1
Imagine the result
Motiveringsnota zorgplicht definitief aangeduide ankerplaats “Vijveren heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek” ten behoeve van de realisatie van de Noord-Zuid verbinding te Houthalen-Helchteren
Agentschap Wegen en Verkeer Limburg Projectnummer BE0100.010154.0168 | Maart 2014
2
Opdrachtgever
BE0100.010154.0168
Agentschap Wegen en Verkeer Limburg Vlaams Huis Hendrik Van Veldeke Koningin Astridlaan 50 bus 4, 3500 Hasselt Maarten Blomme
[email protected]
Motiveringsnota zorgplicht definitief aangeduide ankerplaats “Vijver- en heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek” ten behoeve van de realisatie van de Noord-Zuid verbinding te Houthalen-Helchteren
Opdrachtnemer
TV ASTA Eurostraat 1 – bus 1 B-1000 Brussel
Postadres Posthofbrug 12 B-2600 Antwerpen-Berchem
zorgplichtnota
Contactpersoon
Kathleen Nysten
Telefoon
+32 3 328 62 83
E-mail
[email protected]
Website
www.arcadisbelgium.be
3
BE0100.010154.0168
Inhoudsopgave
1 2 2.1 2.2 3 4 4.1 4.2 4.3 5
zorgplichtnota
Inleiding .............................................................................................................................. 4 Interferentie van het project met de ankerplaats ............................................................ 5 Het doortochttracé ............................................................................................................... 5 Het omleidingstracé ............................................................................................................. 7 Beschrijving van de landschapskenmerken van de ankerplaats ................................. 9 Aftoetsen van de landschapskenmerken ......................................................................10 Bestaande situatie .............................................................................................................10 Aanlegfase .........................................................................................................................10 Exploitatiefase....................................................................................................................11 Conclusie ..........................................................................................................................12
4
1
BE0100.010154.0168
Inleiding Het decreet betreffende de landschapszorg (dd. 16/04/1996) legt in art. 26 vast dat een administratieve overheid in al haar beslissingen inzake een eigen werk of handeling, of inzake het verlenen van een opdracht daartoe, of inzake een eigen plan of verordening, die een ankerplaats nadelig kan beïnvloeden moet: 1.
voorkomen dat vermijdbare schade aan een typisch landschapskenmerk van een ankerplaats wordt veroorzaakt
2.
door schadebeperkende maatregelen te nemen, de betekenisvolle schade die aan de ankerplaats wordt aangebracht zo veel mogelijk te beperken en indien mogelijk, te herstellen en te compenseren.
Op 12 december 2013 besliste de Vlaamse Regering tot definitieve aanduiding van de ankerplaats “Vijver- en heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek” in Houthalen-Helchteren en Zonhoven. Uit artikel 26 van het landschapsdecreet kan afgeleid worden dat n.a.v. het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Noord-Zuid verbinding N74” te Houthalen-Helchteren, gelegen in de definitief aangeduide ankerplaats “Vijver- en heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek”, een zorgnota opgesteld moet worden voor wat betreft het op- en afritcomplex 29 (Houthalen-Helchteren).
zorgplichtnota
5
2
BE0100.010154.0168
Interferentie van het project met de ankerplaats Voor de realisatie van de Noord-Zuid verbinding zijn er 2 voorstellen uitgewerkt: het doortochttracé en het omleidingstracé. Voor beide zijn voor verscheidene tracédelen en een aantal varianten weerhouden. Hieronder wordt een toelichting gegeven van het doortochttracé en het omleidingstracé ter hoogte van de definitief aangeduide ankerplaats. Enkel het segment ter hoogte van de aansluiting op de E314 wordt relevant geacht voor deze motiveringsnota. Belangrijk hierbij is dat de voorgestelde beschrijvingen van de wegontwerpen niet als finaal ontwerp te beschouwen zijn. Vele aspecten (waaronder de architectonische aspecten) dienen nog in latere fasen (project-MER, referentie-ontwerp) uitgewerkt te worden.
2.1
Het doortochttracé De contour van het doortochttracé is voorgesteld op de onderstaande figuur.
Figuur 2.1: Afbakening van het doortochttracé thv de definitief aangeduide ankerplaats
Tot het zuidelijke punt van de verkeerswisselaar wordt de N74 als een primaire weg, die eveneens fungeert voor het lokale verkeer, voorzien van een 2x2 met een 3de rijstrook voor uitwisseling/weven van de verschillende verkeersstromen. De beide rijrichtingen worden gescheiden door middel van een middenberm.
zorgplichtnota
6
BE0100.010154.0168
De op- en afritten naar de E314 zijn telkens voorzien als een éénvaksrijwegen geflankeerd door een pechstrook. Ten behoeve van het invoegen en weven van het verkeer wordt er lokaal een additioneel rijvak voorzien.
Figuur 2.2: Illustratie dwarsprofiel doortochttracé thv park & ride in segment Centrum Zuid
Het op- en afritcomplex wijzigt enkel in het gedeelte ten westen van de N74.
Figuur 2.3: Illustratie op- en afritcomplex doortochttracé
zorgplichtnota
7
2.2
BE0100.010154.0168
Het omleidingstracé De contour van het omleidingstracé is voorgesteld op de onderstaande figuur.
Figuur 2.4: Afbakening van het omleidingstracé thv de definitief aangeduide ankerplaats Bij het omleidingstracé wordt ten westen van het bestaande op- en afritcomplex een nieuwe knoop voorzien. Het huidige complex wordt volledig herontworpen en vervangen door een nieuw complex. Doordat de aantakking van de N74 op de A2/E314 westelijker komt te liggen dan de huidige situatie ontstaat een ruimtelijk uiteengelegde knoop.
Figuur 2.5: Visualisatie van de aansluiting van het omleidingstracé op de E314
zorgplichtnota
8
BE0100.010154.0168
Voor de verknoping door middel van een verkeerswisselaar werd een variant ontworpen die een beperktere infrastructuuringreep vergt. Deze variant gaat uit van een maximaal behoud van de bestaande infrastructuur. Dit leidt tot een uitbreiding van het bestaande complex met:
een nieuwe lus in het zuidwest-kwadrant voor het verkeer van noord naar oost;
een bypass met brugconstructie voor het verkeer van de E314 naar de N74 in noordelijke richting;
een aantakking van de nieuwe N74 op de bestaande zate via een lichtenregeling.
Figuur 2.6: Visualisatie van de aansluiting van het omleidingstracé op de E314
zorgplichtnota
9
3
Beschrijving
van
de
BE0100.010154.0168
landschapskenmerken
van
de
ankerplaats In het ministerieel besluit van 12 december 2013 voor de aanduiding van de ankerplaats “Vijver- en heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek” worden de belangrijke
algemene
intrinsieke
landschapswaarden
(artikel
2,
§1)
en
de
typische
landschapskenmerken van de ankerplaats (artikel 2, §2) vermeld. Hieronder worden de bepalingen weergegeven waarmee het plan kan interfereren. Het betreft volgende landschapswaarden:
Natuurwetenschappelijke waarde: Het brongebied, waartoe het plangebied behoort, vormt met zijn laagveen- en moerasgebieden in de beekvalleien een natuurlijk waterreservoir en bepaalt mede het waterstockerend vermogen van het landschap in de Lage Kempen. In de beekvalleien bevinden zich de belangrijkste natuurwaarden.
Historisch waarde: De Brelaarschans met bijhorende schansvijver werd opgericht in de waterrijke gronden vlakbij de Laambeek. In deze 17de eeuwse schans konden de inwoners van de omliggende dorpen zichzelf en hun vee in veiligheid brengen ten tijde van oorlog en plundering Langs de Laambeek is de Genaderse Molen gelegen. Deze molen dateert uit 1250. Het gebouw werd in 1987-’89 grondig verbouwd en gerenoveerd tot restaurant. Het houten waterrad werd hersteld. Het binnenwerk is echter verdwenen.
Esthetische waarde:
Het kleinschalig
landschap
rond
Brelaar telt een grote
verscheidenheid aan groene landschapselementen zoals houtkanten, bosjes en struwelen en historisch erfgoed.
Ruimtelijk-structurerende waarde: Het landschap wordt bijzonder sterk gestructureerd door het hydrografisch stelsel, met name de insnijdingen van de Laambeek in het Kempisch plateau. Deze beek heeft net zoals de Roosterbeek en Slangebeek een noordoost-zuidwest-oriëntatie en vormt een beboste corridor doorheen de uitgesterkte heide. Ter hoogte van de Brelaarheide vormt de autostrade E314 een visuele grens.
Wat betreft de landschapskenmerken situeert het plangebied zich ter hoogte van de ankerplaats in een ‘kleinschalig cultuurlandschap’. Ter hoogte van de Brelaarheide bepalen vooral kleine landschapselementen zoals graslanden, omzoomd door houtkanten, houtwallen en struwelen het uitzicht. In plaats van naaldbomen komen hier loofbossen voor. In dit gebied komt ook een schans voor, namelijk de Brelaarschans. Aanwezig bouwkundig erfgoed zijn de Veldkapel van ’t Genaderen en de Genaderse watermolen. In de volgende paragraaf zullen de effecten van de aanleg en de realisatie van de Noord-Zuid verbinding N74 worden afgetoetst met deze landschapskenmerken.
zorgplichtnota
10
BE0100.010154.0168
4
Aftoetsen van de landschapskenmerken
4.1
Bestaande situatie Het gedeelte van de ankerplaats ten noord(oost)en van het bestaande op- en afritcomplex 29 is momenteel bebost. Verder oostwaarts komen langs de snelweg weilanden voor, omzoomd met perceelrandbegroeiing. Zowel langs het op- en afritcomplex als langs de E314 en N74 is er steeds een houtkant aanwezig die zorgt voor een afscherming van de zichten. De aanwezige vegetatie bestaat telkens uit loofhout. Bouwkundig erfgoed situeert zich verder oostwaarts – langs de Springstraat – en is niet aanwezig binnen of in de omgeving van het gedeelte van de ankerplaats dat overlapt met het plangebied. Ook de Breelaarschans bevindt zich niet in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Figuur 4.1: Zichten op de definitief aangeduide ankerplaats thv op- en afritcomplex 29
4.2
Aanlegfase Tijdens de aanlegfase kan de zone parallel aan het op- en afritcomplex en de huidige N74 ingericht worden als werfzone. Deze zone zal tijdelijk bestemd worden voor de inrichting, de voorbereiding en de realisatie van alle noodzakelijke werken in het kader van de aanleg van de wegeninfrastructuur, evenals de opslag van materiaal, grondstoffen en tijdelijke grondoverschotten en de werfuitrusting voor het personeel. Tijdens de aanlegfase zal de aanwezige begroeiing binnen de werfzone langs het op- en afritcomplex en de N74 verwijderd worden. De oppervlakte van het ingenomen gebied is te klein
zorgplichtnota
11
BE0100.010154.0168
ten opzichte van de totale oppervlakte van de ankerplaats om te spreken van aantasting van de globale doelstellingen. De weilanden blijven gevrijwaard. Hier wordt immers geen werfzone voorzien waardoor het grondgebruik er verder gezet kan worden. Ook de bomenrij langs de E314 kan behouden blijven. In de zone waar de aanpassingen aan het op- en afritcomplex en aan de N74 gepland worden, komt geen bouwkundig erfgoed voor. Er zijn dan ook geen effecten op het bouwkundig erfgoed mogelijk. Graaf- of bemalingswerken kunnen aanwezig bodemkundig erfgoed verstoren. Gezien het volledige plangebied wat betreft archeologie potentieel waardevol is, wordt in het RUP het volgende voorschrift (of gelijkwaardig) opgenomen: “Voorafgaand aan de bouwvergunning in het kader van de wegaanleg dient een archeologische prospectie met ingreep in de bodem te gebeuren door een archeoloog. Op deze manier kan worden uitgemaakt of er archeologische sporen in de bodem aanwezig zijn en kan hun belang worden bepaald. Zo kan worden uitgemaakt of deze sporen een archeologische opgraving rechtvaardigen. Indien een archeologische opgraving noodzakelijk is, dient daar voldoende tijd voor te worden vrijgemaakt, in overleg met de bevoegde entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed.” Ter hoogte van de bestaande weginfrastructuur van de N74 en het op- en afritcomplex kan echter aangenomen worden dat eventuele archeologische vindplaatsen hier reeds verloren zijn gegaan. Het effect ten aanzien van archeologie wordt daarom gering geacht.
4.3
Exploitatiefase De eigenlijke wegenis zal niet binnen de contouren van de ankerplaats gelegen zijn. Binnen de zone die overlapt met de ankerplaats wordt enkel de landschappelijke en functionele inpassing van de wegeninfrastructuur voorzien. Het gaat daarbij onder meer om de aanleg van bosjes en houtkanten, de aanleg van buffervijvers en grachten voor de buffering en infiltratie van water, … Op termijn kan de vegetatie zich dus terug ontwikkelen waardoor het landschap hersteld wordt. Deze vorm van grondgebruik is niet in tegenspraak met de doelstellingen van de ankerplaats. Het grondgebruik benadert immers de huidige natuurlijke invulling van de zone. Net zoals in de huidige situatie zullen de N74, de E314 en het op- en afritcomplex de grens van de ankerplaats vormen. De zichten zullen afgeschermd worden door de tussenliggende begroeiing.
zorgplichtnota
12
5
BE0100.010154.0168
Conclusie Effecten ten aanzien van de ankerplaats worden voornamelijk verwacht tijdens de aanlegfase. Gezien het om een tijdelijk effect gaat binnen een relatief kleine zone zal het negatief effect eerder te verwaarlozen zijn. Tijdens de exploitatiefase wordt het grondgebruik hersteld. Het terrein dat ingenomen wordt, zal ingericht worden in functie van de landschappelijke en functionele inpassing van de wegeninfrastructuur. Deze invulling sluit aan bij het huidig grondgebruik van de ankerplaats. Er kan bijgevolg geconcludeerd worden dat effecten van de realisatie van de Noord-Zuid verbinding N74 ten aanzien van de definitief aangeduide ankerplaat “Vijver- en heidegebied rond de bovenbeek van de Laambeek, Roosterbeek en de Slangebeek” minimaal geacht worden. Aangezien de wegenis zelf niet aan de ankerplaats raakt en omwille van de zeer beperkte overlap van de zone voor landschappelijke inpassing met de ankerplaats wordt voorgesteld om deze zone niet om te zetten naar erfgoedzone. Het gebied is namelijk te klein om te spreken van een aantasting van het kleinschalig cultuurlandschap en de overdruk voorzien voor landschappelijke inpassing is niet in tegenspraak met de doelstellingen van de ankerplaats.
zorgplichtnota
Kantoren
www.arcadisbelgium.be
Antwerpen- Berchem
Hasselt
Gent
Citylink - Posthofbrug 12
Eurostraat 1 – bus 1
Kortrijksesteenweg 302
B-2600 Berchem
B-3500 Hasselt
B-9000 Gent
T +32 3 360 83 00
T +32 11 28 88 00
T +32 9 242 44 44
F +32 3 360 83 01
F +32 11 28 88 01
F +32 9 242 44 45
Brussel
Liège
Charleroi
Koningsstraat 80
26, rue des Guillemins, 2ème étage
119, avenue de Philippeville
B-1000 Brussel
B-4000 Liège
B-6001 Charleroi
T +32 2 505 75 00
T +32 4 349 56 00
T +32 71 298 900
F +32 2 505 75 01
F +32 4 349 56 10
F +32 71 298 901
ARCADIS Belgium nv/sa BTW BE 0426.682.709 RPR BRUSSEL ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 SWIFT BIC BBRUBEBB
Maatschappelijke zetel Brussel Koningsstraat 80 B-1000 Brussel
Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening. Detachering van projectmedewerkers. Dit document is afgeprint op papier met het FSC-label