In de Studiegids Onderwijs- en Examenregeling (St-OER) van je opleiding staat informatie over de inhoud, de vorm en de organisatie van de examens

Examenreglement mbo Rijn IJssel 2015-2016

Het examenreglement mbo van Rijn IJssel zorgt ervoor dat voor iedere student gelijke examenregels gelden en is onderdeel van de onderwijs- en examenregeling van alle beroepsopleidingen. Als we het hebben over je en jij, dan bedoelen we jou als student.

In de Studiegids Onderwijs- en Examenregeling (St-OER) van je opleiding staat informatie over de inhoud, de vorm en de organisatie van de examens.

Dit examenreglement kun je ook vinden op de website van Rijn IJssel: www.rijnijssel.nl en op N@Tschool.

Stichting Regionaal Opleidingencentrum Arnhem Rijn IJssel Postbus 5162 6802 ED Arnhem 026 3129000 [email protected]

Kvk nr.: 41053084

College van Bestuur: De heer drs. B.G.M. Geerdink, voorzitter Mevrouw drs. C.G.W.G. Oirbons, lid

Ingangsdatum: 1 augustus 2015

15-0385 – Hiermee vervalt de vorige versie met kenmerk 15-0219 zoals vastgesteld door het college van bestuur op 18 juni 2015 met instemming van de Ondernemingsraad (d.d. 17 september 2015) en Studentenraad (d.d. 3 november 2015). 15-0385 - Besluit CvB d.d. 9 december 2015, instemming Ondernemingsraad op 27 januari 2016 en Studentenraad op 19 januari 2016.

15-0385 examenreglement MBO Rijn IJssel 2015-2016 vg CvB d.d. 091215 instemming OR 270116 en StuRa 190116

Inhoudsopgave

Inhoud

Artikel 1

Algemene bepalingen ............................................................................................. 3

Artikel 2

De examenorganisatie ............................................................................................ 4

Artikel 3

De regeling van de examens ................................................................................... 7

Artikel 4

Generieke examens Nederlandse taal, rekenen en Engels......................................... 11

Artikel 5

Uitslag, herkansing, diplomering en inzage ............................................................. 14

Artikel 6

Bezwaar en beroep .............................................................................................. 21

Artikel 7

Slotbepalingen ..................................................................................................... 24

Bijlage 1

Begrippenlijst ...................................................................................................... 25

Bijlage 2

Adressenlijst ........................................................................................................ 29

Bijlage 3 Voorwaarden vrijstelling Generieke Examens ............................................................. 32 Vrijstelling Nederlandse taal ............................................................................................... 32 Vrijstelling van rekenen ..................................................................................................... 33 Vrijstelling van Engels ....................................................................................................... 34 Bijlage 4

Reglement behandeling Bezwaar door de examencommissie ................................... 36

Bijlage 5

Huishoudelijk reglement Commissie van Beroep voor de Examens ............................ 37

Bijlage 6

Resultatenoverzicht bij het diploma ....................................................................... 40

Bijlage 7

Regels voor aangepaste examinering Centrale Examens........................................... 41


2

Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begrippenlijst Bij dit reglement vind je een begrippenlijst. Hierin worden woorden en afkortingen die in het reglement staan, uitgelegd. De begrippenlijst is bijlage 1.

Artikel 1.2 Wet Educatie Beroepsonderwijs Dit examenreglement brengt artikel 7.4.8, leden 1, 2 en 5 van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) in praktijk.

Artikel 1.3 Geldigheid Dit examenreglement geldt voor alle examens van de beroepsopleidingen die Rijn IJssel verzorgt. Het reglement gaat in op 1 augustus 2015.

Artikel 1.4 Examencommissie Rijn IJssel kent een Centrale Examencommissie op instellingsniveau, een Examencommissie Generieke Examens en een examencommissie op clusterniveau. Als in dit document ‘examencommissie’ staat vermeld, wordt hiermee de examencommissie van het cluster bedoeld.

Artikel 1.5 Onderwijs en examenregeling Het centraal examenreglement van Rijn IJssel is een onderdeel van de Studiegids Onderwijs- en Examenregeling (de St-OER) van je opleiding. Het examenreglement kun je ook vinden in N@Tschool en op de website van Rijn IJssel.

Artikel 1.6 Toezicht door de Inspectie van het Onderwijs Er zijn wettelijke regels waaraan de examens en de organisatie van examens moeten voldoen. Deze wettelijke regels zijn vertaald naar ‘standaarden’. De Inspectie van het Onderwijs controleert of de examens en de organisatie van de examens aan deze standaarden voldoen. Dit doet de Inspectie van het Onderwijs in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voor verdere informatie over de onderwijsinspectie en de ‘standaarden’ word je verwezen naar de volgende website: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijssectoren/middelbaar-beroepsonderwijs.


3

Artikel 2 De examenorganisatie Artikel 2.1 Examencommissie Lid 1 Het college van bestuur stelt voor alle mbo-opleidingen binnen Rijn IJssel een Centrale Examencommissie in. De Centrale Examencommissie stelt jaarlijks per cluster een examencommissie in. Lid 2 De voorzitter van de Centrale Examencommissie zorgt voor de aanstelling van een secretaris en de overige leden van de Centrale Examencommissie en de aanstelling van de Examencommissie Generieke Examens. De voorzitter van de examencommissie zorgt in samenspraak met de directie van het cluster voor de aanstelling van een secretaris en de overige leden van de examencommissie.

Lid 3 De voorzitter van de Centrale Examencommissie regelt dat de Centrale Examencommissie minimaal één keer per twintig werkdagen bij elkaar komt om te vergaderen. De voorzitter van de Examencommissie Generieke Examens regelt dat de examencommissie minimaal één keer per twintig werkdagen bij elkaar komt om te vergaderen. De voorzitter van de examencommissie regelt dat de examencommissie minimaal één keer per tien werkdagen bij elkaar komt om te vergaderen. Lid 4 De Centrale Examencommissie, de examencommissies en de Examencommissie Generieke Examens maken een verslag van de vergaderingen. Het verslag vermeldt de datum van de vergadering, de aanwezigen, de uit te voeren besluiten/acties met de datum waarop die moeten zijn uitgevoerd en de naam van de persoon die de actie/het besluit moet uitvoeren.

Artikel 2.2 Taken van de examencommissie Lid 1 De examencommissie stelt de examenregelingen van de mbo-opleidingen vast die onder haar verantwoordelijkheid vallen. Lid 2 De examencommissie stelt alle examens vast voor de opleidingen waarvoor ze verantwoordelijk is. Examens die voldoen aan de standaarden van de inspectie worden vastgesteld. Alleen vastgestelde examens mogen worden afgenomen.


4

Lid 3 De examencommissie ziet erop toe dat instellings- en/of beroepsexamens op een goede manier worden afgenomen en beoordeeld. Lid 4 De Examencommissie Generieke Examens organiseert de planning en afname van de Centrale Examens Nederlandse taal (lezen en luisteren), rekenen en Engels (lezen en luisteren). Centrale Examens worden aangeboden op één centrale locatie onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie Generieke Examens. Het instellingsexamenbureau is belast met de uitvoering. Lid 5 De Centrale Examencommissie, Examencommissie Generieke Examens en examencommissies zien erop toe dat medewerkers, die betrokken zijn bij de examinering, deskundig zijn met betrekking tot examinering. Lid 6 De Centrale Examencommissie, de Examencommissie Generieke Examens en examencommissies bewaken de kwaliteit van de examens door het proces van examinering te evalueren bij studenten, medewerkers en het werkveld. Lid 7 De Centrale Examencommissie schrijft ieder jaar het jaarverslag examinering op basis van de evaluatierapporten van de examencommissies.

Artikel 2.3 Beoordelaars Lid 1 De examencommissie stelt per examen de beoordelaar(s) vast. Lid 2 Beoordelaars beoordelen de examens volgens de beoordelingsvoorschriften.

Artikel 2.4 Onregelmatigheden Lid 1 Tijdens het afleggen van een examen kunnen zich verschillende soorten onregelmatigheden voordoen: 1. Als student doe je iets wat volgens de regels niet mag; 2. Het examen wordt niet volgens de regels afgenomen; 3. Er is sprake van onvoorziene omstandigheden tijdens het examen. Een onregelmatigheid kan leiden tot een maatregel door de examencommissie.


5

Lid 2 De examencommissie bepaalt of er sprake is van een onregelmatigheid en neemt, indien noodzakelijk, maatregelen. Ze licht deze toe aan degene die de maatregel betreft. Lid 3 Maatregelen kunnen zijn: 1. Een waarschuwing; 2. Het ongeldig verklaren van de uitslag/beoordeling van het examen; 3. Een onvoldoende voor het examen; 4. Uitsluiting van deelname aan het examen; 5. Het opnieuw af laten nemen van een examen; 6. Een andere passende maatregel.

Lid 4 Voordat de examencommissie beoordeelt of een handeling en/of situatie aangemerkt kan worden als onregelmatigheid, informeert de examencommissie bij de student naar de situatie en ook bij degene die namens de school aanwezig was bij het examen. Tijdens de informatieronde kun jij je door een meerderjarig persoon laten bijstaan. Als je minderjarig bent, dan moet jij je laten bijstaan door je ouders of je wettelijke vertegenwoordigers. De examencommissie doet binnen 15 werkdagen, nadat zij beslist heeft dat er sprake is van een onregelmatigheid, uitspraak over de te treffen maatregel. De examencommissie doet verslag van haar bevindingen en van de uitspraak. Lid 5 Nadat de examencommissie heeft besloten dat er sprake was van een onregelmatigheid, neemt zij een besluit over de consequentie die zij hieraan verbindt. Deze consequentie kan één van de maatregelen in lid 3 zijn. Lid 6 Als de examencommissie besluit over te gaan tot het treffen van een maatregel, krijg je een brief waarin de maatregel staat. Wanneer je nog minderjarig bent, gaat deze brief ook naar je ouders of wettelijke vertegenwoordiger. Lid 7 De examencommissie houdt een register bij van alle gevallen van onregelmatigheid die zij behandeld heeft. De examencommissie bewaart ook alle noodzakelijke documenten die met de onregelmatigheden te maken hebben. Artikel 2.5 Geheimhouding Omdat examens geheim moeten blijven dien je de opgaven van het examen en je aantekeningen, etc. weer


6

in te leveren.

Artikel 3 De regeling van de examens Artikel 3.1 Informatie over onderwijs en examens Het college van bestuur van Rijn IJssel zorgt ervoor dat er tijdig, voor aanvang van de opleiding, een St-OER van een opleiding is. In de St-OER staat welke examens er zijn, wanneer of in welke periode de examens worden afgenomen en op welke wijze.

Artikel 3.2 Toegang en toelating Lid 1 Als je als student bij een opleiding van Rijn IJssel bent ingeschreven, mag je meedoen aan de examens van die opleiding. Als er sprake is van (aanvullende) voorwaarden, dan staan deze vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling. Lid 2 Als je alleen maar aan de examens wilt meedoen, kun jij je als examendeelnemer inschrijven. Inschrijving kan als je voldoet aan één van de volgende voorwaarden: 1. Het is maximaal twee studiejaren geleden dat je bij Rijn IJssel onderwijs gevolgd hebt, in de opleiding waarvoor je nog examens wilt doen, en bent uitgeschreven; 2. Je bent in het bezit van een ervaringscertificaat. Bij inschrijving als examendeelnemer worden de volgende kosten in rekening gebracht (deze kosten vind je op de examenovereenkomst): 

Inschrijvingskosten



Kosten per examen;

De examencommissie kan op basis van eerdere afspraken of in een specifieke situatie hiervan afwijken. Als je alleen examendeelnemer bent, heb je geen recht op onderwijs. Lid 3 Wanneer je aan een examen deelneemt, moet jij je altijd kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of vreemdelingendocument). Artikel 3.3 Vrijstelling Lid 1 Een vrijstelling voor examinering van een examen of examenonderdeel betekent dat je voor dit onderdeel geen examen hoeft te doen. Een vrijstelling kan worden toegekend, als je op onderdelen eerdere examens hebt gedaan en hiervoor het vereiste resultaat hebt behaald of over een toepasselijk ervaringscertificaat


7

beschikt. Je moet hiervan (originele) bewijsstukken kunnen overleggen. Een verzoek tot vrijstelling van een examen of examenonderdeel kun je alleen indienen bij de examencommissie. Lid 2 Als je denkt dat je een vrijstelling kunt krijgen, kan je het hiervoor bedoelde aanvraagformulier invullen. Op het formulier geef je aan voor welk examenonderdeel je vrijstelling aanvraagt. Ook moet je alle relevante bewijzen meesturen, zoals een gewaarmerkte kopie van een origineel diploma of (ervarings-)certificaat. Binnen vijftien werkdagen ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie waarin zij toelicht of de vrijstelling wel of niet wordt toegekend. Lid 3 Als je in aanmerking komt voor een vrijstelling, krijg je van de examencommissie een bewijs van vrijstelling. De bewijzen op grond waarvan de vrijstelling is verleend en de kopie van het bewijs van vrijstelling zijn een onderdeel van je examendossier. De verleende vrijstelling zal ook op je resultatenlijst verwerkt worden.

Artikel 3.4 Erkennen Verworven Competenties Lid 1 Als je een ervaringscertificaat hebt, kun je dit aanbieden aan de examencommissie van de opleiding waar het ervaringscertificaat bij hoort. Lid 2 Als je je ervaringscertificaat wilt aanbieden aan de examencommissie, schrijf je een brief aan de secretaris van de examencommissie met het verzoek tot ‘verzilvering’ van het ervaringscertificaat. Je vraagt daarmee of de examencommissie de erkenningen uit het ervaringscertificaat wil overnemen en op basis daarvan één of meerdere vrijstellingen, een diploma of een certificaat kan verstrekken. Voor de beoordeling van het ervaringscertificaat kan de examencommissie kosten in rekening brengen. Bij de brief voeg je een gewaarmerkte kopie van het ervaringscertificaat en een kopie van je ID-bewijs toe. Binnen vijftien werkdagen ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie waarin zij toelicht of zij de erkenning(en) uit het ervaringscertificaat wel of niet overneemt. Lid 3 Als de examencommissie de erkenning overneemt, krijg je van de examencommissie een diploma, certificaat of vrijstelling voor het betreffende examenonderdeel of de betreffende examenonderdelen.

Artikel 3.5 Aangepast examen Lid 1 Als je een beperking hebt, dan kan je om een aanpassing van het examen vragen. Je hebt dan een verklaring nodig van een indicatie-instantie, een bevoegd arts of een andere ter zake deskundige. In deze verklaring staat vermeld welke beperking je hebt en welke adviezen de examencommissie in acht moet nemen bij het organiseren van jouw examen.


8

Lid 2 Als je denkt in aanmerking te komen voor een aangepast examen, vul je het aanvraagformulier ‘aangepast examen’ in en stuur je dit uiterlijk vijftien lesweken voorafgaand aan het examen, aan de secretaris van de examencommissie. Bij de brief voeg je de verklaring van de deskundige of indicatie-instantie, waaruit blijkt dat je een (tijdelijke) beperking hebt. Binnen vijftien werkdagen ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie waarin zij toelicht of je wel of geen aangepast examen mag doen. Lid 3 Als je in aanmerking komt voor aangepaste examinering, krijg je hiervan een schriftelijk bewijs van de examencommissie. Lid 4 Het niveau en het doel van het aangepaste examen mogen niet anders zijn dan het niveau en het doel van het eigenlijke examen. Lid 5 De examencommissie stelt de vereiste aanpassing voor het examen vast.

Artikel 3.6 Aanmelden voor een examen In de onderwijs- en examenregeling van jouw opleiding staat hoe aanmelding en/of inschrijving voor een examen plaatsvindt.

Artikel 3.7 Op tijd aanwezig zijn Als je examen doet, moet je vijftien minuten voordat het examen begint aanwezig zijn. Dit geldt niet als er iets anders vermeld staat in de informatie over je examen.

Artikel 3.8 De inhoud en organisatie van het examen Informatie over de inhoud en organisatie van het examen staat in de St-OER van je opleiding.

Artikel 3.9 Hulpmiddelen Voorafgaand aan de afname van het examen ontvang je informatie over de hulpmiddelen die je bij het examen mag gebruiken.

Artikel 3.10 Afwezig tijdens een examen Lid 1


9

Indien je voorafgaand aan het examen weet dat je niet kunt meedoen aan een examen waarvoor je bent ingeschreven/aangemeld meld jij je af bij de examencommissie. Je dient schriftelijk een verzoek in om de afwezigheid als geoorloofd te beoordelen, zodat dit examenmoment blijft staan. Binnen 15 werkdagen verneem je schriftelijk van de examencommissie of je afwezigheidgeoorloofd is. Lid 2 Als je niet kunt meedoen aan een examen waarvoor je bent ingeschreven/aangemeld geldt dit examen als gemist examenmoment. Echter, wanneer je denkt dat je afwezigheid geoorloofd is, dien je schriftelijk een verzoek in om de afwezigheid als geoorloofd te beoordelen, zodat dit examenmoment blijft staan. Het formulier moet uiterlijk twee werkdagen na de (geplande) datum van het examen binnen zijn bij de examencommissie. Binnen 15 werkdagen verneem je schriftelijk van de examencommissie of je afwezigheid geoorloofd was. Lid 3 Als de examencommissie van oordeel is dat je een geldige reden hebt voor je afwezigheid bij het examen, dan geldt het volgende examen als eerste kans. Als de examencommissie vindt dat je geen geldige reden hebt voor afwezigheid bij het examen, geldt het volgende examen als tweede kans. Heb je door ongeoorloofd verzuim de twee reguliere kansen voor een examen verbruikt, dan kan je een verzoek indienen voor een extra herkansing. Bij herhaalde ongeoorloofde afwezigheid kan de examencommissie aanvullende maatregelen nemen.


10

Artikel 4 Generieke examens Nederlandse taal, rekenen en Engels Artikel 4.1 Generieke examens Lid 1 Met generieke examens bedoelen we niveaugebonden examenonderdelen die voor alle studenten gelden en die betrekking hebben op de examinering van algemene kwalificatieeisen voor Nederlandse taal, rekenen en Engels (Engels uitsluitend voor niveau 4 studenten). Lid 2 De volgende examenonderdelen vallen onder de generieke examens; Nederlandse taal: 

Centraal Examen (lezen, luisteren)



Instellingsexamen (spreken, gesprekken voeren en schrijven)

Rekenen: 

Centraal Examen

Engels: 

Centraal Examen (lezen, luisteren)



Instellingsexamen (spreken, gesprekken voeren en schrijven)

Artikel 4.2 Aanmelding Lid 1 Voor deelname aan de Centrale Examens (CE) Nederlands lezen/luisteren, rekenen en Engels lezen/luisteren word je aangemeld door de examencommissie en opgeroepen door het instellingsexamenbureau. Lid 2 Je mag aan het Centrale Examen meedoen op het moment dat tenminste de helft van de voor jou geldende studieduur (zoals is vastgelegd in je onderwijsovereenkomst) is verstreken. Is je studieduur twee jaar of korter, dan wordt het Centrale Examen in de laatste twaalf maanden van je opleiding afgenomen.

Artikel 4.3 Examineren op een hoger niveau Lid 1 Als je een opleiding volgt op niveau 2 of 3 kun je het examenonderdeel Nederlandse taal en/of rekenen op niveau 3F afleggen. Voor het examenonderdeel Nederlandse taal ben je dan verplicht de examens voor alle vaardigheden op dit hogere niveau af te leggen. Er is geen mogelijkheid om deel te nemen aan examens van het niveau 4F. Voor het generieke examenonderdeel Engels is het niet mogelijk om de vaardigheden op een hoger niveau te examineren. Dit geldt voor zowel de Centrale Examens/pilotexamens als de instellingsexamens.


11

Lid 2 Als je wilt deelnemen aan de generieke examens op een hoger niveau, zoals vermeld bij lid 1, dien je een verzoek voor examinering op een hoger niveau in bij de examencommissie. Je moet hiervoor bewijsstukken van je huidige taal- en/of rekenniveau overleggen. Binnen vijftien werkdagen na het indienen van je verzoek, krijg je schriftelijk bericht van de examencommissie of je op een hoger niveau examen mag doen. Artikel 4.4 Aangepaste examinering Lid 1 Voor aangepaste examinering van de Centrale Examens Nederlandse taal, rekenen en Engels is de 1

examencommissie verplicht de regels vanuit het College voor Toetsen en Examens toe te passen.

Lid 2 Bij de Centrale Examens Nederlands lezen en luisteren en rekenen, is een verklarend woordenboek Nederlandse taal voor iedere student beschikbaar. Bij de Centrale Examens Engels lezen en luisteren is een verklarend woordenboek Engels (Engels - Nederlands) beschikbaar. Lid 3 De examencommissie kan jou, als je moedertaal niet het Nederlands is, in het jaar van centrale examinering tijdsverlenging toewijzen. Deze tijdsverlenging is maximaal dertig minuten. Je moet dan wel aantonen dat je minder dan zes jaar in Nederland onderwijs gevolgd hebt. Dit is inclusief het schooljaar waarin jij het examen doet. De examencommissie stelt vast of jij minder dan zes jaar in Nederland onderwijs gevolgd hebt en je moedertaal niet het Nederlands is. Wil je gebruik maken van deze regeling, dan dien je de aanvraag uiterlijk vijftien lesweken voorafgaand aan het eigenlijke examen, in bij de examencommissie. Binnen vijftien werkdagen, na het indienen van je verzoek, ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie of je in aanmerking komt voor deze regeling.

Lid 4 Indien als omschreven in lid 3 Nederlands niet je moedertaal is en je hebt baat bij een verklarend woordenboek Nederlandse taal - landstaal of een beeldwoordenboek, dien je hiervoor een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie, uiterlijk vijftien lesweken voorafgaand aan het eigenlijke examen. Binnen vijftien werkdagen, na het indienen van je verzoek, ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie of je een verklarend woordenboek Nederlandse taal - landstaal of een beeldwoordenboek mag gebruiken.

1

Zie hiervoor bijlage 6


12

Lid 5 Voor rekenen kun je in aanmerking komen voor aangepaste examens. Als je ernstige rekenproblemen hebt dan kun je bij de examencommissie een aanvraag indienen voor een aangepast Centraal Examen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende examens, het zogenaamde 2A-examen en het ER-examen. Voor het 2A-examen kun je alleen in aanmerking komen als je een entree- of een mbo-2-opleiding volgt. Het ER-examen kun je, ongeacht je opleidingsniveau, aanvragen. Denk je in aanmerking te komen voor een aangepast examen, dan vraag je dit aan door de stappen te volgen die beschreven zijn in Artikel 3.5 lid 2.

Artikel 4.5 Vrijstelling voor Generieke Examens Lid 1 Voor de Generieke Examens (Nederlandse taal, rekenen en Engels) kan je vrijstelling vragen van examinering. Deze vrijstelling vraag je altijd aan bij de examencommissie. Lid 2 Je kunt ook vrijstelling krijgen op basis van een havo- of vwo-diploma, een staatsexamen of een mbodiploma. De uitwerking van de voorwaarden voor het verkrijgen van een vrijstelling vind je in bijlage 3. Artikel 4.6 Vragen en opmerkingen over de Centrale Examens Nederlandse taal, rekenen en Engels Lid 1 Wanneer je als student vragen en opmerkingen hebt over de Centrale Examens Nederlandse taal, rekenen en Engels kun je daarvoor terecht bij de MBO Examenlijn van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, JOB. Zij hebben hiervoor een website ontwikkeld en een klachtenlijn ingesteld. Website examenlijn: http://www.mbo-examenlijn.nl Telefoonnummer MBO Examenlijn: 020 5244055 (tussen 14.00 en 17.00 uur bereikbaar) Lid 2 Het is niet mogelijk om over de inhoud van het Centraal Examen bezwaar te maken bij de examencommissie van jouw opleiding of om in beroep te gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens voor de examens van Rijn IJssel.


13

Artikel 5 Uitslag, herkansing, diplomering en inzage Artikel 5.1 Uitslag Lid 1 De uitslag van een examenonderdeel kan zijn: 1.

Kerntaken voor het beroep: 

2.

Leren, Loopbaan en Burgerschap: 

3.

6. 7.

‘A1’, ‘A2’, ‘B1’, ‘B2’, ‘C1’, ‘C2’

Nederlandse taal en rekenen vanaf cohort 2010: 

5.

‘voldaan’, ‘niet voldaan’

Nederlandse taal en rekenen tot en met cohort 2009: 

4.

Een cijfer (tienpuntsschaal) of ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’

2F of 3F in combinatie met een cijfer (tienpuntsschaal)

Moderne Vreemde Talen tot en met cohort 2011: 

‘A1’, ‘A2’, ‘B1’, ‘B2’, ‘C1’, ‘C2’



Voldoende, onvoldoende

BPV: Engels vanaf cohort 2012; 

B1 voor lezen en luisteren en A2 spreken, gesprekken voeren en schrijven in combinatie met een cijfer (tienpuntsschaal).

Lid 2 Binnen tien werkdagen na je examen wordt de voorlopige uitslag van je examen bekend gemaakt. Lid 3 Binnen twintig werkdagen na het bekendmaken van de voorlopige uitslag worden de resultaten vastgesteld door de examencommissie. Mocht de examencommissie onderzoek moeten doen naar een onregelmatigheid, dan kan deze termijn met tien werkdagen verlengd worden. Mocht dit het geval zijn, dan word je hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Lid 4 Als de door de examencommissie vastgestelde uitslag anders is dan de voorlopige uitslag, krijg je binnen vijf werkdagen na de vergadering van de examencommissie schriftelijk bericht van de examencommissie. Lid 5 Voor centrale examens, Nederlands, rekenen en Engels, geldt dat het College voor Toetsen en Examens de uitslag zes tot acht weken na afname (van het laatste examen) aanlevert bij het instellingsexamenbureau. De uitslag wordt na controle door het instellingsexamenbureau doorgestuurd aan jouw examencommissie. Na vaststelling van de uitslag van de centrale examens door de examencommissie, ontvang je hiervan een schriftelijke bevestiging.


14

Lid 6 Voor Centrale Examens Nederlandse taal, rekenen en Engels, geldt dat het College voor Toetsen en Examens de uitslag zes tot acht weken na afname (van het laatste examen) aanlevert bij het Instellingsexamenbureau. De uitslag wordt na controle door het Instellingsexamenbureau doorgestuurd aan jouw examencommissie. Na vaststelling van de uitslag van de Centrale Examens door de examencommissie, ontvang je hiervan een schriftelijke bevestiging. Artikel 5.2 Herkansing Lid 1 Je hebt recht op één herkansing per examen, indien het resultaat van het examen ‘onvoldoende’ is of lager dan 5,5. Behoudens lid 3. Lid 2 Voor de Centrale Examens, Nederlandse taal, rekenen en Engels, geldt dat je recht hebt op één herkansing die valt binnen de reguliere onderwijsduur, zoals vermeld in je onderwijsovereenkomst. Lid 3 Bij de Centrale Examens Nederlandse taal, rekenen en Engels, is het toegestaan om een zes of hoger maximaal éénmaal te herkansen. Lid 4 Als je gebruik hebt gemaakt van de mogelijkheid om het generieke examen Nederlandse taal en rekenen op een hoger niveau, dan voor de opleiding noodzakelijk is, af te leggen, zoals omschreven in artikel 4.1 lid 2, dan moet je de herkansing eveneens op een hoger niveau afleggen. Echter, als je de herkansing op het niveau, zoals vastgesteld voor je beroepsopleiding wilt afleggen, dan dien je dit bij de aanvraag van de herkansingsmogelijkheid aan te geven. Lid 5 Als je in aanmerking wilt komen voor een extra herkansingsmogelijkheid, schrijf je een brief aan de examencommissie met het verzoek om een extra herkansingsmogelijkheid. In de brief schrijf je waarom je de eerste herkansing niet voldoende hebt gemaakt en waarom je verwacht met de extra kans wel een voldoende te halen. Binnen vijftien werkdagen, na het indienen van je verzoek, krijg je schriftelijk bericht van de examencommissie of je het examen nog een keer mag herkansen. Lid 6 Als je vaker dan één keer hetzelfde examen doet, geldt de hoogst behaalde waardering voor dat examen.

Artikel 5.3 Loopbaan en burgerschap Je moet voldaan hebben aan de inspanningsverplichting voor loopbaan en burgerschap om je diploma te kunnen behalen. In de St-OER wordt aangegeven hoe de beoordeling van de inspanningsverplichting loopbaan en burgerschap tot stand komt voor jouw opleiding. 15-0385 examenreglement MBO Rijn IJssel 2015-2016 vg CvB d.d. 091215 instemming OR 270116 en StuRa 190116

15

Artikel 5.4 Beroepspraktijkvorming Je moet de beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebben om je diploma te behalen. In de onderwijs- en examenregeling wordt aangegeven hoe de beoordeling van de beroepspraktijkvorming tot stand komt. Artikel 5.5 Diplomering Lid 1 De examencommissie belegt een diplomavergadering. In deze vergadering controleert de examencommissie of je aan alle vereisten voor het diploma hebt voldaan. Binnen tien werkdagen na deze vergadering ontvang je van de examencommissie schriftelijk bericht over de uitslag. Lid 2 Je bent geslaagd voor je opleiding wanneer: In het diplomajaar 2015-2016 Voor Entree als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren, Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op het Bewijs van Examinering bij het diploma; c.

Je hebt deelgenomen aan het instellingsexamen rekenen 2F of 2ER of 2A;

d. Het eindcijfer rekenen 2F/2ER/2A is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op het Bewijs van Examinering bij het diploma. N.B.: Om recht te hebben om doorstroom naar een mbo-2-opleiding moet je voor Nederlandse taal 2F ten minste het eindcijfer 5 hebben behaald. Voor niveau 2 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal ten minste een 5 (vijf) is; 15-0385 examenreglement MBO Rijn IJssel 2015-2016 vg CvB d.d. 091215 instemming OR 270116 en StuRa 190116

16

c.

Je hebt deelgenomen aan het pilotexamen of instellingsexamen rekenen 2F of 2ER of 2A;

d. Het eindcijfer rekenen 2F/2ER/2A is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op het Bewijs van Examinering bij het diploma. Voor niveau 3 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal ten minste een 5 (vijf) is; c.

Je hebt deelgenomen aan het pilotexamen of instellingsexamen rekenen 2F of 2ER;

d. Het eindcijfer rekenen 2F of 2ER is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op het Bewijs van Examinering bij het diploma. Voor niveau 4 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal, Engels en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 3F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 3F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Je hebt deelgenomen aan het pilotexamen of instellingsexamens Engels Lezen en Luisteren op ERK-niveau B1 en de instellingsexamens Engels Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven op ERK-niveau A2; c.

Het eindcijfer Nederlandse taal 3F en Engels is ten minste een 5 en een 6 in willekeurige volgorde;

d. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen rekenen 3F of 3ER; e. Het eindcijfer rekenen 3F of 3ER is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Vanaf het diplomajaar 2016-2017 Voor Entree als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma; 15-0385 examenreglement MBO Rijn IJssel 2015-2016 vg CvB d.d. 091215 instemming OR 270116 en StuRa 190116

17

c.

Je hebt deelgenomen aan het instellingsexamen rekenen 2F of 2ER of 2A;

d. Het eindcijfer rekenen 2F/2ER/2A is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering) maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. N.B.: Om recht te hebben om doorstroom naar een mbo-2-opleiding moet je voor Nederlandse taal 2F ten minste het eindcijfer 5 hebben behaald. Voor niveau 2 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal ten minste een 5 (vijf) is; c.

Je hebt deelgenomen aan het centraal examen rekenen 2F of 2ER of 2A;

d. Het eindcijfer rekenen 2F/2ER/2A is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Voor niveau 3 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 2F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 2F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Het eindcijfer Nederlandse taal ten minste een 5 (vijf) is; c.

Je hebt deelgenomen aan het centraal examen rekenen 2F of 2ER;

d. Het eindcijfer rekenen 2F of 2ER is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Voor niveau 4 als je: 1. De beroepsspecifieke onderdelen (kerntaken) met ten minste een Voldoende of het eindcijfer 6 hebt afgesloten; 2. De beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling voltooid hebt; 3. Voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap; 4. Voldaan hebt aan de volgende generieke eisen voor Nederlandse taal, Engels en rekenen: a. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen Nederlandse taal 3F (Lezen en Luisteren) en de instellingsexamens Nederlandse taal 3F (Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven); b. Je hebt deelgenomen aan het pilotexamen of instellingsexamens Engels Lezen en Luisteren op ERK-niveau B1 en de instellingsexamens Engels Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven op ERK-niveau A2; c.

Het eindcijfer Nederlandse taal 3F en Engels is ten minste een 5 en een 6 in willekeurige volgorde;


18

d. Je hebt deelgenomen aan het centraal examen rekenen 3F of 3ER; e. Het eindcijfer rekenen 3F of 3ER is niet van invloed op de slaag-/zakbeslissing (diplomering), maar wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Lid 3 Als je geslaagd bent, krijg je een diploma. Lid 4 Bij je diploma ontvang je een resultatenoverzicht 2. Lid 5 Als je het pilotexamen voor rekenen hebt gemaakt en het resultaat telt niet mee voor de slaag/zakbeslissing, dan heb je recht op een bewijs examinering rekenen middelbaar beroepsonderwijs.

Artikel 5.6 Certificering Lid 1 Als je eerder met je opleiding stopt en je een voldoende resultaat hebt behaald voor alle examens die onderdeel zijn van een certificeerbare eenheid kun je een certificaat krijgen. In de onderwijs- en examenregeling van de opleiding staat of je een certificaat kunt behalen zoals omschreven in het kwalificatiedossier. De vereisten van deze certificeerbare eenheden zijn vermeld in de onderwijs- en examenregeling. De examencommissie stelt vast of je aan deze vereisten voldoet. Lid 2 Als je met de opleiding stopt voordat je aan de eisen voor een certificaat of diploma hebt voldaan, kun je geen certificaat of diploma krijgen. Je kunt dan wel een schoolverklaring krijgen waarin staat welke examenonderdelen je hebt afgesloten en met welk resultaat. Artikel 5.7 Inzage Lid 1 Voor de inzage in de Centrale Examens (Nederlandse taal en Engels) bestaat de mogelijkheid om het eigen gemaakte werk (en niet de opgaven zelf), de antwoorden volgens het computersysteem en de score per vraag in te zien. Je kan zo controleren of de score van de eigen antwoorden met 0 of 1 overeenkomt met het antwoord volgens het computersysteem. De termijn waarin je dit verzoek tot inzage kan indienen bij jouw examencommissie beslaat tien werkdagen vanaf het bekendmaken van het cijfer. Je krijgt van jouw examencommissie te horen wanneer de gegevens beschikbaar zijn om in te zien. De gegevens komen vanuit DUO. Lid 2

2

In Bijlage 6 is uitgewerkt welke resultaten op het resultatenoverzicht gepubliceerd worden.


19

Voor alle andere examens en beoordelingen kun je binnen tien werkdagen na bekendmaking van de voorlopige uitslag een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie om onder toezicht het examen in te zien. Artikel 5.8 Bewaartermijn Lid 1 Alle documenten die bij je examen horen worden ten minste achttien maanden bewaard. Lid 2 De termijn van achttien maanden gaat in op de dag dat de examencommissie vaststelt dat je geslaagd bent. Lid 3 Na afloop van de bewaartermijn worden werkstukken e.d., die bij je examen horen, vernietigd.


20

Artikel 6 Bezwaar en beroep Artikel 6.1 Bezwaar Lid 1 Als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie, dan schrijf je een brief met jouw bezwaar aan de examencommissie van jouw cluster. Lid 2 Het bezwaar moet binnen tien werkdagen na het bekendmaken van de beslissing (van de examencommissie), binnen zijn bij jouw examencommissie. Lid 3 Het bezwaarschrift is gericht aan de examencommissie van je cluster. Het adres staat in bijlage 2. Het bezwaarschrift moet je voorzien van: 

je naam, adres, woonplaats en telefoonnummer;



je opleiding en je onderwijslocatie;



de datum waarop je het bezwaar schrijft;



een omschrijving van de maatregel of beslissing waar je het niet mee eens bent. Leg ook uit waarom je het er niet mee eens bent en dus bezwaar maakt;



het besluit dat je van de examencommissie verwacht;



je handtekening.

Als je een document hebt waarop de maatregel of beslissing staat, stuur hier dan een kopie van mee. Lid 4 Als niet is voldaan aan de eisen, zoals omschreven in Lid 2 en 3 van dit artikel, dan wordt je ingediende bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Lid 5 De examencommissie werkt met een reglement behandeling Bezwaar door de examencommissie. Dit reglement vind je in bijlage 4. Lid 6 De examencommissie beslist binnen tien werkdagen nadat het ingediende bezwaar ontvangen is. Je wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitspraak van de examencommissie. Lid 7 Als je het niet eens bent met het besluit van je examencommissie naar aanleiding van het door jou ingediende bezwaar, dan kun je je richten tot de Commissie van Beroep voor de Examens. Je gaat dan in beroep tegen de beslissing van de examencommissie over jouw bezwaar.


21

Artikel 6.2 Beroep Lid 1 Het college van bestuur zorgt voor een Commissie van Beroep voor de Examens en benoemt de leden, plaatsvervangende leden, de voorzitter (die ook lid is) en de plaatsvervangend voorzitter. De samenstelling van de Commissie van Beroep voor de Examens staat in bijlage 5. Lid 2 De Commissie van Beroep voor de Examens werkt op basis van een huishoudelijk reglement. Dit reglement vind je in bijlage 5 van dit examenreglement. Lid 3 Je kan tegen een beslissing van de examencommissie over jouw ingediende bezwaar in beroep gaan. Dit doe je door een brief te sturen aan de Commissie van Beroep voor de Examens. Het adres is: Commissie van Beroep voor de Examens Rijn IJssel Postbus 5162 6802 ED Arnhem

Lid 4 De termijn voor het indienen van een beroep is tien werkdagen. De termijn gaat in op de eerste dag na het bekendmaken van de maatregel of de beslissing van de examencommissie. Lid 5 Het beroepschrift is gericht aan de Commissie van Beroep voor de Examens. In het beroepschrift staan: 

je naam, adres, woonplaats en telefoonnummer;



je opleiding en onderwijslocatie;



de datum waarop je de brief schrijft;



een omschrijving van de maatregel of het besluit waar je het niet mee eens bent, waartegen je ‘beroep aantekent’ en waarom;



het besluit dat je van de Commissie van Beroep voor de Examens verwacht;



je handtekening.

Lid 6 Als het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend, dus niet binnen tien werkdagen na het bekendmaken van de maatregel of beslissing, dan wordt dit beroepschrift niet in behandeling genomen. Lid 7 De Commissie van Beroep voor de Examens stelt de examencommissie op de hoogte van het ingestelde beroep. Lid 8 15-0385 examenreglement MBO Rijn IJssel 2015-2016 vg CvB d.d. 091215 instemming OR 270116 en StuRa 190116

22

De Commissie van Beroep voor de examens beslist binnen tien werkdagen na het indienen van het beroepschrift. Lid 9 De Commissie van Beroep voor de Examens kan de termijn voor het nemen van een besluit één keer verlengen met een maximum van tien werkdagen. Als de commissie van Beroep voor de Examens dit doet, krijg je hierover een brief waarin de reden staat en het aantal dagen dat de termijn wordt verlengd. Lid 10 Alle betrokkenen krijgen een brief waarin de uitspraak staat. De uitspraak van de Commissie van Beroep voor de Examens wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De uitspraak is voor alle partijen bindend.


23

Artikel 7 Slotbepalingen Artikel 7.1 Openbaarheid Lid 1 Het college van bestuur maakt deze regeling openbaar. Lid 2 Het college van bestuur stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling. Artikel 7.2 Cluster- en beroepsspecifieke aanvullingen In de St-OER van je opleiding kunnen cluster- of beroepsspecifieke aanvullingen staan op dit examenreglement. Deze aanvullingen mogen niet in strijd zijn met het examenreglement Rijn IJssel en moeten zijn goedgekeurd door het college van bestuur. Artikel 7.3 Evaluatie De regeling wordt binnen één jaar na inwerkingtreding door een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het college van bestuur, de Centrale Examencommissie, de studentenraad en de ondernemingsraad geëvalueerd. Artikel 7.4. Disclaimer Indien er sprake is van wetswijzigingen die van invloed zijn op je examinering, word je hierover geïnformeerd door jouw examencommissie. Om de wijzigingen ook schriftelijk aan jou kenbaar te maken wordt een nieuw examenreglement of een addendum op het bestaande examenreglement gepubliceerd. Artikel 7.5 Wijziging van het reglement Deze regeling kan door het college van bestuur worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de Centrale Examencommissie, de studentenraad en de ondernemingsraad, met inachtneming van de vigerende bepalingen. Artikel 7.6 Overige bepalingen Lid 1 In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het college van bestuur. Lid 2 Deze regeling kan worden aangehaald als ‘examenreglement Rijn IJssel’. Lid 3 De regeling treedt in werking op 1 augustus 2015.


24

Bijlage 1 Begrippenlijst Begrip

Uitleg

Beoordelaar (assessor)

Persoon die gerechtigd is de prestaties bij een examen te voorzien van een score en de resultaten vast te leggen gebruikmakend van het vastgestelde beoordelingsprotocol. Wordt ook assessor genoemd. Zoveel mogelijk wordt voorkomen dat de beoordelaar zich ook bezig

Beoordelen

houdt of heeft gehouden met de begeleiding van de student. Waarderen van een geleverde prestatie van een examenkandidaat aan de hand van een beoordelingsprotocol.

Beoordelingsprotocol

Beschreven procedures op grond waarvan de beoordelaar of assessor een examen met een score waardeert. Wordt ook beoordelingsvoorschrift genoemd.

Beperking

Belemmeringen als gevolg van vastgestelde fysieke of psychische beperking of handicap.

Beroeps(competentie)profiel

Een beschrijving van wat werkgevers, collega's en klanten/cliënten mogen verwachten van een beroepsbeoefenaar. Het geeft onder andere aan welke eisen een branche stelt aan een bepaalde opleiding. De in het beroeps(competentie)profiel opgenomen competenties

Beroepsspecifieke exameneisen Beroepsspecifieke kwalificatie

beschrijven hoe je kennis en vaardigheden toepast in het werk. De beroepsgroep moet zich in het profiel kunnen herkennen. Onderdelen die als kerntaken zijn opgenomen in het kwalificatiedossier van de beroepsopleiding, waarin examen wordt gedaan. Eisen die deel uitmaken van een bepaalde kwalificatie.

eisen Beroepspraktijkvorming (BPV)

Dat deel van de beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf plaatsvindt. Een met een positieve beoordeling afgesloten BPV is een wettelijke vereiste voor diplomering (ook wel een diploma-eis

Bevoegd Gezag

genoemd). Zo noemt de wet personen die uiteindelijk de taak en het recht hebben om te beslissen hoe het er in de school moet toegaan. Bij Rijn IJssel is dat het college van bestuur.

Beroepsprocedure

De werkwijze die de examenkandidaat moet volgen wanneer hij formeel bij een Commissie van Beroep voor de Examens in beroep gaat tegen een uitspraak van de examencommissie. Aan een beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure vooraf gaan. Zie

Bezwaarprocedure

hiervoor artikel 6. Werkwijze die de examenkandidaat moet volgen wanneer hij bij de examencommissie bezwaar aantekent tegen de gang van zaken rondom de examinering. De examencommissie doet een uitspraak en als je het daar niet mee eens bent, kun je nog in beroep gaan.


25

BPV

Zie beroepspraktijkvorming.

Centraal Examen

Landelijke (digitale) examenvorm waarbij in centraal vastgestelde

(CE)

afnameperioden het eindniveau op afgesproken referentieniveaus wordt geëxamineerd voor de generieke eisen voor Nederlandse taal (lezen en luisteren), rekenen en op het afgesproken ERK- niveau voor Engels. Onder verantwoordelijkheid van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) ontwikkelde (landelijke) examens Nederlandse taal,

en Engels. Afname plaats volgens vastgestelde College voor Toetsen en Examens rekenen Het College voor Toetsen en vindt Examens (CvTE) bewaakt namensregels. de (CvTE)

Nederlandse overheid de kwaliteit van de Centrale Examens in Nederland en zorgt voor een goede afname van examens door scholen en instellingen. Voor het mbo gaat het hierbij om Nederlandse

Centrale Examencommissie

taal, rekenen en Engels. Organisatorische eenheid binnen de instelling die verantwoordelijk is voor examinering en diplomering binnen de instelling.

Certificaat

Binnen een kwalificatiedossier kan een deel van de werkzaamheden in een bepaald beroep als certificeerbare eenheid worden onderscheiden, wanneer dat deel arbeidsmarktrelevantie heeft. Aan een certificeerbare eenheid is een certificaat verbonden.

Certificeerbare eenheid

Vaststaand onderdeel uit een kwalificatiedossier waarvoor onderwijs en bedrijfsleven de arbeidsmarktrelevantie hebben vastgesteld. Bij het behalen van een certificeerbare eenheid kan de school een certificaat

Cohort

afgeven. Een jaargroep van studenten. Zij zijn in hetzelfde jaar gestart met een opleiding.

Commissie van Beroep voor de

Een onafhankelijke commissie die het beroep behandelt dat door een

Examens

examenkandidaat is aangetekend tegen een beslissing van de

Competentie

examencommissie over het examen of examenonderdeel. Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen. Competenties die te maken hebben met de onderliggende vaardigheden, kennis en houding krijgen pas betekenis in de reële of

Crebo-nummer

gesimuleerde beroepspraktijk. Een uniek nummer wat behoort bij een kwalificatie (opleiding).

Diploma

Een wettelijk erkend document dat vastlegt dat de eigenaar beroepsbekwaam geacht wordt in de, in dat document, omschreven kwalificatie.

Diplomering

Het proces van vaststellen of de examenkandidaat aan de diplomaeisen voldoet tot en met het uitreiken van het diploma. De examencommissie bepaalt of aan de exameneisen voor betreffende

Doorstroomdiploma

opleiding is voldaan. Diploma gericht op de doorstroom naar een opleiding op een hoger niveau.

Europees referentiekader (ERK)

Omschrijvingen van Europese niveauaanduiding voor moderne vreemde talen en (generieke eisen) voor Engels.


26

EVC (ervaringscertificaat)

Een document, afgegeven door een erkende EVC-aanbieder, waarin de kennis, vaardigheden en werkervaring van de student staan. Op grond van een EVC-certificaat kan de examencommissie bepalen of de student in aanmerking komt voor diplomering of dat hij (delen van) het examen alsnog moet afleggen om aan de

Examen

diplomeringseisen te voldoen. Het geheel van generieke en beroepsspecifieke examenonderdelen en –eenheden bedoeld voor één kwalificatie of opleiding. Deze kunnen betrekking hebben op zowel ‘de delen’ als op ’het geheel’.

Examenbureau

Organisatorische eenheid die zich, onder verantwoordelijkheid van een examencommissie, bezighoudt met het logistieke en administratieve proces van de examinering en diplomering.

Examencommissie

Organisatorische eenheid, ingesteld door het bevoegd gezag die eindverantwoordelijk is voor de (kwaliteit van) examinering en

Examendeelnemer

diplomering binnen het cluster. Term voor een persoon die uitsluitend is ingeschreven voor deelname aan examenactiviteiten.

Exameninstrument

Concrete uitwerking van een examenonderdeel en de examenvorm die gebruikt wordt om de prestaties van de examenkandidaat te

Examenplan

beoordelen op kennis, vaardigheden, houding, en/of competenties. Plan waarin, per kwalificatie en cohort, alle exameneenheden staan waaraan een student moet voldoen, inclusief de bijbehorende beslisregels. Daarnaast geeft het examenplan aan binnen welke omgeving (onderwijsinstelling of BPV-bedrijf) de beoordeling

Examenregeling

plaatsvindt. Vastgestelde regeling waarin alle informatie die de deelnemer nodig heeft staat om zich een goed beeld te vormen van de examens.

Examenreglement

Formeel vastgelegde regels en afspraken die gelden voor de examinering en diplomering

Examinering

Definitie uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB): "Het nemen van beslissingen over inhoud en niveau van examens van een beroepsopleiding in relatie tot de eindtermen [lees: de kwalificatieeisen], procedures en voorwaarden waaronder examens worden afgenomen, alsmede het vaststellen van de uitslag van examens."

Generieke exameneisen

Door de overheid vastgestelde generieke kwalificatie-eisen, die aan elke kwalificatie worden toegevoegd, ongeacht de eisen van het beroep.

Generieke examenonderdelen

Niveaugebonden examenonderdelen die voor alle studenten gelden en die betrekking hebben op de examinering van algemene kwalificatieeisen voor Nederlandse taal, rekenen (en Engels voor studenten van

Herkansing

niveau 4-opleidingen). De mogelijkheid tot het opnieuw deelnemen aan het examen.

Indicatie-instantie

Bevoegd orgaan voor het vaststellen van een handicap of leerbeperking.


27

Instellingsexamen

Door de instelling ontwikkeld en vastgesteld examen, waarbij het eindniveau op afgesproken niveaus wordt vastgesteld. In de meeste gevallen betreft het taalexamens.

Instellingsexamenbureau

Organisatorische eenheid die onder verantwoordelijkheid van de examencommissies belast is met het logistieke en administratieve proces en de afname van de Centraal Examinering Nederlandse taal,

Kwalificatie

rekenen en Engels. Geheel van bekwaamheden dat een afgestudeerde van een beroepsopleiding kwalificeert voor het functioneren in beroep/groep van samenhangende beroepen, vervolgonderwijs en als burger. Dit geheel is beschreven in een kwalificatiedossier.

mbo

Middelbaar beroepsonderwijs.

Referentieniveaus

Niveauaanduiding voor de generieke vakgebieden Nederlandse taal en rekenen verschillend per opleidingsniveau.

St-OER

Studiegids Onderwijs- en Examenregeling. Hierin staat informatie over je rechten en plichten binnen Rijn IJssel en de afspraken die er gemaakt zijn.

Werkdag

Elke dag niet zijnde een zaterdag, zondag, erkende feestdag of een door Rijn IJssel vastgestelde vakantiedag.

Wet Educatie en

Dit is de wet die voor instellingen in de BVE-sector (beroepsonderwijs

Beroepsonderwijs (WEB)

en volwasseneneducatie) geldt.


28

Bijlage 2 Adressenlijst Centrale Examencommissie Rijn IJssel Zijpendaalseweg 167 6814 CJ Arnhem Voorzitter: mevrouw C.G.W.G. Oirbons Secretaris: de heer Jan Harm Vos, [email protected]

Examencommissies Vakschool Wageningen Marijkeweg 20 6709 PG Wageningen Voorzitter: de heer Klaas Buter Secretaris: mevrouw Marianne Rooijmans, [email protected]

Zorg Kronenburgsingel 16 6831 EX Arnhem Voorzitter: de heer Hans Falkmann Secretaris: de heer Yuri Kamies, [email protected]

Welzijn Veluwestraat 120 6813 EE Arnhem Voorzitter: de heer Daan Huisman Secretaris: mevrouw Ans Hoogzaad, [email protected]


29

CIOS & Veiligheid Beukenlaan 3 6823 MA Arnhem Voorzitter: de heer Henk Jan Quarré Secretaris: de heer Chris Latiers, [email protected] Economie & Uiterlijke Verzorging Middachtensingel 2 6825 HN Arnhem Voorzitter: mevrouw Karin Willemse Secretaris: mevrouw Ingrid Roelofs, [email protected]

Techniek & ICT Velperweg 39 6824 BG Arnhem Voorzitter: de heer Morten Billum Secretaris: de heer Frank van Duinhoven, [email protected]

Creatieve Industrie Velperweg 39 6824 BG Arnhem Voorzitter: mevrouw Sandra Huijsmans Secretaris: mevrouw Janneke Ludwig, [email protected]

Entree & Maatwerk Alexanderstraat 35 6812 BC Arnhem Voorzitter: mevrouw Miriam Bril Secretaris: mevrouw Christel Wolterinck, [email protected]


30

Generieke examens Zijpendaalseweg 167 6814 CJ Arnhem Voorzitter: mevrouw Marijke van Huijstee Secretaris: mevrouw Liesbeth Euverman, [email protected]


31

Bijlage 3 Voorwaarden vrijstelling Generieke Examens Vrijstelling Nederlandse taal Voor Nederlandse taal kan vrijstelling aangevraagd worden voor het Centraal Examen Lezen en Luisteren, de instellingsexamens Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven of Nederlandse taal als geheel. Een vrijstelling voor een examenonderdeel Nederlandse taal op 3F mag nooit meetellen voor vrijstelling van een examenonderdeel Nederlandse taal op 2F. Grond voor vrijstelling Centraal Examen Nederlandse taal: 

De student heeft deelgenomen aan het pilotexamen Nederlandse taal en: o het pilotexamen heeft plaatsgevonden in het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van het Centrale Examen; o het pilotexamen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o het pilotexamen is afgenomen binnen dezelfde opleiding als waarvoor deelname aan het Centrale Examen verplicht is; o het pilotexamen is geen instellingsexamen Nederlandse taal Lezen en Luisteren geweest; o de student heeft een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) behaald voor het pilotexamen.



De student heeft deelgenomen aan het Centraal Examen op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau en: o het Centraal Examen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o de student heeft een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) behaald voor het Centraal Examen; o er zijn geen twee studiejaren verstreken na de vaststellingsdatum van het diploma; o er zijn geen twee studiejaren verstreken na de uitschrijfdatum; o er is een bewijs van deelname of schoolverklaring 3.

Grond voor vrijstelling van instellingsexamens Nederlandse Taal: Vrijstelling voor instellingsexamens kan verleend worden op het niveau van de vaardigheid of voor het geheel van de vaardigheden. Om in aanmerking te komen voor vrijstelling moet de student: 

De vaardigheden hebben afgelegd op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau en



een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) hebben behaald voor de vaardigheid waarvoor hij vrijstelling aanvraagt of



een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) hebben behaald voor het geheel van vaardigheden of



een mbo-diploma op het vereiste niveau met een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) voor de instellingsexamens kunnen overleggen of



er is een bewijs van deelname of schoolverklaring 4.

Hierbij geldt: 

Er zijn geen twee studiejaren verstreken na de vaststellingsdatum van het diploma;

3

Als een student deelneemt aan het Centraal Examen Nederlandse taal en zonder diploma uitstroomt, heeft hij recht op een bewijs van deelname of schoolverklaring afgegeven door de examencommissie en voorzien van het vastgestelde resultaat. 4 Als een student deelneemt aan één of meerdere instellingsexamens Nederlands taal en zonder diploma uitstroomt, heeft hij recht op een bewijs van deelname of schoolverklaring afgegeven door de examencommissie en voorzien van het vastgestelde resultaat.


32



Er zijn geen twee studiejaren verstreken na de uitschrijfdatum.

Grond voor vrijstelling van Nederlandse taal als geheel: 

Havo- of vwo-diploma met Nederlandse taal en literatuur behaald vanaf het schooljaar 2013-2014 of



Staatsexamen Nederlandse taal en literatuur voor havo en vwo behaald vanaf het schooljaar 20142015 of



Mbo-diploma op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau met een voldoende (cijfer 6 of hoger) voor het examen Nederlandse taal.

Hierbij geldt: 





Registratie: De registratie van de vrijstelling vindt plaats in SPBS. Het resultaat voor de vaardigheid of de eindwaardering Nederlandse taal wordt geregistreerd als cijfer met de vermelding ‘mbo’, ‘havo’ of ‘vwo’. Geldigheid: Vrijstelling voor (onderdelen van) het examen Nederlandse taal blijft geldig zolang de student ingeschreven staat voor de opleiding waarvoor hij de vrijstelling heeft aangevraagd en toegewezen gekregen.

Vrijstelling van rekenen Voor rekenen kan alleen vrijstelling worden gegeven als geheel. Vrijstelling van vaardigheden rekenen is niet mogelijk. Een vrijstelling voor rekenen op 3F mag nooit meetellen voor vrijstelling rekenen op 2F. Grond voor vrijstelling Centraal examen rekenen: 

De student heeft deelgenomen aan het pilotexamen rekenen: o Het pilotexamen heeft plaatsgevonden in het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van het Centrale Examen; o Het pilotexamen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o Het pilotexamen is afgenomen binnen dezelfde opleiding als waarvoor deelname aan het Centrale Examen verplicht is; o Het pilotexamen is geen instellingsexamen rekenen geweest; o De student heeft een resultaat behaald voor het pilotexamen.



De student heeft deelgenomen aan het Centraal Examen op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau en: o het Centraal examen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o de student heeft een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) behaald voor het Centraal Examen; o er zijn geen twee studiejaren verstreken na de vaststellingsdatum van het diploma; o er zijn geen twee studiejaren verstreken na de uitschrijfdatum;


33

o er is een bewijs van deelname of schoolverklaring 5.

Grond voor vrijstelling rekenen: 

Havo- of vwo-diploma met rekenen vanaf schooljaar 2013-2014 of



Staatsexamen rekenen voor havo en vwo vanaf schooljaar 2013-2014 of



Mbo-diploma op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau met een voldoende (cijfer 6 of hoger) voor het examen rekenen.

Hierbij geldt: 





Registratie: De registratie van de vrijstelling vindt plaats in SPBS. De eindwaardering rekenen wordt geregistreerd als cijfer met de vermelding ‘mbo’, ‘havo’ of ‘vwo’. Geldigheid: Vrijstelling voor het examen rekenen blijft geldig zolang de student ingeschreven staat voor de opleiding waarvoor hij de vrijstelling heeft aangevraagd en toegewezen gekregen.

Vrijstelling van Engels Voor Engels kan vrijstelling aangevraagd worden voor de instellingsexamens Lezen en Luisteren (pilotexamen of Centraal examen Lezen en Luisteren), de instellingsexamens Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven of Engels als geheel. Grond voor vrijstelling Centraal examen Engels: 

De student heeft deelgenomen aan het pilotexamen Engels: o Het pilotexamen heeft plaatsgevonden in het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van het Centrale Examen; o Het pilotexamen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o Het pilotexamen is afgenomen binnen dezelfde opleiding als waarvoor deelname aan het Centrale Examen verplicht is; o Het pilotexamen is geen instellingsexamen Engels Lezen en Luisteren geweest; o De student heeft een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) behaald voor het pilotexamen.



De student heeft deelgenomen aan het Centraal Examen op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau en: o Het Centraal Examen is afgenomen in de tweede helft van de reguliere opleidingsduur; o De student heeft een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) behaald voor het Centraal Examen; o Er zijn geen twee studiejaren verstreken na de vaststellingsdatum van het diploma; o Er zijn geen twee studiejaren verstreken na de uitschrijfdatum;

5

Als een student deelneemt aan het Centraal Examen rekenen en zonder diploma uitstroomt, heeft hij recht op een bewijs van deelname of schoolverklaring afgegeven door de examencommissie en voorzien van het vastgestelde resultaat.


34

o Er is een bewijs van deelname of schoolverklaring 6.

Grond voor vrijstelling van instellingsexamens Engels: Vrijstelling voor instellingsexamens kan verleend worden op het niveau van de vaardigheid of voor het geheel van de vaardigheden. Om in aanmerking te komen voor vrijstelling moet de student : 

De vaardigheden hebben afgelegd op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau en



een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) hebben behaald voor de vaardigheid waarvoor hij vrijstelling aanvraagt of

 

een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) hebben behaald voor het geheel van vaardigheden of een mbo-diploma op het vereiste niveau met een voldoende (cijfer 6,0 of hoger) voor de instellingsexamens kunnen overleggen of



er is een bewijs van deelname of schoolverklaring 7.

Hierbij geldt: 





Grond voor vrijstelling van Engels als geheel: 

Havo- of vwo-diploma met Engelse taal en literatuur met cijfer 5 of hoger of



Staatsexamen Engelse taal en literatuur voor havo en vwo cijfer 5 of hoger of



Mbo-diploma op het niveau zoals is vastgesteld voor de beroepsopleiding dan wel een hoger niveau met een voldoende (cijfer 6 of hoger) voor het examen Engels.

Hierbij geldt: 





Registratie: De registratie van de vrijstelling vindt plaats in SPBS. Het resultaat voor de vaardigheid of de eindwaardering Engels wordt geregistreerd als cijfer met de vermelding ‘mbo’, ‘havo’ of ‘vwo’. Geldigheid: Vrijstelling voor (onderdelen van) het examen Engels blijft geldig zolang de student ingeschreven staat voor de opleiding waarvoor hij de vrijstelling heeft aangevraagd en toegewezen gekregen.

6

Als een student deelneemt aan het Centraal Examen Engels en zonder diploma uitstroomt, heeft hij recht op een bewijs van deelname of schoolverklaring afgegeven door de examencommissie en voorzien van het vastgestelde resultaat. 7 Als een student deelneemt aan één of meerdere instellingsexamens Engels en zonder diploma uitstroomt, heeft recht op een bewijs van deelname of schoolverklaring afgegeven door de examencommissie en voorzien van het vastgestelde resultaat.


35

Bijlage 4 Reglement behandeling Bezwaar door de examencommissie Bij bezwaar neemt de examencommissie deze in behandeling. De examencommissie: Gaat na of het bezwaar de voorgeschreven gegevens bevat: 

Naam, adres, woonplaats en telefoonnummer;



Dagtekening (datum waarop de brief is geschreven);



Opleiding en opleidingslocatie;



Omschrijving van de maatregel of beslissing;



Het besluit dat van de examencommissie verwacht wordt;



Handtekening;



Indien aanwezig: eventuele bewijsstukken;



Registreert de brief in het postregistratiesysteem;



Gaat na of een brief binnen de gestelde termijnen van tien werkdagen is ingediend;



De commissie kan bepalen of een termijnoverschrijding verschoonbaar is;



Stelt op verzoek van de examencommissie nader onderzoek in, als zij daaraan behoefte heeft;

De beslistermijn voor de examencommissie bedraagt tien werkdagen na ontvangst van het bezwaar. De examencommissie heeft tot taak het eerdere besluit of de beslissing te heroverwegen. De examencommissie vergadert hierover in een besloten overleg. Op basis van de beschikbare documenten beslist de examencommissie of zij betrokkene(n) wil horen. De bezwaarvoerder kan zich door één persoon laten bijstaan. Als de bezwaarvoerder minder jarig is, dan moet deze zich bij laten staan door een ouder of zijn wettelijke vertegenwoordiger. De commissie kan zich laten bijstaan door of advies in te winnen bij een (externe) deskundige. Ook deze vergadering is besloten. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt. De leden van de examencommissie hebben geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen zij te weten zijn gekomen. Deze geheimhoudingsplicht vervalt niet nadat men niet meer als zodanig werkzaam is. De examencommissie neemt met betrekking tot het bezwaar een besluit. De besluiten van de examencommissie komen tot stand met meerderheid van stemmen. De examencommissie stelt het besluit vast en het besluit wordt door de voorzitter binnen tien werkdagen schriftelijk ter kennis gebracht aan: 

De persoon die bezwaar gemaakt heeft;



Betrokkene(n) vanuit de examenorganisatie.

De secretaris van de examencommissie houdt een register bij van bezwaarprocedures.


36

Bijlage 5 Huishoudelijk reglement Commissie van Beroep voor de Examens De voorzitter en secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens en hun plaatsvervangers worden telkens voor drie jaar benoemd door het college van bestuur. 1. De commissie van beroep bestaat uit de volgende drie leden: 



Een voorzitter (onafhankelijk): i. Eerste Voorzitter:

de heer dr. R.L.N. Westra

ii. Tweede voorzitter:

mevrouw R.H.M. Verhaak

Een secretaris (van Rijn IJssel) iii. Eerste Secretaris: iv. Tweede Secretaris:



mevrouw H.A.A. van Kempen mevrouw J. Boomsma

Een oproepbaar lid afkomstig uit een van de onderwijsclusters (niet zijnde van de betrokken organisatie-eenheid van de klacht c.q. het beroep).

2. De voorzitter is een onafhankelijk persoon die geen dienstverband heeft bij Rijn IJssel. De voorzitter ontvangt een door het college van bestuur vast te stellen vergoeding per dagdeel.

3. Het lid afkomstig uit een van de onderwijsclusters is een oproepbaar lid dat afkomstig is uit een cluster waar degene die beroep aantekent niet vandaan komt. Het is een teamleider uit het cluster die deskundig is op het terrein van klachtenbehandeling. De secretaris roept in overleg met de voorzitter een lid op. Hiervoor is een lijst met oproepbare personen beschikbaar. Elke cluster stelt tenminste één medewerker beschikbaar.

4. De Commissie van Beroep voor de Examens beraadslaagt en beslist in een besloten vergadering waarbij alle leden aanwezig zijn. Besluitvorming kan ook plaatsvinden na schriftelijke of mondelinge raadpleging door de voorzitter van een lid dat verhinderd is. Op basis van de beschikbare documenten beslist de commissie al of niet degene die in beroep gaat en/of de examencommissie te horen. De klager kan zich door één persoon laten bijstaan. De commissie kan zich laten bijstaan door of advies in winnen bij een (externe) deskundige. Ook deze vergadering is besloten. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt.

5. De leden van de Commissie van Beroep voor de Examens hebben geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen. Deze geheimhoudingsplicht vervalt niet nadat men niet meer als zodanig werkzaam is.

6. Besluiten van de Commissie van Beroep voor de Examens komen tot stand met meerderheid van stemmen.


37

7. De secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens gaat na of: 

een brief de voorgeschreven gegevens bevat: o naam, adres, woonplaats en telefoonnummer; o

dagtekening;

o o

korte en duidelijke omschrijving van het beroep;

o

indien aanwezig: kopie van de uitspraak van de examencommissie van de school over het

handtekening; ingediende bezwaar;

o 

indien aanwezig: eventuele bewijsstukken.

een brief binnen de gestelde termijnen is ingediend: o

Tegen een beslissing op bezwaar van de examencommissie en tegen beslissingen van examinatoren staat schriftelijk beroep open bij de Commissie van Beroep voor de Examens binnen tien werkdagen na kennisneming van de beslissing van de examencommissie,

o

Indien direct bezwaar is aangetekend bij de Commissie van Beroep voor de Examens geldt een termijn van tien werkdagen. De Commissie van Beroep voor de Examens: o

kan bepalen of een termijnoverschrijding verschoonbaar is;

o

onderzoekt de mogelijkheid van bemiddeling;

o

stelt op verzoek van de commissie nader onderzoek in, als zij daaraan behoefte heeft;

o

redigeert de verslagen en besluiten van de commissie.

De beslistermijn voor de commissie bedraagt tien werkdagen na ontvangst beroepsschrift. De commissie kan deze termijn met tien werkdagen verlengen. In dat geval wordt de deelnemer hiervan op de hoogte gesteld. 8. De persoon die in beroep gaat, kan een lid van de Commissie van Beroep voor de Examens wraken wanneer de onpartijdigheid volgens deze persoon in het geding is. De betrokkene doet dit schriftelijk met opgaaf van redenen voorafgaand aan de zitting. De twee overige leden van de Commissie van Beroep voor de Examens beslissen over de ontvankelijkheid van de wraking en de eventuele vervanging voor het desbetreffende beroep. In de uitnodigingsbrief voor de zitting worden de namen van de leden van de commissie bekendgemaakt.

9. Uitspraken van de Commissie van Beroep voor de Examens worden door de voorzitter schriftelijk ter kennis gebracht van: 

de persoon/personen die in beroep gaat/gaan;



de betrokken clusterdirecteur en teamleider;



de voorzitter van de betrokken examencommissie;



het college van bestuur;



andere betrokkenen.

De uitspraken van de commissie zijn voor alle partijen bindend.

10. De voorzitter van de Commissie van Beroep rapporteert ten minste eenmaal per jaar schriftelijk (vertrouwelijk) aan het college van bestuur.


38

11. De voorzitter en secretaris van de commissie geven gevraagd en ongevraagd advies aan de clusterdirecteuren in afschrift aan het college van bestuur.


39

Bijlage 6 Resultatenoverzicht bij het diploma8 Hieronder is de regelgeving per examenonderdeel samengevat:

Kerntaak (beroepsspecifiek examenonderdeel) De titel van de kerntaak en het eindresultaat per kerntaak wordt op de resultatenlijst weergegeven, zoals aangegeven in het examenplan van je opleiding.

Loopbaan en burgerschap De inspanningsverplichting voor loopbaan en burgerschap wordt weergegeven met de term ’voldaan’.

Nederlandse taal en rekenen Indien de resultaten Nederlandse taal en rekenen van invloed zijn op de slaag-/zakbeslissing worden deze vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Indien de resultaten Nederlandse taal en rekenen niet van invloed zijn op de slaag-/zakbeslissing worden deze vermeld op het ‘bewijs examinering Nederlandse taal en rekenen’. Bij deelname aan de pilotexamens ontvang je dit bewijs met de behaalde resultaten bij je diploma.

Engels (indien dit als generiek onderdeel is opgenomen in deel B van het kwalificatiedossier) Vanaf cohort 2012 is de volgende regelgeving van toepassing: 

Het behaalde resultaat wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.

8

De minister verwerkt de slaag-/zakregeling in nieuwe wetgeving. Op basis van deze wetwijzigingen kunnen de hieronder vermelde richtlijnen nog wijzigingen.


40

Bijlage 7 Regels voor aangepaste examinering Centrale Examens Regels voor aangepaste examinering Centraal Ontwikkelde Examens mbo Nederlandse taal en rekenen voor deelnemers met een beperking of andere bijzondere omstandigheden.

Artikel 1 a. De examencommissie van de instelling voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, verder te noemen ’de examencommissie’, kan voor een deelnemer met een beperking de wijze van centrale examinering mbo aanpassen, indien door de wijze van examinering en de aard van de beperking de deelnemer bij het Centraal Examen niet in staat wordt gesteld te tonen of hij aan de exameneisen voldoet. b. De examencommissie handelt bij de aanpassing volgens 1a binnen de kaders, vastgelegd door het college voor examens in deze regeling.

Artikel 2 a. De examencommissie maakt ten behoeve van een doeltreffende aanpassing gebruik van aangepaste examens, geleverd door het college voor examens, zoals vermeld in artikel 5 van deze regeling. b. De examencommissie past de regels voor examinering aan binnen de kaders, vermeld in artikel 7.c. Indien met de aanpassingen onder 2a. en 2b. geen doeltreffende aanpassing wordt bereikt, neemt de examencommissie contact op met het college voor examens dat kan besluiten tot het bieden van de mogelijkheid van een verdergaande aanpassing binnen de kaders van de exameneisen.

Artikel 3 a. Bij toepassing van artikel 2 door de examencommissie op grond van een beperking die niet van zintuiglijke of lichamelijke aard is, beschikt de examencommissie over een deskundigenverklaring van een ter zake deskundige orthopedagoog of psycholoog. b. Bij toepassing van artikel 2 geldt dat door de instelling en de examencommissie in het onderwijstraject en bij instellingsexamens overeenkomstige aanpassingen moeten zijn verricht en dat, waar relevant, remediële ondersteuning is aangeboden en benut.

Artikel 4 Bij toepassing van artikel 2 door de examencommissie legt de examencommissie in het proces-verbaal vast dat van een aangepaste examinering sprake is. De examencommissie beschikt over een dossier waarin is opgenomen: de aard van de beperking, de eventuele verklaring van een deskundige of de omschrijving van de in artikel 3b genoemde ondersteuning, de aanpassing bij het examen en de eventuele afspraken met het college voor examens. Het dossier blijft bewaard conform de geldende bewaartermijn voor examenwerk.


41

Artikel 5 Het college voor examens levert aangepaste Centrale Examens Nederlandse taal en rekenen: a. Ten behoeve van deelnemers met een leesbeperking (dyslexie): Centrale Examens waarin voorzien is in audio als hulpmiddel. b. Ten behoeve van deelnemers met een auditieve beperking: Centrale Examens Nederlandse taal waarin alleen de vaardigheid lezen wordt getoetst. c.

Ten behoeve van deelnemers met een visuele beperking: aangepaste Centrale Examens Nederlandse taal en rekenen.

d. Elke andere aanpassing die voortvloeit uit artikel 2c.

Artikel 6 De examens, genoemd onder artikel 5a worden aan alle instellingen voor alle jaarlijks vastgestelde afnameperiodes geleverd. De examens genoemd onder 5b worden geleverd aan alle instellingen voor een deel van de periodes, met een minimum van twee periodes. De examens, genoemd in artikel 5c en 5d worden geleverd na tijdige bestelling door de examencommissie bij het college voor examens, eveneens voor (tenminste) twee van de afnameperiodes. De examencommissie draagt er zorg voor dat het aangepaste examen wordt afgelegd door de deelnemer die het rechtens toekomt, met inachtneming van het gestelde in artikel 3.

Artikel 7 De examencommissie kan ten behoeve van een deelnemer met een beperking of andere bijzondere omstandigheden de afnamecondities van het examen aanpassen: a. De examencommissie kan zonder nadere eisen de examencondities voor de deelnemer aanpassen indien deze condities geen onderdeel zijn van de exameneisen; dit met inachtneming van artikel 4 van deze regeling. b. De examencommissie kan de afnametijd voor deelnemers met een lichamelijke, zintuiglijke of andere beperking verlengen met ten hoogste een half uur, met inachtneming van artikel 3 en artikel 4 van deze regeling. Indien een deelnemer meerdere beperkingen heeft, geldt ook het maximum van een half uur. c.

Bij aangepaste examens zoals genoemd in artikel 5 lid b, c en d stelt het college voor examens aangepaste afnamecondities vast.

d. Indien naar het oordeel van de examencommissie ten behoeve van een deelnemer met een beperking of bijzondere omstandigheden een verdergaande aanpassing van de afnamecondities noodzakelijk is dan bepaald onder artikel 7a en 7b van deze regeling, neemt de instelling zo spoedig mogelijk contact op met het college voor examens.


42

In de Studiegids Onderwijs- en Examenregeling (St-OER) van je opleiding staat informatie over de inhoud, de vorm en de organisatie van de examens

Recommend Documents