November 2011 ugu
Immigratie uit Midden- en Oost-Europese (MOE-) landen
In Leiden wonen ca. 2.550 mensen uit de MOE-landen, waarvan 1.900 van de eerste generatie. Dit is percentueel iets meer dan in Nederland. De afgelopen tien jaar laten de Leidse cijfers bijna een verdubbeling van het aantal MOE-landers zien, terwijl het aantal in Nederland in vijf jaar is verdubbeld. Immigranten uit Midden- en Oost-Europa keren relatief vaak na een aantal jaren weer terug naar het land van herkomst en doen vooralsnog minder dan bijvoorbeeld Turken en Marokkanen aan gezinshereniging.
In 2004 en 2007 heeft een aantal Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen) zich aangesloten bij de Europese Unie. Hierdoor is in een groter gebied vrij verkeer van reizen mogelijk. Inwoners uit de MOE-landen kunnen nu naar West-Europese landen reizen om daar te wonen en werken. In dit Feitenblad staat de vraag centraal wat de omvang is van deze groep en of het aantal inwoners van deze groep allochtonen uit de MOE-landen ook daadwerkelijk aan het toenemen is in Nederland en Leiden. Op Europees, nationaal en Leids schaalniveau wordt aandacht besteed aan immigratie uit de MOE-landen. Landen lid van de EU in 2011
MOE-landen, regels voor arbeidsmigratie en definities MOE-landen zijn de tien nieuwste Midden- en Oost-Europese lidstaten van de Europese Unie, ook wel bekend onder EU10. Dit zijn: Toegetreden op 1 mei 2004: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, en Litouwen Toegetreden op 1 januari 2007: Roemenië en Bulgarije Per 1 mei 2004 gingen de grenzen van de EU open voor “het vrije verkeer van werknemers” uit de acht nieuwe EU-lidstaten Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Polen en Hongarije. Nederland heeft migranten uit deze landen uiteindelijk in fasen en met de nodige restricties toegelaten. Tot 1 mei 2007 hadden ze een vergunning nodig om legaal te kunnen werken, dit om de Nederlandse arbeidsmarkt te beschermen. Die werd alleen afgegeven als er binnen de oude EU geen geschikte arbeiders gevonden konden worden voor de vacature, eigen arbeiders eerst dus. Na 1 mei 2007 zijn de grenzen voor immigranten uit deze 8 landen zonder beperkingen opengesteld voor arbeidsmigranten. Voor Bulgaren en Roemenen zal de onbeperkte openstelling in 2014 plaatsvinden. Omdat de aandacht ten aanzien van Midden- en Oost-Europese immigratie ligt op de inburgering en mogelijke problemen daarmee richten de meeste onderzoeken, en dus ook dit Feitenblad zich in eerste instantie op de eerste generatie. Dat wil zeggen dat deze mensen zelf geboren zijn in één van de MOE-landen. We noemen immigranten van de eerste generatie geboren in één van de EU10 landen in dit Feitenblad de smalle definitie. Er doen zich een aantal problemen voor bij het vaststellen van het aantal immigranten uit de MOElanden. Ten eerste is een aantal toegetreden landen afkomstig uit in de recente geschiedenis opgesplitste landen, waardoor het geboorteland van de immigrant een groter gebied betreft. Zo zijn de landen Estland, Letland en Litouwen afkomstig uit de grotere Sovjet-Unie en was Slovenië vroeger onderdeel van Joegoslavië. Iemand die nu vanuit Slovenië immigreert heeft als geboorteland in het GBA (de Gemeentelijke Basisadministratie) Joegoslavië. Om deze immigranten toch in beeld te krijgen is voor dit Feitenblad af en toe voor een bredere definitie gekozen. Naast de 10 MOE-landen worden dan ook alle immigranten met geboorteland de voormalige Sovjet-Unie en voormalig Joegoslavië tot immigranten uit de MOE-landen gerekend. Als dit aan de orde is (blz. 6) wordt het er bij vermeld. Ten tweede hoeven tijdelijke of seizoenswerknemers, die van plan zijn minder dan vier maanden te blijven, zich niet in te schrijven in het GBA. Niet alle immigranten vestigen zich voor een langere periode in Nederland. Tijdelijke of seizoenswerknemers komen daardoor niet voor in de bevolkingsstatistieken. We beperken ons voor dit aspect tot een korte blik op de landelijke trends met betrekking tot de werknemersaantallen.
Europees perspectief Onderzoek naar de effecten van het openen van de arbeidsgrenzen op Europees niveau stuit op problemen. Zo zijn er verschillende definities van migratie, maar nog moeilijker is het om aan te geven welke migratie een direct gevolg is van het openstellen van de grenzen. De oude lidstaten van de Europese Unie worden ook wel de EU15 genoemd. Hieronder vallen Zweden, Groot-Brittannië, Finland, Portugal, Spanje, Oostenrijk, België, Denemarken, Nederland, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Italië, Duitsland en Ierland. Onderzoek uit 2007 naar de macro-economische impact in de EU15 laat zien dat de migratie geassocieerd met de uitbreiding van de Europese Unie in vergelijking tot de immigratie die normaal plaatsvindt, relatief beperkt is (Barrell e.a., 2007).
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen 2 van 10
Opvallend is dat tussen 2000 en 2008 in West-Europese landen (zoals Spanje, Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië) de bevolking sterk is toegenomen en in Oost-Europese landen (zoals Roemenië, Bulgarije, Polen, Hongarije, Letland en Litouwen) de bevolking sterk is afgenomen (Barrell e.a., 2007). Dit hoeft niet te betekenen dat de inwoners uit Oost-Europese landen ook daadwerkelijk naar het Westen zijn verhuisd, maar het is wel opmerkelijk. Helaas zijn er, zoals hierboven gesteld, geen vergelijkbare immigratiecijfers tussen verschillende EU-landen vast te stellen, waardoor er geen goede vergelijkingen worden gemaakt tussen verschillende landen.
Landelijke trends immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen Immigratie per jaar In Europees perspectief gezien was Nederland in elk geval tot 2006 (nog) niet echt een belangrijk land van bestemming voor migranten uit MOE-landen. In 2006 koos 2,4% van de Poolse en 0,6% van de Bulgaarse migranten Nederland als bestemming (NiDi, 2010). In onderstaande grafiek is de groei van de laatste jaren van allochtonen uit de MOE-landen naar Nederland uitgesplitst naar land van herkomst voor de grootste groepen. Kwamen er in 2000 nog bijna 4.000 immigranten uit Midden- en Oost- Europa, nu zijn dat er ruim 27.000. De landelijke trend is dat de immigratie vanuit Polen duidelijk gestegen is na het openstellen van de grenzen voor arbeidsmigratie in 2004. Ook komen veel Roemenen en Bulgaren sinds het openstellen van de grenzen in 2007 in Nederland wonen. Immigratie per jaar in Nederland, totaal en naar geboorteland
Immigratie per jaar in Nederland, herkomst MOE-landen 30.000
25.000
Polen
20.000
Bulgarije Roemenië
15.000
Hongarije Overig
10.000
totaal
5.000
0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: CBS-Statline
Analyse van de migratie (NIDI) heeft laten zien dat recente migratie vanuit de MOE-landen vooral arbeidsmigratie betreft, vooral voor de mannen, maar in wat mindere mate ook voor vrouwen. Het CBS (H. Nicolaas, 2011) heeft onderzocht dat bijna 60% van de Poolse immigranten die tussen 2000 en 2009 naar Nederland zijn gekomen binnen tien jaar vertrokken zullen zijn. Dit betreft de mensen die zich wel op één of ander wijze heeft geregistreerd. Van grootschalige gezinshereniging is geen sprake. Hiermee lijkt de groep Oost-Europeanen meer op de Italiaanse en Spaanse immigranten dan op de Turkse en Marokkaanse, die juist vaker hier bleven en aan gezinshereniging deden (jaren ’60 en ’70).
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen
3 van 10
Aantal Midden- en Oost-Europeanen in Nederland Begin 2011 waren er 117 duizend personen uit de tien MOE-landen in Nederland geregistreerd in het GBA. Hierbij heeft men een soort vertaling gemaakt: iemand die als geboorteland Joegoslavië heeft, maar uit een stad komt die nu in Slovenië ligt, wordt meegeteld als Sloveen. Dit betrof uitsluitend 1e generatie allochtonen. Daarnaast waren er 81 duizend geregistreerd als werknemer (Belastingdienst), terwijl ze niet bij het GBA zijn ingeschreven. Dit waren vooral Polen (de helft van de geregistreerde Polen is niet ingeschreven in het GBA) en veel seizoenarbeiders. Van de (geregistreerde) Bulgaren en Roemenen zijn relatief veel meer mensen ingeschreven in het GBA. Een verklaring hiervoor is dat Roemenen en Bulgaren (tot 2014) een tewerkstellingsvergunning nodig hebben om als werknemer in Nederland aan de slag te gaan. Sinds 1 mei 2007 geldt dat niet meer voor Polen. In totaal waren er dus bijna 200 duizend MOE-landers geregistreerd in Nederland. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2007. Verreweg de grootste groep is uit Polen afkomstig (136 duizend geregistreerd). Het totale aantal MOE-landers is groter, omdat niet iedereen geregistreerd is. In een onderzoek in de gemeente Den Haag is geschat dat er in 2010 ca. 30.000 Midden- en Oost-Europeanen zijn, waarvan ongeveer een derde bij de gemeente staat ingeschreven (bron: Spits, 4 nov. 2011). De (ruwe!) schattingen lopen tot ongeveer 300.000 MOE-landers in Nederland. Aantal geregistreerde MOE-landers, eerste generatie
Het NIDI heeft in 2010 een prognose gemaakt van de groei van mensen uit MOE-landen die zijn ingeschreven in het GBA. Omdat in verband met inburgering vooral de eerste generatie van belang is, beperken we ons ook hier tot de eerste generatie. Schatting groei MOE-landers in GBA, 2009-2040
De schatting van het NIDI is dat het aantal (eerste generatie) allochtonen uit MOE-landen zal toenemen van 83.000 in 2009 naar een aantal tussen de 116.000 en 196.000 in 2015 en tussen de 233.000 en 529.000 in 2040. Dit zou betekenen dat er de komende 30 jaar minstens een verdriedubbeling van allochtonen uit de MOE-landen zal plaatsvinden. Het arbeidsmotief wordt steeds vaker aangemerkt als het belangrijkste motief om naar Nederland te migreren (NIDI, 2010)
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0 2009
2015
2025
2040
Mini- en max imum 1e generatie MOE-alloc htonen
Bron: Nidi, 2010
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen 4 van 10
Trends in Leiden Immigratie per jaar in Leiden In 2010 vestigden zich bijna 280 Midden- en Oost-Europeanen in Leiden, waarvan 31 Bulgaren en 21 Roemenen. Dit is een stabilisatie na eerst een groei tot 2008 en vervolgens een afname in 2009. Deze afname zou een gevolg van de economische crisis kunnen zijn. Immigratie in Leiden vanuit MOE-landen 350 300 250
Sovjetunie Polen
200
Bulgarije Roemenië
150
Overig Totaal
100 50 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: GBA
In de grafiek hieronder is zichtbaar dat er weliswaar alle jaren een vestigingsoverschot is geweest van mensen uit Midden- en Oost-Europa, maar dat er ook veel MOE-landers weer uit Leiden verhuizen naar het buitenland. In 2010 was het vestigingsoverschot 123 allochtonen uit de MOE-landen. Jaarlijkse vestigings- en vertrekcijfers MOE-landers vanuit en naar het buitenland in Leiden 350 300 250 200 150 100 50 0 2001
2002
2003
2004
2005 vestiging
2006
2007
2008
2009
2010
vertrek
Bron: GBA
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen
5 van 10
Aantal Midden- en Oost-Europeanen in Leiden Er zijn geen Leidse cijfers beschikbaar van de registratie als werknemer bij de Belastingdienst. Daarom moeten we ons beperken tot de mensen die zijn ingeschreven in het GBA om te kijken hoe groot de groep MOE-landers in Leiden is. Hier duikt het definitieprobleem op: het CBS doet landelijk op basis van de plaats waar men geboren is een soort vertaling van bv. Joegoslavië naar Slovenië. Op lokaal niveau is dat niet voorhanden en moeten we dus of accepteren dat je een groep mist, of juist een ruimere groep nemen. Hier is er voor gekozen de ruimere groep te nemen, dus alle mensen met geboorteland Sovjet-Unie, Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije worden ook meegenomen. Ook zijn de MOE-landers van de tweede generatie hier weergegeven. Ingeschrevenen in het GBA in Leiden, afkomstig uit een Midden- en Oost-Europees land
Allen Polen Sovjet-Unie Joegoslavië Bulgarije Roemenië Tsjecho-Slowakije Hongarije Litouwen Letland Slowakije Estland Tsjechië Slovenië Totaal MOE-landers
1e generatie
2e generatie
765 594 489 154 155 165 167 27 16 6 5 2 1
592 455 354 125 124 117 84 24 12 6 4 2 1
173 139 135 29 31 48 83 3 4 1 -
2.546
1.900
646
Bron: GBA, januari 2011
Uit deze cijfers komt naar voren dat 2.546 inwoners, te weten 2,2% van de Leidse bevolking, afkomstig is uit een van de MOE-landen, ruime definitie (GBA, januari 2011). Als we ons beperken tot de eerste generatie, net zoals de cijfers voor Nederland, zijn het er in Leiden precies 1.900, dit is 1,6% van de bevolking.
De totale groep is weergegeven in de cirkeldiagram. De grootste groep op dit moment zijn de Polen met 765 inwoners in Leiden. Hierop volgen mensen uit de voormalige Sovjet-Unie met 594 en uit Joegoslavië met 489 inwoners. Op afstand volgen Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië met aantallen tussen de 150 en 170 inwoners. Daarna zijn de inwoneraantallen 27 of lager. Ondanks het feit dat het een kleine groep betreft, is er in Leiden wel degelijk sprake van een jaarlijkse toename van vestiging van MOEallochtonen.
Aantal Leidse inwoners uit MOE-landen, eerste en tweede generatie Bulgarije
Overig
Roemenië TsjechoSlow akije
Polen
Hongarije
Joegoslavië Sovjet-Unie
Bron: GBA, januari 2011
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen 6 van 10
Sinds 2001 is het aantal ongeveer verdubbeld. Met name van mensen vanuit Polen was er sinds de opening van de grenzen in 2004 tot 2008 een flinke toename. In 2009 en 2010 is deze stroom Poolse migranten weer licht afgenomen. Zie de tabel in de bijlage voor de exacte getallen over het aantal mensen uit de MOE-landen in Leiden in 2001, 2006 en 2011. Zoals boven is te lezen is de definitie voor MOE-landers in Leiden breder dan voor Nederland als geheel in dit Feitenblad. Hierdoor is Leiden moeilijk te vergelijken met Nederland. Om dit toch te kunnen doen is, uitsluitend voor de vergelijking, gekeken hoeveel MOE-landers er volgens de brede definitie in heel Nederland wonen. De brede definitie houdt in: alle mensen afkomstig uit de voormalige landen Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Sovjet-Unie worden meegeteld (zie verder bladzijde 2 voor een toelichting op de definities). Volgens deze definitie wonen er in Nederland bijna 193 duizend MOE-landers van de eerste generatie. Dat is 1,2% van de gehele Nederlandse bevolking. In Leiden is dit dus iets meer, namelijk 1,6% (zie boven). Zo kan een schatting gemaakt worden van de smalle definitie in Leiden, als we er van uit gaan dat de verhouding tussen de brede en de smalle definitie in Nederland en Leiden aan elkaar gelijk zijn (nl. 1 staat tot 0,6). Naar schatting wonen er in Leiden ca. 1.150 MOE-landers uit de EU10. Dat is 1% van de Leidse bevolking. MOE-landers van de 1e generatie in Nederland en Leiden, brede en smalle definitie.
e
Nederland, 1 generatie Leiden, 1e generatie
Smalle definitie
Brede definitie
117.000 (0,7% van de bev.) ca. 1.150* (1,0% van de bev.)
193.000 (1,2% van de bev.) 1.900 (1,6% van de bev.)
Bron: CBS en GBA, 2011, afgeronde getallen
* schatting
De vraag hoe het aantal MOE-landers in Leiden zich de komende jaren zal ontwikkelen antwoorden we hier door de verwachte groei van het NIDI (zie blz.4) voor heel Nederland op Leiden los te laten. Hier wordt gesproken over ‘minstens eens verdriedubbeling in de komende 30 jaar’. Omdat landelijk van de smalle definitie wordt uitgegaan doen we dat hier ook en komen we op minimaal 3.500 en maximaal 7.000 MOE-landers in Leiden in 2040. In de volgende grafiek is tot slot de bevolkingsopbouw van Leidenaren uit de MOE-landen in 2001, 2006 en 2011 te zien. Dit betreft de eerste en de tweede generatie. Er is te zien dat er een algemene stijging is van allochtonen uit de MOE-landen en dan met name in de leeftijdscategorie 25 tot 34, de leeftijdsgroepen waarin gezinsvorming plaatsvindt. In 2001 waren er in totaal 357 allochtonen uit de MOE-landen in deze leeftijdsgroepen. In 2006 was dit aantal gestegen naar 591 en anno 2011 is het toegenomen tot 815 in deze twee leeftijdscategorieën. De hoge stijging aan de onderkant van de bevolkingspiramide wordt vooral veroorzaakt door de geboorte van tweede generatie allochtonen uit de MOE-landen. Zie de tabel in de bijlage voor de exacte getallen over de bevolkingsopbouw in 2001, 2006 en 2011.
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen
7 van 10
Bevolkingsopbouw MOE-landen in Leiden 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50
2001
2006
> 94
90 - 94
85 - 89
80 - 84
75 - 79
70 - 74
65 - 69
60 - 64
55 - 59
50 - 54
45 - 49
40 - 44
35 - 39
30 - 34
25 - 29
20 - 24
15 - 19
10 - 14
5- 9
0- 4
0
2011
Bron: GBA
Samenvatting In Leiden zijn relatief iets meer MOE-landers van de eerste generatie uit één van de EU10 of MOElanden (‘smalle definitie’) ingeschreven in het GBA dan gemiddeld in Nederland: 1,0% in Leiden en ca. 0,7% in Nederland. Dat heeft er wellicht mee te maken dat steden meer werkgelegenheid bieden aan deze mensen en dus een gunstigere vestigingsplaats zijn. De afgelopen tien jaar laten de aantallen MOE-landers een verdubbeling in Leiden zien. In Nederland is het aantal MOE- landers in de afgelopen vijf jaar verdubbeld. De groei in Leiden is dus minder groot geweest dan gemiddeld in de rest van Nederland. Deze toename is met name veroorzaakt door het vrije verkeer met de nieuwe MOE-landen sinds 2004. De Polen zijn nog steeds de grootste groep (ingeschreven) immigranten uit Midden- en Oost-Europa. Voor Bulgaren en Roemenen geldt tot 2014 dat ze een tewerkstelling nodig hebben om hier te kunnen werken, wat voor o.a. Polen sinds 2007 niet meer hoeft. Door de natuurlijke aanwas van tweede generatie allochtonen uit MOE-landen en nieuwe immigratie vanuit met name Bulgarijë en Roemenië na 2014 zal het aandeel van MOE-landers de komende jaren verder toenemen. Als de landelijk verwachte stijging ook voor Leiden zou gelden telt Leiden in 2030 tussen de 3,5 en 7 duizend MOE-landers van de eerste generatie in de GBA.
Literatuurbronnen Barrell, R., J. FitzGerald & R. Riley (2007), EU enlargement and migration: Assessing the macroeconomic impacts. NIESR Discussion Paper No. 292. CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek, Statline. Corpeleijn, A. (2009) Werknemers uit Oost-Europa: recente ontwikkelingen. Sociaaleconomische trends, 1e kwartaal, p. 19 – 21. Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, NiDi (2010), Toekomstverkenning allochtonen uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landen). Nicolaas, H. (2011), Ruim helft Poolse immigranten vertrekt weer, Bevolkingstrends CBS, 1e kwartaal 2011. Breure, B. (2011), Een kruiswoordpuzzel van thuis, Sp!ts, 4 november 2011.
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen 8 van 10
Bijlage Aantal Leidse inwoners uit MOE-landen in 2001, 2006 en 2011
2001
Polen Sovjet-Unie Bulgarije Roemenië Tsjecho-Slowakije Joegoslavië Hongarije Litouwen Letland Slowakije Estland Tsjechië Slovenië
Totaal
totaal 209 311 43 58 79 436 136 7 3 0 2 1 0 1.285
2006 waarvan 1e gen. 125 258 29 43 42 336 54 5 1 0 2 1 0 896
totaal 360 528 87 97 111 486 146 10 7 2 4 0 0 1.838
ontwikkeling 2001-2011
2011 waarvan 1e gen. 249 435 61 76 73 368 63 10 4 2 4 0 0 1.345
totaal 765 594 154 155 165 489 167 27 16 6 5 2 1 2.546
waarvan 1e gen. 592 455 125 124 117 354 84 24 12 6 4 2 1 1.900
totaal +556 +283 +111 +97 +86 +53 +31 +20 +13 +6 +3 +1 +1 +1.261
Bron: GBA Bevolkingsopbouw MOE-landers van eerste en tweede generatie in Leiden 2001, 2006 en 2011
0- 4 5- 9 10 - 14 15 - 19 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 39 40 - 44 45 - 49 50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 70 - 74 75 - 79 80 - 84 85 - 89 90 - 94 > 94 Totaal
2001 74 53 61 72 175 218 139 121 83 78 85 40 29 19 7 18 5 6 0 2 1.285
2006 128 70 62 98 228 328 263 151 137 96 83 81 39 28 19 7 15 2 3 0 1.838
2011 212 130 92 90 292 449 366 234 167 155 108 79 77 34 28 13 6 13 1 0 2.546
ontw. 2001-2011 +138 +77 +31 +18 +117 +231 +227 +113 +84 +77 +23 +39 +48 +15 +21 -5 +1 +7 +1 -2 1.261
Bron; GBA
Leesvoorbeeld: Op 1 januari 2001 had Leiden 209 inwoners uit Polen, waarvan 125 van de eerste generatie. Vijf jaar later waren dat er 360 en vijf jaar later in 2011 was het toegenomen tot 765 inwoners. Dat is een stijging van 556 personen. Op 1 januari 2001 had Leiden 74 inwoners uit de MOE-landen van 0 tot 4 jaar, vijf jaar later waren dat er 128 en vijf jaar later in 2011 was het toegenomen tot 212 inwoners in die leeftijdscategorie. Dat is een stijging van 138 personen.
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen
9 van 10
Meer bevolkingscijfers op www.leiden.nl/statistiek Meer cijfers over de bevolking, en ook diverse onderzoeksrapporten, staan op internet en zijn te bereiken via www.leiden.nl/statistiek . De gegevens over de bevolking vindt u als volgt: Voor rapporten klikt u op onderzoeksbank en kiest dan: ‘Bevolking’ Vind Voor tabellen klikt u op Leiden in cijfers en kiest dan: Leiden per thema en vervolgens een van de subthema’s onder ‘Bevolking’ (zie plaatje)
COLOFON BOA BeleidsOnderzoek en Analyse Afdeling Strategie en Onderzoek Gemeente Leiden
[email protected] of 071 516 5068 Direct zelf informatie opzoeken? Veel cijfers en onderzoeksgegevens over Leiden zijn te vinden via www.leiden.nl/statistiek. Serie statistiek 2011 / 1e
BOA Feitenblad: Immigratie uit Midden- en Oost-Europese landen 10 van 10