Immaterieel Erfgoed
in Nederland
Colofon
Immaterieel Erfgoed i n N e d e r l a n d Nationale UNESCO Commissie 2006 Te k s t : d r s . D i n e ke S t a m E i n d re d a c t i e : d r s . S . Ve r h u l s t A s s i s t e n t i e : R . Jo c h e m s Vo r m g ev i n g : Z w i n g W i e l a n d D r u k : S S P / A m s t e rd a m U i t g ave : N a t i o n a l e U N E S C O C o m m i s s i e , D e n H a a g ISBN 90 77 205 04 7 w w w. u n e s c o. n l P ro j e c t g ro e p : P ro f . d r. A . M . L . v a n W i e r i n g e n , p ro f . d r. S . L e g ê n e , M . S i n i , d r s . D. L a g ewe g e n d r. E . M . J a c o b s
©
Nationale UNESCO Commissie De Nationale UNESCO Commissie heeft getracht met a u t e u r s re c h t h e b b e n d e n c o n t a c t o p t e n e m e n . D i t i s n i e t i n a l l e g ev a l l e n g e l u k t . D i e g e n e n d i e m e n e n o p i l l u s t r a t i e s e n / o f t e k s t re c h t t e k u n n e n d o e n g e l d e n , wo rd t ve r z o c h t c o n t a c t o p t e n e m e n m e t d e N a t i o n a l e U N E S C O Commissie Fotoverantwoording : Fabrique , Delft, fotografie Jeroen Hoffman (p. 3), Sabine Plamper (p. 4), ontwerp 300% /foto Zomer tijd (p. 10), Nhi Nguyen op www.vietholland.com (p. 12), Bob Friedländer (p. 14), www.zeemansvrouwenzuidbroek.com (p. 18,19), Rob Cassuto (p. 20,21), Joost van den Broek/VK/HH (p. 23), Marcel van den Bergh/HH (p. 24), Luuk van der Lee/HH (p. 25, 26), Sake Rijpkema/HH (p. 26), Maaike Roozenburg (p. 28,29), Dineke Stam (p. 33-36), Gottfried Er tsieck (p. 38-40), World Heritage Committee nomination documentation, 1999, 899 (p. 41,43), Zwing Wieland (p. 4954 en 63-66), Sanneke Fisser (p. 59), Cor Slegtenhorst/ www.3october.nl (p. 60, 61), Omrop Fr yslân (p. 71-76)
Inleiding
Wij horen in dit stormbevochten land van kavels, tussen dijk en stroom geslagen. Ida Gerhardt uit ‘Sonnet voor mijn moeder’
Hoe is een vliedend concept als immaterieel erfgoed beter te benaderen dan met poëzie? Immaterieel of cultureel erfgoed wordt overgedragen van generatie op generatie. Mensen - individuen en groepen - geven steeds opnieuw betekenis aan de natuurlijke omgeving en aan de materie die voorgaande generaties aan hen hebben overgedragen. Cultuur is de manier waarop mensen in hun denken en handelen vormgeven aan hun leven, of betekenis geven aan hun omgeving. Cultuur is een dynamisch begrip, het is een proces dat betekenis en waarden toekent. Een bepaalde groep mensen ontwikkelt een gezamenlijke cultuur. Dit kan verschillende groepen of gemeenschappen betreffen, die zich vormen op grond van bijvoorbeeld leeftijd, religie, favoriete sport, of nationaliteit. Jongeren, gereformeerden, hockeyers en Argentijnen hebben gemeenschappelijke culturele kenmerken. Sommige aspecten kun je kiezen, maar andere niet. Ieder mens behoort tegelijkertijd tot verschillende groepen. Daardoor is iedere gemeenschappelijke cultuur ook vol tegenstrijdigheden. Bovendien zijn er historisch gegroeide machtsverschillen tussen groepen.1 Cultuur is van iedereen en van niemand, en toch wordt cultureel erfgoed vaak gebruikt om groepen af te bakenen, om in- en uit te sluiten, om eigendom en eigenheid vast te leggen. De ‘wij’ uit de strofe van het 9
gedicht van Ida Gerhardt2 kan net zo goed een meerduidig ‘wij’ zijn: Gerhardt en haar moeder of misschien allen die zich er onderdeel van willen voelen of ‘allen’ in de zin van artikel 1 van de Grondwet: ‘allen die zich in Nederland bevinden’. Juist door het benoemen van diverse mogelijkheden en verschillende groepen in de samenleving kun je tonen dat eigenheid heel goed samengaat met diversiteit. De kavels tussen dijk en stroom geslagen houden wortels vast uit verschillende culturen. Waterstromen zorgen voor verbindingen.
Aankondiging van het feest Marhaba Maroc ter gelegenheid van 400 jaar Nederland Marokko op 14 oktober 2005 in de Artotheek Schiedam.
10
Water is voor mensen wereldwijd van essentiële betekenis, niet alleen omdat we het nodig hebben om te overleven, maar ook bij de vorming van sociale en culturele identiteit. Bij belangrijke rituelen rond geboorte en overlijden gebruikt men water, zowel in een modern Engels dorp als in een traditioneel Maori dorp in Nieuw Zeeland. De overeenkomsten tussen ver verwijderde samenlevingen in de omgang met water zijn treffend, mede door de zintuiglijke ervaringen.3 De Nederlandse monumenten die
wegens hun ‘uitzonderlijke universele betekenis’ op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan, hebben bijna allemaal te maken met water. Dit zijn het voormalige eiland Schokland, de Stelling van Amsterdam, de molens bij Kinderdijk, het Ir. D.F Woudagemaal in Lemmer, de droogmakerij de Beemster, de Binnenstad en Havens van Willemstad (Curaçao) op de Nederlandse Antillen en het Rietveld Schröderhuis in Utrecht . De verhalen waarmee we deze monumenten toelichten, zijn immateriële aspecten van dit erfgoed. In het stuk over de Beemsterpolder onderzoeken we het verband tussen de droogmakerij en het polderdenken. Een andere vorm van immaterieel erfgoed is het toekennen van namen aan plaatsen of mensen. Het feit dat de vele Nederlandse familienamen zijn afgeleid van varianten op ‘molen’ zoals Meulders, Smeulders, Van der Molen, Molenaar en ook de Surinaamse omkering Nelom duidt op het belang van water- en windmolens in de economie, in het landschap en in de identiteit van Nederland. De UNESCO Conventie ter Bescherming van het Immaterieel erfgoed wil ons uitdagen om na te denken over de verhouding tussen materieel en immaterieel erfgoed, over niet-materiële culturele uitingen, over het verband tussen immaterieel erfgoed en volkscultuur, over het culturele erfgoed dat migranten bij zich dragen en over wederzijdse beïnvloeding van culturen. Het gaat er in deze brochure niet om het immateriele erfgoed in een hokje te stoppen, maar veel algemener om de waarde ervan te beseffen, de betekenissen ervan te verrijken en te bediscussiëren
De paradox van immaterieel erfgoed ‘Paradox is the best history has to offer’ gaf de Amerikaanse historica Joan Scott bij een voordracht als motto mee. In de Nederlandse vertaling van het Engelse Intangible Heritage ligt de paradox er dikker bovenop. Erfgoed duidt primair op iets tastbaars: bezittingen die bij de erfenis overgaan, op materieel bezit dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Maar ook al erf je niets materieels, je weet dat je alles geleerd hebt van de mensen in je omgeving. Niet alleen van je ouders maar ook van grootouders, docenten, ooms, buren, tantes en ook van kinderen en jongeren. Het Engelse heritage lijkt de immateriële betekenis al meer in zich te dragen. Het voorvoegsel intangible duidt op het zintuig van de tast, terwijl immaterieel eerder associaties oproept met het geestelijke. Met deze brochure willen we dus het immateriële aanwijzen. Dat lijkt nogal omslachtig en tegenstrijdig: iets dat tastbaar was – erfgoed - eerst als immaterieel en ‘ontastbaar’ 11
definiëren en dan weer aanraakbaar maken. Maar van deze brochure is het enige dat je aanraakt papier, de rest is taal en beeld. Taal en beeld zijn de vormen waarin wij kennis over de werkelijkheid krijgen. De taal zelf is misschien wel de belangrijkste vorm van immaterieel erfgoed. De betekenis van woorden ligt nooit helemaal vast. Verschillende mensen interpreteren ze op hun eigen manier. In de ene context kan een verschijnsel een andere betekenis krijgen dan in een andere. Door meerdere contexten te beschrijven, proberen we meervoudige betekenissen te erkennen. Omdat immaterieel erfgoed actueel levend erfgoed is, kunnen wel al onze zintuigen inzetten: ruiken, proeven, kijken, luisteren en aanraken. De historicus Willem Frijhoff omschrijft cultureel erfgoed als iets dat overdraagbaar is: een voorstelling, ervaring, gewoonte of object. Deze erfenis wordt door een groep mensen herkend en gewaardeerd, overgedragen en ontvangen als een zinvolle continuïteit met of verandering ten opzichte van het verleden, gericht op de toekomst’. 4 Deze omschrijving lijkt sterk op die van de UNESCO conventie, die immaterieel cultureel erfgoed omschrijft als: “praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden en ook de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed.” Ook zijn Frijhoff en de UNESCO eensgezind in de opvatting dat de omgang met erfgoed dynamisch is. Daarnaast benadrukt UNESCO nog dat het immaterieel cultureel erfgoed is overgedragen van generatie op generatie en een gevoel van identiteit en continuïteit geeft. Zij stelt dat dit erfgoed dus het respect voor Beeld van de website vietholland.com culturele diversiteit en menselijke creativiteit bevordert. Voorts mag van de UNESCO conventie immaterieel cultureel erfgoed niet in strijd zijn met de internationale mensenrechten, met wederzijds respect tussen gemeenschappen, groepen en individuen, en met duurzame ontwikkeling. Een recente definitie van erfgoed, afkomstig van de heritage specialisten en geografen 12
G.J. Ashworth and Brian Graham luidt: “Erfgoed is dat deel van het verleden dat wij selecteren in het heden voor hedendaagse doeleinden, zij het economisch of cultureel, inclusief politieke en sociale factoren, en dat we uitkiezen om over te dragen aan de toekomst.”5 Voor hen is het onderscheid tussen materieel en immaterieel erfgoed minder belangrijk. Het menselijk handelen en de dynamiek staan centraal. Andere sleutelwoorden in de geschiedschrijving over erfgoed zijn belang, identiteit, positie, positioneren, netwerken, communicatie, kennis, bemiddelen, toe-eigenen, paden, trajecten, verbindingen.6 Het is noodzakelijk om kritisch te kijken naar de ideologische aannames die achter het opvoeren van levend erfgoed verscholen zitten. Zo vraagt Hendrik Hendrichs zich naar aanleiding van de UNESCO conventie af of mensen die zich beroepen op erfgoed wel gevoelens van identiteit en continuïteit zoeken. Gaat het wel om gemeenschapsgevoel? En zo ja, tegen welke buitenstaanders is dat gemeenschapsgevoel dan gericht? Is de opvoering wel van generatie op generatie overgedragen of is het een ‘opnieuw uitgevonden traditie’?7 Ook is het essentieel om de ‘vergeten’ actoren naar voren te halen. In musea leer je soms alles over hoe een kaars wordt gemaakt, wanneer de koffie wordt geplukt. Maar wie het maakt en plukt, dát is het belangrijke verhaal. Wie was landeigenaar, kon een vrouw vrijuit spreken, hadden de bewoners burgerschapsrechten? Als je daarbij stilstaat kom je tot het herdefiniëren van ideeën over wat het waard is om herdacht te worden. Dan ontdek je ook wat er verzwegen wordt.8 Hoe verhoudt immaterieel erfgoed zich tot folklore? Marc Jacobs van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vindt immaterieel en oraal erfgoed hetzelfde als volkscultuur. Op het Meertens Instituut voor Volkskunde is inderdaad heel wat informatie over dit onderwerp te vinden. Toch onderscheidt immaterieel erfgoed zich van het object van studie van volkskunde of volkscultuur omdat het daar veelal gaat om onderscheidende kenmerken van een ‘volk’ – meestal in één lijn genoemd met ras, eigenheid, natie vast te leggen. 9 Dat is niet de intentie van deze brochure. Het gaat er niet om ‘typisch Nederlandse’ gebruiken, rituelen en tradities te benoemen. Het is de bedoeling om activiteiten, gedachten, gewoontes en handelingen van de inwoners van (een stukje) Nederland die een historische en actuele betekenis hebben, te waarderen en te erkennen. Het is ook interessant te bekijken hoe regionale identiteiten tot stand zijn gekomen en waarop ze zich beroepen. 13
Sinterklaasviering in een buurthuis in Almere, 3 december 1995
Immaterieel erfgoed wordt vaak echt interessant als er conflicten en discussies over ontstaan. Een mooi voorbeeld hiervan is de recente discussies tussen vogelbeschermers en liefhebbers van het traditionele zoeken van het eerste kievitsei. Of het aan de kaak stellen van de vanzelfsprekendheden in het Sinterklaasfeest met zwarte Piet. In jaren tachtig was de kritiek op de ondergeschikte rol van zwarte Piet overal te horen. Deze sinterklaasfolklore ontkende het slavernijverleden en het actuele racisme en negeerde de gevoelens van zwarte Nederlanders. Die kritische geluiden lijken nu verstomd, maar met de film Het Paard van Sinterklaas is goed duidelijk geworden hoeveel moeite volwassen migranten hebben zich dit verhaal eigen te maken. Erfgoed is per definitie omstreden, aldus Ashworth en Graham. Het is zowel kennis en een cultureel product als een bron voor politiek en heeft dus een belangrijke sociaal-politieke rol. ‘Dissonant erfgoed’ is een vruchtbaar begrip. Want je krijgt van generatie op generatie ook allerlei onzin overgedragen. Door op zoek te gaan naar actoren die in heden en verleden proberen de ándere kant te tonen, en zich aan beknellende keurslijven te ontworstelen, kom je ánder erfgoed op het spoor: dat van de strijd voor erkenning. 14
In deze brochure komen er acht concrete voorbeelden van immaterieel erfgoed aan bod. Bij de keuze van de onderwerpen hebben we gestreefd naar een spreiding over de verschillende domeinen, regio’s, bevolkingsgroepen en soorten erfgoed. Bij ieder onderwerp hebben we getracht ook de verhalen van minderheden te betrekken. Om te laten zien hoe bepaalde fenomenen leven onder de bevolking zijn persoonlijke verhalen gekoppeld aan het beschreven erfgoed. Het verlangen naar toon en klank komt naar voren in het stuk over de korentradities, de smaak van koffie proef je in het stuk over gezelligheid, de hete geur van peper ruik je in de Indische keuken, palaveren over natte voeten kun je in het stuk over polderdenken, kleuren beleef je in de natuur, feestelijke en moeilijke herdenkingen passeren de revue, en de waarde van de eigen taal in het openbaar beluister je in de ‘iepenloft’. Dineke Stam
De leden van de Unesco projectgroep Susan Legêne, Fons van Wieringen, Mohamed Sini en Lieteke van Vucht Tijssen dank ik hartelijk voor hun bijdragen en commentaar. Liane van der Linden, Romy Jochems en Mario van Tilburg dank ik voor hun commentaar op (delen van) de tekst. Ook dank ik hartelijk de mensen die me een interview hebben gegeven. Voor hun hulp in documentatie en bibliotheek dank ik M. van Zuijlen (Meertens Instituut), R. Blekman (Anne Frank Stichting) en A. Mevis (Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging).
15
1 Geschiedenis van de eigen omgeving, Erfgoedlessen voor Nederlands als Tweede Taal.
Amsterdam 2003. Inleiding, p. 18
2 Uit de bundel, Het levend monogram, 1955 3 Veronica Strang, Common Senses, Water, Sensory Experience and the generation of
Meaning. In: Journal of Material Culture, volume 10, March 2005, p. 92-120
4 Ontleend aan George Muskens, Immaterieel cultureel erfgoed in Nederland, Rapportage
op basis van interviews met 33 deskundigen, in opdracht van het ministerie van OCW,
directie Cultureel Erfgoed, Doca Bureaus, oktober 2005, p. 7
5 G.J. Ashworth and Brian Graham, Senses of place, senses of time ‘Heritage is that part
of the past which we select in the present for contemporary purposes, whether they be
economic of cultural (including political and social factors) to bequeath to a future.
Both past and future are imaginary realms that cannot be experienced in the
present. The worth attributed tot these artefacts rests less in their intrinsic merit than in
a complex array of contemporary values, demands and even moralities. p. 8
6 Anton Schuurman, ‘Vertel, Muze, verte. Geschiedenis, ruimte en cultureel erfgoed’.
In: M.A.W. Gerding (red) Belvedère en de geschiedenis van de groene ruimte. Historia
Agriculturae 33. p.19
7 Hendrik Hendrichs in Volkscultuur & Samenleving, Utrecht 2005. p.29 8 Martha Norkunas, ‘Narratives of resistance and the consequences of resistance’. In:
Journal of folklore history, May 2004. p.115
9 Barbara Henkes, Uit liefde voor het volk. Volkskundigen op zoek naar de Nederlandse
identiteit, 1918-1948. Amsterdam 2005. Inleiding
10 Bron: www.deltawerken.com, uit Verzen, 1894
De De De Zij
Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining, Zee, waarin mijn Ziel zichzelf weerspiegeld ziet; Zee is als mijn Ziel in wezen en verschijning, is een levend schoon en kent zichzelve niet.
Willem Kloos, uit ‘Van de zee’ 10
16