GemeenteWATERLAND
Datum
:
Kenmerk
:
Behandeld door
:
Doorkiesnummer
:
Bijlagen
:
Uw bief Ik111
:
26 februari 2013 in12.04399/in13.00532 Lindy Pos-Wolhoff (0299) 658 551 2 5 oktober 2012/ 16 januari 2013
Uw kenmerk In uw antwoord graag datum en kenmerk vermelden.
Stadhouders Advocaten t.a.v. de heer mr. C.P. Mesker Postbus 14028 3508 SB UTRECHT
onderwerp: beslissing op bezwaarschrift bezuiniging
Geachte heer Mesker, Op 8 oktober 2012 hebben wij uw bezwaarschrift ontvangen, waarin u namens Stichting Openbare Bibliotheek Waterland, hierna: "SOBW", bezwaar maakt tegen ons besluit zoals dat aan SOBW bekend is gemaakt per brief van 20 september 2012 aangaande de subsidieverlaging voor 2013 en subsidiebeëindiging voor 2014. Het bezwaar richtte zich tegen het vooruitzicht om de subsidie in 2013 te verlagen niet € 49.260,00 ten opzichte van de subsidie 2012, de subsidie te beëindigen per 2014 en de aankondiging van het voornemen om uit de basisbibliotheek te treden. Daarnaast hebben wij op 18 januari 2013 een bezwaarschrift van u ontvangen tegen ons besluit zoals aan SOBW bekend is gemaakt per brief van 20 december 2012 aangaande de subsidieverlening voor 2013. Het bezwaarschrift richtte zich tegen de gedeeltelijke weigering van de subsidieaanvraag van de SOBW voor 2013. In deze brief leest u onze beslissing naar aanleiding van uw bezwaarschrift en de motivering daarvoor.
Behandeling van uw bezwaren namens SOBW Wij behandelen ieder bezwaar met grote aandacht. Zo hebben de bezwaren van de SOBW geleid tot een hoorzitting. Die vond plaats op 28 januari 2013. Van deze hoorzitting is een verslag gemaakt. Verder heeft de adviescommissie voor de bezwaarschriften een gemotiveerd advies uitgebracht. Het verslag van de hoorzitting en het advies van de bezwarencommissie treft u bijgevoegd aan.
Onze beslissing Wij hebben besloten om de bezwaren van de SOBW in behandeling te nemen. Ook is besloten dat de bezwaren geen aanleiding vormen om de besluiten, waartegen bezwaar is gemaakt, te herroepen. De bezwaren zijn dus ongegrond en onze besluiten tot verlaging van de subsidie per 2013 en beëindiging per 2014 zoals aan de SOBW bekend zijn gemaakt per brief van 20 september 2012 en de beschikking tot subsidieverlening voor 2013 zoals aan SOBW bekend is gemaakt per brief van 20 december 2012 blijven in stand.
Postbus 1000 11140 BA Monnickendam Bezoekadres Pierebaan 3 Monnickendarn 1 T. 0299- 658 585 1 F. 0299 - 658 599 E.
[email protected] 1 W. www.waterland.n1 1 Rabobank 34.28.79.200 1 BNG 28.50.33.298
Pagina 1 van 6
Onze motivering Wij hebben ingestemd met het advies van de adviescommissie voor bezwaarschriften en de daarin gegeven motivering. Dit advies met de motivering wordt door ons overgenomen en maakt deel uit van deze beslissing op bezwaar. In aanvulling op het advies van de adviescommissie voor bezwaarschriften merken wij ter nadere motivering van deze beslissing op bezwaar het volgende op.
Wettelijk kader Het toepasselijke juridisch kader ten aanzien van de (gedeeltelijke) subsidiebeëindiging is als volgt: •
Ingevolge artikel 4:51, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschiedt, indien aan een subsidieontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, slechts met inachtneming van een redelijke termijn.
•
Ingevolge het tweede lid wordt, voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, de subsidie voor het resterende deel van die termijn verleend, zo nodig in afwijking van artikel 4:25, tweede lid.
Het toepasselijke juridische kader ten aanzien van de subsidieverlening is als volgt: •
Ingevolge artikel 4:29 van de Awb kan, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.
•
Ingevolge artikel 4:30, eerste lid, van de Awb bevat de beschikking tot subsidieverlening een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.
•
Ingevolge artikel 4:31, eerste lid, van de Awb vermeldt de beschikking tot subsidieverlening het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.
•
Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Waterland 2006 - voor zover hier van belang - vindt subsidiëring van activiteiten slechts plaats voor zover deze in voldoende mate in het algemeen belang van de gemeente worden geacht, passen binnen het door de gemeenteraad geformuleerde beleid en die door de gemeenteraad als subsidiabel zijn aangemerkt.
•
Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Waterland 2006 kan de subsidie, behoudens het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet, worden geweigerd als er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager en/of de activiteiten niet voldoen aan het bepaalde in artikel 6 of de beleidsregels bedoeld in artikel 7.
Besluitvorming De brief van 20 september 2012, waarin wij de SOBW hebben meegedeeld dat de subsidie voor het jaar 2013 met een bedrag van € 49.260,00 zal worden verlaagd tot een bedrag van € 306.964,00 en waarin wij de SOBW hebben meegedeeld voornemens te zijn per 2014 uit de Basisbibliotheek te treden en de subsidieverlening per 2014 volledig te beëindigen, merken wij op grond van vaste jurisprudentie (onder meer .ABRS 24 april 2002, UN: AE1842) aan als een beëindigingbesluit als bedoeld in artikel 4:51 van de Awb. Hoewel hierin slechts wordt gesproken van een voornemen, zoals de adviescommissie voor bezwaarschriften in het advies heeft geconstateerd, betreft deze brief een daadwerkelijk op rechtsgevolg gericht beëindigingsbesluit waartegen rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld.
Pagina 2 van 6
Aan de in deze brief opgenomen toezegging om overleg te voeren over de gevolgen van de uittreding hebben wij reeds voorafgaand aan de brief, maar ook daarna, uitvoering gegeven. Bij besluit van 20 december 2012 hebben wij de subsidieaanvraag voor 2013 gedeeltelijk geweigerd en aan de SOBW voor het jaar 2013 een subsidie verleend ter hoogte van € 306.964,00. Dit besluit merken wij aan als een subsidieverleningsbesluit als bedoeld in artikel 4:29 van de Awb. U heeft deze besluiten ook zo opgevat.
Beoordeling bezwaren Artikel 1 ib van de Wet op het apecifiek cultuurbeleid (Wn.) Namens de SOBW heeft u in bezwaar aangevoerd dat wij op grond van artikel 11b van de Wsc gehouden zijn om het bibliotheekwerk conform het zogeheten instapniveau te subsidiëren. De adviescommissie van bezwaarschriften heeft hierover reeds opgemerkt dat artikel 11b van de Wsc niet ziet op de bekostiging van een plaatselijke bibliotheekvoorziening, maar ziet op de verplichting voor de deelname in een netwerk te zorgen. Aan die verplichting hebben wij volgens de adviescommissie voor bezwaarschriften voldaan. In aanvulling daarop merken wij volledigheidshalve op dat de Wsc pas in werking treedt op het moment dat de gemeente besluit het (lokale) bibliotheekwerk te subsidiëren. Nu wij daartoe lang geleden hebben besloten, gaan wij ervan uit dat de Wsc in dit geval toepasselijk is. De gemeente is echter niet verplicht om op basis van artikel 11b van de Wsc het (lokale) bibliotheekwerk, al dan niet conform het instapniveau, te bekostigen en in stand te houden. Dat is immers niet de bedoeling geweest van deze bepaling, zoals blijkt uit de geschiedenis van totstandkoming daarvan (Kamerstukken Tweede Kamer 1992-1993, 23315, nr. 3) en zoals tevens blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Arnhem van 1 november 2011, UN: BU9067.
Landelijke en gemeentelijke aforaken Namens de SOBW heeft u in bezwaar aangevoerd dat wij op grond van de landelijk gemaakte afspraken, waaronder het Koepelconvenant herstructurering openbare bibliotheekwerk, de Aanvulling op het koepelconvenant en de Bibliotheekcharter 2010-2012, gehouden zijn om het bibliotheekwerk conform het instapniveau te bekostigen. De adviescommissie voor bezwaarschriften heeft daarover al opgemerkt dat de afspraken die de VNG landelijk als behartiger van de belangen van de gemeenten heeft gemaakt, niet afdoen aan de zelfstandige bevoegdheden die de gemeenten toekomen op grond van organieke en bijzondere wetten. In aanvulling daarop merken wij op dat de afzonderlijke gemeenten niet gebonden zijn aan de afspraken die de VNG landelijk heeft gemaakt. Wij zijn immers geen partij geweest bij het maken van de betreffende afspraken en de VNG kan de afzonderlijke gemeenten juridisch niet binden. Daarbij komt nog dat de landelijke afspraken geen van alle betrekking hebben op het in geding zijnde subsidietijdvak, te weten de jaren 2013 en 2014. Er zijn evenmin concrete gemeentelijke afspraken gemaakt waarin wij ons jegens de SOBW hebben vastgelegd om de subsidiëring van het bibliotheekwerk conform het (geïndexeerde) instapniveau voor onbepaalde tijd te continueren. Hoewel wij - in het kader van de vorming en instandhouding van de Basisbibliotheek - aanvankelijk voor de jaarlijkse subsidiëring hebben aangesloten bij het instapniveau, zoals ook blijkt uit het Fusiedocument uit 2005, het document Quo Vadis uit 2011 en de samenwerkingsovereenkomst, hebben wij met de SOBW nooit concrete, juridische bindende afspraken gemaakt. Het document Quo Vadis uit 2011 betreft slechts de vastlegging van een gemeenschappelijke visie op de toekomst van het bibliotheek-werk binnen de betrokken gemeenten. Met het enige document dat ons juridisch zou kunnen binden, de samenwerkingsovereenkomst, hebben wij nooit door middel van ondertekening ingestemd. Ook hebben wij jegens de SOBW geen concrete toezeggingen gedaan.
Pagina 3 van 6
Belangenafweging Namens de SOBW heeft u in bezwaar aangevoerd dat wij geen evenredige belangenafweging hebben gemaakt, nu wij geen rekening hebben gehouden met de onevenredige gevolgen die de verlaging van de subsidie in 2013 en de beëindiging per 2014 met zich brengt en onvoldoende rekening hebben gehouden met de andere betrokken gemeenten. Wij volgen u hierin niet. Nu een wettelijke plicht tot bekostiging van het bibliotheekwerk ontbreekt, komt aan ons bij het besluit tot verlaging en beëindiging van de subsidie beleidsvrijheid toe. De noodzaak tot bezuinigen, betreft een zwaarwegend belang aan de kant van de gemeente. Wij hebben dit belang in redelijkheid zwaarder kunnen laten wegen dan de belangen van de SOBW en die van de andere betrokken gemeenten. Wij vinden dat wij bij onze besluitvorming de belangen van de SOBW en die van de andere betrokken gemeenten voldoende in acht hebben genomen en dat wij zorgvuldig hebben gehandeld. Wij hebben immers al vanaf februari 2012 op actieve wijze door middel van e-mailwisselingen en bestuurlijke, ambtelijke en portefeuillehoudersoverleggen getracht om te komen tot oplossingen en tot een invulling van de bezuinigingen, zodat de Basisbibliotheek ook binnen deze gemeente in stand zou kunnen worden gehouden. Vanwege een gebrek aan voldoende medewerking van de zijde van de andere gemeenten en van de SOBW heeft dat overleg evenwel niet tot enig resultaat geleid. Door de verlaging van de subsidie per 1 januari 2013 zullen de andere betrokken gemeenten noch de SOBW naar verwachting substantieel worden geraakt. De bezuiniging moet immers - in ieder geval voor een groot gedeelte - kunnen worden gerealiseerd door het terugbrengen van de openingsuren van de genoemde bibliotheekvestigingen en het verminderen van de uitgaven voor de aanschaf van collectie en media, zodat voor de andere betrokken gemeenten noch de SOBW in financieel opzicht geen nadelige gevolgen worden verwacht. Dit blijkt ook uit het feit dat de SOBW in staat is gebleken de begroting voor 2013 sluitend te maken. De beëindiging van de subsidie per 1 januari 2014 zal grotere gevolgen hebben, nu wij daardoor niet langer zullen bijdragen in de kosten van de gezamenlijke backoffice, waardoor deze kosten voor rekening van de andere betrokken gemeenten zullen komen. Dit maakt evenwel niet dat, na afweging van de betrokken belangen, subsidiebeëindiging per 2014 achterwege zou moeten blijven. De betrokken gemeenten hebben immers meer dan een jaar de tijd om hiermee rekening te houden en ofwel de verhoging van de bijdrage per gemeente voor lief te nemen ofwel alsnog te besluiten om te bezuinigen op de gezamenlijke backoffice. Het is aan de betreffende gemeenten om op dat punt keuzes te maken. De adviescommissie voor bezwaarschriften heeft in het advies al vastgesteld dat niet is gebleken dat door de verlaging van de subsidie in 2013 een verlies van certificering tot gevolg zal hebben. In september 2012 is immers een certificering afgegeven die voor de komende twee jaar geldt.
Gewijzigde inzichten en veranderde omstandigheden Als gevolg van een teruggang in de jaarlijkse algemene rijksuitkering en als gevolg van de economische crisis waardoor voor de gemeente onder meer de inkomsten uit bouwleges zijn afgenomen is de financiële situatie van de gemeente Waterland zodanig dat er een bedrag van in totaal € 1 miljoen per jaar moet worden bezuinigd. Dit heeft bij de gemeente tot een herbezinning op haar taken geleid door middel van een kerntakendiscussie. De gemeente heeft vervolgens gekeken naar de wettelijke taken en de nietwettelijke taken. Bezuinigingen kunnen immers alleen plaatsvinden bij niet-wettelijke taken. Op alle beleidsterreinen is vervolgens besloten tot bezuinigingen. Op het gebied van welzijn, waartoe het bibliotheekwerk behoort, is vrijwel alleen maar sprake van niet-wettelijke taken en dient in totaal ongeveer € 350.00,00 bezuinigd te worden. De gemeenteraad heeft beslist dat er op de Wmo, het onderwijs, het minimabeleid en kleine subsidies niet mag worden bezuinigd, zodat aan bezuinigen op de Bibliotheek, een grote subsidieontvanger op welzijnsgebied, niet kan worden ontkomen.
Pagina 4 van 6
Wij zijn van mening dat hiermee voldoende is onderbouwd dat er sprake is van veranderde omstandigheden leidende tot gewijzigde inzichten die zich tegen (ongewijzigde) voortzetting van de subsidie verzetten. De adviescommissie voor bezwaarschriften heeft dit in haar advies onderschreven.
Redelijke termijn en frictiekosten Het eerste signaal dat er in de toekomst bezuinigd zou worden op het bibliotheekwerk hebben wij, zo heeft de adviescommissie voor bezwaarschriften ook geoordeeld, afgegeven in het besluit tot subsidieverlening van 11 november 2010. Verder heeft er, vooral in de eerst helft van 2012, veelvuldig e-mailcontact plaatsgevonden tussen de gemeente en de directeur van de SOBW over de financiering van het bibliotheekwerk in het kader van de aanstaande bezuinigingen. De adviescommissie voor bezwaarschriften heeft vastgesteld dat het de SOBW in ieder geval toen op 28 juni 2012 door de gemeenteraad het Addendum op het coalitieakkoord werd aangenomen, waaruit bleek dat de SOBW in de periode tot en met 2014 € 175.000,00 zou moeten gaan bezuinigen, duidelijk moest zijn dat er bezuinigd zou worden en dat er gevolgen voor de subsidiëring zouden zijn. Vanaf dat moment is derhalve de redelijke termijn aangevangen. Deze redelijke termijn is in ieder geval aangevangen op het moment van het nemen van het beCindigingsbesluit op 20 september 2012. De termijn tot de subsidieverlaging per 2013 bedraagt derhalve drie tot vijf maanden. De adviescommissie voor bezwaarschriften heeft deze termijn voldoende geacht, nu de SOBW in staat is gebleken tijdig haar begroting voor 2013 bij te stellen en om de bezuinigingen op een behoorlijke wijze op te vangen. Voor het subsidietijdvak 2014 bedraagt de redelijke termijn, een periode van 15 tot 18 maanden. Ook deze termijn heeft de adviescommissie voor bezwaarschriften redelijk geacht, vooral nu er al ruim voor de aanvang van deze termijn signalen zijn geweest waaruit de SOBW had kunnen opmaken dat er bezuinigingen zouden plaatsvinden en de subsidie niet (ongewijzigd) voortgezet zou worden. De adviescommissie voor bezwaarschriften acht deze termijn voldoende om onder meer herplaatsing van het personeel te realiseren. In aanvulling hierop merken wij nog op dat wij aanvankelijk voornemens waren om slechts een bedrag van € 175.000,00 te bezuinigen op het bibliotheekwerk, waardoor het beschikbare subsidiebedrag in 2014 uiteindelijk zou worden gehalveerd en er derhalve slechts sprake zou zijn geweest van een gedeeltelijke beëindiging en niet van een volledige beëindiging. Dat wij alsnog hebben besloten de subsidie per 2014 volledig te beëindigen, is uitsluitend het gevolg van het feit dat de SOBW heeft meegedeeld de bezuiniging die wij voorstaan niet te kunnen realiseren. Wij kunnen daarom niet volledig voor de beëindiging van de subsidie per 2014 verantwoordelijk worden gehouden, nu de bibliotheek daaraan ook deel heeft gehad. Omdat er zowel ten aanzien van de subsidieverlaging per 2013 als ten aanzien van de subsidiebeëindiging per 2014 een redelijke termijn in acht is genomen, zijn wij niet gehouden tot vergoeding van frictiekosten. Wij zien dan .00k geen aanleiding om te voldoen aan het verzoek van de SOBW om vergoeding van frictiekos ten. Overigens merken wij nog op dat de SOBW de door haar gestelde frictiekosten onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt doordat deze onvoldoende zijn gespecificeerd dan wel onvoldoende (met stukken) zijn onderbouwd. Indien de SOBW meent dat er frictiekosten vergoed moeten worden, dan is het aan de SOBW om deze kosten inzichtelijk te maken en de daarvoor benodigde gegevens aan te leveren. Daarnaast is op dit moment nog onvoldoende duidelijk of en tot welke hoogte er frictiekosten zullen ontstaan door de subsidiebeëindiging per 2014, zoals de adviescommissie voor bezwaarschriften heeft geoordeeld. Ook daarom bestaat er geen aanleiding voor vergoeding van frictiekosten.
Beslissing op bezwaar vaststelling subsidieplafond Op 27 november 2012 is bij de gemeenteraad uw bezwaarschrift namens SOBW binnen gekomen tegen het vaststellen van het subsidieplafond in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 1 november 2012. De behandeling van dit bezwaar heeft tegelijkertijd plaatsgevonden met de bezwaren die bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend. Wij verwijzen u dan ook naar het advies van de bezwarencornmissie en het verslag van de hoorzitting. Het advies van de bezwarencommissie wordt voor besluitvorming op 14 maart 2013 aan de gemeenteraad
Pagina 5 van 6
voorgelegd. Wij verwachten dat de gemeenteraad op deze datum ook een beslissing zal nemen op uw bezwaarschrift. De beslissing op dit bezwaarschrift ontvangt u zo snel mogelijk daarna.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders,
D. Broere algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon burgemeester
Wilt u beroep instellen? Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u een beroepschrift sturen aan de Rechtbank in Haarlem. Dit geldt ook voor andere belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit. Het adres is: Rechtbank Haarlem (sector bestuursrecht), Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM. Zorgt u ervoor dat u het beroepschrift indient binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden. Schrijf in uw beroepschrift ten minste: • uw naam, adres en handtekening; • een omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt; • de reden waarom u beroep instelt. Na ontvangst van het beroepschrift geeft de rechtbank u informatie over de heffing van griffierecht. Wilt u een voorlopige voorziening treffen of de beschikking schorsen? Dit kun u vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem. Het adres staat hierboven genoemd. Het is verstandig een kopie van het ingestelde beroep bij uw verzoek te voegen. Digitaal beroep instellen? Dit kan met een DigiD inlogcode via www.loket.rechtspraak.nlibestuursrecht.
cc. J. Asselbergs, Stichting Openbare Bibliotheek Waterland, AbmaSchreurs advocaten
Pagina 6 van 6