Importmogelijkheden van beton- en metselzand uit omringende Europese landen. Feiten en cijfers
Eindrapport 18 januari 2005
GSV/Import
1
Noot vooraf
Aan de gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De gebruiker neemt bij toepassing van gegevens uit dit rapport eventuele risico's aan deze informatie en/of interpretatie over. Rijkswaterstaat en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens mocht voortvloeien.
Bibliotheekgegevens
Importmogelijkheden van beton- en metselzand uit omringende landen; feiten en cijfers Publicatiereeks Grondstoffen 2004/07 Expertisecentrum Bouwstoffen, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft. 88 p. DWW-2004-046 ISBN: 90-369-5564-5
Dankwoord
De volgende personen worden bedankt voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit rapport: RWS-DWW: W.F. Fontein, T.P.F. Koopmans, H.S. Pietersen.
_________________________________________________________________ Verantwoording omslagillustratie
Foto geplaatst met toestemming van Damen Shipyards Group; Binnenvaartschip beladen met zand; Schip is gebouwd door Bodewes Millingen; fotograaf: Focus/Castricum.
GSV/Import
2
GSV/Import
4
Inhoudsopgave .............................................................................................
1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Probleemstelling Doelstelling en projectaanpak
2 2.1 2.2 2.3
Onderzoeksmethode en resultaatverwerking Afbakening en definities Werkwijze Resultaatverwerking
9 9 10 11
3 3.1 3.2
Synthese Kwalitatieve internationale vergelijking Toelichtingen per land
13 13 15
Bijlagen België De Baltische staten Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Groot-Brittannië, Ierland Noorwegen Polen Spanje Zweden
GSV/Import
7 7 7 7
21 23 25 29 31 47 51 57 69 71 75 83 85
5
GSV/Import
6
1 Inleiding .............................................................................................
1.2
Aanleiding
Tot voor kort kende het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een specifiek beleid gericht op tijdige en voldoende voorziening voor bouwgrondstoffen. Het kabinet bouwt de regierol van V&W op dit beleidsterrein, inclusief het bijbehorende taakstellingenbeleid, af (brief aan Tweede kamer d.d. 23 mei 20031) en laat de bouwgrondstoffenvoorziening over aan de markt. Ook is besloten de planologische kernbeslissing Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD II) niet verder af te maken. Het nationaal ruimtelijk kader voor de winning van oppervlaktedelfstoffen valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en is opgenomen in de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid (Nota Ruimte). Voor met name beton- en metselzand geldt dat tijdens de huidige taakstellingsperiode minder winlocaties in Nederland beschikbaar zouden kunnen komen, wat kan leiden tot meer import. Import kan worden gezien als een ‘vangnet’ voor de Nederlandse zandvoorziening. Daarom is het van belang meer inzicht te krijgen in de werking van de import van toeslagmaterialen voor de beton- en metselindustrie.
1.3
Probleemstelling
De probleemstelling van het project kan als volgt worden gedefinieerd: Er is te weinig feitelijk zicht op: 1. de hoeveelheden beton- & metselzand die kunnen worden geïmporteerd vanuit de voor Nederland traditionele importlanden (Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, Engeland) en vanuit de overige Nederland omringende landen (waarvandaan Nederland tot op heden geen beton- en metselzand importeert). 2. mogelijke logistieke en kostprijstechnische belemmeringen die gepaard gaan met de import van extra beton- & metselzand vanuit de diverse beschouwde landen.
1.4
Doelstelling en projectaanpak
Doel van het project is na te gaan wat de mogelijkheden met betrekking tot import van beton- & metselzand uit de Nederland omringende landen zijn, rekening houdend met mogelijke logistieke en kostprijstechnische beperkingen en/of mogelijkheden die gepaard gaan met transport van geïmporteerd materiaal vanuit deze landen. Deze doelstelling wordt uitgewerkt door voor de verschillende landen de volgende aspecten te onderzoeken:
1
GSV/Import
Zie: Kamerstuk 2002-2003, 28600 XII, nr. 114, Tweede Kamer; http://parlando.sdu.nl.
7
1. 2.
3.
De huidige, historische en toekomstige geologische en vergunbare reserves van beton- en metselzand (en eventueel grind). De huidige, historische en toekomstige productie, import en export en marktsituatie van beton- en metselzand (en eventueel grind), alsmede de beleidskaders ten aanzien van ontgrondingen. Logistieke mogelijkheden en belemmeringen alsmede de kostentechnische aspecten ten aanzien van de exportmogelijkheden naar Nederland toe (transportmogelijkheden, overslagcapaciteit, transportafstand, etcetera).
Dit rapport beschrijft de feiten en cijfers van de beton- en metselzand markt in voor de Nederlandse import mogelijk relevante landen. Op basis van een kwalitatieve vergelijking wordt aangegeven in hoeverre een land in de toekomst in (extra) export zou kunnen voorzien, met andere woorden, of in een land plannen ofwel faciliteiten bestaan, of worden ontwikkeld, om meer oppervlaktedelfstoffen te produceren dan voor de nationale behoefte alleen.
GSV/Import
8
2 Onderzoeksmethode en resultaatverwerking .............................................................................................
2.1
Afbakening en definities
De studie gaat alleen kwantitatief in op de importmogelijkheden van beton- & metselzand, zoals verderop in deze paragraaf gedefinieerd. Andere oppervlaktedelfstoffen worden uitsluitend meegenomen als deze relevant lijken als mogelijk vervangingspotentieel voor beton- & metselzand in Nederland. De definities voor beton- en metselzand lopen in de verschillende gebieden behoorlijk uiteen, zoals blijkt uit verschillende rapportages2,3,5,9,11,12,36. In Nederland wordt onder beton- en metselzand, grof zand bedoeld, dat voldoet aan ten minste één van de volgende definities: Grof zand: Geologische definitie: Industriële definitie:
Klastische sedimentaire deeltjes met een gemiddelde korrelgrootte van meer dan 500 µm. Betonzand: Natuurlijk grof zand en grind gebruikt voor de productie van beton. Volgens de definitie NEN 5905 wordt deze zandmenging ook wel 0-4 mm genoemd, en deze heeft de volgende compositie (volume percentages): 0% op zeef C8,1-15% op zeef C4, 15-70% op zeef 1 mm en 80-100% op zeef 250 µm. Metselzand: Natuurlijk grof zand gebruikt voor de productie van cement. Volgens de definitie NEN 3835 heeft deze zandmenging de volgende compositie (volume percentages): 0-2% op zeef C5.6, 0-10% op zeef C4, 0-30% op zeef 2 mm, 5-45% op zeef 1 mm, 20-70% op zeef 500 µm, 60-90% op zeef 250 µm, 94-100%op zeef 125 µm en 99-100% op zeef 63 µm.*
Traditionele importlanden zijn die landen die op dit moment al beton- & metselzand naar Nederland exporteren. Als traditionele importlanden voor beton- & metselzand worden beschouwd: • Nordrhein-Westfalen • Niedersachsen • Engeland (Continentaal Plat). Bovendien wordt België als het enige traditionele exportland beschouwd. De overige bestudeerde landen zijn geselecteerd op basis van twee criteria: 1. Mogelijkheid van bulktransport (over water) van het betreffende exportland naar Nederland; 2. Aantoonbare geologische reserves aan beton- & metselzand ten opzichte van het binnenlands gebruik. Over de niet-traditionele importlanden was vooraf i.h.a. nog weinig bekend, hier volgt een overzicht van de in deze studie bestudeerde landen: • Baltische staten. Hierover was vooraf weinig bekend.
GSV/Import
9
•
•
• •
•
•
• •
•
2.2
Denemarken. Momenteel vindt voor zover bekend geen import plaats vanuit Denemarken naar Nederland (zoals er eigenlijk naar geen enkel land noemenswaardige export plaatsvindt vanuit Denemarken). Duitsland. Andere dan de aan Nederland grenzende Duitse deelstaten, en dan met name de via waterwegen met Nederland verbonden deelstaten Hessen, Rheinland-Pfalz en Baden-Württemberg en de vroegere Oost-Duitse deelstaten. Finland. Over Finland was vooraf ook maar weinig bekend. Frankrijk. Voor zover bekend vindt momenteel geen structurele import plaats vanuit Frankrijk. Met name het aan de Rijn grenzende gedeelte van Frankrijk, alsmede het deel van Frankrijk dat aan Het Kanaal en (in mindere mate) aan de Atlantische Oceaan grenst, komt eventueel in aanmerking voor import. Frankrijk exporteert overigens wel grof zand naar Duitsland: circa 1,7 Miljoen ton, en is daarmee het belangrijkste importland van Duitsland wat betreft beton- & metselzand. Ierland. Volgens Engelse bronnen vindt nu al kleinschalig transport plaats vanuit Ierland naar het Europese vasteland, maar waarschijnlijk betreft dit vooral steenslag en gebroken rots. Noorwegen. Noorwegen exporteert momenteel vooral gebroken rots (zo’n 0,4 miljoen ton per jaar naar Nederland). Zeer fijn gebroken rots kan in Nederland theoretisch worden toegepast als vervanger van beton- & metselzand. Polen. Hierover was vooraf weinig bekend. Spanje. Spanje zou voor Nederland mogelijk interessant kunnen zijn mits er aan de Spaanse noordkust (Atlantische kust) aan mariene winning gedaan wordt. Zo niet, dan worden de transportkosten zo hoog dat import vanuit Spanje niet concurrerend meer zal zijn. Zweden. Hiervandaan vindt momenteel geen export naar Nederland plaats.
Werkwijze
Naar aanleiding van de aangegeven probleemstelling is in eerste instantie een inventarisatie gedaan van de binnen de DWW aanwezige kennis over Import van beton- & metselzand. Hierbij is gebruikt gemaakt van resultaten van een internationale verkenning2, 3 en via internet beschikbare data. Op basis hiervan zijn er een aantal kennisleemtes gesignaleerd. Deze kennisleemtes zijn aangevuld middels een aantal regionale onderzoeken die grotendeels door de DWW zelf en voor het Duitse en Poolse gedeelte door middel van uitbesteding aan Regioplan GmbH, zijn uitgevoerd. Welke landen uiteindelijk zijn beschouwd is o.a. bepaald door de ligging t.o.v. Nederland, de mogelijke transportwegen naar Nederland toe en de hoeveelheden zand die op het eerste gezicht aanwezig leken te zijn. Voor het leggen van contacten met de buitenlandse instanties is gebruik gemaakt van het opgebouwde internationale netwerk van DWW met inbegrip van de Raw Materials Supply Group van de Europese Commissie in Brussel. Met tal van instanties is gecommuniceerd om informatie te verkrijgen voor dit onderzoek:
2
Construction Raw Materials Policy and supply practices in North-western Europe, Facts en
Figures – Main report. Publicatiereeks Grondstoffen 2003/11. Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde rapport DWW-2003-051, Delft. 3
Van der Meulen, M.J., Koopmans, T.P.F. & Pietersen, H.S. (2003) Construction Raw
Materials Policy and Supply practices in North-western Europe. In: Industrial Minerals – Resources, Characteristics and applications. Elsen, J. & Degreyse, P. (eds.) Leuven, Belgium: Leuven University, aardkundige Mededelingen 13, 19-20.
GSV/Import
10
Baltische staten: • Central Statistics Bureau Latvia (Dhr. Iveta Straume) • LGT (Litouwse geologische Dienst, dhr. Jonas Satkunas) • Statistical Office of Estonia (Dhr. Aime Lauk) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) België: • BBRI (Belgian Building Research Institute; dhr. Jan Desmyter) Denemarken: • GEUS (Deense geologische dienst; dhr. Peter Gravesen) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) Duitsland: • Regioplan Ingenieure Salzburg GmbH (dhr. Andreas Knoll) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) Finland: • GSF (Finse geologische dienst; dhr. Ismo Ahonen) • SML (Central Association of Earth Moving Contractors in Finland; dhr. Tuomo Laitinen) • The Finnish Environmental Institute (Dhr. Jari Rintala) Frankrijk: • Ifremer (French Research Institute for Exploitation of the Sea) • UNPG (Union Nationale des Producteurs de Granulats) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) Groot-Brittannië: • The British Geological Survey (Dhr. David Harrison) • The Crown Estate (Dr. Tony Murray) • The British Marine Aggregate Producers Association (Dhr. Mark Russell) Ierland: • GSI (Ierse geologische dienst; dhr. Gerry Stanley). Noorwegen: • NGU (Noorse geologische dienst; dhr. Peer-Richard Neeb) Polen: • Regioplan Ingenieure Salzburg GmbH (Dhr. Andreas Knoll) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) Spanje: • IGME (Spaanse geologische dienst; dhr. Manuel Regueiro) Zweden: • SGU (Zweedse geologische dienst; dhr. Lars Arell) • ICES (International Council for the Exploration of the Sea) De benodigde informatie voor het onderzoek is verkregen door gebruik te maken van bestaande publicaties (staan vermeld per land), telefooninterviews, e-mail uitwisseling, internetverkenningen en de uitbesteding van twee deelonderzoeken. De informatie die we uit de verschillende staten hebben verkregen is hoofdzakelijk feitelijk. Deze ‘facts-and-figures’ zijn vervolgens verwerkt tot voorliggend rapport.
2.3
Resultaatverwerking
Het totaalbeeld dat deze landenstudie oplevert voor de beton- en metselzandsituatie in Europa en voor de importmogelijkheden naar Nederland, wordt beschreven in hoofdstuk 3. De gegevens van de verschillende landen zijn hierbij op kwalitatieve wijze geaggregeerd in een vergelijkingstabel.
GSV/Import
11
De gegevens van de analyses per land, zijn opgenomen als bijlagen. Deze gegevens zijn voor zover mogelijk op een vergelijkbare wijze behandeld en beschreven. Steeds wordt eerst ingegaan op de geologische en vergunbare beton- en metselzandreserves4 van het land, als tweede op de marktsituatie en de beleidskaders ten aanzien van ontgrondingen, en als derde op de logistieke situatie en kostentechnische aspecten van import van beton- en metselzand uit het land. Deze structuur is ook terug te zien in de kwalitatieve vergelijkingstabel in hoofdstuk 3.
4
Geologische reserves = Geologische voorraad >> Vergunbare reserves = Vergunbare
voorraad
GSV/Import
12
3 Synthese .............................................................................................
3.1
Kwalitatieve internationale vergelijking
Geologische reserves
Vergunbare reserves
Beleidskader ontgrondingen
Marktsituatie t.a.v. export
Logistieke mogelijkheden tot export
Losmogelijkheden in Nederland
Toelichting (zie pagina 1620.
De per land verzamelde gegevens (zie bijlagen) zijn gesynthetiseerd tot onderstaand vergelijkend overzicht (tabel 3.1), waarin per land een indicatie gegeven wordt van de aanwezige belemmeringen en mogelijkheden ten aanzien van import van beton- en metselzand naar Nederland.
5%
10%
20%
30%
30%
5%
waardering van het
Duitsland
++
++
++
+-
++
++
++
importpotentieel, is rekening
X Noordrijn-Westfalen
++
++
++
+-
+-
++
++
3.2.1
gehouden met diverse aspecten,
X Baden-Württemberg
+
++
+
+-
+-
+
++
3.2.1
Tabel 3.1>> Importpotentieel
Kwalitatieve beoordelingstabel van het importpotentieel van betonen metselzand (of andere toeslagmaterialen voor beton zoals gebroken (fijn) grind of gebroken rots naar Nederland). In de
Weging
3.2.1
X Beneden-Saksen
+
++
+
-
+
+
++
3.2.1
X Brandenburg
+
+-
++
+
+
--
++
3.2.1
X Hessen
+
++
+-
+-
+
+-
++
3.2.1
kostentechnische aspecten
X MecklenburgVorpommern
+
+-
++
++
+
-
-
3.2.1
(marktprijzen tout-venant en
X Rheinland-Pfalz
+
++
+
+-
+-
++
++
3.2.1
vervoerskosten) en de
X Saksen-Anhalt
+
+-
+
++
+-
-
++
3.2.1
+
+-
+
+-
+
+-
++
3.2.1
+
+-
-
-
++
3.2.1
zoals logistieke mogelijkheden of belemmeringen, reserves, lokaal grondstoffenbeleid,
losmogelijkheden in Nederland. In
X Schleswig-Holstein
paragraaf 3.2 wordt per land een
X Beieren
onderbouwing van de beoordeling gegeven.
GSV/Import
+ - Noorden: Zuiden:
++
X Saarland
+-
-
-
+-
-
+-
++
3.2.1
X Saksen
+-
+
+
+
+-
--
++
3.2.1
Groot-Brittannië (zeewinning)
++
++
++
+
++
+
+-
3.2.2
Noorwegen (met name gebroken rots)
+
++
++
++
+
+-
-
3.2.3
Frankrijk (landwinning; transport via binnenvaart)
+-
+
+-
-
-
+
++
3.2.4
Frankrijk (zeewinning)
+-
++
-
-
-
+
-
3.2.4
Polen
+-
++
++
+
-
-
-
3.2.5
Zweden
+-
++
+-
+-
+-
-
-
3.2.6
Finland
+-
+-
+
+
+-
--
-
3.2.7
Baltische Staten
+-
+
+
+-
-
-
-
3.2.8
België
+-
+
+-
--
--
+
++
3.2.9
Denemarken
+-
++
+
-
-
--
-
3.2.10
Ierland
+-
-
+-
+-
-
--
-
3.2.11
Spanje
-
++
+
--
-
--
-
3.2.12
13
De internationale vergelijking van het importpotentieel is kwalitatief omdat de inhomogeniteit in gegevens van de diverse landen onvoldoende vergelijkingsbasis biedt voor een puur kwantitatieve beschouwing. Op zich zijn van alle bestudeerde landen statistieken beschikbaar over de productie van zand, grind en overige oppervlaktedelfstoffen. De resultaten van de verschillende landen laten zich echter niet eenvoudig met elkaar vergelijken. Zo worden in sommige landen slechts statistieken bijgehouden van de totale zand, grind en gebroken rotsproductie (bijvoorbeeld Denemarken), terwijl in andere landen deze verschillende oppervlaktedelfstoffen apart worden gemonitord (bijvoorbeeld Nederland). Bij de synthese van deze studie is derhalve gestreefd naar een kwalitatieve beoordeling van het importpotentieel van de verschillende landen (tabel 3.1). Ter verhoging van de vergelijkbaarheid zijn in deze tabel waarderingen gegeven middels plussen en minnen in plaats van harde cijfers. De onderbouwing van de beoordeling per land wordt gegeven in paragraaf 3.2. Hieronder volgt een korte toelichting bij de vergelijkingstabel met vermelding van de meest opvallende uitkomsten. Tabel 3.1 illustreert dat het met de geologische reserves in Europa overal behoorlijk goed gesteld is (overwegend + +). De vergunbare reserves zijn vaak wat kleiner (+ -), maar in de regel vormen ze geen belemmering voor de productie van zand en grind. Factoren die de export vanuit sommige landen naar Nederland op dit moment belemmeren, zijn: • Beleid t.a.v. oppervlaktedelfstoffenwinning: België (- -) vanwege aflopen grinddecreet in 2006; Denemarken (-) vanwege limiet aan omvang van winschepen; Frankrijk (-) kampt zelf met teruglopende vergunde reserves op land; Spanje (- -) restrictief beleid t.a.v. oppervlaktedelfstoffen; Zweden (+ -) men wil er de zand- en grindproductie terugdringen) • Lokale marktsituatie voor zand en grind België (- -) importeert nu zelf al beton- en metselzand (o.a. uit Nederland), en dit lijkt na aflopen van het grinddecreet niet veel te zullen veranderen; Baltische Staten (-) vrijwel volledig zelfvoorzienend Denemarken (-) eveneens zelfvoorzienend Spanje (-) worden stijgende marktprijzen voor zand en grind verwacht Polen (-) ook hier worden stijgende marktprijzen verwacht; Ierland (-) zelfvoorzienend en geen mariene winning. • Logistieke faciliteiten t.a.v. export naar Nederland hangen sterk af van de afstand: Finland (- -), Baltische Staten (- -) en Spanje (- -) liggen te ver weg; Sommige landen hebben specifieke logistieke belemmeringen: Denemarken (- -) omdat alleen kleine winschepen zijn toegestaan; Ierland (- -) ver weg en er is geen overslagcapaciteit naar zeeschepen) Polen (-) ver weg en er is nauwelijks efficiënt transport via binnenwateren mogelijk. • Losmogelijkheden in Nederland De losmogelijkheden in Nederland zijn weliswaar niet voor alle landen die naar Nederland exporteren gelijk, toch is lossen echter meestal wel mogelijk. Met name transport over de grote rivieren uit het Duitse achterland is een goedkope aanvoermogelijkheid, met voldoende loscapaciteit langs de Nederlandse rivieroevers (+ +). Transport vanuit de Noordzee is op dit moment vooral concurrerend (+) in gebieden die minder goed te bereiken zijn vanuit Duitsland via de grote rivieren, zoals Amsterdam, Terneuzen en Delfzijl. In Rotterdam wordt wel aangeland, maar ten opzichte van het gebruik in die regio, is dit slechts een geringe hoeveelheid. Beperking voor aanlanding in Delfzijl, is de geringe vraag in
GSV/Import
14
die regio. Aanlanding in Terneuzen komt deels ten goede aan de Belgische markt.
3.2 3.2.1
Toelichtingen per land Duitsland
Duitsland is op dit moment het belangrijkste importland voor beton- en metselzand naar Nederland. De import komt vooral uit het Duitse Benedenrijn gebied. De export uit de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen is concurrerend door de geringe transportafstand, de goedkope riviertransporten, de ruim aanwezige retourvracht, de omvang van de productie in de deelstaat en de grootte van het gebied waar naartoe geleverd kan worden (logistiek ++). De andere deelstaten hebben een minder gunstige transportafstand tot Nederland, of zijn minder gunstig gelegen aan het rivierennet. In de import vanuit het Benedenrijn gebied zit nog enige rek, doordat de overheid in Nordrhein-Westfalen de bouweconomie wil stimuleren door ontgrondingsvergunningen vrij te geven (beleidskader ontgrondingen +-).
3.2.2
Groot-Brittannië (zeewinning)
De in voldoende mate aanwezige grindfractie (reserves ++), de gunstige ligging van een aantal Britse mariene wingebieden en de capaciteit van de baggervloot (logistiek +) maken import vanuit het Engels continentaal plat nu reeds concurrerend. Hierbij is de locatie van aanlanding van belang. In de regio Amsterdam wordt het grootste deel van het Engels tout-venant aangeland. Hier is de vraag voldoende en de concurrentie niet zo groot (markt + +), omdat binnenvaarttransport vanuit de grote rivieren (voor een groot deel Duitse import) duur is (door sluizen, etc.) In de regio Rotterdam ondervindt de aanvoer van Engels zeezand juist stevige concurrentie van de aanvoer die via de grote rivieren plaatsvindt (losmogelijkheden in Nederland + -). De winningslocaties in de Engelse wateren zullen in de toekomst een verschuiving vertonen van de Oostkust richting het kanaal. Of aanvoer vanaf Engeland hierbij rendabel blijft, hangt sterk af van: • Investeringen in nieuwe overslaglocaties; • investeringen in schepen met een grotere capaciteit; • de aanwezige grindfractie in het gewonnen tout-venant; • concurrentie vanuit Belgische vraag naar zand en grind. Door afbouw van de grindwinning in België (grinddecreet per 1 jan. 2006) zal de vraag naar buitenlands grind en zand in België stijgen; • concurrentie vanuit de vraag in Frankrijk (uitsluitend voor zand/grind gewonnen in de nabij Frankrijk gelegen gebieden in het oostelijke Engelse Kanaal)
3.2.3
Noorwegen
Noorwegen is een apart geval. Noorwegen is zelfvoorzienend voor wat betreft de zand- en grindwinning voor beton. Tegen concurrerende prijzen puur beton- en metselzand uit Noorwegen aanbieden op de Nederlandse markt, is door de grote vaarafstanden erg lastig. Er bestaan te veel alternatieven die voordeliger zijn. Toeslagmateriaal (2-4mm) kan eventueel wel worden gemaakt door breking van Noors grind en gebroken rots. In Nederland kan dan alsnog menging van fijner materiaal (uit Nederland) en grover materiaal (uit Noorwegen) plaatsvinden, om zo tot een goed betonmengsel te komen. Op dit
GSV/Import
15
moment wordt al steenslag (fractie 2-4 cm) geëxporteerd naar Nederlandse havens. De mogelijkheden tot winning van gebroken rots zijn in Noorwegen groot (markt +). De groeves liggen geografisch gunstig aan de fjorden. De logistieke faciliteiten zijn her en der aanwezig om grote hoeveelheden steen te verwerken tot fijnere fracties (dit levert wel extra kosten op!), en de fjorden zijn toegankelijk voor bulk carriers (logistieke mogelijkheden + +). Ook is de Noorse regering zich bewust van het exportpotentieel, en is welwillend om dit potentieel te gaan benutten (beleidskader ontgrondingen + +). Er liggen dus mogelijkheden voor het vergroten van de import van grof toeslagmateriaal naar Nederland, mocht de markt hier interesse voor hebben.
3.2.4
Polen
Bij het huidige prijspeil (zowel in Nederland, als in Polen, als in landen waar Nederland beton- en metselzand vandaan importeert) is het onmogelijk om tegen concurrerende prijzen Pools zand en grind af te zetten op de Nederlandse markt (markt -). Hiervoor is de transportafstand te groot (logistiek -). Ook in de overzienbare toekomst zullen andere alternatieven nog voordeliger zijn (o.a. Duits zand uit Nordrhein-Westfalen, Engels zeezand en eventueel grove fractie uit Noorwegen).
3.2.5
Frankrijk
Structurele import van beton- en metselzand vanuit het Bovenrijn gebied (zowel de Franse, als de Duitse kant) is op dit moment nog niet interessant, omdat het te ver weg is om al goed te kunnen concurreren met andere alternatieven (zoals bijvoorbeeld Nordrhein-Westfalen) (markt -). De productie in het Franse Bovenrijn gebied zal in de toekomst gaan teruglopen, omdat de vergunde landreserves in deze regio steeds verder beginnen op te raken (vergunbare reserves + -). Om alternatieven te vinden voor de landwinning van beton- en metselzand, onderzoekt Frankrijk de mogelijkheden van de maritieme winning van zand en grind. Voorlopig is een schaalvergroting van de mariene winning in de Franse wateren echter nog niet concreet (vergunbare reserves -; markt -; logistiek -).
3.2.6
Zweden
Anders dan in Noorwegen het geval is, voert de Zweedse regering een tamelijk restrictief beleid wat ontgrondingen van zand en grind betreft (beleidskader ontgrondingen + -). De zand- en grindproductie neemt nog steeds af, en maakt plaats voor een groter wordende gebroken rotsproductie. De huidige export van Zweeds toeslagmateriaal bestaat zelfs bijna geheel uit gebroken rots (markt + -). Transport over land moet in Zweden noodzakelijkerwijs per as, dus zijn de winningen die niet aan de kust liggen vanwege hoge transportkosten niet voor export geschikt (logistiek -).
GSV/Import
16
3.2.7
Finland
Finland is van alle bestudeerde gebieden het meest ver weg gelegen. Gezien de geringe huidige export (markt + -), de geringe overslagmogelijkheden, en de zeer grote vaarafstand (logistiek - -), moet worden geconcludeerd dat andere alternatieven eerder concurrerend zullen zijn dan export van beton- en metselzand vanuit Finland. 3.2.8
Baltische Staten
Deze landen produceren op dit moment voornamelijk zand en grind om in de vraag uit eigen land te voorzien (markt -). De landen liggen het verst weg van Nederland van alle onderzochte staten. Zelfs wanneer met bulk carriers gevaren zou worden, dan zou aanlanding in Nederland niet concurrerend zijn met andere alternatieven (logistiek -).
3.2.9
België
Op dit moment is België reeds het enige land waar naartoe Nederland betonen metselzand exporteert. Het aflopen van het grinddecreet in 2006, zal er voor zorgen dat er in België geen grind meer gewonnen wordt. Aangezien beton- en metselzand ook een bijproduct is van de grindindustrie, zal dit ook zijn invloed hebben op de beton- en metselzandproductie. België zal na het aflopen van het grinddecreet meer grof materiaal voor beton moeten gaan importeren. Voor export van beton- en metselzand is dan geen ruimte (markt - -).
3.2.10
Denemarken
Denemarken is niet via belangrijke binnenwateren verbonden met Nederland (logistiek - -). Het is volgens GEUS mogelijk dat er in de toekomst een gelimiteerde hoeveelheid zand zal gaan worden geproduceerd aan de Deense Westkust. Het land heeft strenge regelgeving omtrent ontgrondingen op zee. De door milieuwetgeving opgelegde maximale omvang van baggerschepen, van 2000 ton, betekent dat transport met deze schepen alleen over korte afstanden rendabel is (beleidskader ontgrondingen -). Export naar Nederland met deze schepen is daarom niet concurrerend. Het op zee gewonnen zand zou eventueel kunnen worden overgeslagen op een bulk carrier, maar dit werkt sterk kostenverhogend. Tevens zijn er aan de westkust van Denemarken geen havens die geschikt zijn voor bulk carriers, omdat de vaardieptes te gering zijn (tot ~10m) (logistiek - -). Al met al mag niet worden verwacht dat import naar Nederland van beton- en metselzand uit Denemarken, zal kunnen concurreren met andere bronnen van beton- en metselzand.
3.2.11
Ierland
Ierland importeert of exporteert weinig/geen bouwgrondstoffen. Voorzover import en export plaatsvinden, houden deze elkaar in balans. In Ierland zijn geen mariene winningen aanwezig, behalve onderhoudsbaggerwerken bij havens, maar het sediment dat hierbij vrijkomt, wordt doorgaans in zee gestort. Ierland is dus door middel van winning op eigen bodem ongeveer
GSV/Import
17
zelfvoorzienend. Hierbij speelt zand en grind een ondergeschikte rol aan gebroken rots (markt -). Er zijn in Ierland een aantal diepe havens waar bulkgoederen kunnen worden overgeslagen. Een belemmering voor de export is echter de toelevering van bouwgrondstoffen aan de havens. De toevoer kan uitsluitend via vrachtwagens plaatsvinden, en is daarmee verbonden aan de regio van de haven. Een andere belemmering is de vaarafstand naar Nederland. Deze is zo groot, dat zelfs transport naar Nederland met bulk carriers in de overzienbare toekomst nog niet rendabel zal zijn (logistiek - -).
3.2.12
Spanje
De vaarafstand tussen Spanje en Nederland is groot. Transport met grote bulk carriers vanaf bijvoorbeeld Bilbao is, door de beperkte logistieke mogelijkheden voor toevoer van grondstoffen vanuit het binnenland (geen vervoer per spoor of binnenvaart), op deze afstanden niet concurrerend met andere alternatieve bronnen van beton- en metselzand, die Nederland heeft (logistiek - -). De import en export van toeslagmaterialen voor beton en cement zijn op dit moment zeer gering in Spanje. De prijzen voor export zijn op dit moment al dusdanig dat transport naar Nederland niet concurrerend kan worden geacht (markt -) en de verwachting is dat restrictieve wetgeving ervoor zal zorgen dat de prijzen van zand en grind in Spanje de komende jaren nog verder zullen gaan stijgen (beleidskader ontgrondingen - -).
GSV/Import
18
GSV/Import
19
GSV/Import
20
Bijlagen .............................................................................................
GSV/Import
21
GSV/Import
22
België5 Markt
Er is in België een tekort aan beton- en metselzand en de productie (10,40 miljoen ton per jaar) haalt het niet bij de vraag (25,78 miljoen ton per jaar). Statistische data tonen het belang van import, hoofdzakelijk vanuit buurlanden zoals Nederland en Duitsland. België importeerde in 1999 14,29 miljoen ton grof zand uit Nederland, en nog eens 1,75 miljoen ton uit andere landen. Tegelijkertijd is er een toenemend gebruik van mariene zanden die vanuit het Belgisch continentaal plat en Engeland komen. De productie van mariene zanden ligt op ongeveer 2,89 miljoen ton per jaar. Ongeveer 2,8% daarvan wordt geëxporteerd naar Nederland.
5
Construction Raw Materials Policy and Supply Practises in North-western Europe – Facts and
Figures – Belgium; J. Desmyter, J. van Dessel, V. Hilde en A. Leuridan; 2003; DWW-2003020; ISBN 90-369-5534-3.
GSV/Import
23
GSV/Import
24
De Baltische staten Inleiding
De Baltische Staten (Estland, Letland en Litouwen) worden hier samen beschouwd, vooral vanwege hun vergelijkbare ligging ten opzichte van Nederland en hun overeenkomstige geologische achtergrond, welke bepalend is voor de zand- en grindvoorkomens.
Reserves
De Estlandse economisch interessante zand- en grindreserves zijn behoorlijk (541 miljoen m3 op 1 januari 2002). In deze cijfers worden 235 afzettingen van ‘construction sand’ en 136 grindafzettingen inbegrepen. Estland heeft ook een viertal offshore zand en grind reserves, die mogelijk in de toekomst interessant kunnen zijn voor exploitatie: Hiiumadala, Naissaare, Prangli en Ihasalu. Het is onduidelijk wat de precieze omvang van deze reserves is. De Litouwse vergunbare reserves zijn wat kleiner dan die van Estland: 530 miljoen ton grind en 60 miljoen ton zand op 1 januari 2003. Van deze reserves is voor ongeveer 240 miljoen ton grind en 27 miljoen ton zand reeds een vergunning afgegeven. De vergunningen zijn afgegeven voor 25 jaar. De Letse zand- en grindreserves waren op 1 januari 2000 2,95 miljard m3, en Letland heeft daarmee verreweg het meeste zand- en grind van de drie Baltische staten. In Letland zijn de meeste groeves kleiner dan 25 ha, en ze liggen verspreid over het hele land.
Markt
In figuur 1 is de gezamenlijke productie van zand en grind in de Baltische staten te zien. Duidelijk is dat de productie in Litouwen veruit het grootst is.
GSV/Import
25
Zand- en grindproductie (in 106 m3)
8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
1996
1997
1998
1999
2000
Litouwen
3,67
2,63
3,52
4,99
4,94
Letland
0,78
0,79
1,00
1,25
1,06
Estland
0,69
1,11
1,41
1,06
1,25
Jaar
Figuur 1: De totale zand- en grindproductie van de Baltische staten: Estland, Letland en Litouwen, uitgesplitst per land.6, 7, 8
De vraag en daarmee ook de productie van zand en grind in de Baltische staten zijn aan gestage groei onderhevig geweest gedurende het eind van de vorige eeuw. Deze groei zet zich in Estland ook nu nog voort, terwijl de groei in Litouwen door de verslechterde economische situatie wat is gestagneerd. Zo was de productie van zand en grind in Litouwen in 2002 nog slechts 3,6 miljoen m3, terwijl de productie in Estland in dat jaar toenam naar 2,0 miljoen m3. Van Letland zijn na 2000 geen data bekend. Geen van de Baltische staten doet aan productie van zand en grind uit mariene winning. Er wordt uitsluitend uit landlocaties gewonnen. Er is voorlopig geen mariene winning te verwachten. De productie dekt in deze landen ongeveer de vraag, en daarom is de import en export naar en vanuit de Baltische staten eveneens minimaal. Zo was de export naar Estland in 2002 bijvoorbeeld nul, en de import bestond uit slechts enkele duizenden tonnen.6
Logistieke situatie
In de Baltische staten liggen de landelijke winningen verspreid over het land, en ze zijn doorgaans alleen bereikbaar met vrachtwagens. Transport per rivier vindt niet plaats. Over de overslagcapaciteit is niet veel bekend; wel is bekend 6
Bron: Statistical Office of Estonia; http://gatekeeper.stat.ee:8000/px-
web.2001/dialog/statfileri.asp 7
Bron: Environmental Indicators in Latvia (2002); Latvian Environment Agency;
http://www.vdc.lv 8
GSV/Import
Bron: Statistics Lithuania; http://www.std.lt/web/main.php?parent=648
26
dat bulk carriers kunnen aanlanden in diverse Baltische havens, met name de haven van Tallinn (Estland) is vrij groot en modern. Er wordt in deze landen fors geïnvesteerd in diverse havens. De vaarafstanden naar Nederland zijn erg groot.
GSV/Import
27
GSV/Import
28
Denemarken9,10 Reserves
De Deense zand- en grindvoorkomens zijn groot, zowel onshore als offshore, en zijn erg gelijkmatig over het land en zeebodem verspreid. Een consequentie daarvan is dat Denemarken op het land nauwelijks grote groeves kent die grotere gebieden bestrijken, maar voornamelijk kleinere, lokale winningen. Voor de export naar Nederland is met name de productie op zee relevant, aangezien er geen goede binnenwaterverbinding met Nederland is. Mariene winning:
6,2
Grof zand en Ophoogzand 0,9 3,2
Landwinning:
3,2
Grof zand en
Ålborg
Ophoogzand
3,1
Århus 0,7
1,7
Kopenhagen
0,9 Esbjerg
0,9 Odense 0,4
0,0
0,0 Figuur 2: Productie van zand en grind in Denemarken in 2002. De legenda geeft het type zand weer. De kleuring van de gebieden geeft de bevolkingsdichtheid van de regio’s weer. Rood is dichtbevolkt, lichtgroen is dunbevolkt.
Markt
Denemarken wint jaarlijks circa 5-6 miljoen m3 zand en grind (excl. ophoogzand) op zee uit zo’n 150 aangewezen winningsgebieden waar zo’n 25 baggeraars actief zijn. De geografische verdeling van de productie in 2002 is weergegeven in figuur 2.
9
Construction Raw Materials Policy and Supply Practises in North-western Europe – Facts and
Figures – Denmark; Rikke Dahl Nielsen, Christian Abildtrup, Nanna Swane Lund and Lars Møller Nielsen; 2003; DWW-2003-021; ISBN 90-369-5535-1. 10
GEUS, de Geologische Dienst van Denemarken en Groenland; Persoonlijke communicatie
via e-mail; Peter Gravesen; 4 augustus 2003.
GSV/Import
29
Het merendeel van de winningsgebieden ligt aan de oostkant van Denemarken waar zich ook de economische centra bevinden. Het betreft grotendeels zandreserves (van goede kwaliteit), aangezien de grindreserves grotendeels gerelateerd zijn aan huidige en historische kustlijnen. De bekende zand- en grindreserves liggen vooral aan de oostkant van Denemarken. Aan de Noordzeezijde van Denemarken is nog maar een klein deel van de zeebodem gekarteerd, maar hier wordt een vergelijkbare zand- en grindreserve verwacht. De marktprijs van zand is hoog in Denemarken. GEUS spreekt over 13 €/m3. Uitgaande van nat in de bak gespoten zand, met een dichtheid van 2,00 ton/m3 (overeenkomstig met de standaard dichtheden van het Vakberaad Ontgrondingen (voorheen LCCO-WIG)), betekent dit een prijs van ongeveer 6,50 €/ton. GEUS verwacht in de nabije toekomst geen significante veranderingen in de zandprijzen. Denemarken exporteert momenteel nauwelijks zand en grind: slechts 0,5 miljoen ton in 2000 naar Noordoost-Duitsland. In de periode 1993-1997 is deze export aanmerkelijk groter geweest.
Logistieke situatie
Op dit moment hebben ongeveer 50 schepen toestemming om te baggeren in de Deense wateren. De totale capaciteit van deze schepen is slechts 25.000 m3. De capaciteit is niet evenredig over deze schepen verdeeld. De 10 grootste schepen representeren ongeveer 45% van de totale baggercapaciteit. Dat betekent dat de grotere schepen gemiddeld ongeveer een capaciteit hebben van ruim 1,1·103 m3. De schepen zijn dus erg klein, en dat komt door Deense milieuwetgeving, welke oplegt dat de maximale capaciteit voor schepen van deze aard 2000 ton is. Uitgaande van een dichtheid bij nat, gespoten zand van 1,7 ton/m3 (overeenkomstig met de standaard dichtheden van LCCO-WIG), betekent dit dat deze schepen gemiddeld een maximale capaciteit hebben van ruim 1900 ton. Aangezien we hier spreken van een gemiddelde capaciteit, mag worden aangenomen dat de capaciteit van de grootste schepen dichtbij de maximaal toegestane 2000 ton zit. Dit heeft als direct gevolg dat transport over lange afstanden niet rendabel is. GEUS ziet geen redenen om aan te nemen dat deze wetgeving op korte termijn zal veranderen, en derhalve zullen de transportmogelijkheden ook beperkt blijven tot het op en neer varen tussen wingebied en de dichtstbijzijnde kustgebieden. Transport met bulk carriers vanaf overslaghavens is niet verboden. Er zijn echter geen havens aanwezig aan de westkust van Denemarken die geschikt zijn voor grote bulk carriers (te ondiep).
GSV/Import
30
Duitsland11,12 Reserves
Duitsland is onder te verdelen in vijf gebieden die hun eigen geologische geschiedenis en structuur hebben. Deze structuur bepaalt ook in belangrijke mate de distributie van de zand- en grindafzettingen. De noordelijke Duitse laaglanden, dat deel uitmaakt van een veel grotere afzettingsvlakte, die zich uitstrekt van Vlaanderen tot aan de Baltische Staten, bestaat voor een groot deel uit Pleistocene en Holocene sedimenten, met weinig reliëf. Het Noordoosten van dit gebied is geologisch relatief jong, is ontstaan in de Weichselische glaciatie, en vertonen een mozaïek van morene en fluvio-glaciale landvormen, met morene heuvellandschappen en Pleistocene riviervalleien (“Urstromtal”). De zuidelijke en westelijke laaglanden zijn gevormd tijdens de Saale en Elster glaciaties, en vertonen moerassen langs de Noordzeekust, vlaktes in grote delen van Niedersachsen, en loesslanden naar het Zuiden. Het Beneden Rijngebied maakt ook deel uit van de noordelijke laaglanden, en is een van de meest belangrijke zand- en grindregio’s in Duitsland, net na het Boven Rijngebied en het Alpine voorland. De noordelijke en oostelijke delen van de laaglanden zijn gedeeltelijk rijk aan zandafzettingen, terwijl grind gelokaliseerd is in kleinere geologische formaties, bijvoorbeeld in het Oosten van SchleswigHolstein, of in sommige delen van Mecklenburg-Vorpommern. Belangrijke zand- en grindafzettingen zijn ook aanwezig langs enkele rivieren die door de noordelijke laaglanden lopen (Elbe, Weser, Ems). De centrale hooglanden – met het Rheens Massief en het Harzgebergte en enkele tektonische depressies er tussenin – bestaan hoofdzakelijk uit Paleozoische gesteentes en structuren. Enkele riftvalleien en depressies zijn opgevuld met zand- en grindafzettingen gedurende het Pleistoceen en het Holoceen, bijvoorbeeld in de regio van Kassel. Er zijn ook riviervalleien met terrassen met grindafzettingen. Naar het Westen, wordt de regio ten Zuiden van de centrale hooglanden tot aan de Donau gevormd door de Boven Rijn riftvallei, een tektonische depressie die reikt van Basel tot Frankfurt, en die gevuld is met behoorlijk dikke pakketten Mesosoïsche en Cenozoïsche sedimenten, de aangrenzende Mesozoïsche grabenlandschappen en hun cristallijne aangrenzende gebergtes (het Zwarte Woud in het Zuidwesten, de gebergteketens van het Bohemisch massief naar het oosten). Het Boven Rijngebied heeft verreweg de belangrijkste zand- en grindafzettingen van Duitsland. De Alpine voorlanden, die reiken van de Donau tot de Alpen, worden gekenmerkt door jonge sedimenten, met een glaciale en glacio-fluviatiele herkomst, en die grote zand- en grindafzettingen herbergen. Het reliëf is er relatief laag. De Alpen, die zich vanaf het Constancemeer langs de grens met Oostenrijk tot aan Salzburg uitstrekken, bestaan uit Mesozoïsche carbonaatgesteentes in het Duitse gedeelte. In figuur 3 is ter illustratie een geologische kaart van Duitsland weergegeven. De cumulatieve omvang van alle Duitse geologische reserves van zand en grind is onbekend. De bond van Duitse zand- en grindindustrie (Bundesverband der Deutschen Kies- und Sandindustrie e.V. (BKS)), schat de reserves in als 11
Construction Raw Materials Policy and Supply Practises in North-western Europe – Facts
and Figures – Lower Saxony and North-Rhine Westphalia (Germany); Andreas Knoll, Ralph Kramer; 2003; DWW-2003-023; ISBN 90-369-5537-8. 12
Mineral Planning – Facts & Figures on Construction Sand and Gravel – Regional Research
Project Germany; A. Knoll & R. Kramer; 2004; Regioplan Ingenieure, Salzburg GmbH.
GSV/Import
31
voldoende groot voor de komende 600 jaar, wat zou neerkomen op 1011 m3, oftewel 100 km3. In figuur 4 zijn de belangrijkste zand en grindafzettingen (en andere mineralen) in Duitsland weergegeven. Zoals in figuur 4 te zien is, zijn de reserves niet evenredig verdeeld over alle deelstaten.
Figuur 3: Geologische kaart Duitsland.
De reserves waarvoor vergunningen verleend zijn, zijn volgens de BKS gemiddeld voldoende voor ongeveer de komende 20 jaar. Lokaal kunnen hierin echter aanzienlijke afwijkingen voorkomen. Zo heeft de deelstaat Hessen bijvoorbeeld slechts voldoende vergunningen om minder dan 10 jaar in de vraag te voorzien, en is de voorraad in Brandenburg toereikend voor de komende 15 tot 30 jaar. De gemiddelde duur van een ontgrondingsvergunning in Duitsland, ligt ergens tussen de 10 en de 15 jaar.
GSV/Import
32
Figuur 4: Overzicht van de belangrijke zand en grindafzettingen en andere mineralen in Duitsland (De zand- en grindgroeves zijn niet individueel aangeduid).
Markt
De Duitse zand- en grindwinning, die gekenmerkt wordt door slechts enkele grote, redelijk wat middelgrote en vele kleine bedrijven (60-70% van de totale markt bestaat uit kleine bedrijven) kende zijn hoogtijdagen in 1994 toen 450 miljoen ton zand en grind in heel Duitsland werd gewonnen. In dezelfde tijd (1994-1995) steeg het aantal bedrijven in de sector van 730 tot 1117. Sinds die tijd is er een voortdurend dalende trend geweest in zowel het aantal bedrijven dat actief is in de zand- en grindindustrie als het aantal winningen. In 2002 werd het (voorlopig) laagste punt bereikt in de zand- en grindproductie: 303,5 miljoen ton. Dit betekent een daling van meer dan 32% ten opzichte van 1994. Deze daling manifesteerde zich met name in het voormalige Oost-Duitsland. In figuur 5 is de verdeling van de bestemmingen van het in 1999-2002 in Duitsland geproduceerde zand en grind weergegeven.13 De productiecijfers worden in Duitsland doorgaans niet zeer accuraat geadministreerd. De officiële 13
Bron: Rohstoffwirtschaftliche Länderstudien – Heft XXXI – Bundesrepublik Deutschland –
Rohstoffsituation 2002; Oktober 2003; Bundesanstalt für Geowissenschaften und Rohstoffe (BGR); ISBN 3-510-95913-7.
GSV/Import
33
statistieken die door de regionale statistiekbureaus en door het federale statiekbureau van Duitsland (StBA) negeren namelijk de productie uit winningen die minder dan 10 werknemers hebben. Dit betreft een aanzienlijk deel van de totale productie, waardoor de totale productie systematisch fors wordt onderschat. De industrieorganisaties zoals het Bundesverband der Deutschen Kies- und Sandindustrie e.V. (BKS) houden daarentegen alleen de productiecijfers van de leden van de betreffende organisaties bij. Hierdoor wordt de totale productie dus ook weer systematisch onderschat; de mate van onderschatting is hierbij per regio afhankelijk van de mate waarin bedrijven in de regio’s lid zijn van de brancheorganisaties.
400
369,4 343,2
350
Hoeveelheid (in 10 6 ton)
312,7 292,1
300 250 200 150 100 50 13,3 0
Bouw
Industrie
11,9 Bouw
1999
Geslagen grind voor vloeren
Industrie
7,8 9,3
11,4 Bouw
2001 3,6
8
Overige industriële toepassingen
Bouw
2000 4
Zand voor glas en keramiek
Industrie
11,5
2002 3,5
6,9 8,3
Industrie
3,5 6,6
8
7,9
Kalkzandsteentoeslag
11,4
7,4
5,9
4,6
Morteltoeslag
13,8
12,5
10,5
10,1
Grind voor wegfunderingen
36,7
30,5
28,7
27,4
Overige bouwtoepassingen
44,6
46,4
43,7
40,9
Prefabbeton en betonfabricaten
49,9
49,6
47,2
43,2
Grind voor grondstabilisatie
76,3
68,6
63,8
61,8
Stortbeton
128,7
120,4
106
97,5
Jaar en toepassing
Figuur 5: Totale productie van zand en -grind in Duitsland over 1999-2000, uitgesplitst naar toepassing.13
GSV/Import
34
De officiële productiecijfers zoals die zijn bijgehouden door de statistische instanties, zijn weergegeven in figuur 6.
Schleswig-Holstein
5,72 7,59
Mecklenburg-Vorpommern Niedersachsen*
12,45
8,28 9,29
Brandenburg
Sachsen-Anhalt
32,36
12,20
Nordrhein-Westfalen* 6,78
Thuringen
Sachsen
Rheinland-Pfalz 11,53 Hessen 0,97
Saarland
30,09 25,51
Baden-Wurttemberg
Bayern
Figuur 6: Officiële statistieken van de productie van grof zand (groen) en grind (blauw) in Duitsland in 2002. De invulling van de deelstaten geeft de bevolkingsdichtheid van de desbetreffende deelstaat aan. Rood is dichtbevolkt, lichtgroen is dunbevolkt.*: de statistieken voor Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen zijn gebaseerd op de cijfers van 2000, en gecompenseerd voor de landelijke teruggang van de productie, onder de aanname dat de teruggang landelijk gelijk is geweest sinds 2000. Ook is aangenomen dat de verhouding tussen de zand- en grindfractie in de productie gelijk is gebleven sinds 2000. Er zal dus een lichte afwijking bestaan tussen de daadwerkelijke productiecijfers van 2002, en de hier weergegeven berekende productiecijfers. De getallen geven echter wel een betere indicatie dan de niet omgerekende officiële cijfers van 2000.
In Schleswig-Holstein en Mecklenburg-Vorpommern wordt ook aan winning vanuit zee gedaan. Het betreft hier slechts kleine hoeveelheden zand en grind (de laatste 4 jaar gemiddeld ongeveer een kwart miljoen m3 per jaar.14 Ook
14
Bron: International Council for the Exploration of the Sea; Working Group on the Effects of
Extraction of Marine Sediments on the Marine Ecosystem; Officiële verslagen bijeenkomsten 1999, 2000, 2001 en 2002. http://www.ices.nl
GSV/Import
35
wordt er nog ophoogzand gewonnen uit de Noordzee en de Oostzee, maar dat is in deze cijfers buiten beschouwing gelaten. De vraag naar grondstoffen kan niet per deelstaat worden gegeven, aangezien er geen statistieken worden bijgehouden van de import en export die tussen de deelstaten plaatsvindt. Normaal gesproken zou de import plus de productie gelijk moeten zijn aan de export plus de vraag. Aangezien de import en export dus niet volledig bekend zijn per deelstaat, is deze statistiek niet precies weer te geven. Wel is een inschatting te geven van wat de vraag ongeveer zou moeten zijn. In figuur 7 is een inschatting weergegeven van de vraag in de deelstaten van Duitsland, gebaseerd op de totale vraag in Duitsland, de bevolkingsdichtheid van het gebied, het BNP in het gebied, de regionale prijs van zand en grind in het gebied en het gebruik van toeslagmaterialen door de regionale cementindustrie13.
10,20 Schleswig-Holstein 2,42 0,93 Bremen
4,86 Mecklenburg-Vorpommern
Hamburg
Niedersachsen
28,91 6,79
77,51
4,75 Berlin
6,72
Brandenburg
Sachsen-Anhalt
Nordrhein-Westfalen
7,78
23,29
Sachsen
Thuringen
9,57
15,21 Hessen Rheinland-Pfalz Saarland 3,61
44,37
48,56
Bayern
Baden-Wurttemberg
Figuur 7: Inschatting van de vraag naar zand en grind voor de bouw in Duitsland in 2002, gebaseerd op de totale vraag in Duitsland, de bevolkingsdichtheid van het gebied, het BNP per inwoner in het gebied, de regionale prijs van zand en grind in het gebied en het gebruik van toeslagmaterialen voor de regionale cementindustrie13. De kleur van de deelstaten geeft het BNP per inwoner in het gebied aan.Rood voor een hoog BNP/inwoner, lichtgroen voor een laag BNP per inwoner.
Uit de verschillen tussen figuur 6 en figuur 7 wordt direct duidelijk dat de ingeschatte vraag behoorlijk afwijkt van de productie. Wel is de verhouding tussen productie en de inschatting van de vraag in de verschillende deelstaten redelijk vergelijkbaar. Zo heeft Nordrhein-Westfalen de grootste productie, en tevens de grootste vraag. Voor de periode tot 2010 wordt verwacht dat de vraag naar zand en grind in Duitsland weer licht zal stijgen: van 370 miljoen ton
GSV/Import
36
in 1997, via 374 miljoen ton in 2005 naar bijna 400 miljoen ton in 2010 (projecties van de BKS). De afgelopen jaren importeerde Nederland volgens de Duitse statistische instanties gemiddeld ongeveer 8 miljoen ton beton- en metselzand per jaar uit Duitsland. Het betreft vooral grover betonzand. Dit komt overeen met de cijfers van de Nederlandse inventarisatie.15 Tot 2002 is een stijgende trend waarneembaar: ongeveer 6,5 miljoen ton in 2000 en circa 9 miljoen ton in 2002 (volgens een schatting van de BKS). Daarvan kwam het overgrote deel uit Nordrhein-Westfalen (~7 miljoen ton in 2000), een deel kwam uit Niedersachsen (~0,5 miljoen ton in 2000) en een deel uit Baden-Württemberg (~0,2 miljoen ton in 2002). De werkelijke zandproductie in NordrheinWestfalen in 2002 wordt geschat op circa 46 miljoen ton. De exacte export vanuit Nordrhein-Westfalen is voor 2002 niet bekend, maar wanneer aangenomen wordt dat de export in deze deelstaat evenveel afneemt als de landelijke export, dan komt de export naar Nederland voor NordrheinWestfalen op ongeveer 4,9 miljoen ton uit. Dit zou dus inhouden dat Nordrhein-Westfalen in 2002 ongeveer 11% van hun productie naar Nederland exporteerde. In figuur 8 is de import van grof zand en grind uitgezet per deelstaat. In figuur 9 is een soortgelijke weergave voor de export van grof zand en grind per deelstaat opgenomen.
15
Dr. U. Hofstra (Intron); Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind 2002: Stand
van het Zand VIII/Lint aan het grind VI; 2004; Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Publicatiereeks grondstoffen 2004/04; DWW-2004-25.
GSV/Import
37
1,40
Hoeveelheid (in 10 6 ton)
1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00
Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind Gr. Z. Grind BadenWürttemberg
Brandenburg
Hessen
Mecklen- Noordrijn- Rheinlandburg-Vor- Westfalen Pfalz pommern 0,28
Saksen
SaksenAnhalt
Schleswig-Holstein
0,04
0,03 0,04 0,01 0,07 0,02 0,89 1,25
0,19 0,24 0,01 0,01 0,01
0,04 0,01 0,19 0,44
0,01
0,14 0,07 0,02 0,04 0,10 0,06 0,02 0,07 0,10 0,01 0,03 0,07
Denemarken China België
Saarland
0,01 0,01 0,03 0,08
Polen Oostenrijk
Frankrijk Finland
BenedenSaksen
0,05 0,04
Tsjechië
Noorwegen Nederland
Beieren
0,04
0,01 0,13 0,03 0,04
0,02
Deelstaat en type oppervlaktedelfstof
Figuur 8: De import van grof zand en grind voor toepassing in de bouw, naar de Duitse deelstaten, in 2002. De cijfers voor Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen geven de import in 2000 weer.
GSV/Import
38
10,00 9,00
Hoeveelheid (in 106 ton)
8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
Grof zand Grind Baden-Württemberg
Zwitserland
0,27
Grof zand Grind
Grof zand Grind
Beieren
Beneden-Saksen
0,73
0,01 0,08
Oostenrijk 0,20
1,32
0,01
Rheinland-Pfalz
Grof zand Grind Saarland
0,01
0,03
0,03
0,46
0,01
Luxemburg
7,15
5,05
0,05
0,02
0,01
0,04
0,01
0,26
0,09
Italië Groot-Brittannië
0,01
Frankrijk
0,01
0,26
1,79
0,53
België
Grof zand Grind
Noordrijn-Westfalen
0,02
Zweden Nederland
Grof zand Grind
0,36
0,09
0,02
0,03
Deelstaat en type oppervlaktedelfstof
Figuur 9: De export van grof zand en grind voor toepassing in de bouw, vanuit de Duitse deelstaten, in 2002. De cijfers voor Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen geven de export in 2000 weer.
De prijzen van grof zand en grind in Duitsland variëren nogal tussen de deelstaten. In figuur 10 is een overzicht gegeven van de gemiddelde zand- en grindprijzen binnen de verschillende Duitse deelstaten. De prijzen zijn met name in de Oost-Duitse deelstaten (Sachsen, Sachsen-Anhalt, Brandenburg en Mecklenburg-Vorpommern) aanzienlijk lager dan in de rest van Duitsland. Dit houdt verband met de ingezakte bouwnijverheid in de Oost-Duitse regio in de fase na de initiële periode van wederopbouw (begin en medio jaren negentig). Er is in Oost Duitsland een overschot aan groeves en bedrijven die zich bezig houden met de extractie van grof zand en grind.
GSV/Import
39
12,00
Prijs (in € per ton)
10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 0,00
BadenWürttem berg
Bayern
Prijs grof zand
6,80
6,99
2,38
6,60
3,47
6,90
8,74
2,60
2,23
3,86
Prijs grind
6,45
6,42
3,50
6,43
5,06
8,60
10,34
3,94
3,69
6,95
Brandenb Hessen urg
MecklenRheinlan burg-VorSaarland d-Pfalz pommern
Saksen
Saksen- SchleswigAnhalt Holstein
Deelstaat
Figuur 10: Gemiddelde prijzen voor grof zand en grind in diverse Duitse deelstaten. De prijzen zijn met name in de Oost-Duitse deelstaten (Sachsen, Sachsen-Anhalt, Brandenburg en Mecklenburg-Vorpommern aanzienlijk lager dan in de rest van Duitsland. Dit houdt verband met de ingezakte bouwnijverheid in de Oost-Duitse regio in de fase na de initiële periode van wederopbouw.
De Duitse zand- en grindmarkt is zoals uit alle eerdergenoemde gegevens blijkt, regionaal verschillend. Drie regio’s zijn (mogelijk) relevant voor de import naar Nederland: het Benedenrijn gebied, het Bovenrijn gebied en het voormalige Oost-Duitsland.
Benedenrijn gebied
Volgens het onderzoek dat in 2002 door Regioplan is uitgevoerd voor de deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen11, exporteerde NordrheinWestfalen in 2000 ruim 7 miljoen ton grof zand naar Nederland. In 2001 en 2002 is de import vanuit Duitsland gestegen tot ca. 14 mln. ton in 2002. Naar schatting 12 mln. ton daarvan is afkomstig uit Nordrhein-Westfalen. Volgens een vertegenwoordiger van de Nordrhein-Westfaalse regering neemt de hoeveelheid Nederlandse bedrijven met winningen in Nordrhein-Westfalen steeds verder toe. Deze bedrijven exporteren ca. 95% van hun productie naar Nederland. In sommige delen van Nordrhein-Westfalen wordt inmiddels het merendeel van het gewonnen zand naar Nederland geëxporteerd (m.n. in de regio’s Kleve, Wesel en Düsseldorf). De industrie in de Nordrhein-Westfalen heeft op dit moment sterk te lijden onder een economische recessie. Daarnaast kent de deelstaat een hoge werkloosheid. Om de investeringen in de bouw niet al te ver terug te laten lopen doet de overheid van de deelstaat wat binnen haar vermogen ligt om de industrie te stimuleren. Bovendien is de overheid erg bang dat bedrijven
GSV/Import
40
wegtrekken uit de deelstaat om zich te vestigen in regio’s waar arbeid of grondstoffen goedkoper zijn. Door te zorgen voor voldoende vergunningen voor de ontgrondende bedrijven kunnen deze blijven ontgronden, en blijven deze dus gevestigd in de deelstaat. Gevolg hiervan is dat, vanwege het voldoende aanbod, de prijzen voor zand en grind laag blijven, wat weer een gunstig effect heeft op de industrie, de bouw, en de rendabiliteit van export naar Nederland. Het wordt voor bedrijven in Nordrhein-Westfalen dan ook steeds interessanter om te exporteren naar Nederland, en het wordt voor Nederlandse bedrijven steeds interessanter om zich in te kopen in Duitse bedrijven of om zich vergunningen in Nordrhein-Westfalen te verschaffen. Dit wordt gereflecteerd in de alsmaar groeiende export van zand naar Nederland. Vanwege de lage vraag in Nordrhein-Westfalen zelf heeft dit echter nog geen prijstoename tot gevolg. Wanneer in Duitsland meer beton- en metselzand geproduceerd moet gaan worden ten behoeve van een toename van de Nederlandse import, komt er ook extra grind vrij. In Nederland is geen afzetmarkt voor dat extra grind, aangezien hier de huidige vraag naar grind gedekt wordt door import van grind uit Duitsland, België en Engeland, de import van steenslag uit België, Duitsland en Noorwegen en de Limburgse productie (o.a. Maaswerken). In Duitsland bestaat ook geen vraag naar dit extra grind. Mogelijk kan in de toekomst overtollig Duits grind in België afgezet gaan worden, omdat het Belgische beleid gaat veranderen (in 2006 loopt het grinddecreet af, waarmee in België in feite de grindwinning op een zeer laag pitje wordt gezet, terwijl de vraag naar grind in België niet veel zal veranderen).
Bovenrijn gebied
Volgens het Oberrheinkonferenz (ORK) 1999 exporteerde Baden-Württemberg in 1998 vier miljoen ton zand en grind naar gebieden buiten het Bovenrijn gebied, die ook niet grenzen aan het Bovenrijn gebied. Het overgrote deel hiervan is naar Nederland geëxporteerd. Dus ongeveer 10% van de productie van het gebied, en ongeveer 50% van de totale Duitse export van zand en grind naar Nederland, komt uit het Bovenrijn gebied. De export naar Nederland bestaat zeer waarschijnlijk grotendeels uit grind. In Baden-Württemberg bestaat het tout-venant immers voor slechts ongeveer een derde uit grof zand en de rest is grind. De grindproductie is er dusdanig groot dat er sprake is van een overschot; dit overschot wordt geëxporteerd naar o.a. Nederland. Verder is het over deze afstanden tegen de huidige Nederlandse marktprijzen niet lonend om uitsluitend grof zand te transporteren naar Nederland. Grind is echter relatief duurder in Nederland en is daarom wel geschikt voor de export over langere vaarafstanden. Grote, nieuwe ontgrondingsvergunningen aan de binnenwateren die met Nederland in verbinding staan, kunnen niet worden verwacht, aangezien er steeds meer problemen zijn met het behoud van natuur in deze omgeving. Ook de ruimtelijke ordening stuurt aan op een lokaal gebruik van minerale bouwgrondstoffen. Van de andere kant, is de productie van zand en grind tussen 1992 en 2002 met ongeveer 35% gedaald in Baden-Württemberg, wat heeft geleid tot overtollige productiecapaciteit, die in potentie kan worden ingezet voor productie ten behoeve van export naar Nederland. De andere deelstaten in het Bovenrijn gebied, Rheinland-Pfalz en Hessen, exporteren op dit moment geen zand en grind in relevante hoeveelheden naar Nederland, en de verwachting is dat hier geen significante verandering in zal komen. De hier gegeven schatting van het exportpotentieel van BadenWürttemberg geeft dus een beeld dat geldt voor het gehele Bovenrijn gebied.
GSV/Import
41
Oost-Duitse deelstaten
Kijkend naar de huidige markt voor zand en grind in Oost-Duitsland, valt vooral op dat de zand- en grindprijzen enorm laag zijn op dit moment, door de ineengezakte bouwnijverheid in de regio na de wederopbouw in de begin jaren negentig. Het is daarom niet verbazingwekkend dat er in deze regio bedrijven zijn die geïnteresseerd zijn in handel over grotere afstand, bijvoorbeeld met Nederland. Zo blijkt uit persoonlijke communicatie met Regioplan GmbH dat zij in Oost-Duitsland sowieso al vijf bedrijven wisten die concrete interesse hadden in dergelijke handel. Stel nu dat alleen deze bedrijven maar interesse zouden hebben in export naar Nederland, en ze zouden ieder ongeveer 100.000 tot 250.000 ton per jaar kunnen exporteren, dan zou dit toch al zo’n 0,7-1,0 miljoen ton per jaar kunnen zijn. Wat betreft aanbod is er dus enige mogelijkheid tot import van beton- en metselzand uit Oost-Duitsland.
Logistieke situatie
Transport vanuit Duitsland naar Nederland zal mogelijk alleen betaalbaar zijn wanneer er getransporteerd wordt over binnenwateren. Het ligt daarom voor de hand om te bekijken welke zand- en grindwinningen langs de oevers van belangrijke vaarwegen liggen, zodat er goedkoop getransporteerd kan worden. Tevens zouden de vaarwegcapaciteit en de vaarwegbelasting op dit moment een belemmering kunnen vormen voor een vergroting van de stroom van zand en grind naar Nederland. Figuur 13 illustreert de huidige benutting van de verschillende transportvormen voor het transport van zand en grind. Ligging aan waterwegen
De ligging van groeves aan grote waterwegen die verbonden zijn met de Nederlandse waterwegen, is weergegeven in figuur 11. De waterwegen zelf zijn weergegeven in figuur 12.
GSV/Import
42
Figuur 11: Locaties van belangrijke winningen voor zand en grind aan Duitse waterwegen die in verbinding staan met de Nederlandse waterwegen. Helaas zijn in de kaart geen winningen in de deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen aangegeven (niet inbegrepen in het onderzoek van Regioplan12) . Voor een overzicht van de waterwegen, zie figuur 12.
GSV/Import
43
Figuur 12: De Duitse waterwegen, geclassificeerd naar capaciteit (lichtblauw voor vaarwegen die alleen toegankelijk zijn voor schepen met kleine capaciteit (250-400 ton); oranje voor vaarwegen die ook toegankelijk zijn voor schepen met grote capaciteit (9600-18000 ton).
GSV/Import
44
100%
Gebruik transportvorm in procenten
80%
60%
40%
20%
0%
BadenBeneden- BrandenWürttem- Beieren Saksen burg berg
MecklenNoordrijn- RheinlandHessen burg-VorSaarland Westfalen Pfalz pommern
Saksen
SaksenAnhalt
Schleswig-Holstein
Per as
62,5%
89,7%
90,0%
83,4%
85,5%
-
77,5%
72,8%
77,8%
88,1%
92,9%
98,0%
Per spoor
2,3%
0,3%
1,5%
1,2%
1,8%
-
2,5%
1,8%
0,0%
2,4%
0,7%
0,2%
Per schip
35,2%
10,1%
8,5%
15,4%
12,7%
-
20,0%
25,4%
22,2%
9,5%
6,4%
1,8%
Deelstaten
Figuur 13: Gebruik van de drie transportvormen voor het transport van zand en grind in de diverse Duitse Deelstaten. Opvallend is het intensieve gebruik van scheepvaart in met name Baden-Württemberg.
Transportcapaciteit
In Duitsland waren volgens het Bundesverband der Deutschen Binnenschifffahrt (BDB) in 2003 in totaal bijna 2000 schepen beschikbaar voor het transport van zand- en grind. De totale capaciteit van deze schepen bedraagt ruim 2 miljoen ton. Gemiddeld hebben deze schepen dus een capaciteit van ongeveer 1000 ton. De capaciteit is echter afhankelijk van het type schip, en zal dus variëren. Doorgaans zal de grootte van een schip tussen de 650 en de 1200 ton liggen. In 2002 is er 47,4 miljoen ton aan minerale grondstoffen vervoerd over de Duitse binnenwateren. Dit staat gelijk aan 20,5% van het totale transport van grondstoffen in dat jaar. In 2000 was de hoeveelheid transport van minerale grondstoffen nog 53,4 miljoen ton. Voor de toekomst verwacht het BDB een lichte stijging naar 52,6 miljoen ton vervoerde minerale grondstoffen in 2006. Het is onduidelijk hoeveel van de beschikbare schepen er op dit moment worden ingezet voor het transport van zand en grind. Wel is dus duidelijk dat in 2000 meer is vervoerd dan er in de komende jaren aan transport wordt verwacht. De vlootcapaciteit zal dus geen belemmering voor het transport naar Nederland vormen. Wanneer we kijken naar de totale capaciteit van de waterwegen in Duitsland, welke worden gegeven door de “Verein für Europäische Binnenschifffahrt und Wasserstraßen e.V.” (VBW), dan blijkt dat er ruimschoots voldoende vrije capaciteit is op de vaarwegen. Zo kan bijvoorbeeld op de Rijn het aantal
GSV/Import
45
transportschepen dat er jaarlijks over vaart nog verdubbelen zonder dat dit leidt tot capaciteitsproblemen. Een uitzondering is de Moezel, waar een gebrek aan vrije capaciteit er al toe heeft geleid dat de overheid maatregelen heeft getroffen om te zorgen voor betere scheepvaartcondities op die rivier. Ook de vaarwegcapaciteit zal weinig belemmeringen opleveren voor transport van zand en grind naar Nederland. Verder is het voor binnenvaarders van belang dat ze retourvracht kunnen meenemen vanuit Nederland. Gezien de functie van Rotterdam als doorvoerhaven voor tal van materialen naar het Europese achterland (met name Duitsland), wordt verondersteld dat er goede mogelijkheden zijn om retourvracht mee te nemen richting Duitsland. Samenvattend, lijkt het onwaarschijnlijk dat de beschikbaarheid van binnenvaartschepen, een gebrek aan capaciteit van de Duitse waterwegen of het gebrek aan retourvracht een belemmering zal vormen voor import naar Nederland.
Bereikbaarheid
De gebieden Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, Hessen, BadenWürttemberg en Sachsen-Anhalt hebben behoorlijk wat zand- en grindwinningen die goed bereikbaar voor de binnenvaart (zie figuur 11). De afstand tot Nederland, en het aantal sluizen, etc. dat gepasseerd moet worden, is echter bepalend voor de kosten van het transport naar Nederland. Wanneer men alleen naar transportmogelijkheden kijkt, komen de deelstaten die verder weg liggen van de Nederlandse grens hierdoor, al minder in aanmerking, doordat de transportkosten (te) hoog worden. Import vanuit deze deelstaten kan alleen geschieden als de kostprijzen voor zand en grind zeer laag zijn, zodat deze compenseren voor de grote transportafstanden. Hierbij komen met name de Oost-Duitse deelstaten in beeld.
Tarieven en kosten van riviertransport
Sinds 1994 is de binnenvaartmarkt in Duitsland geliberaliseerd, en zijn de vaste vrachttarieven afgeschaft. Sinds die tijd worden er geen constante, officiële observaties gedaan ten aanzien van kosten of vrachttarieven. Dergelijke officiële observaties zijn in ieder geval niet bekend bij de BDB. Sommige handelsorganisaties als de SWK doen wel onderzoeken naar kosten en prijzen, maar deze onderzoeken zijn confidentieel. Het ontbreken van frequente, consequente observaties maakt dat er geen constante of vergelijkbare cijferreeksen op het gebied van gemiddelde transportkosten van zand en grind bestaan.
GSV/Import
46
Finland Reserves
Finland heeft ongeveer 44 miljard m3 zand- en grindreserves, die vooral zijn ontstaan tijdens de ijstijden, als glaciale rivierafzettingen. Hiervan bestaat ongeveer 77% uit zand (korrelgrootte onder 2mm), 21% uit grind (korrelgrootte 2 – 60mm) en ongeveer 2% uit gebroken rots die verder gebroken kan worden tot grind (60 – 600mm). Er is natuurlijk wel veel variatie in de kwaliteit in de verschillende delen van Finland. Er zijn ongeveer 25.000 zand- en grindreserves gekarteerd in Finland. In het Noorden van Finland, waar vrij weinig groeves zijn, is ongeveer 20-35% van de reserves aan zand en grind ook daadwerkelijk winbaar. De overige 65-80% kunnen door ruimtelijke planning (grondwatergebieden, dicht bevolkte gebieden, wegen en spoorwegen, natuurreservaten, etc.) niet worden gebruikt. In het Zuiden van Finland kan zelfs slechts ongeveer 10-30% van de reserves worden gebruikt.16 Tegenwoordig zijn er ongeveer 6000 vergunningen verleend voor het ontginnen van zand, grind en gebroken rotsreserves in Finland. De meeste van deze vergunningen geven toegang tot kleine volumes. Het totale volume aan vergunningen is ongeveer 650 miljoen m3. Doorgaans zijn vergunningen 5 tot 10 jaar geldig, en worden verleend door locale (gemeente)besturen. De vergunningverlening valt onder de Finse Ontgrondingenwet. Deze wet verplicht de vergunninghouder ertoe jaarlijks te rapporteren hoeveel er van welke grondstof gewonnen is.17
Markt
Figuur 14 geeft de verdeling van de verschillende producerende groeves in Finland weer. Er zijn ongeveer 3500 actieve groeves voor zand en grind in Finland, maar de meeste zijn erg klein. Er zijn slechts enkele grote groeves (productie per jaar: 0,7 - 1 miljoen ton), een paar honderd middelgrote groeves (productie per jaar: 0,1 – 0,4 miljoen ton) en duizenden kleine groeves (productie per jaar < 0,1 miljoen ton). De 10 grootste producenten verzorgen ongeveer 75% van de totale landelijke productie van zand, grind, gebroken grind en gebroken rots.
16
Bron: Persoonlijke communicatie met Ismo Ahonen; Geological Survey of Finland (GSF);
2003. 17
Bron: Persoonlijke communicatie met Jari Rintala; Finnish Environmental Institute
(Ymparisto); 2003.
GSV/Import
47
Figuur 14: De Finse zand- en grindwinningen in 2001. De grootte van de stip weerspiegelt de omvang van de productie van grind uit die groeve in het jaar 2001.18
De productie van zand en grind in Finland over de afgelopen jaren is weergegeven in figuur 15.
18
Bron: Maa-ainesten ottomäärät ja ottamislupatilanne 2001 - maa-aineslain mukaiset
ottoalueet; Jari Rintala; Finnish Environmental Institute (Ymparisto); 2002; http://www.ymparisto.fi/default.asp?contentid=62827&lan=FI; ISBN-952-11-1281-6.
GSV/Import
48
120
Grondstoffenproductie in 106 ton
100
80
60
40
20
0
1989
1990
1991
1992 1993
1994
1995
1996
1997
1998
Zand & grind
55
51
44
39
Gebroken Grind
36
31
26
Gebroken Rots
21
24
24
1999 2000
2001
2002
31
30
28
27
28
32
35
36
36
36
23
18
20
20
18
20
20
24
24
26
28
28
30
33
20
19
17
16
36
37
38
39
Jaar Figuur 15: Productie van oppervlaktedelfstoffen in Finland van 1989-2002.19
Duidelijk waarneembaar is een groeiende productie van oppervlaktedelfstoffen sinds 1996 tot 2000. Daarna stagneert de groei wat. Verder neemt de productie van met name gebroken rots maar ook die van zand- en grind toe, ten koste van een krimpende gebroken grindproductie. De productie van zand en grind in Finland vind hoofdzakelijk plaats op het land. Finland doet de laatste jaren niet meer aan mariene winning. In het verleden werd af en toe wel zand en grind gewonnen uit de Finse Golf en de Botnische Golf. De hoeveelheden varieerden echter sterk met de tijd. Er zijn een aantal grote infrastructuurprojecten in Zuid Finland (vooral in het kustgebied), waar marien zand en grind toegepast werd, maar nu gebruikt men daar zand dat bij landwinning is vrijgekomen, of de projecten liggen stil. De verwachting is wel dat er meer winning van ophoogzand uit zee zal komen in de komende jaren. Prijzen voor marien zand bij aflevering aan de kust zijn €3,- tot €7,- per m3, per gebied afhankelijk van de lokaal aanwezige hoeveelheden van zand uit landwinning. De Finse betonindustrie gebruikt helemaal geen mariene zanden, maar gebruikt voornamelijk gebroken rots (gebroken tot een fractie van 0 8mm).20
19
Bron: Persoonlijke communicatie met Tuomo Laitinen; 2003; Central Association of Earth
Moving Contractors in Finland (SML). 20
Bron: Persoonlijke communicatie met Veli Suominen en Ismo Ahonen; Geological Survey of
Finland (GSF); 2003.
GSV/Import
49
Zand- en grindexport vindt nauwelijks plaats. Er wordt minder dan een half miljoen ton per jaar geëxporteerd naar het nabij gelegen Estland. Geïmporteerd wordt zand of grind helemaal niet naar Finland.19 Het grootste gedeelte van de gewonnen oppervlaktedelfstoffen wordt gebruikt in de wegenbouw. Verder wordt het gebruikt voor asfalt, beton, huizenbouw, en overige toepassingen. Zie ook figuur 16.
100% 90%
15%
Huizenbouw
Percentage (%)
80% 70% 60% 50% 40%
Overige toepassingen
25%
Beton Asfalt
10% 10%
Wegenbouw
30% 20%
40%
10% 0% Figuur 16: Huidige verdeling van de bestemmingen van oppervlaktedelfstoffen in Finland.19
Logistieke situatie
Vervoer van de grondstoffen over land vindt vrijwel uitsluitend plaats via vrachtwagens. De meeste groeves liggen niet aan rivieren, wat binnenlands transport bemoeilijkt. De vrachtwagens in het binnenland vervoeren voornamelijk binnen een relatief kleine afstand van de groeve. Door de wijde verdeling van de groeves over het land kan toch het hele land met grondstoffen bediend worden. Voor transport naar de kust, wat nodig is voor overslag naar zeeschepen, is transport over een grotere afstand nodig. Met vrachtwagens is dat te duur, en met binnenvaart lukt dit niet echt, omdat het Finse binnenvaartnetwerk niet erg uitgebreid is. Dit betekent dat transport naar de havengebieden via vrachtwagenvervoer vanuit nabij gelegen groeves moet plaatsvinden. Nu zijn die er wel een aantal, maar toch legt dit een beperking op het gemak waarmee zand en grind aangevoerd kan worden naar overslagpunten. Op dit moment zijn er wel enkele overslagplekken aanwezig, vanuit waar zand en grind worden vervoerd naar het gebied rond Helsinki. Dit soort transporten vinden echter op zeer kleine schaal plaats.21
21
Bron: Persoonlijke communicatie met Veli Suominen; Geological Survey of Finland (GSF);
2003.
GSV/Import
50
Frankrijk Reserves
Frankrijk heeft zowel zand- en grindreserves op land als op zee. Op het land wordt voornamelijk uit de grote rivieren gewonnen, waarover tevens zand en grind getransporteerd wordt naar andere regio’s of andere landen. De omvang van de landreserves is niet precies bekend, maar gezien de omvang en geografische ligging van Frankrijk zullen deze behoorlijk omvangrijk zijn. Verder worden de wingebiedenvoor oppervlaktedelfstoffen in de regio’s van de grote steden en industriegebieden actief ontgonnen, en krimpen de reserves of raken ze in sommige gevallen zelfs bijna uitgeput. Door deze ontwikkelingen raakt Frankrijk meer en meer geïnteresseerd in winning van mariene sedimenten. Zee
De mariene reserves zijn dan ook onderzocht door Ifremer (French Research Institute for Exploitation of the Sea). Er is ongeveer 33 miljard m3 los sediment aanwezig voor de Franse kust. Dit betreft grondstoffen die tussen de 10m en 50m diep liggen vanaf het zeeoppervlak. Mogelijk liggen er dieper ook interessante reserves, maar op dit moment is de meest moderne Britse hopper zuiger in staat materiaal van een diepte van maximaal 45 op te zuigen, dus zijn de diepere reserves niet onderzocht. Voor de Franse mariene zand- en grindreserves geldt dat de winbare hoeveelheden een stuk kleiner zijn dan de geologische reserves. Dit komt onder andere door de aanwezigheid van menselijke activiteiten (visserij, schelpenkwekerijen, kabels, zeeroutes, nationale defensie), de aanwezigheid van gebieden die belangrijk zijn voor de ecologische balans (bijv. gebieden waar bentische flora en fauna noodzakelijk zijn als voeding voor de economisch relevante schelpdieren en vissen), en de beperkingen die aan het sediment gesteld worden t.b.v. de toepasbaarheid. Ifremer stelt dat er ongeveer 600 miljoen ton winbaar sediment voor de Franse kusten ligt. Land
Naast mariene winning, is het Bovenrijn gebied op het Franse vaste land, gezien de gunstige ligging aan de Rijn, het meest interessant voor mogelijke export naar Nederland. Meer specifiek betreft dit de Elzas regio. Op 1 januari 1999 was er nog 256 miljoen m3 vergunde reserve aan zand en grind aanwezig in dit gebied. Verder waren er toen nog 67 winningen gepland (maar nog niet vergund), met een totale geschatte reserve van 189 miljoen m3 zand en grind. Deze winningen moeten tussen 1995 en 2014 ontgonnen gaan worden.22 De reserves van de rivierwinningen zijn in Frankrijk in het algemeen langzaamaan aan het slinken, en in Frankrijk wordt gezocht naar alternatieve bronnen van beton- en metselzand en grind. Hoewel er dus nog wel vergunde reserves zijn in bijvoorbeeld de Elzas, is het niet aannemelijk dat er in de toekomst veel meer zand over zal blijven voor de export, dan nu het geval is. Lokaal wordt de schaarste immers groter, dus zal export vanuit deze riviergebieden niet lucratiever worden dan het nu is.
22
Bron: Gewinnung von Sand und Kies im Oberrheinraum: Rechtsgrundlagen und
Bestandsaufnahme; Bericht des Expertenausschusses “Kiesabbau” der Arbeitsgruppe “Raumordnung” der Oberrheinkonferenz; 1999.
GSV/Import
51
Markt
De Franse statistieken van oppervlaktedelfstoffenproductie worden bijgehouden door de UNPG (Union Nationale des Producteurs de Granulats). Volgens de UNPG is de productie van oppervlaktedelfstoffen eind jaren negentig behoorlijk gestegen van een dieptepunt van ongeveer 330 miljoen ton naar een hoogtepunt in 2001 van ongeveer 400 miljoen ton. Daarna is de productie licht gedaald naar het huidige niveau van ongeveer 390 miljoen ton. Een overzicht van de productiecijfers is te zien in figuur 17.
200 180
Productie (in 106 ton)
160 140 120 100 80 60 40 20 0 Marien zand en grind
1998
1999
2000
4,11
4,43
4,45
Overige zanden
17
19
20
Alluviaal zand en grind
147
151
157
Jaar Figuur 17: Zand en grind productie in Frankrijk, gesplitst in zanden uit mariene winning, rivierwinning en overige winningen.
Van de in 2000 in Frankrijk geproduceerde 416 miljoen ton oppervlaktedelfstoffen bestaat ongeveer 181 miljoen ton uit zand en grind afzettingen. Hiervan bestaat 157 miljoen ton (87%) uit fluviatiele zand en grind afzettingen, 4 miljoen ton (2%) uit mariene zand en grindafzettingen, en de rest (20 miljoen ton; 11%) bestaat uit overige zanden (zilverzand, industriezand, etc.). In Frankrijk spelen de mariene winningen (nog) een zeer ondergeschikte rol. Slechts ongeveer 1,5% van het zand en grind komt vanuit zee (in Engeland is dit bijvoorbeeld ongeveer 15%). In figuur 18 is een overzicht te zien van de locaties van winningen en afzethavens van marien zand en grind uit de Franse zeegebieden.
GSV/Import
52
Figuur 18: Een kaart van de locaties van winningen van zand en grind in de Franse mariene wateren, en een kaart van de afzetlocaties van het Franse mariene zand en grind.23
De productie van marien zand en grind in Frankrijk komt voor het grootste gedeelte uit de wateren aan de Atlantische kust (zie figuur 18). In figuur 19 is de mariene productie voor aanlanding op de Franse kust over de afgelopen jaren te zien, uitgesplitst per gebied van afkomst. De binnenlandse winning in Franse wateren is al jaren vrij constant.
Mariene productie (in 106 ton)
6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
1997
1998
1999
2000
Brittany
0,08
0,06
0,07
0,06
The Channel
0,75
0,70
0,66
0,69
Imports
0,85
0,85
0
0
Atlantic coast
3,29
3,35
3,61
3,70
Jaar Figuur 19: Overzicht van de mariene productiecijfers van zand en grind voor Frans gebruik. Een klein deel van deze productie, aangegeven met “Imports” (lichtblauw), komt uit het buitenland (hiervan komt 80% uit Engeland en 20% uit België).24 23
Bron: L'exploitation des granulats marins; Union Nationale des Producteurs de Granulats
(UNPG); 2003; http://www.unicem.fr/php/dl.php?view=no&file=34. 24
GSV/Import
Bron: Ifremer; http://www.ifremer.fr/drogm/Realisation/Miner/Sable/economie.htm; 2003.
53
Volgens Ifremer zijn er zeker mogelijkheden om de mariene winning in de toekomst uit te gaan breiden. Het is waarschijnlijk dat de eerste uitbreidingen van mariene winning voor de Franse kust zullen gaan dienen voor de eigen markt. Daar ontstaan nu immers tekorten aan de productie van rivierzand en grind, dat vervangen kan worden met een marien alternatief. Voor de mogelijke export van Frans marien zand naar Nederland moet ook rekening worden gehouden met het feit dat er in België waarschijnlijk een tekort aan binnenlands geproduceerd beton- en metselzand en aan grind gaat ontstaan, en dat daarom de Belgen interesse zullen hebben in Frans marien zand en grind. Aangezien de transportafstanden naar België gunstiger zijn, zal Nederland bij export vanuit Frankrijk concurrentie krijgen vanuit België. Frankrijk importeert doorgaans iets minder oppervlaktedelfstoffen dan het exporteert. De totale import en exportcijfers van oppervlaktedelfstoffen zijn te zien in figuur 20. 14
Hoeveelheid (in 106 ton)
12 10 8 6 4 2 0
1999
2000
Export
12
13
Import
8
10
Jaar Figuur 20: Import en export van oppervlaktedelfstoffen naar en vanuit Frankrijk.25
De export vindt plaats naar o.a. Duitsland, België, Groot-Brittannië, Nederland en Zwitserland. Import komt vanuit o.a. Duitsland, België, Groot-Brittannië en Zwitserland. In de regio van de Elzas waren in 1998 115 winningen waaruit geproduceerd werd; 93 daarvan waren rivierwinningen. Per jaar wordt er ongeveer 12 miljoen m3 zand en grind gewonnen in de Elzas.22 Dit zand en grind wordt niet uitsluitend in dit gebied toegepast, maar ook daarbuiten. In figuur 21 wordt de distributie van het in de Elzas geproduceerde zand en grind weergegeven.
25
Bron: Le marché des granulats en 1999 & Le marché des granulats en 2000; Union
Nationale des Producteurs de Granulats (UNPG); 2000 & 2001.
GSV/Import
54
120%
100%
80%
60%
40%
20%
0%
1998
Lokale bestemming
59%
Niet-lokale bestemming binnen het Bovenrijn gebied
8%
Bestemming aangrenzend aan, maar buiten het Bovenrijn gebied
27%
Overige bestemmingen
6%
Jaar
Figuur 21: Verdeling van de bestemmingen van in de Elzas geproduceerd zand en grind.
Zoals te zien is gaat een gedeelte van ongeveer 6% vanuit de Elzas naar gebieden buiten het Bovenrijn gebied. Dit kan naar het buitenland zijn, maar ook naar andere gebieden binnen Frankrijk.
Logistieke situatie
Binnen Frankrijk wordt over grotere afstanden, net als in Nederland, wel met het binnenschip getransporteerd, waar mogelijk. In gebieden als het Bovenrijn gebied is binnenvaart goed mogelijk, en daar wordt dan ook zo’n 30% van het totale getransporteerde volume via rivierschepen getransporteerd.22 Het overige transport wordt met trein en vooral vrachtwagen gedaan. In Frankrijk geldt dat de groeves grotendeels voor de direct omliggende regio produceren, en dat over deze korte afstanden met name met vrachtwagens wordt getransporteerd. Met betrekking tot mariene winning is er in Frankrijk een slechts relatief kleine industrie aanwezig. De baggervloot bestaat uit 16 schepen van verschillend formaat. De maximale diepte waarop de Franse schepen kunnen winnen is 30m.
GSV/Import
55
GSV/Import
56
Groot-Brittannië26,27 Inleiding
Met betrekking tot import vanuit Engeland naar Nederland is met name de Engelse mariene productie interessant. De landproductie van zand en grind in Groot-Brittannië is niet voldoende om in de binnenlandse behoefte te voorzien, en voor export is zeker geen ruimte. Momenteel wordt ~19,7% van de binnenlandse verkoop van Wales en Engeland gedekt door uit mariene winning afkomstig zand en grind. Tevens wordt er reeds bijna 6,2 miljoen ton marien gewonnen zand en grind per jaar geëxporteerd naar het Europese vaste land. De rest van deze paragraaf zal daarom hoofdzakelijk ingaan op de mariene winning, de winning op land zal slechts summier aan bod komen.
Reserves
De Engelse mariene zand- en grindreserves zijn groot en hebben een orde van grootte van 26 miljard ton (1996). Daarnaast beschikt Engeland nog over veel grotere reserves op land (circa 10 keer zo groot), die wegens logistieke beperkingen echter voor export minder in aanmerking komen. Van het totale vergunde gebied (op dit moment 1301 km2) wordt slechts een zeer beperkt deel (jaarlijks ongeveer 12%) ook daadwerkelijk gebaggerd. Een kaart van de wingebieden aan de Engelse kust is gegeven in figuur 23. Op deze figuur staan tevens gegevens over de stromen van zand en grind in 2002, die afkomstig waren uit deze wingebieden. Hierop wordt in de paragraaf “Markt” nog teruggekomen. De actieve winlocaties voor zand en grind op land, die hebben deelgenomen aan de Aggregate Minerals Survey for England and Wales 2001, zijn aangegeven in figuur 22.27 Dit betreft meer dan 90% van alle actieve en inactieve winningen en de actieve aanlandingsplaatsen voor zand, grind en gebroken rots in Engeland en Wales.
26
The Crown Estate: http://www.crownestate.co.uk/estates/marine/
27
Highley, D.E., Makelow, J.M., Sen, M.A., Coats, J.S., White, R., Hobbs, S.F. and Bartlett,
E.L.; 2003; Collation of the results of the 2001 Aggregate Minerals Survey for England and Wales. Commissioned Report CR/03/53N. (Keyworth, Nottingham: British Geological Survey)
GSV/Import
57
Legenda Zand en grind Zand Silica zand Aanlandingslocatie marien zand en grind
Figuur 22: locaties van in 2001 actieve zand en grind groeves in Engeland en Wales die hebben deelgenomen aan de Aggregate Minerals Survey van de BGS van 2001.27
km
GSV/Import
58
Figuur 23: Aanlanding in Engeland en Wales, en het Europese vaste land, van marien zand en grind, dat is gewonnen in Britse wateren in 2002. De grote van iedere pijl geeft de hoeveelheid aangeland zand en grind weer. De kleur van de pijl is hetzelfde als de kleur van de provincie waar het materiaal –uiteindelijk– naar wordt vervoerd.26 27
GSV/Import
59
Markt
In figuur 24 is een overzicht te zien van de historische productiecijfers van winningen van marien zand en grind uit in het Engels zeegebied. De winning uit grote rivieren is hierbij inbegrepen, de winning ten behoeve van kustsuppleties niet. De aanvang van de winningen in de gebieden voor de kust van Yorkshire & the Humber (de Humber wingebieden) gaat met name ten koste gaan van de productie uit winningen uit de Thames maar ook van wingebieden aan de kust van de Great Yarmouth (de East Coast wingebieden). Tevens neemt de winning langs de South West Coast door de jaren heen af. 25,00
Hoeveelheid (in 106 ton)
20,00
15,00
10,00
5,00
0,00
1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
East Coast
10,90 10,90 9,22 10,26 9,81 9,38 10,50 9,31 9,40 8,92 9,13 9,13 9,64 9,01 8,61
South Coast
5,70 6,19 5,28 4,79 4,36 4,93 4,43 4,74 4,73 5,82 5,89 5,61 5,63 5,40 5,66
Humber
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,91 1,79 1,90 2,35 2,69 2,84 3,12 2,93 2,71 2,93
South West Coast
2,91 3,25 2,07 2,39 2,17 2,26 2,29 2,02 2,05 1,89 1,72 1,60 1,55 1,47 1,52
Thames
3,60 2,10 1,51 1,50 1,22 2,00 1,66 1,12 1,13 0,86 0,97 0,85 0,91 1,29 0,84
North West Coast
0,47 0,49 0,31 0,31 0,38 0,29 0,28 0,29 0,28 0,28 0,36 0,32 0,42 0,48 0,47
Rivers and Miscellaneous 0,12 0,10 0,04 0,02 0,01 0,01 0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,05 0,07 0,08 0,09 Figuur 24: historische productiecijfers van zand en grind uit mariene winningen in het Engels zeegebied, inclusief de grote rivierwinningen, uitgesplitst per wingebied. Winningen ten behoeve van strandsuppleties zijn in deze grafiek niet meegenomen.26
In 2003 is door de British Geological Survey een onderzoek gedaan naar de verkoop en de consumptie van zand en grind en gebroken rots in Wales en Schotland gedurende 2001. In figuur 25 is een overzicht gegeven van de toepassingen van marien gewonnen zand en grind in Engeland en Wales in 2001. Hierbij is het zand dat benut wordt voor strandsuppleties niet weergegeven. De statistieken geven aan hoeveel er in een regio van een bepaald soort materiaal is verkocht, dit hoeft niet persé overeen te stemmen met de consumptie van dat soort materiaal in die regio. Zo is bijvoorbeeld in Londen de totale consumptie van marien gewonnen zand en grind ruimschoots hoger (~37%) dan de verkoop.
GSV/Import
60
8
Hoeveelheid (in 106 ton)
7
6
5
4
3
2
1
0
Grind voor Overige betonmengsel toepassingen s zand en grind
Metselzand
Overig grind
Zand voor asfalt
Overig industriezand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0,044
0
0
0
0,167
0
0
0
0
0
0,158
0
0,253
0,035
0
0
0,002
0,314
0,078
0
0,187
0
0
0
0
0,639
0,319
0
0
0,026
0
0
South Wales
0
0,581
0,004
0
0,521
0
0,005
0,016
East of England
0
0,062
0,036
1,22
0,025
0,027
0,008
0
London
0
1,784
1,9
0
0
0,016
0
0
Export
Betonzand
West Midlands
0
0
0
0
East Midlands
0
0
0
North Wales
0
0
0
Yorkshire & Humber
0
0,109
North West
0
South West
0
North East
0
2,793
3,389
0
0,048
0,203
0,012
0
Frankrijk
0,965
0
0
0
0
0
0
0
België
2,152
0
0
0
0
0
0
0
Nederland
3,862
0
0
0
0
0
0
0
South East
Bestemming
Figuur 25: Bestemmingen zeezand- en -grind Groot-Brittannië in 2001 (in miljoenen tonnen)28
Van het huidige jaarlijkse totaal aan op zee gewonnen materiaal van bijna 22 miljoen ton, wordt ruim 14 miljoen ton toegepast in de bouw, wordt bijna anderhalf miljoen ton gebruikt voor strandsuppleties en ruim 6 miljoen ton geëxporteerd. Het grootste gedeelte van het marien gewonnen zand en grind 28
GSV/Import
Bronnen: zie voetnoot 26 en 27.
61
wordt toegepast in Londen (~7,6 miljoen ton) en de South-East regio. Dit is ook duidelijk zichtbaar in figuur 23, waarin de huidige aanlanding van marien zand en grind is weergegeven. De stromen van zand en grind binnen Engeland en Wales, zijn aangegeven in figuur 26. Hierbij zijn alle stromen die kleiner zijn dan 100.000 ton per jaar weggelaten. Tevens is, waar van toepassing, van stromen die elkaar deels opheffen (dat wil zeggen, import én export tussen twee regio’s), het netto resultaat weergegeven.
Hoeveelheden in miljoenen tonnen: 0,1 – 0,5 0,5 – 0,9
0,9 – 1,3
1,3 – 1,7
Figuur 26: De interregionale stromen van zand en grind binnen Engeland en Wales in 2001. De dikte van de pijl geeft de omvang van de stroom aan. De kleur van de pijl geeft aan of het zand en grind herkomstig is uit de mariene winning (blauw) of uit de landwinning (groen). De gebieden zijn hetzelfde als in figuur 23. Alle stromen kleiner dan 100.000 ton per jaar zijn weggelaten. Tevens is, waar van toepassing, van stromen die elkaar deels opheffen (dat wil zeggen, import én export tussen twee regio’s), het netto resultaat weergegeven.27
GSV/Import
62
Engels zeezand en -grind wordt al geruime tijd als tout-venant naar Nederland geëxporteerd. In de afgelopen 10 jaar is de stroom relatief constant geweest en heeft de invoer gevarieerd tussen de 3,2 en 3,9 Miljoen ton zand en grind per jaar. Gemiddeld kan ervan worden uitgegaan dat 50% van het tout-venant uit beton- en metselzand bestaat en 50% uit grind. In figuur 27 is een overzicht te zien van deze export van marien zand en grind afkomstig van het Engels continentaal plat. De import komt vrijwel geheel vanuit de zuidelijke Noordzee ten oosten van Engeland, de zogenaamde East Coast en Humber wingebieden. In deze regio’s wordt jaarlijks ongeveer 12 miljoen ton zand en grind gewonnen (exclusief zand dat wordt toegepast bij kustsuppleties). In het afgelopen decennium heeft een verschuiving plaatsgevonden van het zwaartepunt van de winning van het Thames gebied en het East Coast gebied, naar het meer noordelijk gelegen Humber gebied. Deze verschuiving heeft gezorgd voor een toename in de vaarafstanden, zowel voor aanlanding aan de Engelse kust (bij het Thames estuary), als aanlanding aan het Europese vaste land. Voor de export naar Nederland en België zijn voornamelijk de Humber (voor Nederland) en East Coast (voor België) wingebieden relevant, waarbij circa 80% uit de East Coast regio komt. De import naar Nederland verloopt via een aantal Nederlandse havens, waar overslag en verwerkingscapaciteit voorhanden is. Uit figuur 27 komt naar voren dat Amsterdam de belangrijkste haven is op dit gebied. De dominantie van Amsterdam boven bijvoorbeeld Rotterdam is het gevolg van de geschiktheid van de binnenlandse vaarwegen. De bereikbaarheid (vaarafstand en sluispassages) van de Rotterdamse regio voor binnenlands (Gelderland en Limburg) of in Nordrhein-Westfalen gewonnen materiaal is beduidend beter dan die van de Amsterdamse regio. Precies tweederde van de totale afname van de export naar Nederland in 2002 komt voor rekening van Amsterdam. Daar is in 2002 één van de drie overslaglocaties gesloten. In 2003 is de aanlanding in Amsterdam gestabiliseerd. In Rotterdam nam de aanlanding in 2003 met ruim 45% toe. De exportmarkt vanuit het Engels continentaal plat naar Nederland lijkt weer enigszins te herstellen van de terugval in 2002, hoewel de totale export naar het buitenland ook in 2003 weer afnam. De verwachting is dat in Engeland en Wales de behoefte aan zand, grind en gebroken rots in de toekomst nog zal toenemen. Men verwacht zeker tot 2011 een groei van de consumptie op de binnenlandse markt. Deze groei komt voort uit de verwachting dat de bouwnijverheid gestaag zal groeien tot en met 2016. Na 2011 is het de bedoeling dat er meer en meer duurzaam zal worden gebouwd in Groot-Brittannië, waardoor de zand- en grindbehoefte zal stabiliseren.29 Voorts wordt er in Groot-Brittannië een restrictief vergunningenbeleid verwacht. Deze trends in beschouwing genomen en lettend op de investeringen in de baggervloot (gebaseerd op de continuïteit van de winning) zal er een bovengrens aan de import van beton- en metselzand vanuit het Engels continentaal plat.
29
Lipinski, A.; 2002; Aggregates provision in England 2001-2016 – consultation paper; Office
of the Deputy Prime Minister, London.
GSV/Import
63
4,50
4,00
Aanlanding mariene productie (in 106 ton)
3,50
3,00
2,50
2,00
1,50
1,00
0,50
0,00
1999
2000
België - Antwerpen
1,14
0,87
België - Brugge
0,48
België - Nieuwpoort
2001
2002
2003
0,72
0,58
0,56
0,50
0,45
0,43
0,44
0,23
0,21
0,14
0,06
0,04
België - Oostende
0,38
0,48
0,48
0,59
0,51
België - Zeebrugge
0,47
0,40
0,37
0,33
0,23
1999
2000
België
2001
2002
2003
1999
2000
Frankrijk
2001
2002
2003
Nederland
Frankrijk - Calais
0,14
0,14
0,14
0,13
0,11
Frankrijk - Duinkerken
0,69
0,65
0,62
0,56
0,49
Frankrijk - Fecamp
0,04
0,05
0,10
0,04
0,07
Frankrijk - Honfleur
0,06
0,09
0,06
0,09
0,10
Frankrijk - Roscoff
0,06
0,06
0,05
0,04
0,04
Frankrijk - Treguier
0,03
0,03
0,00
0,00
0,00
Frankrijk - Vatteville
0,00
0,05
0,00
0,00
0,00
Nederland - Amsterdam
1,83
2,14
2,21
1,86
1,85
Nederland - Harlingen
0,37
0,36
0,34
0,28
0,26
Nederland - Rotterdam
0,28
0,33
0,34
0,30
0,44
Nederland - Vlissingen
1,04
0,95
0,97
0,90
0,97
Jaar / Land van aanlanding
Figuur 27: Export van marien zand en grind afkomstig uit het Engels continentaal plat sinds 1999. Uitgesplitst naar aanlandingsplaats en land van bestemming.
GSV/Import
64
In 2003 werd in alle gebieden minder gewonnen dan de toegestane jaarhoeveelheid van 37,3 miljoen ton. In figuur 28 is dit duidelijk te zien. Ditzelfde geldt ook voor de winning gedurende 2002. Er zit dus op korte termijn nog voldoende ruimte in de vergunde hoeveelheden om een eventuele groeiende export naar Nederland te ondersteunen. Zo was de hoeveelheid niet gewonnen, maar wel vergund marien tout-venant in 2003 ruim 15 miljoen ton. 14000000
Hoeveelheden (in tonnen)
12000000 10000000 8000000 6000000 4000000 2000000 0 Humber
East Coast
In vergunningen
4650000
Winning
3109604
Overschot in vergunningen
1540396
South West Coast
North West Coast
12625000
2716000
1384999
5904125
1619852
556115
6720875
1096148
828884
Thames
South Coast
12200000
3700000
9275735
1760639
2924265
1939361
Gebied
Figuur 28: Winning vs. In vergunning aanwezige hoeveelheden tout-venant in de Britse mariene wingebieden in 2003, uitgesplitst per wingebied.
Naar verwachting van de vergunningverlenende instantie (The Crown Estate) zullen de vergunningen in East Coast regio (het belangrijkste wingebied op dit moment) over 3-7 jaar uitgeput zijn bij het huidige winningstempo van circa 9 miljoen ton per jaar (exclusief zand voor strandsuppleties). Dit geldt dan met name voor het grind, want voor zand zijn de voorraden groter en kan er waarschijnlijk nog veel langer worden gewonnen. Voor de toekomst van met name de grindwinning wordt daarom (reeds vanaf eind 2003) een verschuiving verwacht naar het oostelijke Engelse kanaal (circa 30 km ten zuiden van Beachy Head). Hier zijn grote zand- en grindvoorkomens aangetroffen (50 jaarproducties) waarvoor inmiddels 10 vergunningsaanvragen zijn ingediend door 6 verschillende bedrijven30. Het is de bedoeling dat hier ongeveer 8,5 miljoen ton per jaar gewonnen gaat worden, bijna de helft van de totale mariene productie rond zuidoost Engeland. Zie figuur 29 voor de locatie. Winning in dit gebied zou voor de Nederlandse markt een vergroting van de vaarafstand betekenen ten opzichte van import vanuit de East Coast regio (zo’n 60%-80% grotere afstand). Ook voor de Engelse markt betekent dit grotere vaarafstanden, met name ten opzichte van de winning en aanlanding in de 30
Britannia Aggregates Ltd, Dredging International Ltd, Hanson Aggregates Marine Ltd, South
Coast Shipping Co Ltd (RMC), United Marine Dredging Ltd (Tarmac en Hanson) en Volker Dredging Ltd (Robert Brett and Sons en Ballast Ham Dredging). Bron: www.eastchannel.info
GSV/Import
65
South Coast regio. De verwachting is echter dat de langere vaartijden worden gecompenseerd door het hogere grindpercentage in het East Channel gebied, waardoor de vaarcycli min of meer gelijk blijven (hoger grindpercentage zorgt voor kleinere win- en lostijden). Hier staat tegenover dat de waterdieptes in het East Channel gebied wel groter zijn dan in de andere gebieden: 35 tot 60 m. Hoewel winning in deze diepere wateren voor een aantal schepen slechts een kleine aanpassing zal betekenen, zal een groot aantal schepen, met name die schepen die een binnenboordpomp hebben, grotere aanpassingen moeten doen.
Figuur 29: De locatie van de nieuwe vergunningsgebieden in het Engelse Kanaal, de zogenaamde East Channel Line.30
Logistieke situatie
Het binnenlandse transport van zand en grind in Groot-Brittannië vindt vrijwel volledig (98% van het totale transport) plaats via vrachtwagens. Binnenvaart en vervoer per spoor wordt op zeer kleine schaal (beiden 1% van het totale transport) toegepast in het zuidoosten en oosten (Londen; South East; East of England; East Midlands). Aangezien voor de import naar Nederland met name de overslagcapaciteit in Nederland en de omvang van de baggervloot beperkende factoren zullen zijn, wordt hierop in deze paragraaf verder ingegaan.
GSV/Import
66
Beschikbare productiecapaciteit31
Momenteel zijn er meer dan 70 baggervergunningen aanwezig en zijn er meer dan 30 baggerschepen actief in de zand- en grindwinning in de Engelse wateren. De vloot produceert momenteel vrijwel op het maximale niveau (1989 en 1999). Voor een toename van de export naar Nederland zal dus een uitbreiding van de ter plekke opererende vloot noodzakelijk zijn. Verschuiving van het zwaartepunt van de wingebieden naar iets verder van Nederland gelegen wingebieden in het oostelijke Engelse Kanaal heeft nauwelijks consequenties voor de beschikbare productiecapaciteit, met name vanwege het hogere grindpercentage (kleinere win- en lostijden). De productiecyclus is de afgelopen 20 jaar ook nauwelijks veranderd ondanks grotere vaarafstanden, vooral door de steeds grotere capaciteit (toename van 3.000 ton naar 8.000 ton). Nieuwe investeringen zullen wellicht zelfs leiden tot schepen van 10.000 ton, uiteraard binnen de limieten die werven en havens stellen aan de omvang van de schepen. In feite zal winning in het oostelijk Engels kanaal voor de export naar Nederland niet heel anders zijn dan winning in the Humber gebieden. Daar wordt ook tout-venant gewonnen met een hoger grindpercentage en een grotere transportafstand tot Nederland. Er mag worden verwacht dat bij aanlanding van zand en grind met een voldoende hoog grindpercentage, ook de export naar Nederland niet excessief duurder zal worden, ondanks de grotere vaarafstanden ten opzichte van transport uit het East Coast gebied. Relatief groeien de vaarafstanden naar Nederland echter wel een stuk meer dan die naar de Engelse kust. Het kan dus zijn dat de kosten toch wat hoger worden als er meer vanuit de East Channel gaat worden gewonnen. Wanneer echter puur wordt gekeken naar de winning van grof zand (waarvoor in het East Coast gebied nog voldoende mogelijkheden aanwezig blijven), dan lijkt een verschuiving naar een ander gebied niet eens noodzakelijk. (Hoewel de aanwezigheid van voldoende grind in het tout-venant op dit moment nog wel een voorwaarde is om het beton- en metselzand uit Engeland tegen concurrerende tarieven af te zetten op de Nederlandse markt.)
Beschikbare overslagcapaciteit en regionale behoefte
Gezien de invaart per zeeschip, zal het engelse zeezand voornamelijk de regionale markt kunnen bedienen rond de overslagpunten in Amsterdam, Rotterdam, Harlingen en Vlissingen. Het grootste deel van het Engelse tout-venant dat naar Nederland komt, wordt overgeslagen in Amsterdam (~1,9 miljoen ton in 2003; voornamelijk door één bedrijf). Een van de scheidingsinstallaties in Amsterdam is sinds enige tijd niet meer actief. Dit is in de cijfers voor 2002 te zien aan de daling van in Amsterdam aangeland tout-venant. De haven van Amsterdam biedt nog ruimte voor uitbreiding van de overslag capaciteit, wanneer daar behoefte toe zou zijn. Het verbruik van beton- en metselzand in de provincie Noord Holland ligt in de periode 1992 t/m 2001 gemiddeld op 8,7% van het landelijke verbruik32 wat neerkomt op een verbruik van circa 1,8 miljoen ton. Circa 1 miljoen ton (55%) hiervan wordt momenteel ingevuld door import van Engels 31
Gebaseerd op persoonlijke communicatie met dhr. W.F. Fontein, die zich, ten behoeve van
de scenariostudie naar Beton- en Metselzand, welke de DWW op het moment van schrijven van dit rapport uitvoerde voor DGW, bezig heeft gehouden met de productiecapaciteit van de baggerindustrie in Groot-Brittannië. 32
Dr. U. Hofstra (Intron); Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind 2001::
Stand van het Zand VII/Lint aan het grind V; 2003; Dienst Weg- en Waterbouwkunde; Publicatiereeks grondstoffen 2003/15; DWW-2003-092.
GSV/Import
67
zeezand. Een mogelijke uitbreiding van de overslagcapaciteit zal vooral afhankelijk zijn van de vraag naar het medeaangevoerde grind. In Harlingen is sinds oktober 2003 de overslagcapaciteit uitgebreid naar 1 miljoen ton. Aangezien hier ook Nederlands zeezand wordt aangevoerd, zal de hoeveelheid Engels zeezand- en grind dat hiermee kan worden overgeslagen toe tot ongeveer 0,6 miljoen ton, de overige 0,4 miljoen ton capaciteit staan ter beschikking aan het Nederlandse zeezand. Met de uitbreiding van de productiecapaciteit in Harlingen kan in de behoefte van de provincie Friesland van ca 1 miljoen ton beton- en metselzand32 33 worden voorzien. In 2003 werd er in Harlingen echter slechts 0,26 miljoen ton zand en grind vanuit Engeland aangeland. Een grote verdere groei van de overslag capaciteit wordt daarom ook niet verwacht. In Vlissingen wordt bijna 1 miljoen ton tout-venant per jaar overgeslagen, oftewel circa 0,5 miljoen ton zand en 0,5 miljoen ton grind. Het gemiddeld verbruik van beton- en metselzand in de provincie Zeeland bedraagt eveneens circa 0,5 miljoen ton per jaar. Een substantieel deel van het zand en grind zal echter via de Westerschelde en de Schelde zijn weg naar België vinden. Verdere uitbreiding van de overslagcapaciteit in Vlissingen zal waarschijnlijk niet bijdragen aan de voorziening in de Nederlandse behoefte. In Rotterdam werd in 2003 0,44 miljoen ton Engels zeezand en –grind aangeland. Dit voorziet slechts in een fractie (5,5%) van de behoefte aan beton- en metselzand in de provincie Zuid-Holland, welke circa 4 miljoen ton per jaar bedraagt. Dat er in Rotterdam niet meer overslagcapaciteit is gecreëerd, komt met name door de goede bereikbaarheid voor zand vanuit de Brabantse en Gelderse landelijke winningen, en vanuit Duitsland. Een afname van deze aanvoer, bijvoorbeeld door een afname van de zandproductie in Brabant en Gelderland, biedt mogelijkheden voor extra import vanuit Engeland, waarvoor dan extra overslagcapaciteit zou moet worden gecreëerd. Uitbreiding van overslagcapaciteit vergt enige tijd, en zal dus niet op de zeer korte termijn te realiseren zijn. Wel kan de uitbreiding dienen voor import uit verschillende landen, alsmede eventuele aanvoer vanaf het Nederlands continentaal plat.
33
Regionale Bouwgrondstoffenmarkt in de vier noordelijke provincies, 2002, Fugro en Van
Ruiten adviesbureau
GSV/Import
68
Ierland34 Reserves
Over de precieze zand- en grindreserves van Ierland bleken geen officiële cijfers of statistieken voorhanden. Voorzover bekend worden deze niet bijgehouden. In Ierland krijgt een ontgronder een vergunning waarvoor hij uitsluitend vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening aan voorwaarden dient te voldoen. Hij is na afgifte van de vergunning niet aan regels gebonden aangaande productievolumes. Hij hoeft dus geen opgave te doen van geproduceerde volumes, en er is geen taakstelling of productieplafond. Ondanks de gebrekkige informatie, mag worden aangenomen, dat de reserves (net als in vrijwel alle landen) een behoorlijke omvang zullen hebben, voldoende om het land nog voor vele decennia te voorzien van oppervlaktedelfstoffen.
Markt
De Ierse productie van zand en grind lag in 2002 op ongeveer 34 miljoen ton. Een overzicht van de productiecijfers van zand en grind en overige toeslagmaterialen over de afgelopen 6 jaar, is te zien in figuur 30. 90 80 70
Productie (in 106 ton)
60 50 40 30 20 10 0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Jaar
Productie zand & grind
Productie overige toeslagmaterialen Figuur 30: De productie van toeslagmaterialen in Ierland voor de periode 1997-2002. Er zijn alleen precieze cijfers bekend van de totale groeveproductie. Wel kan een inschatting worden gemaakt van het aandeel van zand en grind binnen de totale groeveproductie. Volgens de Geological Survey of Ireland (GSI) was dit gedeelte in de vroege jaren negentig ongeveer 50%, en in 2002 nog maar 30%. De afname van het zand & grind aandeel in de totale productie heeft plaatsgevonden in de afgelopen jaren, en wordt gecompenseerd door een toenemend aandeel van de gebroken rotsproductie (in deze grafiek onderdeel van de overige toeslagmaterialen). In deze grafiek neemt het aandeel van zand en grind lineair af van 45% 34
Bron: Persoonlijke communicatie met Gerry Stanley; Geological Survey of Ireland (GSI);
2003.
GSV/Import
69
(=schatting) in 1997, naar 30% in 2002. Omdat er onzekerheid is over het aandeel van zand en grind in de tussenliggende jaren, is er een foutenmarge ingecalculeerd, die is aangegeven met foutbalken.
Ondanks de onzekerheid in de Ierse productiecijfers van zand en grind, is toch duidelijk dat de groeiende behoefte aan toeslagmaterialen vooral is vervuld door een toenemende productie van ‘overige toeslagmaterialen’, welke voor een groot deel bestaan uit gebroken rots. De zand- en grindproductie heeft met wat kleine schommelingen slechts een kleine groei vertoond. Die groeiende behoefte aan bouwstoffen komt voort uit het feit dat Ierland (nog steeds) midden in een ‘construction boom’ zit. Er wordt erg veel gebouwd, en het gebruik van toeslagmaterialen verkeert op een ongekend hoog niveau. Ierland importeert of exporteert vrijwel geen oppervlaktedelfstoffen. In Zuidwest Ierland is er wel een steenslaggroeve die produceert voor de export (Leahill Quarry, Bantry Bay). Dit gaat om steen met een hele hoge stroefheid voor gebruik in asfaltdeklagen. Verder is er alleen wat uitwisseling van bouwgrondstoffen tussen Noord Ierland en Ierland, maar dit is slechts een zeer geringe hoeveelheid. Aangezien import en export zeer gering zijn, en elkaar tevens redelijk in balans houden, kan men er vanuit gaan dat de Ierse productie van toeslagmaterialen gelijk is aan de behoefte eraan. Op het moment vindt er in Ierland geen commerciële mariene winning plaats. Wel zijn hier verschillende studies naar ondernomen. De regering moet nog een beleid opstellen ten aanzien van mariene oppervlaktedelfstoffen, dat rekening houdt met het belang van concurrentie op de markt. Er mag worden verwacht dat in het komende decennium wel commerciële mariene winning plaats zal gaan vinden. De enige winning waaraan nu wordt gedaan, is vaargeulonderhoud in havengebieden, maar het tout-venant dat daarbij wordt gewonnen wordt in op één na alle gevallen in zee gedumpt. De opbrengsten daarvan zijn dus ook zeer gering. De marktprijs van grof zand voor beton is op dit moment ongeveer €6,- per ton in Ierland, dat is erg vergelijkbaar met de Nederlandse prijs voor beton- en metselzand.
Logistieke situatie
Alle groeves in Ierland liggen aan de weg. Er zijn wellicht wel enkele groeves die dichtbij een kanaal of rivier liggen, maar transport is er vaak niet mogelijk. Transport van zand en grind wordt in Ierland daarom uitsluitend via vrachtwagen gedaan. Faciliteiten voor overslag naar zeeschepen zijn aanwezig in Cork, Dublin, Belfast, Waterford en Foynes (Shannon Estuary).35 In Ierland kan overslag op zeeschepen alleen rendabel zijn met zand en grind uit de regio van de haven, omdat het aangeleverd moet worden per as. Dit vormt een belemmering voor het exportpotentieel. De enige manier waarop transport naar Nederland vanuit Ierland ooit rendabel zou kunnen worden is via bulk carriers. De vaarafstand is echter dusdanig groot, dat zelfs dit in de overzienbare toekomst niet tegen concurrerende tarieven zal kunnen gebeuren.
35
Diverse webpagina’s van Ierse havens; o.a. te vinden via:
http://portfocus.com/ireland/index.html.
GSV/Import
70
Noorwegen36 Reserves
De belangrijkste zand en grind afzettingen zijn in Noorwegen te vinden op de bodems van valleien en diep in de fjorden en zijn ontstaan gedurende de ijstijden. Volgens de Noorse geologische dienst (NGU) heeft Noorwegen een cumulatieve zand en grindreserve van ongeveer 12 miljard m3. Er is echter vermoedelijk slechts ongeveer 6 miljard m3 winbaar omdat sommige reserves door ruimtelijke planning (grondwatergebieden, dicht bevolkte gebieden, wegen en spoorwegen, natuurreservaten, etc.) niet benut kunnen worden. Aan gebroken rots heeft Noorwegen een schier onuitputbare hoeveelheid. De gehele kust, voorzover het geen natuurgebied of bewoond gebied is, kan gezien worden als een enorm potentieel wingebied. Een beeld van de locaties van groeves en een eenvoudige geologische kaart is weergegeven in figuur 31. De meerderheid van de groeves is relatief klein, en leveren in principe alleen om aan de lokale vraag te voldoen. Er zijn echter een aantal grote spelers die een productie hebben in de orde van 1-2,5 miljoen ton per jaar. De grootste individuele oppervlaktedelfstoffenwinner (gneiss) produceerde in 2002 ongeveer 3,0 miljoen ton aan toeslagmateriaal. Het gaat hierbij vooral om gebroken rots (eventueel tot fijne fractie gebroken).
36
Construction Raw Materials Policy and Supply Practises in North-western Europe – Facts
and Figures – Norway; M.A.T.M. Broekmans, P.R. Neeb; 2003; DWW-2003-022; ISBN 90369-5536-X.
GSV/Import
71
Figuur 31: Kaart van Noorse gesteentes en belangrijke winlocaties van oppervlaktedelfstoffen.37
Markt
In Noorwegen wordt op een wat andere manier gekeken op de vraag welke soort oppervlaktedelfstof voor welke toepassing het best bruikbaar is. In Nederland zien we bijvoorbeeld dat de eisen aan korrelgroottesamenstelling van toeslagmateriaal voor beton of cement zeer nauw omschreven worden. In Noorwegen kijkt men voornamelijk naar welke materiaaleigenschappen (zowel chemische als mechanische; bijvoorbeeld stroefheid, slijtvastheid, etc.) het toeslagmateriaal moet hebben. Vervolgens wordt de juiste gesteentesoort toegepast, of dit nu gebroken rots, grind of zand is, is veel minder belangrijk dan in Nederland. Dit komt vooral doordat Noorwegen grote voorraden gebroken rots heeft, en daar de logistiek ook op heeft ingericht. Ze kunnen de rots in grote hoeveelheden fijnbreken tot grind of zand. Uiteraard wordt het breken van gebroken rots tot fijner materiaal niet alleen in Noorwegen gedaan, maar Noorwegen is wel een sprekend voorbeeld. Het breekproces brengt de
37
Bron: Norway's coastal aggregates. Current production in 2001 and potential; Geological
Survey of Norway (NGU); 2002; http://www.ngu.no/FileArchive/101/2002.037eksport27.05.02.pdf.
GSV/Import
72
nodige kosten met zich mee, zeker als er tot een fijne fractie moet worden gebroken. Een beeld van de omvang van de zand- grind en gebroken rotswinning door de jaren heen is gegeven in figuur 32.
70 60
Productie in 106 ton
50 40 30 20 10 0
1990
1991
1992
1993
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
Gebroken rots
29
25
29
25
26
27
35
37
39
34
35,7
35,4
Zand & grind
30
22
24
24
25
25
26
26
23
19
15,1
14,7
Jaar Figuur 32: De productie van zand, grind en gebroken rots in Noorwegen vanaf 1990.
Duidelijk zichtbaar is de afnemende totale productie sinds 1999. Ook is de verhouding van zand & grind tegen die van gebroken rots veranderd. Er wordt relatief steeds minder zand en grind gewonnen en relatief steeds meer gebroken rots. Over het algemeen wordt de jaarlijkse productie geleid door de vraag naar grondstoffen, en de verwachting van de NGU is, dat in de komende jaren de dalende productiecijfers zullen stabiliseren. Export van zand en grind vind in kleine mate plaats vanuit Noorwegen. In 2002 werd 0,17 miljoen ton zand en grind geëxporteerd. Gebroken rots wordt echter in grote hoeveelheden geëxporteerd: 10,2 miljoen ton in 2002. Dit was 34% van de totale productie van gebroken rots dat jaar. De export vindt voornamelijk plaats vanuit een klein aantal grote groeves aan de kust (zie voor locaties figuur 31). Noorwegen heeft zichzelf ten doel gesteld de minerale afzettingen die ze in grote hoeveelheden bezit, beschikbaar te maken voor productie, voorzover dat kan binnen de gestelde normen voor natuurpreservatie, ruimtelijke planning en milieu. De grote verscheidenheid aan typen oppervlaktegesteente, maakt dat Noorwegen toeslagmaterialen met vrijwel alle denkbare eigenschappen kan produceren. Samen met gunstige logistieke omstandigheden (zie paragraaf “Logistiek”.) heeft dit streven er al voor gezorgd dat de exportwaarde van industriële mineralen vanuit Noorwegen in het afgelopen decennium met een factor drie is gegroeid. De industrie in Noorwegen staat open voor vergroting van de productie om zo aan een grotere vraag (eventueel vanuit het buitenland) te voldoen. Van alle geproduceerde mineralen leveren de toeslagmaterialen de grootste
GSV/Import
73
opbrengsten op (ongeveer M€ 350 in 2001). Hiervan kwam het grootste gedeelte van gebroken rots (ongeveer M€ 270 in 2001), en ongeveer M€ 81 kwam uit de zand- en grindwinning. De marktprijs van Noors zand, ligt rond de 40 Noorse Kronen, wat gelijk staat aan ongeveer € 4,65. Gebroken rots kost ongeveer 55 Noorse Kronen, wat gelijk staat aan ongeveer € 6,40.
Logistieke situatie
Noorwegen heeft een bijzondere geografische ligging, met een steile kustlijn waarin diepe wateren ver insnijden in het land en rotsen vrij aan het oppervlak liggen. Ook is de getijdenwerking er niet sterk. Dit is een gunstige omgeving voor het aanleggen van grote groeves aan de kust die geschikt zijn voor overladen op bulk carriers. De schepen kunnen tot direct aan de groeve varen, en er kan dus direct vanuit de groeve op de bulk carrier geladen worden, wat de transportkosten erg laag houdt. De infrastructuur op het land is ook goed genoeg om de aanleg van haven faciliteiten voor middelgrote-grote bulk carriers, te faciliteren. In Bremanger is al zo’n nieuwe groeve in aanleg, en deze zal in 2004 beginnen met produceren. Sinds 2001 is er al een groeve in Bremanger die grof materiaal exporteert naar Nederland. Er stroomt langs de kust van Noorwegen een warme golfstroom, wat ervoor zorgt dat de zee het gehele jaar tot in zeer noordelijk regio’s ijsvrij is, zodat de gebieden in de winter voor het grootste gedeelte bereikbaar blijven zonder begeleiding van (kostenverhogende) ijsbrekers.
GSV/Import
74
Polen38,39,40 Reserves
Zowel de gebergtegebieden alsmede grote delen van Noord-Polen, werden met landijs bedekt gedurende het Pleistoceen. De huidige afzettingen zijn in de meeste gevallen ofwel van Pleistocene ofwel van Holocene afkomst. Pleistocene en Holocene sedimenten vertonen diktes van slechts een paar tot 200 meter. Belangrijke zand- en grindafzettingen hebben zich gevormd na de ijstijden in midden Polen en Noord-Polen. Deze afzettingen bereiken, met name in NoordPolen, soms behoorlijke diktes (tot 42m dik). Afzettingen in Pleistocene en Holocene riviervalleien zijn ook van belang, alhoewel deze afzettingen vaak in wat minder dikke pakketten voorkomen, en daarom economisch minder aantrekkelijk zijn. De beste afzettingen voor winning zijn te vinden in het midden en Westen van Polen, met name in de buurt van Glogow, in Beneden Silesië. Hierbij gaat het vooral om voorkomens van grove toeslagmaterialen die bestaan uit magmatische gesteentes en kalkstenen van Scandinavische afkomst, met hier en daar zwakkere en lokale gesteentes zoals, kalsteen, vuursteen en silica-zanden. Riviervalleien in de gebergtegebieden bevatten zeker in de geologisch jongere Alpine gebergtes vaak afzettingen met grovere materialen, zoals natuurlijke gebroken rots. Sommige afzettingen bereiken hier erg grote diktes (bijvoorbeeld tot 100 meter langs de rivier de Dunajec in het Tatragebergte of tot 64 meter langs de rivier de Bobr in de Sudeten). Het gaat hierbij vooral om fluviatiele afbraakproducten van de Karpatische flysch gesteentes, alsmede Pleistocene grove zanden en grind, welke afbraakproducten van de Sudeten zijn, die kristallijnen gesteenten, kwarts en zandsteen als dominante componenten hebben. Ook in de Oostzee zijn zand- en grindafzettingen te vinden, met name voor de kust bij de stad Stolp (Lawica Slupska, Stolp bank). Deze afzettingen staan bekend om hun hoge technische kwaliteit. Volgens de Poolse geologische dienst (PGI) zijn er op dit moment (1 januari 2003) 4655 gekarteerde afzettingen van zand en grind in Polen, die samen een landelijke reserve van 14,5 miljard ton vormen. Van deze reserves is ongeveer 2,0 miljard ton (schatting) economisch winbaar. In Polen worden op dit moment 1266 afzettingen geëxploiteerd, terwijl er 1132 zijn verlaten. Samen zijn deze actieve afzettingen goed voor een totale reserve van 3,0 miljard ton zand en grind. Hiervan is 1,8 miljard ton (schatting) economisch winbaar. De cumulatieve grootte van alle geologische zandreserves in Polen wordt geschat rond de 4 miljard ton (2,2 miljard ton in de noordelijke laaglanden, 0,8 miljard ton in de Karpaten en 0,9 miljoen ton in de Sudeten). Een overzicht van de belangrijke zand- en grindafzettingen en groeves is gegeven in figuur 33. 38
Mineral Planning – Facts & Figures on Construction Sand and Gravel – Regional Research
Report Poland (Draft report); Andreas Knoll, Jacek Wieckowicz, en Stefanie Zobl; Regioplan Ingenieure Salzburg GmbH; 2003. Minerals Y earbook of Poland, 1996-2001; Burkowicz, A., Galos, K., Lewicka, E.,
39
Smakowski en T., Szlugaj, J.; 2002; Department of Mineral Policy; Mineral and Energy Economy Research Institute; Polish Academy of Sciences (PAN = Polska Akademia Nauk). Minerals Y earbook of Poland, 1998-2002; Burkowicz, A., Galos, K., Lewicka, E.,
40
Smakowski en T., Szlugaj, J.; 2004; Department of Mineral Policy; Mineral and Energy Economy Research Institute; Polish Academy of Sciences (PAN = Polska Akademia Nauk).
GSV/Import
75
Figuur 33: Ligging van geregistreerde en onderzochte zand- en grindreserves in Polen.
Markt
Van de 1360 in Polen aanwezige actieve oppervlaktedelfstoffenwinningen is het grootste gedeelte erg klein. De winning van primaire toeslagmaterialen gebeurt voor het grootste deel (54%) uit winningen met een reserve van 1-25 miljoen ton. Probleem hierbij is dat in de officiële productiestatistieken alleen bedrijfsresultaten worden geregistreerd van ondernemingen met meer dan 10 werknemers. Doorgaans hebben deze kleine groeves minder dan 10 werknemers, en dus wordt de productie van die vele kleine groeves niet meegenomen in de officiële statistieken. Ook import en export wordt alleen geregistreerd in de statistiekboeken als de lading ten minste een bepaalde minimumwaarde heeft. Soms zijn er daarom andere statistieken dan de officiële nodig, om een realistisch beeld te schetsen van de productie en buitenlandse handel van grof zand en grind in Polen. De productiecijfers zoals die zijn vastgelegd in het Mineralen Jaarboek van Polen voor 1996-2001 en het Mineralen Jaarboek van Polen voor 1998-2002 zijn te zien in figuur 34.
GSV/Import
76
120,0
Productie (in 106 ton)
100,0
80,0
60,0
40,0
20,0
0,0
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
Gebroken grind
5,2
5,5
5,3
5,9
6,2
5,1
5,5
Niet-geklassificeerde mixen
4,8
5,2
6,4
5,8
6,2
4,2
4,9
Geklassificeerde mixen
7,0
8,2
8,7
7,5
13,3
7,4
8,3
Grind
17,8
19,7
17,6
20,5
19,1
16,8
15,5
Zand (commercieel)
20,7
23,0
26,2
31,5
28,9
29,1
28,5
Gebroken rots
20,6
23,2
28,0
30,3
27,7
25,6
25,9
Jaar
Figuur 34: Productiecijfers van grof zand volgens het Poolse Mineralen Jaarboek voor 19962001 en het Poolse Mineralen Jaarboek voor 1998-2002. Dit zijn officiële statistieken waarbij tot en met 1999 de bijdrage van groeves met minder dan 6 werknemers ,en vanaf 2000 met minder dan 10 werknemers niet worden meegerekend.39, 40
Duidelijk is dat de voorheen groeiende productie, in 2001 wat is ingezakt, en in 2002 weer is gestabiliseerd. Aangezien de export en import van respectievelijk naar Polen vrij klein zijn, geeft deze dalende productie ook een daling van de vraag naar grof zand weer. Het gewonnen grove zand wordt voor 60,7% toegepast in beton, 10,2% wordt gebruikt in industriële toepassingen (o.a. lichtgewicht beton) en 29,1% is voor overige toepassingen. De veranderingen in de aard van de vraag en de verhoogde omvang ervan, gekoppeld met de concurrentiestrijd tussen producenten en de exporteisen, hebben een aanzienlijke toename in kwaliteit afgedwongen van het geproduceerde zand en grind, alsmede in het aangeboden assortiment. Resultaat hiervan is bijvoorbeeld dat het aandeel grind in de productie tot 1996 structureel toenam, om daarna af te nemen (van 31,9% in 1996 naar 24,7% in 2002). Deze afname werd geïnitieerd door een scherpe afname van de export van zand en grind vanuit Polen in 1997-1998. In Polen worden ook mariene zand en grind afzettingen geëxploiteerd. In figuur 35 is de mariene productie vanaf 1989 weergegeven.
GSV/Import
77
Mariene productie (in 106 m3)
1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00
1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
Zand voor dammen en landreclamatie
0,14
0,12 0,15
0,14
0,06 0,08
0,25
0,67 0,00
0,18 0,11
0,17
0,00 0,00
Strandsuppletiezand (korrelgrootte: fijn-middel)
0,61
1,23 0,85
1,39
1,29 0,65
0,56
0,55 0,59
0,51 0,56
0,37
0,10 0,37
Grof zand en grind
0,21
0,00 0,00
0,05
0,00 0,01
0,00
0,00 0,00
0,00 0,07
0,28
0,09 0,17
Jaar Figuur 35: Productiecijfers Pools marien zand en grind sinds 1989.14
In 2002 werd in Polen 0,53 miljoen m3 zand en grind uit de Oostzee gewonnen. Ongeveer 31% (0,17 miljoen m3) is grind en grof zand uit de Slupsk Bank, en is geheel bestemd voor export naar Duitsland (het wordt aangeland in Rostock). De overige winning is voor strandsuppleties, landreclamatie of onderhoud aan dammen en dijken in Polen zelf.14 De import en export van Pools zand en grind en gebroken rots is weergegeven in figuur 36. De import van zand en grind naar Polen is gering, en is over het algemeen minder dan 0,1 miljoen ton per jaar. In 2002 werd 100.000 ton zand en grind geïmporteerd, hiervan was 97.000 ton grind, slechts de overige 3.000 ton was (grof) zand. De import kwam in 2001 grotendeels uit Noorwegen, maar ook uit Frankrijk (een uitzondering; normaal is er geen handel met Frankrijk), Tsjechië en Slowakije. De export van grof zand en grind vanuit Polen is een stuk groter, maar nog steeds niet groot. In 2002 werd 317.600 ton zand en grind geëxporteerd. Hiervan ging 7,5% naar Tsjechië, 90,7% naar Duitsland en 1,8% naar overige landen. Midden jaren negentig was de export nog groot, voornamelijk door de enorme omvang van de bouwindustrie in Oost-Duitsland in die tijd. In de tweede helft van de jaren negentig is deze markt echter volledig ingestort, en is de export van Polen naar Duitsland ook enorm afgenomen. In 2001 was de export naar Duitsland vanuit mariene winning ongeveer 125.400 ton14, wat bijna een kwart van de gehele export vanuit Polen naar Duitsland was.
GSV/Import
78
4500 4000
Hoeveelheid (in 103 ton)
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp Exp.Imp 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
1996
1997
1998
Gebroken rots
1999
2000
2001
2002
Zand en grind
Rusland
0
0
0
6
0
25
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Finland
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15
0
37
0
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
1
0
0
0
1
0
0
0
6
0
0
4
35 20
0
19
0
6
0
1
0
3
0
8
0
6
0
Groot-Brittannië
0
0
0
0
0
0
0
23
0
76
0
29
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
0
57
0
28
0
53
0
12
0
73
0 100
Slowakije
0
0
0
3
0
23
0
25
0
95
0
60
0
49
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wit-Rusland
0
5
0
2
0
3
0
38
0
93
0
0
0 156 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Noorwegen
0
0
0
0
0
0
0
21
0 115 0 225 0 263 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Tsjechië
1
1
4
14
0
46
0
31
3
8 116 16 59 163 0 101 0
57
0
76
0
27
0
25
0
24
0
Oekraïne
0
32
0
60
0
76
0
90
0 183 0 196 0 227 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Zweden
0
52
0
75
0 176 0 287 0 414 0 463 0 323 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Duitsland
53
857 0 574 3 243 2 122 0 266 0 290 5 115 22 386 0 225 0 101 0 773 0 152 0 540 0 288 0
Type materiaal dat tussen 1996 en 2002 per jaar is geïmporteerd of geëxporteerd, uitgesplitst naar land van bestemming of land van herkomst.
Figuur 36: Import en Export van (grof) zand en grind naar respectievelijk vanuit Polen en van respectievelijk naar andere landen, van 1996 tot en met 2002.14, 38, 39, 40
Het gewonnen en geïmporteerde zand en grind wordt in Polen grotendeels toegepast in beton en betonproducten. Voor betonproductie worden voornamelijk mixen en grind gebruikt. Grof zand wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van mortel. In de wegenbouw wordt vrijwel geen zand en grind gebruikt, maar wordt met name gebroken rots toegepast. In 2001 nam grof zand voor de bouwindustrie 46,5% van de totale zand- en grindproductie in beslag. De vraag naar zand en grind concentreert zich in een paar kleine agglomeraten. Warschau verbruikt 20 tot 21% van de nationale vraag naar zand en grind,
GSV/Import
79
Boven Silesië 12 tot 13%, Krakow, Poznan, Wroclaw en Gdansk ieder 6 tot 7%, Lodz 5% en Szczecin 4%. Samen vormen deze regio’s ongeveer 70% van de nationale markt voor zand en grind, terwijl slechts 30% wordt verbruikt in kleine, regionale markten.
Logistieke situatie
In Polen wordt voornamelijk via vrachtwagen vervoerd. In figuur 37 zijn ter illustratie de cijfers voor 2002 weergegeven. 70 60 50 40 30 20 10 0
Hoeveelheid (miljoen ton)
Per zeeschip
0,16
Per binnenvaartschip
3,25
Per spoor
3,58
Per as
55,54
Figuur 37: De verhouding van toegepaste transportmodi voor zand en grind in Polen in 2002.38
In tegenstelling tot Duitsland, Nederland en Frankrijk, is de binnenvaart in Polen niet van groot belang binnen de transportsector. Was er in 1990 nog een totale lengte aan bevaarbare waterwegen van 3997 km, in 2001 was dit nog maar 3812 km. Hiervan was slechts 2553 km geschikt voor binnenvaart en slechts 1392 km worden daadwerkelijk gebruikt voor de binnenvaart. In Polen wordt slechts 0,7% van alle goederen per binnenvaartschip vervoerd, en de gemiddelde transportafstand is slechts 94 km. Wel neemt het transport van oppervlaktedelfstoffen de belangrijkste plek in binnen het binnenvaarttransport, vandaar dat jaarlijks bijna 5% van al het zand en grind in Polen getransporteerd wordt via binnenvaart. Problemen waarmee de binnenvaart kampt zijn onbetrouwbare waterhoogtes (regelmatige overstromingen en lange periodes van laagwater) en onbekwaam water management. In 2001 is een programma gestart onder de naam “Odra 2006” om de bevaarbaarheid van de rivier de Oder te verbeteren tot een modern internationaal kwaliteitsniveau. Het programma zal ongeveer 2 miljard euro kosten en zal in 2016 gereed zijn. De bedoeling is dat het vrachtvervoer over de Oder hierdoor zal toenemen naar 20 miljoen ton per jaar. Een vergelijkbaar programma wordt opgezet voor de rivier de Vistula.
GSV/Import
80
Een groot probleem voor de binnenvaart op Poolse waterwegen is aanwezig in plannen voor de verbetering van de Duitse binnenhaven Schwedt/Oder. Een verbeterde binnenhaven in Schwedt wordt waarschijnlijk een serieuze rivaal voor de haven van Szczecin, aan de Noordwestkust van Polen, nabij de grens met Duitsland. In de haven van Sczcecin wordt op dit moment geen zand en grind overgeslagen. Mocht de capaciteit van de rivier de Oder in de toekomst meer transport van zand en grind toestaan, dan wordt dit wellicht mogelijk, mits er voldoende overslagcapaciteit beschikbaar wordt gemaakt. Er kan een berekening worden gemaakt van de (hypothetische) handelsprijs van beton- en metselzand dat uit Sczcecin naar Rotterdam wordt getransporteerd met twee verschillende formaten bulk carriers, die wel of niet een zelflosinstallatie aan boord hebben. In tabel 2 is het resultaat van deze berekening te zien. Tabel 2: Berekening van de handelsprijs van Pools beton- en metselzand bij transport met een bulk carrier vanaf de Poolse havenplaats Szczecin, aan de Noordwestkust van de Oostzee naar de haven van Rotterdam. Hoewel de berekening rust op een aantal aannames, zoals de transportprijs per spoor en de kosten voor het verladen, is toch wel duidelijk dat de handelsprijzen nu of in de overzienbare toekomst, niet zullen kunnen concurreren met betonen metselzand van dichterbij gelegen origine (Duitsland, Groot-Brittannië, binnenlandse productie). Overigens gaat het hierbij om transport van zand en grind als tout-venant.31
Van: Naar: Via:
Szczecin Rotterdam Skagerak
Transport over zee Lading per reis Zelflosinstallatie Aankoop toutvenant Transport per spoor Verladen Zeetransport, lossen Klasseren & verladen
[nm] [ton] [euro/ton] [euro/ton] [euro/ton] [euro/ton] [euro/ton]
771 30000 nee 2,6 2,0 0,3 8,4 3,0
771 30000 ja 2,6 2,0 0,3 6,1 3,0
771 70000 nee 2,6 2,0 0,3 5,7 3,0
771 70000 ja 2,6 2,0 0,3 4,4 3,0
Kostprijs FOB Winst risico
[euro/ton] [%]
16,3 15
14,0 15
13,5 15
12,2 15
Handelsprijs
[euro/ton]
18,7
16,0
15,6
14,1
Alleen de berekende handelsprijs voor een bulk carrier die 70.000 ton per reis kan vervoeren en tevens een zelflosinstallatie bezit, bereikt een niveau dat in de buurt komt van de prijs die in Nederland op dit moment voor grind betaald wordt, maar zelfs met een dergelijk groot schip is het bij de huidige prijzen van Pools tout-venant nog lang niet rendabel. In Polen moet voor zand en grind tussen de 10 en 15 PLN per ton (≈ € 2,13 tot € 3,19 per ton) worden betaald. Beton- en metselzand is in Nederland nog een stuk goedkoper dan over zee vervoerd Pools zand en grind. Volgens de Polish Academy of Sciences mag worden verwacht dat de Poolse markt voor de bouw weer zal aantrekken in de komende jaren, aangezien er enkele grote infrastructurele projecten op stapel staan, en omdat de bouwindustrie in Polen zal profiteren van de uitbreiding van de Europese Unie naar het midden en Oosten van Europa. Deze
GSV/Import
81
ontwikkelingen zullen de prijzen voor tout-venant in Polen de komende jaren doen stijgen.
GSV/Import
82
Spanje41 Reserves
De zand- en grindreserves in Spanje zijn groot (in de orde van tientallen miljarden tonnen), en de reserves liggen verdeeld over het land. Spanje telt ongeveer 1900 groeves voor toeslagmaterialen.
Markt
In Spanje worden de productiegegevens pas de laatste jaren gestructureerd bijgehouden, en wel door ANEFA (Spanish Aggregates Producers Association). In figuur 38 is een overzicht van de productiecijfers volgens ANEFA te zien:
140,0
100,0
6
Productie (in 10 ton)
120,0
80,0 60,0 40,0 20,0 0,0
2000
2001
2002
Industriezand
23,1
25,1
27,4
Zand en grind voor beton
81,9
88,9
97,1
Jaar Figuur 38: De productie van zand, grind en zilverzand in Spanje.41
De productie van zand in Spanje gaat ongeveer gelijk op met de vraag (import en export van grondstoffen vindt slechts op zeer kleine schaal plaats, en import en export houden elkaar in balans). Het is dus duidelijk dat naast de productie ook de vraag de laatste jaren is toegenomen in Spanje. Van het geproduceerde grove zand wordt ongeveer 78% gebruikt voor beton en mortels. Dit betekent dus dat in 2002 ongeveer 97 miljoen ton betonzand is geproduceerd in Spanje. De overige 22% zijn voor overige bestemmingen. Dit is grotendeels voor industrieel gebruik. Import en export van zand en grind in Spanje vindt slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er wordt per jaar ongeveer 700.000 ton grof zand en grind geëxporteerd naar Marokko, Gibraltar, Portugal , Frankrijk en Andorra. Er wordt per jaar ongeveer 730.000 ton grof zand en grind geïmporteerd uit 41
Bron: IGME, persoonlijke communicatie met M. Regueiro en C. Marchán. Oorspronkelijk
komt de data van ANEFA (Spanish Aggregates Producers Association).
GSV/Import
83
Marokko, Mauritanië, Portugal en Andorra. Er vindt dus hoofdzakelijk wat uitwisseling plaats van zand en grind tussen de landen, maar van een significante netto import of export kan niet gesproken worden. De marktprijzen voor oppervlaktedelfstoffen variëren vrij sterk binnen Spanje. Een gemiddelde prijs in Madrid ligt ongeveer rond de € 6,- per ton, maar in wat meer afgelegen gebieden als Badajoz (Zuidwest Spanje) of Zamora (Noordwest Spanje) kan de gemiddelde prijs zakken tot € 3,- per ton. Voor zand worden prijzen van € 1,- tot € 5,- per ton geregistreerd, maar gemiddeld ligt de prijs waarschijnlijk tussen de € 1,80 en € 2,40 per ton. Geïmporteerd zand kost ongeveer € 7,50 per ton, terwijl Spanje zand exporteert tegen een marktprijs van ongeveer € 5,70 per ton. De laatste jaren is er een toename van de prijs van oppervlaktedelfstoffen die gelijke tred houdt met de inflatie. Op dit moment heeft de Spaanse regering een wat restrictief beleid ingezet, wat vermoedelijk gaat leiden tot een toename van de marktprijzen van het huidige niveau naar een niveau dat rond de € 10,- per ton ligt.
Logistieke situatie
De over het hele land verspreid aanwezige groeves zijn alleen bereikbaar per weg. In Spanje worden toeslagmaterialen niet vervoerd per rivier. Wel zijn er voldoende havens die in staat zijn grondstoffen over te slaan van en naar zeeschepen. Enkele kustwetten in Spanje staan niet toe dat er aan commerciële zeewinning wordt gedaan. Alleen voor kustsuppleties en projecten voor havenaanleg is winning van ophoogmateriaal vanuit de continentale plaat toegestaan. Er wordt zodoende dus maar weinig gebaggerd, en er wordt in principe geen beton- en metselzand gewonnen op zee; hooguit als bijproduct van het ophoogzand. Dit beton- en metselzand vind doorgaans zijn weg op de Spaanse afzetmarkt. Deze situatie lijkt voorlopig stabiel, er is dus weinig perspectief op commerciële zeewinning voor de Spaanse kusten. De vaarafstanden naar Nederland zijn groot. De enig mogelijke vorm van transport zou met een bulk carrier zijn, en in Bilbao zijn terminals aanwezig waar inderdaad grote dry bulk schepen kunnen laden en lossen. Probleem blijft echter de aanlevering vanaf het land. In Spanje wordt zand uitsluitend met vrachtwagens getransporteerd (niet per spoor of binnenvaart). De geografische verspreiding van de groeves maakt dat binnenlands transport naar de haven al erg kostbaar kan zijn. Dit opgeteld bij de kosten voor transport over een lange afstand op zee, maakt dat de concurrentiepositie van Spaans zand en grind, voor de export naar Nederland zwak is.
GSV/Import
84
Zweden42 Reserves
Zweden kent aanmerkelijke (“oneindige”) zand- en grindvoorkomens, zowel offshore als onshore. Net als in Denemarken het geval is, zijn de voorkomens verspreid over het land aanwezig. Markt
Door de grote spreiding van de zandreserves, kent Zweden vele groeves, terwijl er slechts enkele groeves aanwezig zijn waar meer dan 100.000 ton per jaar gewonnen wordt. Een overzicht van de ligging en afmeting van de diverse zand- en grindwinninglocaties in Zweden is te zien in figuur 39.
42
Grus, sand, och krossberg – Produktion och tillgångar 2001 (Aggregates – Production and
resources 2001); L. Ljung, Å. Berg; SGU; 2001.
GSV/Import
85
Figuur 39: Overzichtskaart van zand- en grindgroeves in Zweden. De grootte en kleur van iedere cirkel is indicatief voor de omvang van de productie in 2001 (in tonnen; zie legenda).42
Overigens is het zo, dat het kleine aantal grote groeves wel het grootste deel van de productie op zich neemt. Een overzicht hiervan is te zien in figuur 40. >110000
100%
100001-110000 90001-100000
90%
80001-90000
Aandeel in totaal (%)
80%
70001-80000 60001-70000
70%
50001-60000 40001-50000
60%
30001-40000 50%
20001-30000 10001-20000
40%
7501-10000 5001-7500
30%
2501-5000
20%
2001-2500 1501-2000
10%
1001-1500 0%
Hoeveelheid groeves
Productie
501-1000 1-500
Figuur 40: Aantal groeves en opbrengsten ingedeeld in groepen naar capaciteit van de groeve. Capaciteit in tonnen per jaar.
Een overzicht van de productiecijfers van zand, grind, gebroken rots, en morene afzettingen, in de afgelopen twee decennia, is te zien in de figuur 41 en figuur 42. De totale productie van toeslagmaterialen in Zweden kende in de jaren 1989-1991 een hausse, welke direct gerelateerd kan worden aan wat in Zweden de “real estate boom” wordt genoemd. Daarna is de productie door een afname in de vraag ook geleidelijk afgenomen, om in 1997 een dieptepunt te bereiken. Hierbij is vooral de productie van zand en grind sterk afgenomen. De productie van gebroken rots is daarentegen juist toegenomen. Daarna volgden er weer twee jaar van licht herstel. De totale productie lijkt nu sinds 2000 redelijk te stabiliseren, hoewel de trend van een afnemende zand- en grind productie en een toenemende gebroken rots productie blijft voortduren. Op dit moment maakt gebroken rots ongeveer 54% van de toeslagmaterialenmarkt uit. In groeves wordt dit materiaal gebroken tot de gewenste korrelgrootte. Zweden heeft zich tot beleidsdoel gesteld het gebruik van natuurlijk zand en grind (meestal gewonnen uit eskers) te beperken tot 12 miljoen ton per jaar in 201043, en heeft daartoe een belasting van € 1,00 per ton geproduceerd zand of grind ingesteld. De zand- en grindproductieprijs in Zweden begint bij € 3,00 per ton, wat ondanks de belasting nog steeds goedkoper is dan gebroken rots, wat een productieprijs heeft van € 5,00 per ton of meer (gebroken rots is vooral duur door het kostbare breekproces). Het is tevens de doelstelling van de Zweedse overheid om in 2010 hergebruikte 43
Mechanical Properties of Residues as unbound Road Materials – experimental tests on
MSWI bottom ash, crushed concrete and blast furnace slag; M.Arm; KTH Land and Water Resource Engineering – Doctoral Thesis; 2003.
GSV/Import
86
materialen tenminste een aandeel van 15% van de totale hoeveelheid gebruikte toeslagmaterialen te laten hebben.43
Hoeveelheid gewonnen oppervlaktedelfstof (106 ton)
120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 Hergebruikte materialen Gebroken rots Morene
3,5 3,1 10,9 17,6
2,4 2,4 2,8 4,5 4,0 3,3 4,7 5,8 7,2 7,7 3,7 4,8 5,6 10,7 7,3 7,7 18,7 18,4 20,9 23,4 25,1 24,9 22,6 26,0 28,6 32,3 30,7 29,3 36,2 38,3 37,5 38,3
1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,2 1,0 1,2 1,1 2,0 3,2 2,6 2,6 2,6 3,7 1,3 1,8 2,1 70,1 60,8 61,7 63,8 63,5 70,7 69,8 63,3 53,1 51,9 43,8 44,6 33,3 26,2 29,3 29,0 24,6 23,4
Zand & grind
Jaar Figuur 41: Overzicht van de jaarlijkse gewonnen hoeveelheden grind, morene, gebroken rots en overige primaire oppervlaktedelfstoffen in Zweden vanaf 1984.44 100% 90% 80%
Aandeel (%)
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 Hergebruikte materialen Gebroken rots Morene Zand & grind
3,5 3,1 10,9 17,6
2,4 2,4 2,8 4,5 4,0 3,3 4,7 5,8 7,2 7,7 3,7 4,8 5,6 10,7 7,3 7,7 18,7 18,4 20,9 23,4 25,1 24,9 22,6 26,0 28,6 32,3 30,7 29,3 36,2 38,3 37,5 38,3
1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,2 1,0 1,2 1,1 2,0 3,2 2,6 2,6 2,6 3,7 1,3 1,8 2,1 70,1 60,8 61,7 63,8 63,5 70,7 69,8 63,3 53,1 51,9 43,8 44,6 33,3 26,2 29,3 29,0 24,6 23,4
Jaar Figuur 42: Aandeel van ieder type oppervlaktedelfstof op de totale hoeveelheid oppervlaktedelfstoffen die dat jaar in Zweden gewonnen is, in procenten, vanaf 1984.44 Het verminderde belang van de zand- en grindwinning in Zweden is duidelijk zichtbaar. Waar de winning van zand en grind midden jaren 80 nog meer dan driekwart van de totale oppervlaktedelfstofproductie opmaakte, is de productie tegenwoordig nog maar ongeveer eenderde van het totaal. Dit alles komt vooral ten goede aan een grotere productie van gebroken rots, en ten dele aan een vergroting van het hergebruik van met name puinsteen uit groeves.
44
Databron: Grus, sand och krossberg – Aggregates – Produktion och tillgångar 2001
(Production and resources 2001); L. Ljung; Å. Berg; 2002; SGU.
GSV/Import
87
De huidige productie van zand en grind in Zweden ligt dus op ruim 23 miljoen ton, export van toeslagmaterialen op circa 2 miljoen ton. Het grootste gedeelte van de export, 1,9 miljoen ton, bestaat uit gebroken rots, en wordt geproduceerd in drie groeves in Karlshamn (aan de kust, ongeveer 500km ten zuiden van Stockholm). De andere groeves produceren ieder niet meer dan 5000 ton per jaar voor export. De export uit deze groeves is ook niet continu, maar eerder sporadisch. In Zweden is in 1992 voor het laatst zand gewonnen uit mariene bronnen. De enige uitzondering hierop is een ontgronding die in 1998 is uitgevoerd in de Flint vaargeul tussen het eiland Saltholm en de kust van Scania. Deze ontgronding werd uitgevoerd om de aanleg van de Øresund zee-engte tussen Denemarken en Zweden te voorzien van ophoogzand. Al het opgebaggerde materiaal is gebruikt als ophoogmateriaal voor de aanleg van twee eilanden ten zuiden van het eiland Saltholm aan de Deense kant van de zeestraat.. Er is bij de aanleg van de Øresund zee-engte in totaal ongeveer 2,5 miljoen m3 ophoogmateriaal gewonnen.
Logistieke situatie
In Zweden worden toeslagmaterialen voornamelijk vervoerd per as. Dit zorgt voor hoge transportkosten. Meestal is dit echter geen probleem, omdat de groeves erg verspreid liggen over het land, en er dus zelden grote afstanden afgelegd hoeven te worden. Eerder is gesproken over de kostprijzen van zanden grindproductie. Als beide materialen van een vergelijkbare afstand gehaald moeten worden, is zand- en grind, zoals gezegd, nog steeds goedkoper dan gebroken rots (ondanks de belasting op productie van zand en grind).
GSV/Import
88