In cassatie in MiddenNederland Cursus Stichting Opleiding Advocaten Arrondissement MiddenNederland 8 oktober 2015 Mr. dr. T.T. van Zanten
Doel van de cursus • Beter begrip van en inzicht in: – de arresten van de Hoge Raad (en de daarin gebezigde ‘geheimtaal’) – de bijzondere rechtsgang bij de Hoge Raad en de procedure na cassatie en verwijzing – de (on)mogelijkheden van de cassatieprocedure en de prejudiciële rechtsgang
Programma • • • • • • • • • •
Doelstellingen van de cassatierechtspraak Recente ontwikkelingen De toetsing in cassatie Het middelenstelsel Het cassatiemiddel De cassatietermijn De procedure in vogelvlucht De uitspraak De procedure na cassatie en verwijzing Anticiperen op een mogelijke gang naar de Hoge Raad • De opmars van de prejudiciële procedure
Doelstellingen van de cassatierechtspraak • De drie-eenheid: – Bewaking van de rechtseenheid – Bevordering van de rechtsontwikkeling (ook wel rechtsvorming) – Verlening van rechtsbescherming
Recente ontwikkelingen • Rapport Commissie-Hammerstein (2008) • De Wet versterking cassatierechtspraak (per 1 juli 2012) – Kwaliteitseisen voor de civiele cassatieadvocatuur - De introductie van een afzonderlijke (landelijke) cassatiebalie – ‘Selectie aan de poort’- de versnelde nietontvankelijkheid ex art. 80a RO
• De Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad (per 1 juli 2012) • Revitalisering van het instituut ‘Cassatie in belang der wet’
De cassatietoetsing Algemeen • Cassatie is geen tweede hoger beroep! • Controle op de rechtstoepassing door de feitenrechter • Art 79 RO: – De Hoge Raad vernietigt handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen: • wegens verzuim van vormen voor zover de nietinachtneming daarvan uitdrukkelijk met nietigheid is bedreigd of zodanige nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm • wegens schending van het recht met uitzondering van het recht van vreemde staten
De cassatietoetsing – Schending van het recht •
Wat is recht in de zin van art. 79 RO? –
–
Niet alleen naar buiten werkende, voor betrokkenen bindende voorschriften die uitgaan van het openbaar gezag, maar bijvoorbeeld ook beleidsregels, rolreglementen en algemeen verbindend verklaarde bepalingen van cao’s Niet: het recht van vreemde staten
De cassatietoetsing – De feiten in cassatie • De feitelijke grondslag van de middelen (art. 419 lid 2 Rv) • Welke stukken behoren tot de gedingstukken? • Hypothetische feitelijke grondslag • Wanneer falen klachten wegens gemis aan feitelijke grondslag?
• Gebondenheid van de Hoge Raad aan feitelijke vaststellingen in de bestreden uitspraak (art. 419 lid 3 Rv)
De cassatietoetsing – Vormverzuim • Schending van essentiële processuele voorschriften • Louter nog betekenis als kapstok voor de motiveringscontrole (art. 5 lid 1 RO en art. 30 Rv) • Zie bijvoorbeeld HR 4 juni 1993, NJ 1993/659: “[E]lke rechterlijke beslissing [moet] ten minste zodanig worden gemotiveerd dat zij voldoende inzicht geeft in de aan haar ten grondslag liggende gedachtegang om de beslissing zowel voor partijen als voor derden – in geval van openstaan van hogere voorzieningen: de hogere rechter daaronder begrepen – controleerbaar en aanvaardbaar te maken.”
De cassatietoetsing – De motiveringscontrole • Motiveringsgebreken – Denk aan: • Innerlijke tegenstrijdigheden, gedachtefouten en onlogische conclusies • Feitelijke vaststellingen die geen enkele basis vinden in de processtukken • Verzuim om essentiële stellingen van partijen te behandelen
De cassatietoetsing – Drie soorten beslissingen • Rechtsbeslissingen • Gemengde beslissingen • Feitelijke beslissingen
De cassatietoetsing Rechtsbeslissingen – Beslissingen met betrekking tot recht in de zin van art. 79 RO • Denk bijvoorbeeld aan de uitleg van een wettelijke bepaling of de inhoud en reikwijdte van een wettelijk begrip
– De Hoge Raad toetst ‘vol’ • Het hof heeft “met juistheid” of “terecht” geoordeeld, ‘s hofs oordeel is juist etc.
De cassatietoetsing – gemengde beslissingen •
Rechtsbeslissingen die zijn verweven met feitelijke waarderingen en beslissingen •
•
De Hoge Raad toetst terughoudend •
•
Denk bijvoorbeeld aan de vraag of sprake is van een tekortkoming in de zin van art. 6:74 BW en aan de toepassing van de zorgvuldigheidsnorm of de redelijkheid en billijkheid
“’s Hofs oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en leent zich voor het overige, als verwerven met waarderingen van feitelijke aard, niet voor toetsing in cassatie.” Soms formulering “harde subregels”, “vuistregels” of gezichtspuntencatalogus
De cassatietoetsing – feitelijke beslissingen • Beslissingen met betrekking tot de feiten (zuiver feitelijke beslissingen) en beslissingen die de Hoge Raad om andere reden aan de feitenrechter laat – Denk bijvoorbeeld aan: • de vaststelling van feiten en omstandigheden • de waardering van bewijsmiddelen • begroting van schade • uitleg van overeenkomsten • uitleg van de processtukken
Het middelenstelsel – (I) • De Hoge Raad bepaalt zich bij zijn onderzoek tot de middelen waarop het beroep steunt, aldus art. 419 lid 1 Rv – Dus: geen ambtshalve cassatie buiten de middelen om – Ook niet in geval van strijd met dwingend recht of recht van openbare orde – Evenmin aanvulling van rechtsgronden ex art. 25 Rv buiten de middelen om – hooguit door uitleg van het middel
• De cassatiedagvaarding dient de middelen te bevatten (art. 407 lid 2 Rv) – in een later stadium aangevoerde klachten zijn tardief!
Het middelenstelsel – (II) • HR 14 juni 2013, JOR 2014/263 (ABN AMRO/Schreurs q.q.), r.ov. 3.5.2: “Het hof heeft in rov. 4.3.2 geoordeeld dat de gefailleerde vennootschappen alleen zekerheden hebben kunnen verstrekken voor vorderingen van Fortis die vóór de faillietverklaringen zijn ontstaan. Het middel bevat geen klacht tegen dit oordeel, zodat daarvan in cassatie moet worden uitgegaan.”
Het middelenstelsel – (III) • Annotator N.E.D. Faber onder JOR 2014/263: “1. Gezocht: redelijk bekwame cassatieadvocaat, bij voorkeur met enige kennis van het insolventierecht. Omschrijving werkzaamheden: instellen van cassatieberoep tegen een in strijd met de wet gewezen (en ook overigens onjuiste) uitspraak van het Hof ’sHertogenbosch. Moeilijkheidsgraad: gering. Kans van slagen: 100%. 2. Uit het voorliggende arrest van de Hoge Raad, zowel uit de overwegingen als uit de uiteindelijke beslissing, blijkt dat ABN AMRO niet erin is geslaagd een cassatieadvocaat te vinden die aan het vereiste profiel voldoet.”
Het cassatiemiddel – (I) • Het middel dient te voldoen aan de eisen van art. 407 lid 2 resp. 426 lid 2 Rv. Zie NJ 2013/124: – Het middel dient te vermelden tegen welke oordelen het is gericht en waarom door de bestreden oordelen het recht is geschonden en/of deze niet genoegzaam zijn gemotiveerd – Een rechtsklacht dient met bepaaldheid en precisie in te houden welke beslissing of overweging in de bestreden uitspraak onjuist is en waarom door die beslissing of overweging het recht is geschonden – Een motiveringsklacht dient met bepaaldheid en precisie te vermelden welke beslissing of overweging onvoldoende gemotiveerd dan wel onbegrijpelijk is en waarom
Het cassatiemiddel – (II) • Het belang-vereiste: – Soms zijn cassatieklachten gegrond, maar kunnen zij desondanks niet tot cassatie leiden bij gebrek aan belang – Voorbeelden: • De Hoge Raad is van oordeel dat de rechter na cassatie en verwijzing op andere gronden tot dezelfde uitkomst zal komen • Eiser klaagt terecht over de onjuiste toepassing van een wetsartikel, maar een juiste toepassing van dat artikel pakt evenzeer nadelig voor hem uit • Bij gegrondbevinding van een klacht tegen een deel van de oordelen die het hof aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd, blijven er nog voldoende niet of tevergeefs bestreden oordelen over om de beslissing zelfstandig te kunnen dragen
Het cassatiemiddel – (III) • Nova in cassatie – Feitelijke nova zijn als regel niet toegestaan – Ook geen nieuwe stellingen die feitelijk onderzoek vergen – Alleen zuiver juridische stellingen die passen binnen de rechtsstrijd zoals deze in appel is gevoerd en die hun feitelijke basis hebben in de gedingstukken zijn als novum toelaatbaar
De cassatietermijn – (I) • Standaardtermijn bedraagt 3 maanden (art. 402 lid 1 en 426 lid 1 Rv) • Enkele belangrijke afwijkende termijnen: – In kort geding: 8 weken (art. 402 lid 2 jo art. 339 lid 2 Rv) – Bij afwijzing van een vordering tot vrijwaring wegens afwijzing vordering in de hoofdzaak: tot het moment waarop in de hoofdzaak de conclusie van antwoord wordt genomen (art. 402 lid 2 Rv) – Verlof tot tenuitvoerlegging buitenlandse executoriale titel: 1 maand (art. 990 Rv)
De cassatietermijn - (II) • Let op in faillissementszaken! – Soms bedraagt de termijn 8 dagen – art. 12 Fw (faillietverklaring), art. 156 Fw (homologatie akkoord), art. 187 Fw (verzet tegen uitdelingslijst), art. 244 Fw (intrekking surseance) en art. 279 Fw (faillietverklaring na verwerping akkoord) – Soms bedraagt de termijn 10 dagen – art. 67 Fw jo art. 426 lid 2 Rv (beschikkingen R-C) – Soms gewoon 3 maanden (art. 426 lid 1 Rv) – bijv. beschikking ex art. 73 Fw; zie NJ 2009/517
De dagvaardingsprocedure in vogelvlucht (I) • Het correspondentenstelsel • Het cassatieadvies – Art. 7.6 Verordening op de advocatuur: schriftelijk advies over kansen, kosten en opportuniteit in het licht van procedure na cassatie en verwijzing is verplicht
• De cassatiedagvaarding – dient de middelen te bevatten (art. 407 lid 2 Rv) • Conclusie van antwoord – nietszeggend, behalve in geval van incidenteel beroep – Kenmerkend verschil met hoger beroep
De dagvaardingsprocedure in vogelvlucht (II) • Schriftelijke toelichtingen (gelijktijdig) – art. 408a lid 2 sub a Rv • Re- en dupliek (gelijktijdig) – korte reactie op de ST van de wederpartij • Conclusie P-G – advies aan de Hoge Raad over de wijze waarop het cassatieberoep moet worden afgedaan – Soms niet mals. Zie bijv. A-G Koopmans vóór HR 15 september 1995, NJ 1996/629: “het middel heeft de doorzichtigheid van een tropisch regenwoud bij nacht”
De dagvaardingsprocedure in vogelvlucht (III) • Borgersbrief – Achtergrond – Wat wel en wat niet?
• Arrest Hoge Raad • Totale doorlooptijd: circa anderhalf à 2 jaar.
De rekestprocedure • Afwijkend procesverloop: – Indiening verzoekschrift ter griffie HR – verzoekschrift bevat middelen én toelichting (vgl. art. 428 Rv en NJ 1987/39) – Griffie stuurt afschriften naar partijen die in vorige instantie zijn verschenen (partijen die een verweerschrift hadden ingediend of ter zitting zijn gehoord) – In eventueel verweerschrift dient inhoudelijk op de cassatiemiddelen te worden ingegaan (vgl. art. 428 Rv en NJ 1987/39) – Bij uitzondering nog schriftelijke toelichtingen en re- en dupliek – Daarna: CPG, eventueel borgersbrief, en arrest
De uitspraak • Niet-ontvankelijkverklaring – Nieuw: art. 80a RO
• Verwerping – Gemotiveerd of met toepassing art. 81 RO?
• Vernietiging: verwijzing of afdoening ten principale? • Verwijzing – Terugverwijzing of doorverwijzing naar een ander hof?
• Afdoening ten principale – Bij rechtspunten of feitelijke punten van ondergeschikte aard – Eventueel bekrachtiging vonnis in eerste aanleg
De procedure na cassatie en verwijzing • De verwijzingsrechter zet de behandeling voort en beslist met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad (art. 424 Rv) • De grenzen van de rechtsstrijd: – Géén binding aan vernietigde beslissingen én beslissingen die hierop voortbouwen of hiermee onlosmakelijk samenhangen – Géén binding aan beslissingen waartegen cassatieklachten waren gericht die door de Hoge Raad onbehandeld zijn gelaten – Wél binding aan alle niet of tevergeefs in cassatie bestreden beslissingen – In beginsel géén plaats voor nieuwe feiten, stellingen, vorderingen, weren of bewijs
Anticiperen op een mogelijke gang naar de Hoge Raad • Essentie: zo goed mogelijk procederen in (eerste aanleg en) appel! • Belangrijke aandachtspunten in appel: – Voer alle (nieuwe) stellingen direct in het eerste processtuk in appel op – Anticipeer op de mogelijkheid dat stellingen van de wederpartij uit de eerste aanleg weer aan bod kunnen komen – Anticipeer (al dan niet verdekt) op eventuele nieuwe verweren van de wederpartij – Specificeer een eventueel bewijsaanbod – Wijs de rechter op stellingen die tardief zijn – Zorg ervoor dat cruciale stellingen in het P-V terecht komen
De prejudiciële procedure in hoofdlijnen (I) • Art. 392 lid 1 Rv: De rechter kan in de procedure op verzoek van een partij of ambtshalve de Hoge Raad een rechtsvraag stellen ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing indien een antwoord op de vraag nodig is om op de eis of het verzoek te beslissen en rechtstreeks van belang is: a. voor een veelheid aan vorderingsrechten die gegrond zijn op dezelfde of soortgelijke feiten en uit dezelfde of soortgelijke samenhangende oorzaken voortkomen, of b. voor de beslechting of beëindiging van talrijke andere uit soortgelijk feiten voortvloeiende geschillen, waarin dezelfde vraag zich voordoet.
De prejudiciële procedure in hoofdlijnen (II) • Verloop van de procedure in vogelvlucht: – Partijen krijgen eerst de gelegenheid zich over het voornemen van de rechtbank uit te laten (art. 392 lid 2 Rv) – Griffier zendt een afschrift van de beslissing waarbij de vraag wordt gesteld aan de Hoge Raad, waarna de beslissing op de eis of het verzoek wordt aangehouden totdat de beslissing van de Hoge Raad is ontvangen (art. 392 lid 4 en 5 Rv) – Indien de Hoge Raad niet aanstonds beslist om de vraag niet te beantwoorden, stelt hij partijen én eventueel ook anderen in de gelegenheid schriftelijke opmerkingen te maken (art. 393 lid 1 en 2 Rv) – Korte reactie partijen op schriftelijke opmerkingen andere partijen binnen 2 weken (art. 9.3 Reglement) – CPG, eventueel borgersbrief en beslissing HR – Lagere rechter beslist met inachtneming uitspraak HR (art. 394 lid 1 Rv)
De opmars van de prejudiciële procedure • Sinds de introductie op 1 juli 2012 zijn inmiddels in 28 zaken prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld • De Hoge Raad beantwoordt de vragen ruimhartig (al dan niet na herformulering op de voet van art. 393 lid 7 Rv) – alleen in JOR 2013/228 zag de Hoge Raad af van beantwoording omdat het antwoord (nog) niet van belang was om op de eis te beslissen • Prejudiciële procedure versus sprongcassatie • Prejudiciële procedure versus cassatie in belang der wet
Vragen?
Thijs van Zanten 030-2320838 06-51280578
[email protected]