Jaarmagazine 2011
“Ik wil op eigen benen staan. En gelukkig zijn.”
2
Jaarmagazine 2011
Lijn5 brengt kinderen, jongeren en jongvolwassenen die hulp nodig hebben een halte verder in hun leven. Bij ons kunnen jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking rekenen op een goede aansluiting. Met andere woorden: precies op díe hulp en ondersteuning die nodig is om verder te komen. Samen met de jongeren - en hun gezin - werken we aan een basis voor een zo zelfstandig mogelijke toekomst. Lijn5 biedt (LVG)-jeugdzorg in de provincies NoordHolland, Utrecht en Gelderland. Wij bieden kinderen, jongeren en jongvolwassenen zorg en behandeling bij gedragsproblemen en/of problemen in de sociale ontwikkeling. Wij doen er alles aan om hen het vertrouwen terug te geven in hun eigen kunnen en in een positieve toekomst. We laten ze ontdekken waar ze goed in zijn. We helpen ze hun mogelijkheden te benutten. En we moedigen ze aan om verder te komen. Jongeren kunnen bij Lijn5 instappen als ze hulp nodig hebben, samen met ons de route bepalen en uitstappen zodra dat weer kan. Ons
uitgangspunt is ouders/verzorgers en/of het netwerk van de jongere altijd actief te betrekken bij de behandeling. Elk kind, elke jongere zo goed mogelijk op weg te helpen naar volwassenheid: daar komt heel wat bij kijken. Een vertrouwensband opbouwen, de motivatie tot ontwikkeling aanwakkeren, met grote volhardendheid en inventiviteit oplossingen realiseren en resultaten bewerkstelligen. Daar zetten ruim 900 medewerkers bij Lijn5 zich iedere dag met passie en betrokkenheid voor in.
Inhoud Voorwoord _____________________________ Pagina 5 Terugblik 2011 __________________________ Pagina 6 Mijlpalen medewerkers __________________ Pagina 10 Ontwikkelingen Lijn5 Mag ik hier ook een PGP? __________________ Pagina 12 Integrale zorg komt ‘tussen de oren’ __________ Pagina 14 De Doggerij brengt twee werelden samen ______ Pagina 15 Ik word hier echt heel gelukkig van ___________ Pagina 16 Uitbreiding behandelaanbod Driehuis _________ Pagina 18 Op de kaart in Amsterdam _________________ Pagina 18 Minder administratie, meer tijd voor jongeren ___ Pagina 19 Uit&Thuis durft buiten de kaders te denken _____ Pagina 20 Een oplossing kan zo dichtbij zijn ____________ Pagina 22 Trainen op de plek waar het gebeurt __________ Pagina 24 Samenwerking Elkaars expertise benutten
_________________ Pagina 25
Lijn5 biedt de volgende vormen van behandeling: Meedenken en beslissen Ambulant t Diagnostiek en Therapie t Ambulante Gezinsbehandeling t Ambulante Spoedhulp t Sociale Netwerkstrategieën/ Familienetwerkberaad t Naschoolse Dagbehandeling t Trainingscentrum t Weekendopvang
Residentieel t Observatie met verblijf t Open en besloten behandeling met verblijf t Trainingsinstituut met verblijf t Gezinshuis t Kamertrainingscentrum t Crisisopvang
Ambulant en residentieel t Multidimensionele Familietherapie (MDFT) t Uit&Thuis
Medewerkers betrekken bij beleid is zo ontzettend belangrijk
_____________________ Pagina 28
Ik ben betrokken bij onderwerpen die voor mij belangrijk zijn _____________________ Pagina Wij kunnen én willen meedenken met Lijn5
30
_____ Pagina 31
Cliënt in beeld Mijn specialiteit is mijn pokerface
____________ Pagina 32
Een kleine vooruitblik ___________________ Pagina 33 Colofon ________________________________ Pagina 34
3
“Soms word ik boos. Nu zeg ik ook waarom.”
4
Jaarmagazine 2011
Voorwoord In dit eerste jaarmagazine leest u de belangrijkste ontwikkelingen die het afgelopen jaar bij Lijn5 plaatsvonden. Zo werd in 2011 de indeling van de interne organisatie ingrijpend veranderd en is er een begin gemaakt met het intensiveren van de contacten met gemeenten en Centra voor Jeugd & Gezin. Ook maakten we afgelopen jaar steeds meer de verbinding tussen ambulante en residentiële behandelvormen. Allemaal belangrijke ontwikkelingen om flexibel en snel te kunnen inspelen op de veranderende omgeving en de individuele zorgvragen. Maar het belangrijkste is dat onze medewerkers zich ook in 2011 weer met hart en ziel inzetten voor kinderen en jongeren die hulp nodig hebben.
In 2012 willen we bij Lijn5 De Dialoog gaan hanteren als manier van omgaan met elkaar. Wat dialogisch communiceren precies inhoudt, leggen Joop Boukes en Gerard Kocken haarfijn uit in het artikel op pagina 12. Afgelopen jaar is met deze wijze van communiceren al een goed begin gemaakt bij de behandeling van de jongeren en vanaf 2012 krijgen alle medewerkers training in het dialogisch communiceren.
Een hoogtepunt in 2011 is zeker de oprichting van één Cliëntenraad voor heel Lijn5. Een andere mijlpaal is de verdere ontwikkeling op inhoud, waardoor we met z’n allen steeds beter in staat zijn zorg te bieden die zo licht mogelijk is, dichtbij huis plaatsvindt en niet langer duurt dan noodzakelijk. In dit jaarmagazine vertellen medewerkers wat hun ‘persoonlijke’ mijlpaal was bij Lijn5 het afgelopen jaar.
De financiering en de organisatie van de zorg zullen de komende jaren zeker gaan veranderen. Dit zal de nodige gevolgen hebben voor Lijn5. We bereiden ons nu én in 2012 echter al zo goed mogelijk voor op deze veranderingen. Zodat we kunnen blijven zeggen dat Lijn5 met passie bouwt aan zorg en behandeling die past. Kees Weijer Directeur Lijn5
Jaarmagazine 2011 Voorwoord
5
Terugblik 2011 Een jaar van ontwikkeling De belangrijkste speerpunten van Lijn5 in 2011 waren: ontwikkeling op inhoud en ontwikkeling van de medewerkers en de organisatie. Lijn5 heeft hierin een flink aantal stappen gezet. Zo is de interne organisatie ingrijpend veranderd door een indeling in vijf regio’s, het samenvoegen van twee managementlagen en het aanpassen van de middenmanagementfunctie tot de functie teammanager. Hierdoor is de regelruimte van de managers vergroot en kunnen zij sneller en flexibeler inspelen op externe veranderingen. Bij de inhoud vindt Lijn5 het belangrijk dat kennis wordt gedeeld en dat de behandeling die wij uitvoeren (bewezen) effectief is. In 2011 heeft elke regio daarom een eigen vakgroep gevormd, waaraan behandelcoördinatoren deelnemen. Daarnaast komen alle behandelcoördinatoren van Lijn5 twee keer per jaar bij elkaar. In 2011 behandelden zij thema’s als effectiviteit, het wettelijk kader, middelengebruik en sociale netwerkstrategieën.
6
Jaarmagazine 2011 Terugblik 2011
Ontwikkeling zorgaanbod In de regio’s Alkmaar en Amsterdam is Lijn5 in 2011 gestart met de pilot Integrale Zorg. De basis van deze module is een intensieve inzet van Ambulante Gezinsbehandeling, waarbij Lijn5 zorgt dat er een bed beschikbaar is op het moment dat opname nodig is. Hierdoor kunnen we de behandeling van de jongere thuis of in samenwerking met thuis uitvoeren. De jongere krijgt hiervoor een indicatie residentiële behandeling, maar kan thuis blijven en meer hulp krijgen dan met alleen een indicatie voor ambulante behandeling mogelijk is. Binnen de module Integrale Zorg mag Lijn5 de verschillende ambulante behandelingen - Naschoolse Dagbehandeling, Therapie en Ambulante Gezinsbehandeling – zowel na elkaar als tegelijkertijd aanbieden. In de regio Utrecht en in Driehuis vindt Integrale Zorg plaats door een parttime opname te combineren met parttime ambulante behandeling. Afgelopen jaar hebben we ook de mogelijkheden onderzocht voor de module ‘Residentiële Zorg Thuis’ die wordt gefinancierd via het Volledig Pakket Thuis. Bij deze module behandelt Lijn5 de jongere volledig thuis in plaats van op een behandelgroep. Ook hier mogen verschillende ambulante behandelingen zowel na elkaar als tegelijkertijd worden ingezet.
Meer regelruimte en efficiënter werken Na de fusie in 2008 bleek het wenselijk om binnen de nieuwe organisatie Lijn5 een efficiencyslag te maken. Want juist de externe ontwikkelingen vragen meer dan ooit een efficiënte organisatie. Daarom is sinds 1 januari 2011 de nieuwe regiostructuur bij Lijn5 een feit. De organisatie is opnieuw ingedeeld in vijf regio’s die qua omvang vergelijkbaar zijn. Daarnaast zijn de lagen regiodirecteur en regiomanager in elkaar geschoven. Elke regio wordt nu aangestuurd door een regiomanager. De directe aansturing van de teams gebeurt door teammanagers die opnieuw zijn aangesteld in de hernieuwde functie. Ook is de invulling van de administratieve processen, het Zorgloket en de ondersteunende functies aangepast aan de nieuwe structuur. Hoewel de laatste praktische puntjes nog op de ‘i’ worden gezet, is Lijn5 op de goede weg naar een slagvaardige en efficiënte organisatie.
Financieel gezond in 2011 De start in 2008 was voor Lijn5 een slecht financieel jaar. De afgelopen jaren kregen we het voor elkaar om de lijn naar boven weer in te zetten. Hierdoor verwachten we dat - net als in 2010 - de reguliere inkomsten en uitgaven voor 2011 rond de nul uitkomen. Deze nullijn wordt al snel als normaal gezien, maar dit is het zeker niet. Lijn5 heeft voortdurend te maken met nieuwe ontwikkelingen die van ons vragen dat we snel en flexibel reageren. Doen we dit niet dan kunnen onze inkomsten snel teruglopen. Gezien de vaste kostenposten die Lijn5 heeft, kunnen we ons dit niet permitteren. Het is een compliment aan de hele organisatie dat we ook in 2011 in staat zijn geweest om goed te anticiperen op de kansen en bedreigingen.
Kostenbesparing Lijn5 zal de komende jaren minder inkomsten ontvangen door de bezuinigingen die het Kabinet doorvoert. Om hierop tijdig voorbereid te zijn, startten we in 2011 een project om een aanzienlijke en structurele verlaging van onze uitgaven te realiseren. Uiteraard met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit. In samenwerking met ADC Performance Improvement heeft Lijn5 op diverse onderdelen - zoals onderhoud, schoonmaak, afval en kantoorapparatuur - nieuwe contracten afgesloten met leveranciers. De teller van de totale besparing op jaarbasis staat inmiddels op ruim 1 miljoen euro.
Het jaar 2011 heeft ook laten zien dat we steeds minder geld laten liggen. Het besef dat elke euro belangrijk is, leeft Lijn5-breed steeds meer. De verwachting voor 2012 is dat dit besef ons financieel nog een stapje verder brengt. In vergelijking met de jaren die daarna komen, zal 2012 voor de financiën naar verwachting een relatief rustig jaar worden. Vanaf 2013 gaat er veel veranderen in de diverse geldstromen. Lijn5 moet zich dan ook gaan richten tot de gemeenten en we krijgen te maken met alle zorgverzekeraars in plaats van de zorgkantoren. Het gevolg hiervan is dat er een verdere versnippering van financiers plaatsvindt. Reden genoeg om bij Lijn5 nu al na te denken over hoe we deze nieuwe uitdaging het beste kunnen aangaan.
7
Personeel, Organisatie & Opleidingen (PO&O)
Een jaar van reorganiseren Het afgelopen jaar stond in het teken van reorganiseren, het opnieuw inrichten van de organisatie. Het project ‘van A naar Beter’, waarbinnen dit gebeurde, ging op 1 januari 2011 een nieuwe fase in. De nieuwe regiostructuur werd operationeel en nieuwe leidinggevenden, zowel teammanagers als regiomanagers, traden aan in een nieuwe functie. Bij een dergelijk proces komt altijd veel meer kijken dan je op het eerste gezicht denkt. Alles moest nog zijn vorm krijgen, variërend van de juiste kostenplaatsen, verhuizing van kantoor en werkplek tot de naamsverandering van de regiokantoren. Zeker de eerste helft van 2011 is hier erg veel tijd van de afdeling in gaan zitten. De afdeling veranderde zelf ook van naam en samenstelling: Personeel & Organisatie (P&O) werd uitgebreid met het werkgebied Opleidingen. De naam van de afdeling is daarom sinds 1 januari 2011 Personeel, Organisatie & Opleiding (PO&O). Onder meer als gevolg
van de herinrichting van de organisatie werd niet alleen het opleidingsbeleid gecentraliseerd, maar werden ook opleidingsmedewerkers ondergebracht in een aparte subafdeling van de afdeling P&O. Het betrof die medewerkers die zich in de regio’s voor hun volledige dienstverband bezig hielden met opleiden, trainen, werkbegeleiding of stagebegeleiding. In november kreeg de afdeling opnieuw te maken met een verandering in samenstelling omdat de Personeelsadministratie en het Planbureau werden overgeplaatst van het Dienstencentrum naar PO&O; geen onlogische stap gezien het werkgebied van beide afdelingen. Op weg naar één Lijn5 In 2011 is het interregionale opleidingsteam druk bezig geweest met het ontwikkelen van een opleidingsbeleid voor heel Lijn5. Voorheen had elke regio zijn eigen beleid,
Interne en externe audits Lijn5 heeft in haar Kwaliteitshandboek de procedures, protocollen en werkinstructies vastgelegd. Met een interne audit gaan we na of er verschillen bestaan tussen wat er beschreven staat in het handboek en hoe het in de praktijk gaat. In november 2011 vond de interne audit plaats door medewerkers van Lijn5 die hier speciaal voor zijn getraind. Het Keurmerkinstituut voert de externe audit uit. Zij toetst of Lijn5 voldoet aan de eisen voor het HKZ-certificaat (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector). De externe audit in maart 2011 verliep goed. Het behandelproces staat als een huis en er waren geen dossiertekortkomingen. Lijn5 mag het HKZ-Keurmerk dus blijven voeren.
8
Jaarmagazine 2011 Terugblik 2011
cursussen, scholing en stagebegeleiding. Het beste uit elke regio is nu samengevoegd tot een gelijke wijze van scholen, begeleiden en ontwikkelen van medewerkers in alle regio’s. Zo is er nu één Basistraining Agressie en de-escalatie en één training Competentiegericht Werken. Vanaf 2012 organiseren we drie keer per jaar een introductiedag in Driehuis voor alle nieuwe medewerkers bij Lijn5. Ook krijgt iedere stagiair voortaan te maken met dezelfde route, begeleiding en formulieren. Uiteraard was er ook het nodige wat niet veranderde, zoals de thema’s die standaard deel uitmaken van het werkgebied van PO&O: gezondheid en welzijn (arbo en verzuim), het functiehuis, cao en arbeidsvoorwaarden, instroom, doorstroom, uitstroom en nog veel meer….
9
Mijlpalen medewerkers
Met behulp van fondsenwerving kunnen twee jongeren nu hun studiekosten betalen.
De afdeling Financiën heeft de afgelopen twee jaar grote stappen gezet, waardoor we een stuk beter georganiseerd zijn.
(Saskia Honders, groepsleider KTC Rigoletto)
“Dit was een wens van een moeder, die zo pijnlijk duidelijk maakte dat zij zich onmachtig voelde. Ruim een jaar later kan ze inderdaad op visite zonder dat haar kinderen elkaar te lijf gaan. Door zelf keihard te werken, heeft moeder de regie weer in eigen handen. Zij heeft ervoor gezorgd dat het nu gezellig is thuis en dat de kinderen opgroeien in een omgeving waarin aandacht voor hen is. Ze hebben een moeder die van hen houdt en een stuk consequenter is geworden. Maar ook een moeder die weer vertrouwen heeft in haar eigen kunnen.”
“Onze succesvolle inspanningen om een enorm verlies (rond 4 miljoen euro) om te buigen naar een licht positief resultaat.”
“Door het samenvoegen van alle regionale FAafdelingen, het werken met een elektronisch bankinleessysteem, het werken met webkassen, het inzetten van een incassobureau voor het debiteurenbeheer en het opstarten van een projectadministratie zijn we in staat om steeds effectiever en efficiënter te werken.”
(Nanda van Nugteren, adviseur
(Nicole Ziesemer, manager
(Monique Koene,
(Ferdinand Lubbers,
orthopedagogisch
Beleid en Kwaliteit)
CBK/directiesecretaris)
medewerker Financiën)
trajectbegeleider arbeid)
gezinsbegeleider)
Samenwerking met Parlan toont meerwaarde Jaarmagazine 2011 Mijlpalen medewerkers
“Door de toekenning van twee fondsen kunnen twee jongeren nu in een keer hun studie betalen zonder geldzorgen te hebben; een complete opluchting voor ze!”
“Ik kan met mijn twee kinderen op visite gaan zonder dat ze elkaar de koppen inslaan!”
“Bij Kamertrainingscentrum Parselijn in Den Helder werkt Lijn5 intensief samen met Jeugdzorginstelling Parlan; zo stuurt de teammanager van Parlan ook de medewerkers van Lijn5 aan.”
Het financieel gezond worden van Lijn5
De langdurige samenwerking tussen Trainingsinstituut Woldyne en Viattence. “Lijn5 geeft al vijf jaar naar volle tevredenheid de arbeidstraining ‘Zorg’ aan jongeren van Trainingsinstituut Woldyne op de locatie Klaarbeek van zorginstelling Viattence.”
(Jelle Hendriks,
10
Ook de Cliëntenadministratie heeft het afgelopen jaar veel flexibiliteit en extra inzet getoond om de vorming van het Zorgloket zo goed als mogelijk te ondersteunen.
Een verbeterd oudercontact door het geheel in een nieuw jasje te steken. De omarming van De Dialoog
“Sinds juli 2011 heeft Lijn5 een Cliëntenraad die bestaat uit ouders en externe leden.”
“Eind 2010 heeft Trainingsinstituut Woldyne via een telefonische enquête aan ouders gevraagd wat de reden was voor de lage opkomst bij de oudercontactochtend. Hieruit bleek dat ouders behoefte hebben aan meer informatie van Woldyne en ervaringen met elkaar willen uitwisselen. Wij hebben hiernaar geluisterd en organiseren nu een keer per jaar een ouderdag waar wij verschillende workshops aanbieden. Tijdens deze dag kunnen ouders op een informele manier ervaringen delen. Daarnaast verschijnt er driemaal per jaar een nieuwsbrief waarin we ouders informeren over het reilen en zeilen op Woldyne.”
(Yvon de Wit, medewerker
(Marijke van der Wekke,
(Natascha de Haan,
(Karin Straatman, ambulant
Cliëntenadministratie)
adviseur Beleid en Kwaliteit)
behandelcoördinator)
gezinswerker)
“Door de vorming van het Lijn5-brede Zorgloket kregen wij werkzaamheden vanuit regio Utrecht, maar geen extra formatie. Dit verhoogde de werkdruk. Door structureel een stapje harder te gaan lopen, kunnen wij nu het inhoudelijk Zorgloket in Utrecht vanuit Driehuis ondersteunen. Ik vind dit een topprestatie en voel mij trots dat ik iedere dag met collega’s kan werken die met hernieuwde energie ervoor zorgen dat de aangemelde kinderen zo snel mogelijk de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben.”
“Het moment waarop ik hoorde dat Lijn5 De Dialoog omarmt als basisattitude voor alle medewerkers is mijn absolute mijlpaal. Ik ben ervan overtuigd dat deze organisatiecultuurverandering uiteindelijk ook bijdraagt aan de ontwikkeling van ‘onze’ jongeren.” (Joop Boukes, dialoogtrainer)
Oprichting Cliëntenraad Lijn5
De kleine momenten “Meerdere collega’s die weer terug zijn na een moeilijke periode. Eindelijk de beloofde laptops. Lekker thuis aan het werk. Meer innovatie bij Lijn5, zoals online kennis met elkaar kunnen delen via Yammer. Een gezin dat mij belde en blij is dat er geen heftige ruzies meer zijn. Een jongere die sinds lange tijd weer contact heeft met zijn vader. Nu ook zorg kunnen bieden zonder indicatie. Allemaal mijlpalen!”
Een glimlach “De kindjes van de Naschoolse Dagbehandeling schrikken niet meer van die mevrouw achter de balie die ‘hallo’ roept. Ze groeten me nu zelfs uit zichzelf met een glimlach. Zoooo warm, heerlijk!” (Bianca Heijnen, receptioniste)
11
Communiceren volgens De Dialoog:
“Mag ik hier ook een PGP?” In 2004 startte Lijn5 voorzichtig met het toepassen van De Dialoog bij de behandeling van jongeren. Inmiddels is De Dialoog onderwerp van onderzoek waar Lijn5-collega en GZ-psycholoog Gerard Kocken in samenwerking met de Universiteit Utrecht vorm aan geeft. Vanaf 2012 krijgen alle medewerkers van Lijn5 training in dialogisch communiceren. Hoog tijd om met Gerard en dialoogtrainer Joop Boukes in gesprek te gaan. Kunnen jullie nog één keer zo eenvoudig mogelijk uitleggen wat De Dialoog is? “De Dialoog gaat uit van ‘wederkerig communiceren’ en stamt al uit de tijd van Socrates (470 v. Chr.). Met behulp van dialogische communicatie bevordert de beroepsopvoeder de wederkerigheid van het contact met een jongere. De jongere krijgt hierin expliciet de rol van gesprekspartner en heeft een eigen inbreng. Hierdoor voelt hij zich erkend en dat leidt tot medewerking en een positief vormingsproces. In ons vak is communiceren belangrijk. Kinderen en jongeren die in een orthopedagogische setting worden behandeld, ervaren de communicatie met hun opvoeders (begeleiders) snel als bedreigend. Zij leggen het contact als het ware uit als een ‘monoloog van hun opvoeders’, waarbij ze opdrachten krijgen die ze moeten uitvoeren. Door deze beheersmatige benadering voelen jongeren zich ontkend en dit heeft verzet tot gevolg. We behandelen jongeren bij Lijn5 juist om hen tot positief gedrag aan te zetten op grond van inzicht en overtuiging. Het gebruik van De Dialoog stimuleert dit gedrag.”
12
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Wat onderzoeken jullie? “In 2004/2005 is er een begin gemaakt met twee pilotstudies op twee behandelgroepen. Deze studies wezen in de richting van mechanismen die oorzakelijk zijn aan effectieve communicatie. Deze zijn te herleiden tot dialogisch communiceren en lijken hieruit te verklaren te zijn. Dit vormde de aanleiding hiernaar een onderzoek te starten. We streven ernaar het onderzoek eind 2013 af te ronden.” Zien jullie al effecten bij behandelgroepen waar met De Dialoog wordt gewerkt? “Om over effecten te kunnen spreken, is het onderzoek nog in een te vroeg stadium. Uit de vragenlijsten die groepsleiders invullen tijdens de training blijkt veelal dat zij het dialogisch werken met de jongeren prettiger vinden in vergelijking met een meer beheersmatige benadering. Het effect bij de jongere wordt duidelijk uit de individuele reacties van jongeren waar actief dialogisch mee wordt gecommuniceerd. Bij hen constateren we een actieve samenwerking met de begeleiders bij het tot stand komen
en realiseren van het persoonlijk groeiplan (PGP). Dit plan is het verslag op grond waarvan gewerkt wordt aan hun behandeling en begeleiding. Hierin staan de afspraken die tussen jongere en groepsleiding zijn gemaakt op grond van dialogische communicatie. We zien ook effect vanuit een onverwachte invalshoek. Er zijn jongeren die worden overgeplaatst van een groep waar wel dialogisch wordt gecommuniceerd naar een groep waar dit niet gebeurt. Deze jongeren blijken onmiddellijk in protest te komen omdat zij hun actieve inbreng opnieuw moet bevechten. “Mag ik hier ook een PGP?”, vragen zij vaak.” Is De Dialoog al evidence based (of is dat juist wat jullie nu onderzoeken)? “Voor methodieken die toegepast worden in onze zorgsector geldt dat het stempel ’evidence based’ pas na jaren onderzoek is vast te stellen. Eerst zal aangetoond moeten worden dat de gedragsveranderingen toegeschreven kunnen worden aan dialogische communicatie. Als dit is afgerond, worden de contouren helder waarbinnen vervolgonderzoek moet plaatsvinden. Op grond van deze gegevens kan mogelijk aangetoond worden dat de dialoog ‘wetenschappelijk bewezen effectief is’.”
“De Dialoog stimuleert positief gedrag.”
Waarom is het belangrijk dat alle medewerkers bij Lijn5 ook dialogisch met elkaar gaan communiceren? “Lijn5 is zich ervan bewust dat de erkenning die uitgaat van dialogisch communiceren, leidt tot betrokken en tevreden medewerkers. In een dialoog zijn beide gesprekspartners verantwoordelijk voor het verloop hiervan. Zij hebben de intentie vanuit wederkerigheid naar elkaar te luisteren. In de training spreken wij van ‘de dialoog om je heen ervaring’. Dit houdt in dat je als jongere of medewerker het communiceren volgens De Dialoog ervaart in de houding van je gesprekspartner. Hierdoor kunnen meningen, visies, gedachten en gevoelens beter worden uitgewisseld en met elkaar verbonden worden. Medewerkers zullen vanuit de scholingsuren die voor teams zijn gereserveerd vanaf 2012 worden getraind in dialogische communicatie.” Welk effect verwachten jullie hiervan? “De meerwaarde van dialogische communicatie zal onder meer zichtbaar worden bij het oplossen van problemen. Ook wordt verwacht dat het zal leiden tot betrokken medewerkers die een hoge arbeidstevredenheid ervaren. Op grond hiervan zijn medewerkers in staat hun functie beter uit te oefenen.”
Collega’s van Lijn5 kunnen hun ervaringen met De Dialoog nu delen via de speciale dialoogpagina op Yammer (www.yammer.com/ln5.nl).
13
Integrale zorg komt ‘tussen de oren’ (Systeem)therapie mogen hierbij tegelijkertijd of na elkaar worden aangeboden. Ook kan er van een tijdelijk bed gebruik gemaakt worden.
In 2011 ben ik gevraagd om projectleider te worden van de pilot Integrale Zorg (IZ) bij Lijn5. Dit project past in het streven van Lijn5 om zorg te bieden in de thuissituatie in plaats van geïndiceerde zorg op een behandelgroep met verblijf. Voorwaarde is dat het gezin voldoende veiligheid biedt en dat Lijn5 voldoende intensieve behandeling in het gezin kan bieden. Dit laatste kan omdat de Zorgkantoren gedurende een experimentele fase per jongere een budget ter beschikking stellen dat gebaseerd is op de kosten voor residentiële behandeling. De verschillende modules, zoals Ambulante Gezinsbehandeling, Naschoolse Dagbehandeling, Trainingscentrum en
14
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Meer jongeren behandelen Lijn5 is in Noord-Holland met de pilot gestart in Alkmaar, Driehuis en Amsterdam. De jongeren komen in principe van de wachtlijst. De verwachting is dat, door de verantwoordelijkheid bij de ouders te laten liggen en hen te versterken in hun positie als opvoeder, de behandelduur van de jongeren door de intensieve ambulante zorg uiteindelijk korter is dan bij reguliere residentiële behandeling. Hierdoor zouden we op den duur meer jongeren kunnen behandelen. In totaal behandelt Lijn5 nu zeventien jongeren binnen het project Integrale Zorg. Voor sommige jongeren en hun gezin blijkt langdurige inzet van zeer intensieve Ambulante Gezinsbehandeling, eventueel aangevuld met (Systeem) therapie, voldoende te zijn om de draagkracht in het gezin(systeem) te versterken. De jongere kan daardoor thuis blijven wonen en opname blijkt niet nodig. Daarbij is het bed achter de hand van groot belang; het geeft ouders een veilig gevoel en daarmee de juiste steun in de rug om de draagkracht in het eigen gezin op te bouwen. In Driehuis is een wat andere aanpak gekozen. Daar blijkt het minder makkelijk om geschikte jongeren van de wachtlijst alleen thuis te behandelen. Dat komt omdat er in de besloten behandelgroepen in Driehuis
van oudsher jongeren met een zwaardere problematiek worden behandeld. Daarom gaan we hier - door parttime opname te combineren met intensieve gezinsbehandeling thuis - jongeren die nu zijn opgenomen, versneld naar huis toe begeleiden. Op deze wijze willen we de gewenste doorstroom in Driehuis bewerkstelligen. Kennis ontwikkelen Zoals bij iedere innovatie is het in het begin altijd zoeken waar de grenzen en mogelijkheden liggen. We hebben ook gemerkt dat er extra vaardigheden en kennis nodig zijn om Integrale Zorg van een kwalitatief goed niveau te leveren. Daarom krijgen de ambulant gezinswerkers en behandelcoördinatoren binnenkort trainingen op het gebied van sociale netwerkstrategieën en casemanagement. De Universiteit van Amsterdam gaat de implementatie van Integrale Zorg in de drie pilots evalueren. Het rapport is in maart 2012 beschikbaar. Mijn indruk als projectleider is dat we het afgelopen jaar een heel eind zijn opgeschoten, veel ervaringen hebben opgedaan en vooral veel kennis hebben ontwikkeld en uitgewisseld. Integrale Zorg is daarmee voor alle betrokkenen concreter geworden en meer ‘tussen de oren’ gekomen. Die kennis zal zijn weg moeten gaan vinden binnen heel Lijn5. Els Borgesius, projectleider Integrale Zorg Lijn5 tot 1 januari 2012.
De Doggerij brengt twee werelden samen “Rustige opstart, alle jongeren naar school.” “X. was onrespectvol tegen een leerkracht en heeft een kamerplaatsing gekregen.” “Y. is gisteren naar voren gebracht, naar de Galei.” “Vergeten jullie niet dat Z. op verlof is?” (afkomstig uit: zomaar een overdracht, ergens in augustus 2011) De helft van de aanwezige collega’s, voornamelijk mensen die al langer bij Lijn5 werken, keek me bevreemd aan. Wáááár heb je het over Steef? Oud-Doggershoekers knikten echter instemmend, die begrepen meteen wat ik bedoelde. Een collega ondertitelde: “Ze bedoelt dat ze iemand naar z’n kamer heeft gestuurd en er is een jongere in de rustruimte beland. Z. is op weekend naar zijn ouders.” Het werd me al snel duidelijk: Doggershoek en Lijn5 hebben veel raakvlakken, maar de verschillen zitten in de kleine dingen! Vermoeidheid én verbroedering De afgelopen maanden hebben we er alles aan gedaan om van de Doggerij ook echt de Doggerij te maken en geen tweede Doggershoek of een Schellingkbosch 2. Het beste van twee werelden, dát was het plan. We gingen vol frisse moed de uitdaging aan. Leefgroepen werden bewoonbaar gemaakt, de jongeren stroomden binnen. Een nieuwe methodiek moest ‘eigen’ worden gemaakt. In dialoog of eerst maar eens aan de basisvaardigheden werken? Het was druk, in alle opzichten. Enkele collega’s vielen uit door persoonlijk
leed. Van anderen namen we afscheid omdat zij na de proefperiode terugkeerden naar Justitie. Zo kon het voorkomen dat we in de opstartfase soms wel werkweken van zestig tot tachtig uur maakten. Dat zorgde voor vermoeidheid, maar ook voor verbroedering. We leerden elkaar in rap tempo kennen. Op de werkvloer, in assistentiesituaties, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld op de parkeerplaats, waar de diensten soms uitgebreid werden geëvalueerd. Inmiddels raken we aardig op elkaar ingespeeld. Hoor je doorgewinterde Lijn5-ers zeggen dat ze een kamerplaatsing hebben gegeven. En ik, ik laat jongeren tegenwoordig op weekend gaan, in plaats van op verlof! Inmiddels hebben we versterking gekregen van een paar nieuwe, enthousiaste collega’s. Half december zijn we verhuisd van de Doggershoek naar de gerestaureerde stolpboerderij De Doggerij. Van Doggershoek naar Doggerij. Letterlijk en figuurlijk in vijf maanden! Stephanie Lenstra Groepsleider De Doggerij
In 2011 is Lijn5 in Den Helder gestart met twee besloten behandelgroepen. Omdat De Doggerij nog niet klaar was, zijn de groepen vanaf de zomer opgestart in de reservecapaciteit van de gesloten justitiële jeugdinrichting De Doggershoek. Zo kon Lijn5 jongeren die op de wachtlijst stonden zo snel mogelijk behandelen. Half december zijn de jongeren verhuisd naar de prachtige stolpboerderij.
15
Gezinshuisouder Corrie:
“Ik word hier echt heel gelukkig van” Corrie en Wim zijn al meer dan dertig jaar pleegouders. Zij hebben meerdere pleegkinderen gehad, van wie er nu nog twee thuis wonen. Daarnaast hebben ze ook drie volwassen zonen. Sinds dit jaar zijn zij gezinshuisouders bij Lijn5 van twee jongens van zeventien en een jongen van vijftien. Net aangeschoven aan de eettafel komt er meteen vol trots een mooi fotoboekje te voorschijn, waar alle pleegkinderen en biologische kinderen met aanhang op staan, en het gesprek barst vervolgens los. Wim: “Ik kan gelijk met een voorbeeld beginnen. De koelkast zat net niet dicht. Een van de jongens had melk gedronken uit een groot pak en het verkeerd teruggezet, waardoor de deur niet meer dicht kon. Je kunt op dat moment boos worden, maar dat heeft geen zin.” Corrie: “We komen net terug van een vrij weekend en dan is het altijd weer even wennen en je verwachtingen bijstellen. Na zo’n weekend denk ik vaak ‘kan ik het nog wel’. We waren met onze kleinkinderen naar Plopsaland en dan zie je hoe onbevangen die kinderen zijn in vergelijking met de jongens.” Wim: “Je moet geen grote verwachtingen hebben, maar je kunt wel grenzen stellen. Het is belangrijk dat je de
16
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
jongens een spiegel voorhoudt; wat kunnen ze wél en wat kunnen ze nog niet.” Laat de jongere zelf een plan bedenken Corrie: “Die spiegel voorhouden is inderdaad heel belangrijk. Wij hebben twee dagen training gehad in de Dialoog. Ik ben zelf altijd geneigd snel te reageren, maar heb door de training geleerd om juist een stapje terug te doen en de jongens te laten vertellen hoe iets is gegaan. Dit heeft al twee keer een positief resultaat gehad. Als een jongen boos is, moet je niet gaan praten maar wachten tot de woede gezakt is. De kunst is je bescheiden op te stellen en de jongere zelf een plan laat bedenken hoe hij het de volgende keer anders gaat doen. Het gaat niet om gelijk krijgen, maar een jongere moet naar zichzelf gaan kijken. En daar is die spiegel weer.”
Kinderen moeten weer zelfvertrouwen krijgen Wim: “Na het opvoeden van onze (pleeg)kinderen en tien jaar een logeerhuis te zijn geweest voor kinderen met een beperking, wilden we nog een keer iets nieuws doen. We dachten aan een camping voor jongeren met een beperking of een hotel.” Corrie: “Tot we een advertentie van Lijn5 zagen in het tijdschrift Mobiel. ‘Vader en moeder zijn’ vinden we eigenlijk gewoon het leukst.” Wim: “Het is belangrijk dat je als gezinshuisouders veiligheid en vertrouwen creëert, maar wel eisen durft te stellen, waarbij je de lat niet te hoog legt. Het gaat erom dat kinderen weer zelfvertrouwen krijgen.” Corrie: “Wij willen een kind geven wat het nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Als een van de jongens bij de McDonald’s heeft gewerkt en hij krijgt een compliment van zijn leidinggevende, dan ben ik hartstikke trots en zie ik hem groeien.”
“Wij zijn echt trots op onze jongens.” Een normaal gezinsleven Corrie: “Het fijne van een Gezinshuis is dat jongeren loskomen van het groepsgebeuren. Zij kunnen zich hier niet meer achter verschuilen en wij wijzen ze op hun eigen verantwoordelijkheden. Ze kunnen bij ons meer een individu zijn, hoewel we ze wel gewoon behandelen volgens de systematiek van Lijn5. Ze maken kennis met een normaal gezinsleven en beleven de emoties die daarbij horen.
Wij hadden bijvoorbeeld onze kleinkinderen op bezoek en dan zien de jongens hoe blij wij zijn. Het zorgen voor huisdieren is ook heel belangrijk en dat gaat gewoon niet in een behandelgroep.” Wim: “Het verschil tussen een behandelgroep en de maatschappij is ook groter. De dagelijkse structuur in een Gezinshuis is realistischer. Wij zitten er ook veel dichter bovenop. Ze kunnen ons niet uitspelen, dat laten we niet gebeuren. We overleggen veel en doen alles samen.” Corrie: “We zijn ook echt trots op ‘onze’ jongens en dat voelen ze. Jongeren moeten echter wel kunnen omgaan met de vrijheid die ze in een Gezinshuis krijgen en hier kan het misgaan. Daar hebben we helaas ook ervaring mee.” Gezinhuis vs pleegzorg Corrie: “Als pleegouder heb je veel meer verantwoordelijkheid en krijg je minder ondersteuning. Wij worden echt goed geholpen door Lijn5. De behandelcoördinator kunnen wij van alles vragen.” Wim: “In die zin delen we de verantwoordelijkheid met de instelling.” Corrie: “Daarnaast zijn alle organisatorische zaken rondom het Gezinshuis beter georganiseerd.” Contact met eigen kinderen Wim: “Het contact met onze eigen kinderen en pleegkinderen is goed. Je merkt dat de jongens een soort ontzag hebben voor onze zonen. Als zij aandacht aan hen besteden, zie je ze groeien. Een gevoel van acceptatie. Onze kinderen zijn ook beschermend ten aanzien van de jongens en zeggen altijd ‘wie bij ons woont, hoort bij ons’.” Corrie: “Er zit soms wel een verschil in hoe wij omgaan met onze pleegkinderen en de jongens. Dit komt omdat onze pleegkinderen verder in hun ontwikkeling zijn. Als er
een verschil is, leggen we altijd goed uit waarom dit komt, zodat ze begrijpen dat het niet persoonlijk bedoeld is. Onze pleegkinderen gaan wel mee op vakantie en naar verjaardagen, de jongens van Lijn5 gaan nog niet mee omdat dit van hen te veel gevraagd is. Zij kunnen daar nog niet van genieten. Enerzijds door hun leeftijd en anderzijds door wat ze hebben meegemaakt.” Fulltime baan Corrie: “Voor ons beiden is het echt een fulltime baan. Dit komt misschien ook omdat we nog twee pleegkinderen thuis hebben wonen.” Wim: “Ik doe altijd de geldzaken met ze. Dan gaan we samen achter de computer zitten en kijken wat ze hebben verdiend en wat ze nog moeten betalen. Dit blijft een voortdurend leerproces. Het ‘gezinshuisouder zijn’ is heel intensief. Het verrijkt je leven, maar je betaalt er ook een prijs voor. Tijd voor familie en vrienden is bijvoorbeeld best lastig.” Corrie: “Na een vrij weekend komt het soms op je af en twijfel je aan je eigen kunnen, maar toch lossen de dingen zich weer vanzelf op.” Met een lach besluit Corrie: “Ik word hier echt heel gelukkig van.”
Word jij enthousiast van dit verhaal? En zou je ook gezinshuisouder willen worden? Neem dan voor meer informatie contact op met Peter Smelt, personeelsadviseur bij Lijn5 via tel. 06-538 477 93 of per mail:
[email protected]
17
Uitbreiding behandelaanbod Driehuis Op het terrein in Driehuis zijn in 2011 drie appartementen gerealiseerd voor jongeren met een indicatie ZZP4/ ZZP5. In één tot maximaal anderhalf jaar wordt met hen toegewerkt naar een zo zelfstandig mogelijke woonvorm. Na deze periode kunnen ze doorstromen naar een andere vorm van wonen, al dan niet met begeleiding. De jongeren kunnen vanuit de zeer intensief besloten behandelgroepen op het terrein in Driehuis doorstromen naar de appartementen. Maar ze kunnen ook uit andere behandelgroepen of van buiten Lijn5 komen. In alle gevallen gaat het om jongeren die toe zijn aan een zelfstandigere manier van wonen. Een groepsomgeving – zoals bij de start in een Kamertrainingscentrum (KTC) – is echter niet geschikt voor hen, of het gaat om jongeren die vanwege andere contra-indicaties zijn afgewezen voor een regulier KTC.
18
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Op de kaart in Amsterdam Het afgelopen jaar heeft Lijn5 gewerkt aan meer naamsbekendheid in de stadsregio Amsterdam. Want we zijn – ook in onze hoofdstad – dé instelling met kennis en expertise op het gebied van de behandeling van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking. Lijn5 opende een nieuwe locatie voor Naschoolse Dagbehandeling van pubers omdat hier een lange wachtlijst voor was. Nu nog op een tijdelijke locatie in Weesp, maar hopelijk is snel een geschikte locatie gevonden in Amsterdam Zuidoost. Ook biedt Lijn5 nu een residentiële behandelvorm in Amsterdam: het Kamertrainingscentrum aan de Slotermeerlaan. Acht jongeren leren hier – met 24-uurs begeleiding – zelfstandig te wonen. Daarnaast zet Lijn5 zich meer op de kaart door gericht samenwerking te zoeken met andere instellingen in Amsterdam. Dit past bovendien in de visie van Amsterdam dat elk kind de best passende zorg dient te krijgen. Binnen deze visie speelt ketenzorg een belangrijke rol en dienen programma’s van verschillende instellingen – waar nodig – geïntegreerd te worden. Lijn5 werkt inmiddels al samen met onder meer Spirit, Amsta, Altra en Middelveld van het Leger des Heils.
Doel project Tijd voor Jeugd:
Minder administratie, meer tijd voor jongeren Hulpverleners in de jeugdzorg ervaren veel bureaucratie in het uitvoeren van hun werk. Dat moet en kan anders. Het project Tijd voor Jeugd moet aantonen dat het aantal administratieve taken van hulpverleners omlaag kan en de wacht- en doorlooptijden verkort kunnen worden. Zo ontstaat er meer tijd om aan de behandeling van de jongeren te besteden. Binnen 11 jeugdzorginstellingen experimenteren 23 teams met het slimmer organiseren van hun zorg. Om dit te realiseren, brengen de teams hun eigen verbeterideeën in de praktijk en gaan zij, buiten de gebaande paden, op zoek naar nieuwe werkwijzen. Lijn5 doet mee aan het project dat loopt van mei 2011 tot en met juni 2012.
hoeveel dagen crisisopvang er nodig is, in plaats van een standaard bed voor 24 uur per dag, 7 dagen in de week. We willen naast deze parttime crisisopvang ambulante hulp inzetten, gericht op de terugkeer van jongeren naar huis.”
Eerste resultaten Er nemen drie teams van Lijn5 deel; twee uit de provincie Utrecht en een uit Gelderland. Op de crisisopvang in Amersfoort van Lijn5 verblijven acht jongeren. Johny Rusthoven is hier groepsleider en projectleider Tijd voor Jeugd. “We zijn nu bezig om de vele aftekenlijsten voor de cliënt te verminderen. Dit doen we door de vele verschillende lijsten samen te voegen. Daarna gaan we kijken of we ze kunnen omvormen tot een App voor de smartphone. De tijd die we daarmee winnen, kunnen we direct aan de cliënt besteden. Ook onderzoeken we of het mogelijk is om per jongere te bekijken
Op de leefgroep van Lijn5 in Wezep verblijven acht jongeren. Sarah Kuik is hier groepsleider en projectleider Tijd voor Jeugd. “We zijn hier bezig met de intakeprocedure van cliënten, want wij denken dat deze sneller kan verlopen. We hebben het opnameformulier al ingekort en onderzoeken of de overige formulieren ook zijn in te korten of samen te voegen. Dat zou een stuk administratie en dus tijd schelen.” Daarnaast bekijkt het team in Wezep of er al vóór de plaatsing van een cliënt formulieren naar de plaatsende instanties gestuurd kunnen worden. Zo blijft er meer tijd over om aan de cliënt te besteden. Volgens Johny en Sarah zijn er ideeën
Bij Kamertrainingscentrum de Kade in Utrecht wordt het leerproces en het traject dat de jongeren volgen samen met hen vertaald naar te behalen doelen. Dit gebeurt aan de hand van de acht ontwikkelingstaken die in de module staan beschreven. Doel hiervan is onder meer het vergroten van de betrokkenheid bij en inzicht in het leerproces van de jongeren.
genoeg om mee aan de slag te gaan. “We hopen dat dit project een doorslaand succes wordt, want dat betekent dat we de jongeren beter kunnen helpen.” De deelnemende organisaties komen geregeld bij elkaar om tips, ideeën en concrete resultaten uit te wisselen. In juni 2012 zullen de definitieve resultaten van het project bekend zijn.
19
Behandeling thuis én op de behandelgroep
“Uit&Thuis durft buiten de kaders te Uit&Thuis was afgelopen jaar één van de drie genomineerden voor de Waardevol Werk Award 2011. De Abvakabo FNV deelt deze award jaarlijks uit aan mensen die echt een verschil maken in hun werk in de publieke sector. Een zeer bijzondere prestatie uit 300 inzendingen. De in 2009 gestarte behandelvorm geeft begeleiding aan ouders en kinderen met een licht verstandelijke beperking (6-16 jaar) in de provincie Utrecht. Bij Uit&Thuis krijgen jongeren afwisselend thuis en in een groep behandeling. Teammanager Daniëlle van Schaik legt uit waarom juist deze combinatie zo goed werkt. “De meerwaarde van Uit&Thuis is dat we zowel met de jongeren als met de ouders aan de slag gaan met leerdoelen. Een jongere kan op een behandelgroep wel veel leren, maar als je de thuissituatie niet aanpast, dan stokt de gewenste verandering. Daarnaast is het voor een jongere belangrijk om te weten dat het niet alleen aan hem ligt, maar dat ze er samen met hun ouders aan werken om weer thuis te komen. Doordat wij continu de transfer maken tussen de behandelgroep en de thuissituatie, kun je goed zien hoe een jongere zich in beide situaties gedraagt. Ouders raken op deze manier ook meer betrokken bij wat er op de groep gebeurt. De behandeling is echt een constant samenspel tussen ouders, kinderen en begeleiders.”
20
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Hoe is jullie team samengesteld? “We hebben een jong team van acht medewerkers met verschillende opleidingen (pedagogiek, psychologie, creatieve therapie), maar wel met residentiële ervaring. We hadden in het begin best twijfels, maar het team is juist erg gedreven, creatief en durft buiten de kaders te denken. Iedere medewerker begeleidt tenminste een gezin. Dit betekent naast de residentiële behandeling ook vier uur per week ambulante zorg in het gezin. De medewerkers zijn hiervoor speciaal getraind.” Wat vinden ouders/jongeren van de behandelvorm? “Ouders reageren na afloop over het algemeen enthousiast. Tijdens het traject kan er echter wel weerstand zijn, omdat deze behandeling veel vraagt van ouders. Zij moeten ook aan leerdoelen werken en wij moeten ze vaak over een drempel helpen. Bij het laatste cliënttevredenheidsonderzoek scoorde Uit&Thuis heel hoog en dit is toch een goede graadmeter. Voor jongeren is het fijn dat ze tijdens de behandeling steeds
meer dagen thuis kunnen wonen. De wisseling tussen de structuur op de groep en thuis is voor sommige jongeren echter wel wennen.” Voor welke jongeren is Uit&Thuis specifiek geschikt? “Uit&Thuis is eigenlijk goed voor alle jongeren die de mogelijkheid hebben om thuis te wonen. Dus eventueel ook voor jongeren zonder licht verstandelijke beperking. De behandeling staat en valt echter bij de motivatie van de ouders en jongeren. Ze moeten van te voren goed weten wat ze te wachten staat en hoe intensief het is. Ouders, jongeren en de individueel begeleider moeten echt goed samenwerken.” Op welke punten kan de behandelvorm eventueel verbeterd worden? “Ouders zouden nog meer betrokken kunnen worden bij de behandeling. Wij proberen dit te doen door een keer per kwartaal een ouderavond te organiseren waar we aan de hand van een bepaald thema in gesprek gaan met elkaar. Wij hebben het bijvoorbeeld gehad over social media. Daarnaast bekijken we hoe ouders betrokken kunnen blijven bij het groepsgebeuren, zeker als hun kind meer thuis woont. Wanneer we tegen iets aanlopen, proberen we iedere keer te kijken wat we in de behandeling kunnen doen om dit op te lossen of te verbeteren. We hebben nu
denken” bijvoorbeeld een paar kwetsbare meisjes in behandeling die een andere ondersteuning nodig hebben. In zo’n geval geven we in samenwerking met de afdeling therapie weerbaarheidtraining. Een moeilijk punt in met name de organisatie blijft het vervoer. Wij willen namelijk dat jongeren op dezelfde school kunnen blijven tijdens het verblijf op de groep. Dit vergt veel regelwerk. Qua productie kunnen wij nog beter draaien door bijvoorbeeld een goede interne doorstroom en meer bekendheid bij verwijzers.” Zijn er al jongeren die de hele behandeling hebben doorlopen? “De meeste jongeren verblijven één tot anderhalf jaar bij Uit&Thuis. Inmiddels zijn er zestien jongeren uitgestroomd, waarvan het met tien jongeren thuis goed gaat. Bij de andere jongeren was het soms nog een stap te ver en zij zijn weer residentieel geplaatst. Toch hebben ook deze jongeren veel geleerd. In het traject zit na afloop nog een periode van vier tot zes weken van ambulante begeleiding thuis. We zijn nu aan het kijken hoe we dit binnen de marges eventueel kunnen uitbreiden als hier behoefte aan is.” Voor 2012 ligt er een voorstel om Uit&Thuis in Gelderland te gaan starten en bij het project Integrale Zorg in Driehuis wil Lijn5 een vergelijkbare werkwijze hanteren.
21
Inzet sociale netwerkstrategieën groeit
“Een oplossing kan zo dichtbij zijn” Josee Jansen werkt al 25 jaar bij Lijn5. Ze heeft op een leefgroep gewerkt en aan de wieg gestaan van diverse projecten voor risicojongeren en jonge moeders. Vijf jaar geleden heeft zij de training sociale netwerkstrategieën gevolgd en nu is ze zelf in opleiding voor trainer. “Als ik thuiskom van een familienetwerkberaad, dan ben ik zo gemotiveerd. Het geeft zoveel energie en de familie en het netwerk komen vaak met zulke creatieve oplossingen.” Moet je sociale netwerkstrategieën zien als een behandelvorm of een manier van werken? “Geen van beide. Het is een andere manier van denken. Hier begint het mee en daarna ga je op een andere manier werken. Uitgangspunt is altijd de eigen kracht van de familie en het netwerk. Zij maken een plan en wij, als hulpverlener, faciliteren hen bij de uitvoering. Het netwerk omvat alle personen die van belang zijn of zijn geweest in de verschillende fasen van de ontwikkeling van het kind. Dit kunnen de ouders zijn, maar ook familie, kennissen, buren en vrienden. Aan de hand van bijvoorbeeld een levenslijn en een genogram (overzicht van het familiesysteem – red.) kijken we samen wie belangrijk zijn. Hier kunnen soms hele verrassende personen uit voortkomen.”
22
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Sociale netwerkstrategieën is een hele mond vol. Is er geen andere benaming? “De afkorting SNS wordt ook wel gebruikt, maar dit heeft toch een verwarrende associatie. En eigenlijk dekt de naam het beste de inhoud. Bovendien wordt de term ‘sociale netwerkstrategieën’ landelijk gebruikt.” Waarom zijn ouders, familie en vrienden zo belangrijk bij de behandeling? “Zij hebben vaak een schat aan informatie. Ze kennen de jongere als geen ander en kennen ook de cultuur waarin de jongere is opgegroeid.” Lijn5 betrekt ouders nu toch ook bij de behandeling. Wat is dan het verschil? “Het woord betrekken is eigenlijk al fout, het gaat om
samenwerken. Dat is heel wat anders. Betrekken is te vrijblijvend. Je kunt een moeder niet betrekken bij haar kind, maar je moet met haar samenwerken. Het zit heel vaak in het taalgebruik. Dat moet eerst tussen de oren zitten, dan in de vingers en vervolgens in het systeem.” Wat gebeurt er nadat een kind/gezin zich heeft aangemeld? “Ik ga eerst met het kind en de betrokkenen praten. Wat willen zij zelf en wat vinden zij lastig. Het gaat erom dat zij zich veilig voelen. Met behulp van een levenslijn en genogram kijk je samen welke personen allemaal belangrijk zijn. Daarna organiseer ik een familienetwerkberaad waarbij ook de betrokken hulpverleners van Lijn5 aanwezig zijn. Meestal vindt dit ’s avonds plaats en eten we gezamenlijk. Bij het beraad zijn ongeveer 10-35 personen aanwezig. We stellen onszelf eerst voor en kijken wat de vragen zijn. Soms nodigen we ook een deskundige uit om bijvoorbeeld iets te vertellen over ADHD. De onbekendheid met bepaald probleemgedrag leidt namelijk vaak tot onbegrip en problemen. Daarna verlaten de hulpverleners en ikzelf de ruimte en dan gaan de familie en het netwerk een plan maken. Dit duurt vaak anderhalf tot twee uur. Hierna presenteren zij het plan aan ons. Bij eventuele onduidelijkheden kunnen wij helpen. De familie en het netwerk stellen tot slot een actieteam samen en dit team gaat aan de slag met het plan. Ik maak soms zelfs mee dat na het beraad de problemen eigenlijk al zijn opgelost.” Wat is de rol van de hulpverleners? “De hulpverleners moeten faciliterend zijn aan het actieteam. Zij kunnen informatie geven om het plan goed uit te voeren. Zij maken echter geen behandelplan, dit doen de familie en het netwerk zelf. Deze rol leidt bij hulpverleners vaak tot weerstand. ‘Daar zijn wij toch voor’,
zeggen ze dan. Maar het is juist de kunst om samen te werken met het team in plaats van voor hen te denken. Ook bij gezinnen kan het soms tot weerstand leiden, omdat zij een afwachtende houding aannemen. De omslag in denken is daarom heel belangrijk. De hulpverlener moet het vertrouwen hebben dat het lukt en moet kunnen loslaten, anders werkt het niet.”
“Uitgangspunt is altijd de eigen kracht van de familie en het netwerk.” Zijn er ook valkuilen? “Een valkuil is als medewerkers familienetwerkberaad gaan zien als een kunstje in plaats van een andere manier van denken. Daarnaast moet een familie het zelf echt willen. Als hulpverlener moet je leren om de juiste vragen te stellen aan een familie. Als er bijvoorbeeld weerstand is, moet je dus andere vragen gaan stellen.” Werken andere regio’s ook met sociale netwerkstrategieën? “In het begin was er weerstand onder medewerkers, maar nu gaat het in een stroomversnelling. Ik heb een aantal presentaties gegeven aan collega’s en begin 2012 gaan we een training geven aan de medewerkers van het project Integrale Zorg in Noord-Holland. Ook buiten Lijn5 is er veel interesse. Zo zijn alle medewerkers en leidinggevenden van MEE Brabant al opgeleid door Sonestra en worden er trainingen gegeven bij de CJG’s in Nijmegen.”
23
Pilot trainen op de groep:
Trainen op de plek waar het gebeurt Bij Trainingsinstituut Woldyne van Lijn5 in Epe wonen 44 jongeren tussen de 16 en 28 jaar in verschillende leefgroepen/appartementen. Op het terrein is een trainingscentrum waar de jongeren allerlei soorten trainingen volgen, gericht op het zelfstandig worden. In 2011 is hier een pilot gestart waarbij jongeren van leefgroep het Dijkhuis een aantal dagdelen training op de groep zelf krijgen. Een trainer van het trainingscentrum komt naar de groep toe om de jongeren in hun eigen leefomgeving te trainen en begeleiden, samen met een begeleider van de leefgroep. Hij ontbijt bijvoorbeeld mee op de groep en kijkt meteen hoe de jongeren opstaan, zichzelf verzorgen en huishoudelijke taken uitvoeren. Want dat is waar het bij de training op Woldyne om draait: op de eigen groep in praktijk brengen wat tijdens de trainingen is geleerd. En dat is soms ook het lastige: in een klaslokaal koken is toch heel anders dan op je eigen groep, waar je bijvoorbeeld sneller afgeleid wordt door je omgeving of je meer eigen verantwoordelijkheid moet (leren) dragen. Door de jongeren direct te trainen op de plek waar het gebeurt, zou het voor de jongeren makkelijker en zinvoller moeten zijn om het geleerde meteen in de praktijk te brengen. Dat is de gedachte achter de pilot.
24
Jaarmagazine 2011 Ontwikkelingen Lijn5
Win-winsituatie De eerste voorlopige resultaten zijn hoopvol. Het blijkt dat de jongeren de training op de groep waarderen; de trainingen krijgen meer betekenis voor ze omdat het in hun eigen omgeving gebeurt. Ze zijn ook vaker aanwezig en komen met een persoonlijk werkplan naar de training. Hierin hebben ze samen met hun begeleider specifieke aandachtspunten geformuleerd. Ook de medewerkers zijn enthousiast. Volgens hen wordt nu veel inzichtelijker waar jongeren in de praktijk tegenaan lopen. Bijkomend voordeel van deze werkwijze is dat medewerkers efficiënter ingeroosterd kunnen worden. Omdat er een trainer op de groep aanwezig is, kan er per twee groepen een vroege dienst minder ingeroosterd worden. En dat scheelt geld. Hoewel de pilot in 2012 nog doorloopt en uitgebreid wordt naar andere groepen, lijkt deze aanpak vooral een win-winsituatie op te leveren.
Om passende hulp te kunnen bieden:
Elkaars expertise benutten Lijn5 werkt steeds vaker actief samen met andere (jeugd)zorginstellingen. Door van elkaars expertise gebruik te maken, kunnen jongeren de best passende hulp krijgen. En dat niet alleen; het biedt ook mogelijkheden om nieuwe behandelvormen te ontwikkelen. We willen zo onder meer de grenzen slechten tussen reguliere jeugdzorg en LVG-jeugdzorg, en een goede doorstroom van cliënten naar de verstandelijk gehandicaptenzorg waarborgen. In 2011 werkte Lijn5 onder meer samen met:
en zes jongeren van Amerpoort met een licht verstandelijke beperking. De behandeling van maximaal drie jaar werkt toe naar een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid. In de samenwerking maakt Amerpoort gebruik van de ervaring die Lijn5 heeft met de behandeling van jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. Voor Lijn5 biedt deze samenwerking betere mogelijkheden om jongeren soepel door te laten stromen naar een plek in de verstandelijk gehandicaptenzorg bij Amerpoort.
_ Parlan Jeugdzorginstelling Parlan bouwde begin 2011 in Den Helder 24 appartementen voor kamertraining van jongeren. Lijn5 huurt hiervan 12 appartementen. Met deze samenwerking vindt de behandeling van jongeren mét en zonder licht verstandelijke beperking hier nu onder een dak plaats. Daarnaast is ook het behandelprogramma gezamenlijk ontwikkeld en op elkaar afgestemd.
_ De Prinsenstichting
_ Leekerweide Leekerweide biedt in Noord-Holland begeleiding aan mensen met een verstandelijke beperking. Met de ondertekening van een convenant in 2011 was de samenwerking tussen Leekerweide en Lijn5 een feit. De bedoeling is dat jongeren na hun behandeling bij Lijn5 kunnen doorstromen naar Leekerweide als zij nog niet volledig zelfstandig verder kunnen. Een belangrijk onderdeel van het samenwerkingsverband is dat een medewerker van Lijn5 met de jongere meegaat naar Leekerweide om de zorg en begeleiding over te dragen aan de medewerkers daar. Daarnaast maakt Leekerweide
gebruik van de kennis en ervaring van Lijn5 op het gebied van zorg voor jongeren en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking en bijkomende (sociale) problematiek. De ondersteuningsvraag van deze groep cliënten is anders en de aanpak en begeleiding vragen dan ook om een andere insteek.
_ Amerpoort Op locatie Hofland in Vleuten werken Lijn5 en Amerpoort samen. In de twaalf studio’s wonen zes jongeren van Lijn5
De doorstroom en uitstroom van jongeren bij Lijn5 is soms lastig. De Prinsenstichting in Noord-Holland valt net als Lijn5 onder Stichting De Opbouw en richt zich op de zorg voor verstandelijk gehandicapten. De instelling gaat zich ook specialiseren in de opvang, behandeling en begeleiding van jongeren met een licht verstandelijke beperking. Hiervoor heeft de Prinsenstichting haar erkenning uitgebreid met 12 LVG-plaatsen. Lijn5 ondersteunt en adviseert de Prinsenstichting om de benodigde deskundigheid en expertise in huis te halen voor een goede begeleiding van deze jongeren. In 2012 zullen zes jongeren vanuit Lijn5 doorstromen
Jaarmagazine 2011 Samenwerking
25
naar de Prinsenstichting. Het gaat hier om jongeren met een indicatie LVG4, LVG5 of SGLVG die bij Lijn5 zijn uitbehandeld en verdere begeleiding nodig hebben.
MDFT Moedige Meiden is een intersectoraal samenwerkingsproject tussen Lijn5, De Lindenhorst en De Rading. Met behulp van de methodiek MDFT (Multidimensionele Familietherapie) werken de instellingen samen om meisjes vanuit een gesloten setting (De Lindenhorst) te begeleiden naar een open setting. Dit kan een leefgroep of kamertrainingscentrum zijn bij Lijn5 of De Rading, of de meisjes gaan terug naar huis. Het team bestaat uit vijf MDFT-therapeuten van Lijn5, De Rading en De Lindenhorst.
Lijn5 is in Gelderland aangesloten bij de Branche Jeugdzorg Gelderland. Dit is een platform dat bestaat uit alle zorgaanbieders in Gelderland en Bureau Jeugdzorg. Lijn5 heeft met verschillende van deze zorgaanbieders afspraken over samenwerkingsvormen. Zo heeft Lijn5 een convenant met Tactus over de hulp aan verslaafde cliënten. En met Pactum is er een convenant over de begeleiding van pleegzorgcliënten door een medewerker van Lijn5. Ook werkt Lijn5 samen met Lindenhout aan nieuwe hulpverleningsvormen in Zutphen. Op het gebied van arbeidstraining heeft Lijn5 samenwerkingsverbanden met verschillende (zorg)instellingen. Hier geeft Lijn5 arbeidstraining op locatie aan jongeren van Trainingsinstituut Woldyne.
_ De Rading
_ Spirit
Lijn5 en De Rading onderzochten de afgelopen jaren ieder welke bijdrage sport en bewegen kan leveren aan de behandeling van jongeren met gedragsproblemen. Gebleken is dat jongeren met gedragsproblemen minder sporten, terwijl dit er juist voor kan zorgen dat zij zich beter voelen, meer eigenwaarde krijgen, beter met hun emotie om kunnen gaan en doorzettingsvermogen ontwikkelen. Van 2007 tot 2010 deed Lijn5 al mee aan een succesvol sport-zorgprogramma. Het Ministerie van VWS zette de financiering van dit programma begin 2011 stop. De Rading startte in 2010 met clinics voor meiden waarin meerdere sporten centraal stonden. De instelling kan dit succesvolle project echter niet structureel financieren. Daarom hebben Lijn5 en De Rading de handen ineengeslagen bij hun zoektocht naar structurele financiële partners. Zodat ze het succesvolle sport-zorgtraject blijvend kunnen integreren in de behandeling.
In de stadsregio Amsterdam werkt Lijn5 steeds nauwer samen met Spirit. Afgelopen jaar zijn onder meer de voorbereidingen getroffen voor samenwerking tussen het Trainingscentrum Switch van Lijn5 en het project R&B van Spirit, beide voor jongeren met een justitiële achtergrond. Het doel is de jongeren een kwalitatief beter programma te kunnen aanbieden met ruimere openingstijden. De samenwerking biedt ook betere randvoorwaarden, zoals een professionele keuken en computerruimte. Per 1 februari 2012 zitten Switch en R&B samen op één locatie. Een andere vorm van samenwerking die Lijn5 inmiddels heeft met Spirit, zijn de trainingen in video interactiebegeleiding die de ambulant hulpverleners van Lijn5 volgen bij Spirit. Ook verzorgt Spirit de screening en training van gezinshuisouders voor Lijn5.
_ De Lindenhorst en De Rading
26
Jaarmagazine 2011 Samenwerking
_ Branche Jeugdzorg Gelderland
27
Nelleke al zestien jaar in de OR:
“Medewerkers betrekken bij beleid is zo ontzettend belangrijk” Op 16 november 2011 kozen de medewerkers van Lijn5 een nieuwe Ondernemingsraad (OR). Nelleke Pels is al sinds 1994 in vaste dienst bij Lijn5, eerst als groepsleider, daarna als gezinswerker en nu als maatschappelijk werker Zorgloket. Ze zit maar liefst zestien jaar in de OR en is wederom herkozen. “Ik wil nog één termijn de stem van de werkvloer vertegenwoordigen, kennis en ervaring delen en dan het stokje definitief overdragen!” Nelleke zit inmiddels ook al twaalf jaar in de Centrale Ondernemingsraad van Stichting De Opbouw. De vraag rijst of het nu niet een keer genoeg is. Nelleke: “Lijn5 staat nog steeds voor een grote klus. De fusie van een aantal jaar geleden, de invoering van de regiostructuur en het harmoniseren van beleid vragen een zorgvuldige inzet van de OR. Daar wil ik graag aan bijdragen. Bovendien is het belangrijk dat kennis niet verloren gaat. Als medewerker denk je vaak niet in het belang van de organisatie, al is dit óók jouw belang. In een OR moet je leren overstijgend te denken.”
28
Jaarmagazine 2011 Meedenken en beslissen
Team Van de elf leden zijn er zes nieuwe gekozen in de OR. Bij een van de laatste vergaderingen is er een overdracht geweest tussen oude en nieuwe leden. “We hebben een overdrachtsdocument gemaakt met ervaringen en afspraken uit het afgelopen jaar. Het was een fantastische middag, waarin we in gesprek gingen met elkaar aan de hand van vragen als: Wat is je gezamenlijke strategie? Wat zijn je drijfveren en valkuilen? En welke zaken lopen er door in 2012? Belangrijk is dat we weer een team worden. Dat is een proces en onontbeerlijk voor een goed functioneren van de OR!”
OR voor de medewerkers “De stem van de werkvloer meenemen aan de onderhandelingstafel met de bestuurder vind ik echt heel belangrijk. Medewerkers zijn het kapitaal van Lijn5. Dat klinkt misschien oubollig, maar daar sta ik voor. Je moet als organisatie goed zorgen voor je medewerkers en investeren in hun ontwikkeling. Bij de start van Lijn5 werd hier nog te weinig mee gedaan. Nu wordt dit al veel beter opgepakt. Zo krijgen managers training hoe ze op een effectieve manier met medewerkers kunnen omgaan. Daarnaast ligt mijn hart bij de medewerkersparticipatie. Medewerkers betrekken bij beleid is zo ontzettend belangrijk. Ook dit wordt al door de organisatie opgepakt in de vorm van bijvoorbeeld denktanks en werkgroepen. Maar medewerkers moeten nóg meer in hun kracht gezet worden. Bij veel medewerkers zit zoveel potentie, alleen moet dit wel geactiveerd worden.” Agenda 2011-2012 “Afgelopen jaar heeft vooral in het teken gestaan van de regiostructuur en de harmonisatie. Veel stukken waarover wij advies of instemming moesten geven, hadden hiermee te maken. Zo hebben we advies gegeven over de organisatie van het Zorgloket en de
Betr ok ken
regiosecretariaten, en instemming op het agressiebeleid en het strategisch opleidingsbeleid. Continu moesten we hierbij afwegen of het belang en de ontwikkeling van de medewerkers voldoende werden gewaarborgd en of risico’s werden erkend en geborgd. Voor 2012 hebben we nu al een volle agenda: de jaarurensystematiek, functioneren en beoordelen, flexibilisering, verzuimbeleid en preventie, functiehuis voor het primair proces en medewerkersparticipatie. En dan kan de directie natuurlijk ook nog met nieuwe stukken komen.”
Meedenken Meebesli Par ticipatie
Comm un
“Medewerkers zijn het kapitaal van Lijn5.” Verbeterpunt “De communicatie met en de participatie van de achterban blijft nog steeds een verbeterpunt voor 2012. Dit hoor ik nu ook weer terug bij de nieuwe leden. We streven naar een kleinere OR op termijn, maar dat kan alleen als medewerkersparticipatie goed georganiseerd is. We werken op dit moment aan een initiatiefvoorstel voor medewerkersparticipatie en ik hoop dat de uitwerking hiervan gaat zorgen voor meer betrokkenheid van medewerkers bij ontwikkelingen en beleid.”
29
Naomi zit in de Jongerenraad:
“Ik ben betrokken bij onderwerpen die voor mij belangrijk zijn” Naomi (16) heeft zich verslapen. Ze zit met een grote handdoek om haar gewassen haar op de groene bank in de huiskamer van de fasegroep in Apeldoorn. Naomi is lid van de Jongerenraad. “Ik heb bij Lijn5 in Wezep en Apeldoorn gewoond en zag veel verschillen tussen de groepen. Daar wilde ik iets aan veranderen en daarom ben ik een jaar geleden in de Jongerenraad gaan zitten.” Jongerenraad De raad bestaat nu uit vijf jongeren, die verblijven in Wezep en Apeldoorn. “We vergaderen één keer in de maand. Dat is altijd gezellig en onze coach zorgt meestal voor iets lekkers. Het begin is vaak chaotisch, omdat we elkaar een tijdje niet hebben gezien en willen bijkletsen, maar daarna gaan we aan de slag. Elk jaar maken we een lijst met onderwerpen, die we vervolgens in de vergaderingen gaan uitwerken.” Privacy “Het privacyprotocol is een van de belangrijkste onderwerpen die we afgelopen jaar besproken hebben. Tijdens de vergadering hebben we vragen over privacy opgesteld, zoals: Moet een camera aan of uit? Zit de dossierkast op slot of kunnen jongeren hierbij komen? En kan een jongere informatie over een andere jongere
30
Jaarmagazine 2011 Meedenken en beslissen
vinden in de computer? Daarna zijn we leidinggevenden in Wezep en Apeldoorn gaan interviewen en we hebben een enquête gehouden onder de jongeren. De uitkomsten hebben we vervolgens gepresenteerd aan de regiomanager en de teammanagers. Uit de enquête bleek bijvoorbeeld dat jongeren geen camera’s willen. Je hebt al weinig privacy en je moet gewoon je eigen momenten kunnen hebben. Als ik ’s avonds naar het toilet ga in mijn onderbroek, wil ik niet dat anderen mij op de camera kunnen zien. Andere onderwerpen die wij dit jaar besproken hebben, zijn onder andere de kastruimte, de afwezigheid van een oven in Wezep en het leefgeld.” Betrokkenheid De Jongerenraad bestaat natuurlijk maar uit een paar leden. Hoe betrekken jullie andere jongeren bij de raad?
“Op iedere groep is een map aanwezig met informatie over de Jongerenraad en de onderwerpen die wij bespreken in de vergaderingen.” Waarom wil jij graag in de raad blijven? Naomi denkt kort na en zegt vervolgens: “Ik leer hier de voors en tegens te bekijken zonder gelijk een oordeel te hebben en ben betrokken bij verschillende onderwerpen die voor mij belangrijk zijn. Daarnaast wil ik graag de belangen van andere jongeren blijven vertegenwoordigen en iets voor hen bereiken.”
Lijn5 heeft verschillende Jongerenraden voor woonkernen en regio’s waarin Lijn5 zorg biedt. De raden bestaan uit jongeren die bij ons verblijven én jongeren die ambulante hulp krijgen van Lijn5. Wij hebben ook een Cliëntenraad, waarin jongeren én ouders kunnen meepraten en meedenken over Lijn5. De directie praat met de Cliëntenraad over bijvoorbeeld de privacy van jongeren, of over het klachtrecht. Daarnaast komen beleidsmatige zaken aan bod, zoals de jaarrekening en begroting van Lijn5.
Ouders in Cliëntenraad:
“Wij kunnen én willen meedenken met Lijn5” Sinds juli 2011 heeft Lijn5 een Cliëntenraad. De raad bestaat momenteel uit zes leden. Mevrouw Swart-Ivangh is een van de ouders die lid is. “Je kunt iedere keer roepen dat je het er niet mee eens bent, maar je kunt er ook zelf iets aan doen door in de Cliëntenraad te gaan zitten. Zo wordt je stem gehoord en kun je meewerken aan een oplossing.” Waarom bent u lid geworden van de Cliëntenraad van Lijn5? “Bij het cliënttevredenheidsonderzoek van vorig jaar heb ik aangegeven dat ik lid zou willen worden van de Cliëntenraad van Lijn5. Mijn twee dochters hebben in een behandelgroep bij Lijn5 gezeten en één verblijft nu op een Kamertrainingscentrum. Ik was niet tevreden over het eten en ik vond de communicatie niet altijd goed verlopen. Bij wisseling van begeleiding werden wij onvoldoende op de hoogte gebracht en de overdracht tussen begeleiders kon volgens mij beter. Voor beide onderwerpen wil ik mij komend jaar daarom hard gaan maken.” Hoe heeft u het tot nu toe ervaren? “Vooraf had ik geen verwachtingen. Ik ben er blanco ingegaan en in het begin was het voor ons allemaal best zoeken: Wat houdt het in? Wat gaan we doen? En wat wordt er van ons verwacht? Nu zit het op de rit. We hebben een leuke enthousiaste groep. Het is gezellig en leerzaam om met elkaar over de instelling te praten. Je krijgt een kijkje
in de keuken van Lijn5 en je begrijpt meer waarom sommige dingen zo lopen. De directeur is een open en vriendelijke man en het overleg met hem gaat heel natuurlijk. Er ontstaat een wederzijds begrip en dat is heel belangrijk.” De raad is nu vier keer bijeen geweest. Wat is er zoal besproken? “De afgelopen maanden zijn we vooral bezig geweest met de opzet van de Cliëntenraad: Hoe zien wij de raad en welke rol hebben wij? Daarnaast hebben we ook een voorzitter en secretaris gekozen. Een van de eerste onderwerpen die wij hebben behandeld, is de implementatie van de richtlijn vrijheidsbeperking. Belangrijke vragen hierbij waren: Wat gaat Lijn5 doen en wat wil ze ermee bereiken? Onder vrijheidsbeperking valt bijvoorbeeld het openen van post, het begeleiden van een telefoongesprek of het tot rust laten komen van een jongere in een daarvoor bestemde kamer. Uit het jaarplan 2012 volgen de onderwerpen voor komend jaar. Ik weet dat de maaltijden in ieder geval hoog op de agenda staan.”
Hoe betrekken jullie andere ouders? “Lijn5 stuurt regelmatig een nieuwsbrief naar ouders, waarin wij een stukje schrijven over de Cliëntenraad. Zo is het zichtbaar voor ouders waar wij mee bezig zijn. Onlangs is er ook weer een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden onder ambulante cliënten. Een aantal ouders heeft hierbij aangegeven dat ze het leuk zouden vinden om lid te worden van de Cliëntenraad. Ik kan het ze aanraden, want het is absoluut leuk. Maar het is ook best wel pittig. Voor een goed overleg is het belangrijk dat je goed bent voorbereid, dus dat betekent dat je veel stukken moet lezen over soms ingewikkelde onderwerpen.” Wat wilt u in 2012 bereiken met de Cliëntenraad? “Ik wil dat het voor iedereen binnen Lijn5 duidelijk wordt dat wij er zijn en dat men rekening houdt met ons. Wij kunnen én willen meedenken en door onze betrokkenheid kunnen dingen echt nog beter gaan!”
31
Cliënt met een passie:
“Mijn specialiteit is mijn pokerface” Als Hubert (18) zijn kamer laat zien, weet je gelijk wat zijn grote passie is: darten. Op zijn twaalfde begon hij thuis met darten en inmiddels speelt hij eredivisie en superleague. “Ik heb altijd mijn gevoel kwijt gekund in darten, zeker toen het contact met mijn vader slecht was.”
Darten De rest van zijn tijd besteedt Hubert aan darten, zo’n twaalf uur trainen in de week en natuurlijk de wedstrijden. De hele reeks bekers bewijst zijn talent. “Er is eigenlijk niets meer dat ik moeilijk vind aan darten. Je went aan de spanning en wedstrijddruk. Mijn specialiteit is mijn pokerface. Ook al ben ik zenuwachtig, niemand kan iets aan mij zien. Ik laat me niet gek maken en blijf ondanks de zenuwen toch rustig. Het leuke aan darten is ook dat je steeds nieuwe mensen ontmoet. Mijn eerste doel is nu op televisie komen, dat lijkt me echt supergaaf! En natuurlijk wil ik graag wereldkampioen worden, maar eerst maar eens voor de camera’s komen en een groot toernooi winnen.”
Twee jaar geleden kwam Hubert bij Lijn5 wonen. Zijn vader kon niet meer goed voor hem zorgen door zijn gokverslaving en depressiviteit, en zijn moeder verliet het gezin al toen Hubert vier was. “Nu heb ik het erg naar mijn zin bij Lijn5, maar in het begin vond ik het helemaal niet leuk. Ik zat in een groep waar een aantal jongeren alles verziekte. Dat is nu gelukkig anders. De afgelopen twee jaar heb ik veel geleerd. Ik kan nu goed voor mezelf opkomen. En ik heb het vertrouwen van de groepsleiding verdiend waardoor ik steeds zelfstandiger wordt. Het belangrijkste is dat ik heb leren praten over mijn gevoelens. Ik blijf het wel moeilijk vinden om een eerste contact te leggen en om mijn kamer netjes te houden. Maar ik denk dat iedereen sommige dingen lastig blijft vinden.” Trainingsinstituut Woldyne Op dit moment werkt Hubert hard aan zijn sociale ontwikkeling door trainingen te volgen bij Trainingsinstituut Woldyne. “Ik leer veel van de training ‘persoonlijke vorming’ waar ik met andere jongeren praat over dingen
32
Jaarmagazine 2011 Cliënt in beeld
aan mijn werktempo en concentratie te werken. Als de omgeving druk is, blijf ik dit moeilijk vinden. Op woensdag werk ik bij de kinderboerderij en hier kan ik alles wat ik geleerd heb bij Woldyne goed toepassen. Uiteindelijk wil ik graag de opleiding SPW volgen en als groepsleider op een leefgroep gaan werken. Ik wil jongeren iets meegeven waar ze later ook wat aan hebben. Groepsleider Peter heeft mij bijvoorbeeld goed geholpen door mij op te geven voor de ‘KOPP-groep’. Hier kunnen jongeren, met ouders die verslaafd en/of depressief zijn, met elkaar praten. Dit helpt mij bij de verwerking.”
waar je tegenaan loopt in het dagelijks leven. We doen ook rollenspellen om de dingen die je leert te oefenen. Verder volg ik productietraining en hier leer ik vooral
Zelfstandig wonen Hubert staat nu op de wachtlijst voor een vervolgplek. Hoe lang dit gaat duren, weet hij niet. “Ik hoop dat ik daar geen ruimte meer hoef te delen met andere jongeren. Want ik wil graag zo zelfstandig mogelijk gaan wonen met begeleiding op het moment dat ik dat nodig heb.”
Een kleine vooruitblik Lijn5 wil behandeling blijven bieden die zo licht mogelijk is, dichtbij huis plaatsvindt en niet langer duurt dan noodzakelijk. Door de overgang van LVG- en jeugdzorg naar gemeenten gaat de financiering de komende jaren ingrijpend veranderen. Om goed voorbereid te zijn op deze omslag gaat Lijn5 door met de ontwikkeling van belangrijke innovaties. In 2012 gaan wij ons onder meer richten op: t ) FUVJUCSFJEFOWBOEFWFSCJOEJOHUVTTFOBNCVMBOUF en residentiële behandelvormen binnen LVG- en jeugdzorg door hulpvormen als Integrale Zorg, Residentiële Zorg Thuis en Uit&Thuis verder te ontwikkelen en uit te breiden naar andere regio’s van Lijn5. t )FUJOUFOTJFGJO[FUUFOWBOHF[JOTFOOFUXFSLPOEFS steuning door medewerkers te trainen in sociale netwerkstrategieën. t %FVJUWPFSJOHWBOIFU-BOHF5FSNJKO)VJTWFTUJOHTQMBO waarbij wij er rekening mee houden dat de behandeling zo dicht mogelijk bij huis plaatsvindt en dat we kleinschalige (keten)zorg kunnen bieden in gemeenten. t %FBGSPOEJOHFOFWBMVBUJFWBOEFQJMPU5JKEWPPS+FVHE waarbij we kijken welke verbeterideeën in praktijk gebracht kunnen worden om regeldruk en wacht- en doorlooptijden te verminderen, zodat we meer tijd aan de directe behandeling van de jongeren kunnen besteden.
t ) FUVJUWPFSFOWBOFFOQSBLUJKLHFSJDIUFGGFDUPOEFS[PFL naar de behandeling van jongeren binnen de zeer intensief besloten behandeling. Hiermee krijgen we inzicht in de successen en verbeterpunten van de kwaliteit van de behandeling. Dit onderzoek past binnen het onderwerp ‘effectiviteit van de jeugdzorg’. In 2011 hebben we al een begin gemaakt met effectmeting op Kamertrainingscentra in Utrecht. t 4USBUFHJTDIFTBNFOXFSLJOHNFUBOEFSFQBSUJKFOPN goede interne en externe ketenzorg te kunnen bieden. Bij de interne keten gaat het om het snel kunnen schakelen tussen ambulant en residentieel, tussen LVG en VG, en tussen jeugdzorg en LVG. Door de transitie naar gemeenten is het belangrijk dat Lijn5 ook zichtbaar is vertegenwoordigd op lokaal en regionaal niveau. Dit kan door een goede externe keten te vormen met andere instellingen/scholen. t )FUWFSHSPUFOFOWFSEFSPOUXJLLFMFOWBOEF deskundigheid van onze medewerkers door een gedegen opleidingsbeleid. Naast de jaarlijkse standaardtrainingen staan dit jaar weer nieuwe trainingen/scholingen op het programma, zoals de training dialogisch communiceren voor medewerkers. Ook komen er Lijn5-breed meer activiteiten voor ambulant gezinswerkers. Daarnaast zal er, afhankelijk van interne en externe ontwikkelingen, extra bijscholing mogelijk zijn voor bepaalde functiegroepen.
Jaarmagazine 2011 Een kleine vooruitblik
33
Colofon © Lijn5, 2011 Dit is een uitgave van Lijn5. Hoewel we dit magazine met de grootste zorgvuldigheid hebben samengesteld, zijn we niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden. Tekst: Lijn5 Fotografie: Wilbert van Woensel iStockphoto DHFOTO.NL (p. 15) Vormgeving: Sixtyseven Drukwerk: Prezco
Hoofdkantoor Lijn5 Duin en Kruidbergerweg 1 1985 HG Driehuis T 088 - 513 13 13 F 088 - 513 13 23 E
[email protected] I www.ln5.nl Lijn5 is een onderdeel van Stichting De Opbouw.
34
Noord-Holland: 588 cliënten Ambulant 360 / Residentieel 228
Utrecht: 430 cliënten Ambulant 252 / Residentieel 178
Gelderland: 317 cliënten Ambulant 199 / Residentieel 118
Totaal: 1335 cliënten T Ambulant 811 / Residentieel 524
Peildatum juli 2011