Impactanalyse Financiering stelsel van basisregistraties Versie 1.1
In opdracht van Programmaraad Stelsel van Basisregistraties Erik Jonker en Xander van der Linde September 2012
Versiebeheer Versie
Status
Verspreiding
0.1, 0.2
Eerste conceptversies mei
0.3
Concept 31 mei 2012
0.4
Concept 7 juni 2012
0.5
Concept 11 juni 2012
Intern Erik Jonker en Xander van der Linde Werkgroep Impactanalyse financiering Stelsel (WG IA) Intern Erik Jonker en Xander van der Linde WG IA, Stuurgroep Werkend Stelsel (SG WS), PSB, StelselOverleg (SO)
0.55
Concept aangevuld met oa laatste aanscherpingen conclusies zoals in conceptadvies aan PSB 22 juni. Tevens afbakening kosten aansluiting en implementatie geëxpliciteerd Verbeteringen zoals gecommuniceerd met de PSB verwerkt - 16 juli 2012 Tekstuele verbeterslag Marc de Vries, Managementsamenvatting en overzicht studies e baten 2 eindbeeld - 12 augustus 2012 Integratie na bespreking Xander, Marc en Erik van de verbeteringen Beschrijving situatie kosten bronhouders op aangeven van VNG in Hst 3 verwerkt – 14 augustus 2012 Aanscherping (en vragen) bij producten en dienstenoverzicht o.b.v. inhoudelijke harmonisatie daarvan met het STelsel Informatie Punt Opmerkingen werkgroepbijeenkomst op 20 augustus 2012 verwerkt Laatste opmerkingen VNG uniformiteit model bronhouderskosten - 28 augustus 2012 Aanvulling producten GBA in tabel 2 en bijlage B. Opmerkingen FIN verwerkt en laatste opmerking BPR in beschrijving GBA Laatste opmerking Kadaster verwerkt en opmerking KvK NL p.20 verwerkt Definitieve versie, vastgesteld in de Werkgroep Impactanalyse op 10 september 2012. Versie geagendeerd in PSB van 21 september 2012 Op aangeven van VNG op aspect bronhouderskosten Tabel 3 aangepast en tekst daarover uit voetnoot in hoofdtekst verwerkt. (relevante passages en aanpassingen geel gemarkeerd in deze versie) Op aangeven van I&M in voetnoot bij tabel 3 aangegeven, dat er naast de daargenoemde bedragen jaarlijks ook een vast bedrag voor doorontwikkeling en innovatie is gebudgetteerd. Nummering figuren gecorrigeerd Op aangeven van UvW cijfers aangaande van Waterschappen nagelopen en waar nodig verbeterd (wijzigingen geel gemarkeerd in deze versie). Aanpassing op aangeven VNG in punt b) onder conclusie 1 - 15 oktober 2012 Door PSB vastgestelde eindversie – 25 okt. 2012
0.6 0.7
0.75 0.8
0.85
0.86/0.87 0.9 0.91 0.95 0.96 1.0
1.05
1.06
1.07
1.08 1.1
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Xander van der Linde, Erik Jonker, Marc de Vries Xander van der Linde, Erik Jonker, Marc de Vries
Relevante passages gedeeld met VNG & BZK Concept-versie voor akkoord naar Werkgroep impactanalyse – 16 augustus 2012
WG IA & SG WS, toelichting in Stelsel Overleg op 11 september 2012 WG IA WG IA WG IA, PSB en diverse betrokken overheidsorganisaties VNG
UvW
VNG PSB, publicatie op Stelsel Informatie Punt
Pagina 2 van 63
Leeswijzer Lezers met zeer weinig tijd wordt geadviseerd alleen de managementsamenvatting te lezen die volgt na deze leeswijzer. Indien meer tijd beschikbaar is het aan te raden hoofdstuk 4 over consequenties en risico’s van het voorgestelde eindbeeld alsook hoofdstuk 5 en 6 te lezen.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 3 van 63
Inhoudsopgave Leeswijzer................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ........................................................................................................... 4 Managementsamenvatting ......................................................................................... 6 1. De opdracht – achtergrond, invulling en uitvoering............................................... 10 1.1 De voorgeschiedenis....................................................................................... 10 1.2 De opdracht en de te beantwoorden vragen ................................................... 10 1.3 De verdere invulling en afbakening................................................................. 10 1.4 Wijze van uitvoering ........................................................................................ 11 1.5 Structuur van de rapportage ........................................................................... 12 2. Beschrijving van de huidige kosten en de dekking ............................................... 13 2.1 Inleidende opmerkingen.................................................................................. 13 2.2 BAG ................................................................................................................ 13 2.3 BGT................................................................................................................. 14 2.4 BRK................................................................................................................. 15 2.5 BRT................................................................................................................. 17 2.6 GBA ................................................................................................................ 18 2.7 NHR ................................................................................................................ 19 2.8 Stelselvoorzieningen ....................................................................................... 21 2.9 Situatie financiering van structurele kosten bronhouders BR’s ....................... 21 2.10 Geaggregeerd overzicht van alle kosten....................................................... 22 3. Beschrijving eindbeeld 2015................................................................................. 23 3.1 Inleidende opmerkingen.................................................................................. 23 3.2 Afbakening Stelsel .......................................................................................... 23 3.3 Bestuurlijke randvoorwaarden......................................................................... 25 3.4 Financiële randvoorwaarden........................................................................... 25 4. Consequenties & risico’s van het voorgestelde eindbeeld.................................... 26 4.1 Inleidende opmerkingen.................................................................................. 26 4.2 Dekking kosten exploitatie en beheer ............................................................. 26 4.3 Dekking investeringen en incidentele kosten .................................................. 29 4.4 Verschillende financieringsarrangementen binnen één ZBO .......................... 29 4.5 Toename afname en gebruik .......................................................................... 29 4.6 Financiële baten van het Stelsel ..................................................................... 30 4.7 Financiële sturing............................................................................................ 31 4.8 Impact oplopende strategische projecten........................................................ 31 4.9 Europese ontwikkelingen ................................................................................ 31 5. Besluitvorming en transitie.................................................................................... 33 5.1 Vervolgstappen naar het eerste eindbeeld...................................................... 33 5.2 Doorkijk naar het tweede eindbeeld ................................................................ 33 6. Conclusies en aanbevelingen............................................................................... 36 6.1 Algemeen........................................................................................................ 36 6.2 Conclusies puntsgewijs................................................................................... 37
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 4 van 63
Bijlagen..................................................................................................................... 40 Bijlage A. Verwijzing naar conclusies en paragrafen per onderzoeksvraag .......... 40 Bijlage B. Overzicht producten en diensten in Stelsel........................................... 41 Bijlage C. Analysemodel kostenopbouw Stelselonderdelen.................................. 51 Bijlage D. Overzicht Governance Basisregistraties............................................... 55 Bijlage E. Baten van het Stelsel ............................................................................ 57 Bijlage F. Onderzoeksresultaten baten hergebruik overheidsinformatie ............... 59 Bijlage G. Samenstelling Werkgroep impactanalyse............................................. 60 Bijlage H. Bronnen financiële cijfers...................................................................... 61 Bijlage I. Overzichtstabellen van geaggregeerde cijfers ....................................... 62
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 5 van 63
Managementsamenvatting Het overheidsbrede gebruik van een goed functionerend stelsel van basisregistraties (het Stelsel) helpt een compacte en efficiënte overheid scheppen en creëert grote maatschappelijke en economische baten. De afwezigheid van eenduidige en duurzame financieringsafspraken werkt remmend op de realisatie van deze baten. Oorzaken zijn de complexiteit als gevolg van het toepassen van verschillende financieringsmodellen en het opwerpen van financiële belemmeringen voor (her)gebruik en verbetering van de kwaliteit van de registers bij beprijzing van gebruik. Mede op basis van extern advies ‘Wie van de Drie’ heeft de Programmaraad van het Stelsel van Basisregistraties (PSB) twee eindbeelden geschetst: a. In het eerste eindbeeld bestaan geen financiële drempels meer voor gebruik van het Stelsel binnen de overheid waarbij de gegevensverstrekking uit basisregistraties en de daarmee verbonden voorzieningen worden gefinancierd middels inputfinanciering. b. In het tweede eindbeeld is ook het gebruik buiten de overheid ontdaan van financiële drempels. De richting van het advies ondersteunend, heeft het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regie Groep e-overheid en dienstverlening (db-BRG) op 13 maart 2012 aan de PSB de opdracht gegeven een impactanalyse uit te voeren teneinde ter zake tot definitieve besluitvorming te komen, zodat voor het einde van 2012 een definitieve beslissing genomen kan worden over het al dan niet starten van de transitie naar het eerste eindbeeld. Ter uitvoering van de opdracht is een brede werkgroep gevormd met vertegenwoordigers van de verschillende departementen die verantwoordelijk zijn voor genoemde basisregistraties, de ‘datahouders’, en medeoverheden (met name de gemeenten). Verder zijn alle stukken steeds ter informatie gedeeld met Het ministerie van Financiën. In de impactanalyse is de huidige financiële situatie van betrokken stelselonderdelen beschreven waarna de consequenties en risico’s van het voorgestelde (eerste) eindbeeld in kaart zijn gebracht. Voor het tweede eindbeeld is op verzoek van de PSB een korte doorkijk beschreven. De belangrijkste conclusies van deze impactanalyse zijn puntsgewijs (zie volgende pagina).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 6 van 63
Conclusies: 1. Financiële risico’s vanuit de noodzaak van herverdeling van middelen om het gewenste eerste eindbeeld te bereiken zijn beheersbaar. Samengevat is het beeld als volgt: Tabel 3 Overzicht Financiering en Status overheveling In de tabel is te zien dat de dekking van de bronhouderskosten nog niet uniform is. De eventuele overhevelingen of compensaties die nodig zijn om deze dekking wel te uniformeren zijn in deze 1 tabel niet opgenomen . €X
Dekking
Input-
Tarief-
miljoen
Bronhoudersko
gefinancierd
gefinancierd
per
sten
overheids-
overheids-
gebruik
gebruik
jaar
Transitie inputfinanciering voor gebruik afgerond
Rijk
Register-
Gemeenten
Provincie
Watersch.
VNG wil
OK
OK
houders2 BAG
€ 50
€ 2,25
3
-
OK
Binnen-
uniformiteit
gemeentelijke
financiering
dekking -
allebronhou derskosten
geschat BGT
Bronhouders-
€ 34
-
OK
OK
OK
OK
€9 (Rijk, Prov. Watersch.)
€ 3,7
OK, nog
Besluit
OK, nog
OK, nog
(Gemeenten)
gesprek
uitgesteld,
gesprek
gesprek
integraal deel
over
bedrag
over
over
kosten
hoogte
akkoord
hoogte
hoogte
Registerhouder
bedragen
bedragen
bedragen
kosten integraal deel kosten Registerhouder BRK
Bronhouderskosten
BRT
GBA
4
Bronhouders-
€ 12,5
kosten
€ 2,1 verlies
integraal deel
€ 0,6
kosten
activatie
Registerhouder
eigen bedrijf
€ 100 Binnen-
€ 10,2
5
OK
OK
OK
OK
Deels te
OK
Besluit-
Besluit-
gemeentelijke
besluiten
vorming
vorming
dekking -
(€2,1)
moet nog
moet nog
plaatst-
plaatst-
vinden
vinden
(€ 0,0005)
(€ 0,3)6
€ 2,4
geschat
NHR
Bronhouders-
€ 3,1 (Rijk, Prov Watersch)
€ 1,4
OK (pilot
Besluit
OK (pilot
OK (pilot
(Gemeenten)
2jr), laatste
uitgesteld,
2jr)
2jr)
integraal deel
SZW per
bedrag
kosten
1/1/2013
akkoord
OK
OK
OK
OK
kosten
Registerhouder Stelsel
n.v.t.
€ 6,2
-
€ 150
€ 66,85
€ 7,5
voorz. Totaal 1
Dit is geen financieël risico omdat bij achterwege blijven van overheveling de gemeenten gewoon zouden blijven betalen. Het is wel een risico voor het volledig realiseren van het eerste eindbeeld. Zie ook conclusie 2. 2 Deze kosten zijn inclusief de eventuele kosten in de rol als Bronhouder van de betreffende Registratie-houder. 3 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BAG jaarlijks ook € 1 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 4 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BRT jaarlijks ook € 1,5 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 5 Nota Bene: De kosten BRT worden niet geheel gedekt door de inkomsten uit inputfinanciering van I&M, maar deels door ‘activering eigen bedrijf’en deels (€2,1 milj) door een negatief resultaat dat Het Kadaster dekt met positieve resultaten van activiteiten in het kader van andere taken. 6 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsverbanden waar Waterschappen soms ook onderdeel van uitmaken (totaal nog eens € 0,3 miljoen).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 7 van 63
Een en ander betekent dat er nog een aantal te nemen stappen resteert; nota bene dat is exclusief eventuele overhevelingen of compensaties in het kader van het uniformeren van de dekking van bronhouderskosten: 7 8 a) In totaal moet nog € 19,6 miljoen overgeheveld worden, Voor € 12,1 miljoen daarvan bestaat goeddeels overeenstemming in het kader van de budgetfinanciering BRK en de 2 jarige pilot budgetfinanciering NHR). b) Er zijn geen afspraken gemaakt over een eventuele uitname uit het gemeentefonds c.q. het provinciefonds. De huidige bestedingen in tarieffinancieringsarrangementen bedragen circa € 5,1 miljoen voor gemeenten, respectievelijk € 0,9 miljoen voor provincies. c) Datzelfde geldt voor de Waterschappen waar geen fonds voor is en waarvan het huidig GBA9 gebruik een bedrag van circa € 0,3 miljoen beloopt. Over de € 3 miljoen “overheveling” via 10 facturatie voor gebruik NHR en BRK zijn al afspraken gemaakt. Overigens worden voor de Waterschappen BAG & BRT gefinancierd via jaarlijkse facturatie, hoewel formeel sprake is budgetfinanciering doordat een budgettaire relatie tussen Waterschappen en Rijk ontbreekt. d) Verder dient onderlinge herverdeling op departementaal niveau plaats te vinden. Complicerend hierbij zijn tariefgefinancierde ZBO’s die als afnemers van informatie uit het Stelsel nu wel tarieven betalen, maar geen directe relatie tot de rijksbegroting hebben, zodat voor overheveling op dit moment geen juridische grondslag bestaat (dit bedrag moet nog nader bepaald worden, maar bedraagt niet meer dan € 1 miljoen). Daarnaast geldt: e) Voor de basisregistraties BRT, BAG en BGT is inputfinanciering voor het overheidsgebruik reeds gerealiseerd. f) De discussie omtrent budgetfinanciering BRK (€ 12,7 miljoen) en NHR (€ 4,5 miljoen) loopt. 11 Behalve voor het gebruik door gemeenten is er overeenstemming voor alle andere 12 overheden voor de pilot budgetfinanciering NHR en nagenoeg overeenstemming voor alle andere overheden over de budgetfinanciering BRK. Met name de pilot voor budgetfinanciering van het NHR kent nog een jaarlijkse bijstelling naar rato van gebruik. Bij een besluit voor inputfinanciering dient die jaarlijkse bijstelling te vervallen, hetgeen nog een inspanning vergt. g) Met betrekking tot de GBA (€ 2,4 miljoen) geldt dat het grootste deel van de inputfinanciering is geregeld. De nieuwe abonnementen structuur maakt de stap voor het resterende deel eenvoudiger. De stelselvoorzieningen zijn momenteel structureel gedekt vanuit de BZKbegroting en daarmee inputgefinancierd. 2. De omgang met inwinnings/registratiekosten is niet uniform en een onderwerp voor de bestuurlijke discussie. Concreet gaat het om de kosten van de bronhouders van de basisregistraties. Deze zijn nu niet uniform ingericht. De VNG wil de gemaakte afspraken rond deze financiering in het geheel van de analyse bespreken. Hierbij moet bestuurlijk worden afgewogen of de principiële uniformiteit leidend is en welk model voor dekking van deze kosten gebruikt gaat worden of dat op bepaalde onderdelen pragmatische invulling de beste weg is. 3. De impactanalyse signaleert een onvolkomenheid met betrekking tot het niet beschikbaar hebben van middelen voor investeringen nodig voor innovaties en afschrijving van betrokken basisregistraties. BAG, BRK en BRT hebben in hun structurele dekking een component voor investering en innovatie. NHR en GBA hebben die component niet. Deze onvolkomenheid is onafhankelijk van de keuze voor een bepaald financieringsarrangement.
7
Genoemde € 12,1 miljoen plus € 7,5 miljoen momenteel nog tariefgefionancierd overheidsgebruik BRK, NHR en GBA. € 9 miljoen budgetfinancieirng BRK Rijk, provincies en waterschapppen plus € 3,1 miljoen budgetfinancieirng NHR Rijk, Provincies en Waterschappen is samen € 12,1 miljoen. 9 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsverbanden waar Waterschappen soms ook onderdeel van uitmaken (totaal nog eens € 0,3 miljoen). 10 Deze oplossing middels facturen geeft overigens wel complicaties bij samenwerkingsverbanden waarbij de bedoelde wegname van belemmeringen (beprijzing van gebruik) effectief niet opgaat. 11 De laatste departementen zijn inmiddels geheel aangesloten op de pilot budgetfinanciering NHR voor 2012 en 2013; BZK per 1 april 2012 en SZW per 1 jan 2013. 12 Voor de budgetfianncieringKadaster is nog wat discussie over de hoogte van de bijdrage van EL&I in verband met toekomstig te decentraliseren taken naar bijvoorbeeld Provincies en over de hoogte van de bijdrage van de Waterschappen in verband met hun aandeel in samenwerkingsverbanden met gemeenten. 8
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 8 van 63
4. Introductie van inputfinanciering voor het stelsel van basisregistraties kan binnen de organisaties van betrokken Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) leiden tot knelpunten doordat het combineren van verschillende financieringsarrangementen binnen één organisatie gaat wringen. Evenals het optreden van mogelijke “weglekeffecten” waarbij inkomsten worden aangetast door hergebruik binnen en buiten de overheid. 5. Financiële risico’s vanuit stijging van de kosten door een toename van gebruik zijn naar verhouding beperkt. Bestuurlijke afspraken voor dekking van eventuele kostentoename zijn nodig. 6. Een gedeeld beeld van de producten en diensten portfolio is noodzakelijk, en de afwezigheid daarvan een te adresseren risico. Een voorstel hiertoe is in deze impactanalyse gedaan. Integrale sturing op de producten en diensten portfolio (en serviceniveaus!), gedacht vanuit de werking van het gehele stelsel is essentieel vanwege de verschillende kosten voor verschillende onderdelen en de keuzes die daarbij kunnen worden gemaakt. 7. Kosten en baten van het Stelsel vallen op verschillende plekken. Baten veranderen niet door de financiering. Baten staan op hoofdlijnen in Bijlage E bij deze impactanalyse beschreven. Stroomlijning van de financiering zorgt er voor dat deze potentiële baten ook gerealiseerd kunnen worden, doordat beter gebruik wordt gemaakt van de informatie die de overheid heeft. Vanuit verplicht gebruik ligt sturen op maximalisatie van baten, in die werkprocessen waar de gegevens het Stelsel van Basisregistraties (kunnen) worden toegepast, meer voor de hand dan het verder onderzoeken van de specifieke baten per overheidsorganisatie. 8. Aan de kostenkant vinden sterke reducties plaats zowel bij de datahouders als bij de gebruikers doordat transactiekosten dalen: de noodzaak te administreren en factureren neemt grotendeels af en kan tot aanzienlijke besparingen leiden. 9. Financiële besturing van het stelsel als geheel moet in de komende jaren verder worden ingericht. De programmaraad is de start en niet het einde van die ontwikkeling. 10. Bij inputfinanciering is er meer transparantie in de kosten van het publieke gebruik en zal er scherper op die kosten kunnen worden gestuurd. Risico is dat bezuinigingen leiden tot continuïteitsrisico’s, waarvan de impact niet bij de eigenaren van de registraties ligt maar bij de gebruikers. 11. Bij afrekening met behulp van tarieven kunnen partijen intern schuiven met geld en in beperkte mate dempende buffers opbouwen. Inputfinanciering tast dit aan. In de uitwerking van de sturing moet hier rekenschap van gegeven worden, zodanig dat de toekomstige eigenaar hierop kan acteren. 12. Ten aanzien van risico's door impact op lopende strategische ICT-projecten is alleen mGBA relevant gebleken. De transitieplanning moet worden afgestemd of aangepast op traject mGBA. Dit heeft voor dit onderdeel een langere doorlooptijd tot gevolg, naar verwachting 2 jaar, bij de geplande doorlooptijd tot in 2016. 13. Aanvullende eisen aan digitale dienstverlening zoals met betrekking tot privacy, informatiebeveiliging en traceerbaarheid van informatie leiden mogelijk tot extra kosten in de toekomst. Binnen het gekozen financieringsarrangement moet hier ruimte voor zijn. Dit is onafhankelijk van welk financieringsarrangement men kiest.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 9 van 63
1. De opdracht – achtergrond, invulling en uitvoering 1.1 De voorgeschiedenis Het overheidsbrede gebruik van een goed functionerend stelsel van basisregistraties (het Stelsel) helpt een compacte en efficiënte overheid scheppen en creëert grote maatschappelijke en economische baten. De afwezigheid van eenduidige en duurzame financieringsafspraken werkt remmend op de realisatie van deze baten. Mede op basis van extern advies ‘Wie van de Drie’ heeft de Programmaraad van het Stelsel van Basisregistraties (PSB) twee eindbeelden geschetst: a. In het eerste eindbeeld bestaan geen financiële drempels meer voor gebruik van het Stelsel binnen de overheid waarbij de gegevensverstrekking uit basisregistraties en de daarmee verbonden voorzieningen worden gefinancierd middels inputfinanciering. b. In het tweede eindbeeld is ook het gebruik buiten de overheid ontdaan van financiële drempels. De richting van het advies ondersteunend, heeft het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regie Groep e-overheid en dienstverlening (db-BRG) op 13 maart 2012 aan de PSB de opdracht gegeven een impactanalyse uit te voeren teneinde ter zake tot definitieve besluitvorming te komen, zodat voor het einde van 2012 een definitieve beslissing genomen kan worden over het al dan niet starten van de transitie naar het eerste eindbeeld.
1.2 De opdracht en de te beantwoorden vragen De concrete opdracht aan de PSB luidde dan ook antwoorden te geven op de volgende vragen: • Wat zijn de financiële risico’s en hoe kunnen die worden ondervangen? • Hoe geven we concreet structurele herverdeling van bestaande budgetten (budgetneutraal) vorm met inachtneming van mede-overheden? • Wat verstaan we exact onder marginale verstrekkingskosten? • Welke baten worden verwacht (kwalitatief en kwantitatief)? • Wat valt nu wel en niet onder de te regelen financiële dekking? • Wat is de impact op gebruik en hoe kunnen de kosten worden beheerst? • Wat is de impact van de transitie van geschetste eindbeelden op lopende strategische ICTprojecten? • Wat zijn gevolgen voor uitvoerende organisaties? • Hoe raakt de verschuiving van geldstromen de governance van stelselonderdelen? Tijdens de uitvoering va het onderzoek zijn deze vragen op een iets andere wijze gestructureerd, maar niettemin uiteraard allemaal beantwoord. In bijlage A is een verwijzingstabel per vraag opgenomen.
1.3 De verdere invulling en afbakening De BRG heeft een aantal te hanteren uitgangspunten gedefinieerd - waarbij vermeld is dat de uitkomsten van de impactanalyse ertoe kunnen leiden genoemde uitgangspunten te heroverwegen danwel bij te stellen - te weten: • Erkenning van het van het economische karakter van informatie, waaronder de non13 exclusiviteit en non-rivaliteit. De maatschappelijke waarde van basisinformatie impliceert niet dat de overheid er ook in kan of moet handelen. • De maatschappelijke waarde van een goed functionerend Stelsel van basisregistraties binnen de overheid als geheel is leidend boven de sturingsmodellen voor de overheid en haar uitvoeringsorganisaties of de bedrijfseconomische consequenties voor de afzonderlijke onderdelen.
13
Het principe van de non-exclusiviteit en non-rivaliteit van informatie gaat voor de BRK niet volledig op, stelt Het Kadaster. Men redeneert dat het feit dat informatie afkomstig is uit de authentieke bron waarde toevoegt; er wordt niet alleen 'informatie' geleverd, maar ook 'zekerheid' (o.a. door de ingebouwde aansprakelijkheid).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 10 van 63
•
•
• •
• •
Een investeringsbesluit in het Stelsel van basisregistraties wordt genomen in de afweging tussen maatschappelijke en financiële baten en lasten van het Stelsel als geheel. Hoe baten en lasten over de actoren binnen het Stelsel en in de samenleving zijn verdeeld komt op de tweede plaats, maar dient wel zo veel als mogelijk expliciet gemaakt te worden. Voor alle deelnemers aan het Stelsel van basisregistraties geldt dat deelname in de bekostiging motiveerbaar moet zijn. Dit geldt in het bijzonder voor medeoverheden met betrekking tot bekostiging via Rijksfondsen. Een efficiënt Stelsel heeft een simpele financieringsstructuur. Waar mogelijk geen interne verrekeningen en facturenstromen. Welke financieringsmodaliteit(en) uiteindelijk ook gekozen worden, streef naar uniformiteit waar mogelijk. Afwijkingen van gemeenschappelijke afspraken zijn echte uitzondering. In de richting van de medeoverheden is er steeds één uniform financieringsregime. Houdt rekening met het Open Data beleid, herziening EU-richtlijn (her)gebruik overheidsinformatie en de wet- en regelgeving rondom Markt en Overheid. De kosten voor implementatie en gebruik voor zowel de basisregistraties als de Stelselvoorzieningen liggen bij de individuele overheidsorganisaties, conform de afspraken in het iNUP (“Iedere individuele overheid is zelf verantwoordelijk voor de implementatie en het 14 gebruik van de bouwstenen van de basisinfrastructuur.”)
Voorts richt het onderzoek zich, conform opdracht, in eerste instantie op het eerste eindbeeld en op de zogenaamde focus van het Stelsel, te weten een zestal basisregistraties en vier stelselvoorzieningen: • • • • • • • • • •
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Basisregistratie Kadaster (BRK) Basisregistratie Topografie (BRT) Basisregistratie Personen (nu GBA straks BRP) Basisregistratie Bedrijven/Nieuw Handelsregister (NHR) Digikoppeling – een standaard voor gegevensuitwisseling Digimelding – een terugmeldvoorziening voor het Stelsel Digilevering – een voorziening waarmee men zich op gegevens kan abonneren De Stelselcatalogus – een catalogus van gegevenselementen uit het Stelsel
Binnen deze gestelde grenzen besteedt het onderzoek ook nog aandacht aan de kwestie hoe om te gaan met het onderscheid tussen authentieke en niet-authentieke gegevens en de exacte afperking van het domein 'binnen de overheid', waarbij aansluiting is gezocht bij het overzicht in de 15 Staatsalmanak .
1.4 Wijze van uitvoering Uitvoering van de opdracht is begonnen op 2 april 2012. Ter verzameling van de achtergrondgegevens hebben interviews plaatsgevonden met diverse datahouders en verantwoordelijke departementen. Ter ondersteuning is een brede werkgroep gevormd met vertegenwoordigers van: a. de verschillende departementen die verantwoordelijk zijn voor genoemde basisregistraties, b. de ‘datahouders’, en c. medeoverheden (met name de gemeenten).
14
Waar mogelijk wordt dit wel programmatisch ondersteund, zoals in het geval van Operatie NUP. Operatie NUP wordt gefinancierd vanuit het Rijk (€ 8,4 miljoen, inclusief BTW) en de gemeenten (€ 18 miljoen, inclusief BTW). Uit dat gezamenlijke bedrag, dat wordt beheerd door de VNG, wordt de generieke ondersteuning van de NUP-implementaties betaald. Omdat de kosten op de baten vooruitlopen, stelt het Rijk aan gemeenten een voorschot van € 104 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt tot en met 2014 in vier delen verstrekt, door middel van de reguliere uitkeringen van het gemeentefonds aan gemeenten. De € 104 miljoen zal in 2015 op het gemeentefonds worden ingehouden. 15 Zie: http://almanak.overheid.nl. De Openbare lichamen voor beroep en bedrijf worden hierbij niet tot het eerste eindbeeld gerekend. Hieronder vallen onder andere de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Voor de helderheid: ook de notarissen en gerechtsdeurwaarders maken expliciet geen onderdeel uit van het ‘eerste eindbeeld’.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 11 van 63
Tussenversies van deze rapportage zijn in deze werkgroep besproken. Verder zijn alle stukken steeds ter informatie gedeeld met Het ministerie van Financiën (zowel het IRF als de Directie Begrotingszaken). Een eerste concept van het onderzoek is opgeleverd op 11 juni 2012, ter 16 bespreking in de PSB van 22 juni 2012. Voorts heeft de PSB tijdens de vergadering op 22 juni 2012 nog een aantal aanvullende vragen gesteld die met name gericht zijn op de sturing van het Stelsel. De uitvoerende projectgroep heeft gemeend deze vragen het beste te beantwoorden in een separaat document dat gezamenlijk met dit onderzoek zal worden aangeboden in de programmaraad van 21 september.
1.5 Structuur van de rapportage In hoofdstuk 2 wordt allereerst de huidige financieringsarrangementen beschreven van de verschillende betrokken basisregistraties, alsmede van de Stelselvoorzieningen. Dan, in hoofdstuk 3, wordt het eindbeeld geschetst, waarbij het Stelsel wordt afgebakend en de bestuurlijke en financiële randvoorwaarden worden toegelicht. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de consequenties van dit (eerste) eindbeeld in detail geduid en de risico’s belicht. Hoofdstuk 5 gaat in op het transitieproces terwijl hoofdstuk 6 de conclusies bevat, alsmede een enkele bespiegelingen en overwegingen rond het tweede eindbeeld. Tevens bevat de rapportage enkele bijlagen: Bijlage A. Verwijzing naar conclusies en paragrafen per onderzoeksvraag Bijlage B. Overzicht producten en diensten in Stelsel Bijlage C. Analysemodel kostenopbouw Stelselonderdelen Bijlage D. Overzicht Governance Basisregistraties Bijlage E. Baten van het Stelsel Bijlage F. Onderzoeksresultaten baten hergebruik overheidsinfo Bijlage G. Samenstelling Werkgroep impactanalyse Bijlage H. Bronnen financiële cijfers Bijlage I. Overzichtstabellen van geaggregeerde cijfers
16
In het kader van de sturing door de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties vindt de aansturing plaats door de stuurgroep werkend stelsel. Echter gezien het strategische karakter van het onderwerp heeft de Programmaraad aangegeven ook altijd direct op de hoogte te willen worden gehouden. Door krappe tijdspaden zal het ook niet altijd mogelijk zijn eerst stukken in de stuurgroep te bespreken voordat ze in de programmaraad aan de orde komen. In afstemming met de voorzitter van betreffende stuurgroep en de voorzitter van de programmaraad is in voorkomende gevallen tot een praktische en efficiënte werkwijze worden besloten.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 12 van 63
2. Beschrijving van de huidige kosten en de dekking 2.1 Inleidende opmerkingen Wil men de impact van een beoogde verandering meten, dan moet met eerst weten hoe het nu zit. Daarom beschrijft dit hoofdstuk de kosten een hun veroorzakers alsmede de dekking van die kosten van de zes basisregistraties en de Stelselvoorzieningen, steeds voorafgegaan door een korte beschrijving van de basisregistratie en Stelselvoorziening in kwestie. Uitgangspunt zijn de kosten die veroorzaakt worden door de huidige producten- en dienstenportfolio zoals beschreven in paragraaf 3.2 ‘Afbakening Stelsel’ waarbij steeds cijfers uit 2011 gebruikt zijn. Deze cijfers worden steeds toegelicht door middel van een illustratie die als volgt gestructureerd is: 1. de kostenveroorzakers 2. de dekking van die kosten, en 3. de kostenopbouw, die bestaat uit: a. incidentele kosten b. structurele kosten, te weten: - indirecte structurele kosten - directe structurele kosten, te weten: o technische structurele kosten o organisatorische structurele kosten Deze indeling stelt ons tevens in staat een inschatting te maken van de variabiliteit van de kosten als functie van de afname / het gebruik. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 5.3: ”Afname & Gebruik”. Nadere toelichting van het analysemodel voor de kostenopbouw is weergegeven in Bijlage C: “Analysemodel kostenopbouw Stelselonderdelen”.
2.2 BAG Kenmerken van de basisregistratie De BAG is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De registratiehouder is het Ministerie van I&M. De gemeenten vervullen de rol van bronhouder. Het gebruik is bij het schrijven van dit rapport bij wet verplicht. De BAG is geheel gevuld en vrijwel alle gemeenten gebruiken de BAG als basisregistratie. Dit is nog niet het geval voor alle andere overheidsorganisaties. De beheeractiviteiten met betrekking tot de Landelijke voorziening BAG zijn ondergebracht bij Het Kadaster (organisatie). De kosten rond de basisregistratie en de dekking De kosten van de BAG vallen uiteen in twee natuurlijke delen: die van gemeenten als bronhouders en die van het Kadaster voor de Landelijke voorziening BAG die jaarlijks 3,25 miljoen euro bedragen, waarvan 1 miljoen euro jaarlijks bestemd is voor investeringen in de doorontwikkeling (incidentele kosten). De jaarlijkse structurele kosten die gemeenten maken als bronhouders van de BAG zijn niet exact te bepalen, maar op grond van een steekproef worden deze ingeschat op: 17
a. voor gemeenten kleiner dan 100.000 inwoners maximaal € 100.000 per jaar , b. voor de 100.000+ gemeenten min de G4 circa € 200.000 gemiddeld en c. voor de G4 bleek er forse variatie en naar verhouding hogere kosten en komt het gemiddelde bedrag rond € 1.6 miljoen. Alles bijeengenomen komt aldus de zeer ruwe schatting uit op een totaal van rond € 50 miljoen. Het gebruik van de BAG wordt, net als de incidentele kosten, in totaal 3,25 miljoen euro, worden geheel input gefinancierd vanuit de begroting van I&M. De kosten die gemeenten als bronhouder maken worden binnengemeentelijk gedekt op basis van de bestuurlijke afspraken bij de invoering van de BAG. Genoemde afspraken wil VNG in het kader van deze impactanalyse graag agenderen. 17
Eén FTE BAG beheerder schaal 9/10, wat directe technische kosten voor Software (veelal viabijvoorbeeld Centric of Vicrea), hardware (Bvb. Oracle database en processoren) en beslag op tijd van technisch beheerder & applicatiebeheerder.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 13 van 63
De financiering op hoofdlijnen is in onderstaande figuur beschreven. De kosten voor het leggen en onderhouden van relaties in het stelsel zitten op dit moment niet in het reguliere budget van de BAG. Het zal daarbij op termijn met name gaan om koppeling aan de BGT (vanaf 2015).
Figuur 1: BAG Kosten LV BAG Kosten Bronhouders
± 50 milj
Incidentele kosten
2,25 milj
1
Inputfinanciering
Inputfin. per jaar
Kostenveroorzakers: • Structurele kosten LV BAG: 2,5 milj • Incidentele kosten 1 milj jaarlijks • Ruwe inschatting kosten bronhouders: 50 milj.
Totaal structurele kosten: 52,25 milj
Lokale Dekking Kosten Bronhouders
± 50 milj
Niet in detail onderzocht
2,25 milj
1
0,75 milj
Incidentele kosten
0,75milj 0,75milj
1
waarvan waarvan 0,5 milj 0.2 milj variabel variabel
Dekking: • Inputfinanciering I&M: 2,25 milj + 1 milj jaarlijks voor doorontw. en innovatie • Kosten bronhouders binnengemeentelijk gedekt
Kostenopbouw: •Indirecte kosten 0,75 milj •Directe kosten 1,5 milj •0,75 direct techn. •0,75 direct organ. variabel deel 0,7 milj
Totaal structurele kosten LV BAG: 2,25 milj
2.3 BGT Kenmerken van de basisregistratie De basisregistratie grootschalige topografie (BGT) wordt de digitale grootschalige basiskaart van heel Nederland waarin op een eenduidige manier de ligging van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en terreinen is geregistreerd. De BGT is in ontwikkeling en nog niet in gebruik:In 2012 zullen de eerste gedeelten worden opgeleverd en naar verwachting zal deze vanaf 2016 landsdekkend zijn. Het Ministerie van I&M zal registratiehouder worden van de BGT en de bronhouders zullen zijn: Gemeenten, Provincies, Waterschappen, Rijkswaterstaat, Pro Rail, Ministerie van Defensie, Ministerie van EL&I. Het is de bedoeling dat vanaf 2017 alle overheden de BGT gaan gebruiken als ondergrond voor beleid, bestuur en beheer. Het wetsvoorstel ter zake is thans in voorbereiding. De kosten rond de basisregistratie en de dekking Er bestaan wel voorlopers van de BGT die op verschillende manieren gefinancierd zijn: 1. Een aantal partijen (ProRail, Rijkswaterstaat, Dienst Vastgoed Defensie, Dienst Regelingen EL&I) maakt grootschalige topografie in zelfvoorziening en betaalt deze geheel zelf. 2. Een aantal partijen (Gemeenten, Kadaster, Netbeheerders e.a.) heeft zich verenigd in de GBKN en betaalt gezamenlijk hun grootschalige topografie. Zij leveren deze ook tegen betaling aan afnemers.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 14 van 63
3.
Een aantal gemeenten (Topografie Producerende Gemeenten en Amsterdam) maakt grootschalige topografie in eigen beheer en levert deze tegen betaling aan afnemers.
Deze voorlopers zijn nagenoeg geheel inputgefinancierd. Weliswaar betalen afnemers (nietproducenten) een tarief maar per saldo gaat het hier om een marginaal deel van de totale kosten. Er zijn uitgebreide financiële analyses beschikbaar van de geldstromen in de huidige situatie. Ter financiering van de BGT zal iedere bronhouder zijn deel van de BGT op eigen kosten vervaardigen en vrij beschikbaar stellen aan gebruikers. Gemeenten, - die thans geen kostendekkende financiering hebben – zullen daarom een aanvulling vanuit de Rijksbegroting ontvangen. De financiering op hoofdlijnen is in onderstaande figuur beschreven.
Figuur 2: BGT Kostenveroorzakers: • Kosten productie en overhead (zitten vele, complexe geldstromen achter van diverse bronhouders)
34 milj
Inputfinanciering Overheid
34 milj
Dekking: • Inputfinanciering overheid afspraken zijn rond • Inkomsten privaat zijn marginaal
Totaal kosten: 34 milj
Landelijke voorziening
0,75 milj
waarvan 0,3 milj variabel deel
Kostenopbouw: Kostenopbouw onbekend; BGT nog in ontwikkeling • Budget Landelijke voorziening: 0,75 milj variabel deel 0,3 milj. NB: het budget voor de LV BGT is opgesteld uitgaande van een synergie in kosten met de LV BAG (geldt ook voor de LV WOZ)
2.4 BRK Kenmerken van de basisregistratie 18 De basisregistratie Kadaster (BRK) is al geruime tijd als basisregistratie in gebruik (gecombineerd met een wettelijke gebruiksplicht). De registratiehouder is het Ministerie van I&M. De uitvoering is belegd bij de organisatie Het Kadaster. Het Kadaster is sinds 1994 een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO). Het Kadaster voert zijn taken uit onder goedkeuring van het ministerie. Afspraken over tarieven voor de producten en diensten worden jaarlijks met de minister van I&M gemaakt. De Raad van Toezicht ziet toe op de dagelijkse leiding van het concern, dat in handen ligt van de Raad van Bestuur. Als het gaat om zaken van gemeenschappelijk belang, wordt de Raad van Bestuur geadviseerd door de Gebruikersraad. 18
Niet te verwarren met de ''basisregistratie (gewas)percelen" van EL&I.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 15 van 63
Het Kadaster heeft geen inzicht willen en/of kunnen geven in exacte verdeling van haar kosten rondom de BRK en hoe deze zijn opgebouwd. Dit is een aandachtspunt voor de toekomstige besturing in het Stelsel. Dit heeft als gevolg dat in de analyse voor het Kadaster minder detailinformatie over de specifieke kosten te vinden zijn. De kosten rond de basisregistratie en de dekking Voor de financiering van het overheidsgebruik van de BRK loopt tijdens het schrijven van deze impactanalyse een traject voor de invoering van budgetfinanciering voor gebruik door overheden in 2012. Wanneer dit traject gerealiseerd zal zijn, wordt het overheidsgebruik van de BRK de facto input gefinancierd. Ter zake lijkt zich een akkoord af te tekenen: de gemeenten hebben een besluit uitgesteld tot integrale besluitvorming over de financiering van het Stelsel als geheel eind 2012, maar 19 met de andere overheden is wel overeenstemming. De financiering op hoofdlijnen is in onderstaande figuur beschreven. De totale kosten in deze figuur worden mede veroorzaakt door taken buiten het stelsel, zoals het borgen van toegankelijkheid in het kader van de rechtzekerheidstaak van Het Kadaster. Op deze kosten worden onder ander ook het Rijksdriehoeksstelsel in Nederland en de kadastrale bijdrage in de BGT weggeschreven. De uitsplitsing van deze totale kosten kan en wil Het Kadaster niet aangeven omdat deze niet zuiver te maken is én omwille van zelfstandige positie als ZBO. Wat betreft de Kostenopbouw geldt hetzelfde. De inkomsten van de BRK zijn in het jaar 2011 fors hoger dan de jaarlijkse lasten. Dit heeft te maken met de meerjarige dekking (er zijn jaren waarin door conjuncturele schommelingen de inkomsten lager uitvallen) en met het dekken van negatieve resultaten bij de uitvoering van andere taken van Het Kadaster. Een voorbeeld van dit laatste is de financiering van de BRT in 2011, hierbij nam Het Kadaster het negatieve resultaat van € 2,1 miljoen voor haar rekening. 20
De kosten voor het leggen en onderhouden van relaties in het stelsel (op gegevensniveau) zitten voor de BRK in het totale kostenbeeld en zijn deel van de integrale structurele kosten voor bijhouding BRK. Kortom het huidig financieringsarrangement voor het overheidsgebruik van de BRK moet worden gezien in de context van het algemene financieringsarrangement voor de BRK, dat gebaseerd is op het profijtbeginsel. Relevant daarbij is dat het grootste deel van het gebruik van de BRK buiten de publieke sector ligt. Het tarief wordt gehanteerd als 'verdeelsleutel' om de kosten te verdelen over de private en de publieke sector. Naar de toekomst toe wenst Het Kadaster een eerlijke verhouding te houden tussen privaat en publiek gebruik, dat wil zeggen als het publiek gebruik verdubbelt en het private gebruik blijft gelijk moet dat gevolgen hebben voor de kostenverdeling en dus voor het budget.
19
Voor de budgetfiannciering Kadaster is nog wat discussie over de hoogte van de bijdrage van EL&I in verband met toekomstig te decentraliseren taken naar bijvoorbeeld Provincies en over de hoogte van de bijdrage van de Waterschappen in verband met hun aandeel in samenwerkingsverbanden met gemeenten. 20 Het Kadaster geeft aan dat in haar ervaring expliciet het beheer van een relatie (bijv tussen BRK en GBA of tussen BRK en BAG) al gauw 0,5 - 1 mln euro per jaar kost.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 16 van 63
Figuur 3: BRK Registraties
Verstrekkingen
54 milj
113 milj
NB: Totale kosten worden mede veroorzaakt door taken buiten stelsel, zoals borgen toegankelijkheid tbv rechtzekerheidstaak. De mate waarin kan en wil Kadaster niet aangeven omdat die uitsplitsing niet goed te maken is en omwille van zelfstandige positie ZBO. Ook incl. innovatie en doorontwikkeling.
Totaal: 167 milj Verstrekkingen
Inschrijvingstarieven
138,8 milj
73,9 milj
Kostenveroorzakers: • Kosten registratie en Inwinning • Kosten verstrekkingen
waarvan publiek gebruik
12,7
Dekking: • Inkomsten inschrijvingstarieven 138,8 milj • Inkomsten verstrekkingen vastgoedinformatie 73,9 milj • Waarvan inkomsten publiek gebruik 12,7 milj (o.b.v. voorstel budgetfin.) NB: Uitgangspunt is dat de kosten van de taken meerjarig gedekt worden door de inkomsten die daartegenover staan.
Totaal: 212,7 milj
Kostenopbouw: Niet aangegeven door Kadaster
???
2.5 BRT Kenmerken van de basisregistratie De Basisregistratie Topografie (BRT) is de authentieke bron voor alle topografische kaarten binnen de overheid. De registratiehouder is het Ministerie van I&M en het beheer van de BRT (TOP10NL) ligt bij het Kadaster (schaal 1:10.000). De kosten rond de basisregistratie en de dekking Het budget voor de BRT wordt input gefinancierd door het ministerie van I&M en is grotendeels bestemd voor de bijhouding, en daarnaast voor informatieverstrekking en innovatie. In 2009 heeft budgetoverheveling plaatsgevonden naar het ministerie van I&M vanuit de andere ministeries en het gemeente- en provinciefonds. Bij de Unie van waterschappen wordt jaarlijks vanuit het ministerie van I&M een bedrag in rekening gebracht. 21
De financiering op hoofdlijnen is in de volgende figuur beschreven . De kosten voor het leggen en onderhouden van relaties in het Stelsel zitten op dit moment niet in het reguliere budget van de BRT. Het zal daarbij op termijn met name gaan om koppeling aan de BGT (vanaf 2015).
21
Hierin zijn een aantal zogenaamde Zelfregistrerende gemeenten niet meegenomen. Deze gemeenten zijn zelf bronhouder en mogen deze gegevens leveren aan het Kadaster tegen betaling. Deze betalingen zijn onderdeel van de structurele kosten van de BRT en bedragen totaal minder dan € 100.000. De gemeenten die in deze uitzonderingspositie mogen verkeren zijn vast bepaald en deze categorie is niet uitbreidbaar. Het gaat daarbij met name om: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Almere en Velsen. Inschatting kosten zelfregistrerende gemeenten heeft plaatsgevonden op basis van het interview met Louis Smit, hoofd Landmeting Gemeentewerken Gemeente Rotterdam, april 2012.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 17 van 63
Figuur 4: BRT Incidentele kosten
0,6 1,5
14,6 milj
Kostenveroorzakers: • Kosten inwinning en bijhouding afgeleidde producten • kosten verstrekkingen • Incidentele kosten 1,5 milj jaarlijks.
Totaal: 16,7 milj Negatief reslutaat
Inputfinanciering
12,5 milj
2,7
Inputfin. per jaar
1,5
Totaal dekking I&M: 14 milj 2.5 milj Directe technische kosten
5,6 milj
Indirecte kosten Directe organisatorische kosten
7,1 milj
waarvan 0,6 milj variabel deel
Incidentele kosten
1,5
Dekking: • Inputfinanciering I&M: 2,25 milj + 1,5 milj jaarlijks voor doorontw. en innovatie • Negatief resultaat 2,1 milj + activering productie eigen bedrijf: 0,6 milj
Kostenopbouw: • Indirecte kosten 2,5 milj • Directe kosten 12,7 milj • 5,6 direct techn. • 7,1 direct organ. variabel deel 0,6 milj.
Totaal structurele kosten: 15,2 milj
2.6 GBA Kenmerken van de basisregistratie Iedere Nederlandse gemeente verzamelt, registreert en onderhoudt een specifieke set persoonsgegevens van zijn inwoners. Die gegevens vormen te samen de basisregistratie personen (GBA) die wordt gebruikt binnen de gehele Nederlandse overheid. De registratiehouder is het ministerie van BZK, waarbinnen het agentschap BPR verantwoordelijk is voor de uitvoering. De gemeenten zijn bronhouders. Het programma modernisering GBA (mGBA) werkt aan de totstandkoming van de Basisregistratie Personen (BRP), de opvolger van de GBA. De BRP bevat persoonsgegevens over alle ingezetenen van Nederland en over personen die niet in Nederland wonen - of hier slechts kort verblijven - maar die wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid, de zogenaamde 'niet-ingezetenen'. Het doel van de BRP is om kwalitatief hoogwaardige persoonsgegevens bij te houden en te verstrekken aan overheidsorganisaties en aangewezen instellingen en personen. De BRP vervangt op termijn de huidige gemeentelijke basisadministraties (GBA). Het programma mGBA is meerjarig en omvat circa € 42 miljoen. Eventuele vervolgstappen voortkomend uit deze impactanalyse zullen in samenhang en afstemming met dit majeure programma moeten worden vormgegeven voor wat betreft de GBA/BRP. De geplande einddatum voor het traject mGBA is 1 januari 2016, tot die tijd is met partijen afgesproken dat de financiering strikt gefixeerd blijft. De kosten rond de basisregistratie en de dekking In de voorgaande jaren is gewerkt aan de zogenaamde budgetfinanciering voor de GBA. Voor het grootste deel van het gebruik van de GBA is dat gerealiseerd maar er is ook nog een deel dat tariefgefinancierd wordt. Deze twee financieringsvormen zijn recent gestroomlijnd door middel van invoering van een systeem van financiering door middel van abonnementen, met het oog op het realiseren van het geformuleerde eindbeeld van inputfinanciering. Het budgetgefinancierde deel komt in dit geval overeen met de in het eindbeeld gehanteerde begrip inputfinanciering. Bij genoemde abonnementen structuur is er een periodieke bijstelling op basis van gebruik en “betalen” overheidsorganisaties voor de verschillende abonnementen. Er is een met andere woorden een Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 18 van 63
rekening. Bij inputfinanciering komen genoemde bedragen op de begroting van BZK na overboeking door betrokken partijen. Voor de duidelijkheid: de genoemde kosten van circa € 16 miljoen jaarlijks zijn alleen voor exploitatie en niet voor adaptief onderhoud c.q. doorontwikkeling. De financiering op hoofdlijnen is in onderstaande figuur beschreven. Hierbij is ook een grove inschatting opgenomen van de kosten die bij gemeenten als Bronhouder van de GBA gemaakt en binnengemeentelijk gedekt worden, naar schatting orde van grootte € 100 miljoen structureel per jaar.
Figuur 5: GBA
Kosten Bronhouders
± 100 milj
Kostenveroorzakers: • Structurele kosten • Incidentele kosten, niet in plaat, 42 milj eenmalig (mGBA)
16,2 milj
Totaal: 116,2 milj Inputfinanciering
Lokale Dekking Kosten Bronhouders
± 100 milj
10,2 milj
2,4
4
Totaal: 116,6 milj 2,8 milj Niet in Detail Onderzocht.
± 100 milj
7,9 milj
5,3 waarvan ± 2 variab.
Dekking: • Verstrekking publiek gebruik budgetfinan. 10,2 milj • Vertrekking publiek gebruik tarief, 2,4 milj • Verstrekking privaat gebruik met publieke taak 4 milj • Dekking incidentele kosten ad hoc Kostenopbouw: •Indirecte kosten 2,8 milj •Directe kosten 13,2 milj • 7,9 direct techn. • 5,3 direct organ. variabel deel ± 2 milj.
Totaal structurele kosten: 116 milj
2.7 NHR Kenmerken van de basisregistratie Het Nieuw Handelsregister (NHR) is de basisregistratie waarin geregistreerd worden alle bedrijven, alle rechtspersonen en all andere organisaties die deelnemen aan het economisch verkeer. De registratiehouder is het Ministerie van EL&I en de bronhouder is de Kamer van Koophandel Nederland (KvK NL). De organisatie van de Kamer van Koophandel Nederland is danig in beweging. Zo bestaat onder meer het voornemen de (complete) heffingen voor alle drie heffinggrondslagen/taken van de KvK NL te fiscaliseren, waardoor een onafhankelijke bron van inkomsten verdwijnt en heeft het Ministerie van EL&I een forse taakstelling opgelegd van 30% tot 40% 22 in het kader van een herstructureringsoperatie .
22
Essentie is dat de NHR taak zal moeten worden uitgevoerd uit de grotere subsidie die de KvK NL per 2013 ontvangt van het Ministerie van EL&I. KvK NL gaat een begroting opstellen met daarin een verbijzondering naar taak - waarvan de register-taak er een van is - , op basis waarvan het Ministerie van EL&I een subsidie zal vaststellen. De verwachte totale inkomstenheffingen totaal voor 2011 en 2012 bedroegen: € 162,6 respectievelijk € 151,8 miljoen. In de herstructurering gaat Synthens gaat samen met de KvK NL op in de Ondernemerspleinen. Voor Synthens was in zowel 2011, 12 en 13 ongeveer € 32 miljoen euro apart beschikbaar. Per 2014 en verder moeten zowel de taken van Synthens en de KvK NL met het bedrag van € 147 miljoen worden uitgevoerd. Daarin zit dus al een forse taakstelling besloten. Vervolgens vindt op de subsidie van € 147 miljoen voor 2013 een taakstelling plaats voor de jaren daarna: voor 2014 is € 142 miljoen beschikbaar en voor 2015 € 138 miljoen.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 19 van 63
De kosten rond de basisregistratie en de dekking De totale kosten die voor het NHR zijn opgegeven bevatten de kosten voor de producten van het basisregister en tevens de kosten voor de 'overige producten' (zoals de deponering van jaarstukken en jaarrekeningen via internet). Deze maken dus ook deel uit van de budgetfinanciering van het NHR. Apart registreren en afrekenen zou slechts lastenverhogend werken. De kosten voor levering van producten op papier of telefonische inzage zijn overigens niet meegenomen. Het overheidsgebruik en niet-overheidsgebruik van de verschillende NHR producten is nagenoeg gelijk en de kosten zijn dan ook op deze grondslag verdeeld. Een bijzonderheid in het overheidsgebruik van het NHR is dat een aantal speciale (zeer grote) gebruikers van het NHR niet op de gewone manier toegang hebben tot het NHR en hun vergoeding voor het gebruik van de NHR-data betalen. Het gaat om de Belastingdienst, CBS en Justis. Zij hebben toegang tot het NHR via een beheerde kopie van het NHR. De kosten, maar ook de effecten van deze wijze van gebundelde afname via deze beheerde kopie - structurele kosten per jaar circa € 4,5 miljoen - zijn niet in deze impactanalyse meegenomen. In de opgave zijn verder ook meegenomen de kosten voor het leggen en onderhouden van bestaande relaties in het Stelsel. Op dit moment is nog onduidelijk of er grote aanpassingen (en kosten) zullen volgen uit het aansluiten van het Handelsregistersysteem (HRS) op nieuwe koppelingen. Een grote incidentele kostenpost was de realisatie van het NHR (project). De recente bouwkosten van het Nieuw handelsregister (NHR) bedroegen € 22 miljoen en zijn grotendeels door de centrale overheid, het Ministerie van EL&I, gefinancierd. Kosten voor investeringen in ontwikkeling van systemen en innovatie worden steeds voornamelijk gedekt door subsidies vanuit het ministerie van EL&I.
Figuur 6: NHR Registraties
Verstrekkingen
20,3 milj
90,9 milj
Kostenveroorzakers: • Kosten registratie • Kosten verstrekkingen (zonder papier) • Incidentele kosten, niet in plaat, 22 milj eenmalig (NHR).
Totaal: 111,2 milj Heffingen
Verstrekkingen
66,1 milj 46,7 milj waarvan 4,5 milj publiek gebruik
Dekking: • Inkomsten Heffingen • Verstrekkingen Publiek gebruik en privaat gebruik • Dekking incidentele kosten ad hoc
Totaal: 112,8 milj
Kostenopbouw: •Indirecte kosten 44,3 milj •Directe kosten 66,9 milj • 18,2 direct techn. • 48,7 direct organ. variabel deel 6,5 milj.
44,3 milj 18,2 milj
48,7 milj
waarvan 6,5 milj variabel deel
Totaal structurele kosten: 111,2 milj
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 20 van 63
2.8 Stelselvoorzieningen De stelselvoorzieningen zijn: • • • •
Digikoppeling, een standaard voor gegevensuitwisseling Digimelding, een voorziening voor terugmelden Digilevering, een voorziening voor het abonneren op bepaalde leveringen. Stelselcatalogus, een catalogus van gegevenselementen uit het Stelsel die zowel een menselijke interface (website) als een machine interface kent.
Genoemde voorzieningen zijn al input gefinancierd. Er is op de BZK-begroting structureel een bedrag gereserveerd van € 6,2 miljoen. Een deel hiervan wordt ingezet voor beheer van genoemde voorzieningen (circa € 4 miljoen) en een deel voor ontwikkeling (circa € 2,2). De risico’s zitten vooral in het goed kunnen inschatten van toekomstig gebruik en de toekomstige kostenontwikkeling. Vanwege het prille stadium van ontwikkeling van Digilevering, Digimelding en de Stelselcatalogus is dat lastig. Digikoppeling is geen risico aangezien het een standaard betreft: meer gebruik leidt nauwelijks tot meer kosten. De structureel beschikbare gelden zijn naar verwachting dekkend voor toekomstig beheer en gebruik. Echter de gelden zullen niet toereikend zijn voor toekomstige doorontwikkeling en innovatie.
2.9 Situatie financiering van structurele kosten bronhouders BR’s De kosten van basisregistraties omvatten diverse componenten. Op hoofdlijnen zijn dat inwinning, e exploitatie en verstrekking. Voor een gedetailleerder uitwerking zie 6 plaat in Bijlage C. Er zijn in de praktijk verschillende modellen voor waar deze kosten-componenten gemaakt worden. Bij sommige basisregistraties vallen al deze drie kostencomponenten binnen één organisatie. Bijvoorbeeld BRK bij het Kadaster en NHR bij Kamer van Koophandel. Bij andere basisregistraties zoals GBA en BAG, Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 21 van 63
vallen de inwinnings/registratiekosten bij de bronhouders (gemeenten) terwijl de verstrekking bij een andere organisatie ligt. In de voorbeelden zijn dat respectievelijk BPR en Kadaster. De inwinnings/registiekosten voor GBA en BAG worden binnengemeentelijk gedekt. De financieringsarrangementen voor de bronhouderskosten zijn dus niet uniform. Ten aanzien van realisatie van inputfinanciering voor het gehele stelsel is de vraag opgeworpen door VNG of het op deze wijze dekken van de inwinnings/registratie kosten van deze onderdelen van een overheidsbreed stelsel door gemeenten wel evenwichtig is en voldoende in lijn is met de situatie bij de andere basisregistraties. De VNG wil dat dit onderwerp deel uitmaakt van de besluitvorming rondom financiering van het stelsel van basisregistraties. De realisatie van het beoogde eindbeeld omvat een herschikking van financiële middelen. Hierbij wil de VNG dat dit gebeurt op basis van uniformiteit en eenduidige afspraken per kostencomponent. Met name kan hierbij worden gedacht aan één lijn voor de inwinnings/registratiekosten. Deze zijn op dit moment feitelijk niet uniform ingericht.
2.10 Geaggregeerd overzicht van alle kosten. Onderstaande tabel vat het totaal van de kosten, voor de verschillende onderdelen van het Stelsel waarop deze impactanalyse zicht richt, samen.
Tabel 1. Totaal overzicht kosten X miljoen
Incidentele kosten
Struct. kosten
Struct.
Struct.
Structurele
per jaar
(bouw, doorontwikkeling en
totaal
kosten
kosten
kosten
innovatie)
(publiek én
(privaat)
bron-
overheids-
houder
gebruik –
(publiek)
datahouder
privaat)
(publiek)
BAG
Gemeenten als
Registratie-
bronhouder
houder
€ 84 eenmalig
€ 1 per jaar
BGT BRK
€ 34 Totale kosten inclusief. andere taken Vastgoed-info: € 167
BRT GBA
€ 52,25
€ 30 eenmalig
€ 0 23 €0
€ 50
23
€ 2,25 € 34
€ 154,3
€ 12,7 € 15,2
€ 1,5 per jaar
€ 15,2
€ 0 23
€ 42 eenmalig
€ 116,6
€4
€ 111,2
€ 106,7
€ 4,5
€ 6,2
€0
€ 6,2
€ 100
€ 12,6
mGBA NHR
€ 22 eenmalig NHR
Stelsel voorz.
23
Deze kosten zijn beperkt en marginaal.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 22 van 63
3. Beschrijving eindbeeld 2015 3.1 Inleidende opmerkingen Nu we contouren en cijfers van de samenstellende delen van het Stelsel kennen, kunnen we – conform opdracht – gaan vaststellen wat de financiële consequenties zullen zijn van het eerste eindbeeld, dat door de PSB omschreven is als: “In het eerste eindbeeld bestaan geen financiële drempels meer voor gebruik van het Stelsel binnen de overheid waarbij de gegevensverstrekking uit basisregistraties en de daarmee verbonden voorzieningen worden gefinancierd middels inputfinanciering.” Daarbij wordt onder inputfinanciering verstaan de bekostiging die plaatsvindt vanuit de begroting van één of meer departementen, waarbij bedragen in het kader van het reguliere begrotingsproces kunnen worden aangepast, zonder dat deze bedragen evenwel automatisch op basis van gebruik periodiek worden bijgesteld (zoals dat bijvoorbeeld bij het genoemde abonnementenmodel van de GBA plaatsvindt) omdat er dan nog steeds een directe beprijzing van gebruik plaatsvindt. Als opmaat naar de impactanalyse moeten we uiteraard vaststellen welke diensten (van het Stelsel) nu onder de inputfinanciering zullen vallen en welke bestuurlijke en financiële randvoorwaarden daarbij gehanteerd moeten worden.
3.2 Afbakening Stelsel Om een eenduidige discussie te kunnen voeren over de financiering van het gebruik van het Stelsel is een gedeeld beeld noodzakelijk over welke diensten en producten we dan precies spreken. De digitale diensten en producten portfolio bepaalt immers ook de kosten die worden gemaakt. Voor het eindbeeld waarop deze impactanalyse zich richt, is uitgegaan van de hieronder weergegeven diensten en producten. Dit beeld is in de werkgroep en daarbuiten getoetst. In de eerste plaats hebben we het alleen over digitale diensten en producten. Dat betekent dus dat alle papieren en fysieke leveringen nadrukkelijk buiten de scope van deze impactanalyse vallen. In de tweede plaats hebben de diverse basisregistraties nu hun eigen producten- en dienstenpakketten met eigen namen. Deze impactanalyse sluit daar zo veel mogelijk bij aan, met name op basis van de input van de werkgroep. Dat betekent dus dat qua semantiek de huidige duiding van de dienstenpakketten het uitgangspunt vormt. Daarnaast zijn er de ondersteunende Stelselvoorzieningen: Digimelding, Digilevering, Digikoppeling en Stelselcatalogus. Verder zijn er op Stelniveau op dit moment nog geen samengestelde producten/diensten te onderscheiden (met uitzondering van PDOK die wel samengestelde webservices biedt en inzage over 24 de geobasisregistraties heen). Voorts zijn tal van organisaties die de rol van intermediair, gegevensmakelaar of sectorknooppunt vervullen, zoals RINIS, Inlichtingenbureau, BKWI en PDOK. Deze impactanalyse gaat ervan uit dat een wijziging van het financieringsmodel binnen het Stelsel de financiering van deze organisaties niet direct raakt. Tenslotte is een belangrijk aspect van beschreven diensten de serviceniveaus/servicelevels die daaraan verbonden zijn. Deze hebben immers een directe relatie met de kosten. Het beeld hiervan is nog niet compleet en zijn daarom nog niet in deze impactanalyse verwerk. Niettemin zullen deze wel meegenomen moeten worden, met name ook bij de vervolgdiscussies omtrent besturing. Tegen deze achtergrond zijn we bij de uitvoering van de impactanalyse uitgegaan van de hieronder weergegeven producten- en dienstenportfolio van het Stelsel.
24
http://www.pdok.nl/
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 23 van 63
Hierbij zijn de volgende definities van vier categorieën van leveringsvormen gehanteerd: Uitgestelde gegevenslevering Eenmalige verstrekking van gegevens waarbij het beantwoorden van de gegevensvraag en het samenstellen van de gegevenslevering (bestand of bericht) tijd kost en levering plaatsvindt op een tussen afnemer en verstrekker overeengekomen tijdstip. Gegevenslevering op basis van abonnementen Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker van de gegevens en vindt plaats op basis van abonnementen. Het moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen leveringscriteria. De levering kan periodiek of gebeurtenisgedreven zijn. Directe gegevenslevering via webservices Er is sprake van een machine-machine-interface voor levering van de gegevens. Door toepassing van een webservice kan een applicatiecomponent van de afnemer zélf zonder menselijke tussenkomst en zonder grote vertraging (orde: seconden) gegevens uit een basisregistratie opvragen. Directe inzage via portals (of directe gegevenslevering via portals) Er is sprake van een mens-machine-interface voor directe levering van de gegevens. Via een zogenaamde portal, die in beheer is bij de verstrekker van de gegevens, kan de afnemer zonder grote vertraging (orde: seconden) de gewenste gegevens opvragen. Tabel 2 Producten & diensten portfolio Stelsel Registratie
Uitgestelde gegevenslevering
Gegevenslevering op basis van abonnementen
BAG
• BAG Compact • BAG Extract
• BAG Compact Abonnement • BAG Extract Abonnement
BGT BRK
• Nader te bepalen • Massale Output AKR (Bestandslevering kadastrale registratie) • Massale Output DKK (Bestandslevering kadastrale kaart) • BRK Levering stand
BRT
• Bestandsleveringen BRT: TOP10NL TOPGrenzen TOP25Namen TOP50Namen TOP250Namen TOP25Raster TOP50Raster TOP250Raster TOP50Vector TOP250Vector
• Nader te bepalen • Standen- & mutatieabonnement Massale Output - AKR • Standen- & mutatieabonnement Massale Output - DKK • BRK-levering Standabbonnement (in de loop van 2013) • BRK-levering Mutatie abbonnement (in de loop van 2013) • Abonnement BRT (De abonnementsvorm voor de BRTbestanden betreft een afspraak voor levering van de updates van de betreffende BRTbestanden, zoals benoemd onder ‘bestandsleveringen BRT’.)
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Directe gegevenslevering via webservices • BAG Bevraging • BAG Geocodeer Service (PDOK) • WMS (Web Mapping Service) Adressen (PDOK) • WFS (Web Feature Service) Adressen (PDOK) • Nader te bepalen • KIK-inzage (Online webservice kadastrale registratie) • WMS (Web Mapping Service) Kadastrale Kaart (PDOK) • WMS en WFS van Bestuurlijke grenzen
• Web Mapping Service (WMS) BRT (PDOK): BRT Achtergrondkaart (PDOK) TOP10NL (PDOK) TOP50Vector (PDOK) TOP50Raster (PDOK) TOP250Raster (PDOK)
Versie 1.1
Directe inzage via portals • BAG Viewer • BAG Web
• Nader te bepalen • Kadaster-on-line • BRK-BAG adressen online (koppeltabel BRK-BAG)
• Web Mapping Service (WMS) BRT (PDOK): BRT Achtergrondkaart (PDOK) TOP10NL (PDOK) TOP50Vector (PDOK) TOP50Raster (PDOK) TOP250Raster (PDOK)
Pagina 24 van 63
Registratie GBA
NHR
Uitgestelde gegevenslevering • Kopiedatabase / Bestandslevering • (GBA-V Full Service) Selectieverstrekking • (GBA-V Full Service) Ad hoc vraag / verstrekking op verzoek • (GBA-V Full Service) Ad hoc adresvraag / adres-verstrekking op verzoek • Steekproeven, queries en tellingen • Register (uitgifte BTWnumers) • Ad hoc verstrekkingen op verzoek
Gegevenslevering op basis van abonnementen
Directe gegevenslevering via webservices
Directe inzage via portals
• GBA Full Service – Conditioneel (gebeurtenissen) • GBA Full Service – Spontaan • BRP Centrale Voorziening Levering (oktober 2013)
• (GBA-V Full Service) Selectieverstrekking • (GBA-V Full Service) Ad hoc vraag / verstrekking op verzoek • (GBA-V Full Service) Ad hoc adresvraag / adresverstrekking op verzoek
• BRP Centrale Voorziening Bevraging (oktober 2013)
• Mutatie abonnementen • Abonnementen via digilevering
• Uittrekselinformatie via webservices
• Uittreksels via internet • Adresselecties • Producten Overig (zaken die gedeponeerd zijn zoals jaarrekeningen, statuten, verklaringen, splitsingsvoorstellen, fusievoorstellen, surveillances van betaling en aansprakelijkheidsverklaringen)
Nota Bene: Niet inputgefinancierd en geen onderdeel van het Stelsel is de Beheerde kopie voor gebruik door BD, CBS en Justis)
Meer uitgebreide en gedetailleerder informatie over deze producten en welke informatie precies gedeeld wordt in het kader van bovenstaande producten en diensten overzicht, is te vinden in Bijlage B.
3.3 Bestuurlijke randvoorwaarden Strikt genomen bevat het eindbeeld geen bestuurlijke randvoorwaarden. Tegelijk is bij de opdrachtverlening het belang van bestuurlijke randvoorwaarden benadrukt. Met financiering wil men immers ook altijd bepaalde sturingsprikkels geven. Zo leidt outputfinanciering beredeneerd vanuit het profijtbeginsel tot efficiency prikkels. Bij inputfinanciering moet er parallel een bestuurlijk arrangement worden vormgegeven dat de juiste prikkels én waarborgen biedt voor het stelsel van basisregistraties. Om zowel de kwaliteit van de gegevens als de efficiëntie te maximaliseren, om de kosten te kunnen beheersen en om continuïteit van de vitale informatiehuishouding van de overheid te waarborgen. De aspecten die hierbij van belang zijn worden in het hoofdstuk consequenties en risico’s verder uitgewerkt.
3.4 Financiële randvoorwaarden Een eventuele transitie om te komen tot het eerste eindbeeld moet minimaal budgetneutraal zijn voor de overheid als geheel. Dat betekent dat overheveling van gelden alleen kan plaatsvinden als daar wegvallende kosten tegenover staan. Als een departement niet een financiële relatie heeft met bijvoorbeeld een tariefgefinancierde ZBO en toch daar geld uit wil overhevelen dan is de vraag op welke juridische grondslag dit zou kunnen plaatsvinden. Dit betekent dan ook dat de bestuurlijke relatie met de betreffende ZBO moet worden herzien. De relevante ZBO’s (registratiehouders) in het kader van deze analyse zijn met name de Rijksdienst voor het Wegverkeer, het Kadaster (organisatie) en de Kamer van Koophandel en het College voor Zorgverzekeraars. Een vergelijkbaar punt als voor dergelijke ZBO’s geldt ook voor de Waterschappen. De overheveling uit respectievelijk provincie- en gemeentefonds kent haar eigen aspecten waarbij tevens een rol speelt dat eventuele overhevelingen gezien moeten worden in het bredere bestuurlijke kader. Hierbij spelen ook andere onderwerpen dan alleen het stelsel van basisregistraties een rol. Naast de budgetneutraliteit is het borgen van kwaliteit en continuïteit van basisregistraties en stelselvoorzieningen een aspect wat bij financiering moet worden meegenomen. Enige organisatorische demping in het kunnen bezuinigen/korten op beschikbare budgetten alsmede dat een afweging daarover in het bredere stelselkader plaatsvindt, is hierbij van belang. Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 25 van 63
4. Consequenties & risico’s van het voorgestelde eindbeeld 4.1 Inleidende opmerkingen Ter uitvoering van de opdracht hebben we ter vaststelling van de mogelijke impact gekeken naar de volgende aspecten: dekking kosten exploitatie en beheer, dekking investeringen en incidentele kosten, verschillende financieringsarrangementen binnen één ZBO, invloed van toename gebruik, financiële baten van het Stelsel, financiële sturing, impact op lopende strategische projecten en tenslotte Europese ontwikkelingen.
4.2 Dekking kosten exploitatie en beheer Het realiseren van het eerste eindbeeld vereist een structurele herverdeling van middelen op de begrotingen van betrokken organisaties. Voor zover dit binnen de rijksbegroting is, kan dit worden gerealiseerd middels een eenmalige structurele overheveling. Bij mede-overheden kan een overheveling uit respectievelijk het gemeente- en provinciefonds plaatsvinden. Voor de waterschappen kan dit alleen via jaarlijkse facturatie omdat daar een financiële relatie - althans in de vorm van een fonds – ontbreekt. Een ander aandachtspunt is de overheveling vanuit overheidsorganisaties die vallen onder de verantwoordelijkheid van departementen maar geen directe financiële relatie hebben met het betreffende departement. De risico’s met betrekking tot overheveling in het kader van Kadaster BRK en NHR worden momenteel geadresseerd in het kader van het realiseren van budgetfinanciering 25 overheidsgebruik Kadaster en NHR . De VNG heeft aangegeven voor de gemeenten het besluit 26 hiertoe uit te stellen tot besluitvorming over de gehele financiering van het Stelsel. 27
Hierna volgt een tabel waarin het totaalbeeld wordt weergegeven; hoeveel en waar moet (nog) worden overgeheveld voor inputfinanciering. (zie volgende pagina)
25 Voor NHR betreft het een pilot voor de jaren 2012 en 2013. De huidige inrichting van die budgetfinanciering bevat nog een jaarlijkse bijstelling van de verreking op bais van het werkelijke gebruik. Bij een overgang naar inputfinanciering zou die moeten komen te vervallen, zodat geen sprake meer is van beprijing van het gebruik. 26 Het niet meedoen van gemeenten leidt tot onduidelijkheden in de uitvoering van de budgetfinanciering BRK: onder andere hoe gaan we om met samenwerkingsverbanden van gemeenten met waterschappen? In hoeverre kunnen gemeenten gebruik maken van PDOK? 27 De VNG is het niet geheel eens met de onderstaande tabel, omdat een uniform kostenmodel voor met name de bronhouderskosten ontbreekt. Dit is geen financieël risico omdat bij achterwege blijven van overheveling de gemeenten gewoon zouden blijven betalen. Het is wel een risico voor het volledig realiseren van het eertse eindbeeld. Zie ook conclusie 2.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 26 van 63
Tabel 3. Overzicht Financiering/dekking en Status overheveling In de tabel is te zien dat de dekking van de bronhouderskosten nog niet uniform is. De eventuele overhevelingen of compensaties die nodig zijn om deze dekking wel te uniformeren zijn in deze tabel niet opgenomen. €X
Dekking
Input-
Tarief-
miljoen
Bronhoudersko
gefinancierd
gefinancierd
per
sten
overheids-
overheids-
gebruik
gebruik
jaar
Register-
Transitie inputfinanciering voor gebruik afgerond
Rijk
Gemeenten
Provincie
Watersch.
VNG wil
OK
OK
houders28 BAG
€ 50
€ 2,25
29
-
OK
Binnen-
uniformiteit
gemeentelijke
financiering
dekking -
allebronhou
geschat BGT
Bronhouders-
derskosten € 34
-
OK
OK
OK
OK
€9 (Rijk, Prov. Watersch.)
€ 3,7
OK, nog
Besluit
OK, nog
OK, nog
(Gemeenten)
gesprek
uitgesteld,
gesprek
gesprek
integraal deel
over
bedrag
over
over
kosten
hoogte
akkoord
hoogte
hoogte
Registerhouder
bedragen
bedragen
bedragen
kosten integraal deel kosten Registerhouder BRK
Bronhouderskosten
BRT
GBA
Bronhouders-
€ 12,5 30
kosten
€ 2,1 verlies
integraal deel
€ 0,6
kosten
activatie
Registerhouder
eigen bedrijf
€ 100 Binnen-
€ 10,2
OK31
OK
OK
OK
Deels te
OK
Besluit-
Besluit-
gemeentelijke
besluiten
vorming
vorming
dekking -
(€2,1)
moet nog
moet nog
plaatst-
plaatst-
vinden
vinden
(€ 0,0005)
(€ 0,3)
€ 2,4
geschat
NHR
Bronhouders-
€ 3,1 (Rijk, Prov Watersch)
€ 1,4
OK (pilot
Besluit
OK (pilot
OK (pilot
(Gemeenten)
2jr), laatste
uitgesteld,
2jr)
2jr)
integraal deel
SZW per
bedrag
kosten
1/1/2013
akkoord
OK
OK
OK
OK
kosten
Registerhouder Stelsel
n.v.t.
€ 6,2
-
€ 150
€ 66,85
€ 7,5
voorz. Totaal
Een en ander betekent dat er nog een aantal te nemen stappen resteert; nota bene dat is exclusief eventuele overhevelingen of compensaties in het kader van het uniformeren van de dekking van bronhouderskosten:
28
Deze kosten zijn inclusief de eventuele kosten in de rol als Bronhouder van de betreffende Registratie-houder.
29
Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BAG jaarlijks ook € 1 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 30 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BRT jaarlijks ook € 1,5 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 31
Nota Bene: De kosten BRT worden niet geheel gedekt door de inkomsten uit inputfinanciering van I&M, maar deels door ‘activering eigen bedrijf’en deels (€2,1 milj) door een negatief resultaat dat Het Kadaster dekt met positieve resultaten van activiteiten in het kader van andere taken.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 27 van 63
32
33
a) In totaal moet nog € 19,6 miljoen overgeheveld worden, Voor € 12,1 miljoen daarvan bestaat goeddeels overeenstemming in het kader van de budgetfinanciering BRK en de 2 jarige pilot budgetfinanciering NHR). b) Er zijn geen afspraken gemaakt over een eventuele uitname uit het gemeentefonds c.q. het provinciefonds. De huidige bestedingen in tarieffinancieringsarrangementen bedragen circa € 5,1 miljoen voor gemeenten, respectievelijk € 0,9 miljoen voor provincies. c) Datzelfde geldt voor de Waterschappen waar geen fonds voor is en waarvan het huidig GBA34 gebruik een bedrag van circa € 0,3 miljoen beloopt. Over de € 3 miljoen “overheveling” via 35 facturatie voor gebruik NHR en BRK zijn al afspraken gemaakt. Overigens worden voor de Waterschappen BAG & BRT gefinancierd via jaarlijkse facturatie, hoewel formeel sprake is budgetfinanciering doordat een budgettaire relatie tussen Waterschappen en Rijk ontbreekt. d) Verder dient onderlinge herverdeling op departementaal niveau plaats te vinden. Complicerend hierbij zijn tariefgefinancierde ZBO’s die als afnemers van informatie uit het Stelsel nu wel tarieven betalen, maar geen directe relatie tot de rijksbegroting hebben, zodat voor overheveling op dit moment geen juridische grondslag bestaat (dit bedrag moet nog nader bepaald worden, maar bedraagt niet meer dan € 1 miljoen) Het onderwerp uniformiteit in de omgang met inwinnings/registratiekosten is door de VNG in de bestuurlijke discussie ingebracht. Concreet gaat het om de kosten van de bronhouders van de basisregistraties, deze dekking is nu nog niet uniform geregeld. De VNG wil de gemaakte afspraken rond deze financiering in het geheel van de analyse bespreken. De binnengemeentelijke gedekte inwinnings/registratiekosten voor gemeenten als bronhouders van BAG en GBA bedragen volgens de VNG naar schatting respectievelijk € 50 en € 100 miljoen per jaar. Voor de BRT zijn de jaarlijkse inwinnings/registratiekosten € 14,6 miljoen, voor de BRK € 113 miljoen en voor het NHR € 90,9 miljoen. Voor de GBA is er een restrisico met betrekking tot nog te overhevelen gelden van overheidsorganisaties die nog niet onder de huidige budgetfinanciering vallen. Deze geldstroom bedroeg in 2011 € 2,4. De exacte uitsplitsing ziet er als volgt uit: Tabel 4. Uitsplitsing tarieffinanciering GBA Overheidsorganisaties Departementen Provincies Waterschappen Samenwerkingsverbanden Rijksdienst voor het Wegverkeer Kadaster en Openbare Registers College voor Zorgverzekeraars Kamers van Koophandel en fabr. Overige ZBO’s Totaal tarieffin. overheidsgebruik Totaal tarieffin. privaat gebruik
Inkomsten tarief. GBA 2011 € 830.000 < € 500 € 325.000 € 360.000 € 490.000 € 140.000 € 130.000 € 180.000 < € 5000 € 2,4 miljoen € 4 miljoen
Ten aanzien van de vermelde ZBO’s geldt dat er geen financiële relatie is met de rijksbegroting en geen directe financiële relatie met het moederdepartement. Dit compliceert de transitie richting inputfinanciering. Voor BAG, BRT, BGT en de stelselvoorzieningen spelen deze risico’s niet. De inschatting van deze financiële risico’s heeft betrekking op het eerste eindbeeld van inputfinanciering van het overheidsgebruik. De risico’s in het zogenaamde 2e eindbeeld liggen expliciet buiten de scope van deze impactanalyse. In dat eindbeeld is inputfinanciering (aangevuld met maximaal een tarief ter hoogte van de marginale verstrekkingskosten) dekkend voor gebruik binnen én buiten de overheid. 32
Genoemde € 12,1 miljoen plus € 7,5 miljoen momenteel nog tariefgefionancierd overheidsgebruik BRK, NHR en GBA. € 9 miljoen budgetfinancieirng BRK Rijk, provincies en waterschapppen plus € 3,1 miljoen budgetfinancieirng NHR Rijk, Provincies en Waterschappen is samen € 12,1 miljoen. 34 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsverbanden waar Waterschappen soms ook onderdeel van uitmaken (totaal nog eens € 0,3 miljoen). 35 Deze oplossing middels facturen geeft overigens wel complicaties bij samenwerkingsverbanden waarbij de bedoelde wegname van belemmeringen (beprijzing van gebruik) effectief niet opgaat. 33
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 28 van 63
4.3 Dekking investeringen en incidentele kosten Naast de structurele jaarlijkse kosten zijn er ook incidentele kosten. Hierbij kan worden gedacht aan nieuwbouwprojecten, innovaties en (door)ontwikkeling. De basisregistraties gaan hier in hun financiering verschillend mee om. Dit betekent dat voor de ene registratie een ad hoc collecte noodzakelijk is bij incidentele kosten terwijl een andere registratie dat structureel heeft geregeld. Er is geen sturing op investeringen en innovatie van het stelsel in samenhang georganiseerd.
4.4 Verschillende financieringsarrangementen binnen één ZBO De eventuele introductie van inputfinanciering binnen de overheid voor het stelsel van basisregistraties kan binnen de organisaties van Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) leiden tot knelpunten. In sommige gevallen moet in de bedrijfsvoering heffing van tarieven op basis van profijtbeginsel worden gecombineerd met dekking van kosten vanuit inputfinanciering voor bepaalde afnemers. Het verschil tussen deze beide financieringsarrangementen binnen één ZBO zou kunnen leiden tot een veranderende 'dekkingsbalans' tussen private- en overheidsafname en frictie kunnen veroorzaken bij private afnemers. Hiernaast kunnen er hierdoor ook "weglekeffecten" optreden waarbij inkomsten worden aangetast door hergebruik, binnen en buiten de overheid. Oplossingsrichtingen liggen op financieel-technisch en organisatorisch vlak. In het rapport “Wie van de Drie” wordt naast 36 inputfinanciering de mogelijkheid van financiering via heffingen/retributies bij de initiële registratie genoemd. Welke oplossingsrichting wordt gekozen is in de huidige situatie de verantwoordelijkheid van betrokken bewindslieden.
4.5 Toename afname en gebruik De analyse heeft de kostenniveaus van 2011 in beeld gebracht. Natuurlijk is het mogelijk dat kosten gaan stijgen bij een toename in gebruik. Bij tarifering van gebruik stijgen de inkomsten als dat gebruik toeneemt. Bij inputfinanciering stijgt het beschikbare budget niet mee met dit extra gebruik. Voor zover het extra gebruik ook tot hogere kosten leidt, moeten bestuurlijke arrangementen worden getroffen om daarover politiek-bestuurlijk te kunnen besluiten.. Het is overigens wel de vraag of deze stijging ook plaatsvindt. Recente onderzoeken tonen aan dat zelfs een relatief grote toename in gebruik slechts leidt tot een beperkte stijging van kosten. De onderstaande tabel bevat een ruwe, indicatieve expertschatting van zowel het variabele deel als de variabiliteit van de structurele jaarlijkse kosten. Tabel 5. Overzicht variatie in kosten per Stelselonderdeel Stelselonderdeel
Structurele jaarlijkse kosten x miljoen
Variabele deel x miljoen
€ 0,7 € 0,3 Niet aangegeven € 0,6 ±€2 € 6,5
Variatie bij toename gebruik (verdubbeling) x miljoen € 0,15 p.m. 37 Niet aangegeven € 0,3 €0 38 €1
Variatie extreme toename gebruik (10x) x miljoen € 1,2 p.m. Zeer onwaarschijnlijk € 1,5 € 0,3 30 € 10
LV BAG LV BGT BRK BRT GBA NHR StelselVoorz.
€ 2,25 € 0,75 Niet aangegeven € 15,2 € 16 € 111,2 Nog niet te bepalen
Nog niet te bepalen
Nog niet te bepalen
Nog niet te bepalen
36
Zie Rapport “Wie van de drie, naar een doelmatige, duidelijke en duurzame financiering van het stelsel van basisregistraties”, september 2011, pagina 72, derde bullet. 37 Het tarief wordt in de huidige financieringssytematiek BRK gehanteerd als 'verdeelsleutel' om de kosten te verdelen over de private en de publieke sector. Naar de toekomst toe wenst Het Kadaster ook zo een eerlijke verhouding tussen privaat en publiek gebruik te bewerkstelligen, dat wil zeggen als het publiek gebruik verdubbelt en het private gebruik blijft gelijk moet dat gevolgen hebben voor de kostenverdeling en dus voor het budget. Voor de BRK worden de kosten zo dus niet alleen afhankelijk van het overheidsgebruik maar ook van de verhouding daarvan met het privaat gebruik. Een eenduidige relatie is mede daarom hier niet direct aan te geven volgens Het Kadaster. Voor de BRK lijkt een vertienvoudiging van het gebruik niet waarschijnlijk, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de BAG en BRT 38 De in de tabel genoemde kostentoename zijn de feitelijke meerkosten zoals die ingeschat worden bij een toename van het overheidsgebruik. Hierbij is ervan uitgegaan dat 10% stijging gebruik 5% stijging in kosten oplevert. Bij de huidige financieringsafspraken van de NHR worden de totale kosten naar rato van publieke versus privaat gebruik verdeeld. In die situatie stijgen de kosten recht evenredig aan het gebruik.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 29 van 63
De vraag naar de definitie en inschatting van de omvang van de marginale verstrekkingskosten in het kader van deze impactanalyse van het eerste eindbeeld niet beantwoord, omdat deze met name relevant is voor het tweede eindbeeld. Van de kant van de registratiehouders is nog opgemerkt dat het gebruik om-niet door de overheid wellicht ook kan leiden tot een daling van de afname in het niet-overheidsdomein, door zogenoemde “weglekeffecten”. Hierbij zijn drie situaties denkbaar: (a) de niet-overheidsafnemer neemt niet meer (of minder) af bij de registratiehouder omdat de overheidsafnemer dit in plaats van hem doet, (b) de overheidsafnemer neemt niet langer (of minder) bij private datahouders af, die op hun beurt daarom de registratiehouder minder bevragen en (c) de niet-overheidsafnemer neemt bij een overheidsafnemer af in plaats van bij registratiehouder. Situaties a en b zijn situaties in lijn met het gevoerde beleid en maximaliseren de maatschappelijke waarde: het Stelsel doet zijn werk op de meest efficiënte en effectieve wijze en het extra gebruik moet meegenomen worden in de inputfinanciering, zo deze tot extra kosten leidt. Situatie c is een ongewenste situatie: de nietoverheidsafnemer slaagt erin, in strijd met de wet, gegevens te verkrijgen aan het verkeerde loket. Dit behoeft een oplossing in de gebruiksvoorwaarden (en niet in de sfeer van extra middelen). Uiteraard zit er op dit punt een directe relatie met het tweede eindbeeld (de financiering van het gebruik buiten de overheid). Wat wel een grote impact op de kosten kan hebben is een wijziging in de producten & diensten portfolio (zie 4.2.). Doorlopende afstemming en gemeenschappelijke sturing op deze portfolio is van groot belang om risico’s te beheersen (tenzij er een strakke sturing op gelijke kosten plaatsvindt). Het gaat bij dit producten en dienstenportfolio niet alleen om de producten en diensten als zodanig, maar ook om kwaliteitsaspecten zoals: snelheid/performance, beschikbaarheid, service windows, vereisten en richtlijnen vanuit privacy/informatiebeveiliging en traceerbaarheid van informatie.
4.6 Financiële baten van het Stelsel Het Stelsel is vormgegeven vanuit de beleidsmatige ambities de dienstverlening te verbeteren, fraude te bestrijden, administratieve lasten voor burgers te verlagen en een efficiëntere overheid te realiseren. Een groot deel van de baten zijn kwalitatief en van dermate groot belang voor de kwaliteit van het openbaar bestuur dat een negatieve financiële businesscase niet bij voorbaat een reden zou zijn het Stelsel niet te realiseren. Evenwel blijkt uit verschillende onderzoeken dat deze financiële businesscase positief uitvalt. Bijlage E bevat een overzicht van de belangrijkste onderzoeken op dit vlak en hun conclusies. Het doorvoeren van inputfinanciering zal leiden tot substantieel lagere transactiekosten, immers zowel datahouders als afnemers en dikwijls ook verantwoordelijke ministeries behoeven niet langer, althans niet op een gedetailleerd niveau, het gebruik te registreren, deze te converteren in facturen, deze facturen in te boeken en te laten betalen en de uitvoering van deze processen te monitoren. Tevens wordt met gerealiseerde inputfinanciering binnen de overheid de frictie voorkomen die kan ontstaan 39 als overheidsorganisaties onderling gaan onderhandelen wie welke kosten moet dragen . Deze frictie moet dan wel eenmalig worden overwonnen in de transitie naar het eindbeeld voor gebruik binnen de overheid. 40
Onderzoek van Houghton (Australië 2011) toont aan dat de transactiekostenwinst circa 35% van de gemiste hergebruikopbrengsten bedraagt. Wellicht is dit % voor gratis intern gebruik lager, maar niet zo heel veel lager. Hierbij zij erop gewezen dat het in deze paragraaf gaat om de baten en lasten die voortvloeien uit het primaire gebruik van het stelsel en deze moeten onderscheiden worden van de baten die gerealiseerd kunnen worden door het hergebruik van de basisregistraties toe te staan, c.q. tegen marginale verstrekkingskosten dan wel voor niets.
39
Hierbij kan woden gedacht aan organisaties zoals veiligheidsregio’s, Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s), samenwerkingsverbanden op gebied van gemeentelijke bedrijfsvoering en diverse gemeenschappelijke regelingen. 40 Costs and Benefits of Data Provision - Report to the Australian National Data Service, John Houghton - Victoria University (Australië), 2011, http://ands.org.au/resource/houghton-cost-benefit-study.pdf
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 30 van 63
4.7 Financiële sturing Zowel in de visie op dienstverlening als in de visie die voor het Stelsel is ontwikkeld, wordt uitgegaan van één overheid en één Stelsel. Hoewel men van mening kan verschillen hoe ver die eenheid moet worden doorgevoerd, is voor het eindbeeld dat in het kader van deze impactanalyse is onderzocht in ieder geval het volgende noodzakelijk. Een integrale afweging van investeringsbeslissingen die betrekking hebben op individuele basisregistraties en gemeenschappelijke voorzieningen. Gelden kunnen maar één maal worden besteed en de rationaliteit van één basisregistratie of voorziening zou niet leidend moeten zijn. Het belang van het stelsel als geheel zou de doorslag moeten geven. Conform de uitgangspunten verwoord in paragraaf 2.2. In de werkprocessen binnen de overheid hebben de gegevens uit het Stelsel zwaarwegende gevolgen voor mensen (zoals stopzetten studiebeurzen, kwijtraken uitkeringen, opsluiting). De sturing op het stelsel weerspiegelt dit niet. De sturing is in de kern nog steeds op departementaal niveau per basisregistratie ingericht. De exacte invulling van een besturing & organisatie die bij het gewenste eindbeeld van Stelselfinanciering binnen de overheid past, is onderdeel van een eventueel op te stellen transitieplan. Op hoofdlijnen is echter wel aan te geven waar die besturing aan zou moeten voldoen. 1. Investeringsbeslissingen met betrekking tot de basisregistraties en de stelselvoorzieningen 41 worden gemeenschappelijk en in samenhang genomen. 2. Elke organisatie heeft ook enige financiële “ademruimte” in het budget nodig om 42 kostenschommelingen op te vangen. 3. Op termijn zouden investeringen kunnen worden gedekt uit een gemeenschappelijk fonds waarmee de robuustheid van het stelsel wordt vergroot en tevens efficiencyvoordelen kunnen worden behaald. 4. Sturing op gebruik vindt gemeenschappelijk plaats evenals de financiering ervan. 5. De producten & diensten portfolio van het Stelsel wordt gemeenschappelijk bestuurd met het oog op samenhang en efficiency. 6. Er vindt sturing plaats op samenhang tussen het functioneel beheer van de verschillende basisregistraties en stelselvoorzieningen, waar mogelijk worden combinaties gemaakt van bestaande structuren. Alles vanuit de gedachte van één Stelsel voor de afnemers/eindgebruikers. 7. Basisregistraties zijn van vitaal belang van de overheid. Dekking van de kosten moet zijn geborgd en moet robuust zijn in de zin dat er binnen de gestelde budgettaire kaders voldoende ruimte is om tegenvallers op te vangen. De inrichting van de besturing moet dit faciliteren. 8. Monitoring moet worden uitgebreid als input voor sturing in samenhang en als prikkel voor efficiency en effectiviteit. Een illustratie hiervan geeft situatie rondom de voorgenomen fiscalisering van de heffingen van het NHR. Parallel hieraan legt E&LI een forse taakstelling (circa 30%) op aan de beheerder van het NHR. In combinatie met te realiseren inputfinanciering zijn er voor de beheerder van het NHR minder mogelijkheden inkomsten te vergroten.
4.8 Impact oplopende strategische projecten Onderdeel van de onderzoeksopdracht was om grote projecten in beeld te brengen die mogelijk verstoord kunnen worden door de transitie in financiering van het Stelsel. Alleen het Traject Modernisering GBA is relevant gebleken. De transitieplanning zou moeten worden afgestemd of aangepast op traject mGBA. Dit heeft voor dit onderdeel een langere doorlooptijd tot gevolg, naar verwachting 2 jaar bij de geplande doorlooptijd tot in 2016.
4.9 Europese ontwikkelingen Uiteraard dient bij de gedachtevorming rond de financiering en de sturing die daarbij hoort, ook rekening gehouden te worden met ‘Brusselse invloeden’, waarop immers maar beperkte invloed uitgeoefend kan worden. Daarbij moeten we dan vooral denken aan de wetgevingsinitiatieven die het meest intrusief zijn. Concreet ligt er op dit moment op tafel een voorstel tot wijziging van de 41 Ten aanzien van het specifieke arrangement voor de BRK heeft gemeenschappelijke sturing ook consequenties voor de governance: gemeenschappelijk betekent daar automatisch ook in samenhang met prioriteiten vanuit de rechtszekerheidsfunctie van de BRK. 42 Deze kostenschommelingen kunnen bijvoorbeeld ook worden veroorzaakt door I-NUP voorzieningen zoals de Berichtenbox of eHerkenning.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 31 van 63
Hergebruik Richtlijn Overheidsinformatie. De versie die thans door het Europese Parlement en de Europese Raad besproken wordt bevat bepalingen die de tarifering voor het toestaan van hergebruik maximeren op het niveau van de marginale kosten voor verstrekking. Van deze regel mag alleen afgeweken worden als, populair gezegd, de overheidsorganisatie, zonder deze inkomsten terstond omvalt en de beslissing om (derhalve) af te wijken van de hoofdregel is goedgekeurd door een nog op te zetten nationale ‘hergebruikwaakhond’, die uiteraard volledige transparantie mag en zal eisen waar het de bepaling van de tarieven aangaat (zodat deze kan controleren of de uitzondering terecht wordt ingeroepen). Het spreekt voor zich dat dit tariefmaximum – dat overigens ook opgenomen is in het voorstel voor de nieuwe Wob – met name van groot belang is voor de bepaling van (de financiering van) het tweede eindbeeld, waarin de tarifering (of liever de afwezigheid daarvan) van verstrekkingen buiten het overheidsdomein meegenomen zullen worden. Daarnaast speelt uiteraard in het geodomein de INSPIRE Richtlijn een blijvende rol, die immers onder meer bepaalt welke en hoe gegevenssets wanneer ontsloten moeten zijn. Voorts bevat de recent aangenomen Richtlijn 43 2012/17/EU bepalingen over de tussen nationale houders van Handelsregisters uit te wisselen informatie. Verder zijn er nog initiatieven, zoals het scheppen van een wereldwijd systeem voor het identificeren 44 45 van partijen bij financiële transacties (LEI) , de uitwisseling van voertuiggegevens (EUCARIS) , 46 alsmede in het sociale zekerheidsdomein (EESSI) , die weliswaar geen directe impact hebben op de geldstromen, maar wel invloed hebben op de te zijner tijd (internationaal) uit te wisselen gegevens en daarmee ook op de datastromen (hoewel deze, kwantitatief gezien, toch relatief klein zullen zijn ten opzichte van de hoeveelheid nationale uitwisselingen).
43
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:156:0001:0009:NL:PDF http://www.financialstabilityboard.org/publications/r_120608.pdf https://www.eucaris.net/ 46 http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=869 44 45
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 32 van 63
5. Besluitvorming en transitie 5.1 Vervolgstappen naar het eerste eindbeeld Na het vaststellen van de impactanalyse kan de programmaraad, in combinatie met een geformuleerd toekomstbeeld met betrekking tot de besturing van het stelsel, overwegen of zij positief danwel negatief wil adviseren richting het DB-BRG ten aanzien van het eindbeeld van inputfinanciering binnen de overheid. Een positief advies dat door DB-BRG wordt overgenomen, markeert de start van de activiteiten met betrekking tot de transitie naar het eerste eindbeeld dat als einddatum 1/1/2015 heeft. De formele besluitvorming zal zoals afgesproken plaatsvinden in respectievelijk BRG eind 2012 en naar verwachting daaropvolgend in de Ministerraad. Bij agendering in de BRG eind december 2012 zal er tevens een transitieplan worden bijgesloten. Dit transitieplan zal de volgende elementen omvatten.
Eindbeeld 1/1/2015 waar nodig in meer detail, met betrekking tot scope, financiële mutaties en risico’s Activiteiten en de planning daarvan op hoofdlijnen om genoemd eindbeeld te bereiken, hierbij moet rekening worden gehouden met wederzijdse afhankelijkheden maar ook de verschillende snelheden binnen de overheid. Tegelijk moet men niet op elkaar gaan wachten. Sturing op de activiteiten (hoe en door wie) Benodigde mensen/middelen voor de transitie Beschrijving of en hoe basisregistraties/onderdelen die buiten de initiële scope van de impactanalyse vallen, worden meegenomen in de transitie. 47 Aandacht voor specifiek onderkende knelpunten/risico’s en hoe deze worden geadresseerd
De BRG wordt naast de besluitvorming ook gevraagd in stemmen met het transitieplan en een beeld van de toekomstige besturing op hoofdlijnen. Genoemde elementen vormen daarna de basis voor verdere activiteiten.
5.2 Doorkijk naar het tweede eindbeeld Naast de ‘interne’ baten binnen de overheid zijn er baten die samenhangen met het gebruik ‘om-niet’ buiten de overheid, het zogenaamde tweede eindbeeld. Ofschoon deze baten strikt genomen buiten het eerste eindbeeld vallen – vrij gebruik binnen de overheid – is het niettemin belangrijk, zoals herhaaldelijk benadrukt in de werkgroep en bij de bespreking van het concept van deze impcatanalyse in de Stuurgroep Werkend Stelsel en de PSB, dat deze potentieel substantiële baten niet geheel buiten het gezichtsveld vallen. Het advies ‘Wie van de Drie’ wijdt hier een heel hoofdstuk aan en concludeert in paragraaf 5.3, geparafraseerd, dat een open en grootschalig gebruik van de basisregistraties kan een krachtige impuls geven aan de Nederlandse economie. Dit sluit ook naadloos aan op tal van ontwikkelingen – thans, veel concreter dan in september 2011 toen het rapport ‘Wie van de Drie’ werd gepubliceerd – zoals het voorstel voor een nieuwe Richtlijn Hergebruik Overheidsinformatie (gelanceerd in december 2012) en het Open Data gedachtegoed dat doorklinkt in het voorstel voor een nieuwe Wob (per juli 2012 in publieke consultatie gegaan) en vooral ook het van kracht worden van de Wet Markt en Overheid per 1 juli 2012. Al deze regelingen wijzen op het terugdringen van het in rekening brengen van tarieven voor hergebruik (boven het niveau van marginale verstrekkingskosten) en, meer algemeen, marktexploitatie door de overheid van informatieproducten. Sterker nog: zowel het Europese voorstel als ook het voorstel voor de nieuwe Wob (in hun huidige vorm) bevatten verboden meer te rekenen dan de marginale verstrekkingskosten. Het advies ‘Wie van de Drie’ dat ‘Financiering van het Stelsel uit tarieven op (her)gebruik is aan te merken als onlogisch, onwenselijk en irreëel’, is daarmee nog steeds (of steeds meer) relevant. Het advies uit ‘Wie van de Drie’ wordt overigens bevestigd door een ware vloedgolf van empirisch onderzoek op dit gebied dat (met name) het afgelopen jaar gepubliceerd is. De uitkomsten deze onderzoeken wijzen een eenduidige richting op: het vrijgeven van overheidsinformatie voor hergebruik aan eenieder liefst voor niets, maar anders tegen maximaal de marginale kosten voor verstrekking, 47
Knelputen zoals bijvoorbeeld hoe om te gaan met tariefgebaseerde ZBO’s waarmee geen financiele relatie is vanuit de rijksbegroting. Bestuurders zullen voldoende vertrouwen moeten hebben dat dit naar tevredenheid kan worden opgelost.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 33 van 63
heeft per saldo op een macroniveau zeer positieve effecten op de economie (groei, werkgelegenheid en innovatie). Sterker nog: het is een overheidsinvestering die een hoge return on investment biedt: de extra belastinginkomsten wegen al snel op tegen de door de overheid gederfde inkomsten. Bijlage F geeft een overzicht van de belangrijkste onderzoeken en hun uitkomsten. Uiteraard is het wijs ook voor dit tweede eindbeeld een impactanalyse uit te voeren. Immers, we moeten ons realiseren dat enkele ‘datahouders’, met name het Kadaster, in hoge mate afhankelijk zijn van de inkomsten uit verstrekkingen, vooral waar het de rechtszekerheidstaak aangaat. Die taak is weliswaar niet te kwalificeren als het toestaan van hergebruik, maar uiteraard zal de aanwezigheid van een concurrerende informatiebron – de markt mag immers de kadastrale informatie ook aanbieden – het aantal opvragingen en raadplegingen van de BRK bij het Kadaster terugdringen. Het gebruik van de BRK zal zich beperken tot die situaties waarin afnemers de BRK moeten gebruiken of de risico’s die schuilen in het niet gebruiken van de authentieke data te groot zijn. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de notaris die verplicht is de basisregistratie Kadaster te raadplegen bij levering van onroerende zaken en de advocaat die beslag wil leggen op een perceel. De toetreding van marktpartijen triggert uiteraard ook andere kwesties, zoals de waarborgen die geschapen moeten worden om te voorkomen dat afnemers niet in de war raken over het karakter van de gegevens (zoals de authenticiteit ervan). Niettemin, zoals het bovenstaande mag aantonen: het is lastig en eigenlijk kunstmatig het eerste en tweede eindbeeld los van elkaar te zien omdat de domeinen elkaar raken en zelfs overlappen en omdat het zetten van de eerste stap goed beschouwd het bijtrekken van het tweede been veronderstelt, wil men de maximale revenuen van het hergebruik potentieel contant willen maken. Dit vereist wel een ruime overgangsperiode en een fundamenteel ander financieringsen sturingsmodel. Bewijsvoering rond het tweede eindbeeld De afgelopen jaren zien we een hausse van studies naar economische effecten van ruimhartige beschikbaarstelling van overheidsinformatie (Open Data). Deze, veelal empirische, studies leveren vrij eenduidige beelden op die met name relevant zijn voor het tweede eindbeeld: (bijna) gratis verstrekking aan afnemers buiten de overheid. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste conclusies; de namen tussen haakjes verwijzen naar de auteurs van deze studies die in Bijlage F wat uitgebreider worden omschreven. 1. Er is een groeimarkt voor hergebruik die economisch significant is. De directe en indirecte economische impact van hergebruik op Europees niveau wordt geschat op 140 miljard euro per jaar en de geschatte welvaartseffecten van (bijna) gratis verstrekking op 40 miljard euro per jaar in 2010. Dit in contrast met directe inkomsten van in de markt exploiterende overheden die dat jaar circa 1.4 miljard euro per jaar belopen (Vickery). 2. ‘De markt’ voor hergebruik van overheidsinformatie gedraagt zich niet volgens klassieke economische wetten, met name vanwege het non-rivalry en non-exclusionary karakter en het feit dat de (hoge) first copy costs gedekt (zouden moeten) worden in het kader van de publieke taak en de reproductie- en distributiekosten voor alle opvolgende kopieën praktisch gelijk zijn aan nul (Pollock, Newbery). 3. Gebaseerd op deze (andere) wetten brengen overheden in toenemende mate slechts marginale kosten voor verstrekking in rekening aan hergebruikers. Dergelijke wijzigingen in hergebruikbeleid vertalen zich in ‘benedenstroomse netwerkeffecten’: a. zeer substantiële toenames (soms zelfs factor 10) van gebruik, veroorzaakt door zowel een stijging in het aantal hergebruikers als het volume per hergebruiker, hetgeen een prijselasticiteit van de vraag veronderstelt die (veel) groter is dan 1. (Pollock, Newbery, POPSIS (KNMI, METNO, Spaanse kadaster cases), Houghton). b. Dit geldt met name waar het datasets aangaat die een hoge infrastructurele waarde hebben, zoals basisregistraties (Deense adressen, Spaanse Kadaster en Australische topografische kaart cases) en voor het hergebruikende midden- en kleinbedrijf (POPSIS (KNMI, METNO, Spaanse kadaster cases), waar dit zich ook doorvertaalt in economische groei: 7% en 19% meer groei na respectievelijk 1 en 2 jaar dan bij vergelijkbare bedrijven die niet het voordeel hebben van gratis hergebruik (Koski, in het geo-domein). Vergelijkbare cijfers zijn te vinden in het meteo-domein (POPSIS (KNMI case) en Pettifer). 4. Het gratis in hergebruik geven heeft ook positieve effecten op de verstrekkende overheidsorganisatie. a. De kostenstijging lijkt minimaal, waarbij de gemiddelde totale kosten zich naar het niveau van de vaste kosten bewegen (POPSIS, Pollock, Newbery).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 34 van 63
b. Ook wijzen enkele studies op een hogere efficiency en lagere transactiekosten, naast niet economische effecten zoals minder spanning met marktpartijen. (POPSIS (METNO, KNMI, Deense adressen cases), c. Het verlies aan inkomsten is, tegen de achtergrond van het totale budget van de overheidsorganisatie, veelal minimaal (lager dan 5%). Voor een klein gedeelte geldt echter dat zij waarlijk afhankelijk zijn van inkomsten uit verstrekking, met name die buiten de overheid (POPSIS (Nederlandse Kadaster en Kamer van Koophandel en Infocamere cases)). 5. De onderzoeksgegevens ondersteunen de business case op macro (schatkist)niveau: na verloop van tijd wegen de extra belastinginkomsten op tegen het verlies aan inkomsten. Als dit punt bereikt is, nemen de netto baten van de beslissing steeds maar verder toe. De precieze terugverdientijd is nog niet onderzocht, maar de combinatie van onderzoeksgegevens suggereert een periode van 1-3 jaar (Houghton, POPSIS (KNMI case), Pollock).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 35 van 63
6. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste conclusies van deze impactanalyse weergegeven.
6.1 Algemeen Het beeld dat uit de financiële analyse komt is dat de beweging richting het geschetste eindbeeld van inputfinanciering binnen de overheid in feite al is ingezet. Wel moeten er nog een aantal knelpunten worden opgelost. Onder andere met betrekking tot de verdeling van de lasten tussen centrale en decentrale overheden. Daarnaast spelen enkele praktische punten die met name gecreëerd worden doordat inputfinanciering financiële relaties schept tussen partijen die deze voorheen niet hadden. Denkt men deze echter even weg, dan is het duidelijk: de beweging is grotendeels al gemaakt en de om te leggen geldstromen zijn de facto beperkt. Als je de beweging wil afmaken, dan vereist dat niet alleen een gedragen beeld van en overeenstemming over de basis en uitwerking van de financiële arrangementen – zie de 8 punten onder paragraaf “Financiële sturing” in hst 4 – maar een veel bredere visie op de sturing van het Stelsel in het algemeen. Hierbij moet immers de behoefte van afnemers centraal staan en dit vertaalt zich dan in het scheppen van een structuur en proces waarin de beheerders van het Stelsel en de onderdelen daarvan adequaat kunnen reageren op wensen uit het veld, alles met het doel het Stelsel goed te laten functioneren. Dit betekent dus dat je de sturing van de financiering van het Stelsel niet los kan zien van de sturing van het Stelsel in zijn geheel. Conform het verzoek van de PSB heeft de projectgroep dienaangaande een notitie geschreven die als apart document in de vergadering wordt ingebracht, maar wel aansluit bij deze impactanalyse. Daarbij moet uiteraard ook rekening worden gehouden met externe invloeden zoals de regels uit Europa en de sectorale initiatieven. Tevens, en daarmee verbandhoudend, moeten we ons bij het scheppen van een sturingsvorm realiseren dat het intern vrijgeven van gebruik tevens de deur opent naar het tweede eindbeeld: het gratis hergebruik van de gegevens.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 36 van 63
6.2 Conclusies puntsgewijs 1. Financiële risico’s vanuit de noodzaak van herverdeling van middelen om het gewenste eerste eindbeeld te bereiken zijn beheersbaar. Samengevat is het beeld als volgt: Tabel 3 Overzicht Financiering en Status overheveling In de tabel is te zien dat de dekking van de bronhouderskosten nog niet uniform is. De eventuele overhevelingen of compensaties die nodig zijn om deze dekking wel te uniformeren zijn in deze 48 tabel niet opgenomen . €X
Dekking
Input-
Tarief-
miljoen
Bronhoudersko
gefinancierd
gefinancierd
per
sten
overheids-
overheids-
gebruik
gebruik
jaar
Register-
Transitie inputfinanciering voor gebruik afgerond
Rijk
Gemeenten
Provincie
Watersch.
VNG wil
OK
OK
houders49 BAG
€ 50
€ 2,25 50
-
OK
Binnen-
uniformiteit
gemeentelijke
financiering
dekking -
allebronhou derskosten
geschat BGT
Bronhouders-
€ 34
-
OK
OK
OK
OK
€9 (Rijk, Prov. Watersch.)
€ 3,7
OK, nog
Besluit
OK, nog
OK, nog
(Gemeenten)
gesprek
uitgesteld,
gesprek
gesprek
integraal deel
over
bedrag
over
over
kosten
hoogte
akkoord
hoogte
hoogte
Registerhouder
bedragen
bedragen
bedragen
kosten integraal deel kosten Registerhouder BRK
Bronhouderskosten
BRT
GBA
51
Bronhouders-
€ 12,5
kosten
€ 2,1 verlies
integraal deel
€ 0,6
kosten
activatie
Registerhouder
eigen bedrijf
€ 100 Binnen-
€ 10,2
€ 2,4
52
OK
OK
OK
OK
Deels te
OK
Besluit-
Besluit-
gemeentelijke
besluiten
vorming
vorming
dekking -
(€2,1)
moet nog
moet nog
plaatst-
plaatst-
vinden
vinden
(€ 0,0005)
(€ 0,3)53
geschat
NHR
Bronhouders-
€ 3,1 (Rijk, Prov Watersch)
€ 1,4
OK (pilot
Besluit
OK (pilot
OK (pilot
(Gemeenten)
2jr), laatste
uitgesteld,
2jr)
2jr)
integraal deel
SZW per
bedrag
kosten
1/1/2013
akkoord
OK
OK
OK
OK
kosten
Registerhouder Stelsel
n.v.t.
€ 6,2
-
€ 150
€ 66,85
€ 7,5
voorz. Totaal 48
Dit is geen financieël risico omdat bij achterwege blijven van overheveling de gemeenten gewoon zouden blijven betalen. Het is wel een risico voor het volledig realiseren van het eertse eindbeeld. Zie ook conclusie 2. 49 Deze kosten zijn inclusief de eventuele kosten in de rol als Bronhouder van de betreffende Registratie-houder. 50 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BAG jaarlijks ook € 1 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 51 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BRT jaarlijks ook € 1,5 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 52 Nota Bene: De kosten BRT worden niet geheel gedekt door de inkomsten uit inputfinanciering van I&M, maar deels door ‘activering eigen bedrijf’en deels (€2,1 milj) door een negatief resultaat dat Het Kadaster dekt met positieve resultaten van activiteiten in het kader van andere taken. 53 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsvervanden (totaal nog eens € 0,3miljoen).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 37 van 63
Een en ander betekent dat er nog een aantal te nemen stappen resteert nota bene dat is exclusief eventuele overhevelingen of compensaties in het kader van het uniformeren van de dekking van bronhouderskosten: 54 55 a) In totaal moet nog € 19,6 miljoen overgeheveld worden, Voor € 12,1 miljoen daarvan bestaat goeddeels overeenstemming in het kader van de budgetfinanciering BRK en de 2 jarige pilot budgetfinanciering NHR). b) Er zijn geen afspraken gemaakt over een eventuele uitname uit het gemeentefonds c.q. het provinciefonds. De huidige bestedingen tarieffinancieringsarrangementen bedragen circa € 5,1 miljoen voor gemeenten, respectievelijk € 0,9 miljoen voor provincies. c) Datzelfde geldt voor de Waterschappen waar geen fonds voor is en waarvan het huidig GBA56 gebruik een bedrag van circa € 0,3 miljoen beloopt. Over de € 3 miljoen “overheveling” via 57 facturatie voor gebruik NHR en BRK zijn al afspraken gemaakt. Overigens worden voor de Waterschappen BAG & BRT gefinancierd via jaarlijkse facturatie, hoewel formeel sprake is budgetfinanciering doordat een budgettaire relatie tussen Waterschappen en Rijk ontbreekt. d) Verder dient onderlinge herverdeling op departementaal niveau plaats te vinden. Complicerend hierbij zijn tariefgefinancierde ZBO’s die als afnemers van informatie uit het Stelsel nu wel tarieven betalen, maar geen directe relatie tot de rijksbegroting hebben, zodat voor overheveling op dit moment geen juridische grondslag bestaat (dit bedrag moet nog nader bepaald worden, maar bedraagt niet meer dan € 1 miljoen) Daarnaast geldt: e) Voor de basisregistraties BRT, BAG en BGT is inputfinanciering voor het overheidsgebruik reeds gerealiseerd. f) De discussie omtrent budgetfinanciering BRK (€ 12,7 miljoen) en NHR (€ 4,5 miljoen) loopt. 58 Behalve voor het gebruik door gemeenten is er overeenstemming voor alle andere 59 overheden voor de pilot budgetfinanciering NHR en nagenoeg overeenstemming voor alle andere overheden over de budgetfinanciering BRK. Met name de pilot voor budgetfinanciering van het NHR kent nog een jaarlijkse bijstelling naar rato van gebruik. Bij een besluit voor inputfinanciering dient die jaarlijkse bijstelling te vervallen, hetgeen nog een inspanning vergt. g) Met betrekking tot de GBA (€ 2,4 miljoen) geldt dat het grootste deel van de inputfinanciering is geregeld. De nieuwe abonnementen structuur maakt de stap voor het resterende deel eenvoudiger. De stelselvoorzieningen zijn momenteel structureel gedekt vanuit de BZKbegroting en daarmee inputgefinancierd. 2. De omgang met inwinnings/registratiekosten is niet uniform en een onderwerp voor de bestuurlijke discussie. Concreet gaat het om de kosten van de bronhouders van de basisregistraties. Deze zijn nu niet uniform ingericht. De VNG wil de gemaakte afspraken rond deze financiering in het geheel van de analyse bespreken. Hierbij moet bestuurlijk worden afgewogen of de principiële uniformiteit leidend is en welk model voor dekking van deze kosten gebruikt gaat worden of dat op bepaalde onderdelen pragmatische invulling de beste weg is. 3. De impactanalyse signaleert een onvolkomenheid met betrekking tot het niet beschikbaar hebben van middelen voor investeringen nodig voor innovaties en afschrijving van betrokken basisregistraties. BAG, BRK en BRT hebben in hun structurele dekking een component voor investering en innovatie. NHR en GBA hebben die component niet. Deze onvolkomenheid is onafhankelijk van de keuze voor een bepaald financieringsarrangement.
54
Genoemde € 12,1 miljoen plus € 7,5 miljoen momenteel nog tariefgefionancierd overheidsgebruik BRK, NHR en GBA. € 9 miljoen budgetfinancieirng BRK Rijk, provincies en waterschapppen plus € 3,1 miljoen budgetfinancieirng NHR Rijk, Provincies en Waterschappen is samen € 12,1 miljoen. 56 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsverbanden waar Waterschappen soms ook onderdeel van uitmaken (totaal nog eens € 0,3 miljoen). 57 Deze oplossing middels facturen geeft overigens wel complicaties bij samenwerkingsverbanden waarbij de bedoelde wegname van belemmeringen (beprijzing van gebruik) effectief niet opgaat. 55
58
De laatste departementen zijn inmiddels geheel aangesloten op de pilot budgetfinanciering NHR voor 2012 en 2013; BZK per 1 april 2012 en SZW per 1 jan 2013. 59 Voor de budgetfianncieringKadaster is nog wat discussie over de hoogte van de bijdrage van EL&I in verband met toekomstig te decentraliseren taken naar bijvoorbeeld Provincies en over de hoogte van de bijdrage van de Waterschappen in verband met hun aandeel in samenwerkingsverbanden met gemeenten.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 38 van 63
4. Introductie van inputfinanciering voor het stelsel van basisregistraties kan binnen de organisaties van betrokken Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) leiden tot knelpunten doordat het combineren van verschillende financieringsarrangementen binnen één organisatie gaat wringen. Evenals het optreden van mogelijke “weglekeffecten” waarbij inkomsten worden aangetast door hergebruik binnen en buiten de overheid. 5. Financiële risico’s vanuit stijging van de kosten door een toename van gebruik zijn naar verhouding beperkt. Bestuurlijke afspraken voor dekking van eventuele kostentoename zijn nodig. 6. Een gedeeld beeld van de producten en diensten portfolio is noodzakelijk, en de afwezigheid daarvan een te adresseren risico. Een voorstel hiertoe is in deze impactanalyse gedaan. Integrale sturing op de producten en diensten portfolio (en serviceniveaus!), gedacht vanuit de werking van het gehele stelsel is essentieel vanwege de verschillende kosten voor verschillende onderdelen en de keuzes die daarbij kunnen worden gemaakt. 7. Kosten en baten van het Stelsel vallen op verschillende plekken. Baten veranderen niet door de financiering. Baten staan op hoofdlijnen in Bijlage E bij deze impactanalyse beschreven. Stroomlijning van de financiering zorgt er voor dat deze potentiële baten ook gerealiseerd kunnen worden, doordat beter gebruik wordt gemaakt van de informatie die de overheid heeft. Vanuit verplicht gebruik ligt sturen op maximalisatie van baten, in die werkprocessen waar de gegevens het Stelsel van Basisregistraties (kunnen) worden toegepast, meer voor de hand dan het verder onderzoeken van de specifieke baten per overheidsorganisatie. 8. Aan de kostenkant vinden sterke reducties plaats zowel bij de datahouders als bij de gebruikers doordat transactiekosten dalen: de noodzaak te administreren en factureren neemt grotendeels af en kan tot aanzienlijke besparingen leiden. 9. Financiële besturing van het stelsel als geheel moet in de komende jaren verder worden ingericht. De programmaraad is de start en niet het einde van die ontwikkeling. 10. Bij inputfinanciering is er meer transparantie in de kosten van het publieke gebruik en zal er scherper op die kosten kunnen worden gestuurd. Risico is dat bezuinigingen leiden tot continuïteitsrisico’s , waarvan de impact niet bij de eigenaren van de registraties ligt maar bij de gebruikers. 11. Bij afrekening met behulp van tarieven kunnen partijen intern schuiven met geld en in beperkte mate dempende buffers opbouwen. Inputfinanciering tast dit aan. In de uitwerking van de sturing moet hier rekenschap van gegeven worden, zodanig dat de toekomstige eigenaar hierop kan acteren. 12. Ten aanzien van risico's door impact op lopende strategische ICT-projecten is alleen mGBA relevant gebleken. De transitieplanning moet worden afgestemd of aangepast op traject mGBA. Dit heeft voor dit onderdeel een langere doorlooptijd tot gevolg, naar verwachting 2 jaar, bij de geplande doorlooptijd tot in 2016. 13. Aanvullende eisen aan digitale dienstverlening zoals met betrekking tot privacy, informatiebeveiliging en traceerbaarheid van informatie leiden mogelijk tot extra kosten in de toekomst. Binnen het gekozen financieringsarrangement moet hier ruimte voor zijn. Dit is onafhankelijk van welk financieringsarrangement men kiest.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 39 van 63
Bijlagen Bijlage A. Verwijzing naar conclusies en paragrafen per onderzoeksvraag Voor een goede uitvoering van deze analyse zijn de onderzoeksvragen op die meegegeven warden door de Programmaraad voor het Stelsel van Basisregistraties en het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep e-Overheid en dienstverlening op een meer gestructureerde wijze ingevuld. Deze vragen worden alle in deze rapportage geraakt. Voor het overzicht is hieronder in een tabel weergegeven welke conclusies en eventueel welke paragrafen op de betreffende onderzoeksvragen ingaan. Tabel met verwijzingen naar conclusies en paragrafen per onderzoeksvraag: Onderzoeksvragen Wat zijn de financiële risico’s en hoe kunnen die worden ondervangen? Hoe geven we concreet structurele herverdeling van bestaande budgetten (budgetneutraal) vorm met inachtneming van medeoverheden? Wat verstaan we exact onder marginale verstrekkingskosten? Welke baten worden verwacht (kwalitatief en kwantitatief)? Wat valt nu wel en niet onder de te regelen financiële dekking?
2 & 6.
Wat is de impact op gebruik en hoe kunnen de kosten worden beheerst? Wat is de impact van de transitie van geschetste eindbeelden op lopende strategische ICT-projecten? Wat zijn gevolgen voor uitvoerende organisaties? Hoe raakt de verschuiving van geldstromen de governance van stelselonderdelen?
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Conclusie 1, 3, 10 & 11.
In rapport § 4.2 & § 4.3
1 & 2.
§ 4.2
7.
5.
§ 4.5 § 4.6, Bijlage E & Bijlage F § 3.2 & Bijlage B § 4.5
12.
§ 4.8
1, 4, 8 & 11. 5, 6, 9 & 10.
Hst. 2 & § 4.4 § 4.3, § 4.7 & Hst. 2
Pagina 40 van 63
Bijlage B. Overzicht producten en diensten in Stelsel Portfolio producten & diensten Stelsel Om een eenduidige discussie te kunnen voeren over de financiering van het Stelsel van Basisregistraties is een gedeeld beeld noodzakelijk over de geleverde producten en diensten. De producten- en dienstenportfolio onderscheidt de volgende leveringsvormen. Leveringsvormen en definities: Uitgestelde gegevenslevering Eenmalige verstrekking van gegevens waarbij het beantwoorden van de gegevensvraag en het samenstellen van de gegevenslevering (bestand of bericht) tijd kost en levering plaatsvindt op een tussen afnemer en verstrekker overeengekomen tijdstip. Gegevenslevering op basis van abonnementen Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker van de gegevens en vindt plaats op basis van abonnementen. Het moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen leveringscriteria. De levering kan periodiek of gebeurtenisgedreven zijn. Directe gegevenslevering via webservices Er is sprake van een machine-machine-interface voor levering van de gegevens. Door toepassing van een webservice kan een applicatiecomponent van de afnemer zélf zonder menselijke tussenkomst en zonder grote vertraging (orde: seconden) gegevens uit een basisregistratie opvragen. Directe inzage via portals (of directe gegevenslevering via portals) Er is sprake van een mens-machine-interface voor directe levering van de gegevens. Via een zogenaamde portal, die in beheer is bij de verstrekker van de gegevens, kan de afnemer zonder grote vertraging (orde: seconden) de gewenste gegevens opvragen. Uitgangspunten bij de samenstelling van dit producten- en dienstenportfolio: • Papieren en fysieke dienstverlening vallen nadrukkelijke buiten scope van de producten & diensten portfolio. • Een bulklevering, waarbij sprake is van het leveren van een grote hoeveel gegevens in één keer, is niet als aparte leveringsvorm onderkend. Een bulklevering wordt gezien als een variant op één van bovengenoemde leveringsvormen. • Er wordt geen onderscheid gemaakt naar enkelvoudige leveringen (gegevenslevering door precies één basisregistratie) en samengestelde leveringen (gegevenslevering vanuit twee of meer basisregistraties).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 41 van 63
Tabel 2 Producten & diensten portfolio Stelsel Registratie
Uitgestelde gegevenslevering
Gegevenslevering op basis van abonnementen
BAG
• BAG Compact • BAG Extract
• BAG Compact Abonnement • BAG Extract Abonnement
BGT BRK
• Nader te bepalen • Massale Output AKR (Bestandslevering kadastrale registratie) • Massale Output DKK (Bestandslevering kadastrale kaart) • BRK Levering stand
BRT
• Bestandsleveringen BRT: TOP10NL TOPGrenzen TOP25Namen TOP50Namen TOP250Namen TOP25Raster TOP50Raster TOP250Raster TOP50Vector TOP250Vector • Kopiedatabase / Bestandslevering • (GBA-V Full Service) Selectieverstrekking • (GBA-V Full Service) Ad hoc vraag / verstrekking op verzoek • (GBA-V Full Service) Ad hoc adresvraag / adresverstrekking op verzoek • Steekproeven, queries en tellingen • Register (uitgifte BTWnumers) • Ad hoc verstrekkingen op verzoek
• Nader te bepalen • Standen- & mutatieabonnement Massale Output - AKR • Standen- & mutatieabonnement Massale Output - DKK • BRK-levering Standabbonnement (in de loop van 2013) • BRK-levering Mutatie abbonnement (in de loop van 2013) • Abonnement BRT (De abonnementsvorm voor de BRTbestanden betreft een afspraak voor levering van de updates van de betreffende BRTbestanden, zoals benoemd onder ‘bestandsleveringen BRT’.) • GBA Full Service – Conditioneel (gebeurtenissen) • GBA Full Service – Spontaan • BRP Centrale Voorziening Levering (oktober 2013)
GBA
NHR
• Mutatie abonnementen • Abonnementen via digilevering
Directe gegevenslevering via webservices • BAG Bevraging • BAG Geocodeer Service (PDOK) • WMS (Web Mapping Service) Adressen (PDOK) • WFS (Web Feature Service) Adressen (PDOK) • Nader te bepalen • KIK-inzage (Online webservice kadastrale registratie) • WMS (Web Mapping Service) Kadastrale Kaart (PDOK) • WMS en WFS van Bestuurlijke grenzen
Directe inzage via portals
• BAG Viewer • BAG Web
• Nader te bepalen • Kadaster-on-line • BRK-BAG adressen online (koppeltabel BRK-BAG)
• Web Mapping Service (WMS) BRT (PDOK): BRT Achtergrondkaart (PDOK) TOP10NL (PDOK) TOP50Vector (PDOK) TOP50Raster (PDOK) TOP250Raster (PDOK)
• Web Mapping Service (WMS) BRT (PDOK): BRT Achtergrondkaart (PDOK) TOP10NL (PDOK) TOP50Vector (PDOK) TOP50Raster (PDOK) TOP250Raster (PDOK)
• (GBA-V Full Service) Selectieverstrekking • (GBA-V Full Service) Ad hoc vraag / verstrekking op verzoek • (GBA-V Full Service) Ad hoc adresvraag / adresverstrekking op verzoek
• BRP Centrale Voorziening Bevraging (oktober 2013)
• Uittrekselinformatie via webservices
• Uittreksels via internet • Adresselecties • Producten Overig (zaken die gedeponeerd zijn zoals jaarrekeningen, statuten, verklaringen, splitsingsvoorstellen, fusievoorstellen, surveillances van betaling en aansprakelijkheidsverklaringen)
Nota Bene: Niet inputgefinancierd en geen onderdeel van het Stelsel is de Beheerde kopie voor gebruik door BD, CBS en Justis)
Hierna volgt de meer specifieke informatie over de huidige producten en diensten die exact vallen onder ‘budgetfinanciering Nieuw Handelsregister (NHR) en Kadaster (BRK).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 42 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 43 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 44 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 45 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 46 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 47 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 48 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 49 van 63
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 50 van 63
Bijlage C. Analysemodel kostenopbouw Stelselonderdelen Beschrijving van het analysemodel zoals ontwikkeld in samenwerking met Melior Hoekstra en Laurenz Eveleen van PricewaterhouseCoopers.
Analyse kader: uitsplitsing kosten basisregistratie Basisregistratie
Organisatie A
Betalingen
…
Organisatie B
Organisatie X
• De kosten van een basisregistratie kunnen zijn belegd bij meerdere overheidsorganisaties. o Denk bijvoorbeeld in het geval van de NHR aan kosten die worden gemaakt door het kadaster en gemeenten. o De opgegeven kosten van een organisatie moeten betrekking hebben op de specifieke basisregistratie. • De totale kosten van een basisregistratie kunnen lager zijn dan de gezamenlijke kosten van de individuele organisaties in het geval er betalingen worden verricht tussen de organisaties voor specifieke diensten. o Denk bijvoorbeeld aan het kadaster die gemeenten betaald voor het uitvoeren van landmetingen.
Uitsplitsing 1: structureel vs incidenteel Basisregistratie
Organisatie A
Incidentele kosten • Investeringen •Eenmalige aansluitkosten •Omstelkosten
Organisatie B
Betalingen
…
Organisatie X
Structurele kosten
• De weergegeven uitsplitsing van kosten is van toepassing op elke organisatie binnen de basisregistratie. In de volgende slides wordt de uitsplitsing van de kosten voor één organisatie getoond.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 51 van 63
Uitsplitsing 2: directe kosten vs indirecte kosten Basisregistratie Organisatie A
Incidentele kosten
Structurele kosten
Directe technische kosten Alle kosten die direct zijn toe te schrijven aan een product of dienst van de basisregistratie en betrekking hebben op de voor de registratie benodigde ICT middelen (zowel personeel als materiaal). Denk aan: - Hardware / software - Netwerk / infra - Functioneel Beheer / Applicatie Beh.
Directe organisatorische kosten Alle kosten die direct zijn toe te schrijven aan een product of dienst van de basisregistratie en betrekking hebben op het uitvoeren van registertaken, anders dan ICT taken (zowel personeel als materiaal).
Indirecte kosten Alle kosten die niet direct zijn toe te schrijven aan een product of dienst van de basisregistratie.
Denk aan: - Huisvesting Denk aan: - management (boven - Account managers, teamleiders e.d. teamleiding / afdeling) - FTE voor inwinning, exploitatie, verstrek. - Kantoorautomatisering - Helpdesk
Uitsplitsing 3: vast vs variabel Basisregistratie Organisatie A Incidentele kosten • Investeringen •Eenmalige aansluitkosten •Omstelkosten
Structurele kosten
Directe technische kosten
Directe organisatorische kosten
Indirecte kosten
. Vaste Kosten Kosten die binnen gespecificeerd gebruik 3 jaar niet veranderen
Variabele Kosten Afhankelijk van gebruik van Producten/diensten
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Vaste Kosten Kosten die binnen gespecificeerd gebruik 3 jaar niet veranderen
Versie 1.1
Variabele Kosten Afhankelijk van gebruik van Producten/diensten
Pagina 52 van 63
Uitsplitsing 4: organisatiekosten naar processen Basisregistratie Organisatie A Incidentele kosten • Investeringen •Eenmalige aansluitkosten •Omstelkosten
Structurele kosten
Directe technische kosten
Directe organisatorische kosten
Indirecte kosten
. Vaste Kosten
Voorbeeld
Variabele Kosten Inwinning …..
Vaste Kosten
Exploitatie …..
Variabele Kosten
Verstrekking …..
Welke kosten van basisregistratie binnen scope? • De kosten die binnen de scope van een basisregistratie moeten worden toegerekend zijn weergegeven in onderstaand overzicht. • Niet alle onderdelen zullen door de inputfinanciering worden gedekt. • De benoemde kosten kunnen, afhankelijk van de registratie, door meerdere organisaties worden gemaakt • Andere kosten dan hier benoemd vormen geen onderdeel van het analysekader
Inwinning
Exploitatie
Creëren door Bronhouders:
Creëren door Reg. houder:
Vastleggen van:
Kosten medeOverheden voor registratie/ metingen.
Kosten regist. -Nieuw houder bijv. -Mutaties metingen , -Herstel registratie Incl. ondersteuning bronhouders
-Dataopslag -Beheervoorzieningen -datakwaliteit (technisch)
-Kwaliteitsmanagement (extern/intern) -Afhandelen terugmeldingen
Beheer van gegevens en voorzieningen die deels ook voor nietBR gegevens worden gebruikt.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Verstrekking -inkijken(web) -bevragingen (tussen app.) -meldingen -gehele kopieën -terugmeldIngen -ondersteun. afnemers
Aansluitkosten afnemers
Aanvullende Diensten, Producten, “niet-stelsel dienstverl.”
Pagina 53 van 63
Corrigeren voor financiële stromen tussen stelselpartijen
GBA
NHR
BAG
Topografie
Kadaster
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
BGT
Versie 1.1
Pagina 54 van 63
Bijlage D. Overzicht Governance Basisregistraties Overzicht van de Governance van de Basisregistraties van de focus op hoofdlijnen in de huidige situatie door Marc Gerrard (ICTU) als adviseur bij het cluster Stelsel Oplossingen en Uitvoeringstraject STOUT.
BAG
Politiek eigenaar Ministerie van I&M (o.a. artikel 42 wet BAG)
Verstrekker
Bronhouder
Kadaster (o.a. artikel 26 wet BAG)
Gemeenten (=B&W o.a. artikel 2 wet BAG)
Formele gremia Het Bronhoudersen Afnemersoverleg (BAGBAO) (art. 30 wet BAG) Het Bronhoudersen Afnemersoverleg van BAG (BAG BAO) is verantwoordelijk voor de strategische sturing van de BAG. Voor de tactische sturing is het Agendaoverleg ingericht.
BRK
Minister van I&M
Kadaster (art. 3 van de Kadasterwet)
Kadaster (art. 3 van de Kadasterwet)
Gebruikersraad (de Rechtszekerheidskamer), art. 16 Organisatiewet Kadaster.
Kwaliteitsbewaking
Verantwoording
Het bestuur van het Kadaster draagt er zorg voor dat de gegevens in de LV gelijk zijn aan de verschillende BAGregistraties.
De kwaliteit van de BAG moet 3-jaarlijks gecontroleerd worden door een gecertificeerd bedrijf bij gemeenten. De resultaten van deze audit worden naar de minister van I&M gestuurd. (artikel 42 wet BAG)
Het Kadaster overlegt samen met gemeenten over het beheer en de werking van de landelijke voorziening. (artikel 27 wet BAG) Gebundelde kwaliteitseisen: http://bag.vrom.nl/over_b ag/nieuws/kwaliteitseisen _bag_gebundeld
Ter waarborging kwaliteit moet het Kadaster passende technische en organisatorische maatregelen. Deze maatregelen worden 1maal per jaar op toereikendheid gecontroleerd (art. 3d Kadasterwet) Kadaster zorgt dat de juistheid en volledigheid van authentieke gegevens in het register elke 3 jaar door een onafhankelijke deskundige wordt gecontroleerd. In de tussenliggende jaren voert het Kadaster de controle zelf uit. De uitslagen zijn ter inzage beschikbaar (art. 7u Kadasterwet).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
De minister verleent zijn goedkeuring aan het meerjarenbeleidsplan, de jaarrekening en de hoogte van de tarieven. Ook vindt met de minister periodiek overleg plaats over belangrijke ontwikkelingen.
Pagina 55 van 63
BRT
GBA +RNI
NHR
Politiek eigenaar Minister van I&M
de minister van BZK (o.a. artikel 4, 7 en 9 van de wet GBA).
Minister van EL&I
Verstrekker
Bronhouder
Kadaster (art. 3 van de Kadasterwet)
Kadaster (art. 3 van de Kadasterwet)
B&W (artikel 2 wet GBA)
B&W (artikel 2 wet GBA)
De minister van BZK (agentschap BPR) voor de GBA-V
Formele gremia Gebruikersraad (de Geoinformatiekamer), art. 16 Organisatiewet Kadaster.
Gebruikersoverleg (art 23 wet GBA) Nieuwe werkgroep kwaliteit (samenvoeging werkgroep kwaliteit en het platform terugmelden)
Kamers van Koophandel (art. 3 Handelsregisterwet). De daadwerkelijke uitvoering vindt plaats door de Handelsregisterraad (ondergebracht bij de vereniging Kamers van Koophandel Nederland) namens de verschillende KvK’s
Gebruikersraad (artikel 52 Handelsregister wet)
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Kwaliteitsbewaking
Verantwoording
Ter waarborging kwaliteit moet het Kadaster passende technische en organisatorische maatregelen. Deze maatregelen worden 1maal per jaar op toereikendheid gecontroleerd (art. 3d Kadasterwet)
De minister verleent zijn goedkeuring aan het meerjarenbeleidsplan, de jaarrekening en de hoogte van de tarieven. Ook vindt met de minister periodiek overleg plaats over belangrijke ontwikkelingen.
Kadaster zorgt dat de juistheid en volledigheid van authentieke gegevens in het register elke 3 jaar door een onafhankelijke deskundige wordt gecontroleerd. In de tussenliggende jaren voert het Kadaster de controle zelf uit. De uitslagen zijn ter inzage beschikbaar (art. 7u Kadasterwet). Om de 3 jaar moeten gemeenten een audit op de kwaliteit uitvoeren (art. 120a wet GBA) Met de invoering van de wet Basisregistratie Personen moet een nieuw instrument klaar staan voor de vervanging van de huidige GBA-audit en het reisdocumentenonderzoek. Dit wordt het zelfevaluatie-instrument Er is een traject gestart om de kwaliteit van de GBA te verbeteren. 1. Evaluatie: http://www.bprbzk.nl/dsre source?objectid=17067&t ype=org 2. Actieplan: http://www.bprbzk.nl/dsre source?objectid=17024&t ype=org De Kamers treffen maatregelen om te waarborgen dat het handelsregister juist, actueel en volledig is (artikel 40 Handelsregisterwet) In overleg met de gebruikersraad is een programma van eisen voor de basisregistratie opgesteld. Link naar versie 1.6: http://www.kvk.nl/downlo ad/Programma%20van% 20Eisen%20062008_tcm 14-131396.pdf
Versie 1.1
De uitkomsten van de audit worden naar de minister van BZK gestuurd (art. 120a wet GBA) Het CBP houdt toezicht op de uitvoering van de GBA (art. 120 wet GBA).
Elke 3 jaar vindt er een verplichte accountantscontrole plaats waar van de resultaten opgestuurd worden naar de Minister van EL&I (artikel 41 Handelsregisterwet)
Pagina 56 van 63
Bijlage E. Baten van het Stelsel Het Stelsel is vormgegeven vanuit de beleidsmatige ambities de dienstverlening te verbeteren, fraude te bestrijden, administratieve lasten voor burgers te verlagen en een efficiëntere overheid te realiseren. Een groot deel van de baten zijn kwalitatief en van dermate groot belang voor de kwaliteit van het openbaar bestuur dat een negatieve financiële businesscase niet bij voorbaat een reden zou zijn het Stelsel niet te realiseren. Evenwel blijkt uit verschillende onderzoeken dat deze financiële businesscase positief uitvalt. Hieronder een korte schets van de belangrijkste onderzoeken op dit vlak. Hierbij zij erop gewezen dat het hier gaat om de baten en lasten die voortvloeien uit het primaire gebruik van het stelsel en deze moeten onderscheiden worden van de baten die gerealiseerd kunnen worden door het hergebruik van de basisregistraties toe te staan, c.q. tegen marginale verstrekkingskosten dan wel voor niets.
60
In het door Ecorys in 2002 uitgevoerde onderzoek werd geconcludeerd dat de totale verwachte baten (van het Stelsel) minimaal 592 miljoen euro zouden bedragen (contante waarde, in prijzen van het jaar 2002). 61 Voor de BAG werd in 2004 een onderzoek uitgevoerd waarin , kort samengevat, werd gesteld dat alleen al de kwantitatieve maatschappelijke baten van de BAG 166 miljoen zouden bedragen. Voor de overheid was berekend dat het mogelijk was een batig saldo van circa 305 miljoen te realiseren. Het administratieve lasten reductiepotentieel voor bedrijven van de bouwstenen van de elektronische overheid, waar het Stelsel deel van uitmaakt, werd in 2005 geschat op € 460 62 miljoen . Eveneens in 2005 werden de potentiële effecten van ICT-basisvoorzieningen, waar de basisregistraties een belangrijk onderdeel van vormen, op administratieve lasten voor burgers 63 onderzocht. Het reductiepotentieel kwam in 2013 uit op 11,4 miljoen uren (-10,2%) en € 6,7 miljoen (-0,53%). In 2010 werd in opdracht van BZK een kosten/batenanalyse (KBA) uitgevoerd door PriceWaterhouseCoopers (PWC) naar de stelselvoorzieningen. Volgens dit onderzoek zouden de besparingen die de door BZK ontwikkelde voorzieningen genereren, overheidsbreed structureel circa €100 miljoen per jaar kunnen bedragen. In 2010 werd een onderzoek uitgevoerd naar de baten van de bouwstenen uit het NUP voor 64 burgers en overheid. Hierin in werd gesignaleerd dat de verschillende onderdelen van het stelsel duidelijke baten hebben. Echter vaak zijn deze lastig aan specifieke stelselcomponenten toe te rekenen omdat ze altijd in samenhang met andere gegevens en voorzieningen worden gebruikt. 65 Voor de BGT werd in 2011 een maatschappelijke kosten/baten analyse uitgevoerd, waaruit bleek dat de BGT een positief kosten – baten saldo heeft van € 24 miljoen in het behoudende scenario en € 100 miljoen in het potentiescenario. Daarnaast werden nog aanzienlijke PMposten gesignaleerd die in het kader van dit onderzoek niet konden worden gemonetariseerd.
Genoemde onderzoeken schetsen eerder een te pessimistisch dan een te optimistisch beeld. Aspecten als het gebruik van gegevens uit basisregistraties, in combinatie met andere gegevens, in neurale netwerken is bijvoorbeeld niet meegenomen. Bij faillissementsfraude ( € 1,7 miljard per jaar) 66 kan hiermee de pakkans van 2 tot 30% worden verhoogd volgens prof. De Vries van de TU-Delft . Informatie uit basisregistraties vormen voor dit soort toepassingen een cruciale randvoorwaarde. Uit genoemde opsomming komt het volgende beeld naar voren.
60 61 62
“Kosten-batenanalyse van een stelsel van basisregistraties”, 10 juli 2002, Ecorys “Kosten-baten analyse BGR en BRA”, Ecorys-NEI, 26 april 2004 “Elektronische overheid en administratieve lastenvermindering voor het bedrijfsleven,
een toekomstverkenning”, EIM, 11 april 2005 63 “Potentiële effecten van ICT-basisvoorzieningen op administratieve lasten voor burgers”, EIM, 5 juli 2005 64 “Baten van de bouwstenen uit het NUP voor burgers en overheid, Analyse van de gerealiseerde baten van het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid”, PWC, 23 augustus 2010 65 “Maatschappelijke kosten en baten van de BGT”, LPBL: Lauri de Boer en Veroni Larsen i.s.m. Nieuwland Geo-informatie, 5 oktober 2011 66 http://www.automatiseringgids.nl/nieuws/2012/03/centraliseer-fraudebestrijding
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 57 van 63
1. De kwantitatieve en kwalitatieve baten van het stelsel van basisregistraties en de stelselvoorzieningen zijn in de loop der tijd voortdurend bevestigd. De orde van grootte is moeilijk in te schatten maar ligt eerder in de honderden dan tientallen miljoenen. 2. Exacte berekeningen per organisatie/onderdeel zijn vaak lastig omdat het stelsel van basisregistraties per definitie opereert in ketens van organisaties en altijd in combinatie met andere gegevensverzamelingen en voorzieningen. 3. Kosten en baten vallen op verschillende plekken, in combinatie met genoemde verwevenheid met de omgeving, maakt dit de baten vaak lastig of soms zelfs niet incasseerbaar. 4. Stroomlijning van de financiering zorg er voor dat de potentiële baten ook gerealiseerd kunnen worden omdat beter gebruik wordt gemaakt van de informatie die de overheid heeft. Vanuit verplicht gebruik ligt sturen op maximalisatie van baten, in die werkprocessen waar de gegevens het Stelsel van Basisregistraties (kunnen) worden toegepast, meer voor de hand dan het verder onderzoeken van de specifieke baten per overheidsorganisatie. Indien onderzoek naar baten wordt gedaan om het afzonderlijke nut voor overheidsorganisaties in beeld te brengen is dit per definitie een gemankeerde operatie. Baten worden immers gerealiseerd in ketens van verschillende werkprocessen bij verschillende organisaties. Op dit moment maar zeker ook in de toekomst zullen overheidsorganisaties meer en op verschillende manieren met elkaar samenwerken om burger en bedrijfsleven optimaal te bedienen.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 58 van 63
Bijlage F. Onderzoeksresultaten baten hergebruik overheidsinformatie Overzicht van recent empirisch onderzoek over economische effecten ruimhartig beschikbaar stellen overheidsinformatie voor hergebruik
‘The Economics of Public Sector Information’
Auteur(s) en organisati e Rufus Pollock – Cambridge University
‘Review of Recent Studies on PSI re-use and related market developments’ by
Graham Vickery – voormalig OECD econoom
2011
Overheidsinformatie in diverse domeinen
http://ec.europa.eu/information _society/policy/psi/docs/pdfs/r eport/psi_final_version_formatt ed.docx
‘Pricing of Public Sector Information Study’ (POPSIS study)
Deloitte België en anderen
2011
21 case studies in diverse domeinen in diverse Europese lidstaten
http://ec.europa.eu/information _society/policy/psi/docs/pdfs/r eport/11_2012/models.pdf
‘Does Marginal Cost Pricing of Public Sector Information Spur Firm Growth?’
Heli Koski The Research Institute of the Finnish Economy
2011
Geo-informatie
http://www.etla.fi/files/2696_no _1260.pdf
‘Models of Public Sector Information Provision via Trading Funds’,
Newbery, Bently and Pollock – Cambridge University
2008
Met name (Engelse) basisregistraties
http://www.berr.gov.uk/files/file 45136.pdf
‘PSI in European Meteorology – an Unfulfilled Potential’
Richard Pettifer – PRIMET
2011
Meteorologische informatie
http://www.primet.org/docume nts-mainmenu-29/424-psi-ineuropean-meteorology-anunfulfilled-potential
‘Costs and Benefits of Data Provision Report to the Australian National Data Service’
John Houghton Victoria University (Australië)
2011
Geo-informatie, statistische informatie, hydrologische informatie
http://ands.org.au/resource/ho ughton-cost-benefit-study.pdf http://www.crcsi.com.au/Docu ments/ANZLIC-EconomicStudy---Stage-2-Report.aspx
Overheidsinformatie
http://www.rijksoverheid.nl/doc umenten-enpublicaties/rapporten/2011/01/ 14/open-overheidinternationale-beleidsanalyseen-aanbevelingen-voornederlands-beleid.html
Titel onderzoek
‘Open Overheid Internationale beleidsanalyse en aanbevelingen voor Nederlands beleid’
Thijs van den Broek et al. (TNO, Nederland)
Jaar van publicati e
Overheidsinformatiedomein
Vindplaats
2009
Onbewerkte overheidsinformatie in het algemeen
http://www.econ.cam.ac.uk/da e/repec/cam/pdf/cwpe0920.pdf
2011
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 59 van 63
Bijlage G. Samenstelling Werkgroep impactanalyse De werkgroep die de impactanalyse begeleide bestond uit de volgende personen vanuit de volgende organisaties: • • • • • • • • • • • • • • •
EL&I KvK I&M Kadaster VNG Gemeente Den Haag (G4) Gemeente Breda (B5) BZK/GBA/BPR BZK/FEZ BZK/PSB BZK/GBA (agendalid): FIN/IRF (agendalid): FIN/Dir.BZ (agendalid): Secretaris (ICTU) Adhoc bijdragen
Machiel van Esch Chris de Valk Ruud van Rossem Dick Eertink Nicole Keijzer / Gabriel van Tiggelen Arend van Beek Gerard van Schijndel Henk Barink Daan Wijsbek / Hans Witteveen Erik Jonker Tjabbe Bos Alex Raes / Ebru Akdag Tessa de Kort en Almedina Ademovic Xander van der Linde Marc de Vries (extern)
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 60 van 63
Bijlage H. Bronnen financiële cijfers BAG • Begrotingscijfers Kadaster voor de BAG 2011, 7 mei 2012. • Notitie Toelichting ICT-kosten BAG, 21 oktober 2009, Het Kadaster • Cijfers over structurele jaarlijkse kosten van gemeenten als Bronhouders van de BAG zijn op basis van een inschatting van de VNG. BGT • Opgave programmamanager BGT, Ministerie van I&M, 14 maart 2012. • Uitgangspunten Financiering Beheer BGT, SG 2011-05-18 • Geldstromen Grootschalige Topografie in kaart: Van GBKN naar BGT, LSV GBKN, Cirm Business B.V., februari 2010 • Memo Toelichting Financiën en Geldstromen BGT, directie Informatie Voorziening en Beleid Geoinformatie, Ministerie van VROM, 24 februari 2010 BRK • Jaarverslag Kadaster 2011 • Verdeling kosten registratie/verstrekking: eigen inschatting Kadaster, 11 april 2012. BRT • Kwartaal rapportage BRT 4e kwartaal 2011(van Kadaster aan IenM), februari 2011 GBA • Rapportage nieuw financieringsmodel GBA, 20 januari 2011, ministerie van BZK • Rapport Verkenning beheerkosten Business Case mGBA V0.8, maart 2012 • Cijfers raming gebruik 2011, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten, 25 november 2011; daarna geanalyseerd op type organisatie. • Cijfers over structurele jaarlijkse kosten van gemeenten als Bronhouders van de GBA zijn op basis van een inschatting van de VNG. NHR •
•
•
Opgave van de financiële cijfers over 2011 door Kamer van Koophandel Nederland. De aangeleverde cijfers zijn gebaseerd op de FAO-systematiek van de Kamers van Koophandel. Deze systematiek betreft het toerekenen van kosten aan producten en diensten, en is vastgelegd in de ministeriële regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel. Daarbij wordt het volgen van de systematiek jaarlijks gecontroleerd door de accountant. De inschattingen van de toename van de variabele kosten bij toename van het gebruik is géén onderdeel van deze systematiek en is een persoonlijke inschatting op basis van 'professional judgement' vanuit Kamer van Koophandel Nederland. Gebruikscijfers monitoring budgetfinanciering NHR 2010 & 2011.
SV • Opdrachtbrief Beheer en exploitatie Stelselcatalogus 2011, Ministerie van BZK en Logius, 29 december 2010 • Opdrachtbrief Beheer en exploitatie Digilevering 2011, Ministerie van BZK en Logius, 6 september 2011 • Opdrachtbrief Beheer en exploitatie Digimelding 2011, Ministerie van BZK en Logius, 5 oktober 2011 • Opdrachtbrief Beheer en exploitatie Digikoppeling 2011, Ministerie van BZK en Logius, 5 oktober 2011 • Opgave cijfers vanuit directie Burgerschap en Informatiebeleid, ministerie van BZK.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 61 van 63
Bijlage I. Overzichtstabellen van geaggregeerde cijfers Tabel 1. Totaaloverzicht kosten focus van het Stelsel van Basisregistraties X miljoen per jaar
Incidentele kosten (bouw, doorontwikkeling en innovatie)
BAG
Gemeenten als bronhouder € 84 eenmalig
Registratiehouder € 1 per jaar
BGT BRK
Struct. kosten totaal (publiek én privaat)
Struct. kosten (privaat)
Struct. kosten bronhouder (publiek)
Structurele kosten overheidsgebruik – datahouder (publiek)
€ 52,25
€ 0 67
€ 50
€ 2,25
€ 34
€ 0 65
€ 34
€ 154,3
€ 12,7
BRT
Totale kosten inclusief andere taken Vastgoed-info: € 167 € 1,5 per jaar € 15,2
€ 0 65
€ 15,2
GBA
€ 30 eenmalig
€ 116,6
€4
€ 111,2
€ 106,7
€ 4,5
€ 6,2
€0
€ 6,2
NHR
€ 42 eenmalig mGBA € 22 eenmalig NHR
Stelsel voorz.
67
€ 100
€ 12,6
Deze kosten zijn beperkt en marginaal.
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 62 van 63
Tabel 3. Overzicht Financiering/dekking en Status overheveling In de tabel is te zien dat de dekking van de bronhouderskosten nog niet uniform is. De eventuele overhevelingen of compensaties die nodig zijn om deze dekking wel te uniformeren zijn in deze tabel niet opgenomen. €X
Dekking
Input-
Tarief-
miljoen
Bronhoudersko
gefinancierd
gefinancierd
per
sten
overheids-
overheids-
gebruik
gebruik
jaar
Register-
Transitie inputfinanciering voor gebruik afgerond
Rijk
Gemeenten
Provincie
Watersch.
VNG wil
OK
OK
houders68 BAG
€ 50
€ 2,25
69
-
OK
Binnen-
uniformiteit
gemeentelijke
financiering
dekking -
allebronhou
geschat BGT
Bronhouders-
derskosten € 34
-
OK
OK
OK
OK
€9 (Rijk, Prov. Watersch.)
€ 3,7
OK, nog
Besluit
OK, nog
OK, nog
(Gemeenten)
gesprek
uitgesteld,
gesprek
gesprek
integraal deel
over
bedrag
over
over
kosten
hoogte
akkoord
hoogte
hoogte
Registerhouder
bedragen
bedragen
bedragen
kosten integraal deel kosten Registerhouder BRK
Bronhouderskosten
BRT
GBA
Bronhouders-
€ 12,5 70
kosten
€ 2,1 verlies
integraal deel
€ 0,6
kosten
activatie
Registerhouder
eigen bedrijf
€ 100 Binnen-
€ 10,2
€ 2,4
OK71
OK
OK
OK
Deels te
OK
Besluit-
Besluit-
gemeentelijke
besluiten
vorming
vorming
dekking -
(€2,1)
moet nog
moet nog
plaatst-
plaatst-
vinden
vinden
(€ 0,0005)
(€ 0,3)72
geschat
NHR
Bronhouders-
€ 3,1 (Rijk, Prov Watersch)
€ 1,4
OK (pilot
Besluit
OK (pilot
OK (pilot
(Gemeenten)
2jr), laatste
uitgesteld,
2jr)
2jr)
integraal deel
SZW per
bedrag
kosten
1/1/2013
akkoord
OK
OK
OK
OK
kosten
Registerhouder Stelsel
n.v.t.
€ 6,2
-
€ 150
€ 66,85
€ 7,5
voorz. Totaal
68
Deze kosten zijn inclusief de eventuele kosten in de rol als Bronhouder van de betreffende Registratie-houder.
69
Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BAG jaarlijks ook € 1 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 70 Dit bedrag betreft alleen de (boekhoudlkundig) structurele kosten. Hiernaast is voor de BRT jaarlijks ook € 1,5 miljoen euro aan budget via inputfinanciering beschikbaar voor doorontwikkeling en innovatie. 71
Nota Bene: De kosten BRT worden niet geheel gedekt door de inkomsten uit inputfinanciering van I&M, maar deels door ‘activering eigen bedrijf’en deels (€2,1 milj) door een negatief resultaat dat Het Kadaster dekt met positieve resultaten van activiteiten in het kader van andere taken.
72 Bedrag op basis van in 2011 voor gebruik GBA door Waterschappen betaalde tarieven, exclusief gebruik door samenwerkingsvervanden (totaal nog eens € 0,3miljoen).
Impactanalyse financiering stelsel van basisregistraties
Versie 1.1
Pagina 63 van 63