In dit nummer o.a. Tanzaniet, een bezoek aan de mijnen & Optisch teken Biaxiale mineralen. Tijdschrift van de vereniging gemma
Nr.51 - jaargang 20-januari 2012
Programma Gemma Programma vereniging Gemma voor het eerste halfjaar 2012. 18 januari 15 Februari 21 maart 18 april 16 mei
Workshop refractometer technieken (inleiding William Wold) ALV. waarna Lezing. Merelani Mijn, Tanzania Peter Slootweg Thema avond fosfaten. Neem uw turkoois, apatiet, brazilianiet e.d. mee! Inleiding Cyntha Smits Lezing: Edelstenen en parels in de kroonjuwelen, George Hamel Workshop determineren, voor al uw vragen en moeilijke gevallen.
Helaas geen excursie dit jaar De bijeenkomsten beginnen om 19.45 uur, bij de VU, W&N gebouw zaal C669. Boelelaan 1085, Amsterdam Buitenveldert. Let ook op mededelingen op onze website (www.vereniginggemma.nl) of bij de ingang in de VU voor eventuele wijzigingen. ALV Woensdag 15 Feb. 2012 Op onze tweede bijeenkomst in het nieuwe jaar besteden we een half uurtje aan onze jaarlijkse Algemene Leden Vergadering. Het bestuur zal verantwoording afleggen over 2011, en een begroting voor 2012 ter goedkeuring voorleggen. De stukken zijn vanaf twee weken tevoren in te zien op onze website.
Inhoud 1 15 16 23 24
Tanzaniet, het blauwe goud uit Tanzania, Peter Slootweg Puzzel Het optisch teken van biaxiale mineralen, Jaap Bos Persberichten Beursagenda
i
Tanzaniet,
het blauwe goud uit Tanzania
Peter Slootweg In het noorden van Tanzania, aan de voet van de Kilimanjaro, ligt een unieke edelsteenvindplaats. Het is de enige vindplaats ter wereld waar tanzaniet wordt gedolven. In het noordwesten van het Lelatema gebergte, dicht bij het plaatsje Merelani is in 1962 de eerste steen van dit materiaal ontdekt. Een lokale arbeider, op weg naar zijn familie, nam een korte route door de stekelige begroeiing van een klein valleitje. Alles leek normaal totdat hem enige blauwpaarse stenen opvielen die her en der in de stoffige aarde lagen. Zich realiserend dat dit wel eens geld kon opbrengen besloot hij de stenen mee te nemen. Wie weet kon hij de stenen verkopen en had hij weer wat te eten voor zijn familie. Nu is het voor Tanzania niet ongebruikelijk dat er edelstenen worden gevonden. Het oosten van het land is onderdeel van de grote “Mozambique belt” die rijk aan edelstenen is gebleken. Dit is een breukzone in de aardkorst die zich uitstrekt van de Middellandse Zee tot het zuiden van Mozambique. Deze zone is verantwoordelijk voor alle grote edelsteenvondsten in Oost-Afrika de afgelopen decennia. Korund in alle kleuren, spinel, toermalijn en zirkoon zijn slechts enkele soorten die worden gevonden in deze gesteenten. Maar dit materiaal bleek anders, nieuw, en de vinder had geen vermoeden van de impact die zijn vondst de komende jaren op de edelsteenmarkt zou hebben. De man wist in enige uren ruim 5 kilo van deze kristallen bij elkaar te rapen en nam ze mee naar Arusha.
Tanzaniet kristal. foto. PS 1
Daar bleek niemand het materiaal direct te herkennen en hem werd aangeraden zijn vondsten naar het noordelijk gelegen Nairobi in Kenia te brengen om het daar te laten beoordelen door een edelsteeninkoper. Met geleend geld is hij naar Nairobi vertrokken. Daar aangekomen wisten de mensen ook niet direct wat het was. Uiteindelijk heeft de man de 5 kilo daar achtergelaten en is met alleen geld voor de terugreis naar huis gestuurd met de mededeling dat ze zouden laten weten wat het was. Uiteraard heeft de beste man er niets meer van vernomen en is ook nooit duidelijk geworden wat er met dit eerste lot is gebeurd. Twee jaar later was een textielhandelaar uit India de eerste die een mijnclaim had aangevraagd voor deze afzetting. Het was inmiddels bekend dat het om het mineraal zoisiet ging en dat de kleur uniek was voor dit mineraal. Daarmee kwam er vraag naar meer en de eerste pogingen werden ondernomen om dit materiaal te ontginnen. Zoals het meestal gaat in de Afrikaanse wildernis, bleek dit een recept voor wild west taferelen waarbij een “gemrush” ontstond en er duizenden mensen op af kwamen die er alles aan deden om een stukje grond op te eisen. Dit liep uiteindelijk zo uit de hand dat de regering ingreep en tijdelijk alle mijnbouw heeft stilgelegd om weer orde op zaken te stellen. Nu is de vallei waar de tanzaniet wordt gevonden opgedeeld in 4 delen, of blokken (a,b,c en d-blok), die aan diverse partijen zijn toegewezen. Aangezien het beleid is van de Tanzaniaanse regering De prachtige kleur zette om de mijnbouw zoveel mogelijk door de tanzaniet in één klap op de inheemse bevolking uit te laten voeren, kaart van meest populaire werden buitenlandse bedrijven geweerd. edelstenen. Alleen joint ventures met lokale Tanzanianen maakten een kans op een mijnvergunning. Uiteindelijk is er maar één buitenlandse partij die een vergunning heeft gekregen. Dit is het Zuid-Afrikaanse TanzaniteOne die het C-blok exploiteert. Zij zijn tot nu ook de enige die de tanzaniet op industriële wijze afbouwen. De overige blokken zijn toegewezen aan lokale mijnwerkers die met relatief eenvoudige middelen tunnels in het gesteente graven op zoek naar de zo gewilde edelstenen. Op dit moment is tanzaniet een van de meest gewilde edelstenen op de markt. Op de belangrijke Amerikaanse juwelenmarkt is tanzaniet de op 3 na meest
2
gewilde edelsteen geworden door de uitzonderlijke kleur. Maar niet alleen een mooi kleurtje kan een edelsteen zo populair maken. Het succes van tanzaniet is eigenlijk ook een marketing succesverhaal. In eerste instantie, toen de eerste tanzanieten op de Amerikaanse markt verschenen, bestond de naam “Tanzaniet” nog niet . Het mineraal was nog steeds bekend als zoisiet, maar dan met deze unieke tint. Het beroemde juweliershuis Tiffany zag zonder meer potentieel in het nieuwe materiaal maar vond destijds dat de naam Zoisiet niet erg mooi klonk. Sterker nog, het leek erg op het Engelse “suïcide”, dus zelfmoord!. Om het materiaal aantrekkelijker te maken besloot Tiffany het materiaal te promoten onder de naam tanzaniet, naar het land waar het is ontdekt. Dat is net zoals ze enkele jaren daarvoor succesvol de vanadiumgrossulaar uit de omgeving tsavoriet hadden genoemd naar het Tsavo park in Kenia waar die edelstenen voor het eerst zijn gevonden. Dit was een gok voor de industrie. Als je iets heel bekend en gewild wilt maken, dient er ook genoeg van te zijn om aan de vraag te voldoen. Je kunt nog zulke mooie stenen willen verkopen, maar als je niets kunt leveren zal het ook nooit bekend worden onder de gewone consumenten. Gelukkig bleek de afzetting groot genoeg om aan de vraag te voldoen zonder de markt te overspoelen. Tanzaniet is tot nu toe een zeldzame edelsteen gebleken met maar 1 vindplaats met kristallen van edelsteenkwaliteit. Hierdoor is er veel controle op de handel, wat ervoor zorgt dat het materiaal exclusief zal blijven. Het nadeel van 1 mijn is dan ook dat, als deze uitgeput raakt en de vraag blijft bestaan, de waarde van tanzaniet erg zal doen toenemen. Wat dan wel weer de zoektocht naar een gelijkwaardige afzetting zal stimuleren. Of deze ooit gevonden zal worden is nog maar de vraag, omdat de geologische omstandigheden waaronder deze tanzanieten zijn gevormd, uniek te noemen zijn.
Tanzaniet met extreem Trichroïsme. Foto: Barlow collection
3
Blauwe zoisiet Tanzaniet is feitelijk niets anders dan blauwe zoisiet. Zoisiet is een gesteentevormend mineraal uit de epidootgroep. Ze onderscheid zich van epidoot en clinozoisiet door het lage ijzergehalte en de orthorombische kristalstructuur. Clinozoisiet is qua samenstelling gelijk aan zoisiet maar heeft een monokliene kristalstructuur. Zoisiet is voor het eerst ontdekt in een ijzermijn in Oostenrijk die familie eigendom was van de familie Von Zois waarnaar het mineraal vervolgens is vernoemd. Het komt voor in metamorfe gesteenten, vaak samen met andere “alpine” mineralen zoals kwarts, albiet, amfibool, calciet en anderen. Ook wordt het als gesteentevormend mineraal gevonden. Een mooi voorbeeld is de bekende groene zoisiet met robijn uit Longido in het het uiterste noorden van Tanzania. Kristallen van zoisiet zijn beduidend zeldzamer dan het massieve mineraal. Buiten de vindplaats in Merelani zijn er maar enkele plekken op de wereld bekend waar ook slijpwaardige kristallen worden gevonden. Deze zijn in de regel bruin/groen met een sterk pleochroïsme, wat een belangrijk determinatiekenmerk is. Alleen uit Afghanistan zijn ook kristallen bekend met een natuurlijke paarse kleur, al zijn deze veel fletser en meer rozeachtig dan het diep paars/blauw uit Tanzania. De kleur van tanzaniet is uniek binnen het edelsteenrijk. Het ligt tussen het korenbloemblauw van de beste saffieren en het warme paars van amethist. Dit heeft mede te maken met het sterke pleochroïsme waardoor het blauw en paars op bijzondere wijze worden gecombineerd. De kunst is dan ook om dit bij het slijpen van de steen zo goed mogelijk tot uiting te laten komen. De kleur is het gevolg van een ongebruikelijk hoog gehalte aan vanadium. Bij zeer donker-gekleurde stenen kan dit gehalte oplopen tot 5000 ppm. In de regel ligt het vanadiumgehalte
Tanzaniet omringd door diamanten. De steen weegt 33.55 krt. Bron: Incolor. 4
tussen de 1500 en 3000 ppm. Kristallen met minder dan 1200 ppm vanadium zijn niet paars meer, maar geel, groen, roze of kleurloos. Opmerkelijk is ook dat het overgrote deel van de gevonden tanzaniet helemaal niet blauw is, maar dit pas wordt na een hittebehandeling. De meeste tanzaniet heeft van nature een lichtbruine kleur. Door dit type materiaal gedurende enkele minuten te verhitten tot 520 graden Celsius wordt het aanwezige V3+ omgezet in V4+. Hierdoor absorbeert de steen een ander deel van het lichtspectrum en krijgt het de gewilde kleur. Ook stenen die van nature al blauw zijn maar nog een zweem van bruin bevatten, worden op deze wijze van de ongewenste tint ontdaan. Het enige nadeel van dit proces is dat het aanwezige pleochroïsme wordt gedempt. Onverhitte paars/blauwe stenen hebben soms een schitterend trichoïsme waarbij naast blauw en paars ook een fel rood parallel aan de c-as van het kristal te zien is. Bij het verhitten verdwijnt deze rode kleur onherroepelijk. Mocht dit effect zichtbaar zijn dan weet je zeker dat het een onverhitte steen betreft. Nu is 95% van alle tanzaniet op de markt verhit en wordt dit niet als een waarde- verminderende behandeling gezien. Geologen zijn het erover eens dat de onbehandelde paarse stenen door natuurlijke oorzaak zijn verhit en daar hun kleur aan te danken hebben. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld saffier en robijn waarbij het criterium ‘onverhit’ direct een flinke meerprijs betekent. Ook is de temperatuur waarop de zoisiet wordt verhit relatief laag (520 graden C)vergeleken met saffieren waarbij veel hoge temperaturen (1800 graden C) zijn vereist om de steen te laten verkleuren. Links een partij onverhitte tanzaniet. Bijna alle tanzaniet wordt als geelbruine stenen gevonden. Rechts een zeldzame “bicolour” tanzaniet
De insluitsels in tanzaniet worden daarom niet door deze behandeling aangetast, waardoor het praktisch onmogelijk is om onverhitte van verhitte exemplaren te onderscheiden, behalve dan door het uitgesproken trichoïsme van sommige onverhitte tanzaniet.
5
Ontstaan van Tanzaniet De tanzaniet wordt gevonden in een metamorf gesteente. Het betreft een complex pakket van diverse gesteenten die door de inwerking van tektonische krachten vervormd en hergekristalliseerd is. De belangrijkste gesteenten zijn een grafietgneis in combinatie met marmers en pegmatieten. Dit gesteente dat ooit begon als een sedimentafzetting in zee is enkele malen langdurig aan hitte en druk blootgesteld over een periode van honderden miljoenen jaren. Hierbij is in de contactzone tussen de gneis en de marmers een zone ontstaan die een skarnachtige mineralisatie heeft voortgebracht. Dit proces is de bron geweest van de vorming van grossulaar, een calciumgranaat. Deze grossulaar is vervolgens de bron geweest van de zoisiet die door de afbraak van grossulaar heeft kunnen ontstaan. Dit verklaart ook waarom de meeste tanzaniet niet in combinatie met grossulaar wordt gevonden en de beste kwaliteit grossulaar ook in holtes zonder tanzaniet wordt aangetroffen. Als de twee mineralen samen voorkomen is dit bijna altijd als een massief gesteente. De tanzaniet is gebonden aan zogenaamde “boudins”. Dit zijn blokken steen die door sterke vervorming van het omhullende gesteente van elkaar zijn losgescheurd en door metamorfose zijn omgezet in andere mineralen. U kunt dit zien als een laag calciumrijk gesteente (pegmatiet in marmer) die een laag vormt in een pakket van metamorfe gesteenten. Door de beweging in de aardkorst wordt dit hele pakket gesteente geplooid en gevouwen. Omdat dit diep in de aardkorst plaatsvindt waar de druk en temperatuur hoog zijn, is het gesteente enigszins plastisch. Niet elke laag van het gesteente reageert op dezelfde manier. De kwarts-albietgrafiet gneis waar de kalksteenlagen in zitten laat zich makkelijker vervormen dan de brosse pegmatieten. Hierdoor breekt de marmer/ pegmatiet in losse brokken en wordt als losse delen ingesloten in de massieve gneis. Omdat de beweging in de aardkorst nog veel verder gaat, raken deze steenblokken steeds verder van elkaar verwijderd en worden ze individueel aangetast door het omringende gesteente waarmee zij reageren en tanzaniet kon ontstaan.
Tanzaniet met tsavoriet in kwarts met grafiet. Door het hoge gehalte aan vanadium is het gesteente fel gekleurd. Foto & collectie, PS
6
1
2
3
vereenvoudigde weergave van boudin vorming. 1. uniform gelaagd gesteentepakket. 2. Brosse lagen breken door tektonische vervorming. 3. Exteme vervorming laat slechts hier en daar resten van originele laag achter (boudins) Alle mijnbouw in Merelani is er dus op gericht om deze boudins te lokaliseren en af te bouwen. Helaas is het vinden van deze boudins geen garantie voor het vinden van tanzaniet, aangezien niet alle boudins een tanzaniet-mineralisatie bevatten. Daarbij lijken deze boudins door de extreme vervorming van het gesteente min of meer willekeurig in de gneis te zitten waardoor het lastig is voor de mijnwerkers om de richting te bepalen waarin gewerkt moet worden. Sommige mijnwerkers volgen de sulfide-mineralisatie (pyriet) als mogelijke aanwijzing voor tanzaniet. Andere mijnwerkers zweren weer bij het volgen van gipsrijke lagen. Het is maar net waarmee in het verleden het meeste succes is geboekt. Alleen TanzaniteOne heeft de beschikking over getrainde geologen die op rationele wijze de tanzaniet- houdende lagen proberen te exploiteren. Het is ook dankzij deze geologen dat we nu zoveel weten over de vorming van deze unieke edelsteen. Bij het geologisch onderzoek is men niet alleen op zoek gegaan naar de oorzaak van de tanzaniet-mineralisatie. Wat Tanzaniet onderscheidt van de standaard zoisiet is natuurlijk de kleur. Zoals eerder gezegd, is de kleur te danken aan het hoge vanadiumgehalte. Bij onderzoek is gebleken dat de metamorfe gesteenten die deel uitmaken van de Mozambique formatie abnormaal rijk zijn aan sporen van dit element. Maar niet alleen vanadium komt in grote hoeveelheden voor, ook strontium en veel zeldzame aarde elementen zijn in flinke concentratie aanwezig. Bij onderzoek naar de herkomst bleek dit weer gerelateerd aan het hoge grafietgehalte. De gneis in Merelani bevat 10% grafiet waardoor de locatie in dat opzicht als een belangrijke grafietmijn zou kunnen worden geëxploiteerd. Bij onderzoek naar de herkomst van zulke grote hoeveelheden koolstof, dat grafiet immers is, bleek dat dit afkomstig is van organismen in de oerzee waaruit het sediment is ontstaan wat uiteindelijk is omgezet in gneis. Ook het vanadium wat in het gesteente zit zou afkomstig zijn van organismen die dit opnamen tijdens hun leven in zee. Onderzoek heeft aangetoond dat de oerzeeën van nature rijk waren aan dit element al is het nog niet helemaal duidelijk waardoor dit kwam.
7
De TanziteOne installatie bij Merelani. Foto. PS
Een kijkje in de keuken Op 27 augustus 2010 waren we (een 13-tal leden van de ACAM op edelsteensafari) in de gelegenheid om de tanzanietmijnen te bezoeken. Deze unieke kans werd met beide handen aangegrepen en voor we het wisten waren we onderweg om eens met eigen ogen te zien hoe tanzaniet gewonnen wordt. Nu is het niet zo dat je er even langs gaat. De mijnen zijn relatief makkelijk te bereiken omdat ze dicht bij de belangrijkste doorgaande weg in Noord-Tanzania liggen. Reizigers die arriveren of vertrekken van Kilimanjaro international airport kunnen de mijnen goed zien, omdat de vallei slechts 15 km van het vliegveld af ligt. Maar daarmee ben je nog lang niet binnen of welkom. Eerst dienen alle vergunningen bij elkaar verzameld te worden wil je überhaupt een kans maken de mijnen te bereiken. Goede contacten zijn hierbij cruciaal. In ons geval waren we uitgenodigd door een grote edelsteenhandelaar die in het verleden een mijn heeft geëxploiteerd in het B-blok en door het hoofd mineralogie van een Oost-Afrikaans mineralogisch onderzoeksinstituut (SEAMIC). Met de groep werd eerst een bezoek gebracht aan het ministerie van mijnbouw in Arusha. Dit is niet alleen een kantoor maar ook een opleidingsinstituut waar leergierige Tanzanianen op kosten van de staat een cursus edelsteenbewerking krijgen. Deze duurt maximaal twee jaar en heeft als doel mensen zelfstandig te maken bij het verdienen van een goed inkomen. Het ruwe materiaal is ruim voorhanden en door de bewerking van de stenen in Tanzania plaats te laten vinden, wordt de locale economie hiermee gestimuleerd. Voorheen werden alle ruwe stenen geëxporteerd. Nu is het lastiger geworden om ruw materiaal het land uit te voeren. Het uitvoeren van ongeslepen tanzaniet is zelfs helemaal verboden.
8
Tijdens onze rondleiding in het complex werden elders de nodige papieren geregeld en na een klein uurtje kwam onze gids trots onze vergunning tonen. Toegang tot de mijnen! Geen tijd te verliezen. We klommen met z’n allen weer in de bus op weg naar Merelani. Voor we Arusha uitreden werd er voorin de bus koortsachtig gebeld. De edelsteenhandelaar die met ons meeging als gids ter plaatse hoort dat er een groot tanzanietkristal beschikbaar is en de verkoper informeert of onze groep wellicht een potentiële koper heeft. Er wordt een afspraak gemaakt en voor we het weten stuurt onze bus van de weg ergens de berm in. Daar staat een witte jeep met 5 man erin. De gids maakt een praatje en komt terug met een 8 cm groot tanzanietkristal van ruim 140 gram. Iemand geïnteresseerd? De hele bus kijkt kwijlend naar dit fabuleuze kristal totdat de vraagprijs bekend wordt. 200 dollar per gram. Snel rekenwerk komt uit op 28.000 dollar, wow! Niemand in ons gezelschap is bereid om een dergelijk bedrag neer te tellen. Zelfs na stevig onderhandelen zou de steen waarschijnlijk niet voor onder de 10.000 dollar te kopen zijn. Onder de indruk van dit enorme kristal willen we nog maar een ding. Naar de mijnen! Niet lang daarna verlaten we de chaos van Arusha op weg naar het vliegveld. Gelukkig gaat dit gedeelte van de rit over asfalt wegen (een luxe in Tanzania) en het duurt niet lang voor we de afslag naar het vliegveld oprijden. Vlak voor de ingang van het vliegveld staat een groot bord. TanzaniteOne mijn 15 km. Helaas houd hier het asfalt op waarna we weer de inmiddels bekende stoffige onverharde wegen over moeten. Na een paar honderd meter worden we geconfronteerd met het eerste checkpoint. Militairen willen weten wat we komen doen en alle papieren zien. Tien minuten later waren we weer onderweg. De volgende 10 km bleek een waar kuilenparadijs waar met goed fatsoen niet boven de 40 km per uur gereden kon worden. Dan nog trillen de vullingen uit je kiezen. Langs de weg staat een groot bord waarop TanzaniteOne trots meedeelt dat ze deze weg voor de gemeenschap aan hebben gelegd. Ze willen graag laten zien dat ze ook aan de locale gemeenschap denken. Na een klein half uurtje komen we aan bij de enorme TanzaniteOne sorteerinstallatie in het dorp Merelani. Vrachtwagens rijden hier af en aan met erts en de installatie heeft zijn eigen landingsstrook om de stenen via de lucht af te voeren. We verbazen ons over de moderne installatie in dit dorre landschap, maken enkele foto’s en worden weer gesommeerd in de bus te stappen op weg naar de mijn. De mijnen zelf worden zwaar bewaakt door de autoriteiten en andere belanghebbenden. Tanzania is een zeer gastvrij land. Maar naarmate je dichter bij de mijn komt, neemt dit rap af. Buitenlanders en andere pottenkijkers zijn niet welkom omdat zij de handel kunnen schaden door buiten de reguliere handel stenen van de mijnwerkers te kopen en omdat de werkzaamheden
9
niet altijd even ethisch verantwoord zijn. Dit wordt vooral door de handelaren in het dorp Merelani duidelijk gemaakt met vuile blikken en de bekende handgebaren. We rijden snel door het dorp naar de ingang van de vallei waar het allemaal gebeurt. Na een kort ritje door de bush arriveren we bij de hoofdingang van het mijnengebied. De ingang op de top van de omringende heuvels lijkt meer op de ingang van een militaire basis dan op een mijn. Hoge hekken en rollen scheermesdraad proberen gelukszoekers en mensen zonder vergunning buiten te houden. Voor de ingang staat een tiental mensen die meteen proberen ons stukken steen te verkopen. Het materiaal is van lage kwaliteit. Omdat we niet de indruk willen wekken hier voor de handel te komen wordt ons in dit stadium verboden dingen te kopen. Als we direct onze portemonnee zouden trekken, zou van ons bezoek weinig overblijven aangezien we dan zouden worden bestormd door iedereen die wat wil verdienen. Voor je het weet staan er 40 opdringerige en soms wanhopige mijnwerkers om je heen om mijngruis te verkopen. Dat scenario werd voor later bewaard. Terug naar de ingang. Ook hier ging na enig bakkeleien de poort open. We rijden verder de vallei in en zien dat het geheel duidelijk is opgedeeld in 3 delen. Links en rechts bevinden zich de mijnen van de locale mijnwerkers. Overal staan ommuurde bouwsels boven de mijnschachten waar de mijnwerkers wonen en werken. De oudste bouwsels zijn zwart van het grafiet en vooral in het A-blok staan de mijngebouwtjes dicht op elkaar, waardoor een labyrint van ommuurde straatjes is ontstaan. In het midden van de vallei ligt een groot stuk wat er nog ongerept uitziet. Hier staan moderne gebouwen met uitkijktorens en het gehele complex is weer stevig omheind met hoge hekken en prikkeldraad. Dit is het C-blok en de mijn van TanzaniteOne waar met moderne technieken de tanzaniet en andere edelstenen worden gewonnen. TanzaniteOne is de grootste mijn in de vallei en beslaat meer dan een derde van het gebied waar tanzaniet wordt gewonnen. Het lijkt een groene oase in de omgespitte en volgebouwde vallei. De mijningangen van ondergrondse mijnen zijn niet zichtbaar. Aangezien we geen toestemming hebben om bij TanzaniteOne te komen kijken rijden we naar het B-blok naar één van de mijnen waar onze gids heeft gewerkt. We kunnen niet met de bus tussen de mijngebouwtjes en storthopen door, dus wordt de bus geparkeerd en gaan we te voet het B-blok in. Overal ligt donker gesteente te schitteren. Het gesteente is In deze mijn in het D-blok was een staalkabel naar beneden gepannen om het gesteente makkelijker te kunnen afvoeren. Foto PS 10
zo rijk aan grafiet met haar metallische glans dat zelfs het afval er al aantrekkelijk uit ziet. Het nadeel is dat het vreselijk afgeeft en alles in de omgeving is dan ook zwart van het grafiet. Zelfs de mijnwerkers lijken van metaal als ze uit de mijn komen door het glimmende grafietstof dat aan de huid blijft kleven. We lopen De vriendelijke mijnwerkers helpen graag met verder, gade geslagen door vele zoeken. Voor cash uiteraard. Foto Cyntha Smits verbaasde mijnwerkers die zich afvragen wat deze blanken komen doen. We kloppen aan bij claim 21 en er gaat een klein deurtje in de omheining open.Binnen staan we op een klein binnenplaatsje van ongeveer 20 x 20 meter met diverse bouwsels op palen waar de mijnwerkers slapen en het materiaal wordt bewaard. In het midden ligt de mijngang zelf. Afgeschermd met een constructie van hout en kippengaas zodat niemand er per ongelijk in kan vallen of ongemerkt de mijn in en uit kan. Er wordt door de eigenaar uitgelegd hoe ze te werk gaan en wat voor materiaal ze ter beschikking hebben. Bijna alle tanzaniet wordt met eenvoudige middelen afgebouwd. In de meeste gevallen gebeurd dit met hamer, beitel en dynamiet en is alles handwerk. Het losgemaakte erts wordt in zakken van geweven plastic naar de oppervlakte gebracht en uitgezocht. De trots van deze mijn is een relatief nieuwe compressor die het zoeken op grotere diepte en het gebruik van pneumatische hamers mogelijk maakt. De mijnwerkers krijgen alleen betaald als ze stenen vinden. Als er niets gevonden wordt krijgen ze alleen eten en onderdak en moeten ze in diensten van 8 uur de mijn in op zoek naar de begeerde edelstenen. De omstandigheden waarin de mensen moeten werken zijn zeer zwaar. Er is weinig zuurstof, de lucht is gevuld met grafietstof wat constant wordt ingeademd en hun enige verlichting is een LED zaklamp die met een oude fietsbinnenband aan het hoofd wordt gebonden. Niet alleen instortingsgevaar ligt op de loer. Het is al twee keer voorgekomen dat tijdens hevige regenbuien de bodem van de vallei blank kwam te staan en de schachten volliepen terwijl er ondergronds nog mensen bezig waren. De mijneigenaar vertelde dat tijdens de eerste overstroming 7 mijnwerkers in zijn mijn om het leven kwamen. Sinds die tijd hebben ze een 70 cm hoge baksteenrand om de mijnschacht gebouwd om herhaling te voorkomen. En met succes, tijdens de laatste overstroming is de mijn niet volgelopen. Er werd verteld dat tijdens ons bezoek de mijn weinig produceert. Maar niets is zo motiverend als de kans om van het ene op het andere
11
moment schatrijk te zijn. Dus er werd volop gewerkt. De mijnwerkers in deze mijn volgen de pyrietaders aangezien ze daar het meeste succes mee hebben gehad. De gangen gaan soms kilometers de grond in, in elke willekeurige richting en het komt het nog al eens voor dat concurrerende mijnen elkaar ondergronds kruisen waarbij soms bloedige conflicten ontstaan. De belangen zijn immers groot. We krijgen de uitnodiging om zelf de mijn in te gaan. Helaas waren we daar niet op voorbereid en wisten we uit de ervaring van anderen dat dit niet geheel zonder gevaar en zeer zwaar is. Afdalen in een mijn is meestal geen probleem. Maar terug omhoog over smalle ladders in een zuurstofarme lucht kan veel van een mens vergen. Zeker als je dit nog nooit eerder hebt gedaan. En het laatste wat je wilt is in Tanzania in een ziekenhuis belanden. Tevens zou dit qua tijd ook lastig worden. We konden de groep niet een paar uur laten wachten omdat een enkeling de mijn in wilde. Nadat we de mijn eigenaar uitgebreid hadden bedankt voor de getoonde gastvrijheid en uitleg verlieten we de mijn om een andere mijn te bezoeken aan de andere kant van de vallei. Ondanks dat dit best te lopen was, werd ons toch aangeraden om terug naar de bus te gaan om met bus en al de drie kilometer naar het D-blok gedeelte te rijden. Voor we de andere mijn zouden bezoeken werd een half uur ingelast om de meegebrachte lunch Enorme storthopen domineren het B-blok. te nuttigen. Voor we het wisten kwamen mijnwerkers met materiaal langs om te kijken of er iets te verdienen viel. Handen vol gruis kwamen voorbij met zo hier en daar een interessant stuk. Niets van edelsteenkwaliteit maar leuke mineralen voor de verzamelaar. Hierbij veel stukjes zoiziet, een doos vol pyrietstukjes met nog enkele kristallen, Stukjes kwarts, diopsiet en ook nog wat stukken moedergesteente met zoiziet. Deze vonden gretig aftrek en in no time kwamen er steeds meer lui met of zonder stenen op de ontstane handel af. Net zo snel als dit ontstaan was, werd dit ook weer afgekapt. We moesten nog naar de tweede mijn en op deze wijze zou dit niet gaan lukken. Met de bus werd de volgende paar honderd meter afgelegd naar de mijn totdat we niet verder konden. Iedereen de bus uit en tegen de berghelling omhoog naar
12
de volgende schacht. Hier hadden de mijnwerkers geleerd van de tragedie van de ondergelopen schachten en hun mijn strategisch boven de valleibodem gemaakt. In de schuine mijnschacht was een staalkabel gespannen waarlangs de zakken erts omhoog werden gehesen en het afval simpelweg van de helling gestort kon worden waardoor er een grote puinhelling was ontstaan waar naar hartenlust kon worden gezocht. Hier lag veel kyaniet in grafietschist wat een mooie combinatie vormde. De mijnwerkers uit de omgeving hadden echter snel door wat je zocht en hielpen maar al te graag waarna het door hun opgeraapte stuk kon worden gekocht. Dat schoot dus ook niet echt op. Het bijzondere van deze mijngang was dat de mijnwerkers niet de pyrietaders, maar de gipsaders volgden, op zoek naar de tanzanieten. Dat er veel gips voorkwam, was ook terug te zien op de storthopen. We kregen zelfs een stuk met gipskristallen op grafiet aangeboden van zeker 20 x 7 cm. Een vreemde combinatie. Helaas waren de kristallen erg beschadigd en zag het stuk er niet stevig uit waardoor het lastig zou worden om dit mee te nemen. Gezien de vraagprijs is het ook door niemand gekocht. Gips voor de prijs van tanzaniet. Daar trappen we natuurlijk niet in. Nadat we wederom een interessante uitleg over de gang van zaken hadden gehad van de dagelijkse werkzaamheden rond de mijn, was de menigte die geïnteresseerd was in ons bezoek en wilde kijken of er nog wat te verdienen viel, flink gegroeid. Iedereen had Uitzicht over de mijnvallei in het D-blok. wel een groepje mijnwerkers om zich heen die na verloop van tijd steeds opdringeriger werden. De mensen daar verdienen nauwelijks wat en er is vaak sprake van echte honger. Voor we het wisten, begonnen mensen ruzie te maken om onze aandacht en ons geld. Dit was het signaal voor de gidsen om de aftocht te blazen. We werden gesommeerd om met onze gevonden en gekochte stenen weer de bus in te gaan om escalatie te voorkomen. Uiteindelijk betekende dit het einde van ons hectische bezoek waarna we nog vriendelijk door de menigte werden uitgezwaaid alsof er niets was gebeurd. Onder de indruk van deze wonderlijke ervaring ging het stuk terug naar het dorp, waar men nog steeds niet kon lachen, en over de kuilenweg naar het vliegveld.
13
In de bus werden druk de vondsten uitgewisseld en nog lang nagepraat over dit bezoek aan een mijngebied waar we al zo veel over hadden gehoord en gelezen en nu zelf hebben gezien, of beter gezegd, ervaren. Toen we ’s-avonds terugkwamen in Arusha had een van de gidsen zijn Merelani mineralen in het barretje van het hotel voor de verkoop uitgestald waar we onder slecht licht nogmaals in de gelegenheid waren om tanzanieten, tsavorieten, diopsied, pyriet e.d. te kopen, maar dan van een veel betere kwaliteit dan in de mijn zelf. Ook hier werden weer een aantal mooie kristallen aangeschaft voor de diverse collecties. Al met al een bijzonder bezoek aan een uniek mijngebied dat we niet snel zullen vergeten. Mocht u dit zelf eens willen ervaren, dan kan dit via SEAMIC in Dar-es-Salaam. Zij organiseren gemsafari’s naar diverse vindplaatsen (Merelani, Morogoro, Winza, Umba, Mpwapwa e.a.) en combineren dit met de bijzondere natuur van Tanzania. Wij hebben dit ook gedaan via SEAMIC en kunnen ze van harte aanbevelen. Voor meer info zie: www.seamic.com of www.free-form.ch Referenties: - Tanzanite, the true story. Door Valerio Zancanella. 2004. - Mineralogical record. Vol. 40. nr. 5, okt 2009. “ Merelani, Tanzania”. - The geology and petrology of the Merelani tanzanite deposit, NE Tanzania. Door Bernard Olivier. 2006. Universiteit van Stellenbosch, Zuid Afrika Kopen, kopen? Tanzaniet en tsavoriet van lage kwaliteit aangeboden in de mijn. Foto. H. Heldner
14
e a p u l a o n y x i n i b d r r a b c c a d e n i d t o k s t o l u m i r r w i a o i r a e o a a r a t e o r r l g r a s i t k e i i a t v ul weer a een a nieuwe p opuzzel. e Als e uahet juiste s Hieronder vindt antwoord heeft, kunt u deze ginsturen r naar a
[email protected]. a a t t t t Op 18 april wordt dan
Puzzel
de winnaar/winnares getrokken uit de goede inzenders. De winnaar/winnares ontvangt een bicolor beryl cabochon (aquamarijn en gosheniet) van 3,65 ct. Veel puzzelplezier. Streep de woorden weg die in het rijtje naast de puzzel staan. Na afloop blijven een aantal letters ongebruikt. Deze vormen een nieuw woord. Dat woord is de oplossing van de puzzel.
t e i c s i r a v g
b a n a t a a s l r
e p i d o o t i a a
r u b e l i e t a n
y l c l a o d r r n i d u m i r a e o r r k e i p o e a a t
c n a t r o l i e t
n y b o r a g a a t
Goede antwoord van de puzzel die in Gemma 50 staat: rutiel De goede inzendingen kwamen van Bing-Hie Si, Hans Kok en Pieter Tavenier. Pieter Tavenier mocht de geslepen calciet mee naar huis nemen.
15
a x c k w a r t s t
agaat anataas beryl cordieriet epidoot granaat korund kwarts larimar natroliet onyx opaal robijn rubeliet varisciet
agaat anataas beryl cordieriet epidoot granaat korund
Het optisch teken van biaxiale mineralen Jaap Bos Inleiding Kubische en amorfe edelstenen (spinel, granaat, glas) hebben één brekingsindex en vertonen op de refractometer maar één schaduwlijn, die een constante aflezing heeft. Uniaxiale edelstenen (toermalijn, korund) hebben twee brekingsindices en we zien daarbij dus twee schaduwlijnen . Hierbij geeft de zogenaamde ‘normale straal’ een vaste refractometeraflezing. De zogenaamde ‘buitengewone straal’ geeft bij het roteren van de steen op de refractometer een variabele aflezing. Biaxiale mineralen (topaas, veldspaten, eigenlijk de meerderheid van de edelstenen) hebben drie brekingsindices, maar omdat de trillingsrichting van de drie bijbehorende stralen onderling loodrecht op elkaar staat zijn er slechts twee schaduwlijnen tegelijk op de refractometer zichtbaar. Deze drie brekingsindices zijn alle drie ‘buitengewoon’, dus hun refractometeraflezing zal variëren bij het roteren van de edelsteen op de refractometer. In een drietal artikelen (ref. 1, 2 en 3) is een uitgebreide beschrijving gegeven over het gedrag van de schaduwlijnen op een refractometer. De auteurs onderscheiden daarin acht verschillende patronen die in alle voorkomende gevallen er toe zouden moeten leiden dat de aard (isotroop, uniaxiaal of biaxiaal) van een mineraal correct kan worden bepaald. Met behulp van een polaroidfilter kan vrijwel altijd ook het optisch teken (plus of min) bepaald worden. Dit optisch teken kan een belangrijk determinatiecriterium zijn, bijvoorbeeld in het geval van het uniaxiale kwarts en skapoliet, die beide wat betreft de andere constanten een overlap vertonen. Ook de biaxiale mineralen amblygoniet en montebrasiet verschillen alleen in optisch teken van elkaar.
16
Het optisch teken Voor uniaxiale mineralen is het optisch teken als volgt gedefinieerd: als de brekingsindex met de numeriek laagste waarde behoort bij de normale straal (dus vaste refractometeraflezing), dan spreken wij van een optisch positief mineraal, is het echter de buitengewone straal (dus variabele refractometeraflezing) die de laagste brekingsindex heeft dan spreken wij van een optisch negatief mineraal. Nemen wij als voorbeeld het uniaxiale toermalijn, bij het ronddraaien van de steen op de refractometer zien wij in principe twee schaduwlijnen waarvan die met de hoogste brekingsindex (bijvoorbeeld RI=1.640) constant is en de variërende schaduwlijn, dus die van de buitengewone straal, de laagste waarde van RI=1.620 vertoont. Toermalijn is dus een uniaxiaal negatief mineraal. Hoe die buitengewone straal zich precies tijdens een rotatie beweegt, is afhankelijk van de positie van de optische as van een uniaxiaal kristal ten opzichte van het glas van de refractometer. Ligt die optische as parallel aan het horizontale vlak van de refractometer dan zal in een bepaalde positie de buitengewone straal samenvallen met de gewone straal en zien wij dus maar één schaduwlijn. Draaien wij de steen, dan zal de buitengewone straal weer zichtbaar worden en na 90 graden roteren van de ‘samenvallende’ positie zijn hoogste waarde (als het een optisch positief mineraal is) of zijn laagste waarde (als het een optisch negatief mineraal is) bereiken. Staat de optische as echter loodrecht op het refractometerglas dan is de situatie anders. Wij zien twee schaduwlijnen die beiden niet van plaats veranderen bij de rotatie van de steen. Omdat nu niet duidelijk is wat de normale en wat de buitengewone straal is, kan het optisch teken niet direct bepaald worden. In ref. 4 heb ik een methode aangegeven waarmee, met behulp van een polaroid waarvan de doorlaatrichting bekend is, die beslissing wel valt te maken. Bij biaxiale mineralen met zijn drie brekingsindices geldt: als de brekingsindex met de numeriek middelste waarde het dichtst bij die van de laagste brekingsindex ligt dan noemen wij het een optisch positief mineraal; ligt de middelste brekingsindex het dichtst bij de hoogste brekingsindex dan hebben wij te maken met een optisch negatief mineraal. De eerder in ref. 1 tot 3 genoemde artikelen beslaan in totaal 29 A4 bladzijden, dus teveel om in hier alle daarin behandelde onderwerpen te bespreken. In dit artikel ga ik het alleen maar hebben over het optische teken van biaxiale mineralen.
17
Het optische teken bij biaxiale mineralen Bij biaxiale mineralen kunnen wij de stralengang van de drie brekingsindices in een 3-dimensionaal figuur tonen, de zogenaamde optische indicatrix, een omwentelings-ellipsoïde met drie ongelijke assen. Die drie assen, X, Y en Z hebben een lengte die gelijk is aan respectievelijk de numeriek laagste brekingsindex α (alfa), de hoogste brekingsindex γ (gamma) en een tussen α en γ inliggende brekingsindex β (bèta). Tijdens het ronddraaien van een steen op de refractometer zal men dus in een bepaalde positie α vinden en in een andere positie γ. Op andere posities zal α een hogere brekingsindex vertonen (aangegeven door α’) en γ een lagere waarde (γ’). De hoogste brekingsindex die α’ vertoont en/of de laagste waarde van γ’ zal nu de tussenliggende brekingsindex β zijn. In ref. 5 worden de bewegingen van de schaduwlijnen bij rotatie uitgebreid in een aantal figuren behandeld. Maar dit ideale gedrag, dat zowel α’ als γ’ dezelfde waarde voor β opleveren, zal alleen voorkomen als een van de drie assenvlakken van de indicatrix, dus het XYvlak, het XZ-vlak of het YZ-vlak evenwijdig loopt aan het facet waaraan gemeten wordt. Liggen de indicatrix-vlakken niet evenwijdig aan een facetvlak dan is alleen als één van de twee stralen voorbij het punt halverwege de birefringence (γ- α) komt, het optisch teken nog te bepalen. Als dat niet het geval is dan zal óf α’ óf γ’ de goede waarde voor β bereiken, maar niet beiden. In de volgende figuur wordt dit verduidelijkt. Gedurende een rotatie van de steen op de refractometer bereikt de α’-straal een hoogste brekingsindex-waarde op plaats A, dat zou de gezochte waarde voor β kunnen zijn. Tijdens een andere positie van de rotatie bereikt de γ’-straal zijn laagste brekingsindex-waarde op de plaats G, ook een mogelijke waarde voor β.
18
Bij biaxiale kristallen zal dit vaak voorkomen, alleen als een gekleurd mineraal trichroïsme vertoont zal een lapidarist, om de beste kleur uit te laten komen, de steen zodanig slijpen dat een van de assenvlakken samenvalt met de tafel van de steen. Bij kleurloze of niet trichroïte stenen zal de oriëntatie meer willekeurig kunnen zijn en zal het tafelfacet in het algemeen niet evenwijdig lopen met een van de indicatrix-vlakken. Maar welke waarde voor β, die op plaats A of die op plaats G, moeten wij nu kiezen? In het bekende gemmologische handboek ‘Gems’ geeft Webster daarvoor een nogal eenvoudige oplossing; sommeer de waarden bij de plaatsen A en G, deel dit door twee en dat is de waarde voor β. De auteurs in ref. 1-3 maken hier terecht bezwaar tegen; je hebt twee mogelijke waarden voor β, één daar van is goed, de andere is fout, dus als je het gemiddelde van die twee waarden neemt dan weet je zeker dat je een uitkomst krijgt die fout is! In de bovengenoemde referenties wordt dan ook het voorbeeld genoemd dat je op deze manier een sinhaliet altijd zult determineren als zijnde een peridoot. Peridoot, een olivijnmengsel van fayaliet (Fe2SiO4) en forsteriet (Mg2SiO4) heeft een β die vrijwel halverwege tussen de α en de γ in ligt, maar sinhaliet (Mg{Al,Fe}BO4) heeft een β die zeer dicht tegen de γ-waarde aanligt. Heb je dus te maken met een sinhaliet, en refractometer-aflezingen als in de bovenstaande figuur, en middel je de waarden bij A en G, dan zal je altijd de steen foutief identificeren als : ‘deze steen is een peridoot’. De oplossing hiervoor is dat in ref. 1-3 gebruik is gemaakt voor computer-simulaties voor het gedrag van de schaduwlijnen van een biaxiaal mineraal met een willekeurige oriëntatie van de indicatrix ten opzichte van het refractometervlak. Hieruit kwam naar voren dat de positie van A of G die overeenkwam met de ‘ware’ positie van β altijd inhield dat de trillingsrichting van β evenwijdig is met het vlak van het refractometer-glas. Die evenwijdige positie wordt in de literatuur vaak aangeduid met East-West (EW), in tegenstelling tot de verticale richting ten opzichte van het refractometerglas (NZ, North South). Ik zal deze terminologie in de rest van dit artikel aanhouden. Dus als wij een polaroidfilter hebben waarvan wij de doorlaatrichting kennen, en wij plaatsen die in de EWpositie op het oculair van de refractometer, dan zijn er twee mogelijkheden: 1) wij roteren de steen in positie A (dus de hoogst bereikte positie van de α’- straal), zetten het polaroidfilter in de EW-positie en de hoogste brekingsindex-schaduwlijn γ’ verdwijnt, dan is de schaduwlijn van α’ in positie A blijkbaar horizontaal gepolariseerd, dus het geeft de juiste waarde van β aan;
19
2) als in 1), maar nu verdwijnt de schaduwlijn van de hoogste brekingsindex γ’ niet, maar de schaduwlijn van de laagste brekingsindex α’ verdwijnt, dus A is niet de goede plaats om de waarde voor β te bepalen, wij moeten nu de steen roteren tot positie G om de goede waarde voor β te vinden (en daar moet de schaduwlijn van de hoogste brekingsindex γ’ dus nu in de EW-richting gepolariseerd te zijn). In uitzonderlijke gevallen (de Y-as staat dan vrijwel loodrecht op het refractometerglas) kunnen beide schaduwlijnen zichtbaar blijven als het polaroid in de EW-richting geplaatst is. In het volgende figuur wordt dat geïllustreerd:
‘
Y‘
Y
In positie A, de plaats waar in ‘normale’ gevallen de waarde van β kan worden bepaald, zijn de trillingsrichtingen van α’ en γ’ niet exact evenwijdig en loodrecht op het refractometerglas, maar maken daarmee hoeken van respectievelijk 56 en 34 graden. Er zal dus van beide schaduwlijnen wat licht door een polaroid in de EW-richting kunnen komen, dus geen van de twee lijnen verdwijnt helemaal. In dit geval brengt meten op de G-positie uitkomst, daar zijn de trillingsrichtingen wel precies 0 en 90 graden. De polaroid in de EW-positie zal in positie G nu de schaduwlijn van γ’ laten verdwijnen. Maar omdat wij weten dat γ’ juist niet moet verdwijnen, indien de G-positie de plaats is waar de brekingsindex van β is af te lezen is het nu duidelijk dat de waarde van β op positie A dient te worden afgelezen (in dit geval dus β=1.688, niet de foutieve waarde 1.697).
20
Bepalen van de doorlaatrichting van de polaroid In referentie 4 wordt uitgelegd hoe met behulp van een spiegel de doorlaatrichting van een polaroid bepaald kan worden. Een wat nauwkeuriger methode is echter om gebruik te maken van een plat stukje toermalijn. Bij dergelijke toermalijnplakken staat de optische as loodrecht op het vlakke gedeelte van de steen. Zoals al eerder besproken zal je dan op de refractometer twee schaduwlijnen te zien krijgen die tijdens het roteren niet van plaats veranderen. Nu geldt bij uniaxiale mineralen dat de trillingsrichting van de ‘normale’ straal loodrecht op de optische as staat, terwijl de ‘buitengewone’ straal evenwijdig aan de optische as trilt. Bij toermalijn, dat optisch negatief is, is de straal met de numeriek hoogste brekingsindex dus de ‘normale’ straal en zal dus in de EW-richting trillen, terwijl de ‘buitengewone’ straal in de NZ-richting trilt. Roteren wij nu het polaroid zodanig dat de schaduwlijn met de laagste brekingsindex niet meer zichtbaar is dan bevindt de polaroid zich precies in de EWdoorlaatrichting en kan men die richting op het polaroid markeren. Een tweetal praktijktesten 1) Een steen die ik als amblygoniet gekocht heb geeft een α van 1.608 en een γ van 1.634 refractometer-eenheden. De hoogst gemeten α’=1.615, terwijl de laagst gemeten γ’=1.625. Van deze laatste twee waarden komt er geen voorbij het punt halverwege de birefringence (γ+α)/2=(1.634+1.608)/2=1.621 RIeenheden. Het optisch teken is dus hieruit niet te bepalen. Maar roteren wij de steen naar de A-positie, dus de plaats van de hoogste α’ en plaatsen wij het polaroidfilter in de EW-richting dan blijft de α’-schaduwlijn zichtbaar en de γ’-schaduwlijn verdwijnt. Dus α’ is op de positie A horizontaal gepolariseerd en geeft dus de goede waarde voor de brekingsindex β=1.615 aan. Omdat β dichter bij α ligt (verschil 0.007) dan bij γ (verschil 0.017) is de steen optisch positief en kan het dus geen amblygoniet zijn, maar moet ik het etiket veranderen in montebrasiet (ref. 6).
21
2) Een als kornerupien gekochte steen had een α=1.660 en een γ=1.673. De hoogste α’ was 1.664 terwijl de laagste γ’ 1.669 bedroeg. Op de A-plaats verdween de α’-schadwlijn met het EW-filter, dus dat was niet de plaats waar β gemeten kon worden. Op de G-plaats bleef de γ’-schaduwlijn zichtbaar met het EW-polaroid, dus β=1.669. Omdat deze waarde dichter bij γ dan bij α ligt hebben wij het hier dus met een optisch negatief mineraal te maken. Dat klopt goed voor kornerupien en helpt bovendien in de identificatie, omdat een aantal biaxiale mineralen met vrijwel dezelfde RI en SM (zoals enstatiet) optisch positief zijn. Conclusie Met behulp van een polaroid filter waarvan de doorlaatrichting bekend is, is het goed mogelijk het optisch teken van biaxiale mineralen te bepalen, mits de birefringence natuurlijk niet te klein is. REFERENTIES 1) A new approach to the teaching and use of the refractometer. Darko B. Sturman. The Journal of Gemmology Volume 32, No. 1-4 2010, blz. 74-89 2) Use of the polarizing filter on the refractometer in determinations of the optic sign or optic character of a gemstone. Darko B. Sturman and Duncan Parker, The Journal of Gemmology Volume 32, No. 1-4 2010, blz. 90-100 3) Use of the polarizing filter to improve observations on the shadow edges on the refractometer. . Darko B. Sturman and Duncan Parker, The Journal of Gemmology Volume 32, No. 1-4 2010, blz. 101-105 4) Uniaxiaal positief of negatief-een hulpmiddel. J. Bos. GEMMA 13 no 1 april 1997, blz 2-5 5) Edelsteinbestimmung mit gemmologischen geräten. Godehard Lenzen. Verlagsbuchhandlung Elisabeth Lenzen, Kirschweiler Duitsland, 1e druk blz.76-91. 6) Color Encyclopedea of Gemstones. Joel E. Arem. Van Nostrand Reinhold New York USA, 2e druk blz. 40.-41
22
Persberichten Records op veilingen Met de kerst in aantocht bieden de grote veilinghuizen veilingen aan met een hoeveelheid prachtige juwelen en edelstenen waar je U tegen zegt. Zo ging op dinsdag 15 november de 110-karaats gele Sun-Drop diamant over de toonbank voor het lieve sommetje van CHF 10 miljoen (ruim € 8 mln). In diezelfde veiling verwisselde een roze topaas van welgeteld 61,6 karaat van eigenaar voor CHF 206.500. De USD 3.600/ct is absoluut niet duur voor deze uitzonderlijk briljante en verzadigd gekleurde topaas. Woensdag 30 november verkocht Christies een diamanten broche met daarin een 26,2 karaats Kashmir saffier. De uiteindelijke verkoopprijs is de hoogste karaatprijs ooit voor een Kashmir betaald: USD 145.000 (totale prijs: USD 3,8 mln). In december ging ‘La Peregrina’ tijdens de Elizabeth Taylor veiling voor ruim € 9 mln van de hand. Dit is een recordbedrag voor een pareljuweel. Dit collier stamt uit de 16e eeuw en was een geschenk van haar 5e man Richard Burton voor Valentijnsdag. Het was ooit onderdeel van de Spaanse kroonjuwelen. Richard kocht het juweel destijds voor USD 37 duizend! CS
‘La Peregrina’
23
Beursagenda EERSTE halfjaar 2012 Februari 5 25 en 26 25 en 26
Hengelo, Hotel v.d. Valk, Mineralogica 2012 Den Haag, World Forum Convention Center, Churchillplein, NLC Beurs Antwerpen, België, IMRA
Maart 10 en 11 17 16 t/m 25 24 25 25
Rijswijk, Darling Market Zwijndrecht, Geode TEFAF, Internationale kunstbeurs met topjuweliers Hoevelaken, Koninginneweg 1, Intress Amsterdam, Borchlandhal, GEA-beurs Heerlen, Bureau Evenementen Mondriaan
April 9 15
Groningen, Het Kristal’ Mineralen en fossielen beurs Sporthal De Brug Eindhoven, De Lievendaal
Mei 5 en 6 6 11 en 12 20 28
Antwerpen, Minerant Heerlen, Corneliushuis Zwolle, IJsselhallen, Expo Mineraal Internationaal Venlo, Venlonazaal, Internationale mineralenbeurs Schoonhoven, Nationale Zilverdag
Juni 21t/m 24 21t/m 24
Frankrijk, Ste Marie aux mines. 49e Mineral & Gem show Frankrijk, Colmar, Colmar Expo, Euromineral & Eurogem
24
Colofon GEMMA is een zelfstandige vereniging Bestuur: Dr A.R. (Tom) Peters, voorzitter en penningmeester William Wold, secretaris en vice-voorzitter adres: De Protter 2, 8502 DG Joure, t:06-229 55 845,
[email protected] Kvk Amsterdam: 53037944 ING-rekening nummer: 4751736 ten name van: Vereniging Gemma, Amsterdam
Redactie: Jaap Bos Leone Langeslag Cyntha Smits redactieadres: Groot Hertoginnelaan 36, 1405 EE Bussum tel. 035-6951422, e-mail:
[email protected] Vormgeving: Peter Slootweg
Lapidee Gemmologische apparatuur Lapidee is een begrip in Den Haag als hoogwaardig edelsmid, Edelsteenkundige en juwelier. Wij leveren nu ook gemmologische apparauur zoals: Refractometers, Microscopen, Dichroscopen, Polariscopen, Diamanttesters.
Beeklaan 33 2562 AA Den Haag 070 345 5436 www.lapidee.nl
25
UNIVERSAL GEMSTONE Gespecialiseerd in geslepen en ruwe edelstenen uit Tanzania
Tanzaniet, Tsavoriet, Robijn, Saffier, Spinel, Diopsied, Maansteen, Zonnesteen Rhodoliet, Spessartien, Ioliet, e.v.a. Joyce van Dronkelaar-Kessy Transportweg 12 4501 PS Oostburg Tel. 0117 - 453 168
www.universal-gemstone.com