disloyalty. If there can be no reconciliation, forgiveness is the process that enables the forgiver to get on with his or her life unencumbered with the pain of betrayal’’. Dit geeft de noodzaak van vergeving duidelijk aan en tegelijk geeft dit citaat een verband weer met de context (familie) waarbinnen vergeving als voorwaarde voor de persoon is om vrij verder te kunnen leven. Wat betekent dit nu voor de huidige status? Er wordt door diverse onderzoekers geconcludeerd dat er nog een gebrek bestaat aan conceptuele helderheid (Orathinkel, Vansteenwegen, Burggraeve, 2008, p.156). Dit betekent dat er nog hiaten liggen in het begrijpen van wat vergeving nu precies inhoudt, wat de componenten zijn waaruit vergeving bestaat en wat beïnvloedende factoren hierin zijn. Ook zijn de meningen bij bepaalde determinanten van vergeving niet overeenstemmend, onderander als het gaat over de relatie van vergeving met verzoening. Enright (1998, p.49) beschouwt vergeving als een losstaand proces naast verzoening. Hargrave (Hargrave en Sells, 1997, p.43) benadrukt dat verzoening een belangrijk aspect is van vergeving, dus hij includeert verzoening binnen vergeving. Deze typen onduidelijkheden dragen niet bij aan het implementeren van vergeving binnen de therapeutische context en daarom is verder verdiepend en verhelderend onderzoek gewenst, zo niet noodzakelijk. Mogelijk andere vorm van belemmering is gebrek aan ervaring van de therapeut met interventies gericht op het bevorderen van vergeving (Wade, Johnson, Meyer, 2008, p.93). Gebrek aan kennis leidt tot onvolledige informatie voor de cliënt over vergeving, waardoor een therapeutisch proces stagneert of afbreekt. Bijvoorbeeld wanneer de cliënt, op basis van de kennis van de therapeut, uitgaat van vergeving als zijnde een imperatief waarbij eigen pijn en kwetsing niet wordt gezien. Dan heeft de cliënt al op voorhand een beangstigend beeld als het gaat om vergeving aangezien het nog verder slachtoffer wordt door de 'opdracht' om te vergeven. Als gevolg van dit gebrek aan ervaring of kennis zal een therapeut ook sneller geneigd zijn om het hele terrein van vergeving te vermijden. DiBlasio en Proctor (1993, p.179) ontdekten dat “the majority of therapists had a favorable
16
impression of forgiveness; however, they reported a deficit in the theoretical application of forgiveness techniques to their practices”. Dit is een fundamentele vraag die wij in ons onderzoek dan ook verder willen uitdiepen. Ze schijnen het licht op een hiaat in de literatuur, namelijk ontbreken van modellen waarin technieken en interventies worden beschreven als richtinggevend instrumentarium voor de therapeut. Met andere woorden gaat het hierop voortbouwend in ons onderzoek om de vraag hoe we door middel van een procesbeschrijving, wat een theoretische toepassing is, kunnen bijdragen aan het faciliteren van vergevingsinterventies in de therapeutische praktijk. Deze hiaat bestaat niet enkel in de algemene psychologische literatuur, maar zeer zeker ook in de contextuele literatuur. Dat is de hoofdreden van ons onderzoek. Naast hiaten zijn er ook grote stappen gezet op onderzoeksgebied en dit heeft geleid tot een heel uiteenlopend beeld van gegevens die relateren aan vergeving. Een kleine greep uit gedane onderzoeken zijn: - methoden zijn ontwikkeld om vergeving te kunnen beoordelen en meten (Kearns, Fincham, 2004, p.838-855) - vergeving in relatie tot persoonlijkheid (McCullough en Hoyt, 1999) - vergeving en zijn invloed op persoonlijke gezondheid en welbevinden (Karremans, Lange en Ouwerkerke, 2003) - vergeving in relatie tot conflicthantering (Funcham, Beach, Davila, 2007, p.542) - effectiviteit van interventies om vergeving te bevorderen (Al-Mabuk, Enright en Cardis, 1995, Wade en Worthington, 2005) - determineren van variabelen die de bereidheid om te vergeven beïnvloeden (McCullough, Worthington, Sandage, Brown, Hight, 1998, p.1586-1603) - het onderzoeken van welk begrip of opvatting mensen en therapeuten hebben van vergeving (Orathinkel, Vansteenwegen, Burgrraeve, 2008, p.155-160, Butler, Dahlin, Fife, 2002) - vergeving gerelateerd aan mate van ervaren voldoening in de betreffende relatie, waarbij de mechanismen die hierin werkzaam zijn worden onderzocht (Braithwaite, Selby, Fincham, 2011, p.551-559, Coop Gordon, Hughes, Tomcik, Dixon en Litzinger, 2009, p.1) - de rol van empathie ten aanzien van de mate van vergevingsgezindheid ((McCullough, Worthington, Sandage, Brown, Hight, 1998, p.1599, Paleari, Regalia, Fincham, 2005, p.375) 3.1.4 KRITISCHE POSITIE TEN AANZIEN VAN VERGEVING Maar er bestaan ook geluiden die vergeving niet zo enthousiast omarmen. Tegenstrijdig geluid wordt gegeven door onder andere Bass en Davis (aangehaald door Legaree en Lollis, 2007, p. 198) mede gebaseerd op een verschil in opvatting van wat vergeving inhoudt. Bass en Davis (1994) stellen dat vergeving ervan uitgaat dat de boosheid wordt opgegeven, beschuldiging van de dader wordt gestopt en er niet meer wordt geprobeerd om compensatie te verkrijgen. In hun ogen resulteert dit in een staat dat het slachtoffer wordt beschuldigd en de dader wordt vrijgezet van verantwoordelijkheid ten aanzien van de overtreding. Met als gevolg dat de validiteit van de gevoelens van het slachtoffer ontkend wordt. Onderstaand citaat geeft dit weer: “It is insulting to suggest to any survivor that she should forgive the person who abused her. The advice minimizes and denies the validity of her feelings. . . . Trying to forgive is a futile short-cut to the healing process. It is not the grand prize. It is only a by-product. And it’s not even a very important one.” (Bass & Davis, 1994, 161–162) Een ander argument wat gegeven wordt vanuit de afwerende positie is dat vergeving de helende uitdrukking van boosheid afremt. Bass en Davis beweren dat boosheid een motivator is voor actie en daarom een helende kracht. Wanneer mensen worden aangemoedigd om de boosheid te onderdrukken, bestaat het gevaar dat het zich naar zichzelf gaat richten, dus internaliseren van boosheid. Dus zij moedigen mensen aan om in contact met hun boosheid te zijn, het te erkennen en
17
waarderen en het te kanaliseren richting de dader en niet richting anderen of zichzelf. Hierbij geeft Lamb (aangehaald door Wade, Johnson, Meyer, 2008, p. 97) aan dat boosheid bij kan dragen aan sociale gerechtigheid. Door vergeving aan te moedigen, vermindert de motivatie om onderdrukking of onrecht te weerstaan en gerechtigheid te zoeken. Een kritische reflectie van bovenstaande argumenten is dat deze posities uitgaan van een definitie van vergeving die te betwijfelen valt. Vraag is of het inderdaad terecht is te stellen dat de boosheid onderdrukt moet worden volgens de positieve posities. Juist het plaats geven van passende gevoelens bij het onrecht wordt door hen benadrukt. Een andere vraag is of de verantwoordelijkheid van de dader inderdaad wordt weggenomen door vergeving. Wanneer het slachtoffer het proces van vergeving ingaat, is dat allereerst met het oog op het vrijkomen van eigen onvrije en dwingende emoties, gedachten en gedrag. Hierdoor wordt de verantwoordelijkheid niet weggenomen, maar juist wordt de dader in de loop van het proces aangesproken op zijn of haar verantwoordelijkheid en kan hij of zij hierin kiezen om die op zich te nemen. We plaatsen dus een vraagteken bij de geldigheid van bovenstaande negatieve posities en argumentatie.
3.2 VERGEVING VANUI T CHRISTELIJK PERSPE CTIEF We hebben een dubbele reden om het christelijke perspectief mee te nemen in het theoretische gedeelte van ons onderzoek. Allereerst omdat we zelf als mens geloven in een God die Zichzelf als een vergevende God aan ons geopenbaard heeft. Deze levensbeschouwelijke visie zal dus per definitie ook ons onderzoek kleuren en beïnvloeden. We zijn ons hiervan bewust, maar nog meer vinden we dit zo fundamenteel verankerd in ons mens-zijn dat we het ook niet onder de tafel willen schuiven. Dus u zult als lezer dit op bepaalde momenten ook duidelijk naar voren zien komen. Daarnaast zullen we streven naar objectiviteit als het gaat om het bekijken van de psychologische en contextuele literatuur en deze zo betrouwbaar mogelijk willen weergeven. Ook in het praktijkonderzoek willen we zuivere gegevens verzamelen zonder dat onze bril hierin mee moet klinken. In de reflecties en onze eigen kritische evaluaties zult u onze onderliggende levensbeschouwelijke visie wel horen resoneren en klinken. De tweede reden om het christelijke perspectief te betrekken is simpelweg vanwege de wortels die vergeving kent. Dat zal ook duidelijk worden in komend gedeelte over het christelijke perspectief. We konden en wilden gewoonweg niet om deze diepe historische wortels heen, die ook nu de psychologische literatuur nog steeds beïnvloedt. 3.2.1 GESCHIEDENIS VAN VERGEVING Vergeving kent een lange geschiedenis! Met haar wortels diep verankerd in een religieuze context en dan vooral de christelijke context. Zoals je zou kunnen zeggen dat het Boeddhisme wordt gekenmerkt door lijden, de Islam door onderwerping, zo wordt het christendom gekenmerkt door vergeving. Vergeving is het centrale gegeven waarom het draait. Binnen het christendom gaat het om Christus' dood aan het kruis, waardoor God alle zonden kan vergeven voor degene die in Christus' offer geloven. Daarna worden christenen ook opgeroepen om elkaar op dezelfde manier te vergeven (bijvoorbeeld in Efeziers 4:32). Deze wortels kunnen we niet links laten liggen als we verdergaan in ons onderzoek naar vergeving. We beseffen dat dit concept is doordrenkt en geworteld in een jarenlange religieuze traditie en meer dan dat, in een geestelijke dimensie. Binnen de Bijbel zijn verschillende voorbeelden te zien van personen die naar anderen uitreikten met vergeving vanuit compassie. Denk aan Jozef die zijn broers vergaf, Hosea die zijn vrouw vergaf en natuurlijk het ultieme voorbeeld van Jezus die zijn vijanden vergaf.
18
De religieuze tradities en wortels zijn niet uit te vlakken, maar voorzien het begrip vergeving van een betekenis. Onderliggende waarden worden zichtbaar en hebben zo ook invloed op de manier van denken binnen het terrein van de psychologie. Rye en Pargament (1998) geven hiervan twee voorbeelden. Volgens hen biedt dit religieuze frame een nieuwe manier van denken aan door het herkaderen van de dader en hun relatie tot het slachtoffer. Dit herkaderen gebeurt bijvoorbeeld door te bedenken dat niemand zonder fout is. Dit wordt ingegeven door Jezus, die zegt dat degene zonder zonde de eerste steen mag gooien op een overtreder van de wet (Johannes 8:7). Een ander voorbeeld van herkaderen is dat misdaden ook kunnen worden toegeschreven aan onwetendheid en niet zozeer openlijke kwaadaardigheid. Dit is te zien in de woorden die Jezus uitspreekt als Hij aan het kruis hangt. Hij zegt: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” (Lucas 23:34) Vergeving kent dus een lange geschiedenis. Geschiedenis die hoofdzakelijk vanuit de religie werd geschreven, maar sinds de vorige eeuw een uitbreiding heeft gekregen binnen het psychologische terrein. Dit mooie en rijke fenomeen kan verder verdiept en verkend worden vanuit een ander domein en zo aangevuld worden met nieuwe inzichten. Hope (1987, p.240) beschreef het zo: “forgiveness might be a nodal point at the interface of psychotherapy and religion”. Het geeft aan dat religie en psychotherapie in dit begrip vergeving elkaar de handen kunnen reiken. Daarbij zijn de religieuze wortels niet uit te vlakken, maar kan zoals hierboven uitgedrukt, het wel verrijkt en aangevuld worden vanuit psychologische inzichten. Hieronder zullen we een kader geven hoe vergeving vanuit christelijk oogpunt bekeken wordt, om daarmee de betekenis van vergeving vanuit de religieuze wortels ook zichtbaar te maken. Daarnaast wordt er informatie gegeven over de aard van bepaalde onderzoeken die iets weergeven over vergeving en religie. 3.2.2 ONDERZOEKEN OMTRENT RELIGIE EN VERGEVING Drie onderzoeken die iets hebben onderzocht over vergeving en religie zullen hieronder weergegeven worden. De keuze voor deze onderzoeken zal verderop in de tekst ook duidelijk worden wanneer we de resultaten ook gebruiken om onze eigen mening te beargumenteren. Allereerst hebben Denton en Martin (1998, p.288) aangetoond dat er geen significante verschillen bestaan tussen verschillende religies in de opvatting van vergeving. Er lijkt dus een soort basisbegrip te zijn dat universeel geaccepteerd is. Daarnaast heeft onderzoek van Rye en Pargament (2002) uitgewezen dat de verandering door vergevingsinterventies met niet religieuze inhoud gelijk was aan die met een religieuze inhoud. Dus of de vergevingsinterventie nu gekleurd was door religie of niet, de verandering blijft dezelfde, namelijk positief effect in mate van hoop, existentieel welbevinden en mate van vergeving. Hierbij was de meest gehanteerde strategie in het vergevingsproces het vragen van steun aan God, en de derde in dat rijtje het bidden voor de persoon die hen had gekwetst. Dit was bij de niet religieuze interventies en bij religieuze interventies dus het geval. Mogelijk geldt voor veel mensen dat vergeving inherent is aan religie2. Nog ander onderzoekt toont aan dat oudere mensen die geloven dat ze door God vergeven zijn, meer geneigd zijn tot het direct vergeven van anderen dan ouderen die dat niet geloven (Krause, N., Ellison, C.G., 2003).
2
Dit onderzoek is uitgevoerd in Amerika, waar christelijke invloeden nog prominent aanwezig zijn bij mensen die zich wel of niet religieus noemen. Dit zal de uitkomsten dus ook hebben beïnvloed. Dus wanneer genoemd wordt ' veel mensen' heeft dat allereerst betrekking op een cultuur vanuit een christelijke achtergrond.
19
3.2.3 BESPREKING VAN THEOLOGISCHE OPVATTINGEN OVER VERGEVING Wat is de betekenis van vergeving in religieuze opvatting en dan specifiek vanuit de christelijke opvatting? In de Bijbel wordt God, die vergeeft van zijn grote liefde, zichtbaar. Het idee van vergeving ontstaat niet tussen mensen, maar is geboren uit het liefdevolle hart van een gevende God. De vergeving die daarin naar ons toekomt, is het voorbeeld voor de inter-relationele vergeving. Deze zijn niet los verkrijgbaar. In Efeziërs 4:32 staat het zo: “...vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft”. Volgens de theoloog Volf (2005) heeft vergeving twee elementen in zich, namelijk een negatieve en een positieve inhoud. Enerzijds is vergeving een veroordeling van het onrecht en anderzijds is het een geven van een geschenk aan de ander, door het onrecht niet langer aan te rekenen. Smouter (2001) laat vanuit het Grieks zien wat het woord vergeving in de Bijbel betekent. In het Nieuwe Testament staat er voor vergeven het woord 'afheimi', wat letterlijk betekent 'iemand laten gaan, hem achterlaten'. Zo zegt hij dat vergeven betekent dat je ophoudt met beschuldigen, afziet van de wraak en de ander laat gaan. SCHULD Een ander element waar aandacht aan besteed wordt, is de manier waarop er wordt omgegaan met schuld in het vergevingsproces. Waar blijft de schuld? Wat wordt er gedaan met de schuld die er is ontstaan door het onrecht? Schuld vraagt om vergelding. Schuld vraagt erom dat er recht wordt gedaan door compensatie. Volf wijst erop dat er bij inter-persoonlijke vergeving sprake is van het weghalen van subjectieve schuld. Dat is het schuldgevoel dat er ligt bij de dader. Maar de objectieve schuld blijft bestaan, aangezien God de enige is die daar iets mee kan. Dus bestaat vergeving en de oplossing van de schuld altijd in een driehoeksverhouding, namelijk de relatie tussen de dader, het slachtoffer en God. Het fundament van de vergeving ligt bij God, die vergeving heeft geschonken en de schuld heeft betaald in Jezus Christus. Wat doe je als je de ander vergeeft? Volgens Volf (2005, p.206) zeg je dan het volgende: “Omdat God jou in Christus je overtredingen niet toerekent, en omdat God de schuld van jou heeft weggehaald, reken ik het jou ook niet toe dat je mij dit onrecht hebt aangedaan, en beschouw ik je als niet schuldig. God heeft je onschuldig gemaakt en daarom beschouw ik je als onschuldig.” Smouter benadrukt bij het oplossen van de schuld, het vers uit Romeinen 13:19 waarin wordt uitgedrukt dat de wraak en vergelding aan God toekomt. De objectieve schuld kan enkel door God worden weggenomen. BEROUW Ten laatste bespreken we de plaats van berouw in het vergevingsproces vanuit christelijk oogpunt. Is berouw noodzakelijk of is het gewenst? Moet berouw voorafgaan aan vergeving, of kan het vergeving ook beïnvloeden? Berouw zou erbij moeten horen. Maar er wordt erkend dat dit in de praktijk niet altijd zo is. Dit maakt dat er twee lijnen ontstaan. Enerzijds legt Volf (2005) uit dat vergeving meer inhoudt dan enkel verandering op emotioneel en gedragsmatig niveau. Vergeving is een gift aan de dader en gebeurt inter-relationeel. De dader moet het kunnen ontvangen, waarbij ontvangen betekent dat hij de beschuldiging ontvangt en de bevrijding van de schuld. Dit includeert berouw. Tegelijk wordt ook gezien dat dit in de praktijk niet altijd zo uitwerkt. Daarom voegt Smouter (2001) toe dat God ons ook vergaf toen wij nog zondaren en zelfs vijanden waren. Gods motief om te vergeven was niet gebaseerd op berouw, maar op liefde. En voor het slachtoffer is het ondanks de afwezigheid van berouw goed om te vergeven om zelf ook bevrijd te worden van haat, wrok en een blijvende slachtofferpositie.
20
Om af te sluiten illustreren we bovenstaande met een mooi voorbeeld, namelijk het verhaal van Corrie ten Boom. Corrie was op een van haar reizen waarin ze het evangelie predikte, toen ze de beul van het kamp waar haar zus was overleden terugzag. Hij vroeg haar vergeving voor datgene wat hij had gedaan. Ze kon vanuit haar gevoel hem niet de hand schudden en vergeving schenken. Toen vroeg ze aan Jezus om haar Zijn vergevingsgezindheid te schenken en ze stak haar hand uit. Op het moment dat ze dat deed, voelde ze Gods liefde door haar arm heen stromen. In dit verhaal wordt duidelijk hoe Gods kracht en Gods liefde mensen helpt om onrecht in relaties te herstellen en het schuldgevoel weg te nemen. 3.2.4 SAMENVATTING EN KRITISCHE REFLECTIE Om aan te duiden hoe wij de rijkdom van de geestelijke dimensie binnen vergeving ervaren, volgt hier nog een gedeelte uit de Bijbel waarin dus volgens ons mooi tot uitdrukking komt. In Lucas 7:3650 vinden we een duidelijk voorbeeld van hoe vergeving met daarbij de geestelijke dimensie, gestalte krijgt. In dit gedeelte komt een zondige vrouw bij Jezus en wast zijn voeten met dure olie. Jezus krijgt hierop commentaar van de religieuzen van die tijd. Hij vertelt dan “want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoond ook weinig liefde”. In dit verhaal wordt het gevende karakter van vergeving duidelijk. En Jezus legt een verband met het vermogen om vervolgens ook weer aan anderen te geven. De ontvangen vergeving (van God), stelt de vrouw in staat om aan Jezus te geven in de vorm van dure olie. Ze wordt in staat gesteld door vergeving om te geven! Dat dit waar is, wordt bevestigd in het onderzoek waarbij is aangetoond dat ouderen die zelf vergeving hebben ervaren van God, meer geneigd zijn tot het vergeven van anderen. Hierin wordt het gegevene dus de bron van geven! Vergeven zijn als de bron tot vergeving bieden. Wat zijn nu de karakteristieken van christelijke vergeving die wij waardevol achten om betrokken te worden in het fenomeen vergeving? Hieronder hebben we een aantal opvattingen weergegeven, die we ook terugvonden in de christelijke literatuur, die overeenkomen met ons eigen beeld van de waarde van de geestelijke dimensie binnen vergeving. – Vergeving ontstaat bij God: vanuit het gevende karakter van Gods vergeving wordt vergeving tussen mensen mogelijk. – Vergeving tussen mensen heeft als motiverende kracht de liefde. Liefde gegeven door God en de gevende liefde van mensen naar elkaar en God. – Objectieve schuld kan alleen door God worden weggenomen, subjectieve schuldgevoelens kunnen weggenomen worden door vergeving tussen mensen. – Vergeving wordt ontvangen in oordeel en bevrijding daarvan. Goddelijke vergeving gaat vooraf aan het oordeel, waarbij de bevrijding de inhoud is. – Berouw hoort bij het vergevingsproces. Berouw zit in het ontvangen van de gave van vergeving, omdat berouw een erkenning is van het oordeel, wat in vergeving zit. Toch kan het slachtoffer intrapersoonlijk vergeving schenken ook wanneer er geen berouw bij de dader is, zodat het slachtoffer vrij verder kan leven. Onderzoek heeft aangetoond dat er geen verschil in verandering blijkt tussen vergevingsinterventies van religieuze dan wel niet-religieuze aard. Dit pleit in onze ogen voor een universele (openbaring)waarheid die in de schepping ligt. Vergeving wat vanuit de Bijbel dus geestelijke wortels heeft, maar ook duidelijk zijn uitwerking heeft op het niveau van de ziel en lichaam. Daarbij ontstaat dan de vraag in hoeverre God 'nodig' is in het vergevingsproces. Moet er sprake zijn van de driehoek waar Volf (2005) op wijst? Of kan vergeving ook bestaan enkel op interrelationeel niveau tussen mensen onderling? Deze vraag zullen we meenemen wanneer we in het volgende gedeelte het psychologische perspectief en het contextuele perspectief zullen bekijken. In Hoofdstuk 3 zullen we hierover een beschouwing geven.
21
Daarnaast zien we duidelijk iets ontstaan op het niveau van de relationele ethiek, namelijk het gevende en ontvangende karakter wat in vergeving opgesloten ligt. In christelijke optiek, is de bron van het geven tussen mensen onderling, de gevende God. Hoe werkt dat wanneer de gevende God afwezig is voor mensen? Waarschijnlijk ligt het antwoord hierin, dat mensen dan moeten kunnen ontvangen van andere mensen als bron om vervolgens ook weer te kunnen geven. Hier zullen we vooral ook op ingaan in het hoofdstuk over het contextuele perspectief. Aangezien het contextuele gedachtegoed vooral gaat over de relationele ethiek en hierin benadrukt dat er balans moet zijn in geven en ontvangen. Afsluitend willen we benadrukken dat we geloven dat vergeving niet buiten God om kan. Toch is de realiteit dat we leven in een wereld waarin God wordt ontkend of gewoon genegeerd. Hierin zien wij dat de schoonheid van Gods principes vanuit Zijn Woord, ook bevestigd worden in de seculiere wetenschap. Dit zal duidelijk worden als het gaat over de 'werkzaamheid' van vergeving. Hoe kan het dat dit principe wat zo tegen de menselijke natuur ingaat, aangezien wij geneigd zijn tot haat, wraak en bitterheid, een dergelijk grote uitwerking heeft. We vinden het kostbaar dat dit ook in de psychologie gezien en erkend wordt. Vergeving kan niet buiten God om, en tegelijkertijd mogen we stellen dat vergeving zeker waarde en impact heeft in de menselijke relaties, zonder God. De natuur van vergeving komt uit een geestelijke dimensie, maar manifesteert en bewijst zich ook in de natuurlijke dimensie. Dit ervaren wij als genade van God en willen daarom in ons onderzoek bij dit mooie principe van God stilstaan en dit uitpakken.
3.3 VERGEVING VANUIT PSYCHOLOG ISCH PERSPECTIEF: DE FINIËRING
3.3.1 OVERZICHT VAN VOORSTELLEN VAN DEFINIËRINGEN VAN VERGEVING Wat wordt er nu precies verstaan onder het concept vergeving? Dat is de vraag die onderzoekers de afgelopen vier decennia hebben beantwoord. Juist aangezien vergeving relatief nieuw was binnen de psychologie, moest er allereerst antwoord gegeven worden op deze vraag. We zien in de loop van deze decennia dan ook een breed aanbod van voorstellen die trachten uit te komen op een consensus over de definiëring. Een consensus is wenselijk, zo niet noodzakelijk om verder onderzoek uit te bouwen en ook te komen tot concrete toepassing binnen het therapeutische werkveld. Voor ons onderzoek is deze definiëring belangrijk om vanuit die basis ook verder te kunnen spreken over hoe dit concept wordt toegepast binnen een therapeutische setting. Als het overzicht van verschillende voorstellen bekeken wordt, bestaat er een beeld waarin voornamelijk verschillen in nadruk zichtbaar worden. Sommige onderzoekers zullen meer de nadruk op cognitieve elementen binnen vergeving leggen daar waar anderen emotionele elementen meer centraal en van betekenis achten. In dit gedeelte zal er een overzicht gepresenteerd worden van verschillende opvattingen en voorstellen tot definities die gangbaar zijn en veel gebruikt worden. In een onderzoek uitgevoerd door Denton en Martin (1998, p. 284,285) worden elementen van het concept vergeving gedestilleerd waarover een meerderheid therapeuten het eens is. Hierbij hebben ze een definitie van Enright en Zell (1989, p.52) voorgelegd aan de therapeuten. “Forgiveness is the overcoming of negative affect and judgment toward the offenders, not by denying ourselves the right to such affect and judgment, but by endeavoring to view the offendor with compassion, benevolence, and love while recognizing that he or she has abandoned the right to them". Als uitkomst uit het onderzoek werd geconcludeerd dat een meerderheid van de therapeuten het
22
eens was met vier van de zes elementen uit de definitie, namelijk: - Vergeving is een innerlijk proces van het loslaten van boosheid en angst - Vergeving verminderd het verlangen tot wraak en/of vergoeding - Vergeving kost tijd en kan een traag proces zijn - Vergeving houdt niet in dat iemand de pijnlijke situatie vergeet Deze elementen waarover overeenstemming is, zijn belangrijke indicators voor het komen tot een algemene definiëring van wat vergeving is. We houden deze vast en zullen deze gebruiken in het komen tot een conclusie over het totaalbeeld van opvattingen gangbaar in de huidige literatuur. Naast dit belangrijke onderzoek zijn er toonaangevende onderzoekers die voorstellen hebben gedaan voor definiëringen. Deze worden hieronder eruit gelicht, omdat ze in de literatuur prominente plaats en aandacht hebben gekregen. Ook worden ze door andere onderzoekers gebruikt dan wel aangehaald. McCullough, Worthington en Rachal (1997, p.321,322) definiëren vergeving als: “a set of motivational changes, whereby one becomes decreasingly motivated to retaliate against and maintain estrangement from an offending relationship partner and increasingly motivated by conciliation and goodwill for the offender, despite the offender’s hurtful actions” Enright et al. (1998, p.52) definiëren vergeving als: “a willingness to abandon one’s right to resentment, negative judgment, and indifferent behavior toward one who unjustly injures us, while fostering the undeserved qualities of compassion, generosity, and even love toward him or her” North (1987, p.502) definieert vergeving als: “if we are to forgive, our resentment is to be overcome, not by denying ourselves the right to the resentment, but by endeavoring to view the wrongdoer with compassion, benevolence, and love while recognizing that he has willfully abandoned his right to them” Het beeld dat ontstaat vanuit deze definities vertelt ons het volgende. Vergeving heeft te maken met een verandering in houding/motivatie richting de dader, waarbij negativiteit wordt omgebogen tot neutraliteit dan wel positiviteit in emotie/gedachten/gedrag. Hieronder wordt het concept nog dieper uitgewerkt vanuit verschillende dimensies. Het gaat dan om de vraag wat de plek is van de wil (beslissing) binnen vergeving, wat er gebeurt op emotioneel, cognitief en gedragsmatig gebied en welke begrippen te onderscheiden zijn van vergeving, of; wat is vergeving niet. 3.3.2 BESPREKING VAN DE PLAATS VAN EEN BESLISSING BINNEN VERGEVING Past een wilsbesluit op enig moment in het concept vergeving? Zo ja, hoe groot is de waarde van een wilsbesluit? En wat heeft dat voor gevolgen voor de manier waarop vergeving wordt geïntroduceerd bij cliënten? Deze vraag zal hieronder besproken worden aan de hand van de mening van drie belangrijke, toonaangevende onderzoekers. De keuze van deze onderzoekers heeft te maken met hun enigszins verschillende visie hierop wat helpend is om te komen tot meer helderheid over wat vergeving wel of niet inhoudt. Twee duidelijk verschillende posities in deze vraag zijn de theorieën van Worthington en DiBlasio. Worthington gaat uit van twee soorten vergeving, namelijk ‘beslissingsvergeving’ en ‘emotionele vergeving’. De eerste is een beslissing om de ander vrij te waren van schuld, waarbij de emotionele stress reacties niet noodzakelijk verminderen. De tweede is de stap om over de negatieve emoties en stress reacties heen te komen en positieve emoties te genereren. Hierbij benadrukt hij dat vergeving geworteld is in de emoties, die de motivaties vervolgens beïnvloeden. Dit maakt dat hij uitlegt dat beslissingsvergeving geen veranderd affect hoeft in te houden, terwijl emotionele
23
vergeving per definitie ook verandering in motivatie en gedrag oplevert (Worthington, 2007, p.292, Worthington, 2004, p.386). DiBlasio benadrukt vergeving als een wilsdaad, waarbij de beslissing de belangrijkste stap in het proces is. Voor hem is vergeving “the cognitive letting go of resentment, bitterness and need for vengeance” (DiBlasio, 2000, p.150). Hij gaat ervan uit dat mensen in staat zijn hun gedachten van wraak en bitterheid te kunnen scheiden van de pijnlijke emoties. En juist daar waar negatieve gedachten de ruimte krijgen, kunnen ze, gevoed door de pijnlijke emoties, leiden tot bitterheid (DiBlasio, 1998, p.78,79). En dit laatste heeft duidelijke gevolgen voor psychische en emotionele stabiliteit. Enright (2000) bevindt zich in een tussenpositie waarbij hij zegt dat vergeving meer inhoudt dan een cognitieve beslissing, en dat deze beslissing maar een deel is van het hele proces. Hierin gaat hij vooral in tegen DiBlasio die uitdrukt dat het proces dus ook snel kan verlopen aangezien het gaat om een beslissing. Samenvattend, zien we dat alle drie de posities de hoofdvraag met ‘ja’ beantwoorden, dat wil zeggen dat ze ergens in het concept: vergeving, ook een wilsbesluit incalculeren. De verschillen bestaan dan in de nadruk die gelegd wordt. Deze nadruk loopt uiteen van een positie dat het wilsbesluit bijna gelijkstaat aan vergeving en dus enorme betekenis heeft, tot de positie dat het wilsbesluit ergens een plek inneemt bij vergeving, als zijnde een element binnen vergeving, maar nooit op zichzelf kan staan zonder emotionele verandering. 3.3.3 BESPREKING VAN COGNITIEVE, AFFECTIEVE EN GEDRAGSMATIGE COMPONENTEN BINNEN VERGEVING Om verder in te zoomen in het concept vergeving, kunnen we het begrip benaderen vanuit diverse lagen; namelijk cognitief, affectief en conatief. Of wat wordt zichtbaar in vergeving in het verstand, in de emotie en in het handelen. Wanneer de literatuur in vogelvlucht passeert, worden omschrijvingen vanuit deze drie niveaus van de ziel vaak gepresenteerd. De indeling en benadering vanuit cognitie, emotie en gedrag wordt aangedragen door Wade, Johnson en Meyer (2008, p.89). De indeling hieronder komt oorspronkelijk van hen, en daarbij worden er specifiek enkele andere genoemd die hier ook over hebben geschreven. Emotioneel/Affectief: - Negatieve emoties verminderen of verdwijnen (boosheid, bitterheid, wrok, haat, somberheid) - Neutrale of positieve emoties vermeerderen (compassie). Deze toename van positieve emoties is volgens velen ook noodzakelijk (Worthington en Wade, 1999). Enright, Freedman, Rique (1998, p.48) pleiten voor ruimte maken voor morele liefde, omdat er ander enkel koude neutraliteit overblijft. Cognitief: - Verminderen of verdwijnen van gedachten van wraak. Vermindering van rumineren over de gebeurtenis (McCullough, Fincham en Tsang, 2003, p.540) - Toename van begrip richting de dader. Gedrag: - Verminderen of stoppen met afreageren van negatieve gevoelens. - Verminderen of stoppen van het vermijden van plaatsen die herinneren aan de gebeurtenis. - Bereidheid om met de dader in gesprek te gaan. - Bereidheid tot stappen richting verzoening als de dader op een positieve manier reageert. Concluderend kan gezegd worden dat de meeste onderzoekers overeenstemmen in de opvatting dat het bij vergeving gaat om een vermindering in negativiteit in gedachten, gevoelens en gedrag en een toename van positiviteit in gedachten, gevoelens en gedrag, ten aanzien van de dader.
24
3.3.4 BESPREKING VAN TE ONDERSCHEIDEN BEGRIPPEN: WAT IS VERGEVING NIET? Origineel bestond het begrip vergeving voornamelijk in de religieuze sferen. Omdat vergeving in de laatste decennia een plaats heeft gekregen in een nieuw veld, namelijk de psychologie, is het goed om dit begrip goed onder de loep te nemen. Hieronder bekijken we het begrip op inhoudsniveau door het te onderscheiden van andere nauw verwante begrippen. Deze begrippen liggen er dicht tegenaan, maar hebben wel een duidelijk andere lading of dekking. Hieronder volgt een opsomming van een aantal nauw verwante concepten die onderscheiden moeten worden van vergeving. Vergeving wordt door Enright, Freedman, Rique (1998, p. 48,49) onderscheiden van: - Ontkenning: aangezien dit gaat over de onbereidwilligheid om pijn onder ogen te zien. - Gedogen: omdat dit de overtreding verwijdert en dientengevolge ook de noodzaak tot vergeving. - Verontschuldigen: omdat dit alleen gegeven kan worden door een representatieve gezagsdrager van de samenleving zoals een rechter. - Vergeten: aangezien dit het bewustzijn verwijdert van de overtreding en vergeven meer is dan niet meer denken aan de overtreding. - Verzoening: aangezien dit de relatie herstelt en daarom een dyadisch proces is. - Recht zien geschieden, bijvoorbeeld door de rechter - Loslaten en doorgaan: omdat dit de overtreding wegneemt en er geen weg naar vergeving wordt ingeslagen. Daarnaast worden er waarschuwingen geuit in de opvatting van vergeving. Pseudovergeving wordt door Enright et al (1998, p.49) omschreven als een beweging om macht over anderen te verkrijgen door hen te herinneren aan hun falen en morele superioriteit uit te oefenen. Dit gaat dan over mensen die vergeving vanuit machtspositie kunnen inzetten en herhaaldelijk gebruiken om deze positie te bewaren. Dit gaat in tegen de inhoud van het concept vergeving waarbij wordt gesteld dat de keuze tot wraak of vergelding wordt opgegeven. In het geval van pseudovergeving wordt dit niet gedaan. Hegger (2001) ziet dit gevaar waarin macht een rol speelt, vanuit precies de andere kant. Wanneer de dader vergeving gebruikt om het slachtoffer onder druk te zetten, bijvoorbeeld door te wijzen op het feit dat hij vergeven is door God en dus nu ook van de ander vergeving verwacht, handhaaft hij nog steeds een machtsstructuur. Deze machtsstructuur is het verlengde van de daad, waarbij de dader een mate van macht heeft gehad over het slachtoffer. Hier is dus sprake van het misbruiken van misplaatste macht. Belangrijk is dat het slachtoffer alle tijd en ruimte krijgt om zelf in het proces van vergeving keuzes en stappen te zetten. Een andere vorm van pseudovergeving wordt omschreven door Lauritzen (1987). Hij waarschuwt tegen vergeving die plaatsvindt vanuit zwakheid en angst. Wanneer het slachtoffer vanuit lage zelfwaarde vergeeft, kan het zijn dat er geen (h)erkenning is van de volle omvang van het onrecht. Dan wordt vergeving geschonken, maar eigenlijk is het gedogen of verontschuldigen. Bij ‘echte’ vergeving is het noodzakelijk dat het slachtoffer daadwerkelijk (on)recht herkent en erkent. Elder benadrukt (1998) dat vergeven niet betekent dat de daad maar door de vingers moet worden gezien, of dat het op welke manier dan ook moet verdwijnen. Het betekent juist dat de daad zorgvuldig en bedachtzaam herinnerd moet worden waarna er wat mee kan gebeuren. 3.3.5 SAMENVATTING EN KRITISCHE REFLECTIE Er is een beeld ontstaan vanuit de literatuur van wat er wordt verstaan onder vergeving in de psychologie. Dit beeld omvat de beknopte definiëringen, maar ook de uitwerkingen in de theorie over hoe vergeving geïnterpreteerd moet worden. Zo kunnen we allereerst concluderen dat er toch een algemene consensus is ontstaan als het gaat om een heel aantal kernbegrippen die horen bij het concept vergeving. Niet elke definiëring zal dezelfde woorden hebben, zoals ook zichtbaar in de
25
definiëringen van Enright, North, McCullough en Worthington, maar er zijn zeer duidelijk karakteristieken te onderscheiden in een terugkerend patroon bij verschillende onderzoekers. Hieronder zal een beeld gegeven worden van verschillende elementen die horen bij de omschrijving van het concept vergeving. - Vergeving is een proces, en niet zozeer een gebeurtenis, bestaande uit emotionele, cognitieve en gedragsmatige componenten (Wade, Johnson en Meyer, 2008, p.89). - Vergeving bestaat uit twee soorten: een vergeving gebaseerd op een beslissing en emotionele vergeving wat ook veranderde cognitie, emotie en motivatie omsluit. Waarbij op beslissing gebaseerde vergeving wel kan leiden tot veranderingen in emotie/gedrag. Dit is bij emotioneel gebaseerde vergeving per definitie het geval (Worthington, 2007, p.292). - Vergevingsproces bevat twee elementen: vermindering of eliminatie van negatieve gevoelens/gedachten/gedrag en vermeerdering van positieve gevoelens/gedachten/gedrag richting de dader (Wade, Johnson en Meyer, 2008, p.89). - Deze elementen zijn verbonden met het vrijwillig opgeven van of het afstand doen van iemands recht op wraak (Freedman en Enright, 1996, North, 1987, p.502). Het opgeven van het recht op wraak lijkt in de definiëringen te gebeuren op twee manieren, namelijk door ofwel een keuze om dit recht op te geven, ofwel door het te vervangen met emoties als empathie en compassie. Dit laatste lijkt niet altijd zo actief te zijn, als wel dat wanneer er met begrip en daaraan verbonden empathie en compassie gekeken kan worden naar de dader, dit invloed heeft op het opgeven van dit recht. Maar ook omgekeerd heeft de keuze om het recht op wraak los te laten invloed op het toenemen van positief affect richting de dader. Concluderend kunnen we drie definiërende kenmerken onderscheiden behorend bij vergeving. 1. Het vermogen om de daad van onrecht te (h)erkennen en daarbij behorend gevoelens van boosheid en haat en gevoelens of gedachten van wraak. 2. Keuze van het loslaten van wraak, wat samengaat met het verminderen van negatieve emoties en een toename van positieve emoties richting de dader. 3. Vrijheid van het verlangen om de dader te straffen of vergelding te willen hebben. Een voorstel voor een eigen definiëring luidt, op basis hiervan, als volgt: “Vergeving is een proces, niet een op zichzelf staande gebeurtenis, waarbij ons hele wezen betrokken raakt, dat wil zeggen ons verstand, gevoel en gedrag, en waarbij een beweging / verandering zichtbaar wordt, in afname van negativiteit en toename van positiviteit richting de dader, samenhangend met een keuze in het opgeven/loslaten van iemands recht op wraak.”
26
3.4 VERGEVING VANUIT CONTEXTUEEL PERSPECT IEF: DEFINIËRING Om iets over vergeving te kunnen zeggen vanuit een contextueel kader, is het noodzakelijk om te begrijpen wat de contextuele benadering inhoudt. In dit hoofdstuk zullen we de relationele ethiek definiëren binnen het contextuele gedachtegoed van Ivan Böszörményi-Nagy3, grondlegger van de contextuele therapie. Alvorens dit uit te werken, volgt een omschrijving van de betekenis van de relationele ethiek van Nagy, evenals een aantal essentiële begrippen die de relationele ethiek bepalen. Het zal in de loop van dit hoofdstuk duidelijk worden dat de contextuele benadering met ontschuldiging een waardevol inzicht geeft en van grote waarde is in het proces richting vergeving Daarbij geloven we dat het herstel binnen partnerrelatietherapie kan bevorderen. Naast de grondlegger van de contextuele therapie hebben we ook veelvuldig gebruik gemaakt van de literatuur geschreven door Catherine Ducommun-Nagy. Zij is de vrouw van de grondlegger van het contextuele denken. In het vervolg zullen we naar haar refereren met 'Ducommun'. Naast Nagy als grondlegger, is Hargrave, als beroemde Amerikaanse gezinstherapeut en “professor of marriage and family therapy”, een belangrijke inspiratiebron voor ons onderzoek. Hargrave ontwerpt een methode aan de hand van de contextuele benadering die ons helpt de begrippen van Nagy te begrijpen en toe te passen binnen therapeutische sessies met echtparen. Ook heeft hij verschillende boeken geschreven over vergeving waarin hij een methode ontwikkeld voor het proces van ontschuldiging en vergeving. Het verschil tussen beide begrippen wordt nog nader gedefinieerd. 3.4.1 INLEIDING IN DE VIERDE DIMENSIE: DE RELATIONELE ETHIEK Nagy onderzoekt de oorzaak van relationele pijn aan de hand van zijn contextuele 'family therapy' oogpunt (e.g. Nagy,1987; Nagy & Krasner 1986; Nagy & Spark, 1984). Vier dimensies Volgens het perspectief van Nagy bestaat de mens in 4 dimensies (Naga, 1986, p.59-85). 1. De dimensie van de feiten waarin onze werkelijke feitelijkheden in liggen verankerd: genetische inbreng, fysieke gezondheid, historische gegevens, gebeurtenissen uit de levenscyclus. 2. De dimensie van de psychologie waarin integratie plaatsvindt van subjectieve ervaring en motivaties van de mens. 3. De dimensie van de transacties bevat het patroon van transacties en communicatie tussen meerdere mensen tegelijkertijd. 4. De dimensie van de relationele ethiek, ook wel “de ethiek van gepaste aandacht en verdiend vertrouwen” genoemd (Nagy,Krasner,1986, p74). “Deze dimensie is gefundeerd op zorg voor het zijn die gebaseerd is op existentiële onderlinge afhankelijkheid. Het gaat om: de consequenties van het verleden voor het heden en de toekomst; de uitwerking van deze consequenties op iedere betrokkene in een familie, ongeacht zijn of haar gedrag; de ontwikkeling van relationele hulpbronnen; de preventie van nieuwe kwetsuren en beschadigingen voor de huidige en toekomstige generaties.” (Nagy,Krasner,1986, p.82). De vierde dimensie die de basis vormt van de contextuele benadering, gaat over een subjectieve balans van rechtvaardigheid, betrouwbaarheid, loyaliteit, verdiensten en gerechtigde aanspraak in relaties tussen mensen. 3
In het vervolg van dit onderzoek zal gesproken worden over ‘Nagy’, zowel in de tekst als in de literatuurverwijzingen. Dit is de gebruikelijke afkorting van de naam Ivan Böszörményi-Nagy. De naam Nagy wordt uitgesproken als Nodzj.
27
Rechtvaardigheid Relationele ethiek vindt zijn oorsprong in het idee dat de mens een innerlijk gevoel van rechtvaardigheid heeft dat om balans vraagt tussen het recht hebben om te ontvangen binnen een relatie en de plicht hebben om te geven aan die ander om de relaties levend te houden. Wanneer mensen zich in relaties bevinden waarin er een balans van geven (verplichtingen) en ontvangen (verdiensten) opgebouwd is binnen een bepaalde tijd dan is het innerlijke gevoel van rechtvaardigheid bevredigd en betrouwbaarheid is een feit. Net zoals vele andere therapeuten, menen de contextueel therapeuten dat een van de belangrijkste voorspellers van onze daden ligt in onze verwachtingen van rechtvaardigheid en wederkerigheid in relaties. Vanuit deze gedachte wordt ons handelen bepaald door het willen bereiken van een bepaalde mate van rechtvaardigheid in relatie met anderen. Het vermogen om te vergeven word bepaald door de mate van rechtvaardigheid en kijk op rechtvaardigheid die we hebben opgebouwd in onze relaties gedurende ons leven (Ducommun, 2009). Ducommun trekt vergeving door naar de balans van de relationele ethiek, omdat vergeven ook betekent dat je iets geeft aan die ander, en daarmee de relationele balans beïnvloedt. De relationele balans tussen partners Om te demonstreren hoe belangrijk betrouwbaarheid is binnen relaties, nemen we een eenvoudige symmetrische relatie in gedachten zoals die bestaat tussen partners. Omdat relaties zijn gebaseerd op een evenwicht van schuld (geven) en verdiensten (nemen) kunnen we ze vergelijken met een boekhoudkundige rekening in een grootboek of balans. Hargrave (2000) stelt een relationele balans voor tussen een man en een vrouw in een tabel (zie tabel ). Op de linker kant van de balans zien we de verdiensten (nemen4) die de ene partner gerechtigd is te ontvangen van de andere partner: respect, zorg en intimiteit. De rechterkant van de balans geeft een overzicht van wat de ene partner verschuldigd is (geven) aan de andere. Het geven in de lijst komt overeen met het nemen, omdat eenzelfde geven en ontvangen nodig zijn om een evenwichtige symmetrische of rechtvaardige relatie tussen partners te behouden. Tabel 1: Illustratie van de relationele balans tussen partners: Verdienste hebben of ontvangen (wat individuen gerechtigd zijn te ontvangen)
Verschuldigd zijn of geven (wat individuen verschuldigd zijn te geven)
1. Respect
1. Respect
2. Zorg
2. Zorg
3. Intimiteit
3. Intimiteit
Onze hersenen bezitten structuren die het mogelijk maken om te registreren wat we ontvangen en wat we geven (Barkow, Cosmides en Tooby, 1992). Wanneer we dus aan anderen geven, verwachten wij automatisch terug voor onze investering. Andersom, wanneer we iets van anderen ontvangen, zijn we automatisch die ander iets verschuldigd. Zo worden wij aangespoord tot geven wanneer we ontvangen binnen een rechtvaardige relatie. In dat geven en ontvangen ontmoeten we 4
Nagy spreekt over “nemen”, maar men kan het ook lezen als “ontvangen”. Als onderzoekers prefereren we het laatste, omdat het woord nemen verward kan worden met “recht hebben op”, dat is in onze ogen minder genuanceerd dan ”recht verdienen op”. Dit laatste legt meer de nadruk op de ontvankelijkheid van het nemen.
28
die ander. De balans van geven en ontvangen in dit soort relaties hoeft niet op elk moment exact in evenwicht te zijn. Als partners met elkaar omgaan, is het immers zo dat men de ene keer meer ontvangt dan wat men geeft. Betrouwbaarheid komt dan ook tot stand doordat de balans in de relatie in evenwicht is over een langere tijdsperiode (Hargrave & Anderson, 1992). Het is zoals een koorddanser die over een kabel loopt. Hij balanceert zijn gewicht vele keren heen en weer om over het geheel zijn evenwicht te behouden. Zo gaat dat ook in relaties. Er is een afwisseling van geven en nemen gedurende ons leven, die ons in staat stelt om een globaal evenwicht te behouden en betrouwbaarheid op te bouwen in relaties. Destructief recht Als er sprake is van verstoring in de relationele balans, dan betekent dit dat er onrechtvaardigheid heeft plaats gevonden en voelen individuen zich bedrogen of overvraagd in relaties. Door dit resulterende tekort aan betrouwbaarheid en rechtvaardigheid bouwen mensen destructief gerechtigde aanspraak op. Nagy (1986, p.473) zegt over destructief gerechtigde aanspraak: “Destructief recht escaleert tot te veel gerechtigde aanspraak, recht evenredig met de mate waarin de volgende factoren zich opstapelen: het kind krijgt geen adequate koesterende zorg; de behoefte van het kind aan vertrouwen, toewijding en liefde worden uitgebuit; het kind ontvangt wantrouwen, oneerlijkheid en misleiding in ruil voor zijn vertrouwen en toewijding; het kind krijgt ten langste leste de schuld van het mislukken van relaties van volwassenen. Als gevolg daarvan is het kind gerechtvaardigd de wereld van de volwassenen als zijn debiteur te beschouwen. Het kind is echter niet in de positie de wereld haar schuld te laten erkennen. Erger nog is iedere poging van het kind later bij anderen zijn recht te halen, want dan wordt het kind (of de volwassene) de bron van nieuw onrecht.” Destructief recht wordt zichtbaar op vele manieren, waaronder: paranoïde gedrag, vijandigheid, boosheid, emotionele disbalans en destructieve kwetsuren aan anderen individuen (Nagy, 1986). Het is van belang om dit begrip te definiëren omdat het veel zegt over hoe mensen schade oplopen in relatie tot anderen. Die schade (destructief opgebouwd recht) kan op zijn beurt weer doorwerken in andere relaties. De noodzaak van vergeving Als wantrouwen de relatie binnendringt, zullen de partners naar bedreigingen en manipulatie grijpen om alsnog te krijgen wat ze verdienen. De gevolgen daarvan zijn bijna altijd schadelijk voor de relatie en zullen niet zelden leiden tot de beëindiging ervan. Ondanks het feit dat de partners misschien veel van elkaar houden, kan het gebrek aan vertrouwen de relatie gemakkelijk vernietigen. Uit deze omschrijving van Ducommun (2002) blijkt hoe belangrijk het is dat de balans van geven en ontvangen in beweging is in relaties. Maar daar waar mensen in verbondenheid met elkaar leven, loopt men onvermijdelijk kwetsuren op die vragen om heling en genezing. Wederkerigheid, billijkheid en betrouwbaarheid zijn daarom essentiële elementen in het vergevingsproces om relaties tussen familieleden binnen een generatie en tussen de verschillende generaties door gezond te houden. 3.4.2 VERGEVING EN ONTSCHULDIGING ALS TWEE BEGRIPPEN BINNEN DE DEFINIËRING VAN VERGEVING Allereerst willen we stilstaan bij een ander begrip wat in de contextuele benadering wordt aangebracht door Nagy, namelijk 'exoneratie'. Dit is een letterlijke vertaling van het engelse woord 'exoneration'. In het nederlands wordt dit door auteurs ook wel vertaald als 'ontschuldiging. Beide woorden, zowel exoneratie als ontschuldiging worden teruggevonden in de Nederlandstalige
29
literatuur. Wij kiezen ervoor het begrip ontschuldiging verder in de tekst te gebruiken. Maar het woord ontschuldiging wordt vaak verward met het begrip verontschuldiging. Verontschuldigen betekent: “van schuld vrij spreken”(van Dale, 2013). De schuld bestaat in dat geval niet meer, terwijl bij het begrip ontschuldigen volgens Nagy de schuld wordt verdaagd door er een volwassen beoordeling aan te geven. In dit hoofdstuk zullen we ons bezig houden met de definiëring van vergeving binnen contextuele kaders. Daarom gaat het in deze paragraaf niet alleen over vergeving maar ook het begrip ontschuldiging komt aan bod. Bewust kiezen we ervoor om beide begrippen in eenzelfde context te definiëren omdat ze in de contextuele benadering beide gebruikt en gehanteerd worden. In dit gedeelte zullen verschillende auteurs binnen het contextuele denken aan het woord komen over hun zienswijze op het begrip vergeving of ontschuldiging. We zullen starten met de grondlegger van het contextuele gedachtegoed, namelijk Nagy. VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VOLGENS NAGY Hoewel Nagy niet expliciet over vergeving spreekt in de contextuele benadering zegt hij er wel iets over. Nagy heeft voornamelijk een afwijzende theoretisering over het begrip vergeving en vervangt dit begrip door een ander, hierop gelijkend begrip, wat hijzelf bedacht en betekenis gegeven heeft. Nagy (1986, p.478) definieert ontschuldiging als volgt: “Ontschuldiging is het proces waarin de last van schuld bij iemand die wij tot dan toe de schuld hebben gegeven, van de schouders wordt genomen. Ontschuldiging is het resultaat van een volwassen hertaxatie van de slachtoffering van de tekort schietende ouder in zijn jeugd. Ontschuldiging vervangt een raamwerk van schuld door een volwassen beoordeling van keuzen, inspanningen en grenzen van iemand (of een situatie) in het verleden”. (Nagy,Krasner,1986, p.478) In datzelfde hoofdstuk zet Nagy ontschuldiging en vergeving naast elkaar: “Ontschuldigen verschilt van vergeven. Daadwerkelijk vergeven laat gewoonlijk de veronderstelling van schuld onverlet en laat de grootmoedigheid van degene die vergeeft, zich uitstrekken tot diegene die hem of haar heeft gekwetst. Door vergevingsgezindheid aan te bieden ziet iemand ervan af om de schuldige aansprakelijk te stellen en een straf te eisen”. (Nagy,Krasner,1986, p.478) Nagy (Nagy & Krasner, 1986, p.416) geeft drie kenmerken van vergeving zoals hij dat voorstelt. Deze drie kenmerken zijn tegelijk de punten waarin zijn kritiek op het begrip vergeving duidelijk wordt. 1. “Vergeving bewaart de veronderstelling van schuld” (p.416). De veronderstelling, dat de andere schuldig is, blijft bestaan. De grond voor de beschuldiging blijft bestaan. 2. Vergeving is een daad van grootmoedigheid, generositeit tegenover de andere. Door deze grootmoedigheid komt de dader nog meer in de schuld te staan. Niet in morele zin, maar wel in relationeel-ethische zin. Nagy ziet vergeving eerder als een vorm van “geven om niets, een zuivere grootmoedigheid, die niet aansluit bij relationeel-ethische balansen, maar integendeel, deze te buiten gaat” (Nagy, 1986, p. 173). 3. “Vergeving is het afzien van de eis tot straf voor de dader” (p.416). Nagy stelt dat vergeving de ander niet zuivert, maar dat het gaat om een keuze van het slachtoffer om de ander niet aansprakelijk te stellen en af te zien van wraak of genoegdoening. De eisen worden losgelaten, maar de basis ervoor blijft bestaan. Hiernaast plaatst hij dus ontschuldiging, waarbij hij benadrukt dat er wel iets met de schuld gebeurt. De schuld wordt verdaagd doordat er een volwassen beoordeling aan gegeven wordt. Er wordt
30
anders naar de schuld gekeken. De misdaad wordt in een nieuw licht geplaatst. Hierbij wordt de dader van de beschuldiging vrijgesproken of de schuld wordt minder aangerekend. Degene die ontschuldigd wordt, wordt ontheven van de last om terug te betalen, wordt dus ontheven van compensatie. En dus vindt er als het ware een herschikking plaats in de balans van geven en ontvangen. Hierdoor ontstaat er nieuwe ruimte en vrijheid om met elkaar verder te bewegen in de relatie. De dader blijft objectief schuldig, maar door het niet aanrekenen, is er een nieuwe opening om de balans van geven en ontvangen weer in beweging te brengen. Daarbij is ontschuldiging in Nagy's opvatting niet allereerst voor de dader, maar is allereerst een therapeutische hulpbron voor het slachtoffer. Hierbij spreekt hij vooral van ontschuldiging binnen de relatie tussen ouders en kinderen. Samenvattend ziet Nagy geen heil in vergeven omdat de schuld blijft bestaan, en de kans bestaat dat de dader zijn schuld alleen maar vergroot door vergeving te vragen, wat de balans van de relationele ethiek niet doet bewegen. Nagy pleit wel voor herstel in de relatie tussen mensen, en doelt daar vooral op herstel van rechtvaardigheid door die onrechtvaardigheid in de context te onderzoeken. De schuld wordt opnieuw getaxeerd, en er is sprake van een vrijwaring van aansprakelijkheid. VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VOLGENS ONDERWAATER Onderwaater, klinisch psycholoog/psychotherapeut, leertherapeut, gespecialiseerd in relatie en gezinstherapie, onderstreept Nagy met haar definitie van ontschuldiging: ”.niet de last van schuld van iemands schouders word genomen. In het Nederlandse woord “ontschuldiging” zit het woord schuld, wat vaak tot verwarring leidt. Ontschuldiging heeft namelijk niets te maken met het wegnemen van schuld bij iemand. Wat er bedoeld wordt is: verstaan, doorkrijgen en begrijpen van de achtergrond van iemand en zijn gedrag. De schuld van ouders wordt bij ontschuldiging niet kwijtgescholden. Het hebben van schuld is relationeel en heeft bij problemen vaak te maken met de schade die er berokkend is aan een ander of, in bredere zin de schade die berokkend is aan de menselijke orde”. (Onderwaater,2003, p.171-172) Nagy gebruikt het begrip ontschuldiging binnen de ouder-kind relatie maar dit kan volgens Onderwaater ook betrekking hebben op partner, broer, zus, vriend, relaties. Onderwaater plaatst een kanttekening bij ontschuldiging alleen, zonder vergeving. Het risico dat dit proces leidt tot het vergoelijken en goed praten van fout gedrag is aanwezig. Daar heeft de therapeut een essentiële rol in en hij zal daar alert op moeten zijn. Onrecht hoeft niet gerelativeerd te worden, er komt alleen een verhaal naast het onrecht en mogelijk volgt er volgens haar een vergevingsproces. VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VOLGENS DUCOMMUN Ducommun ziet vergeving als een streven naar herstel. Dit gebeurt door middel van het installeren van een dialoog waarin er gestreefd wordt naar het in beeld brengen van wat er heeft geleid tot de onrechtvaardigheid. Ze vergelijkt vergeving, als subjectieve daad, met rechtvaardigheid. Er bestaat geen absolute definitie van het begrip, omdat het gaat om een subjectief gevoel van rechtvaardigheid. In die zin hangt de capaciteit om te vergeven dus niet af van psychologische karakteristieken, maar van onze ervaring van rechtvaardigheid binnen relaties. De definitie van wat onrecht inhoudt kan alleen bereikt worden in dialoog met alle betrokkenen binnen die relatie (Duccommun, 2009). Om vergeving te bereiken is het van belang dat er een dialoog ontstaat, niet per definitie tussen dader en slachtoffer, maar vooral tussen gezinsleden. Alle betrokkenen zijn beïnvloed en getroffen door het onrecht wat heeft plaats gevonden en het gaat dus ook allen aan. Ducommun ziet vergeving als een bron van versterking van autonomie omdat
31
vergeven de mogelijkheid biedt de dialoog te herstellen tussen individuen. Door deze dialoog is men weer in contact met elkaar en is de weg vrij om weer te geven en ontvangen van en aan mensen die fouten maken. We lopen allemaal kwetsuren op in ons leven aangericht door mensen met wie we verbonden zijn. We zouden in een groot isolement terecht kunnen komen als we niet in staat zijn om te vergeven, op zijn minst een aantal van hen. Anderen zijn nodig om ons te bevestigen als autonome mensen. We zouden verliezen als we niet in staat zijn te vergeven omdat het onze kansen zou verkleinen om autonomie te bereiken (Ducommun, 2009). Een voorbeeld van ontschuldiging illustreert Ducommun met het volgende voorbeeld. Wanneer ouders een ernstig gehandicapt kind hebben, kunnen ze door de beperkingen van hun kind pijn gedaan zijn. Het kind kan het zorgen niet beantwoorden. Of het voorbeeld van een erg zieke persoon die niets terug kan geven tegenover alle zorg die hij ontvangt. Ze legt uit dat deze personen niet vergeven hoeven te worden, omdat er niets is om te vergeven. Het enige dat nodig is, is dat de realiteit van hun beperking geaccepteerd moet worden en hierdoor worden ze van elke schuld ontschuldigd. Door het proces van ontschuldiging bevrijden we de persoon van de eigenlijke beschuldiging. Hierdoor is er geen noodzaak meer voor daadwerkelijke vergeving. VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VOLGENS HARGRAVE Hargrave is van mening dat vergeving, gestoeld op de contextuele benadering, mogelijk een oplossing biedt voor het herinstalleren van rechtvaardigheid in relaties (Hargrave, 1997). Vergeving Het werk van vergeving, omschrijft Hargrave als een inspanning in het herstellen van liefde en vertrouwen in relaties op een dergelijke manier dat slachtoffers en daders een einde kunnen maken aan de destructief gerechtigde aanspraak. Vergeving is volgens hem onderverdeeld in twee categorieën waaronder ontschuldiging en vergeving. Ontschuldiging Ontschuldiging wordt gedefinieerd, volgens Hargrave, als “De inspanning van een persoon die onrecht heeft ervaren of lijdt om het gewicht van de schuld van de persoon die dader is, te verlichten.”(Harkgrave, 1994a) Hargrave bewijst in zijn definiëring dat ontschuldiging daadwerkelijk tot verlichting van de schuld kan leiden. Begrip en inzicht zijn dan van essentieel belang. Het mooie van deze visie is dat het slachtoffer een belangrijke rol heeft in het maken van keuzen om het stoppen van de schade die de daad aanricht te bewerkstelligen. Het heeft met keuzes te maken. Het enige wat bij ontschuldiging nog niet zichtbaar wordt is de rol van de dader. Bij vergeving is er sprake van tweezijdigheid, maar bij ontschuldiging is dat zeker geen voorwaarde. Maar deze eenzijdige daad kan grote positieve gevolgen hebben, die het vergevingsproces kunnen bevorderen. Wanneer vergeving en ontschuldiging naast elkaar worden gezet, is de een niet beter dan de ander, maar het onderscheid van de twee doen een verschillend appèl op de relatie tussen het slachtoffer en de dader. Hargrave (1994a) meent dat ontschuldiging meer te maken heeft met de interne processen van het slachtoffer en zijn of haar vermogen om inzicht te krijgen in hoe de pijn heeft kunnen plaatsvinden om zo enige vorm van identificatie en erkenning te krijgen met de dader. Vergeven vraagt anderzijds, dat het slachtoffer en de dader zichzelf betrekken in interacties die gericht zijn op het herstellen en bouwen van liefde en vertrouwen in de relatie.
32
VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VOLGENS DILLEN Dillen (2004), theologe, maakt ook een vergelijking tussen beide begrippen. Hargrave, Dillen en Onderwaater betrekken ontschuldiging op diverse relaties, en niet enkel op de ouder-kind relatie zoals Nagy dit deed. Zowel in de generaties van families als in broers- en zussenrelaties en partnerrelaties. Volgens Dillen bestaan er overeenkomsten en accentverschillen in de betekenis van vergeving en ontschuldiging. Hieronder hebben we een overeenkomst en een tweetal verschillen benoemd: Overeenkomst: Bij vergeving en ontschuldiging blijft de schuld bestaan, maar de last van de schuld kan opgeheven worden. Nagy benoemt dit proces als zijnde ontschuldiging. Bij het bevrijd worden van deze last, wordt er als het ware uitgedrukt dat de dader al genoeg geleden heeft. Het slachtoffer wordt bevrijd van de last van wrok en haat. Accentverschil: – Het doel van exoneratie is met name door middel van de hertaxatie te komen op een positievere relatie met zichzelf, de partner, kinderen en een goede toekomst voor het nageslacht. Het doel van vergeving heeft dit ook wel in zich, maar exoneratie is eerder de vernieuwing van de geschonden relatie in het verleden, zonder dat dit perse uitmondt in een vorm van verzoening. – Exoneratie is het proces dat het slachtoffer aflegt om vergeving te kunnen aanbieden. Vergeving is pas gerealiseerd als de dader zich ook openstelt om vergeving te ontvangen, door schuld te bekennen. Verzoening is vervolgens het proces waarin er groei naar elkaar toe plaatsvindt. Een citaat van Dillen dat weergeeft waar volgens haar in wezen de twee woorden elkaar raken: “Wanneer in de exoneratie een hertaxatie plaatsvindt, dan zullen velen zeggen dat ze de dader nog niet 'vergeven' hebben. Wanneer het slachtoffer de bereidheid tot het ontvangen van vergeving van de dader verneemt, dan zal hij of zij ook voelen dat er iets anders kan worden 'aangeboden' dan 'exoneratie': het slachtoffer voelt dat hij kan 'vergeven'. Datgene wat wordt aangeboden (vergeving of exoneratie) is in feite hetzelfde” (Dillen, 2004, p.180). Dillen concludeert dat na de herinterpretatie van vergeving, vergeving en exoneratie eigenlijk dicht tegen elkaar aanliggen en dat zij enkel spreekt van accentverschillen. 3.4.3 SAMENVATTING OP VERGEVING EN ONTSCHULDIGING VANUIT CONTEXTUEEL PERSPECTIEF Nagy heeft met de dimensie van de relationele ethiek een hele nieuwe basis gelegd voor het bestaan in relatie met anderen, bezien vanuit betrouwbaarheid, billijkheid en rechtvaardigheid binnen die relaties. Nagy streeft naar herstel van relaties die te lijden hebben onder invloed van het leven vanuit destructief recht. Nagy ziet geen heil in vergeven omdat de schuld altijd blijft bestaan, en de kans bestaat dat de dader zijn schuld alleen maar vergroot door vergeving te vragen, wat de balans van de relationele ethiek niet doet bewegen. Nagy pleit wel voor herstel in de relatie tussen mensen. Hij doelt met name op herstel van rechtvaardigheid door die onrechtvaardigheid in de context te onderzoeken. Het herstelproces wordt bevordert door ontschuldiging. Het grote verschil tussen ontschuldiging en vergeving is dat bij ontschuldiging de schuld niet op dezelfde manier blijft bestaan, maar er vindt 'vrijwaring van aansprakelijkheid' plaats. Er verandert iets in de relatie doordat het slachtoffer in staat is om inlevingsvermogen te ontwikkelen in het slachtoffer. Dit stelt het slachtoffer zelf in staat om de pijnlijke gevolgen van een daad te verlichten. De schuld wordt uiteindelijk minder aangerekend. Ontschuldiging is allereerst en hoofdzakelijk een intrapersoonlijk proces van het slachtoffer en niet zozeer van de dader.
33
Andere contextuele auteurs schrijven over vergeving en ontschuldiging vanuit wat andere invalshoeken. Voor de meningvorming van ons als onderzoekers en die van de lezer is het relevant om anderen, zoals Ducommun, Onderwaater en Hargrave aan het woord te laten. Ontschuldiging heeft niet alleen betrekking op de intergenerationele relaties (ouder- kind), maar ook op andere relaties zoals tussen broers en zussen en partners. Ontschuldigen zonder vergeven kan leiden tot vergoelijken van gedrag (Onderwaater, 2009). Vergeving betekent, volgens Ducommun, het streven naar herstel in relaties door middel van het installeren van een dialoog waarin er gestreefd wordt naar het duidelijk krijgen van wat er heeft geleidt tot de onrechtvaardigheid. Ook biedt het herstel van een dialoog tussen mensen, de gelegenheid om te groeien in autonomie, omdat een mens zijn bestaan bevestigd krijgt in relatie tot anderen. Dit is gebaseerd op het filosofische gedachtegoed van Buber, een inspiratiebron van Nagy. Hargrave is van mening dat vergeving, gestoeld op de contextuele benadering, mogelijk een oplossing bied voor het herinstalleren van rechtvaardigheid in relaties. Kijkend naar ontschuldiging enerzijds en vergeving anderzijds is er niet een beter dan de ander, maar het onderscheid van de twee doen een verschillend appèl op de relatie tussen het slachtoffer en de dader. Samen werkt hij de begrippen uit in een concept. Volgens Hargrave wordt het proces van vergeving gevormd door ontschuldiging in combinatie met vergeving. Dit zullen we nog nader uitwerken in hoofdstuk 2. 3.4.4 CONCLUSIE Er is een beeld ontstaan vanuit de contextuele literatuur van wat men verstaat onder het begrip vergeving. Dit beeld omvat de beknopte definiëringen, maar ook de uitwerkingen in de theorie over hoe vergeving vanuit contextueel perspectief geïnterpreteerd moet worden. Zo kan men concluderen dat vergeving als proces een belangrijke plek heeft ingenomen binnen de contextuele hulpverlening, niet alleen vanuit het begrip vergeving, maar ook vanuit het begrip ontschuldiging. Hoewel Nagy zich wil distantiëren van het begrip vergeving, lijkt ontschuldiging zeker te maken te hebben met vergeving. Al noemt hij dit niet zo, zijn opvolgers werken dit wel als zodanig uit. Als grootste verschil tussen vergeving en ontschuldiging volgens Nagy is dat bij vergeving zonder ontschuldiging de schuld onaangetast blijft bestaan of zelfs wordt vergroot, terwijl bij ontschuldiging de lading van de schuld veranderd door een volwassen hertaxatie waardoor de schuld opnieuw wordt gekaderd. Door andere contextueel therapeuten ook aan het woord te laten hebben we laten zien dat de opvatting van Nagy erg eenzijdig is en vergeving in een negatief daglicht brengt. Door de opvatting van onder andere Dillen horen we het geluid dat als vergeving op de juiste manier wordt ingebracht, dit de last van de schuld en het onrecht wel degelijk verlicht en een weg biedt tot verzoening. Ducommun, Onderwaater en Hargrave werken vergeving en ontschuldiging nader uit, en geven vergeving een plek binnen de contextuele benadering. In de definitie van Hargrave, is een integratie te vinden tussen beide begrippen waarin de een de ander aanvult. Het proces van vergeving bestaat uit beide begrippen. Ook als onderzoekers zijn we van mening dat deze omschrijving een complete weergave geeft, contextueel gezien, van het proces van vergeving. Beide kunnen hand in hand gaan en elkaar versterken. Ontschuldiging ziet erop toe dat er vanuit een volwassen hertaxatie, een andere betekenis wordt gegeven aan de onrechtvaardigheid die heeft plaats gevonden. Volgens Nagy heeft ontschuldiging wanneer het zorgvuldig wordt doorlopen, uitwerking op de volgende generatie omdat het ontschuldigen het slachtoffer in staat stelt om vanuit een nieuw kader de pijn onder ogen te zien en te plaatsen binnen zijn context. Met ontschuldigen blijft de schuld bestaan, en blijft de dader verantwoordelijk voor zijn daad.
34
We zien ontschuldiging dus als een onderdeel van vergeving. Om het met de woorden van Hargrave uit te drukken: “We differ from most contextual therapists in that we believe that exoneration is a step toward forgiveness and that forgiveness is necessary part of healing relational hurts”(Hargrave, Anderson,1992 p.151). Geïnspireerd door de contextuele benadering durven wij te stellen dat vergeving helemaal past binnen de dimensie van de relationele ethiek. Enerzijds omdat er door middel van vergeven, iets kan gebeuren in de balans van geven en ontvangen, waardoor er meer vrijheid kan ontstaan in relaties. Anderzijds omdat die ander niet alleen wordt gezien als een dader en vijand maar omdat ontschuldiging ons in staat stelt om ons een stukje te identificeren met de dader als mens die ook fouten maakt zoals wijzelf ook fouten maken. Wij zien vergeving als een noodzakelijk onderdeel om relationele pijn te helen. Wij geloven dat ontschuldiging geen vervanging of alternatief is van vergeving, maar dat het een wezenlijk onderdeel vormt in het proces van vergeving. We hebben in paragraaf 3.3.5 een voorstel van een definiëring gedaan op basis van de onderzochte literatuur. Hieronder zullen we een beschrijving geven van vergeving en ontschuldiging vanuit contextueel perspectief. Vanuit de contextuele invalshoek, en voornamelijk vanuit het geluid van de grondlegger, lijkt er geen omarming te zijn van vergeving. Er wordt wel gesproken over ontschuldiging. In een genuanceerder beeld, dat klinkt bij verschillende contextuele auteurs, wordt zichtbaar dat vergeving en ontschuldiging dicht tegen elkaar aan liggen en elkaar dienen. Nagy biedt met ontschuldiging een waardevolle dimensie aan, waarvan wij geloven dat ze een onderdeel is van het proces van vergeving. Bij ontschuldiging gaat het om een volwassen hertaxatie op de gebeurtenis vanuit de dimensie van de relationele ethiek, waarbij de schuld niet verdwijnt, maar een andere betekenis krijgt. Om tot ontschuldiging te komen, is het van belang dat er kennis en inzicht is van het destructieve recht van de ander. Vergeving maakt het proces compleet en stelt mensen in staat om vanuit een doorleefd proces, volledig vrij te komen van hun lijden, niet alleen ten behoeve van zichzelf, maar ook ten behoeve van hun context en de volgende generatie. Hierbij ontstaat er weer beweging in de relationele balans.
35
HOOFDSTUK 4: PROCESBESCHRIJVINGEN VAN VERGEVING VANUIT VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN DEELVRAAG 2: Wat is er vanuit de contextuele literatuur bekend over vergeving binnen het contextuele hulpverleningsproces bij partner relatietherapie.
4.1 PSYCHOLOGISCHE PROCESBESCHRIJVINGEN VAN VERGEVING
Het begrip willen we in dit hoofdstuk verder uitdiepen door het proces te gaan bekijken. Wat zijn elementen die in de beschrijvingen van processen naar voren komen? Hoe gaat vergeving nu in zijn werk, hoe ziet het eruit in de therapeutische kamer? Zijn hierin terugkerende elementen bij de verschillende modellen waarneembaar? Dit zijn de vragen die gesteld worden wanneer we in vogelvlucht een aantal procesbeschrijvingen zullen weergeven. We hebben hierbij gekozen voor twee modellen die een intrapersoonlijke procesbeschrijving geven en twee modellen die een interpersoonlijke procesbeschrijving geven. Deze splitsing in twee dimensies binnen vergeving is binnen de onderzoekswereld ook ontstaan en aangebracht, onder andere door Ross, Kendall en Matters (2004). Hierbij moet wel aangetekend worden dat er aanzienlijk meer aandacht een onderzoek is gewijd aan het intrapersoonlijke vergevingsproces bij het slachtoffer. Er is recentelijk ook meer onderzoek gestart naar vergeving vanuit de dader en naar inter-persoonlijke processen van vergeving. Het laatste model dat genoemd wordt komt uit een populaire psychotherapeutische stroming, namelijk de Emotionally Focused Couple Therapy. Naar aanleiding van deze modellen zijn er veel indicatoren te destilleren die bruikbaar zijn voor het beschrijven van een vergevingsproces. Deze indicatoren zijn weer nuttig wanneer we in het praktijkonderzoek proberen te beschrijven wat er gebeurt in het (contextuele) relatietherapieproces rondom vergeving. 4.1.1 DRIETAL INTRAPERSOONLIJKE MODELLEN VAN EEN VERGEVINGSPROCES ENRIGHT AND THE HUMAN DEVELOPMENT STUDY GROUP Een eerste model dat hier gepresenteerd wordt is afkomst van Enright et al (1996, p.144,145). Deze hebben een model bestaande uit twintig stappen opgesteld. Deze stappen zijn onderverdeeld in vier fasen. Belangrijk hierbij is dat ze benadrukken dat het geen stappenplan is, maar een flexibel model waarin door middel van feedback en feedforward loops heen en weer bewogen kan worden. Fase 1: Uncovering Phase. ‘Leren omgaan met emoties’. Het besef hoezeer je gekwetst en gewond bent. Daarbij wordt je bewust van verdringingsmechanismen en ontstaat de erkenning van boosheid. Fase 2: Decision Phase. ‘Heroverwegen van oude strategieën’. De cliënt krijgt nauwkeurige informatie over het wezen en karakter van vergeving en maakt op basis van dit begrip een beslissing om te vergeven. Deze beslissing wordt mogelijk gemaakt door de erkenning dat strategieën die tot
36
nog toe gehanteerd werden, niet werken. Hierbij ontstaat de keuze om te vergeven wat inhoudt dat je afziet van het recht op vergelding en de houding tot nu toe loslaat. Fase 3: Work Phase. ‘Leren van nieuwe processen’. De cliënt krijgt een ander nieuwe opvatting van de dader door herkadering. Herkadering wil zeggen dat de persoon de dader anders gaat bezien door achtergronden en omstandigheden te bekijken die speelden op het moment van het gebeuren. Dit resulteert in een positieve verandering in het affect: empathie en compassie. Fase 4: Deepening Phase. ‘Consolidatie’. De cliënt kan in het lijden betekenis ontdekken, ervaart meer verbinding met anderen en minder negatief affect. In sommige gevallen krijgt de cliënt een nieuw doel voor zijn leven. In deze fase is de realisering van de ontvangen vergeving in het verleden van anderen ook bekrachtigend voor de beslissing om te vergeven. WORTHINGTON EN ZIJN REACH MODEL Worthington (2005, p. 162-164) heeft een model opgesteld waarbij elke letter een woord weergeeft wat centraal staat in betreffende fase van het proces. Fase 1: Recall of the hurt. De cliënt herinnert zich de kwetsing, op een zo volledig mogelijke wijze, waarbij gedachten, gevoelens en gedrag worden bekeken. Fase 2: Empathize to emotionally replace. De cliënt komt tot het ontwikkelen van een bepaalde mate van empathie voor de dader vanwege het onderzoeken van diverse factoren die hebben geleid tot de kwetsing zelf. Concreet wordt de cliënt uitgedaagd om de gedachten en gevoelens van de dader in te beelden voor en tijdens de pijnlijke gebeurtenis. Tegenstrijdige emotionele en cognitieve reacties kunnen niet samen gaan. Noodzakelijk hierin is dat er tegenover haatgevoelens ook gevoelens van medeleven kunnen worden ontwikkeld. Fase 3: Altruistic gift of forgiving. De cliënt geeft vergeving als altruïstische daad. Om hiertoe te komen, herinneren cliënten zich momenten in hun eigen verleden waarop ze vergeving hebben ontvangen, waarbij ze ervaren hoe het is om vergeven te worden. Nederigheid en dankbaarheid als vrucht leiden tot verhoogde bereidheid van de cliënt om ook een gave van vergeving te doen. Fase 4: Commit to the forgiveness experienced. De cliënt verbindt zich aan de keuze tot vergeving. Hierbij wordt deze keuze uitgebreid en bekrachtigd door middel van verbale of geschreven opdrachten die dit uitdrukken. Fase 5: Hold into forgiveness. Het verbinden aan een keuze van vergeving uit de vorige fase, wordt nu verder geconsolideerd door het vasthouden hieraan. Dit met het oog op de toekomst, wanneer er door opnieuw ontstane pijn ook twijfel kan ontstaan aan dit moment van vergeving. Bij het proces van Worthington staat centraal dat er een besluit ontstaat om te vergeven, en dat dit besluit ook vastgelegd kan worden. Vorming van empathie speelt een grote rol in het komen tot dit besluit. Ook neemt hij duidelijk de toekomst hierin mee door al na te denken over momenten van terugval waarbij de twijfel je overvalt. COLEMAN Coleman (1998, p. 75-94) heeft een vijf fasen model beschreven waarbij hij ook duidelijk beschrijft wat er kan ontstaan in het proces en waar op gelet moet worden. Fase 1: Examine nature of the offense. Dit betekent niet alleen kunnen herinneren wat er gebeurd is, maar ook kunnen herkennen welke betekenis dit heeft voor de persoon. Alle pijn komt van verlies, dit verlies kan bestaan uit drie componenten: verlies van liefde, zelfwaarde of controle. Bijvoorbeeld bij verlies van controle, kan de persoon vergeven onthouden als vorm van behoud van controle. Dit werkt juist tegen de persoon aangezien het behoud van controle door onvergevingsgezindheid juist slachtofferpositie en onvrijheid in stand houdt.
37
Fase 2: Confronting. De persoon confronteert de dader met wat hij gedaan heeft (door een brief of face-to-face). Hiermee ontstaat duidelijke erkenning van het slachtoffer voor zichzelf dat er daadwerkelijk onrecht gebeurd is. Wanneer er weerstand is tegen deze confrontatie, geeft dat aan dat de persoon zijn pijn minimaliseert en zich waarschijnlijk schuldig voelt over de bestaande boosheid. Daarmee wordt het vergevingsproces lastiger. Fase 3: The dialogue to understanding. Het proberen te onderzoeken van het ‘waarom’ van de kwetsing. Betekenis kunnen geven aan een pijnlijke gebeurtenis helpt in het proces van vergeving. Fase 3 is in tegenstelling tot fase 2, waarbij er boosheid geuit mag worden zonder begrijpen, een fase van dialoog. Hierbij wordt er gezocht naar wat er gebeurde en waarom het gebeurde. Belangrijk hierbij is dat het slachtoffer open staat voor het luisteren naar het waarom en niet vanuit de houding dat geen enkel antwoord goed genoeg is. Wanneer dit laatste het geval is, focust het slachtoffer op dat het niet had moeten gebeuren en niet zozeer op dat het gebeurd is. Herkaderen in deze fase is cruciaal. Dat betekent het anders waarderen van de persoon die de dader was, bijvoorbeeld in plaats van iemand te waarderen als ‘gemeen’, het te vervangen door ‘zwak’. Fase 4: Forgiving. Dit is de stap tot vergeving, een grote stap in geloof. In deze stap van vergeving ligt een bereidheid tot vertrouwen ingebed. Fase 5: Letting go. Als je vergeven hebt, blijft nog over dat de pijn van het onrecht losgelaten moet worden. Niet alle pijn zal gelijk verdwijnen en met momenten zal die weer verschijnen, dan is het belangrijk om dat te erkennen en de mogelijke negatieve gedachten of gevoelens ook weer los te laten. Wanneer het loslaten niet lukt, heeft dat te maken met of schuld of wrok. Dit zijn dezelfde dingen: schuld betekent dat je bij iemand nog wat in te lossen hebt en wrok betekent dat iemand bij jou nog wat in te lossen heeft. Beiden kunnen indicatoren zijn dat de eerste fasen nog niet voldoende doorlopen zijn. 4.1.2 SAMENVATTING VAN DE INTRAPERSOONLIJKE MODELLEN De modellen die hierboven kort samengevat in beeld zijn gebracht, beschrijven de psychologische processen die zich afspelen bij vergeving. De intrapersoonlijke procesmodellen beschrijven een opeenvolging van cognitieve, emotionele en gedragsmatige stappen die de persoon onderneemt, onafhankelijk van de aanwezigheid of reactie van de kwetsende persoon. Nu we deze modellen op een rij hebben gezet, is het belangrijk om te ontdekken of we kunnen komen tot een eenduidig beeld van de taken en fasen die er bestaan binnen het vergevingsproces. Overziende alle verschillende stappen, fasen en taken, concluderen wij dat het intrapersoonlijke vergevingsproces hierom gaat: 1. Erkenning van ontstane pijn na onrecht 2. Een verbintenis of een besluit om te vergeven, 3. Cognitieve en emotionele activiteit / gedragsmatige actie. Hieronder werken we deze drie elementen uit in de tekst en onderaan gevoegd is nog een schema waar het overzichtelijk terug te vinden is. 1. Erkenning van ontstane pijn na onrecht In alle modellen is er een moment in het proces, vaak meteen het begin, dat de pijn duidelijk onder ogen gezien moet worden. (H)erkenning van de betekenis die de gebeurtenis heeft in het leven, het geleden verlies op welke manier dan ook, en de manier waarop dit gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloed is wezenlijk. De manier waarop deze gestalte kan krijgen is mogelijk door het ook te uiten richting de dader, wat Coleman en het AIR model beschrijven. Sterk hierin is de component dat eventuele beschermingsmechanismen die terughoudend werken in het erkennen van de volle breedte van het verlies of de geleden pijn, op deze manier zichtbaar worden (bijvoorbeeld door weerstand tegen de confrontatie). Hoe dan ook, welke vorm dan ook gekozen wordt, het onrecht
38
krijgt een gezicht! Het verlies of de pijn bestaat op dieperliggend niveau ook uit een schending van verwachtingen die een persoon heeft over hoe anderen ‘behoren’ te zijn. Door de pijnlijke gebeurtenis ontstaat hier een dissonantie die dus ook emotionele 'turmoil' en cognitieve chaos oplevert (Snyder et al, 2005, p.317,318). Een deel van de taak die hierbij dus ligt, wat benoemd wordt in de modellen, is het leren hanteren van de ontstane chaos en turmoil door deze te erkennen en erover te spreken. 2. Verbintenis of besluit tot vergeving Deze fase in het proces gaat om het komen tot een besluit of beweging richting vergeving. Het loslaten van het recht op wraak, het loslaten van het recht op vergelding. Dit gebeurt op basis van verschillende taken: - op basis van het besef dat oude strategieën niet helpen, - op basis van een stuk erkenning die de kwetsende persoon kan geven, - op basis van uitgesproken berouw door de kwetsende persoon - op basis van ontwikkeld begrip of empathie voor de kwetsende persoon door herkaderen - op basis van het besef van nederigheid en dankbaarheid: eigen falen/feilen en behoefte aan vergeving Legaree, Turner en Lollis (2007) voegen nog toe dat veel modellen een educatieve component in het vergevingsproces hebben ingebouwd. Deze psycho-educatie gaat dan over wat het betekent om te komen tot vergeving en wat vergeving inhoudt. Het model van Enright heeft dit ook opgenomen in de fasen. 3. Cognitieve en emotionele activiteit / gedragsmatige actie Er bestaat in deze fase een duidelijke beweging in cognitie, affect en gedrag. Het gaat hier om het bevestigen of consolideren van de stap in vergeving. Waarbij er een vermindering zal zijn van negativiteit richting de kwetsende persoon en een toename van positiviteit. Deze bewegingen op verschillende niveaus in de ziel beïnvloeden de gekwetste persoon op een dergelijke manier dat er mogelijk een diepe betekenis gegeven kan worden aan het gebeuren en er zelfs nieuwe doelen ontdekt kunnen worden. Het gebeuren kan achtergelaten worden in vrijheid en er kan bewogen worden richting de toekomst. Herstel van vertrouwen en hernieuwde verbondenheid kan in deze fase ook ontstaan door de activiteit op cognitief, emotioneel en gedragsmatig niveau. De consolidatie van de vergeving houdt ook in dat de gekwetste persoon bewust mag zijn van het mogelijk terugkeren van emotionele opschudding veroorzaakt door herinneringen aan het gebeuren. Hierin is het belangrijk dat de gekwetste persoon psycho-educatie krijgt om te weten hoe hiermee om te gaan en zo de vergeving verder te bekrachtigen en niet te zien als mislukt. Tabel 2: Fasen in het intrapersoonlijke vergevingsproces Fasen in het vergevingsproces Voorstel vanuit een overzicht van 3 modellen
Karakteristieken en taken behorend bij de fase
1. Erkenning van ontstane pijn na onrecht
- Verwoorden van gevoelens/gedachten/gedrag die te maken hebben met ervaren pijn - Het verlies krijgt een gezicht: welk verlies gaat het om? - Welke gevolgen heeft het gebeuren voor de persoon, de relatie. - Erkenning van emotionele turmoil, cognitieve chaos veroorzaakt door onrecht - Mogelijk uiten van pijn richting de kwetsende persoon, zgn. confrontatie - Woede en boosheid uiten, en eventuele wraakgedachten.
39
2. Verbintenis of besluit tot vergeving
- Ontstaan van begrip voor de kwetsende persoon door herkadering - Helpende factoren zijn empathie/berouw/erkenning door de kwetsende persoon - Gekwetste persoon verbindt zich tot een stap naar vergeving toe - Het loslaten van recht op wraak of vergelding
3. Cognitieve & emotionele activiteit / gedragsmatige actie
- Bekrachtigen of consolideren van de keuze tot vergeving - Vermindering in negativiteit richting de kwetsende persoon en toename van positiviteit - Psycho-educatie in verband met mogelijke terugkeer van emotionele opschudding door herinnering aan het gebeuren en hoe daarmee om te gaan
4.1.3 TWEETAL INTERPERSOONLIJKE MODELLEN VAN EEN VERGEVINGSPROCES DIBLASIO DiBlasio (2010) heeft een model aangeboden en onderzocht voor partners in een huwelijksrelatie, met daarin dertien stappen. Deze stappen zijn weer onder te verdelen in drie delen, namelijk: - Definiërende en voorbereidende stappen - Zoeken en toekennen van vergeving - Het bedenken en uitvoeren van een ceremoniële handeling Stap 1: Gesprek over wat vergeving inhoudt. Verkennen van gedachten en opvattingen over wat vergeving inhoudt. Hierbij hoort: vergeving is daad van de wil, als begin van het proces / emoties worden tijdens het proces besproken / het is mogelijk wraakgedachten en wraakgedrag te controleren. Stap 2: Aan beide partners wordt de mogelijkheid voorgelegd om vergeving te vragen. Elke persoon focust op eigen aandeel. Beide focussen op eigen aandeel van schuld ten opzichte van de ander en belijden dit aan elkaar. Stap 3: Inleiding voor het vergevingsproces en een beslissing om hierin wel of niet te participeren. Aan het begin wordt er een keuze gemaakt wie er begint met het vergevingsproces. Stap 4: Verklaring van de kwetsende daad. Duidelijk erkennen van de eigen schuld ten opzichte van de ander. Stap 5: De kwetsende persoon geeft achtergrond en uitleg over de daad. De kwetsende persoon geeft uitleg over het ontstaan van de gebeurtenis waarin hij/zij de ander kwetste. Stap 6: Vragen en antwoorden over de daad. Koppels slaagden er niet in om objectief over het gebeuren te praten door de verdedigende atmosfeer die dan ontstaat. Door de voorgaande stappen, is er een sfeer van objectiviteit en liefde ontstaan, en soms is er van binnen al vergeving ontstaan. Het is makkelijker te vergeven wanneer er genoeg informatie is over het gebeuren. Stap 7: De gekwetste persoon geeft emotionele reacties. De gekwetste persoon heeft op impliciet en expliciet niveau de behoefte dat de kwetsende persoon de pijn hoort en begrijpt. Er ontstaat verbondenheid als de diepe pijn en emoties gedeeld kunnen worden. Stap 8: De kwetsende persoon toont empathie en berouw voor de pijn die hij bij de ander heeft veroorzaakt. Door de nieuwe positie waarin de partners zich bevinden ten opzichte van elkaar, wordt er verbondenheid gecreëerd. Hierbij ontstaat er ook empathie, wat weer de verbondenheid versterkt. Het oude patroon waarbij de kwetsende persoon ook gaat kijken naar eigen pijn wordt vermeden en wordt verplaatst door empathie. Gekwetste personen zijn gebaat bij het ontvangen van empathie en een gewaarwording van spijt bij de ander. Stap 9: De kwetsende persoon ontwikkelt een plan om gedrag te stoppen of te voorkomen.
40
Vergeven van de kwetsende persoon wordt gefaciliteerd wanneer er een plan wordt gemaakt voor de toekomst om te verbeteren. Stap 10: De gekwetste persoon toont empathie voor de pijn van de kwetsende persoon. De achtergrond van de kwetsende persoon is in voorgaande stappen aan de orde gekomen. Dit heeft het hart van de gekwetste persoon al gevuld met empathie. Daarbij moet de kwetsende persoon omgaan met schaamte en schuld, wat ook zorgt voor empathie bij de gekwetste persoon. En het bewustzijn dat beiden mensen zijn en fouten maken, helpen om empathisch te reageren. Stap 11: Nadruk op beslissing en commitment wat nodig is in blijvend loslaten. Een nadruk wordt gelegd op de aard van vergeving, namelijk gebaseerd op een beslissing. Ook wordt er stilgestaan bij emotionele pijn die in de toekomst weer naar boven kan komen en hoe hierop gereageerd kan worden. Stap 12: Formele vraag om vergeving. Een duidelijk moment wordt gecreëerd waarin de kwetsende persoon de gekwetste persoon om vergeving vraagt. Stap 13: Ceremoniële handeling. Een uiterlijke daad, een symbolische uitdrukking, versterkt het moment van het uitwisselen van vergeving en helpt om hun beslissing te consolideren. AIRM ATTACHMENT INJURY RESOLUTION MODEL Dit model is gestoeld op de theorie van Emotionally Focused Therapy van Sue Johnson. Het model (Makinen en Johnson, 2006, p.1056) gaat om het herstel van vertrouwen, waardoor er herstel kan optreden in de verbondenheid tussen twee partners. (G=de gekwetste persoon / K=de kwetsende persoon) Attachment Injury Marker (G) De gekwetste persoon beschrijft op emotionele wijze de gebeurtenis waarin er schade van vertrouwen is ontstaan. (K) De kwetsende persoon ontkent of minimaliseert de gebeurtenis en de pijn van de partner en beweegt naar een zelfverdedigende houding. Differentiation of affect (G) Het slachtoffer staat in contact met de pijn en vertelt over de betekenis daarvan ook op gebied van verbondenheid (K) De dader begint te horen en begrijpen wat de betekenis is van de pijnlijke gebeurtenis. Reengagement (G) Het slachtoffer uit een meer geïntegreerd beeld van de kwetsing en geeft de partner de mogelijkheid om zijn/haar kwetsbaarheid te zien door verdriet en angst over verlies van verbondenheid uit te drukken. (K) De dader raakt emotioneel meer betrokken en erkent de verantwoordelijkheid van zijn/haar deel en drukt empathie, spijt en berouw uit. Forgiveness and Reconciliation (G) Het slachtoffer neemt een risico en vraagt om troost en zorg die tijdens het moment van de kwetsing niet beschikbaar was. (K) De dader beantwoordt dit op een zorgende manier dat dient als een verzachtende werking voor de traumatische ervaring. 4.1.4 SAMENVATTING VAN DE INTERPERSOONLIJKE MODELLEN Er is een opvallend verschil in benadering te zien in de modellen. DiBlasio vertrekt vanuit het verhaal van de kwetsende persoon en het AIR model begint met het verhaal van het slachtoffer. Wie begint: is dan de vraag. Mogelijk speelt hierin een grote rol wat de mate van resterend vertrouwen en verbondenheid op het moment van de therapie is. Wanneer er nog veel vertrouwen rest, zal de dader sneller het initiatief kunnen nemen om zijn of haar schuld te erkennen.
41
Tabel 3: Interpersoonlijke procesbeschrijvingen schematisch in beeld DiBlasio
AIRM
Dader
Slachtoffer
Dader
Slachtoffer
Inleiding op thema vergeving/ bespreken van inhoud proces
Dader geeft eigen opvatting weer over vergeving en luistert naar therapeut.
Slachtoffer geeft eigen opvatting weer over vergeving en luistert naar therapeut.
X
X
Bespreken van de veroorzaakte pijn.
Dader vertelt waar hij schuldig aan is.
Slachtoffer vertelt over de ontstane schade. Dader reageert vanuit verdedigende houding.
Achtergrond wordt verkend (herkadering)
Dader geeft uitleg over het ontstaan van de daad, achtergrond.
Op emotionele wijze bespreken van de betekenis van de schade.
X
X
Er ontstaat begrip en empathie voor de dader door schulderkenning en door verkregen inzicht in de achtergrond.
X
X
Slachtoffer laat diepe emotie en diepe pijn zien.
Dader begint te zien en begrijpen wat de impact van de schade is.
Slachtoffer vertelt wat de schade heeft betekend op gebied van verbondenheid.
Dader toont berouw en empathie als reactie op emotie van slachtoffer.
Mogelijkheid tot geven/ontvangen van zorg
Vergeving besproken en geconsolideerd
Dader toont berouw en empathie als reactie op emotie van slachtoffer.
Dader voorziet in een plan om het gedrag te stoppen of voorkomen
Dader vraagt vergeving / doet ceremoniële handeling.
Slachtoffer laat emoties van verdriet en angst zien Slachtoffer betoont empathie voor de emoties/pijn van de dader.
Dader geeft zorg als reactie op verdriet en angst. Verbinding wordt gelegd.
Slachtoffer verbindt zich aan beslissing / bereidt zich voor op toekomstige herinnering aan pijn.
X
X
In de tabel wordt schematisch zichtbaar dat er inhoudelijke overeenkomsten zijn in de stappen. Ze zijn door verschillende onderzoekers bedacht en dat uit zich dus ook in verschillend taalgebruik. Maar als je op inhoudelijk niveau gaat verwoorden wat er precies gebeurt, vinden we ook veel overeenkomst. Wat zien we gebeuren in het inter-persoonlijke model:
42
- Inhoud van de pijn wordt besproken door of de dader of het slachtoffer. - Achtergrond van de gebeurtenis wordt uitgediept. Dit zou overeenkomen met herkadering. - Bespreken van de betekenis van de pijn, waarbij emoties betrokken en aanwezig zijn. - De ontstane kwetsbaarheid biedt een kader waarin empathie en berouw bevorderd worden. - Nieuwe beweging in toenadering door geven en ontvangen van zorg, uitgedrukt in toekomstgerichte voornemens of zorg verlenen. - Eventuele duidelijke uiting van vergeving. Dit wordt wel gedaan bij het model van DiBlasio en niet bij het AIR model. 4.1.5 KRITISCHE REFLECTIE VAN DE MODELLEN In de modellen van Enright en Worthington vormt het vermogen om te kunnen empathiseren een wezenlijk onderdeel in het vergevingsproces. Het cognitieve besluit ertoe is het sluitstuk, maar de bereidheid lijkt af te hangen van een zeker begrip en ontwikkelde empathie voor de dader. Dit lijkt aan te liggen tegen de christelijke visie, waarbij liefde de onderliggende motivatie voor vergeving is. Empathie zou je dan kunnen zien als een begin van liefde. Blijkbaar zijn de psychologische modellen het erover eens dat dit gevende karakter vanuit een positieve gesteldheid naar de ander nodig is om vergeving te geven. Een mooi citaat van Martin Luther King zegt het als volgt: “Love is the only force capable of transforming an enemy into a friend. We never get rid of an enemy by meeting hate with hate; we get rid of an enemy by getting rid of enmity. By its very nature, hate destroys and tears down; by its very nature, love creates and builds up. Love transforms with redemptive power.” Het grote merendeel van de modellen die in de literatuur te vinden zijn, gaan over intrapersoonlijke vergeving en dan vooral binnen in het slachtoffer. Hierbij lijkt het vergevingsproces ook prima zonder de dader te kunnen verlopen, met positief resultaat. Vergeving dient het eigen belang, want het heeft positieve invloed op de ziel en het lichaam. Door de bevrijding van negatieve gevoelens die uiteindelijk ook kunnen uitlopen op het worden van de dader richting derden. We plaatsen een vraagteken bij het beperken van vergeving tot een intrapersoonlijk proces. Kan vergeving zo puur instrumenteel worden gebruikt, en gaat het in het hart van vergeving niet om meer dan een psychische genezing? Gebruiken we vergeving nu niet teveel als een eenvoudige weg naar innerlijke genezing in een wereld vol met gekwetste mensen? Gaat dit niet ten koste van de inter-relationele verhoudingen en verbondenheid als we het doel versmallen tot een individuele opdracht met als beloning wat innerlijke rust? Pollefeyt (2000, p.169), een katholiek theoloog, verwoordt het zo: “Een vergeving die geworteld is in therapeutisch utilitarisme, zal hierdoor uiteindelijk haar merkwaardigheid verliezen, want de drijfveer van echte vergeving is juist per definitie niet utilitair. We vergeven niet omdat we zouden genezen, we genezen omdat we in staat gesteld worden om te vergeven.” Waar is de dimensie die de psychologische dimensie overstijgt en waar het gaat om relationele verhoudingen en zelfs een transcendente waarde? Wat is de betekenis van een 'altruistic gift' zoals Worthington deze verwoord in zijn model? Waarbij vergeving iets is dat geschonken wordt, maar dus ook ontvangen kan worden. Dit hebben we eerder verwoord in het christelijke perspectief waar vergeving ook duidelijk als gave van God en gave van mensen onderling werd omschreven. We zullen bovenstaande vraag dan ook meenemen en bespreken in Hoofdstuk 3. De inter-persoonlijke modellen bieden een kijk op vergeving die verder gaat dan iemands innerlijke wereld. Dit maakt het complexer, aangezien de reactie van de ander weer kan zorgen voor nieuwe processen die sturen en beïnvloeden. Maar dit is wel de realiteit als het gaat om relatietherapie. Hier
43
wordt gewerkt aan het herstel van vertrouwen en verbondenheid, waarbij dus twee partijen nodig zijn. Eigenlijk kent dit proces net als het intrapersoonlijke proces dezelfde scharniermomenten; namelijk erkenning voor de pijn, empathie ontwikkeling (bij beide partijen) en een moment van openlijke vergeving of toenadering. Ook hierin merken we weer hoe centraal de empathische ontwikkeling staat in het hele proces. En dan gaat het om tweeledige empathie, namelijk empathie van slachtoffer naar dader wanneer het slachtoffer meer van de achtergrond gaat begrijpen en empathie van dader naar slachtoffer als die weet te reageren op de pijn van het slachtoffer. Therapeuten lijken veel nadruk te leggen op empathie en een meer gedifferentieerd begrip van de (historische) context van personen. Dit is zeker een belangrijke brug naar het contextuele denken, waarin de relationele dynamiek die zijn wortels heeft in het het gezin van herkomst, bijna altijd op de achtergrond mee resoneert. 4.1.6 BELEMMERENDE EN FACILITERENDE FACTOREN DIE HET VERGEVINGSPROCES BEÏNVLOEDEN Beschrijving van de factoren Het proces van vergeving hebben we onder de loep genomen, maar hierin blijven nog veel resterende vragen liggen. Deze vragen hebben te maken met de factoren die van invloed zijn in het wel of niet komen tot vergeving. In deze paragraaf zal er een klein overzicht gegeven worden van de uitkomsten van onderzoeken naar factoren, zowel belemmerend als faciliterend, die van invloed zijn op het vergevingsproces. Een opsomming van deze factoren volgt hier: 1. Persoonlijkheid Conclusies uit onderzoek van McCullough en Hoyt, geciteerd door McCullough en Witvliet (2002, p.450) waarbij vergeving werd gerelateerd aan persoonlijkheid, omschreven door het Big Five persoonlijkheidsmodel, geven weer dat de vergevende persoon een persoonlijkheid heeft die hoog scoort op vriendelijkheid en laag in neuroticisme/emotionele instabiliteit. Daarbij is door Brown (2003) geconcludeerd dat mensen met narcistische persoonlijkheid minder geneigd zijn tot vergeving. 2. Aard van de overtreding en de context Mensen lijken meer moeite te hebben om kwetsingen te vergeven die bewuster bedoeld en zwaarder aanvoelen. Ook wanneer ze meer negatieve consequenties hebben ligt vergeving lastiger (Boon & Sulsky, 1997). 3. Het karakter van de relatie waarbinnen de kwetsing plaatsvindt Uit onderzoek verricht door McCullough (1998) blijkt dat de vergevingsscores van partners correleerden met hun relationele voldoening en verbondenheid. Daar bovenop toonde het onderzoek aan dat niet alleen de mate van verbondenheid vergeving faciliteert, maar dat vergeving omgekeerd ook het herstel van verbondenheid na een kwetsing faciliteert. 4. Eigen ervaring van ontvangen vergeving Door de ervaring van mensen om zelf vergeven te worden, wordt het schenken van vergeving dichterbij gebracht. De eigen ervaring van ontvangen vergeving, dient als facilitator om zelf ook vergeving te geven (Worthington, 2001). 5. Empathie en aanwezigheid van excuses als uitwisselende en beïnvloedende factoren Er lijkt een correlatie te zijn op verschillende wijzen, uit verschillende onderzoeken, tussen de componenten ‘mate van verbondenheid’, ‘empathie’ en ‘aan/afwezigheid van excuses’. Allereerst is de aanwezigheid van excuses meer in relatie met hoge verbondenheid. Dit kan voortkomen uit een hoger gevoel van empathie voor de ander en daarmee dus groter schuldgevoel. Daarbij komt dat de gekwetste persoon sneller empathie voor de partner heeft wanneer hun relatie sterk verbonden is. Concluderend uit dit onderzoek (McCullough et al, 1998, p. 1598, 1599) is gesteld dat de relatie tussen excuses en vergeving wordt bemiddeld door empathie. Dus de
44
aanwezigheid van excuses (welke op zijn beurt beïnvloedt wordt door de mate van verbondenheid), werkt empathie verhogend en faciliteert dus vergeving. Dit wordt bevestigd door onderzoek van Darby en Schlenker (1982) dat aan -of afwezigheid van excuses de keuze voor vergeving beïnvloedt. Gevolgen van aangeboden excuses zijn namelijk een vermindering in het negatieve affect van de gekwetste persoon en een vergroting van empathie voor de dader. Er wordt, door de aanwezigheid van excuses, een milder beeld gevormd over de dader. Aanvullend is het onderzoek van Hareli en Eiskovits (2006) wat aanvullende informatie geeft over de motivatie van de excuses. Wanneer de excuses namelijk gemotiveerd worden door schaamte of schuld, faciliteert dit de bereidheid om te vergeven. 6. Invloed van hechtingsstijl op vergeving Kachadourian, Fincham en Davila (2004, p. 389) hebben een verband laten zien tussen de hechtingsstijl van een persoon en de mate van vergeving. Degenen die veilig gehecht zijn, konden meer vergevend zijn vanwege de manieren waarop ze omgaan met conflict. Veilig gehechte personen hanteren een conflict op een constructievere manier dan onveilig gehechte personen (laag niveau van terugtrekken en verbale agressie en hoog niveau van steun voor partner, integratief gedrag tijdens discussie). 7. Wraakzuchtig herkauwen of rumineren Onderzocht is de relatie tussen blijven herkauwen van de negatieve gebeurtenis, of rumineren, en vergevingsgezindheid. Hieruit blijkt dat er een negatief verband bestaat tussen vergevingsgezindheid en de neiging om de kwetsende gebeurtenis wraakzuchtig te blijven herkauwen (Worthington, Berry, O’Connor, Wade, 2005, p.213). Dit betekent dat vergeving negatief wordt beïnvloed door het blijven herkauwen van de gebeurtenis op negatieve wijze. Tegenovergesteld betekent dit dat wanneer er korter, minder lang, wordt gerumineerd over de pijnlijke gebeurtenis, er meer ruimte bestaat om te komen tot vergeving. 8. Aanwezigheid van schuldgevoelens of schuldbesef Uit onderzoek van Riek (2010) is gebleken dat aanwezigheid van schuldgevoel het belangrijkste mechanisme is waardoor een dader komt tot het zoeken van vergeving. Andere factoren om vergeving te zoeken zijn de nabijheid van het slachtoffer, de ervaren zwaarte van de aangedane schade, verantwoordelijkheidsgevoel en tijd hebben om erover na te denken. Discussie beïnvloedende factoren van het vergevingsproces Als we bovenstaande factoren bekijken, zijn er enkele lijnen te ontdekken die goed zijn om mee te nemen in het vervolg van het onderzoek. - Vergeving wordt gefaciliteerd door: - Verbondenheid - Aanwezigheid van excuses, gemotiveerd door schaamte of schuld - Aanwezigheid van schuldgevoel bij de dader - Aanwezigheid van empathie voor de ander - Aanwezigheid van ontvangen vergeving in het verleden - Veilige hechting, die een gezondere conflicthanteringstijl oplevert - Vergeving wordt belemmerd door: - Aanhoudend herkauwen van de pijnlijke gebeurtenis met gedachten van wraak - Narcistische persoonlijkheid, hoge mate van neuroticisme. Wanneer er dus sprake is van een mate van wederkerigheid, zichtbaar in empathie en geven aan de ander in excuses, lijkt vergeving dichterbij. Dit zorgt er op zijn beurt weer voor dat verbondenheid groeit wanneer vergeving plaatsvindt in de relatie. Vergeving wordt ook in verband gebracht met de bereidheid om te offeren (Karremans, Van Lange, 2004, p.221). Dit lijkt erop te wijzen dat het vergeven van de ander een daad van opoffering is. Dat het bij vergeven gaat om iets ‘geven’ aan de ander. Worthington benoemt dit in zijn vergevingsmodel zo, dat vergeving een ‘altruistic gift’ is. Een
45
andere bron van faciliterende invloed op vergeving is de mate waarin het slachtoffer zelf in zijn leven vergeving heeft ervaren. Dit komt overeen met de christelijke reflectie waarin we stelden dat de bron van het geven (van vergeving) ligt in het eerst kunnen ontvangen. Wederkerigheid, ervaren ontvangen vergeving, kunnen geven van een gift van vergeving, zijn allemaal kanten van hetzelfde fenomeen, het zegt namelijk iets over een bewegende balans bestaande uit geven en ontvangen. Een balans die uiteindelijk stoelt in rechtvaardigheid en betrouwbaarheid. Vergeving blijkt een concept dat ergens binnen het geheel van een dimensie waarin het gaat om rechtvaardigheid, verbondenheid, geven en ontvangen een plek inneemt. Dit is dan ook de bril waardoor het contextuele gedachtegoed voornamelijk zal kijken naar de processen rondom vergeving (zie Hoofdstuk 4.2). Om dit gedeelte af te sluiten, volgt hieronder een citaat van Enright, wat iets van het bovenstaande reflecteert: “The paradox of forgiveness seems to be this: as we abandon a focus on self and give a gift of acceptance to an offending other, we ourselves are often healed from the effects of that offense.” (Enright et all., 1996, p.111) 4.1.7 CONCLUSIE EN KRITISCHE REFLECTIE OP HET PROCES VAN VERGEVING We hebben vergeving vanuit verschillende kanten (religie en psychologie) bekeken, en daarbinnen de inhoud van de processen en beïnvloedende factoren besproken. We kunnen naar aanleiding hiervan een beeld schetsen van hoe wij op grond van deze informatie vergeving zien. Vergeving is een fenomeen wat essentieel is binnen de menselijke realiteit. Het is een wezenlijk onderdeel in het voortbestaan van menselijke verbondenheid, waarbij we ook een transcendente laag waarnemen. Het is een fenomeen dat zowel op intrapersoonlijk niveau als op inter-persoonlijk niveau helend en genezend werkt. Op intrapersoonlijk niveau blijft het beperkt tot de psychologische en eventueel geestelijke dimensie waarin het gaat om loslaten en bevrijd worden. Op interpersoonlijk niveau spelen er meerdere dimensies een rol waarbij het uiteindelijk gaat om herstel van verbondenheid, het doorbreken van een spiraal van onrecht en zo het bewaken van een rechtvaardige samenleving. Vergeving is hierin dan de factor die voldoening en verlossing schenkt. In woorden van Murray (2002, p.197): “Forgiveness is not a denial of the wrong that was committed or the hurt experienced. It is a gift that is freely and consciously given by an individual who has been hurt so that the cycle of pain can be broken and healthy beginnings can be created.” Hieronder volgt een opsomming van karakteristieken van het vergevingsproces zoals we die hebben gevonden vanuit de literatuur. Hierbij willen we ook elementen belichten vanuit het christelijke perspectief, omdat die volgens ons ook verbonden zijn aan vergeving. - Vergeving is als fenomeen ontworpen door God, die tegelijk een bron en voorbeeld is als het gaat om vergeving schenken. Deze bron faciliteert vergeving doordat we als mens van God mogen ontvangen, en zo ook in staat zijn om op onze beurt te geven. Toch is vergeving zonder God waardevol aangezien het een openbaringsprincipe is, bedacht door God, bedoeld voor het bewaken van een rechtvaardige samenleving. - Eigen ervaring van ontvangen vergeving faciliteert het geven van vergeving. “De ontvanger geeft”. - Vergeving heeft een intrapersoonlijke en inter-persoonlijke component in zich. Voor beide moet een passend antwoord gevonden worden. - Erkenning voor woede, wraakgedachten, en andere emotionele of cognitieve chaos die er leeft is wezenlijk in het beginstadium. Het onrecht krijgt een gezicht. Tegelijk bewaakt boosheid de gekwetste persoon voor eventueel meer onrecht. - Empathie ontwikkeld door herkadering, is een bron die vergeving faciliteert. Zowel voor de dader,
46
die door empathie sneller komt tot schulderkentenis en voor het slachtoffer door het ervaren van positiviteit richting de dader. Dit is in christelijke zin vergelijkbaar met het 'liefhebben' van de ander, waarbij liefde een stap verder gaat dan empathie. - Aanwezigheid van excuses, of berouw (christelijke woordgebruik), brengt vergeving dichterbij. Als ondergrond onder berouw, liggen ervaren schuldgevoelens, die de stap naar het zoeken van vergeving ook dichterbij brengen. Eigenlijk is dit de erkenning van het ontstane onrecht, met bijbehorende schuldgevoelens en het ontvangen van de veroordeling die hierover bestaat. - Loslaten van fixerende gedachten (rumineren) over het gebeuren is noodzakelijk om spiraal van onvergevingsgezindheid te doorbreken. We hebben eerder een voorstel gedaan voor een definiëring. Op basis van aanvullende gegevens, willen we komen tot een herziening van deze definitie. De oude definitie was: “Vergeving is een proces, niet een op zichzelf staande gebeurtenis, waarbij ons hele wezen betrokken raakt, d.w.z. ons verstand, gevoel en gedrag, en waarbij een beweging / verandering zichtbaar wordt, in afname van negativiteit en toename van positiviteit richting de dader, samenhangend met een keuze in het opgeven/loslaten van iemands recht op wraak.” Een nieuw voorstel, waarbij we ook onze christelijke identiteit tot uitdrukking brengen, luidt: Vergeving is een fenomeen met diepe christelijke wortels, waarbij een (ver)gevende God als bron en voorbeeld oproept om elkaar ook te vergeven. Vergeving volgt op aangerichte relationele schade en kan zich afspelen op twee niveaus; namelijk intrapersoonlijk en inter-persoonlijk (mensen onderling en tussen God en mensen), waarbij ons hele wezen betrokken raakt (dat wil zeggen onze ziel/lichaam/geest), en waarbij er een gevende en ontvangende beweging wordt bewerkt bij de dader en/of het slachtoffer op basis van ontwikkelde empathie of liefde enerzijds en op basis van berouw en schuldbesef anderzijds, wat kan resulteren in herstel van verbondenheid in rechtvaardigheid en vertrouwen.
4.2 CONTEXTUELE PROC ESBESCHRIJVING VAN VERGEVING In tegenstelling tot verschillende algemene processen van vergeving gevonden in de algemene literatuur, kunnen we stellen dat na literatuuronderzoek gedaan te hebben er binnen de contextuele benadering van Nagy weinig over te vinden is. Wat Nagy zegt over vergeving en ontschuldiging, zegt weinig over hoe een proces van vergeving er uit ziet in de praktijk. In het proces van herstel in relatieconflicten benoemt Nagy wel een aantal therapeutische houdingsaspecten, maar hij maakt daar geen proces beschrijving van. In de volgende paragraaf zullen we een aantal van die aspecten benoemen, omdat we denken dat ze van toegevoegde waarde zijn als randvoorwaarden en helpende interventies in relatietherapie. Tevens zijn de therapeutische contextuele houdingsaspecten wel van grote waarde om het proces van vergeving te faciliteren. Ze zijn niet expliciet toepasbaar binnen het vergevingsproces maar men kan ze in bredere zin toepassen voor vele therapievormen. Ducommun echter schaart deze principes wel onder het proces van vergeving, en daarom vinden wij het van toegevoegde waarde om ze wel te benoemen in dit hoofdstuk. Naar onze mening vormen ze een belangrijk deel van het instrumentarium van de contextueel therapeut in het proces van vergeving. Volgens Michielsen en Hargrave is een goede theorie een theorie die therapeuten in staat stelt om niet enkel hun technieken maar ook hun veelzijdige talenten te beheren. Verder helpen methode en theorieën hen te begrijpen hoe zij het beste gebruik kunnen maken van het uitdrukken van emoties en inzicht om daarmee mensen in psychische nood te helpen. Om terug te komen op de muziekmetafoor:
47
“Theorie (methoden) geeft de therapeut een orkestpartituur waarin hij de uitvoering van zijn werk kan plaatsen, organiseren en beoordelen.”(Hargrave, Pfitzer, Michielsen, 2005, p.18) Hiermee tonen contextueel therapeuten het belang aan van de methode in het werk, tevens onderstreept deze stelling het nut van ons onderzoek naar het belang van meer inzicht in het proces van vergeving in theorie en praktijk. 4.2.1
CONTEXTUELE INTERVENTIES DIE HERSTEL BEVORDEREN BINNEN RELATIETHERAPIE
Om te komen tot een procesbeschrijving van vergeving in contextuele zin is het noodzakelijk om te kijken wat Nagy belangrijke aspecten vindt in het contextuele therapeutische proces. Om hier antwoord op te geven maken we gebruik van literatuur van Nagy (Nagy,Krasner,1986), waarin hij schrijft over contextueel werken met het cliënten. Deze begrippen worden door hem therapeutische interventies genoemd, maar ze hebben in de praktijk ook veel weg van therapeutische houdingsaspecten en basis voorwaarden van een contextueel proces. Het contextuele proces, zowel in algemene zin als ook met betrekking op het vergevingsproces, is een inter-persoonlijk model. Het heeft betrekking op het individu die ontschuldigd of vergeeft, maar het heeft ook betrekking op de omgeving die bij dit proces betrokken word. Intrapersoonlijk gebeurt er ook veel, maar de nadruk binnen de relationele ethiek ligt meer op de beweging, die als een olievlek doorwerkt in de verschillende relaties van een individu. Volgens Buber (1992) bestaat de mens in relatie tot anderen, en heeft hij die ander nodig om zelf te zijn. Bubers gedachtegoed was een bron van inspiratie voor Nagy. Hier volgt een opsomming van een aantal contextuele therapeutisch interventies die de basis vormen van het contextueel, dus relationeel ethisch proces. Intergenerationele kijk Om echtparen in beweging te krijgen richting werken aan herstel binnen de relatie is het van belang om de problematiek te bekijken vanuit intergenerationeel perspectief. Door het erfgoed te benoemen, confronteert men het echtpaar met de verantwoordelijkheid om aan hun problemen te werken. “De therapeut die als doel heeft om een echtpaar te laten nadenken over hoe ze bijvoorbeeld zouden kunnen voorkomen dat hun jonge kinderen schade oplopen, bewijst het echtpaar een dienst.” (Nagy, Krasner,1986, p.363) Door te vragen naar hoe ouders later herinnerd willen worden door hun kinderen, of, wat hun kinderen bijvoorbeeld zouden kunnen zeggen over hun ouders, laat je mensen nadenken over hun erfgoed. Tevens benadert men het gebied van destructief recht onderzoeken wanneer men navraag doet naar het gezin van herkomst van een persoon. Deze beide verbinden aan elkaar betekend intergenerationeel kijken naar een individu in het therapeutisch proces. Meerzijdig gerichte partijdigheid Door middel van meerzijdig gerichte partijdigheid, brengt de therapeut ieders vermogen tot verantwoordelijke bezorgdheid en zorg aan het licht, en help hen een meer betrouwbare sfeer te scheppen waarin zorg wortel kan schieten. Volgens Nagy is een therapeut een ethisch wezen die verantwoordelijkheid draagt voor iedereen die door de therapie wordt beïnvloed. Hij probeert recht te doen aan alle berokkenen. Uit dit gezichtspunt vloeit de belangrijkste methodologische grondhouding van de contextueel therapeut voort, volgens Onderwaater (2003). Hoe doet men dat, enkele aspecten worden hier opgesomd door Onderwaater(p.112):
48
“- de therapeut gaat beurtelings aan de kant staan van ieders gezinslid, ook aan de kant van de niet aanwezige personen - elke gezinslid wordt behandeld als een individu, en de therapeut wil weten wat eenieder bezig houd en wat eenieders verhaal is - deze houding houd meer in dan empathie (psychologische dimensie); de therapeut wil weten wat ieders verdiensten, rechten en verplichtingen zijn (relationeel-ethische dimensie)” Erkenning geven voor geleden onrecht en verdiensten Het geven van erkenning vormt een belangrijk element binnen het therapeutisch proces Erkenning geven is beslist niet hetzelfde als complimenten geven of positief etiketteren. Michielsen (2007) benadrukt dat bij erkenning de ander niet alleen ziet wat iemand doet maar ook wat het hem kost om dat te doen, de persoon wordt in al deze aspecten gezien. Het is belangrijk dat de cliënt alsnog zijn verhaal kan doen en hierin gehoord wordt. Erkenning geven betekent volgens Michielsen & Van Mulligen (2001) zien wat iemand gegeven heeft en niet ontvangen kon worden, maar ook zien wat iemand is tekort gekomen en –gedaan. De therapeut gaat naast het onrecht, dus ook de verdiensten van de cliënt erkennen. Datgene wat hij doet beweegt weg van het destructieve recht en beweegt naar het verdienen van recht toe. Deze vorm van erkenning dient als voorbeeld voor de cliënt. Verder in het therapeutisch proces wordt namelijk hetzelfde verwacht van de cliënt naar zijn kind of naar zijn ouders toe(Oele, 1989). Het geven van erkenning door de therapeut is altijd ten dienste van het mobiliseren van hulpbronnen in de context, zodanig dat daar uiteindelijk ook erkenning verkregen kan worden (Michielsen & Van Mulligen, 2001). 4.2.2 VERSCHILLENDE CONTEXTUELE PROCESBESCHRIJVINGEN VAN VERGEVING EN ONTSCHULDIGING HET PROCES VAN ONTSCHULDIGING VOLGENS MICHIELSEN We refereren naar het begrip ontschuldiging van Nagy uitgewerkt in een procesmodel van Michielsen. Dit proces doet volgens ons recht aan de betekenis die Nagy geeft aan ontschuldiging, vandaar dat we dit proces hier omschrijven. Ontschuldiging bestaat volgens Michielsen uit twee fasen, namelijk inzicht en begrip (Michielsen, 2003). Stap 1: Inzicht Door dit proces krijgt het slachtoffer inzicht in wat men noemt de roulerende rekening, waarin hij leunt op zijn destructief gerechtigde aanspraak en daardoor zelf ook dader wordt. Dit inzicht stelt het individu in staat om het herhalen van relationele schade te voorkomen. Stap 2: Begrip Verder leert het slachtoffer de situatie van de dader begrijpen en vindt een antwoord op de vraag hoe de dader hem een dergelijk onrecht kon aandoen. Het slachtoffer bereikt een identificatie met de dader. Het antwoord op deze vraag helpt het slachtoffer de pijn van het onrecht te helen en verlost de dader van veroordeling. Het verlost de dader echter niet van zijn verantwoordelijkheid voor het gedane onrecht, maar ook hij wordt nu ondersteund in het verwerken hiervan. Kortom, door ontschuldiging wordt de dader bevrijd van de last van de schuld en wordt het slachtoffer bevrijd van de last van het zich onbemind en onwaardig voelen (Michielsen, 2003). Deze twee stappen zijn echter door Michielsen ontworpen, Nagy zelf houdt zich bij een omschrijving van het begrip maar geeft geen duidelijke methode hiervoor. De stappen van Michielsen geven helder weer hoe dit proces eruit kan zien en helpen te concretiseren wat Nagy bedoelde. Deze stappen zullen nog terugkomen in het model voor vergeving van Hargrave.
49
HET PROCES VAN VERGEVING VOLGENS DUCOMMUN In tegenstelling tot Nagy houdt Ducommun zich wel bezig met vergeving. Zij verwerkt bepaalde contextuele aspecten als onderdeel van een therapeutisch proces van vergeving. Voor een gedeelte komen de therapeutische aspecten overeen met de aspecten van die we hebben opgenoemd in paragraaf 4.2.1. Ducommun (2009) zegt over het proces van vergeving: “If we want people who have been hurt to move toward forgiveness and reconciliation, we need to help them discover that they can get an internal reward from giving that could compensate them for the fact that they have not received fairly. If they can discover that they can gain something from giving generously, and not simply from trying to get back what was taken from them, they will be not only less likely to rely on their destructive entitlement but also more likely to accept and forgive the people who had failed them. This can lead to a true reconciliation.” (Ducommun,2009,p.40) Om mensen te stimuleren om zich te bewegen richting vergeving, moeten we dus het impact begrijpen en inzien van de destructief gerechtigde aanspraak van die persoon, en zal men rekening moeten houden met de beleving van deze persoon. Als er sprake is van een rechtvaardige compensatie voor de schade die men heeft opgelopen, of op zijn minst begrip voor de pijn die ze hebben geleden en lijden, lijken mensen meer bereid om zich te bewegen richting het vergeven van die ander. En die compensatie kan volgens Ducommun bestaan uit het vrijgevig geven aan de ander. En dus niet uit het terughalen van wat er ontnomen was (als in wraak). Ducommun veronderstelt dat mensen genezing kunnen vinden en kunnen vergeven wanneer ze op hun beurt gaan geven aan anderen. De balans van geven en ontvangen tussen dader en slachtoffer zal in beweging moeten komen. Het geven bevordert het vergevingsproces. Ook Ducommun spreekt over begrippen als veelzijdig gerichte partijdigheid, dialoog, ontmoeting en erkenning voor onrecht. HET PROCES VAN HERSTEL VAN VERTROUWEN EN BETROUWBAARHEID IN PARTNERRELATIETHERAPIE VOLGENS MICHIELSEN Michielsen biedt een procesbeschrijving van vertrouwen en betrouwbaarheid in relatietherapie. Hierin komt niet heel duidelijk een vergeving- of ontschuldigingsproces aan bod. Toch zullen we laten zien dat deze procesomschrijving van grote waarde kan zijn in het vergevingsproces in relatietherapie. Stap 1: De start a. Installeren van meerzijdige partijdigheid als basis van een therapeutisch contract. b. Exploreren van resterend vertrouwen tussen het paar. In verwijten zit verlangen naar verandering, en hoop. Gevoelens van boosheid, schuld en teleurstelling zijn indicators van die hoop. Cliënten aansporen om hun verwijten om te zetten in verlangens en wensen, is een eerste stap om te komen tot constructiever werken aan een rechtvaardigere balans. Op zoek gaan naar wegen om de partners krediet te geven voor hun positieve inspanningen en bijdragen tot de relatie, met de bedoeling hen te helpen elkaar krediet te geven. c. Het probleem en hulpvraag plaatsen binnen de balans van geven en nemen. Beiden zienswijzen en aanspraken van de partners valideren. Van daaruit onderzoeken hoe het probleem of de hulpvraag te maken hebben met passend of niet-passend geven en nemen, met vertrouwen en betrouwbaarheid en gevoelens van tekortgedaan zijn en schuld.
50
Stap 2: Exploreren van wederzijds verdiende zorg: de geschiedenis van de balans tussen de partners. Onderzoeken hoe partners de ander tegemoetkomen en hoe betrouwbaar zij daarin zijn voor de ander. Hoe gaan ze om met elkaars kwetsbaarheid, kunnen ze elkaar erkenning geven? Therapeut zal stilaan zicht krijgen op blokkades in geven en ontvangen bij het koppel, die niet alleen met hun geschiedenis als partners te maken hebben, maar met de bredere context. Stap 3: De bronnen van destructief recht exploreren, meestal met de beide partners afzonderlijk, en de actie in de balans van beide partners met hun gezinnen van herkomst. Doel is de relationele balans met gezin van herkomst in beweging te krijgen door hernieuwde verbondenheid, het onder ogen zien van conflicten en onderzoeken van manieren om de dialoog te hernieuwen. Stap 4: Het heronderhandelen over de balans in de partnerrelatie Als er beweging komt in balansen ten aanzien van de gezinnen van herkomst, komt er dikwijls een andere ruimte voor hun horizontale relatie en loyaliteit. Als we de focus heen en weer bewegen tussen verleden en heden, zal de invloed van verticale balansen op de horizontale balans tussen het koppel steeds helderder worden. Elke partner zal steeds meer zien hoe hij of zij heeft bijgedragen tot de angst en wantrouwen in de relatie. Meer openheid, spontaniteit en nemen van risico's worden daardoor mogelijk. Wat hierin waardevol is, is de verbinding die het contextuele denken maakt naar het gezin van herkomst. Door van de huidige disbalans, te bewegen naar gezin van herkomst, worden er nieuwe bronnen aangeboord en kan stagnatie weer in beweging komen. Die beweging kan dus ook ontstaan in een vergevingsproces tussen partners. HET PROCES VAN VERGEVING VOLGENS HARGAVE Hargrave beschrijft in vier stappen een vergevingsproces, en genezing komt tot stand door de vier fases door te werken die hierboven genoemd worden. Daarom besteden we nu aandacht aan het werk van de Amerikaanse therapeut Hargrave. We refereren naar Hargrave omdat hij volgens van Rhijn en Meulink-Korf (Rhijn,Meulink-Korf,1997,p.328) de eerste en enige is die Nagy’s begrip ontschuldiging uitgebreid herinterpreteerde en binnen een nieuw kader plaatste. Tabel 4: Procesbeschrijving van vergeving volgens Hargrave
Inzicht en begrijpen zijn twee te onderscheiden fasen in het eerste gedeelte van het proces van vergeving, Hargrave (1994b) benadrukt dat ontschuldiging wordt bereikt door inzicht en begrip. Het proces wordt omschreven in 4 stappen en iedere stap is een opbouw richting de uiteindelijke daad van vergeving.
51
Stap 1: Inzicht Inzicht verwijst naar het vermogen van een persoon om het mechanisme van familie pijn dat relationele schade heeft aangericht objectief te bekijken. Als het individu deze mechanismen en transacties die pijn hebben veroorzaakt identificeert, zal hij een groter vermogen hebben om deze transacties, die pijn veroorzaken te stoppen. Als gevolg hiervan zullen de relationele beschadigingen ook stoppen. Stap 2: Begrip Begrip betekent identificatie met de daders’ positie, beperkingen, ontwikkeling, inspanningen, en intenties. Deze identificatie houdt in dat er erkenning ontstaat dat als het slachtoffer in diezelfde situatie had gestaan, hij waarschijnlijk ook hetzelfde had gedaan. Dit begrijpen resulteert in erkenning van de feilbaarheid van de dader, maar het neemt de verantwoordelijkheid van de dader niet weg voor zijn destructieve daad. Wanneer inzicht plaatsvindt, ervaart een individu een vermindering in het veroordelen en schuldig stellen van de dader. Bijkomstig effect is dat het slachtoffer door inzicht kan genezen van de schade aan zijn identiteit en ontstaat er een verantwoordelijkheidsbesef dat het slachtoffer in staat stelt om ervoor te zorgen dat zijn destructieve recht niet opnieuw slachtoffers maakt. Stap 3: Gelegenheid bieden voor compensatie Gelegenheid bieden voor compensatie als nieuwe kans en de daad van vergeving volgen op ontschuldiging. Hierbij moet de claim op het onrecht worden opgegeven. Gelegenheid bieden tot compensatie vraagt het opzij zetten van verachting en blaam. Dit impliceert een (voorlopige) betaling aanvaarden, als een soort aanbetaling, op voorhand verplichtingen jegens de dader vervullen, en bovendien toestaan dat deze kleine fouten maakt in de bejegening. Het levert beiden winst op: voor het slachtoffer dat er herstel komt in zijn identiteit en gevoel van veiligheid en bij de dader dat hij kan bewijzen dat hij te vertrouwen is en zo zijn identiteit bouwt. Stap 4 Vergeving schenken Hargrave onderscheidt wat er plaatsvindt bij het vergevingsmoment in deze elementen: confrontatie met wat de pijn heeft veroorzaakt, erkenning van de verantwoordelijkheid door de dader, er is iemand die om vergeving vraagt, en er is iemand die dit schenkt. Openlijke vergeven heeft veel te bieden. Een tijd en een plaats afspreken is hierin van belang. Overwegen wie hier bij zal zijn is ook belangrijk, de aanwezigheid van dierbare derden kan veel steun bieden, maar het is geen verplichting. De enige voorwaarde is dat dader en slachtoffer er bij zijn. De therapeut bewaakt het proces en ziet toe dat het geen verontschuldigingsproces wordt. De focus ligt op het bespreken van het verleden om herstel te vinden in het heden. De therapeut laat het slachtoffer de essentie van de pijn verwoorden. Er moet een soort consensus zijn tussen dader en slachtoffer over de daad, de pijn en het lijden. Dan wordt er openlijk vergeving gevraagd. En de vergeving wordt gegeven door het slachtoffer met de woorden 'Ik vergeef je'. . Hargrave zegt over deze fase: “Overt forgiving serves as the initial effort in building future trustworthiness.” (Hargrave, 2001, p.131). Zo beoogt dit openlijk vergeven het bouwen aan vertrouwen en betrouwbaarheid in relaties. De laatste twee stappen zijn bedoeld om betrouwbaarheid te installeren. Dit leidt vervolgens weer tot mogelijkheden om liefde constructief uit te drukken.
52
4.2.3
SAMENVATTING VAN DE VERSCHILLENDE PROCESBESCHRIJVINGEN
In het schema is de kern van ieder contextueel proces wat iets weergeeft over vergeving en herstel in contextuele zin. Tabel 5: Contextuele procesbeschrijvingen schematisch in beeld Nagy
Ducommun
Michielsen
Hargrave
Therapeutische Interventies voor het contextuele therapeutisch proces
Stappen in het proces van vergeving
Proces van herstel van vertrouwen in relatietherapie
Het proces van vergeving
Meerzijdig gerichte partijdigheid
Meerzijdig gerichte partijdigheid
Meerzijdig gerichte partijdigheid
Meerzijdig gerichte partijdigheid
Destructief recht onderzoeken
Destructief recht onderzoeken
Destructief recht onderzoeken Stap 1= begrip
Destructief recht onderzoeken stap 1 =begrip
Erkenning voor onrecht
Erkenning voor onrecht
Erkenning voor onrecht Stap 2=inzicht
Erkenning voor onrecht stap 2= inzicht
ontschuldiging
ontschuldiging
Ontschuldiging
Ontschuldiging
Stap 1+ stap2
Stap 1+ stap2 (Stap 3: gelegenheid bieden voor compensatie) -confrontatie met wat de pijn heeft veroorzaakt -erkenning van verantwoordelijkheid (Stap 4: Openlijk vergeven) Stap 3+4= vergeving
Resultaat:
Resultaat:
Resultaat:
Resultaat:
Beweging in de balans van geven en ontvangen
Beweging in de balans van geven en ontvangen
Beweging in de balans van geven en ontvangen
Beweging in de balans van geven en ontvangen (+ compensatie én openlijk vergeving)
Dit schema maakt de overeenkomsten en verschillen inzichtelijk tussen verschillende modellen en interventies. Om het te kunnen schematiseren hebben we de begrippen vertaald naar betekenis. Zo zien we dan dat de processen veel gemeenschappelijk hebben, en wat als eerste opvalt, is dat allen hetzelfde doel hebben en dat alleen Hargrave het openlijke vergeven toevoegt.
53
Hij splitst het proces op in vier stappen waarin ontschuldiging en vergeving de twee grote onderdelen zijn binnen het proces van vergeving. Michielsen heeft ook dezelfde omschrijving in stap één en twee als Hargrave. De sociale dynamiek van rechtvaardigheid en dus de balans van geven en ontvangen vormt de kern van de contextuele therapeutische interventies die herstel biedt in relaties. Tevens vinden Ducommun en Hargrave dat deze interventies invloed hebben op het proces van vergeving. Zij inspireren zich op de contextuele benadering en zien ontschuldiging als belangrijk onderdeel in het proces van vergeving. Een aantal genoemde therapeutische interventies zijn waardevol in het vergevingsproces, dat is ook de reden waarom we ze hier hebben genoemd. Vanuit Hoofdstuk 1 weten we dat de oorspronkelijke gedachte van Nagy over ontschuldiging een belangrijk onderdeel is geworden in het proces van vergeving. Als er sprake is van een rechtvaardige compensatie voor de schade die men heeft opgelopen, of op zijn minst begrip voor de pijn die men heeft geleden, lijken mensen meer bereid om zich te bewegen richting vergeven van die ander. De rechtvaardige compensatie wordt bevorderd door de therapeut door middel van: – De intergenerationele kijk van de therapeut, onze afkomst zegt veel over wie we zijn geworden – De meerzijdig gerichte partijdigheid: iedereen wordt hierdoor gehoord en gezien – De dialoog weer op gang brengen, door een werkelijke ontmoeting te stimuleren – erkenning geven (en laten geven) voor geleden onrecht – Ontschuldiging faciliteren door het geleden onrecht te plaatsen in een bredere context, niet dat de schuld daarmee verdwijnt maar het stelt het slachtoffer in staat om bevrijd te zijn van lijden ervan. Maar wat hierin ook waardevol is, is de verbinding die het contextuele denken maakt naar het gezin van herkomst, iets wat andere benaderingen niet doen. Door van de huidige disbalans, te bewegen naar het gezin van herkomst wordt het proces van vergeving verrijkt. Uiteindelijk komen we tot de conclusie dat Hargrave een prominente plek krijgt in de contextuele procesbeschrijving omdat hij als enige een model van het proces van vergeving samenstelt waarin ontschuldiging en vergeving beide een plek krijgen en in duidelijke omschreven stappen bruikbaar zijn in het therapeutisch proces. 4.2.4 BELEMMERENDE EN FACILITERENDE FACTOREN DIE HET VERGEVINGSPROCES BEÏNVLOEDEN Factoren die het proces van vergeving beïnvloeden zijn van contextuele aard. Het is noodzakelijk om de begrippen vanuit Hoofdstuk 1 gelezen te hebben, of kennis te hebben van de contextuele taal om de volgende factoren te begrijpen. Zicht hebben op eigen destructief recht Volgens Onderwaater moeten mensen in staat zijn om inzicht te hebben in eigen destructief recht om te kunnen ontschuldigen. Het is goed om er bij te benoemen dat het hier gaat om ontschuldiging zoals Nagy dat bedoelt en niet om vergeving. “Iemand moet in staat zijn om eigen destructief recht onder ogen te zien. Hij moet eerst zien hoeveel onrecht hem is aangedaan om werkelijk in staat te zijn de ouders te ontschuldigen. Iemand moet in staat zijn de eigen verdiensten te zien. Hij moet kunnen zien wat hij als kind,en vaak nu nog- voor zijn ouders heeft gedaan” (Onderwaater, 2003, p.120). Nagy probeert met ontschuldigen het gedrag van de ouders en grootouders te laten begrijpen. Ook ouders en grootouders kunnen opgegroeid zijn vanuit onrechtvaardige omstandigheden, waaraan zij zich moesten aanpassen. Kennis van de omstandigheden maakt het mogelijk hun gedrag beter te gaan begrijpen en dit kan leiden tot het ontschuldigen van de grootouders. Erkenning en acceptatie
54
dat iemand niet wreed is maar wreed is geworden is een voorbeeld van het ontschuldigen, en zou zeer opluchtend en bevrijdend kunnen helpen. Paradox van Ducommun: Destructief recht als obstakel tot vergeving Het vergeven van die ander is verbonden aan de gerechtigde aanspraak van een persoon. Wanneer een persoon veel onrecht heeft geleden in zijn leven, zal deze meer moeite ervaren in het vergeven van een ander die hem onrecht aandoet omdat hij zich het recht toegeëigend heeft om te handelen vanuit zijn destructief gerechtigde aanspraak. Bovendien merkt Ducommun op dat mensen die zo veel onrechtvaardigheid hebben gekend in hun leven dat ze veranderd zijn in 'one side takers', niet de voldoening kunnen beleven die mensen ervaren wanneer ze anderen helpen. Vanuit het feit dat ze zich in deze moeilijke situatie bevinden wordt hen de mogelijkheid ontnomen om te ervaren wat het is om te geven en van betekenis te zijn voor die ander, waardoor ze hun destructief gerechtigde aanspraak alleen maar vergroten. Dit wordt binnen de hulpverlening gemakkelijk over het hoofd gezien, volgens Ducommun. Destructief gerechtigde aanspraak zet niet alleen aan tot het kwetsen van onschuldige anderen, maar belemmert ook het vergeving schenken aan anderen die om vergeving vragen en het maakt blind voor het geven of willen geven van diegene die de pijn heeft aangericht. De grote schade die mensen oplopen door te handelen uit destructief recht is dat het vermogen om te geven is aangetast. Dit heeft grote gevolgen binnen het vermogen om te komen tot een proces van vergeving en herstel. (Ducommun, C.2003) Ducommun spreekt van “the paradoxe of forgiving” (Ducommun, 2009). Mensen die voldoende hebben ontvangen van het leven en die eerlijk behandeld zijn door anderen, kunnen, volgens Ducommun, makkelijker vergeving schenken aan anderen omdat ze dit kunnen doen vanuit weldaad. Echter dit hoeven ze vaak niet te doen omdat niemand hen schade heeft aangericht. Diegene die het voornamelijk nodig hebben om anderen te vergeven, zijn de mensen aan wie schade en onrecht is aangedaan door anderen. Maar het lijkt erop dat deze mensen niet of minder snel vergeving schenken omdat ze leunen op destructief recht. Samenvattend kan men stellen dat wanneer een individu beschadigd is geraakt door anderen, hij niet alleen zal zoeken naar vergelding binnen die relatie, maar hij ook geneigd zal zijn te zoeken naar een compensatie binnen andere relaties. Men spreekt dan van leunen op destructief recht binnen het contextuele gedachtegoed. Dit betekent het weigeren van zorg dragen voor die ander, vanuit het onrecht wat is aangedaan en het volharden in een negatief recht tot vergelding. Zo ontstaat er onrechtvaardigheid binnen relaties. Leunen op destructief recht belemmert het vergevingsproces omdat men alleen gefocust is op vergelding van onrecht en leed. Men kan dus zeggen dat daar waar er destructief recht is, de rechtvaardigheid in relaties wordt aangetast en de weg naar vergeving en ontschuldiging wordt belemmerd. Vermogen om te geven Ons vermogen om te geven hangt niet alleen af van ons destructief gerechtigde aanspraak maar ook vanuit ons eigen vermogen om te geven. Contextueel therapeuten geloven dat onze bron van legitieme therapeutische optimisme ligt in de hoop dat mensen kunnen ontdekken dat wanneer ze vrijgevig zijn naar anderen, ze iets terug verdienen voor zichzelf: constructief recht (Nagy, Krasner,1986). Mensen die vrijgevig zijn voelen zich vrijer om zich te ontwikkelen als ze eenmaal een stap hebben gezet richting vrijgevigheid (Ducommun,2003). Op basis van deze informatie zou men kunnen concluderen dat het schenken van vergeving, een vorm van vrijgevig zijn betekent omdat men vergeving schenkt aan die ander. Door middel van deze daad steekt men niet alleen de hand uit naar die ander maar ook naar jezelf. En zo komt de balans van geven en ontvangen in beweging en bevestigt zich het belang van de wederkerigheid in relaties waarin de relatie levend en gezond wordt gehouden door de wisselwerking van het geven en ontvangen. Vrijgevig zijn is een risicovolle daad, volgens Ducommun, omdat men in dat geven niet iets terug kan
55
verwachten. Er is geen garantie dat die ander het geven ook zo ziet, ontvangt, en iets teruggeeft of het beantwoordt. Therapeuten kunnen hierin een waardevolle rol spelen door mensen te ondersteunen om hun claim te vertellen. Maar therapeuten kunnen niet garanderen dat dit zal resulteren in een positief beantwoorden van die claim door de dader. Zo kan men stellen dat vergeving een intrapersoonlijk proces kan zijn, waarin het slachtoffer besluit om de dader te ontschuldigen ongeacht zijn of haar houding. Toch kunnen we die gedachten ook aanvullen met het inter-persoonlijke karakter van vergeving. Door te ontschuldigen en te vergeven is het slachtoffer in staat zichzelf vrij te zetten van de last van het onrecht, en is hij op die manier ook vrij om van betekenis te zijn in relatie tot anderen. Dit heet ook wel constructief recht opbouwen, en dit zet tevens de relationele balans in beweging. Autonomie in afhankelijkheid Nagy (1985,1987c) gelooft dat mensen afhankelijk zijn van de aanwezigheid van anderen om autonomie te verwerven. Autonomie is in dit kader een paradoxaal begrip omdat autonomie meestal gekoppeld wordt aan onafhankelijkheid. Hij ontleent deze gedachten aan de grote existentialistische filosofen die geloven dat ons bestaan als autonome wezens afhangt van de aanwezigheid van die ander (Buber, 1924). In dat opzicht zijn mensen niet alleen vrijgevig wanneer ze zorg dragen, loyaal zijn en vergeving schenken aan die ander, maar probeert men het contact open te houden door middel van aanwezig te zijn in de relatie met die ander omdat in die aanwezigheid het bestaan wordt bevestigd. Dus vergeving hoort onlosmakelijk bij het proces van verbonden zijn en bestaan in relaties tot anderen zowel in de verticale (van generatie op generatie) als in de horizontale relaties( broers, zussen, partners, vrienden,...). Dialoog bevorderen De dialoog bevordert vergeving omdat men de ander ontmoet in ethische zin. De dialoog is in deze context iets anders als communiceren. Nagy geeft hier een abstracte omschrijving van in de literatuur die weinig handvatten bied om het concreet toe te passen. Ook hebben we om die reden de omschrijving ervan weggelaten. Maar het is van belang om te onderstrepen dat het ontmoeten van die ander in het vergevingsproces centraal staat, men kan zelfs stellen dat zonder ontmoeting er geen echte vergeving zou kunnen plaatsvinden. In de dialoog moet men eerst komen tot afbakening en individuatie van het zelf. Als tweede is rechtvaardigheid en betrouwbaarheid van essentieel belang, dit wordt bereikt door de balans van geven en ontvangen te onderzoeken in relaties. Als laatste moet men rekening houden met iedereen die in relatie staat tot zijn familie en dierbaren, hierin heeft men verplichtingen tot elkaar die leiden tot een rechtvaardige relatie. Samenvattend kan men stellen dat de dialoog in relationele ethische zin het proces van vergeving bevordert en de basis legt voor een echte ontmoeting met die ander, niet in wie die ander zegt te zijn, maar in wat die ander blijkt te zijn. 4.2.5
CONCLUSIE EN KRITISCHE REFLECTIE OP HET PROCES VAN VERGEVING
Wanneer we terugblikken op de zoektocht naar contextuele modellen voor het proces van vergeving dan komen we er achter dat de contextuele benadering weinig methode hierin biedt. Dit kan te maken hebben met het feit dat Nagy zich wat afhoudt van het begrip vergeving in de benadering. Toch denken we dat Nagy zich wel bezig hield met dit proces, omdat ontschuldiging wel overeenkomsten heeft met vergeving. Bij ontschuldiging ontbreken 'gelegenheid bieden voor compensatie' en 'openlijke vergeving'. Dit wil niet zeggen dat het niet plaats kan vinden, maar het betekent wel dat de nadruk bij ontschuldiging van Nagy ligt op begrip en inzicht. Hargrave biedt daarentegen een concreet model in vier stappen waarin er teruggegrepen wordt naar het begrip ontschuldiging als eerste twee stappen in het hele proces. Volgens bepaalde critici zoals van Rhijn en Meulink-Korf is ontschuldiging geen interventie:
56
“Exonereren is niet iets wat je kan kunnen volgens Nagy. Exoneratie is wel iets dat soms mogelijk blijkt te zijn en dat dan een bevrijding betekent. Het beïnvloedt de relaties met anderen, onder wie eventuele kinderen. De therapeut kan slechts mensen bemoedigen en activeren, in dit verband om eigen ouders te exonereren, serieus te nemen en in de verhoudingen met hun eventuele kinderen en levenspartner present te zijn.” (Van Rhijn, Meulink-Korf, 1997, p.338) Deze mening kan omstreden worden aangezien andere zoals Hargrave en Michielsen het belang aantonen van het werken met modellen en theorieën (zie ook inleiding 2.2). Wij geloven dat theorie een basis kan leggen om vervolgens inzicht te verwerven en te kunnen bekijken wat een therapeut nu eigenlijk doet. Wij kunnen instemmen met de proces beschrijving van Michielsen over ontschuldiging. We zien ook dat daar waar er processen worden opgesteld er ook weer stof tot nadenken wordt aangereikt, en anderen zoals Hargrave in dit geval zijn methode weer aanvult door het proces verder aan te vullen met vergeving. Anderen critici missen juist in de contextuele benadering het begrip vergeving en de uitwerking ervan. Het begrip ‘ontschuldiging’ hoort volgens Van Crombruggen en Heylen (1999) thuis in een perspectief van macht en transacties, die terug gezien kan worden als ruiltheoretisch in plaats van relationeel-ethisch. Volgens hen moet er ook steeds ruimte voor vergiffenis zijn, waarin de eigenheid van de ander wordt erkend en een persoon nooit samenvalt met diens daden (Van Crombruggen & Heylen, 1999). Dus, hoewel de ene critici het begrip ontschuldiging niet als interventie ziet en de ander ontschuldiging niet compleet vindt zonder vergeving, denken wij dat het Michielsen en Hargrave toch gelukt is om het gedachtegoed op een waardige en complete manier te concretiseren in de ontwikkeling van een methode hierover, duidelijk omschreven en uitgewerkt in het boek “Forgiving the devil”( Hargrave, 2001). De plaats van vergeving in het therapeutisch werkveld is hierdoor erg veranderd, doordat er op professionele en therapeutische wijze een weg is gevonden om te komen tot een waardevolle definitie en effectieve methode die praktische stappen biedt in het proces van vergeving. We durven zelfs te stellen dat door het concreet te maken van het proces van vergeving, de kans groot is dat therapeuten sneller met het thema vergeving zouden werken in de praktijk. Dit zal wel moeten blijken uit het vervolg van ons onderzoek waarin we zullen onderzoeken wat contextuele therapeuten doen met het thema vergeving in relatie partnerrelatietherapie. Naar aanleiding van het contextuele perspectief op vergeving en de beïnvloedende factoren, kunnen we een beeld schetsen van hoe wij vergeving vanuit de contextuele literatuur zien. Therapeutische interventies als meerzijdige partijdigheid, intergenerationeel kijken, erkenning zoeken voor geleden onrecht en het proces van ontschuldiging zijn van grote waarde om het contextuele proces van vergeving te begeleiden. Wij denken dat Nagy een bewuste keuze maakt om te interveniëren in de balans van de relationele werkelijkheid, en niet begrippen wil integreren die refereren naar geloofsprincipes, of moralisme. ”Contextueel werk bewijst zijn waarde in de relationele werkelijkheid. Zijn doelen zijn praktisch en concreet en mogen absoluut niet worden verward met moralistische, of op waarde georiënteerde begrippen en abstractie” (Nagy, Krasner, 1986, p.380). Men kan veronderstellen dat Nagy vergeven onder moralisme verschuift omdat vergeven van oorsprong voornamelijk een theologisch en Bijbels concept is. Van Nagy is bekend dat hij bewust afstand deed van de theologie in het kader van de ontwikkeling van de contextuele benadering. Ook geeft hij dit in geen plek in de benadering, althans dat lijkt zo. Met ontschuldiging bewijst hij juist het belang hiervan. Binnen het pastoraat is er grote belangstelling voor de contextuele benadering in het kader van vergeving, iets wat ook aan het denken zet over de toepasbaarheid van de principes binnen een christelijk kader.
57
Zo denken wij dat ontschuldiging een waardevol onderdeel is binnen het proces van vergeving. Hargrave komt 'als kers op de taart' met de verwerking van het begrip ontschuldiging in een methode. Ook heeft hij in zijn praktijk bewezen dat aan de hand van deze methode, mensen vergeving en herstel vinden in hun relatie. Wat we waardevol vinden in de beschrijving bij Michielsen, is de verbinding die hij maakt in het proces naar het gezin van herkomst. Door van de huidige disbalans, te bewegen naar gezin van herkomst, worden er nieuwe bronnen aangeboord en kan stagnatie leiden tot nieuwe bewegingen in de balans van de relationele ethiek. En die beweging ontstaat ook in het proces van vergeving. Eigen voorstel van een beschrijving van vergeving Ons voorstel voor een beschrijving van vergeving uit hoofdstuk 1 luidde: Vanuit de contextuele invalshoek, en voornamelijk vanuit het geluid van de grondlegger, lijkt er geen omarming te zijn van vergeving. Er wordt wel gesproken over ontschuldiging. In een genuanceerder beeld, dat klinkt bij verschillende contextuele auteurs, wordt zichtbaar dat vergeving en ontschuldiging dicht tegen elkaar aan liggen en elkaar dienen. Nagy biedt met ontschuldiging een waardevolle dimensie aan binnen het proces van vergeving. Bij ontschuldiging gaat het om een volwassen hertaxatie op de gebeurtenis vanuit de dimensie van de relationele ethiek, waarbij de schuld niet verdwijnt, maar een andere betekenis krijgt. Om tot ontschuldiging te komen, is het van belang dat de relationele balans weer in beweging komt, en er kennis en inzicht is van het destructieve recht van de ander. Ontschuldiging is een stap in het proces van vergeving. Vergeven en ontschuldiging maken samen het proces compleet en stellen mensen in staat om vanuit een doorleefd proces, volledig vrij te komen van hun lijden, niet alleen ten behoeve van zichzelf, maar ook ten behoeve van hun context en de volgende generatie. Een nieuw voorstel voor een beschrijving van het proces rondom vergeving vanuit contextueel perspectief, luidt: Vergeving is wel degelijk een begrip wat betekenis heeft binnen de contextuele benadering, door de relationeel- ethische aard van de interventies en de benadering zelf. Hoewel Nagy niet over vergeving spreekt, biedt hij een alternatief onder de noemer ‘ ontschuldiging’. Primair lijkt ontschuldiging meer een intrapersoonlijk proces, maar toch werkt het onvermijdelijk door in de relaties en wordt het een relationeel-ethisch concept wat bijdraagt aan het proces van vergeving, herstel in relaties en beweging in de relationele balans van geven en ontvangen tussen individuen. Ontschuldiging kan zo bezien worden als een onderdeel in het complexe proces van vergeving, waarbij een openlijke stap in vergeving en ontschuldiging samen de kern vormen.
58
HOOFDSTUK 5: EVALUATIE VAN HET LITERATUURONDERZOEK 5.1 INLEIDING Vergeven is een noodzakelijk, gewenst, strevenwaardig, waardevol en verbindend begrip met ethische, geestelijke, psychologische en relationele dimensies. Het bewijst zijn waarde voornamelijk in een maatschappij waarin het gevaar bestaat dat een steeds sterker wordende keten van onrechtvaardigheid mensen in eenzaamheid achterlaat. Wanneer er geen middel zou zijn om deze keten te stoppen, zouden we onze menselijke neiging tot wraak en vergelding achternalopen wat resulteert in gebrokenheid, in tegenstelling tot verbondenheid. Ook, en misschien wel juist, binnen intieme relaties zoals die tussen partners, is vergeving een middel tot herstelde verbondenheid en het voorkomen van nieuwe daders en nieuwe slachtoffers. Hierbij hebben we ontdekt dat vergeving zich afspeelt binnen alle dimensies in een menselijk wezen. Wanneer je stelt dat vergeving zuiver gebaseerd is op een wilsbeslissing, dus op het vermogen om bewust te kiezen, wordt er voorbijgegaan aan zoveel andere (onbewuste en bewuste) processen die zich binnen de mens afspelen. We willen in dit hoofdstuk daarom een beeld schetsen van de complexiteit van vergeving binnen de mens, waarbinnen alle dimensies betrokken moeten worden om uiteindelijk tot vergeving te komen. Hieronder volgt een evaluatie van verschillende karakteristieken die het proces van vergeving vormgeven en beïnvloeden en bevorderen. Onze ontwikkelde gedachten en inzichten over vergeving vanuit de bestudeerde literatuur en onze eigen reflecties hierover hebben samen geleid tot onderstaande conclusies.
5.2 VERGEVING: MET O F ZONDER GEESTELIJKE DIMENSIE? Is God nodig in het proces van vergeving? Of kunnen we vergeving als herstellend en verbindend middel ook inzetten in de menselijke relaties, los van God? Van Rhijn en Meulink-Korf zeggen het volgende: “De driehoek mens-medemens-God is geworteld in de Joodse traditie en opent een ethisch perspectief in de sociale werkelijkheid” (1998, p.342). Vanuit diverse Bijbelteksten lezen we over een relatie tussen het slachtoffer, de dader en God als het gaat om vergeving. Door de driehoeksverhouding komt het slachtoffer niet buiten spel te staan, maar wordt het slachtoffer gezien en krijgt het een duidelijk gezicht. In de Bijbel is God de bron van waaruit Hij het de mensen mogelijk maakt om onderling elkaar te vergeven. Als Hij zegt 'Vergeef elkaar' (Kolossenzen 3:13), zegt Hij dit vanuit de houding en daarmee voorbeeld van Zijn Eigen Zoon, die zei 'Vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen' ((Lucas 23:24). Hier schenkt Hij vergeving op een moment dat Hij een lijden onderging om voor al het onrecht de schuld te dragen en het geschenk van vergeving mogelijk te maken. Op basis van het Bijbelse en goddelijke beeld dat zichtbaar is, erkennen we dat God de Schepper, Bedenker en Gever van vergeving is allereerst. Tegelijk zien we in het Nieuwe Testament duidelijk Gods opdracht om de vergeving die Hij schenkt ook binnen menselijke relaties te laten plaatsvinden. Hij heeft een bedoeling met vergeving, die niet ophoudt in de relatie tussen God en mens. Juist omdat God zelf vergeving 'verlengt' en als middel stelt om recht te bewaren en de keten van onrecht te verbreken, kunnen we wel stellen dat vergeving zonder God mogelijk is. God heeft vergeving aan
59
de mens getoond en het is geworden tot een openbaringsgegeven voor christenen en nietchristenen. Een kanttekening hierbij is wel dat het ontbreken van de goddelijke, gevende dimensie, volgens ons een grotere druk legt op de individuele mens om te komen tot een 'altruïstische daad' van vergeving schenken. Wanneer het in ons eigen hart gezocht en gevonden moet worden, zullen er meer obstakels en belemmeringen zijn die vergeving in de weg staan, dan wanneer we als bron een gevende en vergevende God hebben. Wanneer wijzelf de bron van vergeving worden, kan dat enkel wanneer we ook voldoende van andere mensen hebben ontvangen. Dit blijkt in de praktijk een moeilijke realiteit, aangezien veel mensen rondlopen met een tekort in wat ze hebben ontvangen. Daarom zien wij in God een bovennatuurlijke bron die in dat tekort ruimschoots tegemoet kan komen, waardoor de menselijke relaties voldoende 'reservoir' hebben om naar elkaar uit te reiken en elkaar blijvend, zeven maal zeventig maal (Mattheus 18:22), te vergeven. Vergeving overstijgt in die zin een boekhoudkundig, of zelfs psychologische oplossing, maar is een eschatologische werkelijkheid, met een diepe oorspong in de geschonken vergeving door Christus.
5.3 VERGEVING: ALLEEN OF ALLEEN SAMEN? We denken dat er gevaar ligt in het beperken van vergeving tot een intrapersoonlijk proces wat vrijmaking en psychisch welbevinden als eindresultaat belooft. Tegelijk willen we wel zeggen dat vergeving uiteindelijk iets kan zijn wat beperkt blijft tot een intrapersoonlijk proces, wanneer een van de partijen niet bereid is om een stap te zetten in dit proces. Voortbouwend op de oorspronkelijke en geestelijke betekenis van vergeving vindt vergeving juist bij uitstek plaats in de context van de relatie waar het onrecht ook plaatsvond. In de context van de dialoog en in de ontmoeting vindt werkelijke vergeving plaats. Juist omdat het gaat om de relationeel-ethische verhoudingen niet alleen in het heden, maar zeker ook met het oog op toekomstige generaties, is vergeving een fenomeen dat zijn betekenis dient hoofdzakelijk in diezelfde context, namelijk binnen relaties. We kunnen spreken van drie verschillende scenario's als het gaat om het vergevingsproces en de 'locatie' waar deze plaatsvindt. 1. Inter-relationele vergeving: vergeving die plaatsvindt tussen de twee partijen. Hierbij is het nodig dat de dader oprecht berouw laat zien en verantwoordelijkheid neemt voor de daad en bijbehorende schuld. De dader geeft hiermee het slachtoffer erkenning voor zijn/haar lijden en zo wordt vergeving voor het slachtoffer dichterbij gebracht. 2. Intrapersoonlijke vergeving bij het slachtoffer. Het slachtoffer gaat hierbij een proces in om los te komen van verstikkende en aan banden leggende gevoelens van haat, wrok en bitterheid. Dit gebeurt als de dader niet in beeld is (doordat de dader al is overleden), of als de dader niet bereid is de ander in dit proces te ontmoeten. Deze stap wordt mogelijk gemaakt door verschillende dingen. Het slachtoffer kan door het onderzoeken van de achtergrond van de dader en daad komen tot ontschuldiging van de dader. Ontschuldigen legt de nadruk op het ontlasten van de dader door inzicht te verwerven in het destructief recht over generaties heen, waarbij (berouw van) de dader zelf niet noodzakelijk aanwezig is. Hierbij wordt de context geherinterpreteerd. Ook versterkt het slachtoffer zijn eigen autonomie door de gevende daad aan de dader. Vrijheid en bevrijding in negatieve emoties of houding zijn hierbij dan het resultaat. 3. Intrapersoonlijke vergeving bij de dader. Over deze mogelijkheid wordt zowel in contextuele als in niet-contextuele literatuur zo goed als niet gesproken. Als achtergrond hierbij is de reden dat er een scheef beeld is gecreëerd door de kerk waarbij het slachtoffer op de vraag van vergeving, volgens de Bijbel, ook direct vergeving moet schenken. Dit zorgt voor nieuwe druk op het slachtoffer waarbij de macht bij de dader nog eens wordt vergroot. Toch is dit een mogelijkheid die we wel willen
60
belichten. Wanneer de dader, vastgezet in schuldgevoelens en relationele schuld, een stap wil zetten, maar het slachtoffer is niet bereid deze weg te gaan. Dan kan de dader op basis van zijn/haar bereidheid om schuld te erkennen en schuld te belijden (bijvoorbeeld aan een objectieve (D)derde), toch hierin verantwoordelijkheid nemen om op die manier de schuldgevoelens een minder beknellende en vastzettende plek te laten innemen. We benadrukken dat vergeving die plaatsvindt tussen dader en slachtoffer het zaad is dat de komende generaties kan oogsten. Vergeving tussen partners waarin beide partijen hun eigen verantwoordelijkheid nemen, zorgt voor een bewegende balans in geven en ontvangen, waardoor er herstel van vertrouwen en verbondenheid optreedt. Autonomie in verbondenheid krijgt hierdoor gestalte. Autonomie wordt verworven door het slachtoffer in zijn gevende daad van vergeving schenken en wordt verworven door de dader in zijn gevende daad van verantwoordelijkheid te nemen over de daad. Toch moeten we constateren dat dit, oftewel door destructief recht of onmogelijkheid tot geven bij een van beide partijen, niet altijd realiteit kan worden. Dan is eenzijdige vergeving een activiteit die het individu kan helpen om los te komen van het gebeuren en toch de keten van onrechtvaardigheid te onderbreken.
5.4 VERGEVING: WAAR BLIJFT DE SCHULD? Inherent aan het thema vergeving is de vraag wat er gebeurt met de ontstane schuld. Dit is een ethische, filosofische, religieuze en psychologische vraag. Door Freud werden schuldgevoelens 'weggezet' als het gevolg van een kinderlijke angst voor straf of liefdeverlies. Dit heeft ertoe geleid dat tot op heden psychotherapeuten dit ook zo behandelen. Hier tegenover is de verstikkende nadruk die de kerk heeft gelegd op schuld, waarbij schuldgevoelens ook onterecht werden aangepraat. Tussen deze twee uitersten in zal de waarheid zich bevinden. McClay (2011, p.31) benadrukt de werkelijkheid en noodzaak van schuld op deze manier: “The ability to feel guilt is surely one of the essentials of our human makeup, the very core of moral responsibility.” Schuld(gevoelens) bezien wij in navolging hierin als het hart van het bestaan van rechtvaardigheid. McClay (2011) waarschuwt voor het volgende gevaar, wat voor ons ook duidelijk zichtbaar is. In de huidige maatschappij zijn waarden als niet oordelen, tolerant en vrijheid de hoogste waarden. Maar vergeving heeft juist zijn betekenis in de aanwezigheid van een duidelijk idee van rechtvaardigheid. En daarin ligt onomsloten ook het bestaan van een moreel oordeel. Dit oordeel zegt uiteindelijk iets over schuld. Hoe vinden we een uitweg uit dit gewicht van schuld? Volgens McClay ligt dit erin dat mensen zich identificeren als een slachtoffer. De morele schuld wordt verplaatst door de status van een slachtoffer te creëren. Een slachtoffer is vrijgezet van morele verantwoordelijkheid omdat er iemand anders te beschuldigen is. En zo wordt er een spel gespeeld waarbij de schuld door projectie steeds maar weer verplaatst wordt. Het gevolg hiervan is, wat ook door Nagy wordt benadrukt, dat iemand niet in staat is om zich op zijn eigen diepte en innerlijkheid aan te spreken en zichzelf te tonen zoals hij is. Dit belemmert vervolgens weer de echte dialoog en ontmoeting. Het kan lijken dat de contextuele benadering in het ontschuldigingsproces bovenstaande teweeg brengt. Het zoeken naar de oorsprong van het aangedane onrecht door de dader maakt de dader ook tot slachtoffer. Door het ontschuldigingsproces kan het lijken dat de schuld wordt verschoven naar eerdere generaties. Of zoals Onderwaater (zie paragraaf 3.4.3) het uitdrukt, kan ontschuldiging zonder vergeving leiden tot het vergoelijken van gedrag. Hier zetten we dan ook een bedenking met een uitroepteken bij. Als contextueel therapeut is het belangrijk hiervoor te waken. Beide zijn belangrijk, het serieus nemen
61
van de feitelijke en existentiële schuld en zich hierop te verhouden door onder andere verantwoordelijkheid hierin te nemen. Daarnaast kan er een proces van ontschuldiging plaatsvinden. Beide kanten moeten gewaarborgd worden. En mogelijk kan ontschuldiging vervolgens leiden tot vergeving. In de tweede dimensie, de dimensie van de psychologie, spreken we over schuldgevoelens als het gaat over schuld. Vanuit de derde dimensie, die van de interacties, gaat het over datgene wat er in het gedrag en in de interactie zichtbaar wordt als gevolg van schuld(gevoelens) En in de vierde dimensie, van de relationele ethiek, gaat het over existentiële schuld. Buber zegt het volgende over existentiële schuld: “...gegrondvest op iemands daadwerkelijk beschadigen van de rechtvaardigheid van de menselijke orde en vereist daarom onderling herstel”. (Nagy en Krasner, 2005, p.78) Volgens Nagy wordt bij het proces van ontschuldiging de schuld niet weggevaagd. In andere psychologische theorieën zien we dat er weinig gesproken wordt over wat er gedaan wordt met de schuld in het verhaal van vergeving. In christelijk perspectief kunnen we spreken over Gods vergeving die voorgoed afrekent met alle ontstane en nog te ontstane schuld. De positie die wij hierin innemen is dat we geloven dat op het niveau van menselijke relaties enkel iets wordt 'gedaan' met subjectieve schuld. Dit is de uitleg in 3.2.3 en de positie die Volf daarin vertegenwoordigt. Daarmee bedoelen we dat het schuldgevoel wat de dader, door de vergevende partij kan worden weggenomen. De existentiële schuld wordt hiermee niet teniet gedaan. Dit is ook de positie die Nagy inneemt. Volgens hem gebeurt er wel iets met de schuld bij ontschuldiging, namelijk dat de last ervan van de schouders wordt genomen. Dit gebeurt door een vervangend iets, namelijk een hertaxatie van de dader en zijn verhaal. Er wordt afgezien van beschuldiging, waardoor schuldgevoelens ook opgeheven kunnen worden. Daarbij bezien wij dat de last van de objectieve schuld, namelijk het feit dat er wel een rekening is geweest die niet betaald is, enkel weggenomen kan worden door God. God is dan de rechterlijke bron en tegelijk vervulling van diezelfde handhaving van de wet doordat Hij in Jezus deze schuld betaald heeft. Zo is er wel compensatie of genoegdoening geweest en wordt nog altijd aangeboden. Dit geeft een sluitend antwoord op het onvermogen van de mens om zich te verhouden op zijn eigen schuld en schuldige staat. Hiermee komen we wel op een moeilijk spoor wanneer mensen zonder God leven. Toch blijven we de waarde benadrukken van de beweging, bewerkt door vergeving, die er plaatsvindt tussen mensen waarbij het slachtoffer zich zodanig uitstrekt naar de dader dat hij een streep trekt door de negatieve rekening. Daarmee is de rekening niet weg, maar het slachtoffer kan, op relationeel niveau, aangeven dat het niet langer als een blok tussen hen in staat. Beiden worden hiermee bevrijd en kunnen zich relationeel opnieuw tot elkaar verhouden. Als gevolg daarvan wordt er een einde gemaakt aan de roulerende rekening van destructief recht die soms generaties lang door kan gaan. De bodem van destructief recht wordt als het ware ontkracht waardoor mensen zich opnieuw vanuit verantwoordelijkheid en verbondenheid tot elkaar kunnen uitstrekken.
5.5 VERGEVING: LIEFD E ALS HET WEZEN VAN VERGEVING Het gevende en ontvangende karakter van vergeving, met liefde als onderliggende waarde Liefde is een vereiste om te kunnen vergeven! Dit zijn woorden van Jorna, aangehaald door Grave (2009). We zien liefde als een grote waarde die verborgen of zichtbaar kan zijn in het proces van vergeving. Om te stellen dat liefde vereist is om te vergeven, impliceer je hiermee veel over het gevende karakter van vergeving. Op basis waarvan zou die liefde kunnen bestaan of ontstaan? Vanuit Gods perspectief zien we dat de liefde voor anderen bestaat vanuit het ontvangen van Gods liefde voor ons. Er is dus een altijd aanwezige bron die ons dringt om zo ook de ander lief te hebben. Hier wordt de beweging in het geven en ontvangen al aangebracht.
62
Daarnaast mochten we in de literatuur ontdekken dat deze liefde ook kan ontstaan. Verschillende factoren spelen hierin een rol. Hieronder zullen we een aantal bespreken. Begrip en empathie, op basis van verworven inzicht in de context van de ander, bevorderen een houding van liefde. Begrip, empathie zou je kunnen zien als indicatoren van de aanwezigheid van liefde. Begrip en empathie zijn beiden aanduidingen vanuit de tweede (psychologische) en derde (interactionele) dimensie. De vierde dimensie (relationeel-ethisch) geeft hier een ander gezicht aan met de volwassen hertaxatie. Bij een volwassen hertaxatie wordt er geprobeerd om inzicht te verwerven in het destructieve recht wat door de generaties heen zichtbaar is. Zouden we kunnen spreken dat het ontschuldigingsproces in die zin dan een nadruk legt op de vierde dimensie, wat een beweging bewerkt in de tweede en derde dimensie. Ontschuldiging werkt dan door de volwassen hertaxatie begrip en empathie (liefde) uit, waarbij de ander wordt vrijgesproken van schuld. Volgens het contextuele denken zou de bron liggen in de vierde dimensie. Dit geeft Ducommun (2009, p. 53) aan met het volgende citaat: “But, we believe that it is in the dimension of relational ethics that we need to look for the explanations of our behavior when it comes to understand how we can regain the capacity to forgive people who have hurt us and to move toward peace.” Wij willen dit enigszins nuanceren door te stellen dat vergeving een dergelijk complex proces is, waarbij niet of moeilijk te achterhalen is welke dimensie de beweging in gang zet. En waarbij we van mening zijn dat de geestelijke dimensie in het contextuele denken te weinig of zelfs geen plaats krijgt. We willen deze dimensie wel plaats geven als zijnde een werkelijkheid waar we in dit concept niet omheen moeten willen. Bijvoorbeeld het verhaal ter illustratie van Corrie ten Boom in paragraaf 3.2.3 waarin het lijkt dat de kracht achter het bewegen van de vergevende hand van Corrie, de gedachte aan haar Hemelse Vader was en wat Hij daarin van haar vroeg. Maar ook in dit verhaal zullen er veel factoren zijn die hierin benoemt zijn en die de beweging hebben ingezet. Een andere factor, is de mate waarin een persoon zelf vergeving heeft ervaren. Als we ook hier ervan uitgaan dat liefde aanwezig is onder vergeving, dan heeft de mate dat een persoon liefde heeft ontvangen, dus ook weer het gevolg dat liefde gegeven kan worden. Het negatieve tegenovergestelde hiervan is wanneer iemand weinig heeft ontvangen, er dus ook weinig basis is om te geven. Dit is wat er in paragraaf 4.2.4 besproken is, waarbij Ducommun spreekt over de paradox van vergeving. Mensen die weinig hebben ontvangen en die veel onrecht hebben gekend (of destructief recht), zullen meer moeite hebben om een gevende daad van vergeving te doen dan mensen die veel hebben ontvangen. Dit komt omdat mensen met veel ervaren onrecht zich het recht toe-eigenen om te handelen vanuit het destructieve recht. En dit destructieve recht zorgt voor het nemen van datgene waar men dan denkt recht op te hebben. Dit heeft als gevolg dat er (onschuldige) derden weer onrechtvaardig bejegend worden. Vanuit Bijbelse notie zien we in 1 Korintiërs 13:5 een tekst die over de liefde gaat, waar het volgende staat: “...en rekent het kwaad niet aan”. Dit betekent niet dat er geen kwaad is aangericht, het ontkent de aard van het kwaad niet. Het betekent ook niet dat je het maar over je heen laat komen. Het karakter van de liefde uit zich juist hierin dat het onrecht niet met onrecht wordt beantwoord. Het onrecht wordt beantwoordt met een actieve daad, namelijk het niet aanrekenen van de schuld. De liefde overwint hiermee het kwaad volgens de Bijbel. Intergenerationeel kijken als liefdebouwende brug naar vergeving Een ander mooi en specifiek contextueel inzicht, zien we terug in de nadruk op intergenerationeel kijken. Door te kijken naar het geven en ontvangen over de generaties, en dus ook mogelijk disbalans hierin bespeuren, worden we in staat gesteld om begrip voor de ander te ontwikkelen. Dit intergenerationeel kijken geeft dus als het ware een grond waarop begrip, empathie en liefde zich
63
kan ontwikkelen. Het intergenerationeel kijken biedt een manier om een volwassen hertaxatie te doen, wat betekent dat er gekeken wordt naar de te kort schietende ouder in de jeugd van de partner. Door dit aangebrachte inzicht kan er vervolgens begrip ontstaan. Wat we hierin ook opmerken is dat beide partijen zich door de verhalen beter kunnen verhouden op hun mens-zijn en het mens-zijn van de ander. En dat is een mens-zijn wat gekenmerkt wordt door recht en onrecht. Beide zijn daders zowel als slachtoffers. Worthington (2005) verwoordt dit met het begrip nederigheid. Het besef dat je als slachtoffer net zo goed in de schoenen van de dader had kunnen staan, maakt dat je beter in staat bent uit te reiken en een gift van liefde en vergeving te schenken. Een ander woord wat hier wat over zegt, is inlevingsvermogen. 'Wat als ik die persoon was...'. Inlevingsvermogen is dan een bouwsteen voor begrip en empathie. “Debbie ontmoet ik in een eerste gesprek. Hierin laat ze in het begin wat doorschemeren over een recente gebeurtenis die haar hoog zit. Een abortus. Ik laat haar vertellen. Aan het einde van het gesprek komt ze erop terug en wil zichzelf verklaren en uitleggen. Hierop mag ik haar stilzetten door te vragen wat maakt dat ze zich verontschuldigd. Ze barst in tranen uit, want ze heeft het idee zich altijd te moeten verantwoorden en dat de ander haar hierom veroordeelt. Hierop kan ik met liefde uitreiken door te vertellen dat ze geen verontschuldigingen hoeft te uiten om mij. Wie ben ik om haar te veroordelen? Wel nodig ik haar uit om wanneer ze ermee worstelt, erover te spreken. Ze komt hier later op terug en drukt uit dat ze zo'n ruimte ervaarde om zichzelf te zijn.” (ervaring uit eigen praktijk) De balans van geven en ontvangen is in bovenstaande te zien. Vergeving heeft alles te maken met ontvangen en geven. Als eerste moet er een ervaring zijn van ontvangen, die de beweging in gang zet. Zoals een pasgeboren baby die begint met ontvangen, zo is de ervaring van ontvangen liefde of vergeving ook tegelijk de kracht die het geven mogelijk maakt. We ervaren het contextuele denken hierin als mooie kijk op de beweging die hierin plaats mag vinden. Tussen partners is de balans als het goed is steeds in beweging. Zodra deze stagneert, bijvoorbeeld door groot onrecht dat ontstaat, kan begrip, intergenerationeel kijken en liefde ervoor zorgen dat de beweging middels vergeving weer ontstaat. Afsluitend een citaat van Jorna, aangehaald door Grave (2009), wat een mooie vertaling weergeeft waar liefde en de ontvangende en gevende beweging in centraal staat: “Hiertoe zijn we dus op aarde: om te leren liefde te geven en liefde te ontvangen, door onder ogen te zien wat liefde in de weg staat - angst, haat, wrok, ijdelheid, drang tot zelfbehoud en bezit - en dat te laten oplossen, zodat de liefde voor de ander en het andere vrij kan komen.”
5.6 OPSOMMING WEZENLIJKE ELEMENTEN IN HE T VERGEVINGSPROCES Tot slot willen we komen tot het benoemen van naar ons inzicht belangrijke en terugkerende elementen die vanuit de literatuur en ons eigen inzicht over het proces van vergeving. We hebben hierbij de contextuele en de niet contextuele literatuur gebruikt. We hebben geen stappenplan hierbij gemaakt, aangezien het niet noodzakelijk is dat wij zelf komen tot een procesbeschrijving in stappen. Wel willen we duidelijk krijgen alvorens we het praktijkonderzoek insteken, welke elementen we aan kunnen denken als voorkennis. De eerste opsomming is een opsomming die we terugvonden in de niet contextuele en contextuele literatuur. De tweede opsomming is specifiek vanuit de contextuele benadering. Zo wordt het contextuele denken als onderscheidende therapeutische stroming al zichtbaar.
64
Proceselementen vanuit contextuele en niet contextuele benaderingen
Erkenning geven voor het gebeurde onrecht. Zien wat iemand tekort is gekomen en waarin iemand beschadigd is geraakt. Het onrecht krijgt gezicht. Inzicht verwerven in de achtergrond, waarin mogelijk destructief recht van de kwetsende persoon zichtbaar wordt. Begrip ontstaat doordat de gekwetste persoon leert begrijpen hoe de kwetsende persoon tot het onrecht kwam. Dit proces komt tot stand door identificatie met de kwetsende persoon. Contextuele proces: inzicht en begrip vormen in de contextuele literatuur samen het proces van ontschuldiging. 1. Als eerste resultaat van inzicht en begrip wordt de gekwetste persoon bevrijd van de drang tot vergelding en veroordeling en bijbehorende negatieve emoties en gedachten. In contextuele termen: de gekwetste persoon wordt bevrijd uit het mogelijk ontstaan van een roulerende rekening. Want wanneer het slachtoffer zou leunen op het destructief recht, kan hij op zijn beurt weer dader worden en nieuwe slachtoffers maken. 2. Als tweede resultaat van inzicht en begrip ontstaat er bij de gekwetste persoon empathie. Door deze empathie wordt het slachtoffer in staat gesteld om beweging te brengen in de gestagneerde relationele balans, door middel van het schenken van vergeving. De dader brengt beweging in de relationele balans door verantwoordelijkheid te nemen voor het aangebrachte onrecht, wat zich uit in erkenning van de pijn van het slachtoffer en berouw hierover. Een stap in openlijke vergeving wordt gezet waarin dader en slachtoffer elkaar bevrijden van de last van de schuld en het opheffen van de relationele blokkade. Hierdoor wordt de schuld niet langer aangerekend aan de dader en wordt het slachtoffer in staat gesteld om zich opnieuw te verbinden aan de dader.
Proceselementen vanuit de contextuele benadering
Meerzijdige partijdigheid als een belangrijk houdingsaspect van de therapeut. Waardoor er een sfeer wordt gecreëerd waarbinnen de onderlinge zorg weer op gang geholpen wordt. Intergenerationele kijken: het verkennen van het destructieve recht vanuit intergenerationeel perspectief. Dit wil zeggen dat het slachtoffer het destructief recht van de dader vanuit zijn gezin van herkomst bekijkt, waardoor begrip en inzicht ontstaat. Dit intergenerationele kijken gaat een stap verder dan 'gewoon' inzicht en begrip doordat er een verbinding wordt gelegd tussen verleden en toekomst. En die verbinding wordt in het heden gelegd. Dit betekent uiteindelijk dat er verantwoordelijkheid wordt gedragen voor de toekomstige generatie. De contextuele benadering geeft expliciet woorden aan het bewegen van de relationele balans van geven en ontvangen in dit hele proces. We zien in de niet-contextuele procesbeschrijvingen dat er wel sprake is van beweging in het geven en ontvangen, alleen wordt dit niet als zodanig uitgedrukt. Door te vergeven wordt er gegeven aan de ander. Deze beweging bewerkt constructief recht bij de gevende persoon. De dader geeft door verantwoordelijkheid te dragen voor het aangerichte onrecht. Door beide gevende bewegingen gebeurt er iets in de balans, wat ervoor zorgt dat de wederkerigheid en vertrouwen wordt hersteld.
65
Tot slot een voorbeeld ter illustratie van hoe het begrijpen van de achtergrond van de dader door het slachtoffer zorgt voor begrip, empathie en dus ook een stap in het vergevingsproces. Een vrouw van ruim dertig jaar wordt plots opgeschrikt door de dood van haar moeder. Ze was vervreemd van haar moeder en had eigenlijk altijd op verzoening gehoopt. Moeder was een alcoholiste die haar dochter verwaarloosde en haar uiteindelijk op achtjarige leeftijd ook had verlaten. De dochter was opgegroeid in de beleving dat ze verlaten was omdat zij niet leuk genoeg was om van te houden. Door de therapeut begon de vrouw de details van het leven van haar moeder te onderzoeken. Er ontstond verdriet toen ze ontdekte wat haar moeder had doorstaan in haar kindertijd. Door empathie met haar moeders omstandigheden begon de vrouw haar moeder te begrijpen en te accepteren. Ze kwam tot het besef dat haar moeder vermoedelijk het beste had gedaan wat ze kon, gegeven de achtergrond van misbruik en verwaarlozing die haar moeder had. De dochter realiseerde zich dat haar moeder haar niet had verlaten omdat zij niet leuk genoeg was. Door ontwikkeld begrip en empathie, was ze in staat om hun beider menselijkheid te omarmen en begon het vergeving- en helingsproces.
5.7 CONCLUSIE Vergeving, als bron voortvloeiend vanuit Gods vergeving, trekt door alle dimensies heen. Binnen alle dimensies kan er betekenis worden gegeven aan en gekeken worden naar vergeving. Vergeving bevindt zich binnen de dimensie van de feiten, aangezien het begint met een daad, een feitelijke daad waarin een kwetsuur ontstaat. Vergeving bevindt zich vervolgens binnen de dimensie van de psychologie. Binnen in de mens spelen zich processen af vanuit beschermingsmechanismen en wordt er op een bepaalde manier omgegaan met de ontstane chaos in de emotie. In de dimensie van de transacties, is vergeving een interactie en handeling tussen individuen. Hier is sprake van mechanismen als macht. Waarbij het zeer wezenlijk is dat de therapeut de positie van de dader zowel als de positie van het slachtoffer beschermt. En de laatste dimensie is de dimensie van de relationele ethiek. Hier gaat het over onderliggende, beïnvloedende waarden als de onzichtbare balans tussen geven en ontvangen. We onderschrijven hierbij de mening van Nagy over de verschillende dimensies. Hij geeft aan dat de mens zich niet binnen een van de dimensies bevindt. Nagy (1986, p.474) stelt: “De vier dimensies werken op elkaar in en zijn alom tegenwoordig in menselijke relatie”. Terugkijkend naar vergeving is de betekenis volgens ons ook groots zichtbaar in de dimensie van de relationele ethiek, de ethiek van gepaste zorg voor elkaar. Wanneer men komt tot vergeving, in acht nemend dat vergeving als een bewuste daad heeft plaatsgevonden, en de betrokkenen verantwoordelijkheid hebben genomen, en er een context is gegeven aan wat vergeven moet worden, dan kan men stellen dat wat gebeurd tussen mensen als een olievlek door zal werken in de relaties van beiden. Dan is de balans van geven en ontvangen weer in beweging en kunnen destructieve patronen doorbroken worden. Dan herstellen relaties en draagt men zorg voor elkaar. Mogelijk schemert er in de vierde of vijfde dimensie wel een onderliggende en allesoverstijgende transcendente dimensie.
66
HOOFDSTUK 6: VERGEVING IN DE PRAKTIJK DEELVRAAG 3: Welke therapeutische interventies zeggen contextueel therapeuten toe te passen in de praktijk in het kader van vergeving binnen partner relatietherapie?
6.1: DEFINIËRING VAN VERGEVING BEGRIP 'VERGEVING' TE GROOT VOOR ÉÉN DEFINITIE Bij de respondenten hebben we gehoord dat het begrip een grote lading aan betekenis kent en niet eenvoudig te vatten is in een definiëring. Wanneer de vragen op een meer concrete omschrijving aanstuurden, bemerkten we een weerstand om te komen tot het vast laten zetten in enkele woorden die het begrip uitlegden. Naast het vastzetten in één definitie, hoorden we ook verschil van opvatting over het begrip, die kan zorgen voor verwarring. Van Klaveren benoemt duidelijk de verwarring die er kan bestaan over het begrip vergeving en stuurt hierbij aan op het verkennen van wat de cliënt eronder verstaat. Ze zegt: “Maar als je niet uitkijkt dan denk je dat je het over hetzelfde hebt, maar dat weet je eigenlijk niet. Maar omdat het zo bekend is stellen mensen veel te weinig de vraag van: “wat is het eigenlijk?”” (WK:46). Dit is de reden dat we in het schrijven over wat de respondenten verstaan onder vergeving, uitgaan van een zogenaamd 'sensitizing concept'. We benaderen het begrip vergeving dus niet als een vaststaand, afgebakend en definitief omschreven begrip, maar meer als een concept waarbij we op zoek zijn gegaan naar elementen die volgens de respondenten horen bij vergeving. Hierbij kijken we naar welke elementen richtinggevend zijn voor het verzamelen van gegevens die horen bij het concept vergeving. BEGRIP 'VERGEVING' NIET GENOEMD Bovenop de grote variëteit die bestaat in de definiëring, zien we een vermijding om het woord 'vergeving' letterlijk als begrip binnen te brengen in de therapieruimte. In elk geval vier therapeuten benoemen hun omgang met het proces van vergeving dat ze het woord zelf omzeilen. De redenen om het begrip als zodoende niet te gebruiken, zijn divers. Verkruijssen zegt: “...en tegelijkertijd hoeft het woord niet altijd gebruikt te worden.” (HV:8). Redenen hierachter zijn onder andere dat de respondent het proces van ontschuldiging geen vergeving noemt. Ook zien we dat respondenten de voorkeur hebben om te spreken over 'herstel van de relatie' en 'herstel (van vertrouwen)' zodat het woord vergeving niet gebruikt hoeft te worden. Bij Verkruijssen wordt zichtbaar dat haar voorkeur voor het gebruik van andere woorden te maken heeft met de religieuze klank die vergeving met zich meedraagt: “...dat komt omdat ik dat (benoemen van vergeving) naar hen niet zo zou doen, want het lijkt dan weer alsof je moet voldoen aan het theologische begrip.” (HV:8). Verduijn heeft mogelijk nog een verklaring, hij zegt namelijk dat hij zich meer richt op verzoening dan vergeving, waarbij hij vervolgt: “In vergeving zit iets van de vergelding loslaten, dat zit meer in de sfeer van het recht. En verzoenen zit meer in hoe kunnen wij samen weer verder.” (KV:16). Zijn aarzeling heeft dus te maken met zijn beleving dat vergeving terechtkomt in de sfeer van het recht, terwijl verzoening zich richt op
67
relatieherstel. Dit sluit aan bij de voorkeur van bovenstaande respondenten, die ook het begrip 'herstel' verkozen boven 'vergeving'. VERGEVING IS TE VINDEN IN DE WOORDEN 'LOS' EN 'VRIJ' Tabel 6: Gebruik van woorden 'los' en 'vrij' Woord
Aantal
Respondent
Woord
Aantal
Respondent
Loslaten
4
WD, HV, HG, KV
Bevrijding
1
PM
Losmaken
3
JM, AvD, HV
Vrijkomen
2
LG, WD
Loskomen
3
WD, AvD, HG,
Vrijmaken
1
JM
Vrijheid
1
JM
Vrijzetten
1
WD
TOTAAL respondenten
TOTAAL respondenten
6
4
In bovenstaande tabel worden woorden weergegeven die dicht tegen elkaar aanliggen. Woorden met 'los' en woorden met 'vrij'. Alleen al van dit woordgebruik zou een aparte studie gemaakt kunnen worden om op gedetailleerd niveau te kijken naar wat er wordt bedoeld met 'los' en 'vrij' in relatie tot vergeving. We houden het nu op het constateren dat deze woorden allemaal voorkomen als het gaat over het zichtbaar worden van vergeving. Iets wordt 'los' en iemand wordt 'vrij'. We zien dat de helft van de respondenten het woord 'los' in de mond neemt. Daarvan verwoorden vier respondenten het woord met een ander woord erbij. Dus bijvoorbeeld Dumas gebruikt 'loslaten' en 'losmaken'. Bij het woord 'vrij', zijn er minder respondenten, namelijk vier, die dit woord gebruiken.
Loslaten komt voor in diverse contexten. De vraag is wat er nu precies wordt losgelaten. Antwoorden hierop zijn divers: het recht op genoegdoening, wrok of de woede. Daarnaast zijn er nog enkele waarin geen gegevens zijn wat de respondent bedoelt met wat er losgelaten wordt. Ook uit de context wordt dit niet duidelijk, dus laten we dat verder in het midden. In elk geval is duidelijk dat vergeving zit in het loslaten. Van Beek zegt dat vergeving geven hierin zit: “ik reken het je niet meer aan” (JvB:43). Dit komt overeen met het loslaten van de genoegdoening. Groeneboer beziet vergeving als een vrucht van een heel proces en in de vrucht die hij vergeving noemt, zit ook het loslaten ingesloten. Hij zegt het als volgt: “Nou ja, ik zie het als de vrucht, dat mensen zeggen: “Nu wil ik er los van komen en nu wil ik loslaten”.” (HG:32). Duidelijk wordt bij hem inderdaad dat wat we kunnen benoemen als zichtbare (inter)actie, is het loslaten en losgelaten worden. Dit is voor hem vergeving. Daarnaast zien we de bewoordingen 'loskomen' en 'losmaken'. Als we deze woorden in hun context lezen, wordt duidelijk dat het hier niet zozeer gaat om de genoegdoening, wraak of boosheid; maar dat de cliënten loskomen van de dader of van hun bitterheid. Dat is een andere klemtoon dan het
68
woord 'loslaten'. Toch zijn de woorden nauw aan elkaar verbonden. Dit kunnen we concluderen aangezien vier van de zes respondenten twee bewoordingen gebruiken. Dus bijvoorbeeld het woord 'loslaten' en 'losmaken'. We concluderen hierin met enige voorzichtigheid dat het loslaten van boosheid en recht op genoegdoening tegelijkertijd oplevert dat een persoon loskomt of losgemaakt wordt van de negatieve binding met de dader en negatieve binding in bitterheid. Wanneer we dit constateren, zien we vervolgens dat het woord 'vrij' hier bij aansluit. Het losmaken van de dader, levert vrijheid op. Dumas beschrijft hierbij dat het gaat om allebei de partijen die worden vrijgezet: “...niet alleen jezelf vrij zetten maar die ander ook.” (WD:16). Zijn de woorden rondom 'los' en 'vrij' nu woorden die een activiteit bij een cliënt aanduiden of zijn het woorden die wijzen op gevolgen van een proces? We kunnen niet volledig stellen dat het een zichtbare activiteit is die op een moment gebeuren kan. Maar we kunnen ook niet stellen dat het enkel een passief resultaat is van andere processen. Er is dus een tweeledigheid te constateren, namelijk dat het enerzijds kan plaatsvinden als activiteit, maar het kan nooit los gebeuren zonder eromheen liggende processen die het ('los' en 'vrij) bevorderen. Verduijn geeft hier op de volgende manier woorden aan: “(vergeving)...is een vrucht van wat we wederzijds verstaan zijn gekomen, daarin kun je het loslaten, het recht op vergelding, het recht op je tegoed.” (KV:18). Hier zien we de dualiteit. Enerzijds ontstaat 'los' in vergeving, dus wordt het mogelijk gemaakt door andere processen. Anderzijds zien we in het woord 'kunnen' een begin van een activiteit ontstaan. We concluderen dus dat 'los' en 'vrij' niet geheel een bewuste wilsactiviteit is, maar ook niet geheel een passief procesonderdeel. Omschrijving en vaststelling van een kant zal tekort doen aan de andere kant. ZICHTBARE TEKENEN DAT VERGEVING PLAATSVINDT
Openheid, horen en begrijpen Op allerlei wijzen geven respondenten weer hoe wezenlijk het is dat cliënten de veiligheid (gaan) ervaren om zichzelf uit te spreken. Om open te worden over het onrecht dat heeft plaatsgevonden en bijbehorende kwetsbaarheden en betekenissen uit te spreken. Deze openheid baant de weg voor het werkelijk zien van de ander en biedt een platform voor het ontstaan van begrip. Verschillende woorden van de respondenten getuigen van dit inzicht, namelijk: 'begrepen voelen' (KV:6), 'dingen zeggen zoals ze geweest zijn' (PM:6), 'het vertellen en horen' (JvB:8), 'openen' (JvB:43), 'zien' (AvD:82), 'horen en gehoord worden' (HV:8), 'elkaar ontmoeten' (RG:27). Al deze woorden laten zien dat er ontmoeting moet plaatsvinden tussen de cliënten, wat ontstaat door openheid, het uitspreken en het horen of zien van (de kwetsbaarheid van) de ander. Verkruijssen verwoordt dat vergeving zich bevindt in deze ontmoeting: “...dan is mijn hele inzet om mensen mee te nemen in wat is er gebeurd en hoe kunnen ze elkaar horen en in het gehoord worden en het in de diepte gehoord worden zit het kunnen loslaten en zit de vergeving” (HV:8). Verduijn heeft hierin een zeer uitgesproken positie omdat hij zegt dat het expliciete vragen om en geven van vergeving niet nodig is wanneer er wederzijds begrip is. Dat het begrijpen van elkaar voldoende is om weer samen verder te kunnen. “...maar wanneer mensen zichzelf begrepen voelen en de motieven en gedachten van de ander proberen te volgen en te begrijpen, en daarvoor ook begrip voor kunnen opbrengen, is dat vaak voldoende om weer verder te kunnen in de relatie” (KV:6). Mogelijk sluiten meerdere respondenten aan bij de woorden van Verduijn en bevindt de vergeving zich volgens hen inderdaad in deze ontmoetingsmomenten, zonder dat het expliciete uitwisselen van vergeving dan nog nodig is.
De dialoog Er zijn vier respondenten die letterlijk het woord 'dialoog' gebruiken in hun antwoorden. Wanneer ze dit woord gebruiken, wordt er zichtbaar dat zij dit begrip dichtbij het begrip 'vergeving' plaatsen. Van
69
Dieren drukt het zo uit: “Want vergeven zit in mijn beleving heel erg verbonden en verweven in werkelijk de dialoog aangaan” (AvD:26). Wanneer we de inhoud van 'dialoog' tegen het licht houden, zien we dat de respondenten in hetzelfde verband als waar ze spreken over 'dialoog', ze ook de woorden 'openheid, echt spreken' gebruiken. In het spreken, in de dialoog, in deze ontmoeting, vindt vergeving plaats.
Herstel Vijf respondenten vonden dat vergeving zichtbaar werd of plaatsvond daar waar er herstel optrad. En dan ging het om herstel van de relatie of herstel van vertrouwen. Dus op het moment dat er sprake is van herstel, dan is daar vergeving aanwezig, daar zit vergeving in. Hierin treedt gelijk weer het spanningsveld op, namelijk dat vergeving niet gelijk te stellen is met herstel van vertrouwen of herstel van de relatie. Maar wat we zien bij de respondenten, is dat vergeving plaatsvindt en beweegt daar waar er herstel optreedt. Mulder verwoordt het zo: “Waar er vertrouwen ontstaat, iemand geeft, het slachtoffer geeft de dader vertrouwen, dan is hij aan het vergeven” (PM:14). Interessant is dat er blijkbaar verschillend woordgebruik is, voor een fenomeen wat er bij cliënten hetzelfde uitziet. Van Klaveren geeft ook een antwoord wat in diezelfde richting wijst: “...het kan zijn dat mensen het benoemen, zoals: “We hebben elkaar vergeven en we hebben een nieuwe start kunnen maken ”, maar het kan ook zijn dat mensen zeggen: “we hebben weer vertrouwen in elkaar” en misschien is er dan precies hetzelfde gebeurd.” (WK:60). Zij trekt een parallel tussen herstel van vertrouwen en vergeving en verkiest het eerste woordgebruik boven het gebruiken van het begrip 'vergeving' (WK:6). Volgens haar is het zoeken naar vertrouwen wat wat cliënten in beweging brengt en hoop biedt. CONCLUSIE Wanneer er geprobeerd wordt vergeving te vangen in een begrensde definitie, wordt er geen recht gedaan aan dit abstracte proces volgens de therapeuten. Daar waar we deze strakke hantering loslaten en gebruik maken van een methodologische techniek als het 'sensitizing concept', ontdekken we veel waardevolle elementen die samen vergeving vormen. Dit horen we in de verhalen van de respondenten over de betekenis van vergeving. Ze beschrijven bewegingen die ze zien ontstaan tussen de partners, samengevat in een aantal bewegingen, namelijk: loslaten, elkaar horen, dialoog en herstel. In deze bewegingen is vergeving een zichtbare realiteit. Of het nu voorafgaat aan, volgt op, veroorzaakt of gevolg is, zetten de respondenten vaak niet vast. Het lijkt erop dat de respondenten juist in het loslaten van een gestructureerde en vastomlijnde definiëring, de werkelijke betekenis van vergeving proberen te laten zien.
6.2 INTERVENTIES IN HET VERGEVINGSPROCES In deze paragraaf zullen we stilstaan bij welke interventies respondenten zeggen toe te passen en welke procesonderdelen zij zien als behorend bij het vergevingsproces. AANLEIDING VOOR HET VERGEVINGSPROCES De aanleiding voor een vergevingsproces wordt niet expliciet genoemd door de meesten, maar er wordt veelal het woord 'onrecht of kwetsing' gebruikt. Een opvallende uitspraak van Dumas vertelt iets over hoe zij de route naar vergeving ziet ontstaan: “Ik heb veel liever dat een cliënt gaandeweg zelf ontdekt dat het “niet vergeven” in de weg kan zitten.” (WD:12). Ze benoemt in het proces niet expliciet dat ze toewerkt naar vergeving, maar het kan gaandeweg voor de cliënt duidelijk worden dat het helend zou zijn. Concreter ingevuld zegt Van Beek dat vergeving daar nodig is, waar er een
70
'soort onderstroom van wrok' (JvB:4) merkbaar is. De reden bij Dumas waarom vergeving nodig is, zou kunnen zijn wat Van Beek benoemt, als een aanwezigheid van wrok. Dit zijn concrete aanleidingen hoe het proces kan starten. Andere therapeuten benoemen dit verder niet. We zullen hieronder een aantal interventies benoemen. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat het niet gezien moet worden als een stappenplan. De respondenten willen juist voorkomen dat het een stappenplan wordt, maar benoemen wel duidelijk interventies met het oog op het vergevingsproces. UITNODIGEN EN FACILITEREN VAN SPREKEN DOOR BEIDEN Bijna alle respondenten hebben het over deze eerste aanzet in het therapeutische gesprek, namelijk het creëren van een dialoog waarbij gesproken wordt met elkaar. Het faciliteren van de dialoog betekent het faciliteren van rechtstreeks spreken, het uitnodigen tot het delen van wat er gebeurd is. De inhoud van wat er gedeeld wordt is tweeledig: namelijk enerzijds het delen van het onrecht dat heeft plaatsgevonden en daarbij ook de vraag wat de betekenis van dit onrecht is voor beiden. Van Klaveren benoemt deze interventie als volgt: “...dat begint toch wel met beide de gelegenheid bieden om hun verhaal te doen, dat is dus feiten verkennen, gevoelens verkennen, communicatie patronen die ontstaan zijn” (WK:24). Hieraan verbonden, zien we dat niet enkel het feitelijk gebeurde op tafel komt, maar wordt er gevraagd naar de betekenis hiervan voor beiden. Mulder benoemt dit: “En vervolgens, dat ze dan tegen elkaar weten te zeggen van 'wat betekent dit voor mij en wat betekent dit voor jou'.” (PM:12). Opvallend hierin is dat alle respondenten ook duidelijk benoemen dat het niet gaat om maar één kant van het verhaal, maar dat beiden hun verhaal vertellen. Verduijn heeft hier een bijzondere opmerking over, namelijk dat hij een 'rangorde' aanbrengt in wie het eerst het woord krijgt. Dit is bij hem niet willekeurig: “Waarbij het slachtoffer voorrang heeft, omdat anders de wereld op zijn kop komt te staan.” (KV:20). Degene die het meest kwaad is aangedaan is voor Verduijn degene die eerst aan het woord komt. ERKENNING FACILITEREN VOOR ONRECHT EN HET GEVEN Het letterlijke woord 'erkenning' komen we tegen bij acht respondenten. Het gaat dan over twee verschillende inhouden waarvoor erkenning gegeven wordt. Aan de ene kant wordt de erkenning gegeven voor de pijn of het onrecht dat beleefd wordt. Van Beek benoemt de erkenning geven voor het onrecht in één adem met het erkenning geven voor het geven wat de persoon heeft gedaan. Dat is gelijk de andere inhoud van erkenning die benoemd wordt. Vijf respondenten werpen het licht op het zichtbaar maken en daarin erkennen van het geven of de investeringen van de cliënt. Dat kan zowel van de dader als van het slachtoffer zijn. Groeneboer heeft in zijn hele opvatting van vergeving het belichten van het geven centraal staan. Voor hem zit in vergeving al geven en is het van belang om te beginnen met het belichten van de investeringen. De interventie waar hij mee begint, is daarop gericht: “Wat heb je gegeven, wat heb jij geïnvesteerd in de relatie, wat is jouw investering geweest?” (HG:12). Hij beziet vergeving als de vrucht op het proces van erkenning voor het geven (HG:6). Aanvullend hierop legt hij uit dat erkenning en genade ontvangen eerst nodig zijn alvorens er vergeven kan worden (HG:26). De eigen ervaring van het ontvangen van vergeving, wat genade betekent, is dan de voorwaarde om te geven, lijkt Groeneboer te bedoelen. APPÈL DOEN OP VERANTWOORDELIJKHEID Wanneer het gaat over verantwoordelijkheid die genomen wordt voor het aangedane onrecht, is gelijk ook de vraag waar we het dan precies over hebben. Wanneer wordt zichtbaar dat iemand verantwoordelijkheid neemt. In verschillende antwoorden hoorden we terug dat de dader kan horen, (ver)dragen of begrijpen wat hij de ander heeft aangedaan. De erkenning van het gedane onrecht, is een zichtbare interactie waarin verantwoordelijkheid opgenomen wordt. Bunck zegt
71
hierover: “Dat moment dat er schuld is, dat moet je dan ook kunnen verdragen zonder terug te schieten.” (RB:10). Het verdragen van de schuld die er ligt, impliceert ook het erkennen en is een platform waarop verantwoordelijkheid gebouwd wordt. Verkruijssen laat zien dat verantwoordelijkheid nemen en erkennen van het onrecht in een tijdslijn op elkaar volgen. Volgens haar komt erkenning van het onrecht pas na de verantwoordelijkheid nemen: “Pas als je verantwoordelijkheid kunt nemen voor wat er echt gebeurd is, kun je de diepte in door het erkennen van wat je gedaan hebt; want dat kan heel erg pijnlijk voelen.” (HV:30). Samenvattend kunnen we zeggen dat er twee dingen bij elkaar horen, namelijk; het onrecht wordt geplaatst en degene die schuldig is neemt hier verantwoordelijkheid over, door het te dragen, verdragen en te erkennen. Een extra nadruk legt Van Dieren op de verantwoordelijkheid die door beide partners genomen moet worden, dus niet enkel door de dader. Ook het slachtoffer moet verantwoordelijkheid nemen voor datgene wat er gebeurd is. Wat hij hier verder onder verstaat is niet bevraagd of verwoord. INZICHT EN BEGRIP GENEREREN Negen respondenten geven veel woorden aan deze interventie binnen het hele proces. Het onderzoeken van de achtergrond van de gebeurtenis. De gedachte “Hé, wat heeft iemand meegemaakt dat hij zo ermee is omgegaan en mij dus zo gekrenkt heeft.” (AvD:82), is dan de interventie waarbij cliënten worden stilgezet om in de schoenen van de ander te gaan staan en te zien en begrijpen wat er aan vooraf is gegaan. In de contextuele literatuur wordt dit onderdeel 'ontschuldigen' genoemd. Van Beek benoemt dat het inzicht krijgen in de ander nodig is binnen dit proces (JvB:16). Vier respondenten beklemtonen hierbij de intergenerationele verbanden. Dus niet enkel begrip krijgen in het hier en nu, maar het begrip ontstaat juist in de intergenerationele context. Van Beek, Verduijn en Dumas vertellen dat ze in hun interventie gaan kijken naar de gezinnen van herkomst. Door bezig te zijn met een 'heroriëntatie op het verleden' (WD:12) ontstaat er inzicht in gezinspatronen die van invloed zijn geweest en nog zijn. Dit creëert vervolgens begrip. Van Beek en Bunck zien dat de balans van geven en ontvangen hierin resoneert. Wanneer het gezin van herkomst wordt bekeken, wordt er gekeken naar hoe de balans van geven en ontvangen is geweest: '...het verschuldigd zijn aan elkaar wat ook in de generaties door kan gaan' (RB:14). En vervolgens geeft ze aan dat ze met cliënten dus nadrukkelijk werkt met het stuk wat er zit tussen de cliënt en zijn of haar ouders. Van Beek voegt hierbij het begrip 'ethische verbeelding' toe. Ze wil hiermee uitdrukken dat in het begrijpen het van belang is, dat de ene partij in de schoenen van de ander gaat staan en vanuit die positie gaat onderzoeken wat er over blijft van het verwijt (JvB:10). Het begrip ontstaat in het zien vanuit het perspectief van de ander, dat is wat Verduijn hierover zegt. Dit sluit aan bij het begrip wat Van Beek gebruikt. BEKIJKEN VAN RELATIONELE CONSEQUENTIES Het vorige gedeelte ging afsluitend over het intergenerationele kijken. Nu geeft Van Dieren hierover ook iets aan, maar vanuit een ander perspectief. Het lijkt wel alsof Van Dieren de kinderen, dus de volgende generatie als een hefboom gebruikt in het onderzoeken van mogelijkheden voor vergeving. Hij zegt: “En als er kinderen zijn dan denk ik, nou nu wordt het toch wel handig om goed te kijken naar of je het een passende plek wil geven, er moet wel wat gebeuren, omdat jullie wel ouders blijven.” (AvD:40). Juist vanwege de zorg voor de komende generatie is het van belang om vergeving een plaats te geven. Dit is uniek en aanvullend inzicht op de andere respondenten.
72
OPENLIJK VERGEVINGSMOMENT INITIËREN We hebben bekeken of de therapeuten een interventie benoemen die gaat om een openlijk (wederzijds) uitspreken van vergeving. Dat wil zeggen dat er een expliciet moment wordt gecreëerd waarbinnen door beide partners vergeving kan worden gevraagd dan wel gegeven. Een minderheid spreekt over een vergevingsmoment waarbij letterlijk de woorden van vergeving worden uitgesproken. Verkruijssen en Dumas zien zichzelf als 'getuige' (WD:57) of het gebeurt 'in hun bijzijn' (HV:33). Ze benoemen daarin dus duidelijk hun eigen rol als therapeut in het vergevingsmoment. Dat het gebeurt in bijzijn van de therapeut is voor hen belangrijk. Bunck getuigt van een voorbeeld waarin zij naar het moment van openlijke vergeving heeft mogen begeleiden en heeft dit ervaren als 'ontzettend mooi' (RB:10). Opvallend bij dezen drie therapeuten is dat zij hun eigen persoon als therapeut (in de eerste twee) en hun eigen ervaring (laatste) zo duidelijk beschrijven als het gaat om het openlijke vergevingsmoment. Van Beek drukt zich voorzichtiger uit, doordat ze zegt dat er 'soms' een moment kan komen van het expliciet vergeving vragen (JvB:12, 18). Wanneer het nodig is, dan zal dit plaatsvinden. Naar de redenen waarom het wel of niet nodig zou zijn, is niet verder gevraagd. De reden waarom Verkruijssen duidelijk kiest voor het openlijke vergevingsmoment in bijzijn van de therapeut, is “omdat het zo’n spannend stukje is dat ik als het ware de stut ben om het veilig te houden, dat als er een sneer komt, ik die kan opvangen en dat ik kan zeggen: “Hé joh, dit is vast uit pijn, laat even weten”, want anders sluit de ander zich af en dan kan je weer niet verder, dus het gebeurt altijd hier.” (HV:33). Vervolgens geeft ze ook een duidelijke richtlijn voor dat moment. Ze gelooft namelijk niet in de vraag “wil je mij vergeven'', maar kiest veeleer voor het erkennen van het onrecht door de dader en de ruimte laten aan het slachtoffer om vergeving te geven (HV:72). Van Klaveren spreekt zich expliciet uit tegen het openlijk vragen van vergeving. Ze benadrukt dat dit 'fixerend' werkt (WK:10). Daarom spreekt zij liever niet expliciet van het woord vergeving, maar veel meer van het zoeken naar herstel van vertrouwen. CONSOLIDEREN VAN VERGEVING Het sluitstuk vormt de fase van consolidatie. Niet zozeer het woord consolidatie wordt gebruikt, maar wel constructies die samenvallen in dit begip. Door vier respondenten wordt verhaald dat het belangrijk is dat beide partners ruimte creëren om de opnieuw ontstane emoties te laten bestaan en het erover te kunnen hebben. Van Klaveren drukt dit zo uit: “dan kun je beter werken aan hoe we kunnen zorgen dat we het er weer over kunnen hebben, dan dat het je naar een punt brengt van; “het is klaar”.” (WK:26). Dus de fase van consolidatie bewerkt je als therapeut door de cliënten bewust te maken van het kunnen ontstaan van emoties over het gebeuren, ook na de (uitgesproken) vergeving. Verduijn voegt hieraan toe dat de dader de consequenties van het aangedane onrecht hierbij ook onder ogen moet blijven zien en deze proberen te verzachten (KV:30). Zowel Van Dieren als Verduijn zeggen dat in de ruimte die ontstaat, er ook ruimte is om goede zorg voor elkaar te hebben, waar constructief recht gebouwd kan worden (AvD:26, KV:tv). Afsluitend biedt van Klaveren een mooie vergelijking aan van vergeving met verwerking. Ze wijst erop dat bij verwerking het lijkt dat het op een gegeven moment helemaal klaar is. Maar juist is het zo dat het “met je mee reist en dat het meer iets weg heeft van het bewerken dan het verwerken”. Dus in het consolideren zit volgens deze vier respondenten zeker het principe dat het niet 'klaar' is na een vergevingsmoment, maar dat het gaat om het blijven bewerken door ruimte te creëren naar elkaar en constructieve acties in te richten.
73
CONCLUSIE Tabel 7: Interventies van therapeuten uit de praktijk Interventie
Aantal
Wie, waar
Uitnodigen en faciliteren van spreken door beiden
9x
AvD 26, WD 12, 18, 26, 30, RB 10, 24, JM 22, WK 24, JvB 24, HV 8, 14, 16, 30, 39, PM 6, 12, KV 18
Appel doen op verantwoordelijkheid
5x
AvD 8, 10, 38, 40, HV 30, PM 8, 12, KV20, RB 10, 16, 26
Inzicht en begrip genereren
9x
AvD 82, PM 8, HV 18, 31, HG 22, JM 18, WD 12, 16, 24, 30 JvB 10, 16, 18 KV 6, 20, 34, RB 14
Bekijken van relationele consequenties
1x
AvD 40
Erkenning faciliteren voor onrecht en geven
7x
WD 16, 42, HV 14, 16, 30, PM 6, HG 4, 6, 8, 10, 12, 26, 32 RB 34, 63 WK 32, JvB 24
Loslaten
7x
JvB 10, 34 KV 10, 18, HG 32, HV 8, 18, 22, 65, JM 16, AvD 50, WD 16
Bevorderen van het herstel 5x van vertrouwen
AvD 42, PM 12, WD 24, 32, 47, HV 10, WK 6, 20, 32
Openlijk vergevingsmoment initieren
4x
JvB 10, 12, 18, RB 10, 34, 44 HV 33, WD 57
Consolideren van vergeving
3x
AvD 10, 26, 52, KV 30, tv WK 26
Een paar interventies staken met kop en schouders uit boven de anderen doordat ze door de grote meerderheid van respondenten werden benoemd. De vier die onderstreept zijn, zijn de interventies die door het merendeel van de respondenten werd genoemd. Analyserend is er een verband zichtbaar met de definiëring van vergeving en de vier interventies die hier vooral door therapeuten ingezet worden. De interventies gaan over het laten ontstaan van een gesprek tussen de partners, waarbij gehoord worden, erkenning, inzicht en begrip de factoren zijn die vergeving behelsd. Ook in de definiëring van vergeving komen we tegen dat de respondenten vaak vergeving zien als zijnde aanwezig in het gesprek, in de dialoog. De interventies die therapeuten zeggen te doen, gaan dan met name over het op gang brengen van een dialoog, van de ontmoeting. Daar is de plek waar vergeving plaats kan hebben, of plaatsvindt. Het gebeurt daar al. Daarnaast zien we dat de begrippen verantwoordelijkheid en vertrouwen evenveel voorkomen. Dit zijn vermoedelijk meer randbegrippen, die wel belangrijk zijn, maar niet per se de inhoud van vergeving zelf vormen. Tot slot zijn er twee interventies die gaan over de concrete uitwerking en nawerking, namelijk een openlijk moment als uitwerking en de fase na het vergeven als de nawerking. Het openlijke, expliciete vergevingsmoment is een interventie waarbij we bijna twee stromingen zichtbaar zien worden. Er zijn therapeuten die dit duidelijk verkiezen of in elk geval laten gebeuren en daarnaast zijn er therapeuten die dit niet zullen initiëren. In hoofdstuk 7 zullen we hierop terugkomen aangezien het
74
een opmerkelijk verschil is. De consoliderende fase is minder belicht, wat erop kan wijzen dat dit niet per definitie als behorend bij vergeving kan worden beschouwd, of te vanzelfsprekend om te benoemen.
6.3 VERGEVING EN ONTSCHULDIG ING Van Dieren, Groeneboer, Dumas en Bunck zien ontschuldiging als een 'voorportaal' (AvD:50). Het woord 'voorportaal' neemt Van Dieren in de mond, waarbij anderen spreken van een volgorde, waarbij ontschuldiging als eerste komt en vergeving daarna kan volgen. Bij Van Dieren, Groeneboer en Dumas is de toevoeging die bij vergeving gebeurt, een stap in verbindende zin. Bij Van Dieren betekent vergeving 'ik wil weer verder met die ander' (AvD:72) en bij Groeneboer ontstaat er bij vergeving de 'behoefte om weer te gaan geven' (HG:22). Dumas ziet vergeven dan gebeuren in het herstel van vertrouwen (WD:24). Deze drie respondenten getuigen van dezelfde opvatting, namelijk dat vergeving de stap verder is dan ontschuldiging, waarbij er sprake is van toenadering in de verbinding. De betekenis van ontschuldiging is veelal dezelfde bij de respondenten. Dit wordt omschreven als het begrijpen van hoe het is gekomen dat iemand tot een bepaalde daad is gekomen. Deze betekenis zien we terug bij de interventies in onderstaande paragraaf onder het kopje 'inzicht en begrip'. Van Dieren vertelt: “Ontschuldigen is in eerste instantie het begrijpen: “wat maakt dat iemand zo met jou is omgegaan?” (AvD:82). Een ander inzicht voegt Van Dieren hier nog aan toe, namelijk dat je door meerzijdige partijdigheid altijd werkt aan ontschuldigen. Hij legt dit verder niet uit, maar vanuit onze interpretatie hierover zien we dat je bijna kan zeggen dat ontschuldiging opgesloten ligt in meerzijdige partijdigheid. Door meerzijdige partijdigheid kruip je namelijk al in de schoenen van de ander, eerder benoemd in het begrip 'ethische verbeelding' en dit voedt ontschuldiging. Tenslotte wordt er door Verduijn antwoord gegeven op de vraag die we hebben beantwoord in het theoretische vooronderzoek, namelijk wat er gebeurt met de schuld. Hij zegt het volgende: “Ontschuldigen wil zeggen; er zit een “ ont” in, de schuld die is er niet meer. Maar dat past in feite niet in het contextuele denken wat die schuld wel laat bestaan, maar het verdaagt. Exoneratie is een wat juridisch begrip waardoor het wat naar voren geschoven wordt in de tijd, waardoor er wel ruimte ontstaat.” (KV:26). Volgens hem 'verdaagt' de schuld, wat inhoudt dat het in de tijd verplaatst. Door dit verplaatsen is er ruimte gecreëerd tussen de partners en geeft dit mogelijkheid voor (hernieuwde) verbinding. Hoe zien de respondenten nu de verhouding tussen ontschuldiging en vergeving? Slechts de helft van de respondenten geeft informatie over het begrip 'ontschuldiging', terwijl dit juist een onderscheidend contextueel begrip is. Wat maakt dat er vanuit de interviews een soort vaagheid overeind blijft als het gaat om deze twee tegen elkaar schurende begrippen? Deze vraag nemen we mee naar onze reflectie en tegelijk zou een aanbeveling tot nader onderzoek zijn om respondenten expliciet te vragen om het verschil of de overeenkomst tussen ontschuldiging en vergeving te benoemen.
75
6.4 CHRISTELIJK GELO OF EN VERGEVING VERZOENING ALS DOEL VAN CHRISTELIJKE VERGEVING? Therapeuten zijn niet expliciet bevraagd op de verbinding tussen geloof en therapie met betrekking tot vergeving, maar er warden wel verbindingen gemaakt door hen. Soms expliciet, meestal impliciet. Verkruijssen zegt over vergeving het volgende: “Ik denk dat vergeven als eerste voor jezelf is”. Ze onderzoekt daarin wat Gods doel is met vergeving en komt tot de volgende conclusie: “Zijn doel was herstel van die relatie” (HV:59,60). Van daaruit gelooft zij dat vergeving als doel heeft om herstel van relaties te bereiken. Meningen van respondenten zijn hierover verdeeld. Van Dieren benadrukt bijvoorbeeld dat vergeving niet altijd resulteert in volledig herstel van die relatie. Hij zegt hierover: “Het betekent niet dat het altijd goed blijft gaan. Ik heb ook koppels gezien die wel elkaar vergeven hebben voor wat er gebeurd is, maar die uiteindelijk na een jaar toch uit elkaar gingen...” (AvD:115). Twee tegenovergestelde meningen, beiden benadrukken een belangrijke realiteit van vergeving, verzoening als ultiem doel en 'plaatselijke' vergeving omwille van een daad alleen. In dit laatste geval is verzoenen niet meer het doel maar een middel om de dialoog in stand te houden omwille van de volgende generatie die daarbij gebaat is(AvD:40). VERGEVING GEKLEURD DOOR HET CHRISTELIJK GELOOF Vergeving wordt door meerdere respondenten beschouwd als een christelijk begrip. Dumas benadrukt meerdere gradaties van vergeven waarvan een de “geestelijke dimensie” is (WD:24)met andere woorden, het christelijk geloof. Ze gaat verder: “...gelovige mensen weten van vergeven, als je gelovig bent dan weet je dat je zelf vergeven bent”. Dit weten impliceert dat christenen ook zelf gaandeweg ontdekken dat er een daad gesteld moet worden die voortvloeit uit het besef, besef vergeven te zijn (WD:12). Ook Bunck bekijkt vergeving vanuit “therapeutisch en geestelijk perspectief” (RB:14). Maar er wordt ook gezegd dat vergeving kan plaatsvinden zonder dat men over het woord 'vergeven' spreekt. Dit laatste is vooral aan de orde bij niet-gelovigen. Verkruijssen legt dit uit: “Naar mijn idee zijn de begrippen vergeving en verzoening niet alleen maar theologische of religieuze begrippen, maar gaan ze over herstel van relatie” (HV:8). Zij legt uit dat ze werkt vanuit haar christelijke identiteit aan vergeving. Wanneer de cliënten niet christelijk zijn, noemt ze vergeving anders, namelijk:” herstel van vertrouwen”. De terminologie wordt dus soms aangepast aan de hand van de levensovertuiging van cliënten, maar inhoudelijk wordt het wel gezien als hetzelfde proces. Van Dieren geeft aan dat vergeving altijd een rol speelt bij mensen met een christelijke levensbeschouwing, simpelweg omdat het een Bijbels principe is (AvD:6). Van belang is volgens hem om te onderzoeken vanuit welke context vergeven wordt geïnterpreteerd. Vanuit een pastorale werksituatie is het volgens van Dieren vanzelfsprekend dat men werkt met vergeving en dit proces ook begeleidt. Maar vanuit de rol als therapeut adviseert hij enige terughoudendheid: “Even los van dat vergeving deels tussen God en mens speelt, in mijn beleving, en tussen God en mensen onderling, is dat wel een gebied waar ik als therapeut een gepaste afstand moet houden.” (AvD:14). Dus van Dieren adviseert terughoudend in het werken aan en met vergeving tussen partners in therapie. Het is essentieel om te weten vanuit welke context mensen elkaar willen vergeven.
76
VERGEVING VERBONDEN AAN HET GELOOF VAN THERAPEUTEN De meeste geïnterviewde therapeuten verbinden vergeving aan het christelijk geloof, met andere woorden: er wordt beroep gedaan op de verantwoordelijkheid die mensen van God hebben gekregen om elkaar te vergeven. Hoe kunnen we dit zo stellen? We hebben in de data van de interviews gekeken naar uitspraken van therapeuten die refereren naar vergeving vanuit het christelijk geloof. Opvallend is dat therapeuten uit zichzelf geloof en vergeving aan elkaar verbinden. Het wil overigens niet zeggen dat diegene die dat niet doen er niet hetzelfde over kunnen denken, we weten dat gewoon niet. Het thema vergeven, als Bijbels principe, is in ieder geval bekend bij de meeste therapeuten. Om het een en ander te verduidelijken hebben we een schematische weergave gemaakt met verwijzingen naar uitspraken van therapeuten die iets zeggen over vergeving in christelijke context. Tabel 8: Vergeving gekoppeld aan christelijk geloof door therapeuten Respondent
Vergeving wordt gekoppeld aan vergeving door Jezus Christus
Aantal keer dat de verbinding tussen vergeving en geloof in Jezus Christus wordt gemaakt
Van Dieren
R:6,14
2X
Molder
R:6,30
2X
Grifhorst (René)
R:40
1X
Grifhorst (Lucy)
R:17,39,41
3X
Groeneboer
R:26
1X
van der Meiden
R:24
1X
van Beek
Niet expliciet benoemd in het interview
_
Verduijn
Niet expliciet benoemd in het interview
_
Bunck
R:65
1X
Verkruijssen
R:39,41,43,45,62
5X
van Klaveren
R:13
1X
Dumas
R:12,20,22,24,28,32
6X
Tien van de twaalf respondenten verbindt op de een of andere manier, vanuit zichzelf, vergeving aan het christelijk vergeven zijn door Jezus Christus. Er kan op basis van dit schema géén uitspraak worden gedaan over het feit of zij het in hun eigen leven verbinden aan elkaar, noch of zij het in therapie aan elkaar verbinden. Het belangrijkste wat we hieruit kunnen concluderen is dat de meeste geïnterviewde therapeuten kennis hebben van vergeving als Bijbels principe. Voor ons, bevestigd dit dat vergeving een alom bekend Bijbels principe is vanuit de theorie, als ook vanuit de praktijk. Het verheugt ons te merken dat therapeuten dit ook weten en benoemen en hiermee ongenoemd het belang ervan onderstrepen.
77
HOE VERBINDEN THERAPEUTEN VERGEVEN EN GELOOF IN DE THERAPIE PRAKTIJK? Vijf van de twaalf respondenten verbinden vergeven vanuit christelijk perspectief aan de therapiepraktijk. Zij benoemen dat christenen, vanuit het besef vergeven te zijn, het vergeven bewuster kunnen kiezen en doorleven. Eerder in dit onderzoek werd gezegd dat René en Lucy Grifhorst als enige benoemen dat zij aan echtparen rechtstreeks vragen om God actief te betrekken bij het proces van vergeving: “Wat wil de Here God nu eigenlijk dat je doet?” (RG,LG:12).Ook voegen zij hieraan toe: “Gods liefde dwingt ons ertoe om hierover na te denken” (RG,LG:17). Ook Groeneboer koppelt vergeven vanuit het christelijk geloof aan de therapiepraktijk: “We moeten eerst de genade van God ontvangen voordat we weer kunnen gaan geven, dus vergeving zit voor mij in de stap van erkenning, de genade van God ontvangen, en de liefde van God ontvangen zodat je ook weer wat te geven hebt en dan pas gaat vergeven een rol spelen” (HG:26). De drie laatst geciteerde therapeuten koppelen de christelijke dimensie en vergeving direct aan elkaar. Hierdoor krijgt vergeving een essentiële rol in therapie. Zij geven zelfs aan dat als er iets in de christelijke dimensie niet gebeurt, het consequenties kan hebben in de relationeel-ethische dimensie. Met andere woorden, om vergeving tussen mensen te ervaren zoals het oorspronkelijk vanuit de Bijbel bedoeld is, is het nodig om te beseffen dat we als mens vergeven zijn door God via zijn Zoon Jezus Christus zodat we ten volle beseffen dat we op grond daarvan in staat zijn om elkaar te vergeven. Hierin zien we duidelijk iets terug van de beweging in de relationele balans en het effect ervan in andere relaties. MANIPULATIE ALS VALKUIL VOOR CHRISTELIJKE VERGEVING Vergeving kan vrij maken, dit hebben we in eerdere paragrafen ook gelezen, maar als het gebeurt door middel van manipulatie dan maakt vergeving onvrij. Wanneer men vergeving gebruikt om die ander onder druk te zetten, of macht uit te oefenen op de beslissing van die ander, dan is dit een valkuil. In dat geval staat vergeven direct in strijd met de ware betekenis van vergeven vanuit christelijk perspectief. Van Dieren noemt als grote valkuil van vergeven binnen de christelijke dimensie dat mensen elkaar onder druk kunnen zetten door het volgende te zeggen: “God heeft mij vergeven dus jij moet mij ook vergeven”, of “wie ben jij om mij niet te vergeven?” (AvD:46). In dit geval is er sprake van manipulatie of zelfs zoals hij zegt “vergeven met het mes op de strot” (AvD:50). Het is dan niet meer een doel maar een middel om die ander onder druk te zetten. Dit heeft weinig te maken met de werkelijke betekenis van vergeven noch verzoenen vanuit christelijk perspectief. Ook Mulder zegt dat een valkuil van vergeving zou kunnen zijn “dat vergeving wordt opgelegd” (PM:26). Vermoedelijk ligt dit in de lijn van de gedachte van van Dieren hierover, maar dit wordt niet nader uitgelegd door Mulder. Als andere valkuil benoemt van Dieren de mogelijkheid dat therapeuten zelf de waarde aan vergeving toekennen vanuit een eigen dimensie van voorkeur of vanuit eigen context (AvD:98). Wanneer de therapeut christelijk is kan hij dus geneigd zijn om de waarde van vergeven voornamelijk te koppelen aan de christelijke dimensie. Een interessante vraag hierin zou kunnen zijn in hoeverre het negatief of positief is dat de levensbeschouwing van de therapeut en zijn kijk op vergeving de therapeutische setting zou kunnen beïnvloeden? Dit laatste hebben we niet onderzocht. CONCLUSIE Vergeving wordt door de meeste therapeuten gekoppeld aan het christelijke begrip vergeving vanuit de Bijbel. Vergeving is van oorsprong een Bijbels principe: “Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven”( Nieuwe Bijbelvertaling, Kollosenzen 3:13).Therapeuten lijken die waarde er ook aan toe te kennen,
78
en hebben daar kennis van. Een aantal therapeuten schroomt niet om het 'vergeven zijn' in Jezus Christus te koppelen aan een te stellen daar van vergeving binnen de therapeutische setting. Maar
het lijkt voor de meeste niet vanzelfsprekend dat vergeven ook terugkomt in therapeutische setting met diezelfde betekenis. Wanneer er openlijk beroep wordt gedaan op de gehoorzaamheid aan God om te vergeven vanuit een besef vergeven te zijn dan word het direct gekoppeld aan elkaar. Maar volgens een aantal andere therapeuten kan het actief betrekken van vergeving in therapeutische setting een valkuil zijn omdat het dan iets weg heft van het onder druk zetten van die ander. 6.5 HOUDI NG THERAPEUT Welke aspecten vinden respondenten uit dit onderzoek van wezenlijk belang in de houding van de therapeut wanneer we het hebben over vergeving in therapeutische setting? Om die vraag te beantwoorden hebben we de benoemde houdingsaspecten verzameld en opgeteld. De door ons herkende houdingsaspecten zijn in deze paragraaf terug te vinden. GÉÉN 'WONDERHOUDINGSASPECT' MAAR ZOEKEND VOLGEN EN VOLGEND ZOEKEN Het is van belang om te stellen dat er niet één “wonderhoudingsaspect” bestaat die past in ieder vergevingsproces. De universaliteit van het begrip vergeven brengt veel diversiteit met zich mee in de praktijk. Respondenten onderstrepen allen het belang van de rol van de therapeut in het proces van vergeving tussen partners. Deze rol vraagt om voortdurende zorgvuldige afwegingen die om afstemming, bijstellen en weer afstemmen vragen.... Enerzijds moet de therapeut volgend zijn en anderzijds moet hij ook interveniëren op de juiste momenten omwille van de ontwikkelingen binnen het proces van vergeving. Vanuit de gedachte dat geen mens hetzelfde is, kan men ook stellen dat geen vergevingsproces hetzelfde zal verlopen, er spelen talloze factoren mee die allemaal van invloed zijn op dit proces. Het vraagt van de therapeut bekwaamheid om juist aan te voelen wanneer er wat nodig is zodat er bewegingen kunnen ontstaan. TIMING Timing is van belang omdat het essentieel is dat de stappen van vergeving niet te vroeg of te laat in een proces plaats vinden en dat het ook aansluit bij waar de cliënten zich bevinden (AvD:60,WD:34). Therapeuten zijn van mening dat vergeving niet in een tijdslijn geplaatst worden. Van Dieren vreest dat men anders een soort Amerikaans model gaat volgen waarin alles vastgelegd wordt en waarin stappen op een rigide manier gevolgd worden. Zijn kritiek op Amerikaanse modellen met betrekking tot vergeving is dat het vaak niet afgestemd is op de cliënt maar meer een rigide systeem vormt waar therapeuten zich te star aan vasthouden (AvD: 58, 60). Timing heeft ook alles te maken met het gunnen van de tijd aan de gekwetste om over de pijn heen te stappen (HV:16,30,31) en van Dieren voegt daar aan toe dat de therapeut moet bewaken dat het gaat over hetgeen die ander ten diepste gekwetst heeft (AvD:60). MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID Hoewel meerzijdige partijdigheid een essentieel contextueel begrip is, zijn er maar twee respondenten die deze therapeutische houding verbinden aan het thema. Wij vinden het van belang om het te vermelden omdat het de basis vormt van het contextueel werken. We kunnen daaruit niet concluderen dat andere therapeuten dat niet vinden, omdat we dat niet aan
79
hen hebben gevraagd. Mogelijk dat dit voor contextueel therapeuten een vanzelfsprekende houding is die de therapeut moet aannemen en die recht doet aan alle aanwezigen. Verkruijssen voegt daar aan toe dat als je als therapeut geneigd bent om iemand te veroordelen in je eigen hart, je daar ook iets mee moet doen omwille van het proces. De kans dat het proces stagneert is groot. Zij verwijst naar de bron die christenen hebben in het feit dat ze zich aanvaard weten door God en dat deze bron van aanvaarding dient als bron om een ander ook zo te aanvaarden (HV:39). BEWUST ZIJN VAN JE POSITIE ALS THERAPEUT Mulder vindt het belangrijk dat je je als therapeut wel bewust blijft van de positie van waaruit je werkt zodat je de cliënt kritisch durft te blijven bevragen. Wanneer je dat doet kun je vanuit je positie als therapeut goed zicht houden op het proces zonder zelf deel te worden ervan. Enerzijds moet een therapeut zich in kunnen leven door middel van empathie en echtheid, maar anderzijds bestaat de kans dat “wanneer men zich zo sterk invoegt in het gezin, en de daarbij passende normen en waarden binnen hun referentiekader, dan kan de kritische reflectie ontbreken en wordt het open bevragen belemmerd”(PM:24). Tevens vindt Mulder dit een valkuil binnen het proces van vergeving wanneer men dit niet doet. Dit houdingsaspect sluit aan bij de meerzijdige partijdigheid waarbij er rekening gehouden word met iedere betrokkene in het proces. EIGEN ERVARING VAN DE THERAPEUT IS VAN INVLOED Bunck zegt hierover: “Als voor de therapeut vergeving een belangrijk thema is, en de therapeut heeft het ervaren vanuit de diepte, hoe genezend het voor hem is geweest, dan is dat bepalend voor hoe deze therapeut zich opstelt naar zijn cliënten toe ten aanzien van vergeving” (RB:61). Hiermee zegt ze dat de kans groot is dat deze doorleefde ervaring met vergeving misschien wel aanzet tot het meer gaan werken met vergeving in therapeutische setting. De context van de therapeut van waaruit hij werkt en denkt is ook van invloed op het werken met vergeving. We hebben al eerder genoemd dat er een verschil zit in de opvatting van vergeving in therapeutische zin en in geestelijke zin. Zo zal vergeving in de contextuele therapie meer voorkomen onder de noemer ‘ontschuldiging’ en kan het zijn dat een christelijke therapeut het heeft over ‘vergeving’ terwijl ze hetzelfde doen (RB:62). TOEZIEN DAT ER RECHT WORDT GEDAAN AAN BETROKKENEN Het is belangrijk om te onderzoeken wat de rol van de therapeut is in relatietherapie bij echtparen. Als mensen erkenning hebben gemist dan zal de therapeut meer moeten gaan zoeken naar hoe die erkenning alsnog gegeven kan worden. Het kan betekenen dat het nodig is dat de therapeut die erkenning geeft als er niemand dat doet. Dus de therapeut bewaakt dat er recht wordt gedaan aan mensen en van daaruit kan men ook werken aan vergeving (RB:63). Dus volgens Bunck moet er eerst zoeken naar waar de behoefte, verlangens, gemis en noden zijn en van daaruit kan de therapeut zijn rol bepalen en invullen en werken aan vergeving. CONCLUSIE Terugkijkend naar de houding van de therapeut kan men stellen dat de complexiteit ervan weer blijkt. Er zijn vele factoren van invloed op hoe de therapeut en cliënt zichzelf verhouden ten opzichte van vergeving. Ook is er een dynamiek in de samenwerking tussen cliënt en therapeut die invloed kan hebben op dit proces. Wat is er dan nu zo belangrijk volgens contextueel therapeuten aan de houding van de therapeut? De therapeut is te allen tijde diegene die bewaakt dat aan iedereen die betrokken is in dat proces, recht wordt gedaan door middel van onder andere een meerzijdig partijdige houding. Ook is het van invloed dat de therapeut bewust is van zijn eigen context waaruit hij werkt met vergeving. De therapeut moet zich bewust zijn van het feit dat vergeving maatwerk is
80
en dat er geen enkel model toereikend zal zijn. Mulder heeft het over positie bepalen; waardoor je in staat bent en blijft om de cliënt kritisch te bevragen. Het is goed om bewust te zijn van het feit dat de context waaruit de therapeut zelf werkt en leeft ook van invloed is op het proces. Zo speelt de eigen ervaring van de therapeut met vergeving ook mee. Met andere woorden een doorleefde vergeving bij therapeuten zelf kan hun houding ten aanzien van vergeving beïnvloeden.
6.6 VALKUILEN IN HET VERGEVINGSPROCES Omdat we onderzoeken wat therapeuten zeggen te doen met vergeving in hun therapie praktijk is het ook goed om te onderzoeken welke valkuilen er bestaan m.b.t. het proces van vergeving. Therapeuten zijn bevraagt op dit onderwerp aan de hand van de volgende vraag: ‘Zijn er volgens jou, valkuilen als het om vergeving gaat tussen partners?’. Therapeuten vertelden al spontaan over valkuilen en allen gaven aan dat er valkuilen zijn. Hieruit blijkt nogmaals de complexiteit van een proces van vergeving, en dat er tal van factoren dit proces ook negatief kunnen beïnvloeden. Van oorsprong is vergeving een 'christelijk' thema die zijn wortels vind in het christelijk geloof. Wikipedia zegt het volgende: “De vergeving van zonden is het kernpunt van het christendom” 5. Vanuit de Bijbel heeft vergeving een essentiële betekenis gekregen in het christendom. Maar, vanuit diezelfde basis wordt vergeven in de praktijk soms anders geïnterpreteerd en ingevuld. Kerkstromingen en de daarbij behorende interpretatie van de Bijbel hebben daar veel invloed op gehad. Over dit laatste doen sommige therapeuten een uitspraak. Hier volgen een aantal van die valkuilen genoemd door geïnterviewde therapeuten in het kader van ons onderzoek. VERGEVING AFDWINGEN 1- De dader dwingt het af bij het slachtoffer Een van de valkuilen die zes therapeuten van de twaalf noemen is wanneer vergeving afgedwongen wordt. Van Dieren illustreert het als volgt: “jij moet mij vergeven, ik heb spijt betuigd, God heeft mij vergeven”(AvD:44). Er wordt hier gesuggereerd dat vergeving afgedwongen word op basis van het feit dat die ander spijt betuigd. Vervolgens dwingt diezelfde persoon het af op basis van de Bijbel. Hier is er dus geen sprake van vrijwillig vergeven maar meer van onder druk zetten om vergeving af te dwingen. Mulder ziet het opleggen van vergeving als 'één van de twee grootste valkuilen' (PM:26). Van der Meiden, Bunck, Dumas en van Klaveren benoemen dit ook als valkuil. Van der Meiden benoemt een voorwaarde aan vergeving: mits vergeven niet onder dwang gebeurd, draagt het bij aan herstel binnen relaties. Wanneer het wel onder dwang gebeurd zegt hij “blijft macht overheersen en dat levert geen herstel op”.(JM: 32) Dus om waarlijk herstel te bereiken is het van belang dat er dus vrijheid en ruimte voor een persoon is om te vergeven. 2- Het slachtoffer legt zichzelf het vergeven op Dumas benadert het vanuit een andere invalshoek; vanuit de persoon aan wie pijn is aangericht. Deze laatste moet zichzelf het vergeven niet te snel opleggen anders is de valkuil dat essentiële stappen die volgens Dumas hieraan vooraf moeten gaan overgeslagen. Ze stelt het volgende vast: “Mensen hebben het idee van ik moet meteen vergeven, terwijl ze eigenlijk staan te tollen op hun benen over wat er net gebeurd is. Voor gelovige mensen kan het zo zijn, dat ze denken: Het Onze vader zegt het, (vergeef onze schulden enz.), dus ik behoor dat te doen. Ik denk dat je niet lichtvaardig moet vergeven, ten eerste is het vergeven uit eigen kracht erg moeilijk, dat is uiteindelijk ook niet de bedoeling, maar even los daarvan mag je eerst op je benen 5
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergeving_(christendom),13-6-2013
81
komen te staan na wat er gebeurd is, dat je eerst stevigheid nodig hebt. Ik vind het belangrijk dat iemand enig herstel van vertrouwen heeft o.a. door erkenning en pas daarna verder gaat met de vraag, “hoe kan ik tot heling komen, tot vergeving komen”.(WD:32)6 In het ‘onze Vader’ gebed uit de Bijbel, wordt er een oproep gedaan om elkaar te vergeven: “vergeef onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren” (Bijbel, Mattheus 6v9-13). Naar deze tekst refereert Dumas. Mensen kunnen geneigd zijn om dan te denken dat zij meteen moeten vergeven (WD: 32). Het afdwingen komt in dit geval van de persoon zelf die het vergeven aan zichzelf oplegt vanuit die norm en niet vanuit vrije wil. 3- Vergeving uit eigen kracht van het slachtoffer richting de dader omdat het moet... Theologisch gezien wordt hier gerefereerd naar een verlangen om tot vergeving te komen vanuit een 'geestelijke norm of waarde'. Wanneer het verlangen een 'moeten' wordt is er geen sprake van vergeving vanuit vrije wil. Het is dus gevaarlijk om niet stil te staan bij wat er gebeurd is en wat er nodig is om tot vergeving te komen en het is gevaarlijk om het principe vergeving 'koste wat kost' zonder na te denken te willen toepassen. Bunck onderstreept deze mening en noemt het vergeven dan een “moeten vanuit een norm”(RB: 52) of het “pushen” (RB:52) van een persoon om tot vergeving over te gaan als valkuil. Vier van de zes bovengenoemde hebben het in dit kader over geestelijke chantage, of manipulatie, wat dus betekent dat de interpretatie van het vergeven vanuit Bijbelse context misbruikt wordt om die ander onder druk te zetten. 4- Vergeven zonder stilstaan en behoeften en verlangens verkennen Wanneer vergeving moet is er geen sprake meer van onderzoeken waar de eigen behoeften en verlangen liggen.Het gebeurd dat mensen op basis van dit principe niet bij zichzelf te rade gaan wat ze nodig hebben om die ander te vergeven, omwille van het vergeven zelf. VERGEVING ALS WET BENADEREN Groeneboer zegt dat wanneer vergeven een wet wordt, dus iets wat je moet doen, dan gaat men aan de genade voorbij. Genade is binnen het christelijk geloof het sleutelwoord van vergeving. Genade wordt ontvangen door de aanvaarding van Jezus Christus die alle zonden van de mensheid op zich heeft genomen door te sterven aan het kruis. Vanuit dat principe is het verdienen van vergeving op basis van goede daden en het afdwingen van vergeving op basis van regels en wetten onmogelijk. Het aanvaarden van vergeving gebeurt op basis van het verlangen om de relatie te herstellen, uit liefde voor die ander. In die aanvaarding van de genade van God zit het vrij worden volgens Groeneboer om die ander te vergeven uit vrije wil, of ook wel uit dankbaarheid en besef zelf vergeven te zijn (HG:18). Verduijn benoemt dezelfde valkuil maar koppelt hem meer aan de kerk of geloofsgemeenschap “vergeving moet iets zijn wat aansluit bij de intenties van beide en niet van buitenaf opgelegd word als dwang van een kerk of geloofsgemeenschap”(KV: 30). In dit geval vindt Verduijn dat de kerk regels oplegt met betrekking tot vergeving terwijl hij het veel meer wil verbinden aan de individuen zelf die het aangaat. Het lijkt erop dat Verduijn hier onderstrepen wil dat het gemeenschappelijk vormen van een mening over een principe zoals vergeving voorbij gaat aan individuele belangen. Van Klaveren onderzoekt of er sprake is van een delegaat. Een delegaat is iets wat opgelegd wordt om een bepaalde reden. Zij richt zich op het uitzoeken van wat mensen ertoe aanzet om te willen vergeven. Dit doet ze door de volgende vragen te stellen: “Wat versta je daar(vergeving) precies onder, is vergeven iets wat moet, of is het een verlangen?” (WK:37,28). Door dit uit te vragen zou een 6
Onderlijning ingevoegd door onderzoeker.
82
therapeut kunnen bepalen of vergeving vanuit een vrije wil plaatsvindt of dat iemand toch het gevoel heeft dat hij moet vergeven. EEN NIET AFGESTEMDE TIMING HANTEREN.... Eerder aan bod kwam het feit dat een goede timing een belangrijke factor is. Stappen in een proces van vergeving moeten weloverwogen worden en aansluiten bij waar mensen zichzelf bevinden. Binnen die kaders zijn er valkuilen die een goede timing in de weg staan, daar willen we nu op inzoomen. …door te snel te gaan Vijf van de twaalf therapeuten noemen letterlijk het “te snel gaan” als belangrijke valkuil binnen het proces van vergeven. Van Dieren herkent dit vanuit zijn praktijk. Wanneer er emoties zoals boosheid opkomen bij mensen en die emoties zijn gekoppeld aan een situatie die vergeven is, dan kan het zijn dat vergeving “net iets te vroeg” is geweest (AvD: 8). Soms willen echtparen snel vergeven zegt hij, “om er maar vanaf te zijn, om het er vervolgens niet meer over te hebben”. (AvD:52). In dit geval is er meer sprake van “toedekken van zonde”, dan van vergeven voegt hij eraan toe. Vergeving is dan een soort quick fix formule maar lost uiteindelijk niets op (AvD:56). Ook Mulder, van der Meiden, van Beek en Verduijn spreken hierover. Een aanleiding van te snel willen gaan is volgens van der Meiden het: “te graag willen vergeven omdat het dan maar over is” (JM:24). Verduijn, van Beek en Verkruijssen adviseren het volgende: “Ga niet te snel” (KV:30,JvB:28,HV:45). Verkruijssen voegt hier aan toe: “Hoe trager je dit doet, hoe sneller het gaat, maak de stappen af, weet waar je zit in het proces en maak de stappen af” (HV:45). Deze tegenstrijdige boodschap benadrukt de zorgvuldigheid waarmee vergeving doorlopen een aangestuurd moet worden. …door een te rigide planning aan te houden Men kan ook te strak vast willen houden aan een stappenplan. Hoewel Verkruijssen aangeeft dat stappen afgemaakt moeten worden, lijkt van Dieren meer de nadruk te leggen dat een strikt vasthouden aan een stappenplan ervoor kan zorgen dat er onvoldoende wordt stilgestaan bij de pijn (AvD:54,60). Van Dieren refereert hierin naar Amerikaanse modellen of methoden over vergeving die wanneer ze gevolgd worden als een rigide systeem de neiging kunnen hebben om het proces te snel te willen sturen richting vergeving. Verkruijssen verwijst meer naar stappen binnen een proces van vergeving. Van Beek zegt dat er voldoende moet worden stilgestaan bij de gewonde plek (JvB:26) en dat heeft tijd nodig. Wanneer het te snel gaat, zegt Bunck, dan ebt het ook snel weer weg (RB:46). Van Klaveren pleit voor lange processen als het gaat om vergeving, omdat het vooral van belang is dat er goede zorg besteed wordt en “de kunst is om het er over te kunnen blijven hebben”(WK:26). Een lang proces staat volgens ons in het teken van een zorgvuldig afwegen van stappen die medebepalend zijn voor het vinden van herstel. Verkruijssen voegt hier aan toe: ”(vergeving) vraagt om een zorgvuldig opbouwen, met alle ruimte en tijd die er nodig is” (HV:16) HET SLACHTOFFER GEEN VOORRANG GEVEN Het slachtoffer heeft volgens Verduijn altijd voorrang in een proces van vergeving. Met andere woorden, er moet eerst ruimte zijn voor het slachtoffer en begrip komen voor diens situatie. Verduijn legt het uit als volgt: “Als er van een slachtoffer gevraagd wordt om in eerste instantie te veel begrip te hebben voor iemand die haar of hem iets heeft aangedaan, dan herhaalt het onrecht zich op een tweede manier, en dat mag niet gebeuren” (KV:22). Het is dus een valkuil volgens hem om de dader als eerste aan bod te laten komen binnen een proces van vergeving omdat het slachtoffer dan opnieuw slachtoffer zou kunnen worden. Er zit volgens hem een soort volgordelijkheid in vergeving over wie het eerst aan de beurt is en dat moet ook echt gewicht krijgen in een proces van vergeving. Hij is overigens de enige die hier expliciet aandacht voor vraagt.
83
GEEN REKENING HOUDEN MET HET VERSCHIL TUSSEN MAN EN VROUW Grifhorst benadert de daad van vergeven vanuit de verschillen die er bestaan tussen man en vrouw. Vrouwen zijn over het algemeen emotioneler dan mannen, stelt hij. Mannen zijn echter rationeler. Als vergeving plaats vindt, kan het zijn dat mannen rationeler reageren en voorbij gaan aan de emoties van de vrouw. Vrouwen willen dat mannen meer inlevingsvermogen tonen met betrekking tot wat er gebeurd is. Dat geeft hen meer ruimte om te kunnen vergeven, anders lijkt het, zoals eerder gezegd, een soort quick fix (LG:35). Het belangrijkste hierin is dat er niet voorbij wordt gegaan aan de betekenis van het onrecht voor het slachtoffer, en dat vraagt om inlevingsvermogen rekening houdend met de verschillende soorten beleving van het slachtoffer; mannelijk of vrouwelijk. VERONTSCHULDIGING KAN OOK VERGEVING IN DE WEG STAAN Verontschuldigen binnen vergeving kan betekenen dat iemand zijn excuses aanbiedt voor wat hij heeft gedaan op basis van eigen argumenten die zouden pleiten voor zijn of haar onschuld. Dit is een valkuil binnen vergeving waar rekening mee gehouden moet worden volgens Verduijn. Bijvoorbeeld: ”iemand verontschuldigt zich op basis van zijn jeugdigheid” illustreert Verduijn(KV:28). In dit geval is er volgens Verduijn sprake van externaliseren van het onrecht omdat iemand dan eigenlijk zelf een excuus heeft voor zijn daad. Vergeving moet er daarom op gericht zijn dat de dader verantwoordelijkheid op zich neemt en geen excuses aanvoert om een eigen verdedigingspleidooi op te bouwen. VERGEVING ALS DOEL IN ZICHZELF ZIEN... …..terwijl verzoening en herstel van de relatie het doel is. Een andere valkuil die een therapeute in het kader van ons onderzoek ondervindt is dat vergeving als doel op zich wordt gezien. Verkruijssen legt uit dat wanneer vergeving als doel op zich wordt gezien, de kans groot is dat er voorbij gegaan wordt aan de werkelijke betekenis van vergeven. Zij zegt dat vergeving in dienst staat van relatieherstel. Dus wanneer vergeving gekoppeld is aan herstel, ook wel verzoening genoemd, dan kan er waarlijk vergeven worden(HV:40). Maar wanneer vergeven als losstaand doel of middel wordt gebruikt, dan is dat volgens haar “de ernstigste valkuil”. Evenals wij mensen vergeven zijn door Jezus Christus en zo verzoend zijn met God, zo gelooft Verkruijssen dat we alleen kunnen vergeven om onszelf te verzoenen met die andere en niet om het vergeven op zich.(HV:57). Zij koppelt vergeven aan de christelijke betekenis van vergeven en legt uit dat “Zijn kruis (staat voor het kruis van Jezus) is niet een doel op zich geweest maar het was Gods weg om vanuit zijn immense liefde voor de mensen relatie herstel tot hem te bewerken. En als je dat in die context blijft zien, dan weet je wat je doet, dat is denk ik de ernstigste valkuil dat het een los doel word”(HV:41). Haar argumentatie nodigt uit om na te denken over de keuze die therapeuten hebben om doelgericht met vergeving om te gaan in therapie om te streven naar relatieherstel. Vergeving kan daarin een middel zijn om tot dat doel te komen. DE BETEKENIS VAN VERGEVING NIET PRECIES WETEN Van Klaveren zegt dat ze vaak mensen tegen komt die denken dat ze anderen moeten vergeven terwijl er niet om vergeving gevraagd is. Zij noemt het een “eenzijdig vergeven”(WK:46). De valkuil van dat eenzijdig vergeven is dat mensen in de schuld gezet kunnen worden voor iets waar ze geen besef van hebben dat ze iets verkeerd hebben gedaan. Dus een dergelijke opmerking zoals “Ik heb het je vergeven” (WK:45) kan een eenzijdig vergeven betekenen, want wat moet iemand met zo’n uitspraak, wanneer hij zich van geen kwaad bewust is. Haar oplossing om dit te voorkomen legt ze uit in het volgende fragment. We hebben haar uitspraak aangepast voor de leesbaarheid, rekening
84
houdend met het behouden van de betekenis van haar uitspraak. Ik denk dat verkennen van wat vergeven is heel belangrijk is, vooral omdat het een heel bekend begrip is waar iedereen eigen associaties bij heeft. Maar als je niet uitkijkt dan denk je dat je het over hetzelfde hebt, terwijl er niet genoeg verkend is of de een en ander daadwerkelijk goed begrepen worden. Het is van belang om je het volgende af te vragen: wat is de definitie van vergeving eigenlijk voor beide partijen, wat moet er vergeven worden/waar gaat het over en wat betekent die vergeving voor de een en wat betekent het voor de ander(WK:46) Voor van Klaveren moet dus de betekenis van vergeving goed verkend worden alvorens daadwerkelijk te willen overgaan tot vergeven. Wanneer dit onvoldoende verkend wordt kan dat een succesvol vergevingsproces in de weg staan. Hierin onderstreept Van Klaveren eigenlijk de tweezijdigheid van een proces van vergeving. CONCLUSIE Vergeving is een complex proces, therapeuten erkennen en bevestigen dat in ons onderzoek. Werken aan vergeving betekent rekening houden met diverse valkuilen. Hoe men naar vergeving kijkt bepaalt hoe men er mee omgaat. Zo kan men vanuit religieuze overtuigingen denken dat men moet vergeven of denken dat men vergeving moet afdwingen bij die ander. Mensen hebben vrije keuze om voor vergeving te kiezen, maar helaas maken therapeuten mee dat vergeving bij cliënten als machtsmiddel wordt gebruikt om iemand onder druk te zetten om vergeving op te eisen. Ook derden zoals de kerk of geloofsgemeenschappen kunnen op een negatieve manier het vergeven opleggen aan mensen waardoor er meer onvrijheid zou kunnen ontstaan rondom dit thema. Ook wanneer men vergeving als wet aanschouwt kan men voorbij gaan aan een waarlijk vergeven vanuit het verlangen om de relatie te herstellen en dit zal ook blijken in de uitwerking daarna. De afgestemde timing is essentieel om vergeving zorgvuldig te doorlopen als proces. In negatieve zin kan het snel willen overgaan tot vergeven het proces juist blokkeren. Hier heeft de cliënt maar vooral ook de therapeut invloed op. Om de woorden van Verkruijssen te gebruiken: “vergeving vraagt om een zorgvuldig opbouwen, met alle ruimte en tijd die er nodig is” (HV:16). Het kan een valkuil zijn om vergeving te hanteren aan de hand van een structuur of methode. Houvast hebben aan een structuur is goed maar te veel vast houden aan de structuur kan ook nadelig werken. Ruimte en prioriteit geven aan het slachtoffer, inzicht hebben in de verschillen tussen man en vrouw, verontschuldiging als excuus voorkomen, een goede focus op het doel van het proces van vergeving en bewust zijn van de invloed van alle dimensies zijn ook essentiële factoren die vergeving beïnvloeden volgens therapeuten.
6.7 VERSCHIL OF OVEREENKOMST CONTEXTUELE ACHTERGROND MET NIET CONTEXTUELE ACHTERGROND Een belangrijke vraag is hoe contextueel therapeuten zichzelf bezien ten opzichte van nietcontextueel therapeuten. Wordt er wel anders gewerkt en ziet de therapiepraktijk er wel zo anders uit, of blijkt de achtergrond in denken en opleiding niet beduidend veel verschil te maken? Dit hebben we de respondenten voorgelegd en we zullen hieronder een beeld schetsen van de antwoorden.
85
CONTEXTUELE ACHTERGROND NIET BESLISSEND Er zijn twee respondenten die nadrukkelijk zeggen dat de contextuele therapie zich niet per definitie onderscheidt van de andere therapieën. Het onderwerp vergeving wordt wel anders benaderd volgens Van Dieren (AvD:90). Dit heeft volgens hem te maken met de visie die je als therapeut hebt op pijnbeleving, identiteit en dat soort dingen. De achtergrondscholing heeft wel te maken met hoe je het benadert want wanneer je enkel intrapsychisch werkt, zal je niks met de context doen (AvD:86,88). Hierin zal dus meer het verschil liggen in de intrapsychische benaderingen en de systemische of contextuele benadering. Verkruijssen sluit hierbij aan: “Ik denk dat bij alle therapeutische vormen waar relatie centraal staat vergelijkbare processen in zich hebben.” (HV:49). Grifhorst en Bunck beantwoorden de vraag niet rechtstreeks, maar verschuiven het onderscheidende element naar de religieuze dimensie. Ze leggen hierbij uit dat het geloof voor hen het onderscheid maakt hoe er met vergeving wordt omgegaan in de therapie. Verdere verdieping hierover staat in de eerdere paragraaf 4.4. Als belemmerende factor voor het contextuele denken om onderscheidend te kunnen zijn binnen het thema vergeving, noemt Van Der Meiden Nagy's kritiek op vergeving (JM:28). Omdat Nagy zich nogal heeft gekeerd tegen vergeving, kan dit mogelijk zorgen voor minder enthousiasme om juist vanuit contextueel perspectief vergeving een plaats te geven binnen de therapie. CONTEXTUELE ELEMENTEN DIE ONDERSCHEIDEND ZIJN Als eerste zien we een tegenstelling tussen twee respondenten die hierop reageren. Mulder antwoordt dat ontschuldiging zoals dit door Nagy is verwoord zeker onderscheidend is (PM:30). Dit is in tegenstelling tot wat Verduijn zegt, dat het 'kunnen begrijpen van', ook voorkomt bij de mentaliserende benadering (KV:32). Dus volgens Verduijn is dit niet zozeer wat de contextuele benadering onderscheidt. Vervolgens zien we dat er door een aantal respondenten enkele elementen worden genoemd die zij bestempelen als contextueel. Dit gaat om het werken rondom vertrouwen (WK:24), betrouwbaarheid, rechtvaardigheid, balans van geven en ontvangen en loyaliteit (JvB:39). CONTEXTUELE BENADERING STAAT DICHTERBIJ Overkoepelend horen we bij drie respondenten het geluid dat het contextuele denken een accent legt, dus niet per se een onderscheidend is of iets anders inhoud. Contextueel therapeuten staan er mogelijk dichterbij door de manier van denken en kijken en de relationele gerichtheid. Van der Meiden: “Ik denk dat de contextueel therapeuten er veel dichterbij staan, veel meer gewend zijn om überhaupt in een grootheid als exoneratie al te denken en dat exoneratie daarmee je al op dat pad heeft gebracht.” (JM:28). Verkruijssen voegt zich hierbij doordat zij de contextuele benadering plaatst in een relatiegerichte benadering. Door deze gerichtheid en het woorden geven aan wat er gebeurt in de relaties, heeft volgens haar het contextuele denken winst boven de nietrelatiegerichte methodieken. Ze zegt: “Maar het prachtige van Nagy is dat hij daar in de vierde dimensie woorden aan heeft gegeven waardoor het als het ware opgetild word uit het cognitieve, het gedragsmatige, het systemische of wat dan ook. Dat is natuurlijk prachtig en absoluut de winst van Nagy. Maar het is niet zo dat vergeving daardoor beter tot zijn recht kan komen dan in andere relatiegerichte methodieken naar mijn idee.” (HV:51). Bunck belicht ook het relatiegerichte karakter van het contextuele denken wat onderscheidend is van gedragsmatige, cognitieve therapieën (RB:67). Als laatste vertelt Verduijn dat hij als contextueel therapeut getraind is in het nadenken over recht en onrecht in relaties. Hij zal het minder alleen zien als een psychische kwestie, maar het gaat voor hem om de relationele betekenis. (KV:32).
86
CONCLUSIE Vanuit de diverse reacties van de respondenten hebben we een heldere waarneming kunnen doen die bijdraagt aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Mogelijk onderscheidt de contextuele benadering zich niet zozeer doordat ze technieken of interventies hebben die totaal verschillend zijn van andere benaderingen. Maar wat er doorklinkt in de antwoorden van de respondenten is dat ze in de contextuele benadering een taal en woorden hebben gevonden om te spreken over fenomenen binnen de relationele werkelijkheid. Door deze taal en deze woorden, komt de contextuele therapie mogelijk wel dichterbij het thema vergeving, waarin zoveel relationele werkelijkheid aangesproken wordt. Woorden als 'dichterbij', 'antenne voor hebben', 'al getraind in', 'al gewend om na te denken over', getuigen van het ervaren van een vanzelfsprekendheid wanneer de therapeuten het thema vergeving in de therapiekamer ter sprake zouden brengen. Door hun relationele gerichtheid, met daarin abstracte grootheden als rechtvaardigheid, vertrouwen en loyaliteit, wordt het thema vergeving dichterbij gebracht of kunnen ze met de cliënt het thema vergeving benaderen.
6.8 DE VIER DIMENSIE S GEWOGEN In de beantwoording van deze vraag, zien we eigenlijk twee soorten reacties die zich als we er nader naar kijken, mogelijk toch dichter tegen elkaar aanliggen dan op het eerste oog lijkt. We schetsen eerst de twee hoofdcategorieën die uit de antwoorden naar voren komen. ALLE VIER DIMENSIES ZIJN VAN BELANG. Allereerst stelt de helft van de therapeuten dat de vier dimensies niet in een rangschikking ondergebracht kunnen worden, waarbij de een boven de ander uitkomt. Vergelijkenderwijs lijken de respondenten het volgende beeld uit te drukken: wanneer je de ogen van een persoon weghaalt functioneert de persoon als geheel minder goed. Dus wanneer je een dimensie ertussenuit haalt of de ene hoger plaatst dan de andere, functioneert het geheel minder. Achtereenvolgens verwoorden de respondenten het volgende: Van Dieren; 'omdat je niet voor niets vier dimensies hebt' (AvD:94), van der Meiden; 'een hele duidelijke mix' (JM:30), van Beek; 'je hebt gewoon alle dimensies nodig' (JvB:41), Bunck; 'dat omvat alle dimensies' (RB:38), Verkruijssen 'je moet alle dimensies verenigen' (HV:55). De diverse uitdrukkingen komen op hetzelfde neer, namelijk de stelling dat de vier dimensies niet zonder elkaar kunnen. Volgens Verduijn is het begrijpen bij vergeving een belangrijk deel. Het begrijpen, daar doen alle dimensies in mee. Dat is de reden dat hij de andere dimensies niet naar achteren schuift. Wat hij wel doet is “de vierde dimensie gebruiken om als een kompas door de andere dimensies heen te fietsen.” (KV:34). VIERDE DIMENSIE GEACCENTUEERD Er zijn geen respondenten die de andere dimensie uitsluiten, of benoemen dat ze alleen vanuit de 4e dimensie werken. Maar er zijn een aantal respondenten, die de vierde dimensie meer benadrukken dan de bovenstaande respondenten dat deden. Mulder en Groeneboer (HG:24) stellen beide dat de relationele uitwerking plaatsvindt in de balans van geven en ontvangen. Deze balans zetelt in de vierde dimensie. Mulder verwoordt vervolgens dat er in de vierde dimensie vervolgens de eerste, tweede en derde dimensie 'verdisconteert' worden (PM:36). Bij beiden ligt de nadruk op de vierde dimensie. Ook van Beek gaat nog een stapje verder dan bovenstaand, namelijk dat zij de vierde
87
dimensie als een 'pre' ervaart. Als je de vierde dimensie als toevoeging hebt is dat meer dan alleen de eerste drie. En dat heeft volgens haar dus meerwaarde. Dumas stelt ook dat de vierde dimensie extra belicht wordt, aangezien het vergevingsproces voor haar gaat om herstel van vertrouwen. Het herstel van vertrouwen plaatst zij in de vierde dimensie. Dit betekent niet dat zij de andere uitsluit, want ze voegt hierbij toe dat dit proces ook gaat over identiteit en dit wordt bekeken “vanuit de psychologische dimensie” (WD:47). CONCLUSIE Beide hoofdgroepen werken met alle vier dimensies. Er wordt geen enkele dimensie buiten boord gegooid of genegeerd. Toch ligt er een klein verschil in nadruk op de beantwoording van de vraag. Het verschil gaat erom dat er een groep is die de vierde dimensie meer benadrukt en zichtbaarder maakt dan de andere groep. Toch lijkt dit verschil ook te maken kunnen hebben met een aanwezige valkuil die benoemd wordt. Mogelijk ontstaat er, doordat de valkuil is dat juist contextueel therapeuten zichzelf met de vierde dimensie op de voorgrond plaatsen en de andere dimensies onderbelichten, een weerstand tegen het profileren van de vierde dimensie. De andere groep geeft duidelijkheid in hun voorkeur en wijzen op het grote belang van het benaderen van de vierde dimensie in dit proces. Uiteindelijk gaat het dus om een beeld waarbij de interne verhoudingen tussen de vier dimensies enigszins verschilt. Sommige therapeuten belichten de vierde dimensie boven de anderen uit, terwijl anderen dit duidelijk niet willen. De vraag is dan de volgende: wordt de terughoudendheid om te onderscheiden door enkelen niet ingegeven door voorzichtigheid uit ervaring? Of is het onderscheiden en benadrukken van de vierde dimensie eigenlijk te exclusief en groots denken en is er onterecht sprake van verheffing boven andere dimensies?
88
HOOFDSTUK 7: VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN TUSSEN THEORIE EN PRAKTIJK DEELVRAAG 4: Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen hoe contextueel therapeuten dit concept als interventie toepassen en hoe er in de literatuur gesproken wordt van het toepassen van deze interventie binnen andere methodieken.
In dit gedeelte zullen we bovenstaande deelvraag beantwoorden. We hebben vanuit de verzamelde data vanuit de interviews een beeld kunnen vormen van hoe de therapeuten zeggen dat zij in de praktijk werken met vergeving. Nu maken we de brug van deze contextuele praktijk naar de bekeken en bestudeerde literatuur. Dit zal een tweeledige vergelijking zijn. Enerzijds vergelijken we de algemeen, psychologische literatuur met de contextuele praktijk en anderzijds vergelijken we de contextuele literatuur met de contextuele praktijk. Voor de helderheid is het goed te benoemen dat daar waar we refereren aan de 'praktijk', we de gegevens bedoelen die zijn verzameld uit interviews met de therapeuten. Daar waar we refereren aan de 'theorie' gaat het over de gegevens die we hebben verzameld en gebundeld in de eerste hoofdstukken. We beginnen met de vergelijking tussen de algemene (psychologische) literatuur en de contextuele praktijk. Daarna zullen we de contextuele literatuur vergelijken met de contextuele praktijk.
7.1 VERGELIJKING: DEFINIËRING 7.1.1 ALGEMENE THEORIE EN CONTEXTUELE PRAKTIJK ALGEMEEN OVER DEFINIËRING VAN VERGEVING Vaststellen definiëring van vergeving Binnen de algemene theorie zowel als bij de contextuele praktijk zien we dat het komen tot een definitie van vergeving gecompliceerd is. Vanuit de theorie zien we juist vanwege de verwarring die er bestaat een noodkreet om te komen tot een universele vaststelling van de inhoud van het begrip. Ook in de praktijk wordt die verwarring soms expliciet duidelijk als er gezegd wordt dat “...iedereen er eigen associaties bij heeft.” (WK:46) en anderzijds impliciet in de veelvuldigheid van betekenissen en opvattingen die we hebben teruggehoord bij de respondenten. We zien duidelijk verschil in de benadering van het al dan niet vaststellen van een definitie. De algemene theorie doet vaak pogingen te komen tot nauwkeurige definities, waarbij we een aantal kenmerken binnen al die definities steeds zien terugkomen. Echter horen we bij de respondenten weinig terug van een nauwkeurige, analytische omschrijving van het begrip en daar waar we doorvragen zelfs een lichte weerstand tegen het verwoorden van een definiëring. Samen met deze weerstand zien we ook dat het taalgebruik een indicatie is voor wat de respondent bedoelt. Een aantal respondenten zijn erg voorzichtig in het überhaupt gebruiken van het woord 'vergeving'. Ze omzeilen dit woordgebruik of vullen het in door andere woorden die volgens hen meer de bedoeling van het proces weergeven of zichtbaar maken wat er gebeurt. Van Klaveren benoemt om die reden ook: “...dus waarom zou je het (het woord 'vergeving') gebruiken?” (WK:18). Samenvattend zien we dus dat de theorie juist tracht om te komen tot verheldering en uniformiteit
89
in opvatting door te definiëren; en de praktijk zich niet richt op het definiëren, maar veeleer op het beschrijven van zichtbare elementen waardoor mensen er zich gemeenschappelijk op kunnen verhouden. Dat hebben wij dan ook gevat in de term 'sensitizing concept', aangezien de respondenten laten zien dat een definiëring fixeert en daarmee ook elementen buitensluit. Focus op tweede of vierde dimensie Binnen de theorie zien we dat de definiëring elementen bevat die te maken hebben met het affect, anders gezegd; de emotie. Een vermindering in negatieve en een toename in positieve emotie behoort tot deze definiëring. Vanuit de contextuele praktijk wordt er minder nadruk gelegd op het affect. De woorden 'gevoel' of 'emotie' komen bij de helft van de respondenten helemaal niet voor en bij enkele af en toe. Wel wordt er door enkele gesproken over 'wat het heeft gedaan' of 'pijn die gezien wordt'. Daar waar er gerefereerd wordt naar affect, gaat het over het belang van de aanwezigheid van affect wanneer dader en slachtoffer zich uitspreken over het gebeuren. Bij de theorie ligt de nadruk juist erop dat het affect een verandering doormaakt, van negatief richting positief. En in die verandering, zit het vergeven. In de contextuele praktijk wordt wel gesproken over 'vermeerdering', maar dan in een toename van vertrouwen of verbondenheid. Hieruit kunnen we opmaken dat er in de theorie een nadruk wordt gelegd op wat er gebeurt in de tweede dimensie, in de psychologie; en dat er in de contextuele praktijk nadruk gelegd wordt op wat er zichtbaar is in de vierde dimensie, die van de relationele ethiek. Woorden als 'affect, gevoel, emotie', zijn tweede dimensie indicatoren en woorden als 'vertrouwen, verbondenheid, relatieherstel' zijn vierde dimensie indicatoren. Bovendien zien we dit verschil terug in een andere inhoud. De theorie richt zich sterk op de betekenis die vergeving kan hebben voor het slachtoffer7 in zichzelf. Dan vindt het proces dus plaats in de tweede dimensie, intrapersoonlijk. In de praktijk zien we dat veel respondenten beklemtonen dat vergeving juist zijn waarde en doel vindt in de relationele context. Vergeving gericht op herstel van relaties is het geluid dat de respondenten laten horen. Vergeving vindt plaats in het herstel en in de dialoog, daarbij is dus juist de ander nodig. Binnen de definiëringen die we in de literatuur zijn tegengekomen wordt weinig weergegeven over de relationele betekenis die vergeving kan hebben. Dat is ook opvallend aangezien we wel in ongeveer de helft van de onderzoeken, gegevens vinden die de relationele aard van vergeving belichten. Toch zien we in de theoretische definiëringen dat de waarde van vergeving vooral is voor het slachtoffer, waar de contextuele praktijk vooral de waarde ziet in herstel van relationele verbondenheid8. ELEMENTEN BINNEN DEFINIËRING VAN VERGEVING: Loslaten en vrij worden De theorie spreekt over loslaten op de volgende manier: “the cognitive letting go of resentment, bitterness and need for vengeance” (DiBlasio, 2000, p.150). Volgens de theorie worden er diverse dingen losgelaten; namelijk boosheid, wraak (genoegdoening) en bitterheid. Ditzelfde zien we terug bij de praktijk waarin we constateerden dat de therapeuten aangaven dat het gaat om loslaten van boosheid en recht op genoegdoening. Verder zien we hierbinnen geen opmerkelijke verschillen naar voren komen. 7
Voor het slachtoffer of dader. Maar ook hierin zien we beklemtoning, want de literatuur richt zich over het algemeen meer op de betekenis die vergeving kan hebben voor het slachtoffer dan voor de dader. Mogelijk is dit gevolg van negatieve klank uit verleden, waarbij de dader voornamelijk 'profiteerde' van vergeving en het slachtoffer nog meer slachtoffer werd door eenzijdige benadering van vergeving. 8 Er wordt door verschillende auteurs beweerd dat dit te maken kan hebben met de beweging waarbij vergeving vanouds een thema was met de dader als onderwerp. Daartegen heeft de psychologie zich gekant, door juist de nadruk te leggen op de waarde van vergeving voor het slachtoffer.
90
De theorie bouwt een beeld op over het 'vrij worden' wat we als volgt samenvatten: 'vrij' zit in het verminderde verlangen naar wraak en toegenomen mogelijkheden voor positievere emoties over de dader en voor toenadering. De vrijheid bevindt zich dus in het slachtoffer, die 'in staat' of 'vrij is' om niet vastgezet in wraakgevoelens zich zowel te verhouden tot de dader als tot zijn eigen emoties. De praktijk heeft het over vrij worden van de negatieve binding die er bestaat tussen beiden. Bij de therapeuten wordt dit verder niet uitgewerkt, terwijl we in de theorie hierover meer beeld krijgen. De verrijking die we in de theorie tegenkomen is dus dat vrijheid betekent dat de cliënt door loslaten van wraak en negatieve emoties, in staat wordt gesteld om de ander te ontmoeten. 'In staat zijn' of 'kunnen' zijn dan andere woorden voor 'vrij zijn'. De invloed van begripsvorming Het opgeven van het recht op wraak hangt in de theorie samen met begripsvorming (niet in alle gevallen, want er zijn ook definiëringen die ervan uitgaan dat het opgeven van het recht op wraak gebeurt middels een beslissing). De begripsvorming is een faciliterende factor in het opgeven of loskomen van wraak(gevoelens). Dit ligt dicht aan tegen de contextuele praktijk waar we hebben kunnen zien dat volgens veel respondenten het onderdeel van begrip en inzicht wezenlijk is in het proces van vergeving. Het begrip creëren zorgt voor het kunnen loslaten of zorgt ervoor dat mensen weer 'verder kunnen met elkaar' (KV:6). Eerst zagen we dus bij de theorie dat begripsvorming een belangrijk onderdeel is binnen vergeving en we kunnen concluderen dat ditzelfde ook wezenlijk is binnen de contextuele praktijk. Nog sterker uitgedrukt kunnen we stellen dat de begripsvorming bij de praktijk bijna de hoofdzaak vormt van ontschuldiging en dus een aanzienlijk onderdeel is van vergeving. De theorie benoemt begripsvorming naast andere elementen, terwijl de praktijk begripsvorming sterk in de schijnwerpers zet. De plaats van een wilsbeslissing Een duidelijk verschil zien we terug als het gaat over de plaats van het aanspreken van de wil. Vanuit theoretisch perspectief wordt er een wilsbesluit ingesloten binnen het proces. Dit in tegenstelling tot de contextuele praktijk waarbij we bijna niets horen over het expliciet nemen van een besluit. Het echtpaar Grifhorst vormt hierop een uitzondering: “...en dat zij inderdaad ook zelf de wil hebben om te kiezen, en dat zij die keuze moeten maken.” (LG:21). Hier wordt een opmerkelijk verschil zichtbaar waarin de theorie de wilsbeslissing duidelijk invoegt en de therapeuten de wilsbeslissing buiten beschouwing laten. Het is in elk geval geen duidelijk bespreekbaar onderdeel voor de therapeuten om op enig moment een wilsbesluit te nemen. De vraag is of een duidelijke wilsbeslissing ook niet voorkomt bij therapeuten, of dat dit zo vloeiend verloopt, dat het niet duidelijk zichtbaar en dus benoembaar is voor therapeuten. Hierin gaat dezelfde discussie schuil als bij het thema 'los', waarbij de vraag is of het actief dan wel passief (of als gevolg van) plaatsvindt. Ook een wilsbeslissing kan iets zijn dat spontaan actief gedaan wordt, of een resultaat zijn van eerdere processen. De vraag is dan mogelijk meer: waar begin je mee. Begin je met een wilsbeslissing of wordt er begonnen met andere processen waardoor een wilsbeslissing gefaciliteerd wordt? Zichtbaar maken van het onrecht en de (emotionele) betekenis daarvan Een gemeenschappelijk element in de literatuur en bij de therapeuten is dat het onrecht zichtbaar en bespreekbaar moet zijn. Allereerst wordt daarbij uitgedrukt dat de cliënt het vermogen moet hebben, of geholpen moet worden om het onrecht te verwoorden en daarnaast dat er voldoende mogelijkheid is (door veiligheid of vertrouwen) om het uit te spreken. Nuanceverschil wordt zichtbaar in de nadruk die de theorie legt op hoofdzakelijk de tweede dimensie, doordat het onrecht zichtbaar wordt ook in de emoties. Echter zien we dat de respondenten meer licht werpen op de betekenis die het onrecht heeft voor zichzelf (tweede dimensie) en voor de relatie (derde en vierde dimensie). Ook hierin zien we een andere manier van kijken naar het proces wat zich afspeelt en een andere manier van keuzes maken in hoe de mens daarin benaderd wordt.
91
7.1.2 CONTEXTUELE THEORIE EN CONTEXTUELE PRAKTIJK ONTSCHULDIGING EN VERGEVING De contextuele theorie en praktijk zijn beiden niet eenduidig over hoe vergeving en ontschuldiging zich tot elkaar verhouden. Er bestaat hierin verschil van mening en ook verschil in plaatsen van een accent. Over het geheel aan interpretaties hebben we wel één lijn kunnen ontdekken die we hier weergeven. Ontschuldiging wordt gezien als een beginstadium in het proces van vergeving. Na het beginstadium werkt vergeving volgens de theorie en praktijk aan relationeel herstel. Ontschuldiging kan plaatsvinden in een persoon zelf en vergeving wordt meer geplaatst in dialoog. Een verwarrende component, is het taalgebruik. Enkelen zullen het proces waarbij het gaat om relatieherstel benoemen als verzoening terwijl anderen dit juist vergeving noemen. Begrijpelijk is het dat dit verwarring geeft over het concept als zodanig en de interpretatie hiervan. Ducommun (theorie) en Verduijn (praktijk) beweren beiden hetzelfde over het effect dat ontschuldiging heeft in het proces, waardoor de noodzaak tot vergeving verdwijnt. Ducommun: “Through the process of exoneration, we clear the person from the accusation itself, so there is no more need for actual forgiveness” (Ducommun, 2009, p.46). De beschuldiging valt weg door het ontstane begrip en de hertaxatie die in het slachtoffer plaatsvindt. Dit zou dan voldoende zijn om weer verder te kunnen samen. Dillen (2004, p.178) legt de twee wel naast elkaar: “Exoneratie kan gezien worden als het proces dat het slachtoffer aflegt om 'vergeving' te kunnen aanbieden. Echte vergeving is dan pas ten volle gerealiseerd als de dader zich ook openstelt om vergeving te ontvangen, door schuld te bekennen en door toe te geven dat hij vergeving nodig heeft, omdat hij fout was.” In ieder geval zien theorie en praktijk ontschuldiging als onderdeel in het vergevingsproces, wat bevorderend werkt in het zoeken van toenadering in de verbinding en wat invloed uitoefent resulterend in beweging in de balans van geven en ontvangen (vierde dimensie). Ontschuldiging als vooraanliggend, is dan het proces waarbij het slachtoffer op een nieuwe manier weet om te gaan met het gebeuren, waarbij ruimte is gecreëerd in de relatie in onbalans en vormt zo een grote hulpbron om het in de dialoog verder te brengen. DIALOOG De dialoog is het abstracte proces waarin vergeving zichtbaar wordt of waar vergeving invloed op uitoefent. Dit wordt door de theorie zowel als de praktijk aangewezen. In de theorie is vergeving de weg naar herstelde dialoog. Ditzelfde horen we terug in de praktijk, maar hier ligt de klemtoon net wat anders; het vergeven bevindt zich in de aanwezige dialoog. Daar waar dialoog aanwezig is, horen en gehoord worden, daar is vergeving aan het werk. INVLOED NAGY OP OPVATTING VERGEVING Nagy, als grondlegger van het contextuele denken, heeft een grote stempel gedrukt op de ontwikkeling van het begrip vergeving binnen de therapie. Er zijn verschillende geluiden over de achtergrond waarom hij vergeving schuwde, waarbij de meest gehoord is dat hij gekant was tegen de theologische of religieuze lading die vergeving in zich droeg. Los van de achtergrond, heeft Nagy in zijn argumentatie invloed uitgeoefend op het al dan niet omarmen van vergeving binnen contextuele therapie. Toch zijn er meerdere auteurs die zijn argumenten weerleggen en hoofdzakelijk verwoorden dat zijn waarschuwingen tegen vergeving gestoeld zijn op een verkeerd begrip van vergeving en verkeerde toepassing van vergeving in een therapeutisch proces. Dus binnen de theorie en de praktijk zien we deze (mogelijk tanende) invloed van Nagy hier en daar terug. Drie respondenten vatten de kritiek van Nagy in de woorden dat Nagy vergeving eenzijdig vond en niet gericht op relaties. In de kritiek van Nagy zien we terug dat hij inderdaad vergeving
92
beziet als niet gericht op de relationele balansen. Mogelijk is zelfs de verwarring die bestaat over het begrip nog vergroot door Nagy zijn gekantheid tegen vergeving. En opnieuw heeft de theologische afkomst van het woord vergeving zijn weerslag op de therapeutische interpretatie en toepassing, door Nagy zijn ageren tegen de religieuze klank. 7.1.3 SAMENVATTING IN SCHEMATISCH OVERZICHT Het schema is een samenvatting van bovenstaande vergelijkingen. Bedoeling hiervan is om op een overzichtelijke manier aan te geven waar de verschillen en overeenkomsten bestaan. Op sommige plekken zien we dat het slechts nuanceverschillen zijn en op andere plekken kunnen we duidelijke verschillen opmerken. De overeenkomsten hebben we grijs geaccentueerd, zo wordt gelijk duidelijk waar deze zich bevinden en tegelijk wordt dan het verschil ook zichtbaar. Afkortingen: A.T. = Algemene theorie / C.P. = Contextuele praktijk / C.T. = Contextuele theorie Tabel 9: Definiëring vergeving vergeleken A.T
C.P
C.T.
Definiëring
Letterlijke definitie
Beschrijving elementen; sensitizing concept
Beschrijving elementen. Definiëringen van ontschuldigingsproces
2e of 4e dimensie
Nadruk op tweede dimensie: emoties
Nadruk op vierde dimensie: vertrouwen, relatieherstel
Nadruk op vierde dimensie: dialoog
Doel vergeving
Waarde voor slachtoffer in zichzelf
Waarde voor zichzelf en waarde voor relationele verbondenheid
Waarde voor zichzelf (autonomie), voor huidige relatie en toekomstige generaties
Vergeving te vinden in 'vrij' en 'los'
Loslaten van wraak of genoegdoening Vrij = in verminderd verlangen naar wraak = in staat tot nieuwe ontmoeting
Loslaten van wraak of genoegdoening.
Vrij van last van onrecht/schuld.
Vrijkomen van negatieve binding met dader
Vrij om van betekenis te zijn/te geven
Begrip als faciliterende factor
Begripsvorming hangt samen met opgeven van recht op wraak (en dus vergeven).
In begripsvorming zit een beweging van vergeving. Contextuele omschrijving van dit proces: ontschuldiging
Ontschuldiging is de beweging die de last van de schuld bij de dader wegneemt en de weg plaveit voor vergeving
Wilsbeslissing
Binnen proces is een wilsbeslissing aanwezig
(Bijna) niet gesproken over wilsbeslissing binnen het proces
Niet gesproken over duidelijk moment van een wilsbeslissing.
Onrecht krijgt een gezicht
Onrecht moet uitgesproken worden, met bijbehorende emoties
Onrecht moet verwoord worden, met bijbehorende betekenis voor zz en relatie
Erkenning voor onrecht
Dialoog
Nvt
Vergeving is te vinden in de dialoog
Herstelde dialoog ontstaat in vergeving
93
7.2 VERGELIJKING: PROCES VAN VERGEVING Als we het geheel aan interventies en bewegingen binnen het proces van vergeving langsgaan, vinden we een grote hoeveelheid aan informatie, die het gecompliceerd maakt om recht te doen aan datgene wat er in de theorie of praktijk aan geluid weerklinkt. Toch willen we een poging doen om overzichtelijk en samenvattend een beeld te geven van deze hoeveelheid. We hebben daarom een aantal interventies op rij gezet die we terug zien komen bij zowel de theorie als praktijk. De accentverschillen of gedifferentieerde manier van invulling geven aan deze interventie zullen we vervolgens bespreken. 7.2.1 INTERVENTIES VERGELEKEN Interventie 1: Meerzijdig gerichte partijdigheid / Erkenning CT: Meerzijdige partijdigheid wordt geïnstalleerd doordat beide partijen de kans krijgen hun verhaal te presenteren. Aan beiden wordt recht gedaan door erkenning van het gedane onrecht en recht gedaan door de achtergrond van het ontstane onrecht te horen. CP: Therapeuten nodigen cliënten uit om te komen tot het rechtstreeks spreken; bekend maken van beider verhalen over het plaatsgevonden onrecht. Van Dieren gebruikt hierbij ook uitdrukkelijk het begrip 'meerzijdige partijdig', en verbindt dit direct aan ontschuldiging: “...als je vanuit de houding van meerzijdige partijdigheid werkt, dat je in feite ook werkt aan ontschuldigen.” (AvD: 58). In de houding van meerzijdige partijdigheid, wat anders vertaald betekent dat beider verhalen 'fair' bekeken worden, zit al een deel van het ontschuldigingsproces opgesloten. Namelijk door het verhaal groter te maken dan het verhaal van het slachtoffer alleen. Verder zijn de therapeuten eenduidig over het faciliteren van erkenning voor het gedane onrecht. AT: In de theorie wordt deze term niet genoemd. Wel wordt zichtbaar dat de therapeuten erop gericht zijn om zowel dader als slachtoffer te laten spreken over het gebeurde. Niet het letterlijke begrip wordt genoemd, maar de bedoelde inhoud zien we wel gebeuren. Interventies gericht op het laten ontstaan van erkenning (door therapeut of partner) voor de pijn van het slachtoffer zijn aanwezig in de theorie. Hierbij wordt belicht dat de erkenning zich onder andere uitdrukt op het niveau van de emoties. Door emoties zoals berouw en zichtbare schuldgevoelens, maar ook verdriet, wordt de erkenning ondersteund. Conclusie: De contextuele theorie en praktijk werken met en vanuit meerzijdig gerichte partijdigheid als houding en interventie in het proces. De algemene theorie benoemt dit niet expliciet als een interventie, maar toch wordt hetzelfde zichtbaar in de interventie. Opmerkelijk verschil komt bij de algemene theorie vandaan, waar we zien dat emoties een belangrijke plaats innemen in het overbrengen van erkenning. Dit komen we niet zozeer tegen bij de contextuele benadering.
Interventie 2: Balans van geven en ontvangen CT: Een interventie die de theorie belicht is de erkenning van verdiensten; wat heeft iemand gegeven in de relatie. Door de verdiensten te belichten, beweeg je weg van het destructieve recht en wordt er richting het constructief recht bewogen. Dit brengt de balans van geven en ontvangen weer in beweging. Vervolgens heeft Hargrave in zijn model een stap waarin de mogelijkheid wordt
94
geboden voor compensatie. Ook dit kunnen we plaatsen binnen de balans van geven en ontvangen. Hier wordt door de ene partner namelijk een stap gezet in geven, wat voor de ander de relatie betrouwbaarder kan maken en hierdoor dus herstel kan optreden in de geschonden relatie. CP: Erkenning faciliteren voor het geven of de investeringen is een interventie die de helft van de therapeuten zeggen te doen. Een therapeut zegt hier zelfs over dat vergeving de vrucht is op het proces van erkenning voor het geven (HG:6). Zichtbaar maken van het geven brengt beweging in de balans waardoor herstel van vertrouwen wordt gefaciliteerd. In dit herstel van vertrouwen vindt volgens sommigen al vergeving plaats, of staat het zelfs gelijk aan vergeving. Dus het op gang brengen van een gestagneerde balans van geven en ontvangen, mede door het zichtbaar maken van gedane investeringen en geven, bevat beïnvloedende factoren naar vergeving en ontschuldiging toe. AT: Nadat er vergeving heeft plaatsgevonden, komt er beweging in toenadering doordat er zorg wordt uitgewisseld. Die zorg uit zich in toekomstige voornemens of het verlenen van zorg in het heden. Conclusie: De contextuele praktijk is duidelijk over de interventie die invloed heeft op de balans van geven en ontvangen. Door het zichtbaar maken en erkennen van het geven ontstaat er beweging. In de contextuele theorie wordt deze inhoud van erkenning wel benoemd, maar niet zozeer in het ontschuldigings- of vergevingsproces. Toch plaatsen we deze theorie in het vergevingsproces, omdat daar waar onrecht heeft plaatsgevonden, de balans verstoord is geraakt en er dus ook stilgestaan moet worden bij de disbalans. Ook wordt in de contextuele theorie een andere dimensie aangebracht, in het geven van compensatie. De algemene literatuur horen we niet zozeer over een 'balans in geven en ontvangen' en over 'erkenning voor geven'. Wel wordt er gesproken over nieuwe beweging in het geven van zorg aan elkaar, nadat er vergeving heeft plaatsgevonden. Duidelijk verschilt het moment van hernieuwde beweging in de balans met de contextuele benadering, waar deze nieuwe beweging plaatsvindt te midden van het vergevingsproces. De algemene theorie plaatst dit duidelijk nadat de vergeving is uitgewisseld. Interventie 3: Achtergrond onderzoeken – inzicht en begrip CT: Het ontschuldigingsproces beoogt dat het slachtoffer zich identificeert met de dader vanuit inzicht in zijn achtergrond, waardoor of waarin er begrip ontstaat. Het destructieve recht van de dader wordt onderzocht, waardoor de last van het onrecht voor het slachtoffer vermindert. Het begrip wordt opgebouwd uit de componenten heden en verleden. Door intergenerationeel kijken wordt er teruggegaan naar het gezin van herkomst van de dader. Zijn verleden wordt hierin betrokken als achtergrond en inzichtgevende informatie over zijn handelen. CP: Het onderzoeken van de achtergrond waarin het onrecht heeft plaatsgevonden zodat er inzicht en begrip ontstaan bij het slachtoffer voor de dader. Dit proces wordt ontschuldiging genoemd. Vier therapeuten benoemen expliciet het intergenerationele kijken als begrip bevorderende interventie. Er wordt een verbinding gelegd tussen heden en verleden, waardoor aan het begrip een grotere inhoud gegeven kan worden. AT: Het woord dat de algemene theorie gebruikt voor deze interventie, is herkadering. Op het inhoudsniveau zien we dat dezelfde interventie bedoeld wordt, daar waar er een verschillend woord voor wordt gebruikt. Herkaderen is het bekijken van de achtergrond en omstandigheden van het gebeuren te bekijken. Dit wordt niet nader omschreven, dus wat er precies bedoeld wordt met achtergrond en omstandigheden, blijft enigszins onduidelijk. Opvallend is dat het woord 'empathie'
95
steeds gelijk wordt verbonden aan herkadering. Het beoogde effect van herkadering is empathie opwekken of vergroten. Conclusie: Zowel algemene en contextuele theorie als praktijk bezien het onderzoeken van de achtergrond als interventie. Verschil in inhoud bevindt zich hoofdzakelijk in het intergenerationele kijken. Bij de contextuele benadering is de achtergrond het verleden van de dader, oftewel zijn gezin van herkomst. Dit is in de algemene literatuur niet nader gedefinieerd. Er wordt gesproken van 'achtergrond en omstandigheden'. Mogelijk wordt hier meer gedoeld op situaties in het heden die van invloed waren op het handelen van de dader. Concluderend zien we dat de contextuele benadering hier een extra dimensie aan toevoegt. De algemene theorie beoogt met het herkaderen een toename in positief affect richting de dader; oftewel 'empathie'. Dit zien we niet op deze manier terug in de contextuele benadering. Er wordt niet zozeer gesproken over een toename in positiviteit richting de dader, maar meer in een afname van iets; namelijk toerekenen van schuld. Ook hier zien we mogelijk weer het verschil in tweede dimensie of vierde dimensie. Interventie 4: Verantwoordelijkheid CT: Binnen de contextuele theorie zien we vaak de opmerking “de verantwoordelijkheid wordt hierdoor niet weggenomen, maar...”. Deze opmerking komt voort uit de achtergrond waarin juist ontschuldiging de klank lijkt te hebben dat de dader van zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot het onrecht wordt ontslagen. Dit is niet de bedoeling volgens de contextuele literatuur, maar het is juist wezenlijk dat de dader zijn verantwoordelijkheid in het gebeuren erkent om zo ook tot uitwisseling van vergeving te kunnen komen. Volgens Dillen (2004, p.179) is echte vergeving dan ook pas gerealiseerd wanneer deze verantwoordelijkheid door de dader is genomen (“schuld bekennen”). Verantwoordelijkheid wordt vervolgens ook verbonden aan het intergenerationele perspectief in de literatuur. Partners bewust maken van hun verantwoordelijkheid in de zorg voor de toekomstige generatie is wat helpend en motiverend kan werken in het proces van vergeving. CP: Dragen, verdragen en erkennen. Dit zijn sleutelwoorden die we terugvinden in de antwoorden van de respondenten als het gaat over verantwoordelijkheid. De betekenis is: kan de dader de ontstane schuld en zijn aandeel hierin dragen en verdragen. Kan hij de schuld volledig op zich nemen en dit erkennen naar het slachtoffer toe. AT: Verantwoordelijkheidsgevoel wordt aangeduid als faciliterende factor in het vergevingsproces. Hiermee wordt gelijk het belang daarvan onderkend. In de modellen zien we ook dat er op een bepaald moment in het proces, dit kan vroeger of later zijn, de dader zijn verantwoordelijkheid opneemt en dit laat zien door zijn aandeel in het onrecht te verhalen. Conclusie: De drie bronnen van gegevens laten veel overeenkomst zien in de opvatting dat het oppakken van verantwoordelijkheid voor de daad door de dader een onderdeel is in het proces. Waar of hoe dit gebeurt, daar bestaan accentverschillen in. In de praktijk zien we een dimensie die wordt uitgedrukt in de woorden 'dragen en verdragen'. Is de dader in staat om te komen tot het erkennen van de schuld, kan hij de zwaarte daarvan aan. Het accent wat hierin gelegd wordt, is de mogelijkheid dat de dader dit niet kan (ver)dragen. Dat is een andere notie dan alleen te oordelen dat de dader zijn verantwoordelijkheid niet opneemt. Verder uitgewerkt en aansluitend hierop zien we ook in de contextuele theorie hierover terug dat juist daders vanuit een roulerende rekening en leunend op destructief recht, moeilijk komen tot erkenning van onrecht, omdat ze blind zijn voor hun aandeel hierin. Dit maakt het verantwoordelijkheid nemen dus ook moeilijk. Toch hebben we vanuit de contextuele praktijk als de
96
contextuele theorie geen gegevens over de bevordering van het opnemen van de verantwoordelijkheid door de dader. Hierin concluderen we een hiaat, daar waar er genoeg aandacht lijkt te zijn voor het begeleiden van het slachtoffer, maar weinig aandacht voor hoe de dader in dit proces komt tot het opnemen van verantwoordelijkheid. Interventie 5: Openlijk vergevingsmoment CT: De enige in de bestudeerde literatuur die spreekt over een openlijk vergevingsmoment, is Hargrave. Nogmaals herhalen we het citaat: “Overt forgiving serves as the initial effort in building future trustworthiness.”(Hargrave, 2001,p.131). Hargrave heeft in zijn vier stappen de vierde stap als het openlijke moment waarop er vergeving wordt uitgesproken. Daarnaast zien we geen duidelijke aanwijzing binnen de contextuele literatuur waarin er een interventie wordt geïnitieerd waarbij woordelijk vergeving wordt gegeven en ontvangen. CP: Binnen de respons van de therapeuten is er een groot verschil tussen het wel of niet initiëren van een openlijk vergevingsmoment. Enkele therapeuten zeggen dit wel te doen, maar duidelijk wordt wel dat ze dit niet als stelregel willen neerzetten. Een andere positie neemt een therapeut in die een dergelijk moment juist fixerend vindt en dit dus zal vermijden. Geen eenduidige lijn is hierin te ontdekken. AT: Dezelfde verscheidenheid is terug te vinden in de algemene literatuur. Ook hier zien we bij het ene model een duidelijk vergevingsmoment, terwijl een ander model dit niet benoemt. Conclusie: Uiteenlopende opvattingen over de keuze om te komen tot een duidelijk vergevingsmoment zien we zowel bij de contextuele benadering als de algemene benadering terug. Het verschil hierin heeft dus niet zozeer te maken met de therapievorm, maar zal met andere factoren te maken hebben. Vanuit de huidige gegevens kunnen we geen conclusie trekken over de achtergrond waarom therapeuten hier wel of niet voor kiezen, dus deze vraag blijft onbeantwoord. Interventie 6: Consolidatie CT: Binnen de contextuele theorie kunnen we alleen impliciet een soort consolidatiefase herkennen. Waar de contextuele theorie spreekt van de 'roulerende rekening' of 'leunen op destructief recht', daar wordt zichtbaar wat er op de lange termijn gebeurd wanneer er geen mogelijkheid is geweest om tot ontschuldiging of vergeving te komen. Wanneer dit niet is gebeurd, bestaat er destructief recht, wat het vermogen om (vergeving) te geven als het ware blokkeert. Dit kan er in de toekomst voor zorgen dat deze persoon op zijn beurt onschuldige anderen zal kwetsen. De grote schade die mensen oplopen door te handelen uit destructief recht is dat het vermogen om te geven is aangetast, volgens Ducommun (2003). Dit wordt verwoord in de 'roulerende rekening'. Andersom betekent het dus dat mensen die leren om vergeving te schenken, constructief recht opbouwen en zo voorkomen dat ze in de toekomst hun rekening verhalen op anderen. Zo zou de fase van consolidatie dus bestaan uit hoe er wordt omgegaan met de rekening, waarbij vergeving een kruising is waar gekozen kan worden voor constructief of destructief recht. De fase na deze kruising is dan als het ware de consolidatie waar men vrij is om ook weer te geven aan de ander. In het geven van de ander wordt constructief recht opgebouwd en wordt de betekenis van het gegevene bevestigd en resulteert in zelf kunnen ontvangen. CP: Blijvend present zijn voor elkaar en voor opkomende emoties is wat we zien aan consolideren van wat de therapeuten zeggen. Het vergevingsproces is niet op een moment ineens 'klaar', maar werkt nog door in de toekomst. Ook het opbouwen van constructief recht door het geven van zorg is iets wat in de voortdurende fase hoort en als het ware de vergeving bevestigt.
97
AT: Het consolideren is niet een interventie waar veel aandacht aan wordt besteed. Wat we summier zien terugkomen is dat er wordt stilgestaan bij de mogelijkheid van het ontstaan van emotionele pijn in de toekomst. Er wordt dus een soort 'terugvalpreventieplan' uitgezet, waarbij er psycho-educatie wordt gegeven waarin de cliënten worden voorbereid op het mogelijk ontstaan van deze emoties. Vervolgens wordt er besproken hoe hiermee kan worden omgegaan. Conclusie: Bij de contextuele praktijk en algemene theorie vinden we overeenstemming in de manier waarop de therapeuten alert zijn in het gegeven dat er opnieuw emoties kunnen ontstaan over het gebeuren. Dus beiden geven aan dat cliënten hiervan bewust moeten zijn en dat cliënten begeleid worden in het verwachten hiervan en weten hoe ze hiermee om kunnen gaan. De contextuele benadering, theorie en praktijk, voegt hieraan toe dat dit ook de fase is waar constructief recht opgebouwd kan worden. Dit constructieve recht wordt zichtbaar in het verlenen van zorg of het zien van welke betekenis het heeft voor zichzelf daar waar vergeving gegeven is. 7.2.2 ANDERE OPVALLENDE VERSCHILLEN OF OVEREENKOMSTEN Geven om niet... of geven om te ontvangen. Binnen de algemene theorie komen we tegen dat vergeving schenken door het slachtoffer zijn eigen vrijheid en herstel van de relatie als doel heeft. Het contextuele denken heeft hierin nog een ander facet. Door vergeving te schenken, is iemand vrij om van betekenis te zijn, waarbij constructief recht wordt opgebouwd. Wat hierin nog mee resoneert, is de groei in autonomie, aangezien in het geven iemand tegelijk bevestiging krijgt van zijn bestaan (als het wordt ontvangen). Vanuit de contextuele theorie vinden we bij Ducommun de (paradoxale) gedachte dat iemand die in staat is te geven, ook beter in staat is om te vergeven. Iemand die kan geven, bouwt constructief recht op. Uit algemeen onderzoek is gebleken dat de mate van verbondenheid een faciliterende factor is voor de aanwezigheid van excuses en dus ook voor het kiezen voor vergeving. Analyseren we deze twee verschillende weergaven van wat er nodig is om te komen tot vergeving, dan zien we eigenlijk dat de beschrijvingen elkaar overlappen. Bij beide is het ingrediënt dat nodig is om vergeving te faciliteren, dat de relatie getuigt van verbondenheid. Deze verbondenheid is zichtbaar in de balans van geven en ontvangen; daar waar er een gezonde balans is, is vertrouwen en als gevolg verbondenheid. Dus wanneer iemand op gezonde wijze kan geven en ontvangen (verbonden zijn), is iemand (beter) in staat om te vergeven. Contextuele theorie en algemene theorie laten hierin hetzelfde zien, zij het met wat gedifferentieerd taalgebruik. Een in het oog springend verschil zit niet zozeer zichtbaar in een andere inhoudelijke interventie, maar meer in welke nadruk er gelegd lijkt te worden. In de contextuele benadering lijkt de beweging van de pijn en onrecht van het slachtoffer naar ontschuldiging vrij snel te gaan. Er wordt veel aandacht gegeven aan het ontschuldigingsproces, waar er relatief weinig wordt stilgestaan bij de erkenning voor het slachtoffer. De nadruk die de algemene theorie legt verschilt hiervan; we zien hier juist veel aandacht en zorg voor het slachtoffer, de vrijgekomen emoties en pijn, alvorens er bewogen wordt richting een volgende interventie. Een mogelijke verklaring zou hiervoor kunnen zijn dat de contextuele benadering de interventie waarin het slachtoffer wordt erkend als vanzelfsprekend ziet en hierin dus niet zozeer zichzelf onderscheidt, maar juist in het ontschuldigingsproces iets toe te voegen heeft en daarom hier de nadruk op legt. Een andere gedachte hierover is dat hierin de invloed van Nagy schuilgaat, namelijk zijn waarschuwing dat de dader nog meer in de schuld komt te staan ten opzichte van het slachtoffer bij vergeving. Het stilstaan bij de pijn en moeite van het slachtoffer, laat de schuld nog duidelijker zien, zonder 'verzachtende omstandigheden'. Dit zou de afstand van het slachtoffer naar de dader toe kunnen vergroten en dus de balans nog meer verstoren.
98
Beide mogelijke verklaringen zijn niet sluitend; het zou interessant zijn om te onderzoeken hoe dit verschil in nadruk te benaderen is.
“Eerst ontvangen, dan geven”. De strekking van deze woorden vinden we bij alle verschillende verzamelde data terug; uit de theorie en van de therapeuten. Worthington (2001) zegt dat de eigen ervaring van ontvangen vergeving ook het geven van vergeving faciliteert. Verschillende therapeuten benoemen dat het vergeven zijn door God als basis fungeert om anderen te kunnen vergeven. En ditzelfde zien we terug bij Ducommun die ook weergeeft dat mensen die handelen vanuit destructief recht, minder vermogen hebben om te geven. Mensen die handelen vanuit constructief recht, zijn daartoe wel in staat. Hieronder gaat de gedachte schuil dat mensen die genoeg hebben ontvangen, dus constructief gerechtigd zijn, ook op hun beurt in staat zijn om te geven. Hun balans in geven en ontvangen is gezond. Geven volgt dus vanuit voldoende ontvangen hebben. Zouden we kunnen stellen dat vergeving schenken dus ook volgt uit ontvangen vergeving?
7.3 VERGELIJKING: VE RGEVING EN CHRISTELI JK GELOOF Daar waar het om vergeving gaat wordt er vaak ook word gerefereerd naar de christelijke betekenis van vergeving als principe die zijn oorsprong vindt in de Bijbel. VERGEVEN IN DE CONTEXTUELE THEORIE VERSCHILT VAN HET VERGEVEN VANUIT HET CHRISTELIJK GELOOF Zoals eerder genoemd neemt de grondlegger van de contextuele benadering 'vergeving' als therapeutisch begrip liever niet in de mond. De reden daarvan lijkt voor hem in verband te staan met negatieve associaties met betrekking tot de religieuze betekenis ervan. Hij vindt dat vergeving niet aansluit bij het in beweging brengen van de balans van geven en ontvangen, maar juist het accent legt op de schuld en een negatieve machtsverhouding doet ontstaan in de relatie. Echter komt hij met het begrip ontschuldiging wel dichter tot de betekenis van vergeven, hij voegt daarmee iets fundamenteels toe, “Ontschuldiging is het proces waarin de last van schuld bij iemand die wij tot dan toe de schuld hebben gegeven, van de schouders word genomen” (Nagy,1986, p.478). Ducommun ziet vergeving wel als een middel tot versterking van autonomie. Zij geeft zelfs aan dat men verliezer is wanneer men niet vergeeft omdat het de kansen op autonomie zou verkleinen (Ducommun,2009). De Interpretatie hier is anders, zij ziet vergeving als een middel tot herstel van dialoog, en het uiteindelijke doel is tweeledig; herstel met jezelf, autonomie en herstel in de dialoog naar anderen. Dit draagt bij aan een goed functioneren in relaties en een gezonde autonomie. We kunnen hieruit opmaken dat er binnen de contextuele theorie verschillende definities worden toegekend aan vergeving. Het is opvallend dat een aantal aspecten ook passen binnen de christelijke betekenis ervan, onder ander herstel van dialoog zou kunnen vergeleken worden met herstel van relaties en verzoening als doel van het christelijk vergeven. Maar de contextueel therapeuten betrekken niet het geloof in de definiëring en betekenis van vergeving. Laten we nu kijken naar wat therapeuten in de praktijk hierover zeggen. VERGEVEN IN DE CONTEXTUELE PRAKTIJK HEEFT ALLES TE MAKEN MET HET CHRISTELIJK GELOOF Therapeuten uit de praktijk maken verbindingen naar het geloof wanneer vergeving ter sprake komt. Verkruijssen pleit zelfs voor verzoening als doel van vergeving in therapie vanuit de christelijke benadering. God heeft volgens haar vergeving bedoeld om tot herstel te komen in relaties hiermee. Zij legt dat uit als volgt: “Zijn doel was herstel van de relatie” (HV 59,60). Vergeving wordt door
99
meerdere therapeuten gedefinieerd aan de hand van het christelijk geloof. Opvallend is dat bijna alle therapeuten in het onderzoek refereren op de een of andere manier naar christelijk begrip 'vergeven'. Dit doen ze door vergeving te koppelen aan vergeving door Jezus Christus. We hebben al vermeld dat de meeste therapeuten uit de praktijk van ons onderzoek zelf ook christen zijn. Bijna de helft van de therapeuten benoemt dat vergeving bewuster gekozen kan worden in relatietherapie vanuit het eigen besef van cliënten vergeven te zijn. Daarmee concluderen zij dus dat vergeving beter doorleefd kan worden wanneer het geïnterpreteerd wordt vanuit het christendom. Aangezien Nagy het ontschuldigen noemt in het kader van vergeving is van van belang om ook na te gaan wat therapeuten vinden van ontschuldiging vergeleken met vergeving. De helft van de therapeuten ziet ontschuldiging als voorportaal van vergeven. Een kwart van de therapeuten ziet vergeving als verbindende stap. VERGEVING VANUIT DE ALGEMENE THEORIE WORDT ZOWEL AAN RELIGIE VERBONDEN ALS AAN EEN PSYCHOLOGISCH WELZIJN In de algemene theorie wordt vergeving ook deels gedefinieerd vanuit christelijk perspectief waarschijnlijk omdat de historische wortels van vergeving terug te vinden zijn in het christendom. Het hele christendom wordt gekenmerkt door vergeving, als fundament van het geloof. Daarbij zijn de religieuze wortels niet uit te vlakken maar in de loop van de eeuwen wel verrijkt met psychologische inzichten. Belangrijke conclusie uit diverse onderzoeken bleek dat of vergeving nu wel of niet werd gekoppeld aan geloof, het hoe dan ook positief effect had in mate van hoop en existententieel welbevinden. Mogelijk geldt voor veel mensen dat vergeving inherent is aan religie. Bijvoorbeeld Krause en Ellison hebben aangetoond dat oudere mensen die geloven dat ze vergeven zijn door God meer geneigd zijn tot het direct vergeven van anderen dan ouderen die dat niet geloven (Krause, N.,Ellison.,C.G.2003). Kortom uit de algemene theorie is ook gebleken dat vergeving een positief effect op de vergevingsgezindheid van mensen die zich vergeven weten door God. En dit blijkt positieve psychologische gevolgen te hebben voor deze mensen. CONCLUSIE Vanuit contextueel perspectief heeft vergeving een positieve invloed op het welzijn van mensen, het herstel van dialoog en het komen tot een verzoening. Hoewel Nagy zelf dit niet noemt, zeggen zijn opvolgers hier veel meer over maar ook zij benaderen dit als een therapeutisch begrip en niet als een christelijk principe. Met betrekking tot de oorsprong van het begrip en de uitleg ervan wordt er in de theorie weinig verwezen naar het christelijk geloof. Echter doen therapeuten dit wel in de praktijk. Zij plaatsen vergeving binnen een geestelijke dimensie en zij geloven ook dat vergeving kan bijdragen aan herstel van relaties. Bijna de helft van de therapeuten benoemt dat vergeving vanuit het besef vergeven te zijn (door Jezus Christus) bijdraagt aan het vergeven van die ander. Dat is een zuivere christelijke vertaling van het begrip naar de praktijk. In tegenstelling tot de contextuele theorie blijken veel contextueel therapeuten de geestelijke dimensie van vergeven erg belangrijk te vinden en van toegevoegde waarde voor de praktijk. Wanneer men de algemene theorie erbij haalt dan blijkt uit onderzoek dat vergeving vanuit christelijk perspectief van meerwaarde is op het herstel en psychologisch welzijn van mensen en hun relaties.
7.4 VERGELIJKING: HO UDING VAN DE THERAPE UT In de volgende tabel zijn er een aantal houdingsaspecten naar voren gehaald die genoemd zijn in theorie en praktijk. Bij het doorlopen van ons onderzoek ontdekken we dat houdingsaspecten soms veel weg hebben van interventies. Maar de houding van de therapeut is vaak gerelateerd aan een
100
interventie die van invloed is op het proces van vergeving. Een aantal begrippen zijn eerder aan bod geweest. In de contextuele theorie hebben we de houdingsaspecten gefilterd uit de beschrijving van vergeving en ontschuldiging. Therapeuten zijn bevraagd in de interviews op welke elementen of interventies van invloed zijn op het proces van vergeving. Tabel 10: Houdingsaspecten bij therapeuten Contextuele praktijk Aanpassingsvermogen/flexibiliteit Meerzijdig gerichte houding
Eigen ervaring met vergeving/
Contextuele theorie Meerzijdig gerichte houding
-
bewust van eigen context Erkenning bevorderen ten behoeve van alle betrokkenen
Algemene theorie
Erkenning bevorderen ten behoeve van alle betrokkenen
“Advocaat” van onrecht, dus advocaat van het slachtoffer Eigen ervaring met vergeving / bewust van eigen context Erkenning voor emoties van het slachtoffer Begrip/empathie/echtheid
MEERZIJDIGE HOUDING EN ERKENNING BEVORDEREN ALS HOUDINGSASPECT VANUIT HET CONTEXTUELE DENKEN Een meerzijdig partijdige houding en erkenning bevorderen worden als houdingsaspecten genoemd in de contextuele theorie en praktijk. De algemene theorie noemt dit niet letterlijk als houdingsaspect van de therapeut. Daarin verschilt de contextuele visie van de andere benaderingen. De therapeut speelt een faciliterende rol door allen betrokkenen een plek te geven in de therapeutische omgeving. Uit dat gezichtspunt vloeit de belangrijkste methodologische grondhouding van de contextueel therapeut volgens Onderwaater(2003). De houding van de therapeut moet erkenning bevorderen door te benadrukken wat gegeven is of waarin er iemand tekort is gedaan. Binnen de contextuele theorie mag de therapeut ook de erkenning geven. INZICHT HEBBEN IN VERGEVING VANUIT EIGEN CONTEXT Algemene theoretici en de therapeuten uit de praktijk hechten belang aan het feit dat de therapeut inzicht heeft in eigen context en bewust is van de invloed die de eigen context heeft op het proces van vergeving. Bunck zegt hierover dat wanneer vergeving voor de therapeut zelf persoonlijk belangrijk is en de therapeut heeft zelf ervaren hoe genezend vergeving voor zichzelf is geweest dan is dat bepalend voor hoe de therapeut zich opstelt ten opzichte van vergeving in een therapie proces van cliënten. Uit het onderzoek is ook gebleken dat het van invloed is of de therapeut zelf christen is, en het vergeven zijn ervaart vanuit zijn geloof. Daarbij speelt het ook een rol wanneer partners die in een vergevingsproces zitten, gelovig zijn. De reden om te vergeven is anders bij gelovigen dan bij niet gelovigen. Voor gelovigen het is een opdracht vanuit de Bijbel, een oproep van God om elkaar te vergeven waarvan wij als onderzoekers geloven dat God dit in ons belang van de mens heeft ingesteld. Er is geen specifieke houding voorgeschreven vanuit de algemene theorie, nog vanuit de contextuele theorie, over hoe hier mee om te gaan in de praktijk. Therapeuten lijken allen een eigen weg hierin te zoeken.
101
EMPATHIE EN BEGRIP Binnen de algemene theorie wordt er meer gesproken over het vermogen tot begrip van de therapeut en de empathische houding. Die wordt binnen de contextuele theorie en praktijk niet zo genoemd. Het zijn wel algemene houdingsapsecten dus mogelijk dat ze ook zouden kunnen passen binnen de contextuele theorie maar ze worden daar niet benoemd. ONRECHT MOET EEN GEZICHT KRIJGEN TEN BEHOEVE VAN HET SLACHTOFFER De algemene theorie legt de nadruk op het feit dat het onrecht een gezicht moet krijgen en daar heeft de therapeut een grote rol in. Zijn houding zal gericht zijn op de erkenning van de aanwezigheid van pijn van het slachtoffer met als doel het psychologisch welzijn van het slachtoffer te bevorderen. Daar verschilt de algemene theorie van de rest aangezien er binnen de contextuele theorie ruimte moet zijn voor het verhaal van allen die dit aangaat, dit om ontschuldiging te bevorderen. CONCLUSIE De contextuele benadering legt in theorie en praktijk de nadruk op de meerzijdig gerichte houding van de therapeut. Dit houdingsaspect is in benaming contextueel van aard, dus mogelijk dat dit voor een deel verklaart dat de algemene theorie het hier niet over heeft. Toch vermoeden wij dat daar een groot verschil te herkennen is. Het bevorderen van erkenning voor het geven van iedere betrokkene is een gewenste contextueel houdingsaspect. De algemene theorie heeft het ook over erkenning maar dan vanuit het slachtoffer. Er moet erkenning zijn voor emoties van het slachtoffer omdat die emoties een helende werking hebben. De contextuele visie legt meer nadruk op houdingsaspecten gebaseerd op het relationeel ethisch vlak met als doel om relaties te versterken en onstchuldiging te bevorderen. De algemene theorie lijkt de therapeut meer een houding toe te schuiven van 'advocaat' van het onrecht en dus ook van het slachtoffer. Pijn en schuld moeten een gezicht krijgen ter bevordering van het psychisch welzijn van het slachtoffer. Terwijl de contextuele zienswijze meer nadruk legt op het verhaal horen en inzicht krijgen in de motieven van beiden partijen. De contextuele praktijk en de algemene theorie noemen als belangrijk houdingselement de zelfreflectie van de therapeut op eigen context. Het bewust zijn hiervan bevordert het feit dat eigen context de visie op vergeven in de therapeutische praktijk beïnvloedt.
102
7.5 VERGELIJKING: VALKUILEN VAN VE RGEVING Tabel 11: Valkuilen van vergeving vergeleken Contextuele theorie
Contextuele praktijk
Algemene theorie
Macht (vanuit grootmoedigheid vergeven/zich uitstrekken over die ander)
Macht (vergeving afdwingen, als een wet benaderen)
Macht (het opleggen van vergeving aan die ander vanuit verschillende motieven/ het vergeven uit angst of zwakheid/laag zelfbeeld)
Schuld blijft bestaan, vergeving “fixeert” de schuld
Schuld kan vergroten wanneer het slachtoffer geen voorrang krijgt
Te snel gaan waardoor het onvolledig doorwerkt wordt
Te snel gaan waarbij slachtoffer onder druk komt te staan
Geen rekening houden met de verschillende interpretaties van vergeving (geloofsaspecten/ man-vrouw verschillen/eigen interpretatie..) Vergeving zien als einddoel; terwijl het doel van vergeving herstel van de relatie is Emoties worden afgeremd (terwijl emoties hebben een helende werking hebben) Verontschuldigen, i.p.v. werkelijk vergeven
Verontschuldigen i.p.v. werkelijk vergeven
Ontkenning van onrecht door een te snelle vergeving/ onvoldoende stilstaan bij de pijn
Ontkenning van onrecht wanneer het te snel plaatsvindt en het niet bespreekbaar blijft
MACHT Er is weinig beschreven over valkuilen van vergeving binnen de contextuele theorie, dit is op zich niet vreemd aangezien vergeving geen contextueel begrip van aard is. Nagy heeft het voornamelijk over een afwijzende houding richting vergeving. Hij benoemt daarin als valkuil de machtspositie van de vergever die zich vanuit grootmoedigheid uitstrekt tot diegene die hem of haar heeft gekwetst. Andere contextueel therapeuten hangen een andere mening dan Nagy en benadrukken ook de positieve kant van vergeven. In de praktijk komen diezelfde valkuilen aan bod. Vergeving afdwingen is er een van, “jij moet mij vergeven, ik heb spijt betuigd” (AvD:44). Anderzijds kunnen mensen vanuit datzelfde principe zichzelf het vergeven opleggen. Een kwart van de respondenten heeft het
103
over geestelijke chantage of manipulatie wanneer vergeving wordt gebruikt als machtsmiddel om die ander onder druk te zetten om te vergeven. Vergeving kan ook als een wet gezien worden, Groeneboer geeft aan dat het dan echt voorbij gaat aan het echte doel. Ook in de algemene theorie heeft vergeving als eerste genoemde valkuil, het machtsaspect. We kunnen hieruit opmaken dat macht de grootste valkuil van vergeving lijkt te zijn. Enright et al (1998, p49) hebben het over het bestaan van een pseudovergeving, omschreven als een machtsmiddel om die ander te herinneren aan zijn falen en morele superioriteit uit te oefenen. Dit gaat duidelijk in tegen het werkelijk vergeven waarbij gesteld wordt dat de keuze tot wraak of vergelding wordt opgeheven. Hegger benadert dit begrip andersom. Een dader kan volgens hem macht uit oefenen op het slachtoffer door het vergeven op te leggen vanuit het feit dat God ook vergeven heeft. Dan heeft vergeven ook meer de connotatie als machtsmiddel. De laatste vorm van pseudo vergeven wordt gedefinieerd door Lauritzen (1987). Hij waarschuwt tegen vergeven wat plaatsvindt vanuit zwakheid en angst. SCHULD Er gebeurt zowel binnen de contextuele theorie op vergeving als ook binnen de praktijk iets met de schuld. Maar het lijkt erop dat de interpretaties verschillen. Nagy geeft aan dat de schuld blijft bestaan (Nagy,Krasner,1986, p478). Hij benadrukt dat de valkuil zit in het feit dat de betekenis van vergeven ligt in het geven om niets en hij bestempelt vergeven als zuivere grootmoedigheid. In de praktijk wordt er over schuld vergroten gesproken wanneer het slachtoffer geen voorrang krijgt op de dader in het therapie proces. Er wordt dan beroep gedaan op het inlevend vermogen van het slachtoffer die op dat moment een tweede keer slachtoffer zou kunnen worden; dit is een gevaarlijke valkuil. ROL VAN EMOTIES ONDERKENNEN Bass en Davis stellen dat vergeving ervan uitgaat dat de boosheid wordt opgeheven, en beschuldigingen van de dader worden gestopt. In hun ogen resulteert dat in het vrijzetten van de dader van schuld en de verantwoordelijkheid hiervan. Daarbij vinden zij dat vergeving de helende werking van emoties zoals boosheid kan afremmen. Zij moedigen mensen aan om in contact te staan met hun boosheid, het te erkennen en waarderen en het te kanaliseren richting de dader. Lamb (aangehaald door Wade, Johnson, Meyer,2008) geeft aan dat die boosheid bijdraagt aan sociale gerechtigheid. Het is duidelijk dat het psychologisch perspectief binnen vergeving hier mee centraal staat dan bij de contextuele benadering VERONTSCHULDIGING Wanneer er excuses worden aangeboden voor iets op basis van eigen argumenten dan kan het zijn dat iemand zich wil verontschuldigen. Verduijn vind het daarom van belang dat dat verschil gemaakt wordt. De dader moet bij vergeven verantwoordelijkheid nemen anders lijkt vergeving op een verdedigingspleidooi waarin verontschuldigen centraal staat. Een andere uitleg van verontschuldigen vanuit de algemene theorie is wanneer iemand een laag zelfbeeld heeft. Het kan dan zijn dat hij of zij te weinig of geen erkenning krijgt of geeft aan het onrecht, dan wordt als het ware vergeving geschonken maar eigenlijk lijkt het dan meer op verontschuldigen. ANDERE VALKUILEN Te snel willen gaan In de praktijk willen mensen vaak te snel gaan, of te snel er aan beginnen zodat het dan maar over is,
104
of de therapeut volgt een methode waarbij het rigide doorlopen van de methode ervoor kan zorgen dat er onvoldoende wordt stilgestaan bij de pijn. Geen rekening houden vanuit welke positie iemand vergeving ziet/ervaart... Vrouwen en mannen zitten anders in elkaar en gaan van daaruit ook simpelweg anders een proces van vergeving in. Vrouwen zijn emotionelere wezens over het algemeen en mannen rationeler. Geen inlevingsvermogen hebben in het andere geslacht kan daarom een valkuil zijn. Van Klaveren en anderen uit de praktijk geven aan dat het essentieel is om de interpretatie van vergeven goed te onderzoeken. Vergeving zien als doel op zich De praktijk van ons onderzoek wijst uit dat het gebeurt dat vergeving als einddoel bezien wordt. Deze therapeuten zien dit als valkuil omdat vergeving gekoppeld dient te worden aan het Bijbelse vergeven, met als doel de verzoening met die ander. Zonder de verzoening, of ook wel herstel van de relatie is vergeving een valkuil omdat het een losstaand iets wordt zonder duidelijk doel. Concluderend geeft verzoening een doel aan vergeven. De parallel wordt door Verkruijssen getrokken naar de kruisiging van Jezus die geen doel op zich was maar het middel van God om zich te verzoenen met de mens. CONCLUSIE De algemene theorie heeft op dit vlak diverse raakvlakken met de contextuele praktijk en theorie ten aanzien van valkuilen van vergeving. Macht is de meest genoemde overeenkomstige valkuil. Vergeving opleggen, afdwingen, wettisch benaderen of vanuit grootmoedigheid aanbieden, lijken allemaal te maken hebben met een misbruik van de positie van diegene die vergeeft ten aanzien van de dader en andersom. Wat er gebeurt met de schuld wordt verschillend geïnterpreteerd. Binnen de contextuele kijk van Nagy werkt vergeving fixerend op de schuld. Vanuit de praktijk wordt er genoemd dat schuld kan vergroten wanneer het slachtoffer geen voorrang krijgt in het proces. Vanuit de algemene theorie wordt er door Bass en Davis gevreesd voor het wegnemen van schuld vanuit vergeving, terwijl de schuld er wel degelijk is. Zowel in de theorie als in de praktijk wordt verontschuldigen als valkuil gezien voor het ware vergeven. Evenals de praktijk waarschuwt voor een goed gedegen onderzoek naar wat cliënten verstaan onder vergeving, en wat de motieven zijn, zo onderstreept de theorie ook datzelfde principe. Valkuilen hebben betrekking op het te weinig kennen en onderzoeken van motieven om te vergeven en het ontbreken van zorgvuldigheid in het onderzoeken naar de betekenis van vergeving voor mensen. Ten slotte doen therapeuten uit de praktijk een uitspraak over de valkuil van vergeven wanneer het als doel wordt gezien en niet als middel om tot verzoening of herstel van de relatie te komen. In de contextuele theorie, onder andere omschreven door Ducommun wordt vergeving ook gezien als middel dat ten dienste staat voor het bevorderen van de dialoog. Het is niet duidelijk of zij met een dialoog ook verzoening voor ogen heeft. Verzoening heeft meer een christelijk karakter terwijl herstel van dialoog meer een contextueel doel is.
105
HOOFDSTUK 8: CONCLUSIE – AANBEVELINGEN – REFLECTIE Vraagstelling onderzoek: Wat doen contextueel therapeuten met interventies rondom vergeving en hoe komt dit overeen of verschilt dit met wat er in de literatuur staat over het proces rondom vergeving binnen de contextuele theorie en andere therapeutische stromingen (deze laatste niet nader gedefinieerd).
In dit slothoofdstuk geven we bondig en samenvattend een antwoord op de vraagstelling van ons onderzoek. We zullen dit op vier wijzen benaderen, te beginnen met een opsomming van waargenomen verschillen en overeenkomsten; vervolgens eigen reflecties; aanbevelingen; en we eindigen met de betekenis voor de eigen professionalisering.
8.1 CONCLUSIE OVEREENKOMSTEN TUSSEN CONTEXTUELE EN NIET-CONTEXTUELE LITERATUUR EN CONTEXTUELE PRAKTIJK Begrip 'vergeving' laat zich niet eenvoudig definiëren Het is gebleken dat vergeving niet te vatten is in één definitie, belangrijk is dus om je te richten op enkel het woord zelf, maar voornamelijk op de inhoud van dit woord en de betekenis die het in zich draagt. De rijkdom aan betekenissen die het woord vergeving bevat is een startpunt en hulpmiddel in de dialoog. Vergeving bezien als een concept waarop ieder mens zich op een unieke wijze verhoudt, vanuit eigen context en verhaal, biedt een kostbare ruimte om samen te zoeken naar waar vergeving zich bevindt en hoe dit eruit kan zien voor ieder persoonlijk. Verwarring over schuld / verantwoordelijkheid opnemen belangrijk We constateren verwarring en veel verschillende opinies over wat er precies met de schuld gebeurt tijdens het vergevingsproces. Dit loopt uiteen van het verdwijnen van schuld tot het blijven bestaan van schuld, maar niet meer aangerekend worden.... Wel zien we overeenkomst in de wijze waarop deze schuld door de dader opgenomen moet worden in een verantwoordelijke houding. De schuld moet erkend en (ver-ge)dragen worden en bespreekbaar blijven in de fase van consolidatie. In dialoog en ontmoeting wordt vergeven realiteit In de dialoog, in de ontmoeting, in het luisteren naar elkaar wordt een soort platform gecreëerd waarop het schuldverhaal te verdragen wordt. Dit bevordert een verantwoordelijke houding van de dader ten aanzien van het slachtoffer enerzijds, en het slachtoffer wordt in staat gesteld (door ontstaan begrip, empathie, erkenning) om een gevende activiteit te bewerkstelligen in de vorm van vergeven, wat loslaten en niet meer aanrekenen inhoudt. Ontschuldigen – vergeven - verzoenen - Ontschuldigen is de contextuele benaming voor een proces, wat we waarnemen bij zowel contextuele als niet-contextuele therapie, dat we kunnen omschrijven als het verstaan en begrijpen van de achtergrond van iemand en zijn gedrag, hiermee kunnen identificeren zodat er ruimte en begrip ontstaat. Ontschuldiging kan een voorportaal zijn voor vergeving, waarbij partners in de
106
relatie ook ruimte krijgen om opnieuw vertrouwen en liefde te installeren in de relatie. - Vergeven is het proces waarbij de ontschuldiging als het ware binnen gebracht kan worden in de relatie, waardoor het onrecht losgelaten kan worden, de schuld niet meer aangerekend en de dader en slachtoffer zichzelf betrekken in interacties die gericht zijn op het herstellen en bouwen van liefde en vertrouwen in de relatie. - Verzoenen gebeurt daar waar het oog gericht wordt op de toekomst en het zorgdragen naar en voor elkaar. Hierin staat centraal dat beide partners hernieuwde verbondenheid beleven en bewerken. Deze drie beschrijvingen mogen nooit gezien worden als statisch elkaar opvolgende stappen, omdat dit nooit zo lineair plaatsvindt. Eerder wordt dit bezien als ingrediënten van een proces dat plaatsvindt, waarbij ze elkaar over en weer beïnvloeden. Om het gedeelte over ontschuldigen te illustreren volgt hieronder nog een verhaal uit praktijk van Tineke, wat een cliënte die zij heeft ontmoet kon verwoorden na afloop van een proces. Marlies heeft vanaf haar jeugd getobd met depressiviteit, waardoor ze al jong drugsverslaafd is geraakt om zich beter te voelen. Ze heeft nooit gemerkt dat haar ouders dit serieus hebben genomen terwijl ze daar een dergelijk behoefte in had. Jaren heeft ze vooral haar vader gehaat. Na een therapieproces kan Marlies het volgende benoemen over wat er gebeurd is in relatie tot haar vader, waar herstel is gekomen. Ze zegt het zo: Door het inlevingsvermogen in het verhaal en leven van mijn vader, gebeurde er wat met het 'haatgevoel' en de schuld. Het begrip ving de schuld als het ware op. Ik werd milder. Ook met het beseffen dat er schuld was, kon ik het eigenlijk al een plek geven, los van mijn vader. Ik nam mezelf serieus en daarmee gaf ik mezelf bestaansrecht. Ik heb wel duidelijk gevoeld dat het zwaar en ernstig was. En tegelijk heb ik naar mijn vader gekeken en zijn onkundigheid gezien; ik zag zijn onvermogen. Mijn vader heeft nog tegen mijn zus gezegd dat hij het zo graag goed wilde doen en me hard had willen maken. Dit kon hij niet rechtstreeks tegen mij zeggen, maar de boodschap is via mijn zus wel aangekomen. Dit gaf iets weer van zijn verdriet en zijn bedoelingen. En ook helpt het mij te bedenken dat iedereen fouten maakt. Dus de schuld, of het schuldig zijn is er, maar het hoeft niet definitief op iemand gelegd te worden.
VERSCHILLEN: WAARBIJ DE CONTEXTUELE PRAKTIJK VERSCHILT VAN DE ALGEMENE EN/OF CONTEXTUELE THEORIE: CONTEXTUEEL ONDERSCHEIDEND Geen nadruk op openlijk vergevingsmoment; het proces staat centraal Contextuele therapeuten laten grote voorzichtigheid zien in het initiëren van een openlijk vergevingsmoment. Ze zullen het meer 'laten gebeuren', 'stemmen af op de cliënt' en nemen hier niet duidelijk initiatief in. Het proces zelf wordt als belangrijker gewaardeerd dan het expliciete plaatsvinden van zo'n openlijk moment van vergeven. Wanneer een openlijk vergevingsmoment ontstaat, wordt hier wel duidelijk waarde aan verbonden. Deze voorzichtigheid staat haaks op de aanbeveling van de wetenschappelijke, niet-contextuele theorie over vergeving, waar het openlijke vergevingsmoment wordt beschouwd als de climax, het doel waar naartoe wordt gewerkt en waar 'het' allemaal gebeurt. Vergeving beoogt relatieherstel De contextuele benadering heeft door zijn relationele focus een voorsprong als het gaat om het intrinsieke doel van vergeving. Vergeving kan betekenisvol zijn voor een individu, maar moet altijd gericht willen zijn op het relationele proces, de ethische balansen en gaan voor het herstel van vertrouwen en verbondenheid.
107
Contextuele benadering bezit in vierde dimensie veel kracht in relationele focus De dimensie van de relationele ethiek (ook wel vierde dimensie genoemd), is de dimensie waarin de contextuele benadering zegt onderscheidend te werken. Algemene therapeutische benaderingen leggen meer de nadruk op de werking van de tweede dimensie, namelijk die van de psychologie. Emoties hebben een belangrijke helende werking voor een individu zelf. De focus lijkt hier te liggen op het intrapersoonlijke proces. De contextueel therapeuten besteden juist aandacht aan de betekenis voor de interacties en relationeel-ethische consequenties. Intergenerationele kijk zou betrokken moeten worden; praktijk biedt summiere gegevens hierover Er bestaat discrepantie tussen wat de contextuele theorie laat zien en wat de therapeuten daadwerkelijk doen als het gaat om intergenerationeel werken; therapeuten laten weinig zien van het inzetten van intergenerationele werking binnen het vergevingsproces tussen partners. In de theorie zou het intergenerationeel perspectief op twee wijzen van betekenis kunnen zijn als het gaat om vergeven: 1- in de hefboomwerking (verantwoordelijk zorg dragen voor toekomstige generaties kan pleiten voor vergeving) 2- in het betrekken van het gezin van herkomst in het ontschuldigingsproces (ontschuldiging vanuit het onderzoeken van destructief recht van de dader vanuit gezin van herkomst). Echter, dit wordt dus door therapeuten in de praktijk nog erg beperkt ingezet. Erkenning voor investeringen en het geven naast erkenning voor het onrecht Een extra dimensie zien we in de erkenning voor de gedane investeringen, naast erkenning voor het aangedane onrecht. Erkenning voor het geven wat beide partners gedaan hebben brengt beweging in de balans, waardoor vergeving gefaciliteerd kan worden. Vergeving wordt namelijk gezien als een vorm van geven.
8.2 AANBEVELINGEN - Het vergevingsproces is geen vastomlijnd concept met een statisch model. Bewustzijn van de diversiteit in het bewandelen van zo'n proces is een houdingsaspect en startpositie als therapeut. Het zoeken naar waar behoeften, verlangens, gemis en noden, vormen een bodem waar vergeving op gebouwd kan worden. - Wissel met de cliënten van gedachten over de inhoud van het woord vergeving, ga het verkennen. Wat betekent het (voor hen), hoe ziet het eruit en wat zijn hun gedachten erover. Of: vraag aan cliënten wat zij nodig hebben om weer verder te kunnen met elkaar én op welke gronden ze verder willen werken aan herstel (want dan zou er vergeving plaats moeten hebben gevonden). Hierbij is het woord 'vergeving' niet altijd direct noodzakelijk, maar kan juist ook blikvernauwend en fixerend werken. Verkennen van vergevingsproces zonder gebruik van het woord kan in het begin van dit proces helpen om ruimte te vinden elkaar te zoeken. - De therapeut geeft het onrecht duidelijk gezicht door beide partners te laten vertellen over hun ervaren onrecht. Dit blijft als zodanig staan en beide partners krijgen hierin de ruimte om zich hierop te verhouden, waarbij de partij die onrecht heeft geleden als meest kwetsbare persoon eerst wordt gehoord. Een volgende fase betreft het inbrengen van de ‘verzachtende werking’ (empathie) die gefaciliteerd wordt door het verkennen van verhalen met verklarende achtergronden. Dit bewerkstelligt begrip. Begrip zorgt voor bewegingen in de wederzijdse zorg.
108
- Maak plaats voor de intergenerationele ethische balans in het vergevingsproces. Bekijk de gezinnen van herkomst en hier ontstane disbalansen en destructief recht. Dit geeft inhoud aan het ontschuldigingsproces. Daarnaast is de bewustwording van de verantwoordelijke zorg voor het nageslacht een andere intergenerationele werking die vergeving kan faciliteren. - De meerzijdige partijdigheid omvat twee belangrijke bevorderende aspecten, namelijk: recht doen aan ieders verhaal en het bevorderen van een dialoog en ontmoeting door het openbaren van ieders vermogen tot verantwoordelijke zorg. - Alertheid is geboden in de timing van het hele vergevingsproces. Aandachtig stil kunnen staan en gepast verder kunnen bewegen spreekt van zorgvuldig opbouwen. De nadrukkelijke waarschuwing wordt hierin geuit om niet te snel te willen gaan. - Rekening houden met een scala aan beïnvloedende factoren die op de achtergrond mee kunnen resoneren. Factoren die genoemd zijn in ons onderzoek: psychologische factoren zoals narcistische persoonlijkheidsstoornis, interactionele factoren zoals macht, relationeel ethische factoren zoals destructief recht (paradox Ducommun), religieuze factoren, eigen motieven, verschillende belevingen. - Op de vraag of er een dimensie belangrijker is dan de andere, kunnen we concluderen dat alle dimensies een eenheid vormen waarbij er geen hiërarchie aangebracht moet worden. De vierde dimensie kan als kompas gebruikt worden om de andere dimensies te benaderen. Door het gebruik van de vierde dimensie als kompas, wordt de kijkrichting gedwongen in de richting van de relationele werkelijkheid en geeft het aan vergeving een relationele betekenis.
8.3 REFLECTIE Vergeving als universeel geldende 'wetmatigheid' Of het christenen dan niet-christenen betreft, of het om een individueel of gezamenlijk proces gaat; vergeving kan van grote betekenis zijn voor het leven van mensen in het heden, naar het verleden toe en richting de toekomst. Christelijk geloof en vergeving mogen elkaar dragen We stuitten in ons onderzoek meerdere malen op de beperktheid van ons vermogen om te vergeven. Allerlei factoren kunnen ertoe leiden dat vergeving menselijkerwijs gesproken moeilijk is of zelfs onrecht vergrotend functioneert. De paradox van Ducommun is hier een duidelijke illustratie van, waar mensen vanuit destructief recht niet in staat zijn te geven, wat nog meer stagnatie in de balans van de relatie creëert. Nagy laat het ontschuldigen berusten op een menselijke inspanning. Wij geloven echter dat daarin de onvolledigheid schuilgaat; namelijk het idee dat we het 'hier op aarde' kunnen oplossen. Wij zien dat de bron van vergeven, ligt in een Gevende God, die altijd de eerste stap in geven heeft gezet. Daar waar onze bron uitgeput is, kan God voldoende beweging brengen om het proces te voltooien. Hierin wordt de paradox opgeheven. Dit werpt tegelijk licht op de vraag welke invloed jouw eigen visie op vergeving heeft in de manier waarop je therapie geeft. De gebrokenheid in de wereld, in menselijke relaties en naar God toe, geeft een signaal over de noodzaak tot voortdurend herstel. God heeft terecht in de Bijbel een opdracht gegeven die gaat over vergeving, omdat er zonder vergeven, geen vertrouwen over zou blijven. Wij geloven dat God alles heeft volbracht en aangeboden om te komen tot volledige vergeving. Vergeving overstijgt de menselijke ethiek of psychologische oplossingen en is in de bron een geestelijke realiteit die God verstrekt omdat Zijn hart uitgaat naar herstel in relaties.
109
Wat we opmerkten in de interviews was dat therapeuten vanuit hun persoonlijk geloof vergeving verbinden aan God, maar in de therapie werd deze verbinding niet zichtbaar. Spreekt men hier van een scheiding tussen geloof en beroep? Weten therapeuten niet hoe ze God aan dit proces kunnen verbinden zonder dat er in de valkuil van dwang en macht wordt gestapt? Dit is een interessante vraag, maar te groot om hier beantwoord te krijgen en tegelijk ligt deze vraag buiten onze vraagstelling. Verwarring veroorzaakt vermijding?! We hebben veel verwarring gehoord in het zoeken naar het verklaren, inhoud geven aan en de verhouding benoemen tussen de begrippen 'ontschuldiging' en 'vergeving'. Op basis van eigen ervaren verwarring kan er gesteld worden dat deze verwarring uiteindelijk kan leiden tot misvattingen en misbruiken van vergeving. Dit is een alarmerende constatering, aangezien verwarring ook uiteindelijk vermijding als resultaat kan hebben. Een oproep tot het verhelderen van de betekenis van dit begrip doen we hier, waarbij getracht wordt op een holistische wijze te zoeken naar woorden, zonder het één uit te sluiten en het ander te overbelichten. Zowel de geestelijke, relationeel-ethische, interactionele en de psychologische dimensie zijn van belang. Eigen ervaring van ontvangen vergeving is de basis De basis voor het geven en ontvangen van vergeving is het existentiële bewustzijn van schuld, in christelijke termen genoemd het 'zondebesef'. Hierin ervaart ieder mens de noodzaak om te worden vergeven. Wanneer het slachtoffer dus vergeving schenkt vanuit de eigen ervaring van ontvangen vergeving, is er geen sprake van geven uit 'generositeit' of vanuit een machtspositie, maar een geven vanuit een nederig besef: 'wie ben ik dat ik de ander niet vergeef'. Oftewel de gedachte dat we allemaal zowel daders als slachtoffers zijn. In deze gedachte vervalt de veroordeling die fixerend werkt en ontstaat er ruimte om te geven. Ter illustratie een stukje uit het verhaal van een man die zijn vrouw verloor door moord: Maar ik wist ook niet hoe ik moest vergeven. Ik zei tegen God: ‘Ik weet niet hoe ik moet vergeven.’ Toen gebeurde het. Ik kreeg een beeld waarin ik door de ogen keek van Jezus, Die aan het Kruis hing. Ik zag alle mensen bij het Kruis Hem bespotten. Ik zag het bloed op Zijn lichaam. Ik zag mijzelf tussen de mensen staan die Hem belachelijk maakten. Toen realiseerde ik me hoezeer ik zelf vergeving nodig had. Op dat moment kon ik de dood van mijn vrouw overgeven, omdat ik zag dat ik zelf vergeven was. Het is het grootste geschenk wat ik ontvangen heb van God.”9 Hiaat in hulp voor de dader om verantwoordelijkheid op te nemen - Er bestaat een grote hoeveelheid aan ideeën over de manier waarop een slachtoffer geholpen kan worden in het vergevingsproces. Echter concluderen wij een hiaat in de wijze waarop de partner die dader is, geholpen kan worden in het opnemen van verantwoordelijkheid. Onze aanvulling hierin is dat wanneer de dader zichzelf kan ontschuldigen en vergeving kan ontvangen van God, dit faciliterend kan werken om daadwerkelijk de verantwoordelijkheid voor het onrecht te nemen en de schuld te kunnen (ver)dragen binnen de relatie. Vergevend spreken in het hele vergevingsproces zonder het woord 'vergeving, met bekrachtiging in de woorden 'ik vergeef je' In de geluiden van alle verzamelde informatie komen we tot de ontdekking dat het niet zozeer gaat om het woord vergeving, of de concrete betekenis hiervan, maar het gaat om 'vergevend spreken'. Dit vergevend spreken kan zelfs zonder het woord vergeving in de mond te nemen. De voorwaarden zijn in het proces allemaal gecreëerd waarbinnen de onuitgesproken taal van 'ik vergeef je' al heeft plaatsgevonden. Tegelijk is een andere gedachte: waarom zou je het niet zo concreet benoemen? De 9 Internet:
www.cip.nl/artikel/34033/mijn-vrouw-werd-vermoord-door-een-moslim-extremist
110
aarzelingen die we bij respondenten hierover hoorden, gaan over valkuilen die, met voldoende zorg en aandacht, wel te voorkomen zijn. Juist kan het openlijk benoemen en expliciteren van een vergevingsmoment, mogelijk zelfs met een ritueel of 'monument', een bekroning kunnen zijn, waardoor het in de tijd geplaatst wordt. Dit kan duidelijk waarde hebben in de fase van consolidatie. Dus we pleiten niet voor of tegen het gebruik van dit woord, maar geven hiermee een overdenking aan het feit dat ‘het proces’ het hart is van vergeving. Er moet niet gevreesd worden om deze expliciete woorden 'ik vergeef je' een plaats te geven. Maar deze woorden vormen noch een beginpunt, noch een eindpunt, maar dienen meer als een tastbare bezegeling en bekrachtiging van een al plaatsgevonden beweging van vergeving. Therapie is taal? De contextuele benadering heeft een heel eigen manier van het vertalen, verhalen en verwoorden van de relationele werkelijkheid. Wanneer we dieper onderzoeken waar de verschillen en overeenkomsten zich bevinden, dringt de gedachte aan ons op dat sommige verschillen te verklaren zijn door taal. Toch ligt de waarde van de contextuele benadering juist ook in de woorden die ze geven aan de werkelijkheid. Door de focus op het bezien wat er zich afspeelt in de relationeel ethische werkelijkheid wordt er recht gedaan aan de bedoeling van God met de mens: we zijn geschapen als relationele wezens. Begrippen als ontschuldiging en meerzijdige partijdigheid zijn expliciet contextuele benamingen, maar omschrijvend zien we grote delen hiervan ook terug in andere stromingen. Zoals we in therapie zoeken naar de werkzame ingrediënten, zo zoeken we in het vergevingsproces ook naar werkzame elementen, en mogelijk bestaat de werkzaamheid daarin, dat de taal aansluit bij ons eigen hart: begrijp ik wat het betekent, is het voor mij doorleefd? En dat de taal aansluit bij het hart van de cliënt. De zoektocht naar deze verbinding, waarbij vergeving in zijn complexiteit ook altijd een zoektocht blijft, is wat uiteindelijk het hart van liefde is: op zoek naar de ander, geven aan de ander.
8.4 PERSOONLIJKE PRO FESSIONALISERING Hanneke Een van de geïnterviewde therapeuten zei tegen mij: “Na dit onderzoek over vergeving, zul je nooit meer hetzelfde kijken naar vergeving”. Aan mij om dit nu ook te bevestigen of te verwerpen. Ik kan het van harte beamen. Het inzoomen op vergeving in al haar facetten, heeft de meerwaarde ervan bevestigd. Een mens is tegelijkertijd verbonden en vrij als het gaat om vergeving. Verbonden aan God van wie hij vergeving heeft ontvangen door zijn zoon Jezus Christus, en vrij omdat hij keuze heeft om dit ook te aanvaarden en hierin verantwoordelijkheid te nemen voor eigen relaties. Wij mogen in vrijheid kiezen om dankzij, en door middel van vergeving, verbonden te blijven aan elkaar. Met oog op de toekomst, hoop ik de meerwaarde van vergeving over te brengen op cliënten die ik mag begeleiden in eigen praktijk. Ik neem daarin mee dat het contextuele gedachtegoed verrijkend is voor vergeving met het proces van ontschuldiging. Ik hoop dat ik vrijmoedig zal zijn wanneer het gaat om een integratie van psyche en geloof in de praktijk, zodat vergeving kan plaatsvinden op een “authentieke” wijze en zo bijdraagt aan herstel van relaties. Tineke Mijn ogen zijn open gegaan voor de complexe realiteit van een begrip wat voor mij allereerst een duidelijke geloofswaarde heeft. Daar waar dit begrip voor mij met de paplepel is ingegoten en dus een gefixeerde lading had gekregen, is dit losgewrongen en is er verrijking ontstaan. Deze verrijking bestaat uit de waarschuwing om te voorkomen dat vergeving een extern, opgelegd en onecht proces wordt zonder uiteindelijk herstel van vertrouwen en verbondenheid. Daarnaast de waarde van het
111
langzaam bewandelen van de vele paden die samen vergeving vormen. Het authentieke spreken wat beoogd wordt in de dialoog die ontstaat in het vergevingsproces wordt alleen dan bereikt wanneer er een basis van ontvangen genade of vergeving aanwezig is. Mijn verlangen is gegroeid om cliënten te helpen ontdekken hoeveel bevrijding er ligt in het kwetsbaar en nederig kunnen vertellen over hun slachtoffer-zijn en (soms tegelijk) dader zijn. En vervolgens het ervaren hoe liefde en vertrouwen wordt vrijgezet op de momenten dat er vergevend wordt gesproken.
112
LITERATUURLIJST Barkow, J. H., Cosmides L., and Tooby J., (1992).The Adapted Mind: Evolutionary Psychology and the Generation of Culture.(pp.19-136).New York: Oxford University Press. Boszormenyi-Nagy, I., & Spark, G. (1973; 1984). Invisible loyalties: Reciprocity in intergenerational family therapy. New York: Harper & Row. Boszormenyi-Nagy, I., & Krasner, B. R. (1986). Tussen geven en nemen: over contextuele therapie.Haarlem:Uitgeverij de Toorts. Boszormenyi-Nagy, I., & Krasner, B. R. (2005). Tussen geven en nemen: over contextuele therapie.Haarlem:Uitgeverij de Toorts. Boszomenyi-Nagy,I.,(1987). Foundations of contextual therapy: collected papers of Ivan Boszormenyi-Nagy.Philadelphia:Brunner/Mazel. Boszormenyi-Nagy, I. (1987c). Relational modes and meanings. In Foundations of contextual therapy: Collected papers of Ivan Boszormenyi-Nag,.(pp.79–97).New York: Brunner/Mazel. (original published in 1986). Boszormenyi-Nagy, I. (1987d). Transgenerational solidarity: The expanding context of therapy and prevention. In Foundations of contextual therapy: Collected papers of Ivan Boszormenyi-Nagy, (pp. 292–318).New York: Brunner/Mazel. (original published in 1986). Boszormenyi-Nagy, I. (1996). Forgiveness and exoneration. Presentation at the National Conference on Forgiveness in Clinical Practice, University of Maryland, (Unpublished manuscript, Published by Ducommun in Forgiveness and relational Ethics. The perspective of the contextual therapy). Braithwaite, S.R., Selby, E.A., Fincham, F.D. (2011). Forgiveness and relationship satisfaction: mediating mechanisms. Journal of family psychology, 24 (4), 551-559. Buber,M. (1958). I and Thou. New York: Charles Kribner and Sons. Butler, M.H., Dahlin, S.K., Fife, S.T. (2002). “Languaging factors affecting clients’ acceptance of forgiveness intervention in marital therapy. Journal of marital and family therapy, 28 (3), 285-298. Coleman, P. W. (1998). The process of forgiveness in marriage and the family. In R. D. Enright & J. North (Eds.), Exploring forgiveness (75–94). Madison: University of Wisconsin Press. Coop Gordon, K. Baucom, D.H. (1998). Understanding betrayals in Marriage: A Synthesized Model of Forgiveness. Family Process Journal, 37, 425-449. Coop Gordon, K., Hughes, F.M., Tomcik, N.D., Dixon, L.J., Litzinger, S.C. (2009). Widening spheres of impact: The role of forgiveness in marital and family functioning. Journal of Family Psychology, 23(1), 1-13. Darby, B.W., & Schlenker, B.R. (1982). Children's reactions to apologies. Journal of Personality and Social Psychology, 43, 743-753.
113
Denton, R.T., Martin,M.W. (1998). Defining forgiveness: an empirical explanation of process and role.The American journal of family therapy, 26, 281-292. DiBlasio, F.A. (1998). The use of a decision-based forgiveness intervention within intergenerational family therapy. Journal of family therapy, 20, 77-94. DiBlasio, F.A. (2000). Decision based forgiveness treatment in cases of marital infidelity. Psychotherapy, 37 (2), 149-158. DiBlasio, F.A. (2010). Christ-like forgiveness in marital counseling: a clinical follow-up of two empirical studies. Journal of psychology and Christianity, 29 (4), 291-300. DiBlasio, F.A., Proctor, J.H. (1993). Therapists and the clinical use of forgiveness. American journal of family therapy, 21 (2), 175-184. Dillen, A.,(2007). Ethische perspectieven vanuit het contextuele denken van Ivan Boszormenyi- Nagy. Antwerpen - Apeldoorn: Garant. Ducommun-Nagy, C.(2009). Forgiveness and relational Ethics. The perspective of the contextual therapy.In Kalayjian,A.,Paloutzian,R.F.(red.) Forgiveness and reconciliation. Psychological pathways to conflict transformation and peace building (pp.33-54).New York: Springer Science+ business media. Elder, J. (1998). Expanding our options: The challenges of forgiveness. In R. Enright & J. North (Eds.), Exploring forgiveness (150-161). Madison: University of Wisconsin Press. Enright, R.D., Freedman, S., Rique, J. (1998). The psychology of interpersonal forgiveness. In Enright, R.D., North, J. (eds). Exploring forgiveness (46-62). Madison: University of Wisconsin Press. Fincham, F.D., Davila, J., Johnson, C.V. (2007). Longitudinal relations between forgiveness and conflict resolution in marriage. Journal of Family Psychology, 21 (3), 542-545. Grave, G. (2009). Wat doen we met familie: Hoe verhoudt het contextueel denken van Ican Boszormenyi-Nagy zich tot humanistische geestelijke begeleiding? Scriptie Master Geestelijke Begeleiding. Wageningen: Universiteit voor Humanistiek. Hareli, S., Eisikovits, Z. (2006). The role of communicating social emotions accompanying apologies in forgiveness. Motivation & Emotion, 30 (3), 189-197. Hargrave, T.D.,& Anderson, W.T.(1992). Finishing well: Aging and reparation in the intergenerational family. New York: Brunner/Mazel. Hargrave,T.D.(1994).Families & Forgiveness: Healing wounds in the intergenerational family.Levittown: Brunner/Mazel. Hargrave, T.D.,(1994b).Families and Forgiveness: A theoretical en therapeutic framework. The family journal,21 (1), 339-348. Hargrave, T. D., James, N. Sells,Ph.D.(1997).The development of a forgiveness scale, Journal of Marital and Family Therapy, 23(1), 41-62. Hargrave,T.D.(2000).The essential humility of marriage: Honoring the third identity in couple therapy.Phoenix, AZ:Zeig, Tucker & Theisen.
114
Hargrave,T.D.(2001). Forgiving the devil: coming to Terms with Damaged Relationships.Phoenix, Arizona: Zeig, Tucker & Theisen,Inc. Hargrave, T.D.,Fitzer,F, Michielsen , M.(2005).Ontwikkelingen in de contextuele therapie. De kracht van geven en nemen in relaties.(pp.13-23).Leuven: Uitgeverij Acco. Hegger, A. (2001). Vergeving schenken. In: Blom, C., Smouter, W. (red.). Vergeef me: verzoening tussen mensen en met God. (53-83). Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum. Heylen, M., Janssens, K. (2005). Het contextuele denken. Een methodiekontwikkeling voor het welzijnswerk. Leuven: Acco. Hope, D. (1987). The healing paradox of forgiveness. Psychotherapy, 24 (2), 240-244. Kachadourian, L.K., Fincham, F., Davila, J. (2004). The tendency to forgive in dating and married couples: the role of attachment and relationship satisfaction. Personal relationships, 11, 373-393. Karremans, J.C., Van Lange, P.A.M., Ouwerkerk, J.W., Kluwer, E.S. (2003).When forgiving enhances psychological well-being: the role of interpersonal commitment. Journal of personality and Social Psychology, 84 (5), 1011-1026. Karremans, J.C., Van Lange, P.A.M. (2004). Back to caring after being hurt: the role of forgiveness. European Journal of social psychology, 34, 207-227. Kearns, J.N., Fincham, F.D. (2004). A prototype analysis of forgiveness. Personality and social psychology bulletin, 30 (7), 838-855. Krause, N., Ellison, C.G. (2003). Forgiveness by God, forgiveness of others, and psychological wellbeing in late life. Journal for the scientific study of religion, 42 (1), 77-94. Lauritzen, P. (1987). Forgiveness: moral prerogative or religious duty. Journal of religious ethics, 15 (2), 141-155. Legaree, T.A., Turner, J., Lollis, S. (2007). Forgiveness and therapy: a critical review of conceptualizations, practices, and values found in the literature. Journal of marital and family therapy, 33 (2), 192-213. Makinen, J.A., Johnson, S.M. (2006). Resolving attachment injuries in couples using emotionally focused therapy: steps toward forgiveness and reconciliation. Journal of consulting and clinical psychology,74 (6), 1055-1064. Marty, M.E. (1998). The ethos of christian forgiveness. In: Worthington, E.L. (Ed.). Dimensions of forgiveness: psychological research and theological perspectives (9-28). Radnor: Temple Foundation Press. McClay, W.M. (2011). The Moral Economy of Guilt: The curious process by which notions of sin and guilt have become both illusory and omnipresent. First things, 2011, 25-31. McCullough, M.E., Worthington, E.L., Rachal, K.C. (1997). Interpersonal forgiving in close relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 72 (2), 321-336.
115
McCullough, M. E., & Witvliet, C. V. O. (2002). The psychology of forgiveness. In Snyder, C. R., Lopez, S. (Eds.), Handbook of Positive Psychology (446–458). New York: Oxford University Press. McCullough, M.E., Sandage, S.J., Worthington, E.L., Wade Brown, S., Hight, T.L. (1998). Interpersonal forgiving in close relationships: II. Theoretical elaboration and measurement. Journal of personality and social psychology, 75 (6), 1586-1603. McCullough, M.E., Fincham, F.D., Tsang, J.A. (2003). Forgiveness, forbearance, and time: the temporal unfolding of transgression-related interpersonal motivations. Journal of personality and social psychology, 84 (3), 540-557. Michielsen, M., van Mulligen,W.,Hermkens, L.(1998).Leren over leven in loyaliteit, over contextuele hulpverlening. (pp.150-152).Leuven- Amersfoort: Uitegverij Acco. Murray, R. J. (2002). The therapeutic use of forgiveness in healing intergenerational pain. Counseling and values, 46, 188-198 North, J. (1987). Wrongdoing and forgiveness. Philosophy, 62, 499-508. Onderwaater,A.(2008). De onverbrekelijke band. Inleiding & ontwikkelingen in de contextuele therapie van Nagy.Amsterdam: Pearson assessment and information B.V. Orathinkel J., Vansteenwegen, A., Burggraeve, R. (2008). Forgiveness: A perception and motivation study among married adults. Scandinavian Journal of Psychology, 49, 155-160. Paleari, F.G., Regalia, C., Fincham, F. (2005). Marital quality, forgiveness, empathy, and rumination: a longitudinal analysis. Personality and social psychology bulletin, 31 (3), 368-378. Pollefeyt, D. (2000). Vergeving: valkuil of springplank naar een betere samenleving? In: Burggraeve , R., Pollefeyt, D., De Tavernier, J. Zand erover? Vereffenen, vergeven, verzoenen. (143-172). Leuven: Davidsfonds. Rhijn van,A.,Meulink-Korf,H.(1997).De context en de Ander. Nagy herlezen in de sporen van Levinas met het oog op pastoraat.(pp.304-358). Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum Zoetermeer. Riek, B.M. (2010). Transgressions, guilt and forgiveness: a model of seeking forgiveness. Journal of psychology and theology, 38 (4), 246-254 Ross, S.R., Kendall, A.C., Matters, K.G. (2004). A personological examination of self -and otherforgiveness in the five factor model. Journal of personality assessment, 82 (2), 207-214 Rye, M.S., Pargament, K.I. (2002). Forgiveness and romantic relationships in college: can it heal the wounded heart? Journal of clinical psychology, 58 (4), 414-441. Rye M.S., Pargament K.I. (1998). Forgiveness as a method of religieus coping. In: Worthington, E.L. Dimensions of forgiveness: psychological research and theological perspectives. (59-68). Radnor: Temple Foundation Press. Smouter, W. (2001). Gelijk ook wij vergeven. In: Blom, C., Smouter, W. (Ed.). Vergeef me: verzoening tussen mensen en met God. (39-52). Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum.
116
Volf, M. (2005). Onbelast: geven en vergeven in een genadeloze cultuur. Franeker: Uitgeverij Van Wijnen. Wade, N.G., Johnson, C.V., Meyer, J.E. (2008). Understanding concerns about interventions to promote forgiveness: a review of the literature. Psychotherapy, 45 (1), 88-102. Wade, N.G., Worthington, E.L. (2005). In search of a common core: a content analysis of interventions to promote forgiveness. Psychotherapy, 42 (2), 160-177. Worthington, E.L., Berry, J.W., O’Connor, L.E., Wade, N.G. (2005). Forgivingness, vengeful rumination and affective traits. Journal of personality, 73 (1), 183-226. Worthington, E.L., Witvliet, C.V.O. (2007). Forgiveness, health, and well-being: a review of evidence for emotional versus decisional forgiveness, dispositional forgivingness, and reduced unforgiveness. Journal of behavioral medicine, 30, 291-302. Worthington, E. L., Jr., & Wade, N. G. (1999). The social psychology of unforgiveness and forgiveness and implications for clinical practice. Journal of Social and Clinical Psychology, 18, 385–418. Worthington, E.L. (1998). Dimensions of forgiveness: psychological research and theological perspectives. Radnor: Temple Foundation Press. Worthington, E.L., DiBlasio, F.A. (1990). Promoting mutual forgiveness within the fractured relationship. Psychotherapy, 27 (2), 219-223.
117
BIJLAGEN
ARTIKEL
118
VERGEVING IN HET THERAPEUTISCH PROCES: CONTEXTUELE BENADERING VERGELEKEN PRAKTIJK EN THEORIE OVER VERGEVING BINNEN RELATIETHERAPIE VANUIT CONTEXTUEEL PERSPECTIEF EN ANDERE STROMINGEN (GEERTSMA&KNOL,2013) Mede door de religieuze connotaties en oorsprong van vergeving, is er weerstand en vermijding te merken in het gebruiken van vergeving als therapeutisch instrument binnen relatietherapie. Desondanks is er in de laatste dertig jaar een veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en daaruit is het belang en de meerwaarde van vergeving gebleken voor het therapeutische proces. De focus van het onderzoek van Geertsma & Knol is tweeledig. Biedt de contextuele therapie een andere benadering van vergeving enerzijds en komt dit overeen met wat contextueel therapeuten zeggen te doen in de praktijk anderzijds? Geertsma & Knol schetsen een beeld van hoe de contextuele benadering werkt met vergeving binnen relatietherapie, in vergelijking met wat zowel contextuele als niet-contextuele theorie hierover uiteenzet. We geven met dit onderzoek antwoord op de volgende vraag. ” Wat doen contextueel therapeuten met interventies rondom vergeving en hoe komt dit overeen of verschilt dit met wat er in de literatuur staat over het proces rondom vergeving binnen de contextuele theorie en andere therapeutische stromingen (deze laatste niet nader gedefinieerd).” Vanuit zowel algemene wetenschappelijke therapeutische literatuur en vanuit de contextuele literatuur is er onderzoek gedaan naar vergeving. Daaruit blijkt dat vergeving niet te vatten is in één definitie. Talloze definities omschrijven een verschillend aspect ervan. Allen bewijzen de veelomvattendheid van het onderwerp en benadrukken tevens de complexiteit ervan. Vergeving bezien als concept waarop ieder mens zich op unieke wijze verhoudt, vanuit eigen context, biedt een kostbare ruimte voor het zoeken naar een eigen manier van werken aan vergeving. Er is verwarring en er zijn veel verschillende opinies over wat er precies met de schuld gebeurt tijdens het vergevingsproces. Dit loopt uiteen van het verdwijnen van schuld tot het blijven bestaan van schuld, maar niet meer aangerekend worden. Ontschuldiging als voorportaal Het nemen van verantwoordelijkheid voor de schuld lijkt van groot belang te zijn. Zowel literatuur en therapeuten in de praktijk benadrukken dat aspect. De schuld moet erkend en ver- en ge- dragen worden en bespreekbaar blijven in de fase van consolidatie. In de dialoog, in de ontmoeting, in het luisteren naar elkaar, wordt een soort platform gecreëerd waarop het schuldverhaal te verdragen wordt. Dit bevordert een verantwoordelijke houding van de dader ten aanzien van het slachtoffer enerzijds, en het slachtoffer wordt in staat gesteld (door ontstaan begrip, empathie, erkenning) om een gevende activiteit te bewerkstelligen in de vorm van vergeven, wat loslaten en niet meer aanrekenen inhoudt. Het contextuele begrip ‘ontschuldiging’ blijkt een mooi voorportaal te vormen voor vergeving, waarbij partners ook ruimte krijgen om opnieuw vertrouwen en liefde te installeren in de relatie. Ontschuldigen is het verstaan en begrijpen van de achtergrond van iemand en zijn gedrag, op een dergelijk manier dat men zich hiermee kan identificeren zodat er ruimte en begrip
119
ontstaat. Hoewel ontschuldigen een contextueel begrip van aard is, wordt het als proces ook herkend in de algemene therapeutische literatuur. Zo kan men vanuit contextuele kaders komen tot de volgende definitie van vergeven: “Vergeven is het proces waarbij ontschuldiging als het ware binnen gebracht kan worden in de relatie, waardoor het onrecht losgelaten kan worden, de schuld niet meer aangerekend en de dader en slachtoffer zichzelf betrekken in interacties die gericht zijn op het herstellen en bouwen van liefde en vertrouwen in de relatie”(Geertsma&Knol, 2013). Het intergenerationeel perspectief als faciliterende bron voor vergeven Contextuele therapie is bij uitstek bekend om zijn intergenerationeel perspectief. ‘Intergenerationeel’ betekent dat de focus wordt gelegd op de toekomst in het dragen van zorg en verantwoordelijkheid voor elkaar en de volgende generatie, én de focus wordt gelegd op het verleden, door het ontstaan van destructief recht te onderzoeken in het gezin van herkomst. Volgens Geertsma &Knol zou dit contextueel begrip van betekenis zijn als het gaat om vergeven. Enerzijds door de hefboomwerking, waarin de verantwoordelijke zorg voor de toekomstige generatie pleit voor vergeving en anderzijds het onstchuldigingsproces waarin de invloeden van de vorige generatie op het destructief recht van de dader ook zichtbaar worden gemaakt ten behoeve van het ontschuldigingsproces binnen vergeven. Hoe kan dit in de praktijk plaatsvinden? Het welzijn in een relatie hangt samen met het welzijn van anderen die afhankelijk zijn van die relatie. De bewustwording hiervan kan ervoor zorgen dat, bijvoorbeeld ouders, aangemoedigd worden om te werken aan herstel van verbondenheid en verzoening, ten behoeve van het welzijn van hun kinderen. Merkwaardig is dat hoewel het intergenerationeel belang een contextueel begrip is, er door de therapeuten in de praktijk heel summier mee wordt gewerkt. De vraag die hieruit voortvloeit is: is de contextuele literatuur over intergenerationeel werken niet voldoende toepasbaar in de praktijk, of zijn therapeuten niet bewust genoeg van de invloed van de intergenerationele context op het ontstane onrecht in het heden? Focus op relationeel herstel De contextuele benadering heeft door zijn relationele focus een voorsprong als het gaat om het intrinsieke doel van vergeving. Vergeving kan betekenisvol zijn voor een individu, maar moet altijd gericht willen zijn op het relationele proces, de ethische balansen en gaan voor het herstel van vertrouwen en verbondenheid. In de algemene wetenschappelijke literatuur, lijkt het doel van vergeving een intrapersoonlijk doel te zijn, met andere woorden, de focus van het proces van vergeving ligt primair op het welzijn van een individu zelf. Op dat punt verschilt de contextuele benadering die de focus legt op herstel van de relationele balans wat betekent dat er gewerkt moet worden aan een herstel van dialoog en vertrouwen tussen partners. Zijn de woorden 'ik vergeef je' het eindpunt? Contextuele therapeuten laten grote voorzichtigheid zien in het initiëren van een openlijk vergevingsmoment. Ze zullen het meer 'laten gebeuren', 'stemmen af op de cliënt' en nemen hier niet duidelijk initiatief in. Het proces zelf wordt als belangrijker gewaardeerd dan het expliciete plaatsvinden van zo'n openlijk moment van vergeven. Wanneer een openlijk vergevingsmoment ontstaat, wordt hier wel duidelijk waarde aan verbonden. Deze voorzichtigheid staat haaks op de aanbeveling van de algemene wetenschappelijke literatuur, waar het openlijke vergevingsmoment wordt beschouwd als de climax, het doel waar naartoe wordt gewerkt en waar 'het' allemaal gebeurt. Contextuele therapeuten sluiten in de voorzichtigheid van hun omgaan met de expliciete woorden 'ik vergeef je' een aantal valkuilen mogelijk uit, zoals het manipuleren omdat 'je moet vergeven', of vergeving te snel willen uitspreken zodat het dan 'klaar' is. De kracht zit hem veel meer
120
in de openheid van de dialoog blijven opzoeken, die het mogelijk maakt dat een vergevingsproces ook langer zou kunnen duren en het onderwerp bespreekbaar blijft waardoor partners elkaar wel steeds ontmoeten. Volgens Geertsma & Knol ligt daar de meerwaarde en de kracht van de contextuele benadering. Tegelijk moet er niet gevreesd worden om deze expliciete woorden een plaats te geven mogelijk zelfs in een symbolische handeling. Maar deze woorden vormen noch een beginpunt, noch een eindpunt, maar dienen meer als een zichtbare en tastbare bekrachtiging van een al plaatsgevonden beweging van vergeving. Erkenning voor het geven, naast erkenning voor onrecht Een meerwaarde die de contextuele benadering geeft en die onderscheidend is van de algemene therapeutische literatuur, zijn interventies die gericht zijn op het uiten van erkenning voor de gedane investeringen. Dit is een andere vorm van erkenning dan erkenning voor onrecht, die door contextuele zowel als niet-contextuele therapie ingegeven wordt. Het geven van beide partners komt dan onder de aandacht en brengt beweging in de balans, waardoor vergeving gefaciliteerd kan worden. Vergeving kan in de ethische balans namelijk ook gezien worden als een vorm van geven. Aanbevelingen Naast een aantal conclusies vanuit de theorie en de praktijk geven Geertsma & Knol een reeks aanbevelingen voor therapeuten die willen werken met vergeving. Bewustzijn van de diversiteit in het bewandelen van een dergelijk proces is een houdingsaspect en startpositie voor therapeuten. Het zoeken naar behoeften, verlangens, gemis en noden, vormt een belangrijke bodem waar vergeving ingebed kan worden. Meerzijdige partijdigheid installeren omdat dit twee belangrijke bevorderende aspecten bevat, namelijk: recht doen aan ieders verhaal en het bevorderen van een dialoog en ontmoeting door het openbaren van ieders vermogen tot verantwoordelijke zorg. Een ‘verzachtende werking’ faciliteren door het verkennen van verhalen met verklarende achtergronden; dit bewerkstelligt begrip en zorgt voor bewegingen in de wederzijdse zorg. Plaats maken voor de intergenerationele ethische balans in het vergevingsproces, waardoor beide partners zich opnieuw gaan verhouden tot elkaar en het onrecht een andere plaats krijgt. Aandachtig stil kunnen staan en gepast verder kunnen bewegen spreekt van zorgvuldig opbouwen. De nadrukkelijke waarschuwing wordt hierin geuit om niet te snel te willen gaan. Rekening houden met een scala aan beïnvloedende (zowel belemmerende als faciliterende) factoren die op de achtergrond mee kunnen resoneren. Factoren die genoemd zijn in ons onderzoek: psychologische factoren zoals narcistische persoonlijkheidsstoornis, interactionele factoren zoals macht, relationeel ethische factoren zoals destructief recht (paradox Ducommun), religieuze factoren, eigen motieven, verschillende belevingen. Een ‘kompas’ voor en door het proces van vergeven De dimensie van de relationele ethiek (fundament van de contextuele benadering van Ivan Böszörményi-Nagy) kan als kompas gebruikt worden om de andere dimensies (van de feiten, de psychologie en de interacties) te benaderen. Door het gebruik van die dimensie als kompas, wordt de kijkrichting gedwongen in de richting van de relationele werkelijkheid en geeft het aan vergeving een relationele betekenis. Hoewel de oprichter zelf een negatieve kijk had op vergeving, hebben opvolgers dit begrip niet weggeduwd naar de periferie, sterker nog in dit onderzoek is de meerwaarde van vergeving bevestigd zowel door therapeuten in de praktijk als ook in de contextuele literatuur. Geertsma & Knol waarschuwen wel voor het zorgvuldig omgaan met dit proces, zodat de negatieve connotatie die Nagy er aan gaf niet een werkelijkheid zal worden in de praktijk. Therapeuten moeten ook bewust zijn van de betekenis van vergeving voor henzelf en hoe zij zich zelf verhouden hiertoe.
121
Vergeven als een gevende daad Geertsma & Knol omschrijven het uit als volgt: “Een mens is tegelijkertijd verbonden en vrij als het gaat om vergeving. Verbonden aan God van wie hij vergeving heeft ontvangen door zijn zoon Jezus Christus, en vrij omdat hij keuze heeft om dit ook te aanvaarden en hierin verantwoordelijkheid te nemen voor eigen relaties”(Geertsma & Knol, 2013). De geloofswaarde van vergeving krijgt hierdoor een duidelijke plek. Het authentieke spreken wat beoogd wordt in de dialoog die ontstaat in het vergevingsproces kan volgens hen alleen bereikt worden wanneer er een basis van ontvangen genade of vergeving aanwezig is. Deze ontvangen vergeving, vanuit besef van eigen existentiële schuld, kan zijn gegeven door mensen, maar de ultieme en grootste bron van vergeving is vanuit God. Beide verlangen naar meer authenticiteit binnen het proces van vergeving en hopen door middel van dit onderzoek bij te dragen aan het bevorderen van vergeving binnen partnerrelaties waardoor liefde, vertrouwen en herstel in relaties een nieuwe basis vormen. De relationeel ethische dimensie biedt hierin meerwaarde voor vergeving omdat zij deze elementen ook bevat. Wanneer vergeving een ‘geven’ wordt, omvat het zowel een geven aan het verleden door ontschuldiging, in het heden door herstel en naar de toekomst door betrouwbaarheid te installeren als basis voor de toekomst.
122