Imagine the result
Rapport plan-MER GRUP Golfterrein Sint-Gillis-Waas Manitec bvba PROJECTNUMMER – 04/007029 | VERSIE B | JULI 2011
04/007029
OPDRACHTGEVER
Manitec bvba Kwakkelstraat 90 9190 Stekene
Contactpersoon
De Heer Felix Van der Steichel
ONTWERPRAPPORT PLAN-MER GEWESTELJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GOLFTERREIN SINT-GILLIS-WAAS
OPDRACHTNEMER
ARCADIS BELGIUM NV Vaartkom 31 bus 8 3000 Leuven BTW BE 0426.682.709 RPR ANTWERPEN ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 BIC BBRUBEBB
V
CONTACTPERSOON
Ilse Vanderheyden
TELEFOON
+32 16 241 543
TELEFAX
+32 16 639 501
E-MAIL
[email protected]
WEBSITE
www.arcadisbelgium.be
J:\projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\Rapportage\Rapporten\MER\4007029_planMER_golf_SGW_07072011.doc
04/007029
1
Niet-technische samenvatting
1.1
Inleiding
1.1.1
Situering Kaart 1: Topografische kaart Kaart 2: Bestaande juridische toestand - Gewestplan & RUP/BPA
Het terrein dat voor het golfproject in aanmerking komt, betreft 47,6 ha op het grondgebied Sint-Gillis-Waas, grenzend aan de gemeente Kemzeke. Binnen een straal van 30 km zijn de stedelijke gebieden Antwerpen en Sint-Niklaas gelegen.
1.2
Referentiesituatie
1.2.1
Mens – sociaal organisatorische aspecten en mobiliteit
1.2.1.1
Woonsituatie Binnen het studiegebied zelf zijn geen woon- en/of woonuitbreidingsgebieden gelegen. Ten oosten van het toekomstige golfterrein grenst een woongebied met landelijk karakter. De 2 woningen ten noorden van de Kattestraat en de woning ten zuiden van de Reepstraat maken geen deel uit van het plangebied. De woningen ten zuiden van de Kattestraat zijn onbewoond en behoren wel tot het plangebied.
1.2.1.2
Bedrijvigheid Ten noorden van de Kattestraat is het ontginningsbedrijf Ekosto nv actief. De activiteiten bestaan enerzijds uit het exploiteren van een kleiontginning en anderzijds uit het exploiteren van een stortplaats categorie 2 voor niet-gevaarlijke afvalstoffen. Ten zuiden van de Kattestraat is het containerpark van Sint-Gillis-Waas gelegen. Het overige terrein van het plangebied wordt er gebruikt door het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas. Ten noorden van het plangebied is het bedrijventerrein Kluizenmolen gelegen waarop een dertigtal bedrijven zijn gevestigd.
1.2.1.3
Agrarische functie Bijna de helft van de oppervlakte van het plangebied is momenteel in landbouwgebruik, voornamelijk onder de vorm van akkerbouw, grasland en teelt van voedergewassen. In het zuidwesten is een laagstamboomgaard gelegen. Het betreft 15 verschillende landbouwers, waarvan er een 4-tal significant beïnvloed kunnen worden door het plan. Ten noorden van de Kattestraat zijn de landbouwpercelen gelegen in fase 1 van het plan in bezit van de initiatiefnemer.
1.2.1.4
Toerisme en recreatie Langs van het plangebied is een fietspad gesitueerd (op de oude spoorbedding).
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.2.1.5
Ontsluiting Het terrein ligt vlakbij de Expresweg E34/A11, wat een goede ontsluiting garandeert en vlotte toegangsmogelijkheden vanuit Antwerpen, Nederland en Zelzate. Het terrein is ook gemakkelijk bereikbaar vanuit Sint-Niklaas/Sint-Gillis-Waas en vanuit Hulst (NL) via de provincieweg Sint-Niklaas - Hulst (N403). De enige lokale weg die dan nog moet afgelegd worden is de Reepstraat. Het plangebied is beperkt bereikbaar via het openbaar vervoer.
1.2.2
Flora en fauna Kaart 3: Bestaande juridische toestand - Natuurreservaten Kaart 4: Bestaande juridische toestand - Natura 2000 en VEN/IVON Kaart 5: Biologische waarderingskaart
1.2.2.1
Geactualiseerde Biologische Waarderingskaart Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit biologisch minder waardevolle landbouwpercelen. De aanwezige biologisch minder waardevolle terreindelen met biologisch waardevolle elementen zijn het stort-/ontginningsterrein en de verlaten bebouwing langs de Reepstraat, het cultuurgrasland in het noordoosten van het plangebied en de ruigte op het vergraven stortterrein tussen Kattestraat en Spoorzate. De biologisch waardevolle terreindelen zijn een gemengde loofhoutaanplant aan de ingang van het stort-/ontginningsterrein en de loofhoutaanplanten met dominantie van berk langs de Reepstraat en de Kattestraat. In het plangebied komen geen biologisch zeer waardevolle terreineenheden voor.
1.2.2.2
Flora, vegetatie en toevallige faunawaarnemingen Uit de terreininventarisatie blijkt dat de natuurwaarden in het plangebied eerder beperkt zijn.
1.2.2.3
Kleine landschapselementen De KLE’s komen verspreid voor in het plangebied, situeren zich op de perceelsgrenzen en omvatten: •
bomenrijen (meestal opgebouwd uit schietwilg en/of populier; ook gemengde bomenrijen bestaande uit o.a. zomereik, ruwe berk, zwarte els, es, gewone esdoorn, boswilg, amerikaanse vogelkers);
• •
knotbomenrijen (bestaande uit schietwilg); hagen (gemengde hagen bestaande uit meidoorn, hulst, braam, zwarte els, schietwilg, boswilg, ruwe berk, zomereik);
1.2.2.4
•
solitaire bomen (boswilg, populier, schietwilg, zwarte els);
•
rietkragen (in de grachten/greppels op de perceelsgrenzen).
Habitat- en Vogelrichtlijngebied Ten noorden van het plangebied situeert zich, op een afstand van ca. 490 m, het Habitatrichtlijngebied ‘Bossen en heide van zandig Vlaanderen: oostelijk deel’.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.2.2.5
Vlaams Ecologisch Netwerk ‘De Stropers’, op minder dan 600 m ten noorden van het plangebied, maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk.
1.2.2.6
Natuurreservaten Het ‘Stropersbos’, ten noorden van het plangebied, is een Vlaams natuurreservaat. De ‘Gavers’ en ‘Lange Vaag’ (ook ten noorden van het plangebied) zijn erkende natuurreservaten.
1.2.2.7
Het Stropersbos De Stropersbossen ten noorden van de E34 zijn biologisch zeer waardevol gebied. Er werd een natuurinrichtingsproject voor opgesteld.
1.2.3
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Kaart 6: Bestaande toestand - Landschapsatlas Kaart 7: Visualisatie van de aanwezige KLE’s
1.2.3.1
Landschap op macroniveau Volgens de classificatie van de traditionele landschappen ligt het studiegebied in ‘Het Land van Waas’. Dit betreft een duidelijk begrensde landschappelijke streek met grote interne variatie en een complexe matrix met reliëf (steilranden, zandrug, valleien), bossen en een sterk verstedelijkt weefsel.
1.2.3.2
Landschap op mesoniveau Het landschap is een halfopen cultuurlandschap. Dominante vlakvormige elementen zijn de boscomplexen met aanzienlijk wat naaldhout, agrarische landschappen en de woonkernen van Stekene, Kemzeke en Sint-Gillis-Waas. Vooral ten zuiden van het plangebied worden de
agrarische
landschappen
gekenmerkt
door
een
typische
percelering
en
perceelsrandbegroeiing. Het plangebied is gelegen in de relictzone 'Stropersbos Stekene' (R40032). Er is een afwisseling tussen droge en vochtige bossen, tussen droge en vochtige graslanden en akkers al dan niet omzoomd door rietkragen of door houtkanten. Deze relictzone omvat de ankerplaats ‘Stropersbos’. Er zijn geen lijnrelicten, puntrelicten of beschermde monumenten, landschappen en landschappen en dorps- of stadzichten gelegen binnen het plangebied.
1.2.3.3
Landschap op microniveau Het grootste deel van het plangebied ten noorden van de Kattestraat bestaat uit de reeds ontgonnen zone en de nog te ontginnen zone van Ekosto. Er rond liggen akkers en weilanden, die al dan niet begrensd zijn met restanten van perceelrandbegroeiing en/of greppels. In het noordwesten is een dicht sparrenbos aanwezig. Langs de Reepstraat bevindt zich het voormalige gebouw van de windhondenclub. In het bosje tussen dit gebouw en de groeve van Ekosto is het vervallen gebouw van de voormalige steenbakkerij gelegen.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Ten zuiden van de Kattestraat is het containerpark van de gemeente Sint-Gillis-Waas gesitueerd. Het terrein achter dit containerpark wordt door het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas gebruikt als stortplaats voor o.a. bouw- en snoeiafval, gronden, ruimingsslib…. Het stort wordt van de omgeving afgeschermd omdat het omringd is door bomen. Rondom het terrein van de Intercommunale komen akkers voor, al dan niet begeleid met perceelrandbegroeiing en greppels. In het zuidwesten is een laagstamboomgaard aanwezig. In het zuiden grenst het plangebied aan een onverharde weg langs de Watergang van de Hoge Landen.
1.2.3.4
Bouwkundig en archeologisch erfgoed De Centrale Archeologische Inventaris maakt binnen het plangebied melding van archeologische vondsten, met name ter hoogte van de ontginning. Er is geen bouwkundig erfgoed aanwezig binnen het plangebied.
1.2.4
Bodem
1.2.4.1
Geografie en topografie Het plangebied behoort tot de zandstreek. De originele bodem bestaat zand of lemig zand. Binnen het plangebied ligt het topografische peil tussen -10 m TAW (in de groeve) en +10 m TAW.
1.2.4.2
Geologie Uit boringen uitgevoerd in het plangebied blijkt dat de bovenste 2 tot 3 meters van de ondergrond uit kwartaire afzettingen van zand en leem bestaan. Onder het kwartair bevindt zich de Boomse klei (met een dikte van ca. 24 meter) dit bestaat uit donkergrijze tot groengrijze klei. De laag gaat over in glauconiethoudende zandige klei tot kleihoudend zand.
1.2.4.3
Pedologie Door de ontginning is de bodem in een groot deel van het plangebied aangeduid als antropogeen. Binnen het plangebied zijn geen potentieel erosiegevoelige bodems, waardevolle erfgoedbodems of gronden met een gevoeligheid voor grondverschuivingen aanwezig.
1.2.4.4
Voormalige ontginningen en storten Het achterste deel van het perceel 1422F was onderdeel van een kleiput. Het deel van de kleiput ter hoogte van perceel 1422F werd in de periode van 1980 tot 1981 gebruikt als stortplaats voor inerte, niet gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen afkomstig van Sidmar, zijnde metaalslakken. Ook op de terreinen van de Intercommunale bevond zich vroeger een steenbakkerij. De kleiputten van de steenbakkerij werden door de nv Waveca gebruikt als stortplaats. Het stortmateriaal bestond uit puin, plastiek, metaal, glas,… Het stort werd afgedekt door een afdichtlaag van ondoorlatend bodemmateriaal van minstens 0,5 m dikte. Vervolgens werd een eindafdek aangebracht bestaande uit een goed doorlatende laag bodemmaterialen van minstens 0,3 m dikte en daarboven een bewortelingslaag van 1,2 m dikte.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.2.4.5
Resultaten bodemonderzoeken Op de percelen 1422F, 1422G, 1447A, 1432, 1433, 1434, 1435, 1436, 1437A, 1437B, 1451, 1452C, 1452E, 1453C, 1459, 1438D, 1450 en 1455A werden verhoogde concentraties van verontreinigende stoffen vastgesteld. Er was echter geen beschrijvend bodemonderzoek noodzakelijk. Op de percelen 1328A en 1334T is een bodemverontreiniging aanwezig. Voor deze percelen diende een beschrijvend bodemonderzoek opgesteld te worden. Hieruit bleek dat de verontreiniging afgeperkt is door de afdichtende laag van het stort. Op
het
perceel
1334V
dient
een
sanering
uitgevoerd
te
worden
voor
de
grondwaterverontreiniging met benzeen, arseen, cadmium en nikkel. De saneringsnoodzaak was niet urgent. Op het perceel 1334R vond een calamiteit plaats. Het gelekte olie-watermengsel werd opgezogen uit de beek en de rioolputten en kelder werden geruimd. Een sanering van de bodem dient uitgevoerd te worden wanneer de gebouwen afgebroken worden.
1.2.5
Water Kaart 8: Watertoetskaarten Kaart 9: Hydrografie
1.2.5.1
Hydrografie Het plangebied is gelegen in het Beneden-Scheldebekken. In het zuiden grenst het plangebied aan de Watergang Van De Hoge Landen. Ten zuiden van de Kattestraat volgt de westelijke grens van het plangebied grotendeels een naamloze waterloop. Ten noorden van de Kattestraat stroomt een andere naamloze waterloop. Beide beken monden in het noordoosten uit in de Zuidelijke Watergang. De akkers in het plangebied worden begrensd door greppels (al dan niet gevuld met water). De greppels hebben geen structuurkwaliteit.
1.2.5.2
Hydrogeologie De kwartaire opvulling van de Vlaamse Vallei is de belangrijkste watervoerende laag in het studiegebied. Hydrogeologisch wordt ze onderaan begrensd door de Boomse klei.
1.2.5.3
Grondwaterwinningen De vergunde grondwaterwinningen binnen een straal van 1 km rond het plangebied onttrekken grondwater onder de Boomse klei. Het plangebied is niet gelegen in een beschermingszone voor grondwaterwinningen. Binnen het plangebied werd door de windhondenclub in het verleden een waterput geboord.
1.2.5.4
Grondwaterhuishouding Het grondwater bevindt zich tussen ca. 0,2 à 0,4 en 1,5 m-mv. Het grondwater stroomt in noordelijke, noordoostelijke richting.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.2.5.5
Grondwaterkwetsbaarheid De watervoerende laag bestaat uit leemhoudend of kleihoudend zand en wordt afgeschermd door een kleiige deklaag.
1.2.5.6
Watertoetskaarten •
overstromingsgevoelige gebieden: de zone langs de Kattestraat en het kruispunt van de Kluizenhof met de Reepstraat (zie verder §7.4.5.7) zijn effectief overstromingsgevoelig. Daarnaast zijn er nog enkele zones aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig
•
gevoeligheid voor grondwaterstroming: het grootste deel van het studiegebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Enkele zones zijn aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Het gaat hoofdzakelijk over de reeds bebouwde zones langs de Reepstraat en Kattestraat.
•
infiltratiegevoelige gebieden: de meeste bodems in het studiegebied zijn infiltratiegevoelig. De zones die zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming zijn aangeduid als niet infiltratiegevoelig.
1.2.5.7
•
hellingen: de hellingen van de ontginningsgroeve zijn goed te zien.
•
erosiegevoelige gebieden: de hellingen zijn aangeduid als erosiegevoelig.
Wateroverlast In het gebied liggen 2 risicozones voor overstromingen. De 2 overstromingen die plaatsvonden in de Reepstraat en Kattestraat waren hoofdzakelijk te wijten aan het lokaal dichtslibben van waterlopen. Sinds de waterlopen regelmatig onderhouden worden, zijn er geen problemen meer geweest in de waterafvoer. In november 2010 trad er echter wel wateroverlast op tussen het bedrijventerrein Kluizenmolen en de E34/N49.
1.2.5.8
Waterkwaliteit De waterkwaliteit van de Watergang Van De Hoge verbeterde licht, gaande van ‘zwaar verontreinigd’ in 1997 tot ‘aanvaardbaar’ in 2004.
1.2.5.9
Doelstellingen en acties uit het (deel)bekkenbeheerplan Vanuit
de
doelstellingennota
en
het
actieplan
van
het
deelbekkenbeheerplan
Benedenscheldebekken, worden volgende doelstellingen en acties vermeld, die bij de herstructurering van het plangebied moeten/kunnen meegenomen worden: −
Maximale retentie van hemelwater aan de bron;
−
Sanering van afvalwater;
−
Bewaken
en
verbeteren
van
de
kwaliteit
van
de
riolerings-
zuiveringsinfrastructuur; −
Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging;
−
Voorkomen en beperken van sedimenttransport naar de waterloop;
−
Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer;
−
Duurzaam (drink)watergebruik.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
en
04/007029
1.3
Plan Op het gewestplan is het plangebied momenteel aangeduid als ontginningsgebied (met als nabestemming gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut) en in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Het doel van het voorgenomen plan is het herbestemmen van het plangebied zodanig dat de ontwikkeling van een golfterrein op deze locatie mogelijk wordt. Door gewestelijk RUP krijgt de zone die in fase 1 wordt ingericht de bestemming ‘gebied voor golfterrein’. In het gebied kan een 9-holes golfterrein met oefenaccommodatie aangelegd worden. De overige ruimte moet ingericht worden als een publiek toegankelijke groene ruimte voor recreatief medegebruik. Er worden 2 overdrukken aangeduid, namelijk . ‘gebied voorzien voor bebouwing, parking en wegen voor gemotoriseerd verkeer’ en ‘gebied met natuurverweving’. Het gedeelte van het plangebied dat in fase 2 wordt aangeduid als gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen. Na de ontginning treedt de nabestemming in werking. Dan gelden de voorschriften voor het golfterrein met overdruk natuurverweving. In deze fase is een 18 holes golfterrein mogelijk.
1.3.1
Fasering van de ontwikkeling De ontwikkeling van het golfterrein zal in 2 fasen gerealiseerd worden. Op het noordwestelijk deel van het plangebied is immers nog een ontginning lopende. De vergunning voor de ontginning loopt tot 2014. Vermoedelijk zal deze vergunning verlengd worden.
1.3.1.1
Fase 1 Op de gronden Van der Steichel kan een kleine golfschool opgericht worden. Dit houdt in dat er op deze zone een driving range, een puttinggreen, een oefenzone voor kort spel en een paar kleine holes (6 kleine oefenholes) aangelegd kunnen worden. Ook de gronden van de Intercommunale zullen in deze fase ingericht worden als golfterrein.
1.3.1.2
Fase 2 In de laatste fase kunnen de na de verdere ontginning door Ekosto de gronden aan westelijke kant verworven worden om de golfinfrastructuur uit te breiden tot een 18-holes project.
1.3.2
Golfaccommodatie Een type III golfinfrastructuur omvat een golfterrein van 18 holes (of meer), met oefenaccommodaties, een clubhouse met cafetaria en restaurant, administratieve ruimtes, kleedruimtes, enkele technische lokalen, een ruimte voor het bewaren van het golfmateriaal, een parking en een loods voor de onderhoudsmachines. Op de terreinen van het plangebied worden de volgende accommodaties voorzien: een clubgebouw, een driving range en een loods voor de greenkeepers.
1.3.3
Aanleg van het golfterrein De volgende stappen zijn noodzakelijk bij de aanleg van het golfterrein:
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.3.4
•
Voorbereidende werkzaamheden;
•
Tijdelijke stockage;
•
Aanleg van de holes en de driving range;
•
Uitzetting en lay-out van de golfholes;
•
Grondwerken en vormgeving – inclusief eventuele sanering van de terreinen;
•
Aanleggen van irrigatie- en drainagesysteem;
•
Aanleg van vijvers;
•
Aanleg van zandbunkers;
•
Aanleg van afslagplaatsen (tees) en greens;
•
Voorbereiding zaadbed grasmat;
•
Begroening;
•
Aanleg of bouw van de infrastructuren;
•
Ontsluiting.
Nulalternatief Het nulalternatief betekent dat het voorgenomen plan niet doorgaat en dat het lopende beleid verder gezet wordt.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.4
Milieubeoordeling
Mens – sociaal organisatorische aspecten en mobiliteit
Leefbaarheid
Er treedt geen verlies van woonfunctie op. Er dienen ook geen onteigeningen te gebeuren (neutraal effect).
woonfunctie
De exploitatie van het golfterrein leidt niet tot significante geluidshinder (neutraal effect). De verstoring ten gevolge van het kunstlicht ter hoogte van de driving range wordt tot een minimum beperkt. De verlichting zal niet na 20 u ’s avonds branden aangezien er in de winter mogelijkheden zijn voor indoor golf. Bovendien wordt gewerkt met gerichte verlichting waardoor minder verstoring optreedt (licht negatief effect). De hinder die men van het weerkerend geluid van de opslag van golfballen wordt negatief beoordeeld maar is persoonsgebonden. Het type afscherming van het golfterrein zal bepaald worden in samenspraak met de omwonenden (neutraal effect). Om de privacy te behouden voor de woningen langsheen de Kattestraat, Reepstraat en Holstraat dient een afscherming met begroeiing en/of net voorzien te worden. Om te vermijden dat misgeslagen golfballetjes in achtertuinen terecht komen, worden netten en bomen voorzien (licht negatief effect). Er zal geen mobiliteitshinder optreden aangezien de verkeerstroom verspreid is over de dag (neutraal effect).
Leefbaarheid landbouw
Door de inrichting van het plangebied als golfterrein worden landbouwpercelen ingenomen. Ten noorden van de Kattestraat zijn de percelen voor de eerste fase van het plan reeds in bezit van de initiatiefnemer. Het verlies aan landbouwgrond dient daarom genuanceerd te worden (licht negatief effect). De percelen die nog niet in bezit zijn van de initiatiefnemer zullen door hem aangekocht worden in overleg met de landbouwer. Hiervoor zijn er 3 mogelijkheden: •
Er wordt een overeenkomst bekomen zodanig dat de opdrachtgever het volledige perceel koopt en laat het gedeelte dat buiten het plangebied valt in landbouw;
•
Er wordt geen overeenkomst bekomen zodanig dat de opdrachtgever het perceel niet koopt en laat het volledige perceel in landbouw;
•
De initiatiefnemer koopt enkel het gedeelte dat bestemd wordt als golf.
Door deze manier van overeenkomst tussen de initiatiefnemer en landbouwer wordt het effect ten aanzien van landbouw beschouwd als licht negatief. Er wordt een compenserende vergoeding voorzien voor het verlies aan landbouwareaal, die rekening houdt met de waarde van het landbouwperceel. Ook de gebruiker (indien niet gelijk aan de eigenaar) dient vergoed te worden. De opzeggingstermijn in kader van de
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
pachtwetgeving zal toegepast worden (licht negatief effect). De bereikbaarheid van de landbouwpercelen blijft in de huidige situatie gegarandeerd. Ter hoogte van de Holstraat kunnen bij de verdere ontwikkeling van het woonlint enkele percelen onbereikbaar worden. Hier dient een erfdienstbaarheid voorzien te worden (licht negatief effect). Om misgeslagen golfballetjes in weilanden te vermijden worden netten en bomen voorzien (licht negatief effect). De nodige boscompensatie is niet wenselijk in actief uitgebaat agrarisch gebied (neutraal effect).
Leefbaarheid andere
Het containerpark zal moeten verdwijnen voor de aanleg van het golfterrein. Er is echter al een alternatieve locatie voorzien op bedrijventerrein
bedrijvigheid
Kluizenmolen (neutraal effect). Het terrein van de Intercommunale zal ingenomen worden. Momenteel is er nog geen alternatieve locatie gekend (negatief effect) Het golfterrein zal in 2 fasen aangelegd worden. Hierdoor kan de ontginning in het westen van het plangebied eerst nog uitgevoerd worden (neutraal effect).
Recreatiefunctie
De nabestemming van ontginningsgebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut wordt omzet naar recreatiegebied. Dit wordt beschouwd als een positief effect ten aanzien van golfbehoefte in de regio. Er worden mogelijkheden voorzien voor recreatief medegebruik. Om de interactie van golf met de andere vormen van recreatie veilig te laten verlopen, dienen de nodige veiligheidsafstanden gerespecteerd te worden. Door de inrichting van het plangebied als golfterrein wordt de waarde van het gebied ten aanzien van de fietser en wandelaar verhoogd. Het fiets- en wandelpad doorheen het plangebied sluit bovendien aan op het fietsknooppuntennetwerk en de bestaande fietsas (positief effect). De oversteekplaats in de Kattestraat dient duidelijk aangegeven te worden door bv. een zebrapad, nodige signalisatie en verkeerdrempels. Dit om de veiligheid van de golfspelers en het verkeer te garanderen (neutraal effect).
Natuur
Direct ruimtebeslag
Voor de aanleg van het golfterrein zal een gedeelte van de bestaande vegetatie verdwijnen. De bestaande ecologisch, landschappelijk waardevolle elementen dienen echter maximaal behouden te worden. Net zoals de nog resterende KLE’s (licht negatief effect). Bij de aanplant dient gebruik gemaakt te worden van inheems, streekeigen en standplaatsgeschikt plantgoed. Spontane bosontwikkeling geniet echter de voorkeur. Waterpartijen en depressies dienen ecologisch ingericht te worden. Het golfterrein kan bijgevolg ontwikkelen tot een nieuw biotoop voor fauna en flora (positief effect).
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
De ontbossing die zal plaatsvinden dient gecompenseerd te worden. De compensatie dient bij voorkeur gerealiseerd te worden binnen het plangebied (neutraal effect).
Verstoring
De exploitatie van het golfterrein leidt niet tot significante geluidshinder. Het gebruik van kettingzagen in de aanlegfase dient vermeden te worden in het broedseizoen (15 maart - 30 juni) (neutraal effect). De perceelsgreppels zullen verdwijnen i.f.v. het golfterrein. Er wordt geen significant negatief effect verwacht aangezien het gaat over greppels zonder structuurkwaliteit. De geklasseerde waterlopen worden op een ecologisch verantwoorde manier ingericht (neutraal effect). Het afvalwater wordt op een milieuvriendelijke manier behandeld en gezuiverd (neutraal effect). Het onderhoud van het golfterrein (gebruik van meststoffen en pesticiden) zal gebeuren op een ecologisch verantwoorde manier (licht negatief effect). De verstoring ten gevolge van het kunstlicht ter hoogte van de driving range wordt tot een minimum beperkt. De verlichting zal niet na 20 u ’s avonds branden aangezien er in de winter mogelijkheden zijn voor indoor golf. Bovendien wordt gewerkt met gerichte verlichting waardoor minder verstoring optreedt (licht negatief effect). Om misgeslagen golfballetjes in weilanden te vermijden worden netten en bomen voorzien. De netten dienen aan de nodige voorwaarden te voldoen om te vermijden dat vogels er niet verstrikt in geraken (licht negatief effect).
Netwerken
•
Rood-witte linten;
•
Netten zo strak mogelijk opzetten en gespannen houden;
•
Maaswijdte van de netten zo groot mogelijk;
•
Draden van netten zo dik mogelijk en onderaan in lichte kleur;
•
Regelmatig controleren in het eerste jaar, vooral in voor- en najaar.
Het golfterrein kan een natuurverbinding of stapsteen vormen met het Stropersbos. Hiervoor dient de aanleg en het beheer op een ecologische en natuurvriendelijke manier te gebeuren (positief effect).
Landschap
Direct ruimtebeslag
De herbestemming maakt het mogelijk om een groene invulling te geven aan het plangebied. Door het verdwijnen van ontginningsgebied en stortterrein wordt een opwaardering van het landschap gerealiseerd (positief effect).
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
De voormalige steenbakkerij en het gebouw van de voormalige windhondenclub blijven behouden. Er worden nieuwe functies aan toegekend met respect voor cultuurhistorische waarde van de gebouwen (positief effect). De nog resterende KLE’s dienen maximaal behouden te worden. Binnen het golfterrein kunnen echter ook extra KLE’s voorzien worden (licht negatief tot positief effect). Om verlies van bodemkundig erfgoed te vermijden, dient een archeologisch onderzoek plaats te vinden op de onontgonnen percelen alvorens de graafwerkzaamheden worden uitgevoerd (neutraal effect).
Verstoring
Door het verdwijnen van ontginningsgebied en stortterrein treedt er minder landschappelijke verstoring op (positief effect). De vervallen en leegstaande gebouwen worden gesloopt of gerenoveerd (positief effect). Het type afscherming van het golfterrein zal bepaald worden in samenspraak met de omwonenden (neutraal effect).
Netwerken
Rondom het plangebied kan een perceelrandbegroeiing met populieren voorzien worden. Deze KLE’s passen binnen de kenmerken van het coulissenlandschap. Bovendien worden hierdoor de landschappelijke relaties hersteld. Het golfterrein kan link vormen tussen het Stropersbos en andere ecotopen in het zuiden (positief effect).
Water
De greens en tee’s zullen geïrrigeerd worden. Om de effecten hiervan te milderen worden de volgende milderende maatregelen voorgesteld: • •
Irrigatiewater maximaal halen uit de waterplassen; Hemelwater van daken dient naast de noodzakelijke voorzieningen voor hergebruik van hemelwater (voor sanitair, kuiswater, buitenkraan…) maximaal aangesloten te worden op de vijvers;
• •
Drainagegrachten laten afwateren naar de waterpartijen en ondiepe plassen; Oppompen van water uit de Watergang van de Hoge landen kan enkel wanneer het waterpeil in deze waterloop hoger staat dan een peil dat nader af te spreken is met de beheerder van de waterloop;
•
Pas in laatste instantie kan de waterput gebruikt worden, het aanspreken van de waterput dient tot een minimum beperkt te worden;
•
Grasmatten behandelen met een ‘hydrogel’.
Op die manier wordt het effect t.g.v. de irrigatie beoordeeld als neutraal tot licht negatief. Anderzijds zal t.h.v. greens en tees ook drainage nodig zijn. Drainagewater wordt afgevoerd naar de waterpartijen en ondiepe plassen. Hierdoor blijft het water binnen het
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
plangebied. De waterput wordt enkel in uitzonderlijke gevallen gebruikt (neutraal tot licht negatief effect). De vijverbodem wordt ondoorlatend gemaakt waardoor er geen drainage optreedt (neutraal effect). Om de restruimte voor water te behouden mogen binnen het recent overstroomd gebied geen ophogingen plaatsvinden (neutraal effect). De loods voor de opslag van materiaal wordt bij voorkeur gerealiseerd buiten het recent overstroomd gebied en op hoger gelegen terreindelen. Mogelijke alternatieve locaties zijn langs het clubgebouw of de golfschool. Aangezien deze gebouwen een historisch-landschappelijke waarde hebben dient er bij de realisatie van de loods op deze locaties getracht te worden om deze waarde niet aan te tasten. Indien er toch geopteerd wordt om de loods te realiseren ter hoogte van de Kattestraat, dient het gebouw overstromingsvrij gebouwd te worden (neutraal effect). Voor de parkeerterreinen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van waterdoorlatende verhardingsmaterialen (neutraal tot licht negatief effect). Om de effecten van het gebruik van meststoffen en pesticiden te milderen, dient een veiligheidszone langs het oppervlaktewater gerespecteerd te worden. Om de invloed naar de omliggende percelen te vermijden dienen de drainagegrachten af te wateren naar de waterpartijen en ondiepe plassen binnen het plangebied. Bovendien dient het gebruik afgestemd te worden op de behoeften (licht negatief effect). Het afvalwater wordt op een milieuvriendelijke manier behandeld en gezuiverd (neutraal effect). De perceelsgreppels zullen verdwijnen i.f.v. het golfterrein. Er wordt geen significant negatief effect verwacht aangezien het gaat over greppels zonder structuurkwaliteit. De geklasseerde waterlopen worden volgens de principes van natuurtechnische milieubouw ingericht (neutraal effect). Langs beiden zijden van de waterloop dient een erfdienstbaarheidszone van 5 m gerespecteerd te worden. Er treedt geen beïnvloeding van de waterkwaliteit op aangezien de afdeklaag van het stort behoud blijft (neutraal effect). Maatregelen in functie van de waterhuishouding van een ruimer gebied binnen het plangebied moeten mogelijk blijven op voorwaarde dat aangetoond wordt dat dit geen negatieve effecten met zich mee brengt voor de omgeving (neutraal tot positief effect).
Bodem
Er treedt geen contact is met de onderliggende verontreinigingen aangezien de afdeklaag van het stort behoud blijft (neutraal effect). De bepalingen van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO zullen gevolgd worden (neutraal effect). Het gebruik van meststoffen en pesticiden wordt afgestemd op de behoeften (licht negatief effect).
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
1.5
Eindbespreking Het herbestemmen van het plangebied doet het plangebied beter inpassen in zijn ruimtelijke omgeving. Door het golfterrein op een op een ecologische en natuurvriendelijke manier aan te leggen en te beheren, kunnen waardevolle biotopen ontstaan. De nodige maatregelen kunnen genomen worden om de hinder voor de omwonenden en de effecten op de landbouw te milderen. Hierdoor scoort het plan vanuit milieukundig oogpunt beter dan het nulalternatief.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
2
Lijst met afkortingen BBI
Belgische Biotische Index
BPA
Bijzonder Plan van Aanleg
BWK
Biologisch waarderingskaart
CAI
Centrale Archeologische Inventaris
CAP
Common Agricultural Policy
DOV
Databank Ondergrond Vlaanderen
GRS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
KLE
Kleine landschapselementen
m-mv
meter min maaiveld
MIRA
milieu- en natuurrapport Vlaanderen
OUP
Operationeel UitvoeringsProgramma
PIO
Prati-index voor zuurstofverzadiging
PRS
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Provincie
ROG
Recent overstroomd gebied
RUP
Ruimtelijk Uitvoeringsplan
SBZ
Speciale Beschermingszones
TAW
Tweede Algemene Waterpassing
VEN
Vlaams Ecologisch Netwerk
VLAREBO
Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering
VLAREM
Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning
VVG
Vlaamse Vereniging voor Golf
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
3
Bijlagen Bijlage 1: Handtekeningen deskundigen Natalie Bakx (ARCADIS Belgium), erkend deskundige bodem en water (MB/MER/EDA/512-V2, 8 januari 2013), belast met de discipline bodem en water
Ann Van Wauwe (ARCADIS Belgium), erkend deskundige monumenten en landschappen (MB/MER/EDA/659-V1, 8 februari 2016), belast met de discipline landschap
Wouter Beyen (ARCADIS Belgium), erkend deskundige fauna en flora (MB/MER/EDA/672, 8 januari 2012), belast met de discipline fauna en flora
Bart Antheunis (ARCADIS Belgium), erkend deskundige mens – sociaal-organisatorische aspecten (MB/MER/EDA/610, 21 september 2014), belast met de discipline mens
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Bijlage 2: Kaartenbundel van niet-technische samenvatting Kaart 1: Topografische kaart Kaart 2: Bestaande juridische toestand - Gewestplan & RUP/BPA Kaart 3: Bestaande juridische toestand - Natuurreservaten Kaart 4: Bestaande juridische toestand - Natura 2000 en VEN/IVON Kaart 5: Biologische waarderingskaart Kaart 6: Bestaande toestand - Landschapsatlas Kaart 7: Visualisatie van de aanwezige KLE’s Kaart 8: Watertoetskaarten Kaart 9: Hydrografie
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
projectgebied
fase 2
www.geovlaanderen.be
fase 1
Kaart° 12
o
Topografische kaart 1:6.500
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_003A_topografische_kaart.mxd
projectgebied BPA
Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur: Onderdelen van de Grote Eenheid Natuur 'Stropersbos'
Gewestelijk RUP 0100- woongebied 0102- woongebied met landelijk karakter 0105- woonuitbreidingsgebied
Kluizemolen
0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut
^
0401- gebieden voor dagrecreatie
#
0402- gebieden voor verblijfrecreatie 0700- groengebied
N
0701- natuurgebied
R
0702- natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten 0800- bosgebieden
0900- agrarische gebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 0911- valleigebieden 1000- industriegebieden 1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's
Stekene Centrum
1200- ontginningsgebieden
www.geovlaanderen.be
C
Kaart° 2
o
Bestaande juridische toestand - Gewestplan & RUP/BPA 1:20.803
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_010A_gewestplan.mxd
projectgebied
De Lange Vaag
Natuurreservaat - visiegebied Erkende percelen - Natuurreservaat (2007)
Erkende percelen - Vlaams natuurreservaat (2002)
Kreken van Saleghem
Het Steengelaag
De Gavers
www.geovlaanderen.be
Het Stropersbos
Kaart° 3
o
Bestaande juridische toestand - Natuurreservaten 1:35.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_021A_natuurreservaat.mxd
projectgebied Habitatrichtlijngebied Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel
VEN, 1ste fase
www.geovlaanderen.be
De Stropers
Kaart° 4
o
Bestaande juridische toestand - Natura 2000 en VEN/IVON 1:20.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_011A_natuurbescherming.mxd
pmb bs lsb weg
pa
hf-
lhb
pa
sz
pa
bs
hp bs
bs
pa
hp
bs
pa
hp ua
hp
ur
hx
bs
ur ur bs ur
bs
pa
hp
pa
hr
hp hp bs
o
hp
hp
bs ur
pa kl
bs hp
hp
bs
hp
hp
kl
hp
hp
ua
hp
bs
ur
bs
hp
kq
kl
ur
kl
hp
hp
bs
bs
ur
wat
hp
kl
hp
hp
wat
kd
bs
kbp
hx
hp
ua
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol
bs
ku
n
biologisch waardevol
hpr-
lsb
bs
bs
ua
pa
hp
complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen
hp
bs
hp
ur
bs
hp
hp
hp
pa
bs hp
se
complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen
hx
pa
hp
hp
complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen
bu
hp
hx
biologisch minder waardevol
ui
bs
n
ko
bs
bs
ua
kz
n
un
pa
hp
hp
kh ua
ko
projectgebied
hp ae
pa pa
bs
ur
bs
pa pa
pmb
hr
ur
pa hp
uv
pa
n
pa
bs
ui
qs-
vm hp
bs
lhi
uv
bs n
sz pa
ppms
ppms
uv
uv
uv
ppms
qs-
pa
pi
bs
ls pa
hp uv
kq
hp
hp
ua
hx
ua
hp
kl bs
Kaart° 5
www.geovlaanderen.be
ua
uc
Biologische waarderingskaart 1:10.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_008A_bwk.mxd
"
projectgebied Relictzone Scheldepolders Beveren en de Scheldeschorren
Lijnrelict
Stropersbos
"
Ankerplaats
"
Puntrelict
Krekengebied van Kieldrecht en Meerdonk
Bosgebied NW Stekene
"
Stropersbos Stekene
"
Bolle akkergebieden Land van Waas, Vallei van de Barbierbeek
"
"
"
" Landbouwgebieden Land van Waas Landbouwgebieden Land van Waas
Moervaartdepressie
o
" Kaart° 6
www.geovlaanderen.be
"
Bestaande toestand - Landschapsatlas 1:30.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_012A_landschapsatlas.mxd
projectgebied bomenrij haag knotwilgenbomenrij rietkraag
Kaart° 7
o
www.geovlaanderen.be
solitaire boom
Visualisatie van de aanwezige KLE's 1:6.500
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_029A_kle.mxd
Erosiegevoelige gebieden
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
projectgebied
Infiltratiegevoelige bodems Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig Hellingenkaart < 0,5% 0,5% - 5% 5% - 10% > 10% Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Geen informatie beschikbaar
Hellingenkaart
Infiltratiegevoelige gebieden
Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Erosiegevoelige gebieden Niet erosiegevoelig
Kaart° 8
o
www.geovlaanderen.be
Erosiegevoelig
Watertoets 1:15.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_032A_watertoets_d1.mxd
Overstromingsgevoelige gebieden
Winterbedkaart
projectgebied
Winterbedkaart
Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier Behoort tot het winterbed van de grote rivier
Overstromingsgevoelige gebieden Niet overstromingsgevoelig
Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig
Kaart° 8
o
www.geovlaanderen.be
Recent overstroomde gebieden (ROG)
Watertoets 1:15.000
:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_032A_watertoets_d2.mxd
! ! !OVL-5646
212
RB OVL-GW 209
R
D
waterput
!
Vergunde grondwaterwinning Bevaarbaar
80162
!
4041
VE
AN
11 31
UI DZ
!
Geklasseerd, eerste categorie Geklasseerd, tweede categorie Geklasseerd, derde categorie
393 8
K
!
I
S TE K ENE VA N AL
NO O
A
3 12
G IN ND
OVL-GW2159
4049
47 40
projectgebied
!
OVL-Z4001640
!
OVL-4251
!
! 4021
OVL-GW2903
! !
OVL-40110 ! OVL-70356
! 4033
R BURCHTAK KE B EEK
Niet geklasseerd
OVL-2398
OVL-4355 !
!
OVL-40181
!
OVL-40132
!
241
98 39
WA
R TE
NG GA
N DE VA
H
EL OG
AN
N DE
OVL-6307
!
!
OVL-GW 866
! OVL-80781
OVL-70645OVL-80223
!
! !
!
!
OVL-80276
ovl-80693
OVL-GW2458
AN
G
!
R TE WA
G
OVL-74578
ID
OVL-GW2235
!
4013
OVL-5597
OVL-20292
!
OVL-40048
!
OVL-74664
o
!
E
K
397 8
3987
450
! LS ST . P A UW E
!
BE
OVL-5173
!
OVL-5022
!
Kaart° 9
www.geovlaanderen.be
28 40
E IJK EL
ZU
!
Hydrografie 1:20.000
P:\Projecten\7029_golf_Sint_Gillis_Waas\GIS\Maps\7029_krt_019A_hydrografie.mxd
04/007029
Bijlage 3: Inrichtingsplan
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Bijlage 4: Grafisch plan GRUP Golfterrein Sint-Gillis-Waas
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
1674 L 2 0 1658 _ 0 0
1652 _ 0 0
1673 C 0 0
1673 B 0 0
1660 _ 0 0
1670 _ 0 0
1663 A 0 0
1738 _ 0 0
1688 _ 0 0 1685 _ 0 0
1659 _ 0 0 1651 _ 0 0
1689 _ 0 0 1690 _ 0 0
1684 _ 0 0
1672 A 0 0
1687 B 0 0
1667 A 0 0 1668 A 0 0 1666 A 0 0 1665 A 0 0 1669 A 0 0 1664 A 0 0
1739 A 0 0
1741 _ 0 0
1740 A 0 0
1744 _ 0 0
1745 A 0 0
1687 C 0 0
1686 A 0 0
1661 _ 0 0 1650 A 0 0
1662 C 0 0
1649 A 0 0
1662 B 0 0
1648 A 0 0 1647 A 0 0
1496 _ 0 0
1497 A 0 0
1472 A 0 0 1473 A 0 0
1495 _ 0 0
1499 _ 0 0
1500 A 0 0
1447 A 0 0 1465 _ 0 0 1464 _ 0 0 1477 _ 0 0
1476 _ 0 0
1494 _ 0 0
1522 A 0 0
1492 _ 0 0
1501 _ 0 0
1490 _ 0 0
1491 _ 0 0
1504 _ 0 0
1520 _ 0 0
1480 B 0 0
1488 A 0 0
1505 _ 0 0
1513 _ 0 0
1485 _ 0 0
1507 _ 0 0
1509 _ 0 0
1517 _ 0 0
1508 _ 0 0
1344 A 0 0
1260 _ 0 0
1514 _ 0 0
1259 _ 0 0
1515 _ 0 0 1140 A 0 0 1139 A 0 0
1137 A 0 0
1516 _ 0 0
1532 _ 0 0
1138 _ 0 0
1533 _ 0 0
1258 _ 0 0
1328 A 0 0
Noord-zuid gericht pad 1124 _ 0 0
1134 _ 0 0
1143 _ 0 0
1254 _ 0 0 1253 _ 0 0
1144 _ 0 0
Gebied met overdruk natuurverweving
1108 _ 0 0
1125 _ 0 0
Recreatiegebied
1107 _ 0 0
1126 _ 0 0 Ontginningsgebied
1106 _ 0 0
1131 _ 0 0
1133 _ 0 0 1132 _ 0 0 1130 A 0 0
1145 A 0 0
1275 _ 0 0
1151 B 0 0 1149 _ 0 01150 _ 0 0 1148 _ 0 0
1249 _ 0 0 1248 A 0 0
1250 _ 0 0
361 C 0 0 327 A 0 0
362 D 0 0
366 A 0 0 366 B 0 0
365 A 0 0
1264 _ 0 0 1263 _ 0 0
1141 _ 0 0 1252 _ 0 0 Gebied voorzien voor bebouwing en parking en wegen voor gemotoriseerd verkeer
1120 _ 0 0
361 B 0 0
1341 M 0 0 1341 K 0 0
1272 _ 0 0
1122 _ 0 0
1142 _ 0 0
326 A 0 0
1342 _ 0 0
1271 _ 0 0
1256 _ 0 0
1123 _ 0 0 1121 _ 0 0
360 A 0 0
1352 _ 0 0
1262 _ 0 0
1257 _ 0 0
329 A 0 0
360 B 0 0
1344 C 0 0
1343 A 0 0
1255 _ 0 0
1136 B 0 0
1270 _ 0 0
1267 F 0 0
322 C 0 0
358 E 0 0
358 D 0 0 358 H 0 0 358 G 0 0 360 C 0 0
1346 F 0 0
1353 _ 0 0
1268 _ 0 0
1261 _ 0 0
1486 A 0 0
1349 C 0 01347 D 0 2
1351 _ 0 0
1269 _ 0 0
1484 _ 0 0
330 A 0 0
358 K 0 0
1349 B 0 0
1350 _ 0 0
1483 _ 0 0
1487 A 0 0
1506 A 0 0
5A0 0
357 F 0 0
1334 T 0 0
1334 V 0 0
1481 _ 0 0
1482 _ 0 0
1512 _ 0 0
1518 _ 0 0
1461 _ 0 0
1489 _ 0 0
1511 _ 0 0 1519 B 0 0
1462 _ 0 0
1479 _ 0 0
1480 A 0 0
1521 _ 0 0 1510 _ 0 0
1463 _ 0 0
1478 _ 0 0
1503 _ 0 0
5B00
1396 N 0 0
1393 A 0 0 1389 D 0 0 6 H 0 0 1388 C 0 01389 E 0 0 1385 _ 0 0 1435 _ 0 0 1449 _ 0 0 6K00 6G00 1386 _ 0 0 1434 _ 0 0 1380 B 0 0 8A0 0 14 A 0 0 1383 _ 0 0 8E00 1450 _ 0 0 1377 D 0 0 1384 K 0 0 1376 C 0 2 10 S 0 0 1433 _ 0 0 12 N 0 0 12 G 0 0 1376 A 0 0 1430 _ 0 0 1384 E 0 01384 H 0 0 1455 A 0 0 1431 _ 0 0 1378 E 0 0 10 R 0 0 1384 G 0 0 1376 D 0 2 11 A 2 0 1375 W 2 0 342 E 0 0 1375 A 3 0 1375 Y 2 0 1452 C 0 01451 _ 0 0 1365 C 0 0 1375 B 3 0 1375 Z 2 0 1432 _ 0 0 1375 V 2 0 343 S 0 0 1452 E 0 0 1367 C 0 0 343 P 0 0340 L 0 0 1375 T 2 0 1359 M 0 0 346 B 0 0343 T 0 0 336 L 0 0 1375 S 2 0 1358 H 0 01359 K 0 0 334 C 0 0 1453 C 0 0 1358 M 0 0 1358 K 0 0 1375 R 2 0 1452 G 0 0 347 B 0 0 1358 L 0 0 1375 C 3 0 1361 A 0 0 1369 A 0 0 1373 G 0 0 350 B 0 0 1459 _ 0 0 1453 D 0 01334 P 0 0 1453 A 0 0 1334 R 0 0 331 A 0 0 353 B 0 0 1356 _ 0 0 1372 D 0 0 321 B 0 0 352 A 0 0 354 E 0 0 1357 _ 0 0 1360 _ 0 0 356 B 0 0
1471 A 0 0
1475 _ 0 0
1502 _ 0 0
1387 _ 0 0
1438 D 0 0
1498 A 0 0 1493 _ 0 0
1396 P 0 0
1436 _ 0 0 1437 B 0 01437 A 0 0 1438 C 0 0
1470 A 0 0 1474 A 0 0
18 D 0 0 19 D 0 019 E 0 0 1748 W 0 0 1762 D 0 0 1762 B 0 0 1748 X 0 0 1748 T 0 01761 B 0 0 1763 H 0 0 1748 Z 0 01748 Y 0 0 1748 L 0 0 1762 E 0 01762 C 0 0 20 D 0 0 1748 A 2 0 1747 A 0 0 1748 P 0 0 1404 A 0 0 25 D 0 0 1746 A 0 0 1 A 0 01 B 0 0 2 R 0 0 1416 A 0 0 1406 C 0 0 2W00 2S00 1418 B 0 0 1407 L 0 0 1C00 1410 B 0 0 1403 C 0 0 1D00 1415 A 0 0 1403 D 0 0 1420 B 0 0 4G00 1440 R 0 0 1402 L 2 0 1402 G 2 0 4F00 1402 F 2 0 1402 K 2 0 32 A 0 0 4E00 1422 G 0 0 1402 N 2 0 15 A 0 0 1402 M 2 0 4D00 1397 B 0 0 1422 F 0 0 1398 C 0 0 4C00 1396 R 0 0 4B00 1399 B 0 0
1273 _ 0 0 1274 _ 0 0
1251 _ 0 0
1324 D 0 0 1278 A 0 0
1277 D 0 0 1276 B 0 0
1245 A 0 0
1244 C 0 0
1325 C 0 0
1276 C 0 21277 C 0 0 1276 D 0 2
1323 B 0 0
1320 _ 0 0
1324 E 0 0
1280 _ 0 0
1318 _ 0 2
368 A 0 0 370 A 0 0
1321 A 0 0
369 A 0 0 376 A 0 0
1319 _ 0 0 1279 C 0 0
367 A 0 0
1322 A 0 0
375 A 0 0
1315 A 0 0 1318 _ 0 0 1316 _ 0 0
1314 D 0 0
373 B 0 0
382 F 0 0
381 A 0 0
403 A 0 0
04/007029
Bijlage 5: Grafische plannen van RUP’s Gewestelijk RUP ‘Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur: Onderdelen van de Grote Eenheid Natuur 'Stropersbos’ Gemeentelijk RUP ‘Kluizenmolen’
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Bijlage 6: Natuurinrichtingsplan Natuurinrichting De Stropers
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Bijlage 7: Toetsings- en beoordelingskaders Toetsings- en beoordelingskaders zullen worden geput uit milieuhygiënische wetgeving, uit beleidsdocumenten of uit Best Practices (bvb MER-richtlijnenboeken). Onderstaand overzicht bevat hiervan een oplijsting. Toetsingen (aan normen) worden doorgaans toegepast binnen technische en/of abiotische disciplines. Beoordelingen (ten aanzien van waarden of doelen) worden doorgaans toegepast binnen integrerende of receptordisciplines.
Water Decreet integraal waterbeheer BVR betreffende de watertoets
Functietoekenning oppervlaktewaterkwaliteit Beoordelingskader ‘verstoring natuur’
Beoordelingskader ‘verstoring mens’
Heeft tot doel een goede toestand van grond- en oppervlaktewater te bereiken, zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak. De bepalingen zijn algemeen van toepassing. Als instrument dat de realisatie van de vooropgestelde doelstellingen mede moet mogelijk maken, voorziet het decreet de watertoets of waterparagraaf. De wijze waarop deze watertoets dient uitgevoerd te worden is bepaald in het BVR van 20/07/2006 (BS 31/10/2006). In uitvoering van het decreet werd een Gewestelijke stedenbouwkundige verordening goedgekeurd die nadere regels vastlegt m.b.t. de opvang en (vertraagde) afvoer van hemelwater. Elementen ten behoeve van de watertoets worden bij de milieubeoordeling opgenomen. Bepalingen uit de verordening vormen mee de basis in de effectbeoordeling en het voorstellen van milderende maatregelen. Het immissiebesluit legt de kwaliteitsdoelstellingen voor alle oppervlaktewateren van het openbaar hydrografisch net vast. In Vlarem II zijn de kwaliteitsnormen vastgelegd die met deze doelstelling overeenkomen. De effectbeoordeling van verdroging/vernatting of waterverontreiniging op natuurwaarden wordt niet zozeer afzonderlijk, dan wel integraal beoordeeld. Hydrologische verstoringseffecten hebben een invloed op het voortbestaan van ecotopen. Een wijziging van de habitatkwaliteit door verdroging/vernatting of waterverontreiniging heeft dan weer gevolgen voor de leefbaarheid van soorten. Vandaar dat het effect op flora en fauna in ruime zin beoordeeld moet worden, rekening houdend met direct verlies, verstoringseffecten en netwerkeffecten samen. Dit houdt een integrale beoordeling in bij de receptor natuur. De beoordeling gebeurt op basis van expertenoordeel rekening houdend met eventuele cumulatie met andere ecologische effecten (ruimteverlies, andere verstoringseffecten en netwerkeffecten). De ernst van de effecten worden beoordeeld rekening houdende met onder meer volgende aspecten: toegelaten grondwaterstandswijziging voor grondwaterwinningen, gewenste grondwaterstand vanuit landbouwkundig oogpunt, ligging van grondwaterbeschermingsgebieden, grondwaterkwetsbaarheidskaart voor vervuiling, realiseerbaarheid code van goede praktijk. De mogelijke effecten van risico’s op overstromingen worden beoordeeld. De mate waarin de menselijke functies die binnen de invloedszone gelegen zijn hinder zullen ondervinden, wordt door een expertenbeoordeling bepaald.
Fauna & flora Decreet betreffende het natuurbehoud (natuurbehoudsdecreet) VEN SBZ
In kader van de effectbeoordeling wordt nagegaan in welke mate natuurelementen in het plangebied of onmiddellijke omgeving worden vernietigd of ernstig beschadigd met het oog op noodzakelijke maatregelen om deze beschadiging of vernietiging te voorkomen, beperken of herstellen. Het standstillprincipe en de zorgplicht vormen immers belangrijke beginselen in het decreet en zijn algemeen van toepassing. Dit slaat onder meer op regionaal belangrijke natuurwaarden, VEN/IVON gebieden, Habitat- en Vogelrichtlijngebieden. Er wordt in een voortoets nagegaan of er een mogelijks betekenisvolle
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
aantasting te verwachten is van de natuurkenmerken waarvoor de respectievelijke speciale beschermingszones zijn aangemeld/aangewezen. Deze habitat- en vogelrichtlijngebieden bevinden zich in de ruimere omgeving van het plangebied. Indien aanzienlijke effecten te verwachten zijn, wordt een passende beoordeling(geïntegreerd in de milieubeoordeling) opgemaakt. Vegetatiebesluit
Een aantal vegetatiewijzigingen zijn ofwel verboden, natuurvergunnings- of meldingsplichtig. Er wordt nagegaan welke vegetaties in het plangebied mogelijks verdwijnen en in hoeverre de modaliteiten van het besluit van toepassing zijn.
Besluiten inzake soortbescherming
Er wordt beschreven of eventueel flora en fauna die onder het soortbeschermingsregime vallen binnen het plangebied aanwezig zijn. Er zal worden nagegaan in hoeverre eventueel aanwezige beschermde soorten worden verstoord.
Bosdecreet
Er wordt onderzocht of/en in welke mate er voor de realisatie van het plan ontbost moet worden. Er zal indicatief aangegeven worden om welke te ontbossen en te compenseren oppervlaktes het gaat. Tevens wordt nagegaan in hoeverre een mogelijke compensatie binnen het plangebied kan worden gerealiseerd.
Milieubeleidsplannen
Er zal worden nagegaan of de realisatie van het plan indruist tegen doelstellingen en voorziene maatregelen vooropgesteld in de verschillende milieubeleidsplannen.
GNOP Beringen
Er zal worden nagegaan of de realisatie van het plan indruist tegen doelstellingen vooropgesteld in het natuurbeleid van de gemeente.
Landschap Decreet betreffende landschapszorg
Binnen de effectbeoordeling wordt nagegaan in hoeverre beschermde landschappelijke waarden worden aangetast door het plan.
Landschapsatlas
Gebieden met een hoge waarde aan gaafheid (ankerplaatsen) of grote concentratie aan relicten (relictzones) zijn aangeduid. Deze zones genieten geen wettelijke bescherming, maar op termijn worden beheersplannen opgesteld. Daarnaast worden ook lijn- en puntrelicten aangeduid. In het plangebied is een relictzone gelegen. Er wordt beoordeeld in welke mate deze waarde wordt aangetast.
Integraal beoordelingskader receptor landschap
Onder de term “landschap” wordt zowel het landschap, het bouwkundig erfgoed, archeologisch erfgoed als het geologisch en pedologisch erfgoed verstaan. De integrale beoordeling op basis van een expertenbeoordeling drukt uit in welke mate de kwaliteit van het landschap beïnvloed wordt. Voor de waardering van de landschappen wordt rekening gehouden met: • de intrinsieke waarde • de (cultuur)historische waarde • de zeldzaamheid • de gaafheid • de samenhang met andere elementen en het landschap (contextwaarden) Volgend kader wordt gehanteerd: • Zeer significant negatief effect: landschappelijke waarden in sterke mate aangetast door: o verlies van grote oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate negatieve landschapselementen teweeg dat de landschappelijke beeldkwaliteit van grote oppervlakten verloren gaan. o waarden worden aangetast door verlies van sterk positieve structurele of visuele relaties (of de creatie van nieuwe negatieve) wat kan leiden tot een versnippering waardoor de resterende oppervlakte onvoldoende waarde heeft an sich. • Significant negatief effect: landschappelijke waarden in beperkte mate aangetast door:
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
o verlies van beperkte oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate negatieve landschapselementen teweeg dat de landschappelijke beeldkwaliteit van beperkte oppervlakten verloren gaan. o waarden worden aangetast door verlies van sterk positieve structurele of visuele relaties (of de creatie van nieuwe negatieve) wat kan leiden tot een versnippering waardoor de resterende oppervlakte toch een zekere beperking van zijn waarde kent. • Matig negatief effect: landschappelijke waarden in zeer beperkte mate aangetast door: o verlies van zeer beperkte oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate negatieve landschapselementen teweeg dat de landschappelijke beeldkwaliteit van zeer beperkte oppervlakten verloren gaan. o waarden worden aangetast door verlies van sterk positieve structurele of visuele relaties (of de creatie van nieuwe negatieve) wat kan leiden tot een versnippering waardoor de resterende oppervlakte een minimale beperking van zijn waarde kent. • Verwaarloosbaar effect: de eventuele wijziging van de landschapskwaliteit is verwaarloosbaar. • Matig positief effect: landschappelijke waarden in zeer beperkte mate verbeterd door: o herstel van zeer beperkte oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate positieve landschapselementen teweeg (of verwijderen dermate negatieve) dat de landschappelijke beeldkwaliteit van zeer beperkte oppervlakten toeneemt. o herstel van waarden door herstel van zeer beperkt positieve structurele of visuele relaties (of de verwijdering van negatieve) wat kan leiden tot een herstelde verbinding en afname van versnippering waardoor het gebied een lichte toename van zijn waarde kent. • Significant positief effect: landschappelijke waarden in beperkte mate verbeterd door: o herstel van beperkte oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate positieve landschapselementen teweeg (of verwijderen dermate negatieve) dat de landschappelijke beeldkwaliteit van beperkte oppervlakten toeneemt. o herstel van waarden door herstel van beperkt positieve structurele of visuele relaties (of de verwijdering van negatieve) wat kan leiden tot een herstelde verbinding en afname van versnippering waardoor het gebied een toename van zijn waarde kent. • Zeer significant positief effect: landschappelijke waarden in sterke mate verbeterd door: o herstel van grote oppervlakte waardevol landschap of waardevolle landschapselementen; o aanleg van infrastructuur/aanwezigheid brengen dermate positieve landschapselementen teweeg (of verwijderen dermate negatieve) dat de landschappelijke beeldkwaliteit van grote oppervlakten toeneemt. o herstel van waarden door herstel van zeer beperkt positieve structurele of visuele relaties (of de verwijdering van negatieve) wat kan leiden tot een herstelde verbinding en afname van versnippering waardoor het gebied een grote toename van zijn waarde kent.
Mens
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
Mobiliteitsplan
Dit vormt de basis voor de uitwerking van een hiërarchie voor het lokale wegennet gekoppeld aan inrichtingsprincipes en (infrastructurele) maatregelen. De selectie van het wegennet gebeurt voor vracht-, auto- en langzaam verkeer. Er wordt nagegaan of de realisatie van het plan indruist tegen doelstellingen of maatregelen vooropgesteld in het mobiliteitsplan.
Integraal beoordelingskader receptor mens
In tegenstelling tot de andere receptoren is voor de receptor mens geen relatief eenvoudige en 100% objectieve integratie van de verschillende effectgroepen uit te werken omdat: • De doelstelling van het plan is gericht op menselijke receptoren. Er zijn dus duidelijke positieve effecten voor de mens ten gevolge van de realisatie van het golfterrein. Deze voordelen worden echter gespreid over een groter gebied, over een ruim transportnetwerk, en komen niet alleen aan de bevolking binnen het studiegebied ten goede. In bepaalde zones is het mogelijk dat de voordelen nauwelijks of niet merkbaar zijn voor de bevolking in het plangebied, of dat er daarentegen belangrijke nadelen optreden. In een aantal gevallen dient bijvoorbeeld een afweging gemaakt te worden tussen de voordelen voor het algemeen nut en de nadelen die de bevolking lokaal kan ondervinden. • Bovendien kunnen belangrijke verschillen optreden binnen de groep van bevolking die in het studiegebied een of meerdere activiteiten uitoefent. Dit wordt veroorzaakt door de zeer diverse functies die aan het gebied toegekend kunnen worden. De beoordeling op het niveau van één functie is in zeer grote mate een expertbeoordeling. Een voorstel van algemeen beoordelingskader dat per functie gebruikt kan worden is het volgende: • Zeer significant negatief effect: de functie wordt zeer sterk gehinderd en/of verdwijnt nagenoeg volledig uit het gebied; • Significant negatief effect: de functie ondervindt sterke hinder en verdwijnt over delen van het gebied; • Matig negatief effect: de functie ondervindt hinder door het plan/project maar dit is slechts in beperkte mate; • Verwaarloosbaar effect: er zijn geen significante wijzigingen te verwachten voor de functie; • Matig positief effect: de functie ondervindt een stimulans of verbetering door het plan/project maar dit doet zich slechts in beperkte mate voor; • Significant positief effect: de functie ondervindt een duidelijk positief effect en kan zich uitbreiden of verbeteren maar de ruimtelijke uitbreiding blijft beperkt; • Zeer significant positief effect: de functie krijgt een sterke ontwikkeling ten gevolge van het plan/project en neemt grote delen van het gebied in. Een dergelijk beoordelingskader is steeds schaalafhankelijk. Daarom zal duidelijk aangegeven worden ten opzichte van welke schaal de beoordeling wordt uitgevoerd. Voor de afweging van de ‘globale leefbaarheid’ wordt een synthese van leefbaarheid van de verschillende functies opgemaakt.
Beoordelingskader ‘mobiliteit’
Eerder technische beoordelingen van de verkeersafwikkeling (cfr hoger); dergelijke beoordelingskaders zijn in de literatuur beschreven en kunnen alleszins bij de aanvang worden geëxpliciteerd. Expertbeoordelingen voor de niet modelleerbare effecten (modal shift; verschuivingen van reisroutes of locaties; beoordelingen van leesbaarheid, veiligheid of leefbaarheid; doorstroming openbaar vervoer, bereikbaarheid, …); de onderlinge weging van deze aspecten is daarbij locatieafhankelijk, afhankelijk van de beschouwde modus, … Een toetsing van de nieuwe situatie aan het verkeersplanologisch kader dat voorafgaand wordt opgemaakt. Dit verkeersplanologisch kader omvat o.a.: • de relevante bepalingen uit Ruimtelijke Structuurplannen op de 3 bestuursniveaus met o.a. de categorisering van wegen met het bijhorende beleid, • de visie op de mobiliteitsafwikkeling zoals deze blijkt uit mobiliteitsplannen op diverse bestuursniveaus (gemeentelijk mobiliteitsplan), • de ruimtelijke en verkeerskundige visie zoals deze blijkt uit de zogenaamde streefbeelden voor wegen, • provinciaal functioneel fietsroutenetwerk.
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
04/007029
• beleidsplannen voor openbaar vervoer.
n beoordelingskaders
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc
HOOFDKANTOREN ARCADIS BELGIUM
BIJKANTOREN ARCADIS BELGIUM
BERCHEM-ANTWERPEN
KORTRIJK
BASTOGNE
POSTHOFBRUG 12
SINT-JORISSTRAAT 21
RUE THIER DE LUZERY 6
B-2600 BERCHEM-ANTWERPEN
B-8500 KORTRIJK
B-6600 BASTOGNE
T +32 3 328 62 86
T +32 56 24 99 20
T +32 61 21 38 85
F +32 3 328 62 87
F +32 56 24 99 21
F +32 61 21 52 28
GENT
LEUVEN
HAALTERT
KORTRIJKSESTEENWEG 302
HUNGARIA, VAARTKOM 31/8
BRUULSTRAAT 35
B-9000 GENT
B-3000 LEUVEN
9450 HAALTERT
T +32 9 242 44 44
T +32 16 63 95 00
T. +32 53 83 04 80
F +32 9 242 44 45
F +32 16 63 95 01
F+32 53 83 59 54
HASSELT
LUIK
CHARLEROI
EUROSTRAAT 1 – BUS 1
RUE DES GUILLEMINS 26, 2DE
119, AVENUE DE PHILIPPEVILLE
B-3500 HASSELT
VERD.
6001 CHARLEROI
T +32 11 28 88 00
4000 LUIK
T +32 71 298 900
F +32 11 28 88 01
T +32 4 349 56 00
F +32 71 298 901
WWW.ARCADISBELGIUM.BE
F +32 4 349 56 10 OOSTENDE ARCHIMEDESSTRAAT 7 B-8400 OOSTENDE T +32 59 27 38 00 F +32 59 27 39 00 Iso gecertificeerd voor
Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening
j:\projecten\7029_golf_sint_gillis_waas\rapportage\rapporten\mer\4007029_planmer_golf_sgw_07072011.doc