w
Uitgave van knnv afdeling Regio Alkmaar en ivn Noordkennemerland
december 2014
nummer
38
Impressies bij het KNNV-WEEKEND Schouwen Wilgendag met Bert Maes Op zoek naar bessen en zaden bij De Bleek
Blad nummer 38 — December 2014
Inhoud Blad
Van de redactie
Van de redactie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Van de voorzitters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Bijzondere plantengroei in de Damlanderpolder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Nieuwe vondst: Ronde zonnedauw in Noordhollands Duinreservaat . . 5 Impressies bij het KNNV-WEEKEND Schouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bijzondere rozenvondsten in het Noordhollands Duinreservaat . . . . . . 7 Tengere distel op Wieringen heeft het zwaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Zeldzame oostelijke vos duikt op in Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Blauw weeskind duikt op in Noordhollands Duinreservaat! . . . . . . . . . . 10 Dinsdaggroep Naaldbomenwandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-11 Emma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Nieuwe vlinder voor Nederland in Noordhollands Duinreservaat! . . . 12 Neem nou……………de hoornaar (Vespa crabro) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Nieuw in de bibliotheek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Wilgendag met Bert Maes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15-16 Excursie Korren en Jutten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17-18 Verslag dieptestage ‘Verbrande Pan’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19-21 Oproep vrijwilligers Schaapskooi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Uitnodiging Nieuwjaarsreceptie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Gesnurk in de Slufter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Wie ziet de laatste eekhoorn? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Op zoek naar bessen en zaden bij De Bleek in Egmond-Binnen . . . 24-26 Geslaagd IVN-PWN paddenstoelenweekend bij de Schaapskooi . . . . . 27 Agenda KNNV, lezingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Agenda werkgroepen, maandelijkse IVN activiteiten . . . . . . . . . . . . . . . . 29 KNNV-IVN dinsdag- en woensdaggroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 KNNV-IVN werkgroepen, nieuwe leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Achterblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Blad is een gezamenlijke uitgave van knnv afdeling Regio Alkmaar en ivn Noord-Kennemerland. issn 2210/416X
Omdat er bij de deadline voor het inzenden van kopij voor Blad vaak nog maar erg weinig is ingestuurd, dreigde Blad 38 dunner dan dun te worden. Een oproepje resulteerde daarna in zoveel teksten dat er prioriteiten moesten worden gesteld: lengte, seizoen, actualiteit enz. Enkele artikelen zijn (soms in overleg met de auteur) daarom naar maart 2015 doorgeschoven. Verslagen van IVNnatuurgidsen in opleiding, betroffen vaak dezelfde activiteit; ook hieruit moest een keuze worden gemaakt. Blad 38 is voor mij – na vijf jaar redactiewerk – de laatste versie waaraan ik als IVN-lid mijn medewerking heb verleend. Ik draag het stokje vol vertrouwen over aan mijn twee opvolgers: Bastiaan Schuit en Ger Augustus, beiden IVN-lid. Ik wens hen en mijn oudredactie collega’s Marjolein, Evert, Hans en Keat een goede samenwerking en veel succes toe. Uit het oog is niet meteen uit het hart: ik hoop veel IVN-ers en KNNV-leden nog regelmatig te zien of te spreken. Misschien al op de Nieuwjaarsborrel op 10 januari 2015 in Parnassia? En lukt dat niet: iedereen dan nu alvast een groen, gezond en gelukkig Nieuwjaar toegewenst!
❧❧ Ingrid Siegenbeek van Heukelom
Redactie: Ingrid Siegenbeek van Heukelom, tel. 072-5814440 Marjolein Boersma Evert Maarschall Keat Kho Hans Egberts Uiterste inzenddatum voor Blad nr 39: 21 januari 2015 Te late inzendingen worden mogelijk niet geplaatst! Tekst en plaatjes (op ongeveer de juiste plaats) aanleveren als Word document. Maximale lengte circa 1000 woorden. Geen vet of cursief lettertype.
De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, te redigeren (bij ingrijpende veranderingen in overleg met de auteur) of te weigeren.
De foto’s nog apart als jpg bestand opsturen (liefst meer dan 0.5 Mb). Geef ze een naam die als ondertitel gebruikt kan worden Alles naar:
[email protected] Tenzij anders vermeld, zijn de foto’s van de auteur. Lange verhalen alleen na overleg met de redactie
2
Voorblad: foto Rob Monsees Impressies bij het KNNV-WEEKEND Schouwen
Blad nummer 38 — December 2014
Van de voorzitter KNNV
Van de IVN-voorzitter
Diversiteit In onze afdeling is een grote diversiteit aan interesse en specialistische kennis m.b.t. natuur. Zo kennen we specialisten op het gebied van sprinkhanen, schelpdieren, roesten, wasplaten, graafbijen, orchideeën, zoogdieren, vogels en andere soortgroepen. Natuurliefhebbers staan voor hun natuur. Mycologen hopen dat de groeiplaatsen van bijzondere wasplaten op oude zeedijken niet veranderen in voedselrijke graaszones voor schapen. Liefhebbers van zilte en brakke percelen met o.a. zeekraal willen geen verzoeting van de kwel. Beschermers van dwergganzen vinden het belangrijk dat deze kunnen grazen op die schrale en zilte terreintjes en daarmee wellicht de kwetsbare kenmerkende vegetatie kunnen aantasten.
Op 24 oktober heeft het bestuur een feestelijke lunch gehad met vier jubilarissen van onze vereniging in Parnassia waar de groen e loper werd uitgerold en de tafel feestelijk was gedekt. Ingrid Siegenbeek van Heukelom 25, Eldert Groenewoud 25, Cor Thomas en Gerard Bijman beide 40 jaar lid. Aan de jubilarissen heb ik gevraagd om tijdens de lunch te vertellen over hun eerste contact met IVN, hun ervaringen van de afgelopen jaren en de motivatie. Alhoewel de individuele verhalen verschillend zijn, is er toch een aantal overeenkomsten. In de verhalen komen als een rode draad elementen naar voren die kenmerkend zijn voor IVN.
Soortenbescherming, of juist zorgen voor een gezond ecosysteem, of is beide mogelijk? Ik probeer te begrijpen, wat natuurliefhebbers fascineert en waarom zij juist hun visie op natuur, ecosystemen, biotopen en soorten verdedigen. Tegen de Hondsbossche Zeewering wordt een kunstmatig duin van ongeveer 5 km aangelegd voor veiligheid tegen overstromingen. Die aanleg heeft gevolgen voor de aanwezige natuur. Zo zullen (mijn geliefde) Patella’s of schaalhoedjes op de strekdammen, hun jarenlang begraasde voedselplek verliezen. Ook de vele steenlopers, moeten elders voedsel zien te vinden. Wellicht vermindert de zoute kwel zodanig door een zoetwaterbel onder het nieuwe zand, dat zeekraal en andere typerende vegetatie aan de landzijde verdwijnt. Wat zullen de veranderingen zijn voor het natuurgebied De Putten? Verdwijnen de brakwatergarnalen, van belang voor de vogels? Wat komt er aan (bio)diversiteit terug? Hopelijk krijgt de nieuw aan te leggen duinvallei zoveel rust dat nieuwe, soorten er een geschikte biotoop kunnen vinden. Nu profiteren -tijdelijk?- vooral grijze en gewone zeehonden van het nieuwe zand. Ze worden bewonderd door veel bewoners en toeristen en zelfs leden van de strandwerkgroep heb ik daar gezien. Bijzondere natuur? Bijzondere soorten? Zeker voor de bewoners en toeristen: de meeste KNNV-ers zien liever meer biodiversiteit. Het zijn wel uitstekende momenten om als KNNV-er jouw visie op natuur en diversiteit te delen met anderen. Aangezien onze vrijwilligers gelukkig een brede interesse hebben, levert diversiteit in interesses ook goede gesprekken op over het belang van gezonde ecosystemen en over de voorwaarden daarvoor. De grote diversiteit bij onze vrijwilligers zorgt voor een rijkdom aan kennis en ervaring. Ik ben blij met onze diversiteit!
“Je leert bij IVN op een andere manier kijken” Ingrid wilde, toen haar kinderen klein waren, de natuurgidsencursus doen. Dit lukte ivm de kleine kinderen niet. Later heeft zij het weer opgepakt. Het meer en bewust zien en maken van verbinding is voor haar de extra dimensie die zij graag overbrengt, zoals nu bij de Hortus. Cor kwam tijdens een fietstocht voor het eerst in de duinen en was gefascineerd. Hij wilde meer weten, kwam in aanraking met IVN en leerde anders en beter kijken. Met name vogels. “Mijn ouders/grootouders hebben me het een en ander geleerd over de natuur” onderstreept het belang van het overdragen van beleving aan kinderen. Ook de opmerking “Onze kinderen hebben ook het natuur-virus” geeft dit aan. Elderts moeder was de kracht achter zijn interesse voor natuur en zijn zoon doet lange tijd mee met het programma Vroege Vogels. Gerard’s zoon is biologieleraar geworden en doceert bij de natuurgidsencursus. Veel van de kinderen en kleinkinderen van IVN-leden beleven op een bewustere manier de natuur. “IVN is een sociaal platform met uniforme interesses waardoor je je thuis voelt” Veel verhalen over mooie ervaringen tijdens Texel-weekenden en bijeenkomsten van werkgroepen. Mooie verhalen over het krijgen van energie door excursies en bijpraten met andere leden. Vrijwilligers zijn het fundament van IVN: deze jubilarissen hebben zo hun steentje gedurende langere tijd bijgedragen. Ze zijn voorlopig niet van plan te stoppen. Het geeft veel voldoening. De volgende generatie heeft wellicht andere motivaties en belangen. Beleving blijft een belangrijk kenmerk van IVN en geeft veel energie!
❧❧ Johan Eilering
❧❧ Ruud Maarschall 3
Blad nummer 38 — December 2014
Bijzondere plantengroei in de Damlanderpolder Het terrein van Natuurmonumenten in de Damlanderpolder heeft een bijzondere plantengroei. Dit heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van het natuurgebied. Het terrein is niet openbaar toegankelijk, maar als Plantenwerkgroep heb je soms het voorrecht om op plekken te komen die voor andere gesloten blijven.
vogelpoepje. Dat er binnenkort grote cranberryvelden gaan ontstaan, verwacht ik niet, aangezien het gebied in de zomer toch wel vrij droog is. Verder vonden we stekelbrem. Deze soort was hier een jaar eerder al aangetroffen door Kees Roobeek, die het terrein regelmatig afstruint.
Plantenwerkgroep in Damlanderpolder
Stekelbrem
In de tijd dat veel gronden omgezand werden om als bollengrond dienst te doen, is ook begonnen om de gronden die het huidige natuurgebied vormen, om te zetten. Toen bleek dat dit niet was toegestaan, zijn de bollen er uiteindelijk niet gekomen. Er lag toen wel een laag maagdelijk zand aan de oppervlakte. In 1994 heeft Natuurmonumenten het terrein aangekocht. Er is sinds die tijd een zeer schrale vegetatie op ontstaan met duinsoorten en soorten van heischraal grasland. De plantengroei is destijds een handje geholpen met maaisel uit het Zwanenwater. De Plantenwerkgroep heeft in juni een ronde gemaakt over de graslanden van Natuurmonumenten. Een paar jaar terug hebben we dat ook al een keer gedaan, zodat enigszins bekend was wat we konden verwachten. De voedsel- en kalkarme grond in de van nature kleiige polder zorgt voor een afwijkende vegetatie. De afgelopen jaren is er een toename te zien van struikhei en kraaihei. Op een enkele plek is ook dopheide te vinden. Naast veel rietorchis staan er grote zwermen gevlekte orchis, die het hier uitstekend doet en soms hoge bloeiwijzen vormt. Verder is er op enkele locaties welriekende nachtorchis te vinden. Bijzonder is verder de groeiplaats van het heidekartelblad. De meeste plantjes hiervan waren in juni al uitgebloeid. Ook de groeiplaats van deze soort breidt zich langzaam uit. Een curieuze verschijning is de cranberry. Fraaie cyclaamachtige bloemen liggen aan ranke stengels op de grond. Vermoedelijk is de soort hier beland via een bessenpit in een
De graslanden worden begraasd door enkele paardjes die nieuwsgierig hun neus in onze zaken staken. De paarden houden blijkbaar niet van orchideeën, want er was maar een enkel exemplaar afgeknaagd. Er zijn inmiddels diverse varensoorten in het gebied opgedoken. Zo staat er hier en daar eikvaren. Meer bijzonder is een rijtje koningsvarens, die het hier uitstekend doen. Hier vlakbij is een toef dubbelloof opgeschoten, een soort die in het nabij gelegen Oude Hof eveneens te vinden is. Voorheen zijn ook wolfsklauwsoorten in het gebied aangetroffen. Deze konden we niet meer terugvinden, mogelijk zijn de graslanden hier toch te droog voor. Op de zandgrond staan verder interessante soorten als vogelpootje, oorsilene, dwergviltkruid en echt duizendguldenkruid. De vegetatie van de Damlanderpolder is nog steeds in ontwikkeling. De heide breidt zich verder uit en er komen nieuwe soorten bij die zich in het gebied vestigen en handhaven. De opslag van bomen en struiken wordt tegengegaan. Wat de paardjes niet afknabbelen, wordt door vrijwilligers uit de grond getrokken, zodat bosvorming wordt voorkomen. Kortom, een bijzonder gebied dat de moeite waard is om in ontwikkeling te blijven volgen.
Heidekartelblad
4
❧❧ Pieter Korstanje
Cranberry
Blad nummer 38 — December 2014
Nieuwe vondst: Ronde zonnedauw in het Noordhollands Duinreservaat Ronde zonnedauw komt in Nederland voor in streken met kalkarme zand- of veengrond en groeit bij voorkeur tussen veenmos zowel in hoogveen als in laagveen. Daarnaast kan deze soort voorkomen in venige zandgrond. De soort is onlangs door Kees Roobeek in het Noordhollands Duinreservaat (NHD) aangetroffen en wel in een vrij vochtig terrein, begroeid met relatief jonge heide. Het betreffende stuk is eerder ooit afgeplagd en niet vergrast. De planten waren voorzien van bloeistengels (zie foto), het is dus mogelijk dat ze al enkele jaren aanwezig waren. Hoewel ronde zonnedauw niet bekend was van het NHD, komt het wel noordelijker in het duingebied voor o.a. in het vochtige middenstuk van een grote en bekende diepe kuil vlak bij Hargen in de duinen van Staatsbosbeheer. Het is (uit de literatuur) bekend dat de zaden van zonnedauw over grote afstanden getransporteerd kunnen worden hetzij door de wind hetzij door vogels etc. Er is nog een tweede zonnedauw soort die ook op kalkarme en open vochtige plaatsen voorkomt: de kleine zonnedauw. Deze schijnt ook in het noordelijke kalkarme duin voor te komen althans volgens de verspreidingsatlas van Floron. Zelf heb ik deze soort nooit in het duin gevonden, daarom ter vergelijk een foto die ik elders (Dwingelderveld) gemaakt heb. Duidelijk zijn de verschillen te zien: Ronde zonnedauw: ronde blaadjes plat op de grond en Kleine zonnedauw: ovale blaadjes schuin omhoog stekend.
❧❧ Evert Maarschall
Ronde zonnedauw
Kleine zonnedauw
5
Blad nummer 38 — December 2014
Impressies bij het KNNV-WEEKEND Schouwen ZEELAND ( 6 t/m 8 september 2014) In het eerste weekend van september reisden 16 leden van KNNV en IVN richting Zeeland met bestemming Schouwen. De weersvoorspelling was goed wat eenmaal ter plaatse bleek te kloppen. Na het drukke Randstadverkeer was het vrijdagmiddag een verademing tot rust te kunnen komen in het natuurgebied de Kwade Hoek, het eerste excursiedoel, gelegen in de noordpunt van Goeree. Een landschap in beweging met slikken, schorren, kreken en een breed strand. We troffen er opvallend veel heemst en heelblaadjes aan: verder rode ogentroost, hop, sierlijk vetmuur, zeepostelein en zeewolfsmelk. Leuke vogelsoorten waren er ook: een jagende
boomvalk, een hoogvliegende slechtvalk, driemaal de overvliegende zomertortel en op het slik een groep lepelaars. Een grote verrassing voor mij was het onmiskenbare geluid van een zingende Cetti’s-zanger. Deze soort uit het Middellandsezeegebied heeft zijn areaal de laatste jaren duidelijk noordwaarts uitgebreid. Op zaterdag bezocht een deel van de groep de zeedijk van Westkapelle om naar fossielen te zoeken, terwijl anderen een fietstochtje maakten rond de Prunje. Dit is een groot brak plas-drasgebied, dat een onderdeel vormt van het Plan Tureluur (natuurontwikkeling aan de zuidkant van Schouwen als compensatie voor verloren gegane schorren). Hier zagen
we o.a. een groep van70 fouragerende lepelaars, honderden kluten en een niet te tellen hoeveelheid grauwe ganzen en brandganzen. Later de dag bekeken we gezamenlijk een deel van de zuidrand van het Veerse Meer, in het ondiepe water troffen we o.a. grote en kleine zilverreigers, oeverlopers, wulpen en tureluurs aan. De zondag werd gestart met een gezamenlijke wandeling door het beboste duingebed van Westerschouwen. Bij een fraaie duinplas werden we zowaar getracteerd op een ijsvogel en een familie grauwe vliegenvanger. In de middag bezochten we het haventje van Ouddorp (Goeree) waar je vanaf de aanlegsteiger, liggend op de plankieren, kunt genieten van het zeeleven onder water. De leden van de strandwerkgroep wezen ons op o.a. zeeanemonen, meloen- en oorkwalletjes, en zeewieren in het heldere zoute water. Zaterdagavond werden we onthaald op een heerlijke maaltijd die veelsterrenkok Wilbert Kerkhof in ogenschijnlijk no time voor elkaar had. Zo’n deelnemer is natuurlijk goud waard! Het weekend Schouwen werd afgesloten met een bezoek aan de groeiplaats van de herfstschroeforchis op de vroongronden (duinweilanden die al eeuwen beweid worden) net ten westen van Ouddorp; dit is de enige groeiplaats van enige omvang in Nederland. Waarschijnlijk door de droogte deze zomer waren er veel minder exemplaren dan normaal, maar na lang zoeken werd nog één bloeiend exemplaar gevonden. Tot slot: ik heb aan dit weekend veel plezier beleefd, mede dankzij het enthousiasme en de expertise van de andere deelnemers.
❧❧ Evert Maarschall
Heemst
6
Herfstschroeforchis
Blad nummer 38 — December 2014
Bijzondere rozenvondsten in het Noordhollands Duinreservaat in 2014 Sinds 2011 doe ik onderzoek naar de verspreiding van wilde rozen in het Noordhollands Duinreservaat tussen Wijk aan Zee en Bergen aan Zee. In het bijzonder gaat het daarbij om de berijpte viltroos (Rosa sherardii), die - op één plaats in Drenthe na - praktisch alleen in dit duingebied voorkomt. Om deze roos gebiedsdekkend op de kaart te zetten ben ik al jaren het gebied aan het doorzoeken, waarbij ik langzamerhand van noord naar zuid werk. Bij het afstruinen van allerlei valleien, hellingen en bosranden heb ik als leuke bijvangsten al heel wat andere zeldzame rozen kunnen ontdekken, die ik alle met GPS-coördinaten op waarneming.nl. heb gezet. Wigvormige bladvoet voor beide soorten
Dit najaar werd ik extra beloond met een nieuwe roos voor Nederland, de wigbladige roos (Rosa elliptica), die ik vond op een helling in de duinen van Egmond-Binnen. Deze roos was verleden jaar al wel gevonden langs het Savelsbos in Zuid-Limburg (door Bert Maes,één van de twee Nederlandse rozendeskundigen), maar hierbij was duidelijk sprake van aanplant, waarvan de herkomst te herleiden was tot Noordrijn-Westfalen. Zelfs RTV NH had interesse voor mijn vondst, en wijdde er een tv-opname aan. Nog diezelfde week was het weer raak, en vond ik in de duinen van Heemskerk de kraagroos (Rosa agrestis). Deze roos komt nog slechts voor op drie krijthellingen in twee uurhokken in Zuid-Limburg en is nog nooit eerder langs de Nederlandse kust gevonden. Van beide vondsten heb ik herbariummateriaal ter keuring voorgelegd en dit is goedgekeurd. Bottels Wigbladige roos
Bottels Kraagroos
Beide rozen, behorende tot de egelantierengroep, onderscheiden zich o.a. door een wigbladige bladvoet; ook zijn de bladeren vaak wat smaller. Bij de kraagroos heeft de bottel teruggeslagen kelken en een zeer smalle stijlopening; bij de wigbladige roos staan de kelken juist rechtop op de bottel en is de stijlopening ruim. Een intermediaire vorm, de schijnkraagroos (Rosa inodora), komt ook in dit duingebied voor, en zowel in Egmond, Castricum als Heemskerk heb ik groeiplaatsen gevonden van deze eveneens zeldzame roos. Het aantal wilde rozen in dit duingebied komt nu op vijftien inheemse soorten en zes verwilderde rozen, waarmee we kunnen stellen dat het Noord-Hollands Duinreservaat het rijkste rozengebied van Nederland vormt.
❧❧ Sipke Gonggrijp
Schijnkraagroos najaarsbloei
7
Blad nummer 38 — December 2014
Tengere distel op Wieringen heeft het zwaar De als zeer zeldzaam te boek staande tengere distel is alleen nog bekend van het voormalige Waddeneiland Wieringen. Hoewel zij hier plaatselijk nog steeds voorkomt heeft de tengere distel het zwaar; zowel het aantal planten als het aantal groeiplaatsen neemt af. Tengere distel (Carduus tenuiflorus) is een een- of tweejarige distel. Ze bloeit van mei tot en met augustus met lichtroze tot paarse, soms witte bloemen. De bloemen worden bestoven door hommels, vlinders en bijen. Verspreiding van de zaden gebeurt op verschillende manieren. De meeste zaden vallen na rijping op de grond. Bij vochtig weer worden deze zaden kleverig, waarna ze door mieren verder worden verspreid.
De uitgebloeide hoofdjes, met daarin achtergebleven zaden, kunnen als klitten via passerende dieren en menselijke kleding worden verspreid. Tengere distel komt in Nederland voor op zonnige, droge stikstofrijke grond. Behalve op dijken op het voormalige Waddeneiland Wieringen groeide tengere distel in het verleden ook op dijken en in de duinen van Zeeland en Zuid-Holland, maar daar is ze de laatste decennia verdwenen. Tengere distel komt voor zover bekend momenteel alleen nog op Wieringen voor. Maar ook daar gaat het momenteel niet goed met deze soort. Op verschillende groeiplaatsen, bijvoorbeeld op een dijk bij Lutjesstrand, waar de plant tot voor kort nog voorkwam, is ze inmiddels verdwenen. Er resteert momenteel nog slechts één grotere groeiplaats op de top van een eeuwenoude wierdijk. Hier staan over een lengte van circa vijftig meter nog zo’n tachtig planten. Deze wierdijk wordt sinds jaar en dag begraasd door schapen, wat voor tengere distel op zich een gunstig beheer is. De distels worden namelijk door de schapen gemeden. De schapen zorgen voor verspreiding van de zaden en ook voor open plekken in de vegetatie waar de zaden kunnen kiemen. De groeiplaats op de Wierdijk werd de afgelopen twee jaar in mei gedeeltelijk gemaaid om het wandelpad op de dijk begaanbaar te houden. Het Noord-Hollandpad loopt namelijk precies over de groeiplaats. Tengere distel heeft een voorkeur voor droge standplaatsen waardoor de top van de dijk de optimale groeiplaats is. De bewuste wierdijk is in Nederland één van de laatste wierdijken van zijn soort en werd in 1986 uitgeroepen tot Provinciaal monument. Er is in het verleden 8
veel geld geïnvesteerd om de dijk als wierdijk te behouden. Het behoud van tengere distel lijkt alleen mogelijk als het maaibeheer kan worden aangepast of als een alternatieve route mogelijk is voor het Noord-Hollandpad.
❧❧ Martijn Oud
Blad nummer 38 — December 2014
Zeldzame oostelijke vos duikt op in Nederland Ze waren nog nooit waargenomen in Nederland maar dit jaar was het raak: een heuse invasie oostelijke vossen vanuit het noordoosten bereikte ons land. En zij kozen vooral voor de duinen. De oostelijke vos begon een tiental jaren terug aan een opmars naar het westen vanuit Moskou en vanuit enkele restpopulaties uit zuidoost Europa. De soort werd opeens veel algemener in haar oostelijke leefgebieden en begon haar leefgebieden uit te breiden naar het noorden en westen. Eerst via de Baltische staten en noordoost Polen. Naar het noorden ging het nog veel sneller en binnen enkele jaren behoorde de oostelijke vos in Finland tot de meer algemene soorten. In 2011 was Zweden aan de beurt, ook werden enkele waarnemingen gemeld uit Denemarken. In 2014 tussen 8 en 11
Op 2 augustus kwam er een antwoord op deze vraag. Van collega vlinderliefhebber Klaas Kaag kreeg ik de tip om eens in wat bunkers te zoeken naar oostelijke vossen. In de tijd dat de oostelijke vossen rondvlogen in Nederland was ik met vakantie dus dacht al:’ nou die soort heb ik dus mooi gemist’. De bewuste dag fietste ik mijn rondje toezicht in het terrein Bergen zuid en besloot voor een enorme onweersbui te schuilen en even in een paar afgesloten vleermuisbunkers te kijken of er ook al vlinders in overwintering hingen. In een klein geschikt bunkertje hingen dertien dagpauwogen vrij aan het plafond. Dat is erg goed voor deze soort want de soort holt hard achteruit de laatste jaren. Dit bunkertje heeft ook een ventilatieschacht naar buiten; deze was afgedekt met een dikke steen. Tot mijn stomme verbazing hingen hier twee oostelijke vossen gebroederlijk tegen elkaar aan. Gelukkig had ik mijn fototoestel bij me en kon ik enkele bewijsplaatjes schieten. Hiermee was het bewijs geleverd dat de oostelijke vos dus wel degelijk in Nederland in overwintering is gegaan. Nu is het wachten op het voorjaar totdat deze fraaie vlinder weer te voorschijn komt voor de voortplanting! En dan is er natuurlijk weer de grote vraag: gaat de oostelijke vos zich ook definitief vestigen in Nederland en in de Hollandse duinen. De soort plant zich voor op wilgen liefst op of nabij water. Ik heb al enkele geschikte plekjes in gedachten!
❧❧ Luc Knijnsberg, juli werd de soort volop gezien in Denemarken. Vanaf 10 juli dook de soort in Nederland op om zich vervolgens tot enkele tientallen vlinders uit te breiden naar het noordwesten. Vooral het Zwanenwater bij Callantsoog was favoriet en hier verbleven half juli tot maximaal acht vlinders. De eerste melding was trouwens uit het Nationaal park Zuid-Kennemerland waar collega Dick Groenendijk een exemplaar zag. Binnen enkele dagen was het totaal over met de zichtwaarnemingen en begon de speculatie. Zijn ze doorgevlogen naar Engeland en Frankrijk? Of zijn ze gaan overwinteren? De oostelijke vos vliegt in de zomer slechts enkele weken om vervolgens als volwassen vlinder te gaan overwinteren en dan in het vroege voorjaar weer te voorschijn te komen om zich voort te planten. Soorten als kleine vos en dagpauwoog volgen ook deze strategie. Een enkel exemplaar liet zich zien in Engeland en België. In Frankrijk wordt nauwelijks naar vlinders gekeken dus daar zouden ze makkelijk gemist kunnen worden. Daarbij komt ook dat de soort erg moeilijk te onderscheiden is van zijn broer de Grote vos die in Frankrijk tot de gewone soorten behoort.
9
Blad nummer 38 — December 2014
Blauw weeskind duikt op in Noordhollands Duinreservaat! In de nacht van 27 op 28 augustus werden op twee verschillende plekken in het Noord Hollands Duinreservaat twee blauwe weeskinderen waargenomen door John van Roosmalen en Luc Knijnsberg. Deze trekvlinder is zeer zeldzaam en wordt maar af en toe in Nederland waargenomen. Het blauw weeskind (Catocala fraxini) is een zeer grote nachtvlinder en behoort tot de familie van de uilen. In Nederland komen meerdere soorten weeskinderen voor, waaronder het rood weeskind, zwart weeskind, grijs weeskind en karmozijnrood weeskind. De naam weeskind schijnt betrekking te hebben op de roodzwarte tekening.
Dinsdaggroep
Naaldbomenwandeling 7 Oktober om 13.00 uur nog, tijdens een zware onweersbui, werd door de telefoon herhaalde malen de vraag gesteld of de wandeling wel door kon gaan. Ja wel… om 14.00 uur zou het opklaren, dus natuurlijk gingen we! Vanaf Duinvermaak begeleidde Jan Boersma ons, in totaal elf personen, in de regen langs zijn eigen naaldbomenroute. Jan heeft zich als een echte leraar zeer degelijk voorbereid en laat ons allerlei voorbeelden zien van het kijken naar die bomen, noemt verschillen tussen soorten als Corsicaanse den (Pinus nigra var. Corsicana) en Oostenrijkse den (Pinus nigra subsp. nigra). Hij laat ons oefenen bij de volgende bomen en voor ons is het behoorlijk opletten. Wij moeten veel omhoog kijken en dan valt op dat het prachtig weer is geworden, de zon kleurt de stam van de grove den mooi roodbruin en het zonlicht geeft het bos een warme herfstsfeer. Jan vertelt o.a. over jaarringen van naaldbomen: de donkere ringen worden in de zomer gevormd, de lichte in de winter. De groene korst op schors wordt veroorzaakt door de gewone poederkorst (Lepraria incana).
In Amsterdam hadden kinderen van een bepaald weeshuis een uniform dat rood met zwart was, vandaar de associatie. De rupsen van het blauw weeskind leven op populier en abeel. De meeste vlinders worden waargenomen in augustus en september. Op 29 augustus werden nogmaals twee blauwe weeskinderen waargenomen, waarvan een op licht en een op smeer wederom in het Noordhollands Duinreservaat, dicht bij de plaats van de eerste waarneming door John van Roosmalen. Hier is dus echt sprake van een kleine populatie. De vraag is nu of er vorig jaar vanuit andere oorden een exemplaar is komen aanvliegen dat hier in het duin haar eitjes heeft afgezet, of dat hier al langere tijd een kleine populatie zich bevindt De eerste optie ligt het meest voor de hand aangezien er de laatste jaren in dit deel van het duin veel met licht en smeer naar nachtvlinders gekeken is. Opvallend is verder dat karmozijnrood weeskind ook fors in aantal toeneemt. Deze vlinder wordt vooral op smeer aangetroffen en leeft in hoofdzaak op oude eiken. Nu de eikenbossen ouder worden, neemt het leefgebied van deze nachtvlinder dan ook toe. Het is dus fijn weeskinderen zoeken in het Noordhollands Duinreservaat.
❧❧ Luc Knijnsberg 10
We bekijken takken, naalden, kegels en zaailingen van de diverse naaldbomen. Bij het lostrekken van een naald van de sitkaspar (Picea sitchensis), gaat het bladkussentje als een vlaggetje mee. Dit is een determinatiekenmerk voor sparren in het algemeen. We bekijken een dennenstobbe met gaten van een boktor. Aan de omvang van de stammen bemerken we dat er vele honderdjarigen staan. Het is zó vier uur en Jan heeft ons inmiddels elf naaldboomsoorten laten zien. Naast bovengenoemde zagen we: bergden (Pinus mugo), zeeden (Pinus pinaster), fijnspar (Picea abies), reuzenzilverspar (Abies grandis), grove den (Pinus sylvestris), pekden (Pinus rigida), jeneverbes (Juniperus communis) en Weymouthden (Pinus strobus). De struikden, witte spar, Nordmannspar, Douglas(spar), lariks en taxus hopen we graag nog op een volgende wandeling met Jan te zien. Naast de naaldbomen trekken ook andere zaken de aandacht: de excursieleden wijzen elkaar op kraaiheide zonder bessen omdat ze te donker staan, nog enkele exemplaren van struikheide in bloei, mossen met huikjes op hun sporenkapsel, paddenstoelen en zaden. We zien muizenstaartzwam, okerkleurige vezeltruffel en veel aardappelbovisten op het pad, enkele witte kluifjeszwammen en het wit dwergelfenbankje (Antrodiella semisupina) zo mooi van onderen, een beetje koraalachtig.
Blad nummer 38 — December 2014
We nemen wat verschillende kegels mee, bolsters van tamme kastanjes, beukennootjes, eikeltjes en wat dennentakjes voor de herfsttafel, maar ook als oefenmateriaal. We lopen geen normale route: Jan volgt zijn eigen route en waar nu die jeneverbes staat? Geen idee, maar schaf de hier onder genoemde brochure maar aan, die is echt de moeite waard. Bij ’Buitencentrum de Schoorlse Duinen’ is namelijk. een aardig handzaam wandel/fiets boekje te verkrijgen: ‘18 naaldbomen. Wandel terug in de tijd met de Boomplanterstocht’. Het is in 2012 gemaakt door Hans Egberts (redactielid van ons Blad). Om zeven uur ’s avonds regende en onweerde het nog erger dan om één uur ’s middags maar tussen twee en vier was het mooi weer. Sinds de dinsdaggroep is gestart, vanaf 2 september, is het voor de zesde maal op rij boffen met het weer en met enthousiaste mensen.
Emma Toen ik op dinsdag 23 september jl. de voordeur opendeed om de post uit de bus te halen, bleek er een klein egeltje bij het stoepje te zitten. Hij was niet meer dan een kinderhand groot en bewoog een klein beetje. Om zijn lijf vlogen grote vliegen: dat zag er allemaal niet goed uit. Wat nu? Omdat hij helemaal alleen was, heb ik hem eerst maar eens in een emmer gezet. Hij rolde zich bij aanraking op tot een balletje en hield zich dood. Voor- en achterkant waren niet meer van elkaar te onderscheiden en er zat geen beweging in. Vervolgens heb ik Barend en Marleen Landman
❧❧ Jannie Nijman
TOEN IK BEGON Het verhaal van de Waarderhout Het heeft zich ontworsteld uit de grauwe klei, moest vanuit twijgen een nieuw gedicht. Het kon de akkers vergeten, het mocht rijzen, het mocht naar hogerop. Het kende geen haast, het groeide. Het beschutte al wat niet zichtbaar was, het behoedde wat gevaren liep, het zong ervan. In de ochtend kon alles, het kreeg een gezicht, werd aanwezig. Waarom ook niet. Het herbergde de toevallige vrienden, zij wisten van elkaar, zij blaften ervan. Hoe zou het zijn met hen te spelen. Zou hij het zich ooit herinneren. Weer jacht en jong en op de hoede. Wees mijn vroege ochtend, vergeet de bomen. Ik val, kap mijn woorden af, rot in vruchtbare aarde, vind het vochtige mos. Ik was hier, maar waarom. De tijd snijdt hout –
❧❧ Elbert Gonggrijp
Heerhugowaard, dinsdag 14 oktober 2014
van egelopvang Dikke Prik in Warmenhuizen gebeld. Barend zei dat het egeltje maar beter naar ze toe gebracht kon worden. Ten eerste was hij overdag gevonden en dan horen ze niet rond te lopen, en ten tweede was hij nog klein. En die vliegen..... dat was helemaal niet gunstig. Ik had een stuk karton half over de emmer gelegd om het daar een beetje donker te maken. Dat zijn vertrouwen in de wereld daardoor kennelijk wat hersteld was, merkte ik toen ik weer in de emmer keek. Hij begon zich een klein beetje te ontrollen en een paar stapjes te doen. Boven zijn linkeroog bleek ook nog een grote volgezogen teek te zitten. Hij mocht mee naar Warmenhuizen. Daar aangekomen voltrok zich een klein wonder: Marleen Landman van de egelopvang nam het inmiddels weer stijf opgerolde pakketje op en begon over zijn stekeltjes te aaien zodat hij zich helemaal zou ontrollen en kijk, dat was precies wat hij deed. De teek werd met vaardige hand verwijderd evenals de vliegeneitjes die hij op het lijf bleek te hebben. Als die uitkomen kunnen die vliegenlarven fataal zijn. Egeltje bleek 133 gram te wegen, was naar schatting ongeveer zes weken oud en bleek geen hij maar een zij. Vandaar de naam: Emma. Emma zag er verder gezond uit en maakte een duidelijk levendiger indruk dan in de emmer nu ze in een paar zachte warme handen lag.
❧❧ Marian van der Laan
11
Blad nummer 38 — December 2014
Een nieuwe vlinder voor Nederland in het Noordhollands Duinreservaat! Wie mij een beetje kent, weet dat ik graag naar hele kleine nachtvlinders kijk, zogenaamde micro’s of iets deftiger microlepidoptera of anders wel de kleinere vlinders. Voor mij was het een ontzettend mooie ervaring om helemaal aan het eind van het seizoen een nieuwe soort voor Nederland te mogen zien en dat nog wel in het Noordhollands Duinreservaat. De meeste nieuwe (nacht) vlinders voor Nederland worden toch wel aan de zuidgrens gezien, in Limburg en ook wel in Zeeland of anders wel aan de oostgrens.
Op Facebook barstte meteen een discussie los over de vindplaatsen van glaskruid in het Noordhollands Duinreservaat. Groot glaskruid komt voor en ook klein glaskruid, maar nu niet direct in de omgeving van waar ik mijn waarneming deed. Ik heb de vlinder dus niet meteen in zijn biotoop gezien. Waarschijnlijk betrof het een exemplaar ‘onderweg’. Het is een soort die bekend is van Zuid-Europa en de Kanaaleilanden. Sinds het begin van de eeuw is hij ook in Engeland opgedoken en heeft daarna snel het zuiden van Engeland gekoloniseerd, zo las ik na wat googelen.
Nu wordt het zo langzamerhand wel eens tijd om te onthullen om welke soort het gaat: het betreft de schitterend mooie glaskruidprachtmot (Cosmopterix pulchrimella), een micro uit de Cosmopterigidae, de prachtmottenfamilie. Dit is een familie met kleine, maar schitterende vlindertjes, zoals de verwante hopprachtmot (Cosmopterix zieglerella), de zwarte rietprachtmot Cosmopterix scribaiella, de gele rietprachtmot
Toen ik de vlinder zag, wist ik overigens nog niet meteen dat het om een nieuwe soort voor Nederland ging! Het was vrijdagavond 27 september en ik was bezig met een voor mijn doen omvangrijk nachtvlinderoperatie. In het hoogseizoen, zo’n beetje van mei tot augustus, komen er meestal vrij veel nachtvlinders af op de lichtopstellingen en op de smeer. Zo tegen het eind van het seizoen neemt dat echter behoorlijk af. Om de trefkans te vergroten, had ik eerst smeer aangebracht in het bos ten westen van de Staringweg, ter hoogte van de Mient, zo’n beetje halverwege tussen Egmond en Bakkum. Daarna was ik richting zee gegaan om daar twee lichtopstellingen, die op een accu werken, neer te zetten. Tenslotte ben ik teruggekeerd naar de de smeer om daar in de buurt mijn lakens op te zetten. Het was nog best lekker weer gebleven, dus ik had het er warm van gekregen. De voorspelde mist bleef gelukkig weg en al met al had ik een hele mooie avond met toch nog aardig wat vlinders, alleen niet zo veel soorten.
Glaskruidprachtmot (Cosmopterix pulchrimella), waarneming op licht, 27 september 2014, terrein Egmond, nieuw voor Nederland
Cosmopterix lienigiella en ook de duinviooltjesmot (Pancalia nodosella) en het lisdoddeveertje (Limnaecia phragmitella). Omdat het een nieuwe soort is voor Nederland en er ook uit België nog geen waarnemingen waren, was er ook nog geen Nederlandse naam. Daarom kwam mij dus ook nog de eer toe om daarmee op de proppen te komen. De keuze was uit een logische naam of uit een meer populaire naam. De micro’s hebben nog niet zo lang Nederlandse namen, ze liepen daarmee achter op hun grotere broertjes, de macro nachtvlinders. Sinds een paar jaar zijn alle soorten van een Nederlandse naam voorzien. Daar zitten hele aardige tussen, zoals geisha (Olethreutes arcuella), naaldkunstwerkje (Bisigna procerella), vuurmot (Carcina quercana), oosterse schone (Eratophyes amasiella), etc. Het leek mij in dit geval echter beter een systematische naam aan te houden, om in lijn te blijven met de andere leden van de familie. Bij nazoeken blijkt de waardplant van dit nieuwe vlindertje glaskruid (diverse soorten) te zijn en zo kwam ik op de naam glaskruidprachtmot. 12
Deze glaskruidprachtmot (Cosmopterix pulchrimella) kwam op het licht af bij een van de twee lakens die ik had neergezet in het bos ten westen van Staringweg (zie waarneming.nl voor de locatie, http://waarneming.nl/waarneming/view/88807795). Het is zelfs voor een micro nog wel een tamelijk kleine vlinder, dus ik moest er eerst een foto van maken om vervolgens op het scherm van mijn fototoestel in te kunnen zoemen om hem eens wat beter te bekijken. Dat het een van de prachtmotten was, daar was ik al snel achter, maar ik dacht nog aan de hopprachtmot of wellicht de zeldzame zwarte rietprachtmot. Pas toen ik de volgende dag thuis de foto’s eens ging vergelijken met de plaatjes op microlepidoptera.nl en lepiforum.de en ik de subtiele kenmerken op de vleugels eens goed onder de microscoop bestudeerde, kwam ik er achter dat ik een nieuwe soort voor Nederland gevonden had! Al snel volgden via Facebook de bevestiging van de determinatie door Tymo Muus en eveneens diverse felicitaties. Nu is het nog spannend of deze soort zich ook in het Noordhollands Duinreservaat gaat vestigen en er de komende jaren meer waarnemingen kunnen verschijnen, van de vlinder of wellicht van vraatsporen van de rups op glaskruid.
❧❧ John van Roosmalen
Blad nummer 38 — December 2014
Neem nou……………de hoornaar (Vespa crabro) In de eerste twee weken van september vierden we vakantie in Engeland, in een piepkleine cottage met een enorme tuin, aan de rand van de New Forest. Tijdens een rondje door die tuin werd mijn aandacht getrokken door een luid gezoem, dat opsteeg uit een jonge es. Toen ik er heen liep, passeerde mij een mooie grote wesp, die ook op weg bleek te zijn naar het boompje. Het gezoem bleek afkomstig van een aantal hoornaarwerksters, die zich op verschillende takken tegoed deden aan het suikerrijke sap uit de bastvaten.
nachts nog actief. Dat wordt bevestigd door nachtvlinderaars, die deze wespen regelmatig op het laken krijgen. Wespen vangen voor hun jongen andere insecten, vaak vliegen, om die, verwerkt tot vliegenbrokjes, aan hun larven te voeren. We bezochten tijdens die vakantie zo’n mooie Engelse tuin en ik stond te kijken naar een grote bloem, waarop honingbijen en vliegen in het middagzonnetje druk bezig waren stuifmeel en nectar te oogsten, toen- pats- zich een hoornaar op een bij stortte. Er volgde een korte worsteling die eindigde met de dood van de honingbij. De hoornaar beet vervolgens de bij de kop af en vloog met het onthoofde lichaam weg. Ik raapte de kop van de bloem en zag hoe de kop nog een paar keer de tong uitstak. Zo diende de ene angeldrager tot voedsel van andere. Na de vakantie kreeg ik een mailtje van Ingrid, van de BLAD redactie. Ze had een hoornaarsnest onder de dak van haar huis. Wat te doen? Ze had niet echt last van de bewoners. Ik raadde haar aan het nest te laten zitten, want zo’n wespenvolk komt bijna nooit de winter door. En, bedacht ik later, met zo’n nest in de buurt is de kans kleiner dat je door een honingbij wordt gestoken.
❧❧ Hans Nieuwenhuijsen
De dieren hadden zelf ‘wonden’ in de takken geknaagd om dit sap te oogsten. Me dunkt, een leuke waarneming. De tuin werd ’s nachts bezocht door een das en niets is spannender om ’s nachts het dier op de plek waar hij zijn latrine heeft op te wachten. Nog mooier kun je ze trouwens zien bij hun burcht maar die lag buiten de tuin. En, jawel, we vingen een glimp op van de das, die vanwege de lichtbundel, die ik op hem richtte, snel in een heg verdween. Toen we op de terugweg langs de es liepen, klonk uit het boompje nog steeds gezoem. Blijkbaar zijn hoornaars ook ’s
13
Blad nummer 38 — December 2014
Nieuw in de bibliotheek De Nederlandse zoetwatervissen . L 37 Uitgave van Sportvisserij Nederland. Handzame en duidelijke veldgids om vissen te determineren. Waarom krijgt een specht geen koppijn? K23 Auteur: Monica Wesseling. Een laagdrempelig feiten- en weetjesboek over de wereld van vogels. Zowel leuk voor kenners als leken. De vragen kwamen binnen bij Vogelbescherming Nederland. De verborgen wereld van vogels. K24 Auteur: Peter Holden. Dit boek biedt uitgebreide informatie over ‘hoe vogels werken’; van fysieke kenmerken, hofmakerij en voortplanting tot hun sociale activiteiten, verspreiding en reizen. Met prachtige fotografie en casestudies van meer dan 100 individuele soorten Europese vogels. De KNNV en IVN hebben een aantal leuke boekjes samengesteld. De auteurs zijn : Geert-Jan Roebers en Stefan Halewijn. De volgende exemplaren staan nu in onze bibliotheek: Arendsoog. K25 Over zeearend, slechtvalk, havik en andere gevederde jagers. Keverkriebels. N 17 Over lieveheersbeestjes, meikever en andere trippelende torren. Ratjetoe. Q 25 Over muizen, ratten, hamsters en andere coole knagers. Addergebroed. Q 26 Over ringslang, zandhagedis en andere gladde kruipers. Struikrovers. Q 27 Over wezel, hermelijn, otter, das en andere dappere marters. Verkadealbums. Jan Hendriks heeft ons een aantal exemplaren cadeau gedaan, waardoor onze collectie completer is geworden. Het gaat om: * De bloemen en haar vrienden. G9 * De Vecht. G12 * De grote rivieren. G17 * De bonte wei. G 18 Van de auteur H.E. Kuylman: * De boerderij. G 21 * De torenkraai. G22 Schelpen. L 38 Auteur: Gert Linder. De 150 mooiste slakken en tweekleppigen die kunnen voorkomen op de Europese stranden. Een compact gidsje, handig voor de strandwerkgroep om mee te nemen bij de excursies.
14
Texel is anders. E6 Auteurs: een keur aan specialisten. Zij brengen in dit boek niet alleen de natuurgebieden met hun levende have, maar ook Texels intrigerende landschapsgeschiedenis en cultuurhistorie in woord en beeld tot leven. Een uitgave van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Een aanwinst voor natuurgidsen in opleiding die het Texel weekend beleven. Zwaluwen van Gaast. K30 Auteur: Theunis Piersma. Theunis Piersma is hoogleraar trekvogelecologie in Groningen. In zijn vrije tijd doet hij in zijn woonplaats onderzoek naar huiszwaluwen. Hij is een geboren verteller en verstaat de kunst om ingewikkelde, wetenschappelijk materie op een begrijpelijke en onderhoudende manier over te dragen. Een literair verslag van een persoonlijke zoektocht, een ode aan de huiszwaluw.
❧❧ Truus Ettema
MEEUW Na een strandwandeling met mijn vriendin Conny
Hij hoeft niet te benaderen tot wanneer, hij zal je altijd in de gaten. Het wandelend argusoog om plotseling op de wieken voor gezien. Voorlopig durft hij nog. Waarom zou hem toch de schrik. Hij heeft niets te verliezen, hij is een brutale blik, zijn ik-besef, hij lacht luidop, hij lacht de zee. Wij willen hem zo achterna. Jij beseft terdege wie jij wenst, jij wil leren vliegen, zeg je en hoe doe je dat in het echt? Je bent vrij, nu ik zo naast je lig. Ik koester mijn armen om je heen. Ik geef je ruim baan te zweven wie je bent. Mijn vleugels om de jouwe –
❧❧ Elbert Gonggrijp Egmond aan Zee, maandag 25 augustus 2014
Blad nummer 38 — December 2014
Wilgendag met Bert Maes Tijdens onze excursies met de KNNV wordt mijn hulp nogal eens ingeroepen, als er weer eens een wilg wordt gespot, die zich niet zomaar laat determineren. Jammer genoeg moet ook ik het juiste antwoord nogal eens schuldig blijven. Waarom vormen de wilgen eigenlijk zo´n lastige plantengroep?
één van de grootste kenners op het gebied van inheemse houtige gewassen bereid gevonden om ons tijdens een excursie op 11 september jl. te begeleiden. Op bedrijventerrein de Beverkoog in Alkmaar kwamen we in de beplanting langs het fietspad naar de spoorbrug meteen al de eerste interessante wilgen tegen: een kruising van de
In de eerste plaats ze op een enkele na, erg veel op elkaar lijken. Vrijwel alle soorten zijn in het bezit van het smalle, langwerpige wilgenblad. In het vroege voorjaar bloeien ze met de bekende wilgenkatjes. Alle wilgen zijn tweehuizig. Dat houdt in dat er aparte vrouwelijke en mannelijke bomen (of struiken) voorkomen, ieder met hun eigen vrouwelijke of mannelijke katjes als bloeiwijze. Amandelwilg
Salix caprea, vrouwelijke katjes
In de tweede plaats wordt determinatie bemoeilijkt door het feit dat de meeste wilgensoorten onderling veelvuldig met elkaar kruisen waardoor hun nakomelingen over gemengde kenmerken beschikken. Dit maakt het op naam brengen erg lastig en regelmatig bijna onmogelijk. Al In het verleden hebben de telers veel wilgen “veredeld” (geselecteerd en gekruist) om soorten te verkrijgen, die goed bruikbaar waren voor specifieke doeleinden. Te denken valt aan het vlechten van allerlei gebruiksartikelen zoals o.a. manden, fuiken, beschoeiingen en schuttingen. Door jarenlange verwaarlozing van de oude grienden, waar in het verleden op een professionele manier wilgentenen geteeld werden, konden veel wilgen a.h.w. ontsnappen uit hun oorspronkelijke teeltgebieden. Daarom komen wij ze nu, meestal verwilderd, op allerlei verschillende plaatsen tegen. Deze wilgen zal je echter niet gauw in een flora tegenkomen. De Heukels´ Flora van Nederland geeft naast de zuivere soorten slechts enkele kruisingen of bastaardsoorten aan.
amandelwilg en de katwilg; de bladeren van deze kruising hebben aan hun langloten vaak twee kleine zgn. ‘vlaggetjes’ aan de bladvoet. (S. x mollissima ’Undulata’ ). Eveneens zagen we een kruising van de grauwe wilg met de katwilg (Salix x holosericea ). Beide inheemse kruisingen hebben nog geen Nederlandse naam. Ook vonden we een zuivere, inheemse geoorde wilg (S. aurita ), een soort, waarnaar we al een Geoorde wilg hele tijd op zoek waren. Zoals de naam al zegt beschikt deze wilg over zgn. ‘oortjes’. De plantkundige term hiervoor is steunblaadjes, deze komen ook bij andere wilgensoorten voor. Vervolgens heeft Bert een aantal door ons meegenomen wilgentakken op naam gebracht. Zoals de door Johan meegenomen, redelijk zeldzame, Duitse dot. Deze variëteit groeit bij hem vlak bij zijn groentetuin in de Schermer en wordt Kattekletters genoemd (Salix x dasyclados) Ook meegenomen door Johan was een variëteit van de berijpte wilg met mooie
Om ons te helpen bij het op naam brengen van een aantal wilgen, hebben we Bert Maes, 15
Blad nummer 38 — December 2014 donkerrode voetjes aan de onderkant van de bladsteel ; deze konden we jammer genoeg niet op naam brengen. Maar Bert gaat hier verder onderzoek naar doen, eventueel d.m.v. DNA-onderzoek. Om zekerheid te krijgen bij het determineren is het erg handig om over een techniek te beschikken, die we deze dag geleerd hebben. Daar heb je een takje voor nodig van ongeveer 1 cm. dik en 20 cm. lang. Onder de schors van wilgentakken bevinden zich bij een aantal soorten korte of langere (of dikke of dunnere ) lijstjes. Deze verschillen per soort, maar elk soort heeft altijd zijn eigen vaste patroon. Met je nagel kun je de schors goed verwijderen en dan komen de lijstjes tevoorschijn. Neem geen takjes, die te dun zijn en houd er rekening mee, dat deze methode in het voorjaar gemakkelijker werkt dan in het najaar. De geoorde wilg heeft vrij korte lijstjes, terwijl de grauwe wilg lange lijsten heeft. Deze twee wilgen kruisen erg
Kraakwilg, Bergerweg
gemakkelijk, maar dat is aan de nakomelingen vaak niet te zien. De lijstjes kunnen dan uitkomst brengen. Ook Hans Timmerman, had een aantal verschillende takken meegenomen uit zijn natuurpark, een tak met klein blad bleek de geoorde wilg te zijn; naar een tak van een, ook voor Bert onbekende wilg moet nog gekeken worden. Hans geeft leiding aan een groep vrijwilligers die het onderhoud van Natuurpark Blokweer in de buurt van Hoorn, op zich heeft genomen. Daar zijn inheemse wilgensoorten aangeplant; aan de uitbreiding van het aantal verschillende soorten, o.a. met de nog ontbrekende inheemse kruisingen en met interessante en aantrekkelijke griendwilgen wordt gewerkt.
Boswilg Geesterambacht
Na de Beverkoog zijn we naar het Geestmerambacht gereden en daar hebben we samen met Bert nog wat meegenomen materiaal behandeld zoals de tak van een prachtige oude 16
kraakwilg ( Salix fragilis ’Russeliana’ ), die ik langs de Bergerweg had zien staan. Eerst heb ik het knakken van de twijgen laten horen. Afgebroken takken kunnen, als ze in het water vallen en verderop weer aanlanden, voor de noodzakelijke vermeerdering van de soort zorgen. Ook hier zit weer een addertje onder het gras: er zijn meer wilgensoorten, waar de takken erg gemakkelijk kunnen afbreken zoals bij de laurierwilg en soms ook bij de schietwilg. Genoemde monumentale boom heeft zijn groeiplek net buiten de berm in het land ernaast. Ook had ik een paar takken bij me van de geoorde wilgen van Damland bij Bergen Vervolgens zijn we naar de bosjes met de amandelwilgen gelopen (aan de Noordkant van het Geestmerambacht) en Bert kwam met ons tot de conclusie dat dit struikenbosje uit natuurgetrouwe exemplaren van de amandelwilg (S. triandra ) bestaat. Een mooi kenmerk bij deze wilg is de schors, die in plakken afbladdert vanaf oude takken en de stam. De bast daar onder is mooi oranjeachtig van kleur. Daarna zijn we doorgelopen naar een karakteristieke, oude, in elkaar gezakte wilgenstruik. die na bestudering van de lijstjes toch een gewone grauwe wilg bleek te zijn. De grote struik, die hier tegenover stond, bleek minder gewoon: een kruising van de grauwe wilg en de rossige wilg (Salix x cinerea ’Oleifolia’). De bladeren hebben namelijk aan de onderzijde een roodbruinachtige beharing. De Latijnse naam is Salix x guinieri. Om het niet al te laat te maken, besloten we vanaf hier en via een andere route, richting uitgang te gaan. Uiteraard kwamen we ook onderweg, nog allerlei interessante zaken tegen zoals een wilde roos, die zowel de kenmerken van een hondsroos, als die van een egelantier liet Wilde peer in bloei zien. Verder zagen we de kruising van de zwarte en de grijze els die in de beplanting van het Geestmerambacht volop aanwezig is. Bij de uitgang aan de noordzijde staat nog een prachtig, redelijk vrijstaand, exemplaar van een wilde peer, de Pyrus pyraster. De bloei in het vroege voorjaar is overweldigend wit. Daarna vormt hij mooi, glanzend groen blad: opmerkelijk klein en bijna rond van vorm. Een ander opvallend kenmerk zijn de scherpe takdoorns, die je bij gekweekte peren niet aan zult treffen. In het najaar verschijnen de kleine ronde peertjes. Hoe deze boom hier terecht is gekomen, blijft onduidelijk. Het is het enige exemplaar in het Geestmerambacht en kijkend naar de dikte van de stam, hoogstwaarschijnlijk geplant bij de allereerste aanleg. Eenmaal op de parkeerplaats aangekomen, hebben we Bert hartelijk bedankt voor zijn enthousiaste en duidelijke uitleg. Hij liet me later via een mail weten, dat ook hij met een zeer tevreden gevoel op deze wilgendag terugkeek.
❧❧ Jaap Kuip
Blad nummer 38 — December 2014
Excursie Korren en jutten BERGEN AAN ZEE / PARNASSIA Als natuurgids IVN in opleiding worden we op alle gebieden voorbereid om zelf later een excursie te leiden. Op 6 september gaat een groep van ongeveer drieëntwintig cursisten en hun begeleiders Greeth en Rob op excursie met het team van het “Korren en jutten”. Het team bestaat uit Johan en Annet Eilering, Truus en Joop Ettema, Annemarie van ‘t Hoenderdal en Jan Tulp. Bij zwaar weer is het nodig dat alle teamleden aanwezig zijn, maar vandaag is het een gunstige dag qua weer, wind en getijde en dat komt goed uit want Johan en Annet zijn op Texel met de Alkmaarse groep cursisten.
Jan en Joop zijn inmiddels met de bolderkar via de hoofdafgang naar het strand vertrokken en wij gaan via een kortere weg naar het strand. Het kornet wordt in elkaar gezet als op bijgaande foto, Joop zet het schuin geplaatste scheerbord ongeveer 10 meter vanaf het strand in zee en dan mogen een aantal cursisten het net over de zeebodem trekken. We hebben vooraf wel even goed gekeken of er wel een knoop aan het eind van het net zit anders vangen we niets! Na ongeveer 500 meter geeft Joop een sein dat de trekgroep het net richting strand kan trekken in een hoek van 45%. De rest van de groep loopt achter de bolderkar naar deze plaats. We zijn allemaal nieuwsgierig wat er in het net zal zitten dat Joop leegt in een emmer, er is al gewaarschuwd dat het begeleidingsteam de vangst eerst nakijkt op Pietermannen, dit is een vis die giftige stekels kan opzetten als hij in gevaar en/of boos is. Het kan een nare reactie opleveren en als je wel wordt gestoken is het advies van Truus warm water te vragen en het gestoken lichaamsdeel daar 15 tot 20 minuten in te leggen. Het gif van Pieterman bestaat uit eiwitten en die stollen bij warm water van 40 graden Celsius.
foto Stichting Anemoon
Truus leidt de excursie in met het uitleggen van het kornet. Het bestaat uit een scheerbord, een wek-ketting die aan de voorkant van een groot net is ingenaaid, een knuppel, dobber, haken en een lang touw. In een bolderkar liggen ook nog andere hulpmiddelen, een paar emmers, een groot vierkant plastic bak, kleine plastic bakjes en geplastificeerde zoekkaarten.
Het is geen overbodige waarschuwing want in de eerste trek bevinden zich al twee Pietermannen. Deze worden even apart gehouden en dan mogen de cursisten de eerste trek bekijken. Deze is zeer talrijk, veel kleine visjes, wat zeewier en apenhaar en kwalletjes en andere levensvormen. Sommige soorten worden meteen herkend, de kompaskwal, garnalen, oorkwalletje, krabbetje, maar dan wordt het moeilijker en worden de soortenkaarten en naslagwerken erbij gehaald.
17
Blad nummer 38 — December 2014 Meerdere Zeenaalden worden gezien (die familie van het Zeepaardje zijn, duidelijk te zien aan de vorm van hun kop). Truus vertelt ons dat Zeenaalden een broedbuidel hebben waarin het vrouwtje haar eieren en larven legt in juni en juli. Ook een van de garnalen draagt eitjes, wat duidelijk te zien is als je een niet “zwangere” ernaast ziet. De cursisten herkennen na onderzoek en levendige discussies met elkaar en begeleiding nog de volgende soorten: haring, wijting, sprotjes, een zandspiering, zeedruifje (dit is een ribkwal), tarbot, schar en schol. Platvissen worden geboren als rondvissen maar na
Ook zit er apenhaar in de bak, dit is een kolonievormende poliep en te herkennen aan lange, slappe, sterk vertakte, hoornachtige draden en heet eigenlijk “lange zeedraad”. Dan wordt het tijd voor de tweede trek, de bak wordt behoedzaam geleegd in de zee, het net wordt weer in stelling gebracht en dan trekken sterke cursisten het net weer terug naar het beginpunt. Ook de tweede vangst is weer rijk, we zien de meeste soorten terug maar nu hebben we nu als bonus een mooie, redelijk grote, gehandicapte strandkrab in het net, hij heeft nl maar één schaararm, we kijken nog even naar de buik en zien aan de bijenkorfvorm dat het een vrouwtje is. Haar lichaam is wel bezaaid met pokken. De enthousiaste cursisten maken nog wat foto’s en dan gaan de groep weer terug naar het IVN gebouw Parnassia voor een lekker kopje koffie/thee. Truus laat ons nog wat voorbeelden van aanspoelsels zien waaronder rogge- en haaien-eikapsel een wulk en het overgebleven eikapsel wat eruit ziet als een soort spons. We krijgen nog een opdracht om een exemplaar van de vangst uit ons hoofd te tekenen, ik zie veel zeenaalden en platvissen maar ook een kwal en andere soorten. Het was weer een goed bestede ochtend, we bedanken het team en gaan weer vol energie op huis aan.
❧❧ Loes de Winter (Verslag, IVN-gids in opleiding) Anky Floris / Remko Greidanus (foto’s)
een aantal weken worden ze plat en verhuizen de ogen naar rechts (van enkele soorten zoals de griet gaan de ogen naar links) en leven verder op de zeebodem. De bovenkant heeft een camouflagekleur maar de onderkant is wit.
18
Blad nummer 38 — December 2014
Verslag dieptestage ‘Verbrande Pan’ Open Monumentendag 2014 met thema ‘Op Reis’ ❧
Achtergrond
Bij het doen van de opleiding tot Natuurgids hoort het uitvoeren van een dieptestage. Wij hadden ons aangemeld om dit te doen bij De Schaapskooi. Joop Bons, onze stagebegeleider, had van de organisatie van Open Monumentendag 2014 de vraag gekregen of IVN Noord-Kennemerland een wandelexcursie vanuit De Schaapskooi wilde organiseren in het gebied van ‘De Verbrande Pan’. Joop heeft ons gevraagd of wij in het kader van onze dieptestage deze wandelexcursie wilde ontwikkelen en geven. Dat wilden we graag doen.
Doel
Het doel was om een wandeling te organiseren ‘in het voetspoor van de dichters en natuuronderzoekers in De Verbrande Pan’. De wandeling zou moeten starten en eindigen bij de Schaapskooi. We zouden de wandeling 3 keer geven op Open Monumentendag (zaterdag 13 september 2014) en de duur van de wandelexcursie zou ongeveer 2 uur zijn.
Voorbereiding
We zijn de voorbereiding begonnen door met Joop te gaan wandelen in het gebied. Joop had al eerder een wandelexcursie gegeven aan een select gezelschap van familie en vrienden die verbonden waren aan het ‘Herman Gorterhuis’. Die wandeling ging toen ook onder andere over de dichters die hun voetsporen in dit gebied hebben liggen. Joop kon ons veel vertellen en dit was een uitstekend startpunt voor onze ontdekking van dit gebied. In de weken daarna hebben we veel gelezen over De Verbrande Pan. Het boek ‘Duinen en mensen’ van Rolf Roos heeft ons daarbij goed geholpen. Verder hebben we veel informatie op Internet gevonden.
Standbeeld Herman Gorter Verbrande Pan
PWN-boswachter Kees Zonneveld hebben we gevraagd om ons door het gebied te leiden. Dat deed hij graag. Hij vertelde enthousiast over het gebied en over het beleid voor beheer, toegang en cultuur in het gebied. Hij heeft de reden uitgelegd voor het ringen en kappen van bomen. Tijdens deze wandeling kwamen we ook een vogelaar tegen die ons
wees op een wespendief en we kwamen mensen tegen die in opdracht van PWN tellingen aan het doen waren in een proefvlak (of quadrant), in de voetsporen van Victor Westhoff. Daarnaast hebben we de wandeling ook een aantal keer met z’n tweeën voorgelopen, totdat we een duidelijk beeld hadden hoe we de wandeling gingen uitvoeren en wat we waar wilde vertellen. In de laatste week voor Open Monumentendag hebben we de wandelexcursie voor het eerst uitgevoerd met ‘echt publiek’: onze mentor Truus Ettema. Zij heeft ons ook nog nuttige tips gegeven en als gevorderd plantenkenner gaf zij ook waardevolle aanvullingen op dit gebied. De ‘generale repetitie’ hebben we gedaan met Joop Bons, onze stagebegeleider. Het was leuk om te merken dat hij positief verrast was door onze aanpak. Ook hij had een aantal nuttige adviezen ter verbetering.
Uitvoering
De onderwerpen waar we in wandelexcursie bij stil wilden staan, hebben we onder elkaar verdeeld. Onze indeling zag er als volgt uit: 1. Start bij Schaapskooi. Welkom, voorstellen, IVN, open monumentendag 2014, Verbrande Pan, thema ‘Op Reis’, Bello, PWN-toegangskaart. Leonard 2. Bij beeld Herman Gorter. Over de dichter en het beeld. Gedicht voorlezen. Rob 3. Bij duinen met zwarte dennen. Planten van zwarte dennen. Verzet tegen plannen voor park met pompstation en wegen. Reeks van Fibonacci en de natuur. Rob 4. Bij eerste stuk heide. Slag bij Bergen. De naam Verbrande Pan. Kalkgrens. Gevarieerde flora. Over natuur. Wandelen met de vraag: wat is natuur? Leonard 5. Bij beeldje van Westhoff. De natuuronderzoeker. De dichter. Foto + citaat. Leonard 6. Bij huis van Gorter. Over het huis en de eigenaren. Over verblijf Gorter. Rob 7. Bij bordje ‘Stilte’. Gedicht. PWN + cultuur. In stilte wandelen. Leonard 8. Bij proefvlak. Herbruikte paaltjes. Over het tellen van planten. Leonard 9. Tussen proefvlak en De Nollen. Over vogels in dit gebied. Rob 10. De Nollen. Boomkap. Zeegat Bergen en Oer-IJ. Zeestromen en kalkgrens. Leonard 11. De Nollen. Villa Russenduin, Bio Vakantieoord, Huize Glory. Rob/Leonard 12. Heidevlak. Over boomkap, beheer PWN. Ringen van bomen. Rob Standbeeld Victor Westhoff Verbrande Pan 13. De Franschman. Over mieren en de mierenhoop. Rob 19
Blad nummer 38 — December 2014
14. Afsluiting. Dank voor het bezoek! Wijzen op IVN. Folders uitdelen. Leonard 15. Algemeen over vogels. Rob 16. Algemeen over planten en grote grazers. Leonard We hebben de wandeling drie keer uitgevoerd: om 10.00 uur, 13.00 uur en 15.00 uur. Bij de wandelingen waren respectievelijk 9, 4 en 12 deelnemers. De eerste wandeling duurde 2 uur en 10 minuten, de tweede 1 uur en 55 minuten en de derde 2 uur en 40 minuten. De tweede wandeling hebben we bewust wat ingekort door een iets kortere route en het overslaan van een onderwerp (stilte-gedicht + stilte-wandeling).
Evaluatie We hebben veel enthousiaste reacties gekregen van deelnemers. Enkele voorbeelden: ‘heel inspirerend’, ‘goed voorbereid’, ‘je kan zien dat jullie van de natuur houden’, ‘duidelijk uitgelegd’ en ‘ik heb er echt wat van geleerd’. Wat ging goed? De samenwerking ging prettig, gemakkelijk en met humor. Goede voorbereiding: we hebben het gebied vaak bezocht, met en zonder experts. Balans van onderwerpen: geschiedenis, dichters, natuuronderzoek, natuur, filosofie, stilte-ervaring, bloemen, vogels, landschapsvorming. Wat kan beter?
De lengte van de wandelexcursie moet kleiner zijn dan de aangegeven maximale tijd. Verhalen mogen soms compacter. Afstemming met organisatie Open Monumentendag en bijbehorende PR moet beter.Conclusie Rob: “Fantastische ervaring door diverse elementen: het gebied de Verbrande Pan; de diverse onderdelen daarin (natuur, kunst, cultuur etc.) die inspirerend waren om verder onderzoek te doen; de verschillende wandeltochten met onze mentor en vooral die met collega, mede-cursist Leonard die inspirerend was; de interactie met het publiek tijdens de wandelingen; de diverse leermomenten enz. Voor mij houdt het niet op, maar zit er ‘meer in’ en komt er een vervolg……...” Leonard: “Ik heb genoten van deze stage. Ik vond het heerlijk om de Verbrande Pan in korte tijd te leren kennen. Het ontdekken van de geschiedenis van dit gebied en het zoeken naar een ❧ samenhangend beeld over het ontstaan ervan waren voor mij een waar avontuur. Ik heb het gevoel dat ik de dichters en ❧ natuuronderzoekers ook echt een beetje heb mogen ontmoeten. In de loop van het proces ben ik het gebied gaan waarderen en ben ik er van gaan houden. De samenwerking met collega Rob heb ik als heel positief ervaren, zowel tijdens de uitvoering als in de voorbereidingsfase. Dank aan Joop voor het mooie stage-idee en de begeleiding. Leuk dat we zo een kleine bijdrage hebben mogen leveren aan het aanbieden van IVN-activiteiten vanuit die prachtige nieuwe Schaapskooi.”
❧❧ Rob Frans en Leonard Thierry Foto’s: Ingrid Siegenbeek van Heukelom
TABULA TASA In gesprek Het waant zich stil zolang ik kijk. Het heeft geen weet van zichzelf, sterft gemoedelijk zijn leegte. Het is een omhulsel, een langzaam verval, een onbegrepen stilte. De bomen struinen, zoeken het stokoud overleven. Zij doen nooit wat ik zeg, zij hebben het leven overleefd. Hun bladeren gewillig, maar hopeloos verval. Als was ik een illusie , ik verloor mij, blad onder de bladeren, los van mijn hart, in de schaduw, in mijn allerlaatste gedachte. Ik dood de boom, ik zal hem weldra lezen tot een boek, mijn dichterlijkste woord –
Elbert Gonggrijp 20
Blad nummer 38 — December 2014
Oproep vrijwilligers Schaapskooi De Stichting Schaapskooi Bergen is de beheerder van het gehele pand waarvan zowel een schapenhok als een bezoekersruimte deel uitmaken. Wij zoeken vrijwilligers die deel willen uitmaken van de volgende werkgroepen: Onderhoud bezoekersruimte (1x per kwartaal binnenruimte goed schoonmaken en binnen- en buitenramen zemen) Catering (op dagen dat de bezoekersruimte open is voor publiek en/of als er bijeenkomsten zijn van besloten groepen) Duinonderhoud (behalve in de wintermaanden eens per kwartaal op een ochtend van 9.00-12.00 uur met koffiepauze,
o.l.v. boswachter Egbert van Diepen divers houtopslag in de directe omgeving van de schaapskooi verwijderen) Klussen (zoals bijvoorbeeld voor maken van bergruimte aan achterzijde schaapskooi en maken van zitkuil aan de voorzijde schaapskooi) Promotie (bemensen van een stand voor het werven van “Vrienden van de Schaapskooi Bergen” en zonodig de verkoop van schaapgerelateerde artikelen). Opgave bij Louis Melchior via
[email protected]
Uitnodiging Nieuwjaarsreceptie 2015
Beste leden van het IVN-NKL & KNNV & VWA, Hierbij nodigen wij, het bestuur van het IVN-NKL & KNNV & VWA, al onze leden van harte uit om op zaterdag 10 januari 2015 samen een toast uit te brengen op het nieuwe jaar!
Locatie: Parnassia Tijdstip: 15.00 uur tot 17.00 uur
21
Blad nummer 38 — December 2014
Gesnurk in de Slufter Waar gaat dit nu weer over? De titel zal bij jou als lezer vast enige vraagtekens oproepen. Mooi, dan ben ik er als schrijver in ieder geval in geslaagd om je nieuwsgierigheid te wekken. Lees snel verder. Texel weekend 2014 Eindelijk, het is zover! Als aspirant IVN natuurgidsen mogen we een weekend op Texel rondhangen, dat belooft wat. Een groot team enthousiastelingen van de afdeling Alkmaar, met niet nader te noemen (ik vergeet vast namen) ervaren begeleiding, met als doelstelling: het oefenen in het geven van een rondleiding en kennis overdragen aan geïnteresseerden. Vrijdagmiddag 05-09 De natuurgids cursisten stromen mondjesmaat binnen. Sommige diehards waren vanochtend al aanwezig op het eiland. Misschien voorkennis verzamelen, de beste slaapplek bemachtigen of simpelweg genieten van de natuur; ik weet het niet, de meesten moesten echter gewoon aan het werk en kwamen dus pas ‘s middags aan. Tot 19.00 u waren we geheel vrij om te gaan en staan waar we wilden. Het terras schuin tegenover onze accommodatie lokte, maar we gingen toch maar even een kijkje nemen in de Slufter, met ons goede fatsoen. We hadden tenslotte op de boot al aan ons welverdiende Texels bier gezeten, wat trouwens best doordrinken was, want de overtocht duurt verrekte kort. Na herhaaldelijke oproepen zochten wij de auto ook maar eens op en konden we meteen de boot af rijden. Gelukkig hoefde niemand achter ons te wachten, je moet tenslotte toch hetzelfde eiland op, stel je voor dat het te klein zou zijn. Ik spreek wel steeds over ‘we’, maar daar bedoel ik mezelf en enkele mede cursisten mee. Niet dat je denkt dat iedereen meteen aan het bier heeft gezeten. Dat zou vreemd zijn, ‘iedereen’ past namelijk nooit in één auto. Mijn reisgenoten hadden, net als ik, het vrijdagmiddag biertje op het werk overgeslagen om zo snel mogelijk naar het eiland te kunnen. We zijn allen groot natuurliefhebbers en sponsoren graag de locale economie om die natuur in stand te kunnen houden, want wat een schitterend gebied is het, die Slufter. Na het eten meteen aan de bak met een ‘schelpen en andere strandvondsten determinatie opdracht’. Je moet immers wel 22
kunnen vertellen wat je zoal op het strand kunt vinden. Moe en volgezogen met kennis, werd het tijd om te gaan slapen. Tja, dat slapen zou gezamenlijk gebeuren, in een grote zaal. Meteen viel op dat enkele leidinggevenden hun heil ergens anders zochten, in een hotel, en dat anderen op een aparte, kleinere slaapzaal vertoefden. Dat zou de nodige argwaan moeten wekken, maar helaas, het kwartje viel niet. Misschien overrompeld door alle informatie, het bier, het einde van de werkweek of een combinatie hiervan, volgde ik gedwee de menigte en begaf me naar de grote zaal. Fout, dom, nooit weer doen. Ik ben natuurliefhebber, maar één miljoen muggen op de kamer is net wat overdreven. Het eeuwig durende gezoem in je oor en 110 dB aan snurkgeluid zorgden ervoor dat ik welgeteld 10 minuten heb geslapen die nacht. Twee collega’s waren zo slim geweest om diezelfde nacht nog te vertrekken, om op de gang en in de eetzaal aan hun welverdiende rust proberen te komen. Ik denk niet dat dit veel heeft geholpen, er was een snurker die zoveel lawaai maakte, dat waarschijnlijk het halve eiland wakker heeft gelegen. Zaterdag 06-09 Om 06.30 u was er de mogelijkheid om te gaan vogelen. Dat heb ik even overgeslagen dit keer. Ik ben dan wel vogelaar, maar na zo’n nacht hoef je mij zelfs niet lastig te vallen met een zeer zeldzame, onregelmatige dwaalgast. De nodige koffie werd genuttigd en we trokken de Slufter in. Daar werden we getrakteerd op een werkelijk fenomenaal schouwspel. Spiegelglad water, achtergebleven op de voorgrond van de kwelder en een donkere paars/grijze buienlucht boven zee. Dit aangelicht met schitterend, gouden licht, van achter over het duin heen. Kijkend richting zee, door het stuk weggeslagen duin, voelde ik me opleven, de slechte nacht vergetend. Als je nog nooit naar de Slufter bent geweest, kies een mooie dag en ga vroeg in de ochtend. Werkelijk, je weet niet wat je ziet. Ik keek een collega aan, welke de camera ook had thuisgelaten dit weekend. Als diehard natuurfotograaf resulteert dat namelijk altijd in een tas vol met lenswerk, iets wat je niet kunt gebruiken zo’n weekend, want je hebt andere prioriteiten. Na enkele uren struinen in de slufter, onder professionele begeleiding van de leiding, gingen de eerste cursisten weer terug richting verblijfplaats. Struinend in de boeken,
Blad nummer 38 — December 2014
Wie ziet de laatste eekhoorn?
op zoek naar de laatste informatie om de presentatie voor te bereiden en plannen te smeden voor een didactisch verantwoorde benadering van de doelgroep. Ik ging maar even wat slaap inhalen, het waren voor mij voornamelijk bekende soorten in de kwelder. Er is gezamenlijk zoveel tijd en aandacht besteed aan dit project, dat ik het idee kreeg dat er praktisch geen soort ongedetermineerd bleef. Nu moest ieder voor zich dit nog in een smeuïg verhaal passen, zodat je een groep mensen kan vermaken tijdens je presentatie van het geheel, gedurende je rondleiding. Als je het mij vraagt is een ieder daar goed in geslaagd: ik heb genoten van de vele verhalen die op zondag werden verteld. Zondag 07-09 Gelukkig was er deze ochtend minder koffie nodig, de nacht was beter verlopen nadat de snurker geheel vrijwillig naar buiten was verbannen,… ehh verhuisd. Zaterdag overdag werden er natuurlijk al de nodige grappen gemaakt, de snurker in kwestie zou wel eens midden in de Slufter wakker kunnen worden op zondagochtend. Buiten slapen had voor mij niet gehoeven, maar ik denk dat er toch eieren voor het geld werden gekozen, om te voorkomen dat je ‘s ochtends meteen met de blote poten in de drek staat, of ergens middernacht in de slenk ronddobbert. Of de rest van het eiland wakker heeft gelegen, geen idee. Wij sliepen binnen in ieder geval een stuk beter. Al was er, bleek al snel, een tweede snurker in de zaal aanwezig, die de eerste nacht niet gehoord werd vanwege snurker een. Ik denk dat iedereen te moe was om daar verder aandacht aan te schenken. Tot slot Het was een prachtig weekend met schitterend weer. Jammer genoeg was dit de enige weekendtrip van de natuurgidsen cursus. Mij kun je in ieder geval vaker het veld in sturen met zo’n grote groep natuurliefhebbers. Door de gezamenlijke aandacht blijft bijna geen detail of soort verborgen, er is altijd wel iemand die ergens iets vanaf weet. Natuurlijk was dit weekend niet mogelijk zonder de leiding en het team van vrijwilligers; een bedankje voor hun tijd en aandacht is wel op zijn plaats. Wat mij betreft een zeer geslaagde ervaring. Tot ziens in het wild!
❧❧ Hendrik Leijenaar, www.natuurplaten.nl
Foto: Paul Boddeke
Prins Charles wil af van grijze eekhoorns op zijn landgoed in het graafschap Cornwall, in het uiterste zuidwesten van Engeland. De prins van Wales heeft maatregelen aangekondigd om de populatie knaagdieren op ‘humane en wettige wijze’ in te perken in een poging de inheemse rode eekhoorns te beschermen. Ook in onze omgeving heeft de rode eekhoorn het moeilijk. Maar dat komt niet doordat hij wordt verdreven door zijn grijze neef. In het jaar van de eekhoorn wat bespiegelingen over deze vrolijke rakker. Er worden nog steeds eekhoorns waargenomen in de duinen. Op waarneming.nl zijn de doorgegeven waarnemingen van het afgelopen jaar te bekijken. Een enkele melding uit de Schoorlse Duinen, uit Bergen aan Zee uit Egmond aan Zee en uit het Bergerbos. De meeste meldingen komen uit het duingebied ter hoogte van Bakkum. Er worden niet alleen levende eekhoorns gemeld, maar ook dode. Er is een melding van een buizerd die met een eekhoorn wegvliegt. Was de eekhoorn al dood voordat hij in de klauwen van de buizerd belandde, of heeft de buizerd hem levend geslagen? We zullen het niet weten. Ook is er een schedeltje gevonden van een eekhoorn. En bij het Oude Hof werd een eekhoorn gevonden die niet vluchtte, maar “ziek gedrag” vertoonde. De Zoogdierenvereniging meldt op haar website dat de populatie zich weer redelijk heeft hersteld na een enorme afname, veroorzaakt door een virus, in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het lijkt er echter op dat niet overal de dichtheden worden bereikt van voor de sterke afname. Vanaf 1996 worden eekhoorns geteld en in de periode 1996-2012 is de landelijke populatie stabiel gebleven. Naast versnippering van het leefgebied vormen buitenlandse soortgenoten zoals de grijze eekhoorn uit Noord-Amerika en de Pallas’ eekhoorn uit Azië een grote bedreiging. Niet alleen verdringen zij de gewone eekhoorn uit hun leefgebied, zij kunnen ook ziektes overbrengen op onze inheemse eekhoorn. Bij ons dus geen verdringing door exotische eekhoorns, maar toch lijkt het aantal eekhoorns af te nemen. Wat zou de oorzaak hiervan zijn? De populatie in het duingebied is redelijk geïsoleerd, wat nooit gezond is voor een soort. Misschien hebben de dieren een ziekte onder de leden, of worden ze verdrongen door de boommarter die inmiddels het duingebied heeft gekoloniseerd. Zijn de duineekhoorns niet snel genoeg voor de havik? Of is het wellicht een combinatie van dit alles? Hoe lang kunnen we nog genieten van eekhoorns in het duingebied? Ik denk nog wel een paar jaar. Toch wordt het spannend of de duineekhoorns het redden. Wie ziet de laatste eekhoorn? Blijf vooral de waarnemingen doorgeven!
❧❧ Pieter Korstanje
23
Blad nummer 38 — December 2014
Op zoek naar bessen en zaden bij De Bleek in Egmond-Binnen Verslag van een wandeling in het kader van de IVN- wandelingen bij de Bleek Op 27 augustus 2014 verzamelen we ons voor de wandeling bij de ingang van het Noordhollands Duinreservaat bij het parkeerterrein naast horecagelegenheid Nieuw-Westert, een oude duinboerderij. De wandelingen vanaf dit punt worden elke laatste woensdag van de maand in de periode april t/m augustus gehouden. De organisatie is in handen van Cocky van Engen, Greeth Heijne en Ben Oosterink, ervaren IVNgidsen. Zij leiden regelmatig stagiairs van de natuurgidsencursus van IVN op. Dit jaar zijn dat Tamara Kager en ondergetekende. Wij zullen bij deze laatste wandeling van het seizoen een groot gedeelte van de presentatie voor onze rekening nemen.
Er hebben zich 12 mensen vooraf telefonisch aangemeld. Dat aanmelden is nodig, omdat het aantal deelnemers beperkt moet blijven. We mogen namelijk van de terreinbeheerder, het PWN (vroeger: Provinciaal Waterleidingbedrijf NoordHolland, tegenwoordig flitsend: Puur Water en Natuur), van de paden af door het duingebied struinen. Dat is uniek, maar kan niet als de groep te groot is. Om 19.00 uur zijn alle belangstellenden aanwezig en start de wandeling. Cocky heet ons welkom en geeft het doel van de wandeling aan. Hoofddoel van de wandeling op De Bleek is de relatie ervaren tussen de mens, de cultuur, de natuur en de zintuigen. Speciaal voor deze wandeling is het thema ‘bessen en zaden’ gekozen. Cocky deelt folders uit van het IVN en van het Monnikenpad, een bekende route in de omgeving. We worden gewaarschuwd voor de aanwezigheid van teken. Die beestjes kunnen de ziekte van Lyme veroorzaken en komen in de duinen veel voor. Gesloten kleding is daarom aanbevolen en achteraf controle op mogelijke teken op de huid. Cocky vraagt ook kort iets van de achtergrond van de gasten. Dat is om in te schatten wat er kan worden verteld en welke vragen er kunnen worden verwacht. 24
Door het toegangshek komen we bij drie oude duinakkertjes die naast elkaar langs het pad liggen. Er is een groot verschil in de mate van begroeiing. Het eerste veld is twee jaar geleden afgeplagd, heeft vorige winter nog onder water gestaan en vertoont nu nog weinig begroeiing. Het middelste veld is begroeid met hoog gras en wat struweel. Het laatste veld is omheind en daarmee afgeschermd voor de grazers die hier rondlopen. Er staat veel duinriet, voornamelijk oud, bruin riet. Dat wordt door konijnen en koeien niet meer gegeten. Die prefereren de jonge uitlopers: daar zitten meer eiwitten in en die zijn malser. De grond onder zo’n akker is helemaal verzuurd en het duinriet verstikt andere planten. Cultureel erfgoed We krijgen informatie over het duingebied zoals dat in beheer is bij het PWN. Onder de duinen bevindt zich een grote zoetwaterbel die rust op zout water (hoger soortelijk gewicht). Vanaf ± 1930 vindt waterwinning plaats. Daarmee kwam het waterpeil steeds lager te staan en vielen de vroeger vochtige duinvalleien droog. In dit gebied waren in het verleden ongeveer 40 akkertjes ten behoeve van de teelt van aardappelen en groenten. De boeren die in de duinen deze akkertjes hadden, groeven die steeds dieper uit. Zo ontstonden de diepgelegen percelen met wallen er omheen. In 1990 is het gebied uitgeroepen tot een cultureel erfgoed: het zogenaamde (Verlaten) Zeedorpenlandschap en is aan PWN de opdracht gegeven om dit te behouden voor het nageslacht. De boeren zijn grotendeels van de akkers verdwenen. Alleen bij Wimmenum, ten noorden van Egmond aan Zee, zijn de akkertjes nog in gebruik. Het PWN wil het gebied door zorgvuldig beheer terugbrengen tot de toestand zoals die ongeveer in het jaar 1000 A.D. was: een gebied met duinen (nollen) en vochtige duinvalleien daartussen. Nu mogen af toe gedeelten verstuiven, dat houdt het landschap levendig. De zoetwaterbel is weer op peil omdat het water voor de drinkwatervoorziening nu via een pijpleiding van het IJsselmeer (Andijk) wordt aangevoerd en in de duinen wordt geïnfiltreerd. Daarna wordt het behoorlijk schoon opgepompt en in een grote waterfabriek bij Heemskerk verder verwerkt tot het beste drinkwater dat je je maar kunt indenken. Foeragerende trekvogels In het vervolg van de wandeling komen diverse bomen en struiken aan de orde in het kader van het thema bij de start van de herfst: op zoek naar bessen en zaden bij De Bleek. Bessen en zaden zijn namelijk van uitzonderlijk belang voor vogels. Ze vormen een gedekte tafel voor de trekvogels. Die foerageren in het duingebied (65 van de 80 besdragende planten in Nederland bevindt zich in het duingebied) om voldoende vetreserve te hebben om de tocht naar het zuiden te volbrengen. Deze vogels zorgen met hun uitwerpselen,
Blad nummer 38 — December 2014 waarin het zaad ongeschonden zit (vogels hebben geen tanden), voor de verspreiding van de planten. Bovendien zorgt het kleine beetje mest voor de eerste voedingsstoffen voor het ontkiemende plantje! Als de winter vordert profiteren de vogels uit noordelijke streken van de resterende bessen en zaden. Zij trekken met de vorstgrens mee naar het zuiden en volgen de kust. Zo komen bijvoorbeeld koperwieken, kramsvogels, spreeuwen en andere vogels in onze duinen om te foerageren. Zodra de vorst verdwijnt, trekken ze weer noordwaarts. De eerste boom die we tegenkomen is een solitaire meidoorn met rode bessen. De meidoorn behoort net als de appelboom en de lijsterbes tot de rozenfamilie. De scherpe doorns beschermen de boom tegen vraat van dieren. De meidoorn is
Meidoorn
daarmee een prima vluchtplaats voor kleine diertjes. In het voorjaar bloeit de meidoorn zowel prachtig wit met heel mooie bloemetjes (met de loep kijken!) als met roze bloemen. Zij worden bezocht door korttongige bijen, wespen en vliegen. De vruchten van de meidoorn zijn niet giftig, maar smaken melig. We staan stil bij de wegedoorn, een struik die tot 6 meter hoog kan worden. De geelgroene bloemetjes leveren groene bessen op, die in het rijpe stadium zwart worden. Deze vruchten zijn giftig, maar de vogels eten er graag van. We lopen tussen de struiken van de duindoorn door, een typische plant van de kalkrijke duinen. Boven de ‘kalkgrens’ bij Bergen, dus in de kalkarme duinen, kom je de duindoorn niet tegen. Het is een heester met smalle, grijs berijpte bladeren, die dicht bezet zijn met haren. Dit om te voorkomen dat de plant door te sterke verdamping uitdroogt. De doornige takken voorkomen vraat van dieren. De bloemen komen in het voorjaar vóór de bladeren. De mannelijke en de vrouwelijke bloemen komen op verschillende planten voor. De mannelijke planten vermenigvuldigen zich door het vormen van uitlopers. De vrouwelijk door de oranje bessen die in het najaar rijpen. Als ze overrijp worden, kunnen ze gaan gisten, waardoor vogels die zich er aan tegoed doen, dronken worden en zich daarnaar gaan gedragen! Vooral trekvogels zoals de koperwiek en de kramsvogel eten de bessen graag in de winterperiode, als ze vanuit het koude Scandinavië met
Duindoorn
de vorstgrens mee naar het zuiden trekken en in onze duinen terecht komen. Opvallend is dat in dit duingebied de mannelijke planten duidelijk overheersen. Dit heeft gevolgen voor de vogels die hier komen foerageren: minder bessen betekent minder voedsel, dus minder reserve om een lange trektocht te kunnen volbrengen. Verder kan over de duindoorn worden vermeld dat hij groeit in symbiose met een schimmel. Die haalt stikstof uit de lucht en slaat dit op in wortelknolletjes. Daardoor wordt de grond stikstofrijker en dat is niet het milieu waarin de duindoorn gedijt. De vlier is wel een liefhebber van zo’n eutroof milieu. We zien dan ook dat de vlier op den duur de duindoorn verdringt. We gaan rechtsaf en lopen door hét bessen en zadenpaadje van dit duingebied. Links en rechts staan besdragende struiken en bomen. De vlier heeft in het voorjaar uitbundig gebloeid met witte bloemschermen, die voornamelijk zweefvliegen aantrekken wegens het ontbreken van een rijke hoeveelheid honing. In deze tijd hangen de zwarte vlierbessen aan de struik. Ze zijn licht giftig, maar vogels zijn er verzot op en hebben daar geen last van. Ook de mens plukt vlierbessen graag. Na koken zijn ze niet meer giftig. Ze worden gebruikt voor het maken van jam, vruchtensap, wijn en jenever. Van de vlierbes wordt gezegd dat hij behoort tot ‘de apotheek van de armen’. Al in vroeger tijden werd de vlier gebruikt als middel tegen verkoudheid, infecties (werkt ontstekingsremmend) en buikpijn. Vlierbessensiroop verlicht bij keelpijn. De vlierbes zit vol met anti-oxydanten en zou goed zijn voor het hart en de bloedvaten.
Vlier
25
Blad nummer 38 — December 2014 Ook werd de vlier in vroeger eeuwen gebruikt als afweer tegen heksen. De vlier heeft vaak last van een schimmel: judasoor, een zwarte, kraakbeenachtige zwam in de vorm van een oor. De lijsterbes is een boom die tot wel 20 meter hoog kan worden. Hij behoort (net zoals de meidoorn) tot de appelfamilie en deze familie is weer verenigd met de rozenfamilie. Hij heeft sterk gevinde bladeren, die een gezaagde rand hebben. Aan de bovenzijde zijn de blaadjes dofgroen, aan de onderzijde licht behaard. In het voorjaar staan de kleine witte bloemetjes in schermen of tuilen. Ze worden voornamelijk bezocht door vliegen en korttongige bijen en kevers. In deze tijd van het jaar zitten de oranjerode bessen in dezelfde tuilen aan de boom. Spreeuwen en lijsters zijn er verzot op, vandaar ook de naamgeving. Zij zorgen voor de verspreiding van het zaad. De lijsterbes gedijt zelfs in zure, voedselarme en droge zandgronden, hoewel de boom er dan minder florissant uitziet dan in een rijker milieu. We zien bitterzoet, behorend tot de familie van de nachtschaden (aardappel, paprika, tomaat), dus giftig. In sommige streken heet deze plant: dolbessenhout of elfrank. De plant slingert zich met ranken van 1-2 meter (max. 4 m) via andere planten omhoog. De bloemen hebben paarse kroonbladen met een geel hart. Dat zijn de vergroeide meeldraden. Ze staan als een klein scherm. De bessen zijn eerst groen, dan geel en tenslotte rood en zijn zeer giftig. Als je op de stengel kauwt proeft hij eerst bitter door de glycosiden. Door inwerking van het speeksel komt sacharose (zoetstof ) vrij, vandaar de naam van de plant. Bitterzoet wordt medicinaal gebruikt voor het behandelen van huidaandoeningen en steenpuisten. Boeren hingen een stengel bitterzoet om de hals van het vee om heksen af te weren. Aan de zomereik zitten nu de eikels. Handig om te onthouden: in de zomer draag je een korte broek, de zomereik heeft korte bladsteeltjes en de eikels staan op langere stelen. Bij de wintereik is het andersom: lange bladstelen, korte aan de eikels. We zien meeldauw op de bladeren van de zomereik. Op zich is dat niet zo schadelijk, maar het verhindert de fotosynthese enigszins, waardoor de boom kan verzwakken. We zagen dat op deze boom ook de bladluis leeft.
Kramsvogel
Die maakt gebruik van de verminderde afweer van de boom. Mieren maken daar weer gebruik van door de bladluizen te ‘melken’: zij nemen de zoete druppels op die de bladluizen uitscheiden. Het is zelfs bekend dat mieren een bladluizenkolonie beschermen tegen vijanden, zoals het lieveheersbeestje. We constateren dat er in dit gebied minder dauwbramen zijn en juist meer bosbramen. Dit kan een gevolg zijn van een hogere bedekkinggraad van de grond met struiken, de dauwbraam houdt meer van open terrein. Verder kan eutrofiering een rol spelen: bosbramen groeien in een eutroof milieu, dus op plaatsen waar o.a. meer stikstof in de grond zit. In deze kalkrijke duinen kan een soort als de asperge gedijen. We zagen een struik, overigens met maar één bes. Een haagwinde had ook maar enkele bessen. Natuurlijk zagen we ook nog bloeiende planten, ik noem onder andere: duizendguldenkruid, avondkoekoeksbloem, watermunt, basterdwederik, brunel / bijenkorfje, boerenwormkruid, teunisbloem, middelste klis, stinkende ballote, stijve ogentroost. Verder in deze tijd van het jaar een aantal prachtige parasolzwammen, van pas opkomende ‘trommelstokjes’ tot een exemplaar van wel 30 cm doorsnede! Voldaan komt de groep om 21.00 uur weer bij het hek aan en gaat huiswaarts. Ieder wordt bedankt voor de aanwezigheid en belangstelling, de gidsen bedankt voor hun inbreng en enthousiasme.
❧❧ Fons Morsch
Foto’s: Tamara Kager Beiden natuurgidsen IVN in opleiding
Bosbraam
26
Blad nummer 38 — December 2014
Geslaagd IVN-PWN paddenstoelenweekend bij de Schaapskooi In augustus vroeg Johan (Eilering red.) mij of ik mee wilde helpen bij de organisatie van het paddenstoelenweekend. Samen met enkele andere beginnelingen, kwam ik terecht bij een groep met veel ervaring op dit gebied. De tentoonstelling en de kramen hebben immers jaren achtereen iedere herfst bij de Uilenvanger gestaan. Nu hebben we de Schaapskooi en hadden de oudgedienden bedacht om in plaats van alleen de zondag meteen maar een heel weekend uit te proberen. Met verbazing heb ik de hele ontwikkeling naar de 11e en 12e oktober gevolgd. De eerder genoemde ervaring van IVN-ers en PWN-ers zorgde ervoor dat alles heel gladjes is verlopen: het opzetten van de paddenstoelentafel door de boswachters, de promotie via RTV Noord-Holland op vrijdag en zondag, en de organisatie op zaterdag en zondag gesteund door de ruim 30 vrijwilligers / medewerkers. We kunnen met trots op een en ander terugkijken. Ondanks de concurrentie van activiteiten elders, wisten heel veel bezoekers (meer dan 1000 over het gehele weekend bezien) de Schaapskooi te vinden, wat natuurlijk mede te danken was aan het fantastische weer. Louter enthousiaste reacties hebben we gekregen op de meer dan tien excursies, waarbij gemiddeld zo’n 14 personen met onze gidsen optrokken, op de smaakvol ingerichte tentoonstelling in de expositieruimte, op de kramen met informatie van diverse verenigingen en op knutselmogelijkheden en koopwaar. En natuurlijk ontbrak de heerlijke paddenstoelensoep deze keer niet. Het opzetten zondagochtend om 8 uur en het afbreken om 16 uur liep gesmeerd en zo konden we na afloop rond de ‘stam’tafel maar tot één conclusie komen: het was een geslaagd paddenstoelenweekend! Met dank aan iedereen die zijn ‘sporen’ heeft achtergelaten.
❧❧ Dick Broersen
27
Blad nummer 38 — December 2014
AGENDA KNNV Inlichtingen bij de voorzitter van LEZEX: Rob Monsees 072-5894713 Locatie lezingen: Altijd op woensdagen, 20.00 uur, Wijkcentrum Overdie, Ruusbroechof 97, 1813 BG Alkmaar 072-5402499. Excursies van de werkgroepen worden ook vermeld in Bladluis en op de website
Wanneer u de nieuwsbrief niet ontvangt is uw mailadres niet of onjuist bekend bij de ledenadministratie
Lezingen winter 2014-2015 Door leden, voor leden, Kantine “De Rekere” Helderseweg 18 december 2014 Deze avond is er een tweeledig programma. Voor de pauze neemt ons lid Bert Buizer ons mee naar het onderzoeksgebied van zijn afgeronde studie naar arctische plantengroei, Spitsbergen. Vermoedelijk betreft het hier geen beelden van een overwintering maar een overzomering: plaatjes en uitleg over imponerende landschappen en over dwerggroei van bekende en onbekende planten.
Lezingen (Wijkcentrum Overdie) 28 januari 2015 Onderwaternatuur in de Zeeuwse delta Ron Offermans Voor veel natuurliefhebbers vormen tropische koraalriffen een ideaalbeeld van kleur, pracht en soortenrijkdom. Maar ze zijn zo ver weg en lastig bereikbaar dat een bezoek meestal in de fase van dagdromerij blijft steken. Ron Offermans laat zien dat je niet zo ver hoeft te reizen om een fantastische onderwaterwereld te zien. Al jaren duikt hij in het Zeeuwse water en heeft zo een prachtige fotocollectie opgebouwd van ontmoetingen onder het wateroppervlak. Kleurige zeeanemonen, sierlijke kwalletjes, tere zeepaardjes en prachtige inktvissen bevolken de Oosterschelde. Op deze avond duiken we aan de hand van Ron in die meestal voor ons verborgen leefwereld. Een aanrader voor iedereen die van natuur houdt en er iets bij wil leren over de diversiteit van het Hollands koraal. 25 februari 2015 De Baltische staten Rob Monsees Voor deze winterlezing gaan we naar het noorden, Estland, Letland en Litouwen, maar wel in de zomer. Tijdens verschillende reizen onderzochten Rob en Gerda de natuur achter het geopende ijzeren gordijn. Ze bezochten hoogveenmoerassen, meanderende rivieren, natuurlijke bossen, honderden meren en hagelwitte stranden. Een groot aantal landschappen, en planten werd gefotografeerd en zal, van deskundig commentaar voorzien, vanavond vertoond worden. Op floristisch gebied kunnen we plaatjes verwachten die uiteenlopen van veenbes tot vrouwenschoentje. Dit alles ingebed in een reisverslag waarin het contact met de mensen en aandacht voor cultuur en geschiedenis niet ontbreekt.
Na de pauze laat Evert Maarschall ons delen in zijn enthousiasme over zijn reis langs de Elbe, door een goed geconserveerd cultuur- en natuurgebied vol mooie vogels en bijzondere planten langs een laaglandrivier. Een mooie afsluiting van het lezingenjaar en wellicht inspirerend voor mensen die komend jaar een vakantie in noordelijke richting willen ondernemen.
Veenpoel
Paardenanemoon Brouwersdam
28
Blad nummer 38 — December 2014
Paddenstoelenwerkgroep ‘De Noordkop’ Excursieprogramma winter/voorjaar 2015 In de maand december vinden er geen excursies plaats. Zaterdag 24 januari Excursie naar het Robben-oordbos. Deze polder is vergelijkbaar met de Flevopolders en werd nog nauwelijks op winterpaddenstoelen onderzocht. Verzamelen om 10:30 aan de noordkant van station Alkmaar centraal of om circa 11.00 u. aan het eind van de Sluitgatweg bij de Radio-TV zendmast (deze mast is vanaf de A7 goed te zien). Opbelexcursie in verband met vervoer en i.v.m eventueel extreme weersomstandigheden. Tel: 0629299052. Leiding Martijn Oud Zaterdag 21 februari Excursie naar de staatsbossen van Schoorl. Verzamelen om 10.30 u.op de parkeerplaats voor restaurant Duinvermaak aan het eind van de Breelaan te Bergen(NH). Leiding Martijn Oud. Namens Paddenstoelenwerkgroep “De Noordkop” Martijn Oud ; Nederlandse Mycologische Vereniging
Plantenwerkgroep In Winterslaap
Pieter Korstanje
Insectenwerkgroep KNNV In winterslaap Ben je geïnteresseerd, stuur dan je mailadres aan mij. Hans Nieuwenhuijsen (veldbiologisch secretaris), 072-5113975:
[email protected].
VWG Alkmaar Excursienieuws Alle excursies vinden plaats op een zaterdag en duren een hele dag en vertrekken vanaf de parkeerplaats achter station Alkmaar, tenzij anders vermeld. Zie ook internet: www.vwg-alkmaar.nl. Volgende data 20 september Texel, 11 oktober Maasvlakte 2, 22 november Friese Waddenkust, 13 december Flevopolders. Het wordt op prijs gesteld als u zich uiterlijk drie dagen voor aanvang van de excursie aanmeldt, zodat tijdig de beschikbaarheid in de auto’s kan worden geregeld, zie onder. Er wordt voor de auto’s gerekend met een tarief van 20 cent per kilometer. We raden de bestuurders aan in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering. Erwin van Saane,
[email protected] of (072) 564 43 25 of (0623) 70 84 61
Maandelijkse IVN-wandelexcursies en overige activiteiten Aanmelden is alleen nodig indien er een * (sterretje) bij staat. Info en aanmelden: zie info telefoonnummer of via
[email protected]
Elke eerste zondag van de maand
• •
Wandeling Egmond aan Zee (van april t/m september): start bij het zwembad om 10.00 uur. Info: Hanneke Dam,072-5337601, PWN-duinkaart nodig. Wandeling Egmond aan de Hoef (oktober t/m maart): start bij Nachtegalenlaantje/Jachthuis om 11.00 uur. Info: Hanneke Dam,072-5337601. PWN- duinkaart nodig.
•
Wandeling Alkmaar door de Egmonderhout (de Hoef ), start bij ingang Honkpad. Info: John Scheepe 06-45744777.
• •
Wandeling Heilooër bos, start vanaf de Katten- berg aan de Kennemerstraatweg om 10.00 uur. Info: Immelien Kramer 072-5325110. Kornet/juttocht Bergen aan Zee (zomer: kornet trekken, winter: juttocht): start bij IVN-natuur centrum Parnassia om 10.00 uur. Info: Johan Eilering 072-5091972.
•
Wandeling Alkmaar door de Rekerhout, start bij de kinderboerderij, Krielenzand 5, in de Rekerhout om 10.00 uur. Info: Gerard Bijman 072-5613318.
•
Avondwandeling Egmond Binnen, De Westert en De Bleek*, van april t/m augustus, van 19.00 - 21.00 uur. Info en aanmelden: 072-5334948.
Elke tweede zondag van de maand
Elke derde zondag van de maand
Elke vierde zondag van de maand
Laatste woensdag van de maand
Strandwerkgroep KNNV Regio Alkmaar
excursieprogramma dec. 2014-maart 2015 Tenzij anders vermeld: aanmelden bij Henk Witte
[email protected] en verzamelen bij station Alkmaar-Noord, ingang oostzijde.
Zaterdag 13 december IJmuiden, strand Zuidpier, 14.00 – 16.00 uur. Vertrek Alkmaar 13.15 uur. Zaterdag 24 januari Petten, 14.00 – 16.00 uur. Verzamelen bij de strandopgang op de overgang van dijk naar duinen (met auto via Korfwaterweg). Aanmelden niet nodig. Zaterdag 21 februari Wijk aan Zee, Noordpier. 13 – 15 uur. Vertrek Alkmaar 12.30 uur. Zondag 22 maart Strand Tweede Maasvlakte, 10 – 13 uur. Vertrek Alkmaar 8.30 uur. 29
Blad nummer 38 — December 2014
KNNV-IVN dinsdag- en woensdaggroepen Programma voor december 2014 t/m maart 2015.
Dit programma staat ook in de BLADLUIS. De excursies beginnen om 13.30 uur tenzij anders vermeld. Wanneer aan excursies kosten verbonden zijn, staat dat vermeld. Het is handig om een duinkaart van het PWN-gebied aan te schaffen en mee te nemen. Autobezitters die mensen mee willen nemen: graag melden via de mail.
Informatie: Voor dinsdag Jannie Nijman tel. 072-5615605, mailadres
[email protected]; V oor woensdag Marian van der Laan 072-5095345, tel. tijdens excursies 06 42 58 69 95, mail:
[email protected]. Zie a.u.b de website www.knnv.nl/alkmaar/woensdaggroep voor de meest actuele informatie
Dinsdaggroep 2/12
Schardam, de zeegatswandeling. Parkeren bij de kerk van Schardam. Wintergasten bekijken met Jan Stok.
9/12
Groet. Parkeren bij het witte kerkje. Met Joke Gutter mossen bekijken.
16/12
De Putten. Eerste parkeerplaats, daarna naar de Abtskolk met Jan Verkaik.
2015 6/1
Bakkum. Parkeren bij de Noorderstraat aan de Herenweg. Van daaruit een rondje om de Wei van Brasser. Jan Verkaik.
13/1
Oude Hof, te Bergen. Parkeren hoek Komlaan-Eeuwigelaan of op het terrein van het Oude Hof, Eeuwige Laan 1, 1861 CL Bergen. Met Simon Kuitwaard.
20/1 27/1
Duinvermaak te Bergen. Naaldbomen deel 2 met Jan Boersma.
10/12
Schoorl, naaldbomenwandeling o.l.v. Piet Winder. Een korte dag, dus om 11.00 uur bij het parkeerterrein aan de Duinweg vlak bij manege Poelenburg. Adres Poelenburg: Duinweg 129, 1871 AH Schoorl. Parkeerterrein ligt, komend vanuit Bergen, iets vóór de manege, rechts van de weg.
17/12
Castricum, excursie o.l.v Michel Rühland vanaf de Hoep, Johannisweg 2, 1901 NX aldaar.
2015 07/01
Bergen aan Zee, Parnassia. Lezing door Evert Maarschall: Op stap tussen Elbe en de Oder, met plaatjes van landschappen, flora en wat vogels en afgewisseld met sporen van menselijke aanwezigheid. Adres Parnassia: Parkweg 2, 1865 AJ Bergen aan Zee.
Balgzand. Parkeerplaats Quarantaineweg, ten noorden van de N99 vlakbij het Rijkspeilschaalhuisje. Wandelen naar Dam en verder naar de Haukes met zijn wierdijkjes.
14/01
Egmond-Binnen, excursie o.l.v. Michel Rühland vanaf Gasterij Nieuw Westert, (vroeger Anno Nu) Oude Schulpweg 18, 1935 EN Egmond-Binnen.
3/2
ATV “De Rekere”, Helderseweg 63a, 1817 BB Alkmaar. Presentatie van Jan Gerhardus en van Jannie Nijman. Kusten van Noord-Frankrijk en Noord-Spanje
21/01
Koedijk, Geestmerambacht, excursie o.l.v. Piet Winder. Parkeren bij het Vlasgat.
10/2
Castricum. Tweede parkeerplaats na “De Hoep” links aan de Zeeweg. Naar het Boetje van Kees.
28/01
17/2
Egmond aan zee. Start parkeerplaats Churchillaan, Waterkuilen/Soeckebacker wandeling.
Castricum, excursie naar het Hoefijzermeer o.l.v. Piet Winder. Vertrek vanaf de Zanderij, achter station Castricum de Geversweg op, het duin in, tot de parkeerplaats.
04/02
Bakkum, excursie vanaf de Noorderstraat o.l.v. Michel Rühland.
24/2
Zeerijdtsdijkje. Parkeerterrein van PWN aan de Noorderstraat aan de Herenweg.
11/02
3/3
Heemtuin Zaandam, ligt in het Burgemeester in ’t Veldpark aan de Heyermansstraat te Zaandam. Onder leiding van Peter Zijp. Op redelijke afstand van station.
Bergen, Uilenvangersweg, parkeerterrein ligt aan de Zeeweg naar Bergen aan Zee, vlak na de rotonde rechts. Excursie o.l.v. Michel Rühland.
18/02
Heemskerk, excursie vanaf duiningang het Kraaiennest, dat is t.o. de Patatoloog. Adres Patatoloog: Rijksstraatweg 122-a, 1968 LL Heemskerk.
25/02
Bergen aan Zee, Parnassia. Lezing door Frans Zaal over het natuurgebied De Hooge Weide in Castricum. Adres Parnassia: Parkweg 2, 1865 AJ Bergen aan Zee.
10/3:
Marquetteroute te Heemskerk. Parkeerplaats bij Geversduin aan de Beverwijkerstraatweg.
17/3
Schoorl. Start Bezoekerscentrum Schoorlse Duinen, betaald parkeren.
24/3
Eilandspolder, N244 afslag West Graftdijk – Groeneweg eerste afslag links Kerkemeertje, vogels kijken met Rob Monsees.
04/03
31/3
Alkmaarse Hout/ Bolwerk, start hoek Wilhelminalaan/Julianalaan, betaald parkeren, stinzen-plantenwandeling
Bergen, excursie vanaf Duinvermaak, Breelaan 132, 1861 GH Bergen. Bomen in de winter, excursie o.l.v. Piet Winder
11/03
Schardam, de Zeegatwandeling. Parkeren bij de kerk van Schardam, om 11.00 uur daar.
18/03
Eilandspolder, verzamelen bij de vogelkijkhut van het Kerkemeertje.
25/03
Haarlem, excursie naar de Haarlemmerhout o.l.v. Evert Maarschall. Aanvang 11.00 uur, parkeren in parkeergarage Houtplein, Wagemakerslaan 1, 2012 DJ Haarlem. Voor wie liever met de trein komt: vanaf station Haarlem is het 20 minuten lopen naar de Wagemakerslaan.
Woensdagggroep 03/12
30
Bergen aan Zee, Parnassia. Lezing door Cor Thomas over Hortus Alkmaar. Parnassia open om 13.00 uur, aanvang lezing om 13.30 uur. Adres Parnassia: Parkweg 2, 1865 AJ Bergen aan Zee. Lezing gaat vooraf aan een bezoek aan de Hortus Alkmaar, gepland voor 2015.
Blad nummer 38 — December 2014
KNNV Werkgroepen Planten
Mossen
IJsvogel
Woensdag
Hybi
Insecten
Strand
Paddenstoelen
Zoogdieren
coördinatoren Pieter Korstanje 072-5622278
[email protected] Pieter Korstanje 072-5622278
[email protected] Rutger Polder 072-5119939
[email protected] Marian van der Laan 072-5095345
[email protected] Jaap Cost Budde 072-5625499
[email protected] Hans Nieuwenhuijsen 072-5113975
[email protected] Henk Witte 072-5895170
[email protected] Martijn Oud 06-29299052
[email protected] Bert Brussel 06 18674636 KNNVzoogdierenwerkgroep
[email protected]
KNNV verwelkomt de volgende nieuwe leden: Jan Gerhardus, Hartger Griffioen, Annerieke Osinga, Onno Lotgering, Angélique de Geus en Rianne Liefting. Dat jullie je maar snel thuis mag voelen bij onze vereniging
IVN Werkgroepen
contactpersonen
Redactie Blad
Ingrid Siegenbeek van Heukelom 072-5814440 Ton Schellevis 0226-452110 Hr. Melchior 072-5729282
Heemtuin Parnassia Commisie Beheer Natuur Centrum Parnassia Coordinator PR + website Strandwerk Schaapskooi
Vogelwerkgroep Heerhugowaard Mussenwerk
Thea Scheepe 06-36201344
Natuurkoffer voor ouderen
Thea Scheepe 06-36201344
De Waarderhout
Bert van ‘t Hull 072-5710811 Wandelingen de Bleek Cocky van Engen 072-5334948 Wandelingen Egmonderhout John Scheepe 06-45744777 Wandelingen Heiloo Paul ten Have 072-5325110 Wandelingen in Egmond Hanneke Dam (uitgezonderd de Bleek) 072-5337601 Wandelingen Rekerhout Wandelingen Hortus Alkmaar Nascholing Natuurgidsen
❧❧ Ruud Maarschall
NIEUWE LEDEN, HUISGENOOTLEDEN EN DONATEURS: Van harte welkom bij IVN afdeling Noord Kennemerland. Nicolien van der Grijp, Willem Drenth, Bastiaan Schuit
Ton Schellevis 0226-452110 Johan Eilering 072-5069873 Frits Dijkhof 072-5896050 Ine Breukelaar 072-5895582 Ben van Wees 072-5895187 Yvonne Stokman 072-5744727
Veldwerk voor basisscholen Insectenmuur
Gerard Bijman 072-5613318 Truus Ettema 072-5642502 Johan Eilering 072-5069873 Joop Ettema 072-5642502 Annemarie van ´t Hoenderdal 072-5621870 Floor van Splunder 072-5899713 Marinus Rintel Ton Schellevis
Wij hopen dat u zich snel thuis zult voelen bij onze vereniging.
❧❧ Het bestuur
31
Vormgeving en produktie Keat Kho Hans Egberts Printwerk Aranea Zaandam
Bestuur KNNV: Ruud Maarschall (voorzitter), 06-53456344;
[email protected] Marian van der Laan (secretaris), 072-5095345;
[email protected] Tineke Broersen (penningmeester), 072-5155835;
[email protected] Hans Nieuwenhuijsen (veldbiologisch secretaris), 072-5113975;
[email protected] Bert Brussel (PR), 06-18674636;
[email protected] Ledenadministratie: Marjolein Boersma 072-5894030 Eikenlaan 21, 1861 GV, Bergen;
[email protected] Beheer KNNV-materiaal: Jannie Nijman, 072-5615605;
[email protected] Website KNNV: www.knnv.nl/alkmaar Contributie: € 30,50- (leden); € 12,00 (huisgenoten); €17,00 (jeugdleden) Bankrekening: NL55 INGB 0000 5194 35 t.n.v. KNNV afd. Regio Alkmaar. Oprichtingsdatum: 19 april 1918; KvK: 37125280
IVN afd. Noord-Kennemerland is een vereniging van vrijwilligers die zich bezighoudt met natuuren milieu-educatie. Door middel van excursies, exposities, themadagen, veldwerk, lezingen en cursussen dragen de IVN-ers op een zeer actieve wijze bij aan de IVN-doelstelling: streven naar een duurzame samenleving door zo veel mogelijk mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap. De afdeling leidt haar eigen gidsen op. Bestuur IVN: Johan Eilering (voorzitter), 072-5069873;
[email protected] Albertien Frans (secretaris/ledenadmin.), 06-12408438;
[email protected] John Scheepe(penningmeester), 06-45744777;
[email protected] Hanneke Dam (lid), 072-5337601;
[email protected]
Website IVN: www.ivnnkl.net Contributie 2013 en 2014: € 20,00 (leden); € 15,00 (donateurs) Huisgenootleden/donateurs 2013 en 2014 € 5,00 (extra) Rekening ING: IBAN: NL29INGB 0001 6674 13 t.n.v. IVN afdeling Noord Kennemerland Oprichtingsdatum: 17 mei 1968; KvK: 40635172
Blad verschijnt 4 maal per jaar en is een uitgave van KNNV afdeling Regio Alkmaar en IVN Noord-Kennemerland Achtste jaargang nummer 38
Redactie Ingrid Siegenbeek van Heukelom Marjolein Boersma Evert Maarschall Keat Kho Hans Egberts
Indien onbestelbaar gaarne retour aan:
ISSN 2210-416X
De KNNV afd. Regio Alkmaar is een vereniging met ruim 200 leden die zich met enthousiasme bezig houden met de natuur in al haar verschijningsvormen. Ze richt zich al meer dan 90 jaar op natuuronderzoek, natuurbeleving en natuurbescherming. De moederorganisatie KNNV is een landelijke vereniging met 53 afdelingen.
Eikenlaan 21 1861 GV Bergen
Colofon