In deze nieuwsbrief een impressie van een aantal Nederlandse en Belgische bijdragen aan het EBMT 2014 in Milaan Ben je geïnteresseerd in het onderwerp dan kun je via het bijgevoegde mailadres contact opnemen voor meer informatie Poster van Carla Engelman en Marloes van Gent
Kennisoverdracht over afereses in een demonstratiecentrum. Met ongeveer 550 afereses per jaar, waaronder autologe PBSC, allogene PBSC, Plasmafereses, Rode Bloedcelwisselingen en Leucodepleties hebben we veel kennis en ervaring opgedaan. Er vindt interne en externe kennisoverdracht plaats naar interne en externe(aferese) collega’s op diverse manieren. Eén van die manieren is een demonstratie van een aferesemachine in werking. Door het delen van kennis en het overbrengen van praktische vaardigheden worden samenwerkingsverbanden aangehaald. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van donor-,en patiëntenzorg op de aferese unit, niet alleen in het Erasmus MC, maar ook op andere aferese units in Nederland.
[email protected] ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------EBMT Milaan 31 maart 2014 Dilemmas in pediatric stem cell transplantation: an overview of moral deliberation as a model to improve care Op maandag 31 maart hielden Corine de Jong en Miranda van Harmelen, werkzaam op de afdeling kinderhematologie van het LUMC, een presentatie over het moreel beraad. Sinds oktober 2009 wordt er op de afdeling kinderhematologie maandelijks een moreel beraad gehouden onder leiding van een ethicus. Hierbij worden multidisciplinair diverse ethische dilemma’s besproken. Tijdens de presentatie zijn de ervaringen die hiermee op de afdeling zijn opgedaan gedeeld.
[email protected]
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Poster Dirk Berckmans
De poster “MONOCYTAPHERESIS FOR PRODUCTION OF DENDRITIC CELL VACCINES; A COMPARISON BETWEEN SPECTRA OPTIA® AND COBE SPECTRA® APHERESIS SYSTEMS” is gemaakt op basis van een vergelijking van MNC-collecties uitgevoerd op Cobe Spectra toestellen (125) en MNC-collecties uitgevoerd op Spectra Optia (42) toestellen. Bij niet gemobiliseerde patiënten is vanwege het lage aantal WBC, de interface afstellen niet altijd eenvoudig maar wel belangrijk voor een optimale collectie. Spectra Optia gebruikt een automatisch interface controlesysteem (AIM) terwijl Cobe Spectra een manueel gestuurde besturing heeft. Beide toestellen leveren in één procedure een eindproduct geschikt voor gebruik in de verwerking tot tumorvaccin. De zuiverheidsgraad van het product afgeleverd door Spectra Optia is hoger in een kleiner volume, met minder RBC, granulocyten en bloedplaatjes. Hierdoor is er een duidelijk lagere verlies aan bloedplaatjes bij de patiënt tijdens de afereseprocedure. Deze poster kwam tot stand in samenwerking met Prof. Daan Dierickx en Richard Smith (TerumoBCT).
[email protected] ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Begin 2012 is een literatuurwerkgroep gestart met verpleegkundigen van de hemaferese 5-zuid en a2/b2. Gezamenlijk hebben zij literatuuronderzoek verricht naar de invloed van cryotherapie op reductie van ernst en duur van orale mucositis. In de zomer van 2013 is de interventie geïmplementeerd op de klinische afdelingen en heeft de organisatie van het EBMT het abstract aangenomen voor een posterpresentatie. Aandacht voor het onderwerp in Milaan heeft geresulteerd in een publicatie in een Brits vakblad, Treatment Strategies, Blood and Marrow transplantation, Volume 1 issue 1. Leonie Ottevanger
[email protected]
-------------------------------------------------------------------------Poster Keeping our heamatology nurses happy.
In tijden dat de zorg steeds complexer en intensiever wordt, hoe houd je dan aandacht voor je team verpleegkundigen? Op de afdeling hematologie en oncologie in het AMC werd er opgemerkt dat er steeds minder tijd was voor besprekingen zoals intervisie en werkbesprekingen. Dit had effect op de onderlinge communicatie bij de verpleegkundigen. Er is een literatuurstudie gehouden om na te gaan wat voor interventies wij kunnen inzetten om het team 'happy' te houden en in gesprek met elkaar te blijven. Hier kwam als twee grote punten naar voren dat samenwerking en stress een grote invloed hebben op de tevredenheid van een medewerker. Het vaste medewerkersoverleg (VMO) hebben wij opnieuw geïntroduceerd en iedere 2 maanden plaats laten vinden. Hierin gingen we samen met het team brainstormen over onderwerpen die erg leefde in het team en samen nadenken over oplossingen. Hier werden afspraken over gemaakt en geëvalueerd. Na ongeveer een jaar zijn er enquêtes verspreid onder de verpleegkundigen. Hieruit bleek dat de verpleegkundigen tevreden zijn en graag op de afdeling werken. Het VMO had een positieve invloed op de communicatie op de afdeling. Stress werd nog wel ervaren. De afdeling gaat nu verder met de resultaten van de enquêtes.
Rosa Veldhoen-Tijben
[email protected] ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Poster. Een overzicht van de centrale rol van de verpleegkundig specialist tijdens het autologe stamceltraject vanaf de mobilisatiekuur tot 3 maanden na autologe SCT.
De data van 41 patiënten zijn verzameld. Gekeken is oa naar de bijwerkingen, de WHO score tot 3 maanden na autologe SCT, het aantal poliklinische en telefonische consulten bij de verpleegkundig specialist. De conclusie is dat gestructureerde en gestandaardiseerde zorg gedurende het autologe stamceltransplantatietraject, door de verpleegkundig specialist, veilig kan worden uitgevoerd en kan bijdragen tot verbetering van continuïteit van zorg. Mirjam Oudshoorn
[email protected] --------------------------------------------------------------------------------------------------
Onder deze titel heb ik verteld over ons kwalitatief onderzoek naar de problemen en behoefte aan e steun van patiënten in het 1 jaar na een Allo SCT. Uit de interviews met patiënten kwam naar voren dat de patiënten een “common pathway” van 5 fasen hadden doorlopen: 1) overleven; 2) incasseren; 3) herwinnen van controle; 4) start van herstel; 5) terugkijken. De duur van de fases verschilde per patiënt en werd vooral bepaald door de ernst en duur van GVHD en vermoeidheid. De behoefte aan ondersteuning verschilde per fase. Deze studie biedt ons aanknopingspunten voor het beter afstemmen van onze zorg op de patiënt, namelijk door rekening te houden met de fase van herstel waarin de patiënt zich bevindt. Erica Witkamp, Erasmus MC Kanker Instituut
[email protected] -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Poster. De jongerenbox is een instrument om belevingsgerichte ervaringen te brengen over de ziekte en om de communicatie tussen de jongeren en hulpverleners/omgeving te optimaliseren.
Marijke Quaghebeur
[email protected]
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Presentatie door Johan De Munter (verpleegkundig consulenten hematologie/SCT volwassen) en Sophie Van Lancker, (hemato/onco /SCT op pediatrie) Gent. Opstarten van transitiezorg bij SCT patiënten die boven de 18 jaar zijn.
Na het aanschrijven van deze post SCT jongeren (SCT gekregen tijdens hun kinderjaren) werd hen de vraag gesteld of ze hun follow up verder op de volwassenen afdeling wilden verder zetten. Zowel artsen, verpleegkundigen als psychologen werden gebriefd en als patiënt het wilde, werd een laatste consult geboekt op pediatrie om nadien verder op de volwassen afdeling gevolgd te worden. Ondertussen loopt dit goed en doet de verpleegkundige consulent eerst een verpleegkundig spreekuur (al dan niet samen met de psycholoog) alvorens deze gezien worden door de arts.