5.1: Wat is kolonisatie/imperialisme en welke veranderingen brengt het mee? Wat is een kolonie? Het begrip kolonie kan meerdere betekenissen hebben. Dit hangt af van de tijd waarin het wordt geplaatst en met welke doelstelling(en) de kolonie is gesticht. De twee betekennissen die we bij hoofdstuk 5 hanteren: -Het kan een plaats zijn waar mensen (veelal Europeanen) zich vestigen voor o.a. handel te drijven. -Een land dat is onderworpen aan een ander land (veelal Europese landen) als gevolg van imperialisme. Wat is kolonisatie en imperialisme? Kolonisatie: Vanaf +/- 1500 – Europese ontdekkingsreiziger verkennen de nieuwe werelden en vestigen (wonen) zich hoofdzakelijk in de gebieden van Afrika, Amerika en Azië voor de handel in producten (o.a. specerijen) en mensen (slaven). Imperialisme: Vanaf +/- 1850 – Europeanen gaan gebieden/landen in Afrika, Amerika en Azië beheersen en onder hun bestuurlijke en economische controle stellen. Deze gebieden/ landen worden toegevoegd aan het grondgebied van deze Europese landen. De periode die hoofdstuk 5 behandeld gaat vrijwel uitsluitend over de tijd van het imperialisme. Al zijn vele van de koloniën uit de imperialistische tijd ooit gestart als handelskolonie. Voorbeeld: De Nederlanders dreven eerst alleen handel met Indonesië (Nederlands- Indië), later werd het gehele grondgebied van Indonesië aan het Nederlandse rijk toegevoegd.
Vooral Afrika en Azië waren lang het imperialistisch terrein van Europa. Hierboven de verdeling rond 1945. Groot-Brittannië en Frankrijk behoorden tot de fanatiekste imperialisten.
Oorzaken van de overgang van kolonisatie naar imperialisme -Rijke Europeanen wilden weer geld investeren, dat kon alleen buiten Europa. Door de industriële revolutie zat de Europese economie aan zijn top. -Europa produceerde meer dan het zelf kocht, dus werd geprobeerd deze producten buiten Europa te verkopen. -Europese markt had (meer) grondstoffen nodig, die buiten Europa beter verkrijgbaar waren, zoals olie. Het was gemakkelijk deze in eigen beheer te hebben. -Survival of the fittest (sterkste overleeft) door nationalisme in Europa, meer kolonies betekende meer aanzien en politieke macht.
Europeanen proberen in de imperialistische tijd op allerlei manieren een Europese stempel te drukken op hun koloniën. Het boek onderscheidt 4 terreinen: 1.Economische veranderingen:
-Verbetering infrastructuur/verkeersverbindingen wegen, spoorlijnen, havens en vliegvelden Nodig voor stimulering economie (verplaatsing van producten & grondstoffen) en ordehandhaving in geval van opstand (verplaatsing leger).
Uitwisseling van producten -Europeanen brachten hun producten naar de markten van de koloniën (o.a. kleding, auto’s en vuurwapens). -Europeanen haalden zoveel mogelijk waardevolle grondstoffen uit de koloniën voor eigen gebruik (o.a. goud, zilver, steenkool en olie) -Europeanen voerden nieuwe landbouwgewassen en dieren in, in de koloniën. Enerzijds van Europa naar de koloniën, anderzijds van de ene kolonie naar de andere kolonie.
Verplicht werken voor de koloniale overheerser -Europese bedrijven en de overheid legden de inheemse bevolking verplichtingen op, zoals het betalen van belasting, verplichte arbeidsuren of een voorgeschreven productie binnen de landbouwsector (bijv. een product moeten produceren of een hoeveelheid van/voor Europa). 2.Sociale veranderingen: Door de kolonies is er in diverse continenten een blanke meerderheid gekomen (zoals de beide Amerika’s en Oceanië). De oorspronkelijke bevolking, de indianen, zijn veelal verdreven of gedood als gevolg van Europese ziekten en oorlogen. De plantagelandbouw zorgden voor de verplaatsing van Afrikanen (als slaaf) naar Amerika. In Afrika en Azië zijn de blanken in de minderheid, maar waren zij veelal de leidende bevolkingsgroep. Zij onderdrukten/legden hun wil op aan de oorspronkelijke bevolking, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika en de komst van de staat Israël in Arabisch leefgebied. Natuurlijk vond er ook vermenging plaats door huwelijken/geboorten tussen twee bevolkingsgroepen. Imperialisme stimuleert verstedelijking. Dorpen worden steden en steden groeien. De steden boden werk en hadden het vrijere en westerse karakter, dat trok de mensen aan. De landbouw in de dorpen kon niet meer in ieders (levens)behoefte voorzien. 3.Godsdienstige veranderingen: De Europeanen wilden ook hun Christelijk geloof (Katholiek of Protestant) overbrengen aan de mensen in hun koloniën. Missionarissen (Katholiek) en zendelingen (Protestant) trokken de binnenlanden in om de mensen te overtuigen van geloof te veranderen (bekeren). Ook probeerden zij steun van de mensen te krijgen door ziekenhuizen te bouwen en onderwijs aan te bieden (Christelijk opvoeden).
Waarom verliep de bekering niet altijd succesvol in Afrika en Azië? Situatie in Afrika: -Concurrentie van een andere groot geloof: Islam. Christelijke kerk keurde veel Afrikaanse gebruiken af, de Islam niet (bijv. polygamie (meerdere vrouwen) en afschrikken van geesten)
-De wijze van bekeren: Islam van bovenaf (leiders) en Christelijk onderaf (onderlaag bevolking).
Situatie in Azië: In Azië was er nauwelijks succes, twee belangrijkste redenen daarvoor: -Sterke eigenwaarde Aziaten hielden vast aan eigen geloof en cultuur, die was in hun ogen beter dan die van Europa -Sterke organisatie van grote godsdiensten In tegenstelling tot Afrika waren de godsdienst in Azië beter en groter georganiseerd. In Afrika kon godsdienst per woonplaats verschillen, terwijl het in Azië een meer nationaal karakter had. Dezelfde voorschriften en gebruiken voor heel het land. Zo’n nationale organisatie is lastiger te overheersen dan lokale organisaties. Toch zijn in vele Afrikaanse landen Christenen in de meerderheid of is dit geloof vermengd met Afrikaanse geloven. Overname van andere culturele zaken Afrikanen en Aziaten namen bepaalde zaken in zijn totaliteit over van Europa of vermengden het met hun bestaande cultuur. Bijv. sport (voetbal), taal, kleding of westerse geneeskunde. 4.Politieke veranderingen: Hoe bestuurden de Europeanen hun koloniën? Daarin zijn twee modellen te onderscheiden:
Franse/directe model
-
Britse/indirecte model
Direct bestuur (Europese bestuurders doen zelf het bestuur in de koloniën)
-
Indirect bestuur (Mensen in de koloniën behielden macht, onder toezicht van Europeanen).
Centraal (alle macht/beslissingen naar bestuurders in Europa)
-
Decentraal (macht delen met koloniën)
-
Groot-Brittannië en NL
Welke landen pasten het toe? Frankrijk, Portugal en België
Voordelen Franse model: -Veel meer zaken in eigen hand, want koloniën hebben nauwelijks beslissingsbevoegdheid, daardoor succesvoller zaken door drukken/opleggen. Britse model: -Goedkoper (minder ambtenaren) -Meer begrip bevolking, ze mogen meepraten, dus daardoor minder opstand. Desondanks in beide modellen diverse vormen van opstand vanuit de koloniën, de Europeanen onderdrukten deze hard doormiddel van hun militaire overwicht.
Let op: het deel ‘factorijen vaak tot wederzijds voordeel, soms afgedwongen’ behoort niet tot de stof!!!
5.2: Wat is Dekolonisatie en wat zijn de oorzaken? Dekolonisatie: De gebieden/koloniën in Afrika, Amerika en Azië maken zich los van hun Europese overheersers en gaan alleen verder op bestuurlijke gebied (onafhankelijkheid/eigen staat) De enorme verschillen tussen stammen (geloof/taal) in de koloniën zorgden ervoor dat er nauwelijks saamhorigheid was. De Europeanen trokken deze verschillen als gevolg van het imperialisme steeds meer gelijk. Mensen in de koloniën groeiden daardoor naar elkaar toe, ze kregen dezelfde behoeften, waaronder een eigen staat voor hun volk, dat noemen o.a. nationalisme.
Hoe werd het nationalisme in de koloniën versterkt? -Europees onderwijs Een deel van de mensen kreeg les in Europese zaken als democratie, vrijheid van meningsuiting en gelijkheid. Dat diende als voorbeeld om daarvoor zelf ook voor te willen strijden in hun kolonie. Bestudering van de inheemse bevolking en cultuur in de koloniën, versterkten de aandacht voor het volk, wat bijdraagt aan saamhorigheid. -Onderdrukking werkt op den duur averechts Europeanen maakten de dienst uit, legden alles op. De acceptatie daarvan kon niet eeuwig blijven duren. Mensen kregen steeds meer onvrede over hun slechte situatie. In feite was er niets te verliezen, of het risico van de strijd van onafhankelijkheid of blijven leven in onderdrukking. De situatie kon alleen maar verbeteren.
Tweede wereldoorlog breekpunt voor dekolonisatie -Europa niet onverslaanbaar! De koloniën zagen dat hun machthebbers uit Europa ook konden verliezen. Sommige koloniën wisselden soms tijdelijk van machthebber, dit bood kansen om de situatie te verbeteren of Europa definitief buiten te werken.
-Verenigde Staten maken de dienst uit De V.S. waren één van de winnaars van de 2e W.O.! Zij hadden zelfs nauwelijks kolonies (VS waren zelf kolonie geweest). Zij vonden dan ook dat volken zelf hun zaken moesten kunnen regelen. Daarmee verschuift het politieke klimaat na 2e W.O.. Het wordt steeds minder geaccepteerd om koloniën te hebben. Ook de V.N. was tegen kolonies. GB en Frankrijk verdwijnen langzaam als hoofdrolspelers van het wereldtoneel, ze zijn militair en financieel zwaar getroffen door de 2e W.O. en kunnen hun koloniale rijk niet meer onderhouden. Ze gaan accepteren dat die tijd voorbij is. Daarmee komt het proces van dekolonisatie sterkt op gang. In het ene land wordt doormiddel van afspraken en overleg de onafhankelijkheid uitgeroepen, in andere landen was er strijd en oorlog voor nodig.
-Vrijheidsstrijders In de koloniën stonden dan ook mensen op die het voortouw namen in de strijd onafhankelijkheid, met of zonder geweld. Zij diende als inspiratie voor andere koloniën om ook stappen te ondernemen. In de decennia na de 2e W.O. zou het overgrote deel van de koloniën, als gevolg van het bovenstaande, op eigen benen komen te staan.
6.1: Nederlands-Indië/Indonesië: de Nederlandse kolonie. Let op: de samenvatting beperkt zich tot hoofdlijnen vanaf 1600, het startpunt in de lessen. De voor koloniale tijd in Indonesië (blz.156 & 157) kan beperkt getoetst worden, daarom deze wel zelfstandig doornemen! Het doel van de samenvatting is de kolonisatie/imperialistische kenmerken uit hoofdstuk 5 aan te laten sluiten bij de situatie van Indonesië.
Europese overheersing heeft 2 fasen: Koloniale fase: Hierin ligt de nadruk op handel, niet op overheersing. De in 1602 opgerichte Verenigde OostIndische Compagnie legde de eerste handelscontacten tussen NL en Indonesië. Ze kregen van de overheid van NL het alleenrecht op de handel in Azië en ze mochten geweld inzetten als dat nodig was. Op deze wijze werden o.a. de Molukse eilanden aan NL onderworpen en de stad Jacarta, dat Batavia zou gaan heten en het bestuurscentrum werd voor de V.O.C. De V.O.C. wilde alleen geld verdienen aan specerijen en was niet geïnteresseerd in het overbrengen NLse bestuursvormen of cultuur. Er werd alleen bestuurlijk of gewelddadig ingegrepen als de handel in gevaar kwam. Bijv. als leiders of de inheems bevolking leveringsafspraken niet nakwamen. Imperialistische fase Rond 1800 gaat de koloniale fase langzaam over in de imperialistische fase. De V.O.C. gaat failliet en haar bezit komt in handen van de NLse overheid. De V.O.C. had slechts enkele van de Indonesische eilanden in haar macht, de NLse overheid wilde zo snel mogelijk het gehele Indonesische grondgebied in haar macht hebben (want: hoe meer koloniaal grondgebied, des te meer aanzien in Europa en mogelijkheden voor economisch gewin). Deze wens leidt tot verschillende (veroverings)oorlogen op de diverse eilanden. Even was Indonesië zelfs in Britse handen, maar na de val van Napoleon kreeg NL de eilanden weer terug. De Indonesiërs zagen door deze wisseling kans NL te weerhouden van een terugkeer of te verdrijven. NL kreeg daardoor te maken met opstand, de twee belangrijkste: -Matoelesia leidde een opstand op de Molukken, hij werd verslagen en opgehangen om een voorbeeld naar de bevolking te stellen. -Dipanagara leidde een opstand op het eiland Java, ook deze wist NL te onderdrukken met een koloniaal leger. Deze gebieden kwamen daarmee definitief onder de beheersing/controle van NL. De laatste stap naar volledige beheersing was de verovering van Atjeh, een deel van het eiland Sumatra. Deze oorlog begon 1873 en zou ruim 40 jaar duren, veel langer dan gedacht. De bevolking zag het veelal als een gelovige oorlog. Zij als Islamieten tegen de Europese Christenen. Het verzet was mede hierdoor hardnekkig en de landschap was moeilijk begaanbaar om te vechten. NL probeerden lokale leiders tegen elkaar uit te spelen of ze aan hun zijde te krijgen, maar zij keerden zich uiteindelijk allen tegen NL.
Generaal Van Heutsz bracht daar verandering in. NL nam voortaan initiatief in plaats van te reageren op de Atjehers, dit in combinatie met het wrede optreden kregen ze ook dit laatste deel van Indonesië in hun bezit. Naast het streven naar meer grondgebied zijn er nog meer imperialistische kenmerken aan te wijzen, namelijk:
Economische gevolgen imperialisme: Cultuurstelsel Op Java (Ind. eiland) voerde NL het Cultuurstelsel in. Hierdoor waren Javaanse boeren tussen 1830 en 1870 verplicht 1/5 van hun grond te verbouwen met producten die de NLse overheid met winst op de Europese markt kon verkopen. Bijv. koffie, thee, tabak of suiker. Daarbij betaalden de boeren belasting over hun grond en arbeidsdiensten. Dit stelsel leverde zoveel op dat het 1/3 van het NLse staatsinkomen was in die tijd. Deze inkomsten waren dus nodig om politieke ideeën in NL te kunnen betalen. M.a.w. de kurk waarop Nederland drijft. In 1870 werd het Cultuurstelsel afgeschaft. Liberalen kwamen op in NL er zij vonden dat niet alleen de overheid, maar ook ondernemers van de markt in Indonesië mochten profiteren. De markt werd dus opengebroken. Voor de lokale bevolking bracht het weinig verbetering, de ondernemers melkten hen net zo uit als de NLse overheid.
Extra materiaal: http://www.youtube.com/watch?v=9aOwpaA1ORQ Culturele gevolgen imperialisme: Ethische politiek Rond 1900 vonden NLse politici dat ze wel heel erg veel van Indonesië hadden genomen, zoals grondstoffen, producten en grondgebied, zonder dat daar echt iets voor was terug gegeven. NL had dus een schuld aan Indonesië (ereschuld). Om het ‘goed te maken’ wilden NL iets terug geven. De Indonesische bevolking was vrij primitief in NLse ogen, dus minder ontwikkeld. Dat wilde ze veranderen door: -Gezondheidszorg te verbeteren (westerse geneeskunst, bijv. vaccinatie) -Bestuursinitiatieven (bijv. een volksraad (soort parlement)). -Onderwijs, Indonesiërs konden les krijgen zoals in Nederlandse scholen.
Extra materiaal: http://www.youtube.com/watch?v=ieBhAEoNOas Dekolonisatie door nationalisme als gevolg van onderwijs. Een onbedoeld gevolg van het Nederlandse onderwijs in Indonesië, was dat zij hierdoor steeds meer (en sneller) op eigen benen wilden gaan staan (nationalisme). Ze werden geïnspireerd door de zaken die wij hen leerden, zoals democratie, mensenrecht enz. Hiermee begint dus eigenlijk het proces van dekolonisatie (streven naar de eigen staat). Enkele groepen namen daarin het voortouw:
-Boedi Oetomo: bevorderen van de Javaanse cultuur, voorloper nationalistische organisaties.
-Sakerat Islam: gericht tegen de groeiende invloed van Chinezen in Indonesië. -Muhammadiyah: gericht op verspreiding van Islam ten koste van Christendom en plaatselijke geloven.
-Partai Kommunis Indonesia: deze partij organiseerden in 1926 een opstand tegen de NLse overheersing. Deze werd neergeslagen, nationalisme als partij of beweging werd hierdoor verboden door NL. -Partai Nasional Indonesia: opgericht door later president van Indonesia (Soekarno) probeerden alle nationalisten van Indonesië bijeen te brengen, zonder succes.
-Pendidikan Nasional Deze groep stelden alle bepaalde zaken van Indonesië (geloof of afkomst) boven de zaken die NL in Indonesië had gebracht. Het wachten was op een kans om deze ideeën ook definitief door te kunnen drukken.
2e Wereldoorlog: het breekpunt voor dekolonisatie Wat voor vele kolonie gold in W.O. 2, was ook van toepassing op Indonesie, het bracht de onafhankelijkheid aanzienlijk dichterbij. De oorlog toonde aan dat ook Europese landen zwak waren. NL werd in Europa door de Duitsers onder de voet gelopen, maar belangrijker nog voor de situatie in Indonesië het kon geen weerstand bieden aan de agressie van Japan rondom de Grote Oceaan. Indonesië wisselde van bezetter. Japan was voortaan de baas. Dit bood kansen om de verjaarden Nederlanders nooit meer te laten terug komen. In eerste instantie werden de Japanners dan ook binnen gehaald als bevrijders van Indonesië. Al bleek later dat ook Japan ook Indonesië wilde hebben om er zelf (economisch (olie)) beter van te worden en dat de verbetering van het lot van Indonesië hen nauwelijks interesseerde. Enkele andere redenen waarom de bezetting van Japan een breekpunt vormde: -Nationalistische Indonesiërs die in verzet waren gekomen tegen NL voor de oorlog werden vrijgelaten uit gevangenschap. -Tijdens de Japanse bezetting werden NLse zaken verboden of sterk naar de achtergrond geduwd. Europeanen werden zelf opgesloten, het drong door dat macht van NL was gebroken. Steeds meer Indonesiërs wilden daardoor strijden voor een eigen staat. -Toen het verlies van Japan inzicht kwam bereidden de Indonesiërs zich (gewapend) al voor op de terugkomst van de Nederlanders, militair waren zij NL hiermee en stap voor, om deze nog niet naar Indonesië konden terugkeren. Na de Japanse overgave riepen enkele nationalisten direct de onafhankelijkheid uit (17-081945). Eén van hun leiders Soekarno benoemde zich tot president.
Poging tot herstel van NL na W.O. 2 NL ging niet akkoord met deze zelfverklaarde onafhankelijkheid en deed poging de macht weer te herstellen. Met een korte oorlog dat men de nationalisten te kunnen breken. Economische motieven waren hiervoor het belangrijkst. Indonesië betekende inkomsten voor Nl, dat mocht dus niet verloren gaan. (Indië verloren, rampspoed geboren). Ook dat NL dat zij het beste konden bepalen wanneer Indonesië op eigen benen kon gaan staat. NL moest dat proces nog even begeleiden. De tegengestelde belangen van NL en nationalisten in Indonesië zorgden ervoor dat een gewelddadige confrontatie onvermijdelijk leek. Dit NLse militaire ingrijpen om de macht te herstellen worden politionele acties genoemd.
Indonesië alleen verder, maar hoe? Ondanks deze acties moest NL Indonesië toch laten gaan. Onder druk van de nieuwe wereldleider de V.S. (antikoloniaal ingesteld) en de V.N. erkende NL Indonesië als onafhankelijke staat op 27-12-1949.
Extra materiaal: http://www.youtube.com/watch?v=6STBAZGyHl8 De vraag was echter hoe het nieuwe Indonesië moet worden ingericht op bestuurlijk gebied. Enkele vragen die centraal stonden: -Federaal of eenheidsstaat? Bij federaal houden de verschillende eilanden vele eigen bevoegdheden met daarboven een overkoepelende regering. Bij een eenheidsstaat beslist één regering voor alle eilanden gezamenlijk. In eerste instantie werd Indonesië federaal, maar later trok de regering in Jakarta (de nieuwe hoofdstad) toch alle macht naar zich toe. Hierdoor enkele opstand van diverse eilanden, maar het bleef een eenheidsstaat. -Inrichting van de parlementaire democratie Vanaf 1950 tot 1957 kreeg Indonesië een parlement. Parlementleden werden niet gekozen maar benoemd. De verdeeldheid in het parlement was zo groot dat geen enkele regering er goed door kon functioneren. Vanaf 1957 werd het dan ook omgezet naar een ‘geleide democratie’. Er was een parlement, maar in werkelijkheid lag de macht bij president Soekarno en de legerleiding, om de bestuurlijkheid te vergroten. We mogen spreken van een dictatuur. In 1966 werd Soekarno door het leger afgezet en namen zij de macht over. Indonesie werd een militaire dictatuur, onder leiding van generaal Soeharto. Ook voor hem viel het doek in 1999, de bevolking kwam in verzet tegen de beperkte politieke vrijheden en de corruptie. Indonesië werd nu echt een parlementaire democratie, met vrije verkiezingen. Toekomst van Indonesië De regering ontplooit diverse initiatieven om de mensen zich één te laten voelen in plaats van verbondenheid met slecht één van de vele eilanden. Toch zijn er nog vele problemen die het land teisteren, zoals overbevolking van Java, onredelijke verdeling van de rijkdom, de sporen van corruptie, godsdienstig geweld (moslims vs. Christenen) en diverse eilanden die zich af willen scheiden van de eenheidsstaat Indonesië.
VEEL SUCCES MET LEREN EN IN DE PWW!!! FIJNE VAKANTIE EN BEDANKT VOOR HET LEUKE JAAR HEINO ;) OOME