op eigen benen Het Spel Begeleidingsboekje
op eigen benen Het Spel Begeleidingsboekje
Inhoud 1 Colofon
p.3
2 Woord Vooraf
p.4
3 Doelstellingen
p.5
4 Doelgroep
p.5
5 Het spel zelf Voorbereiding
p.5
Spelverloop van 2 tot 4 spelers
p.6
Spelverloop vanaf 5 spelers
p.8
6 Meer info
p.10
7 Bijlagen Het draaiboek
p.12
Te kopiëren
p.16
2
1 Colofon Redactie: Evelien Cornil en Michèle Cosijns Eindredactie: Evelien Cornil, Michèle Cosijns en Sarah De Graef Spelontwikkeling: Evelien Cornil en Michèle Cosijns Vormgeving en illustraties: Pjotr - Grafisch Ontwerp Drukwerk: NewGoff, Mariakerke Uitgever: In Petto, Jeugddienst Informatie en Preventie Dank aan Evelien Cornil (JIP Zottegem) en Michèle Cosijns (JIP Brakel en JAC Geraardsbergen). Hun creativiteit, energie en tijd hebben dit spel mogelijk gemaakt. Bijzondere dank aan de medewerkers van In Petto voor hun deskundige ondersteuning in het ontwikkelen van het spel. Dank aan de begeleiders en bewoners van het begeleidingscentrum vzw De Pas in Leuven, begeleidingstehuis vzw Huize Levensruimte in Averbode, OCJ De Spar in Ronse en het begeleidingstehuis vzw Raveling in Nederhasselt om tijdens de ontwikkelingsfase het spel mee uit te testen en ons feedback te geven. Dank aan de mensen van jeugdcentrum De Spiraal, de monitoren van stedelijke speelpleinwerking Geraardsbergen, Daniëlla Provost (medewerker JAC Geraardsbergen), Karlien Buysse en Lieselot Lefever (medewerkers JAC Oudenaarde). Dank aan de medewerkers van de dienst Wooninfo, het OCMW van de stad Geraardsbergen en de Huurdersbond om de inhoud van het spel na te kijken op juistheid. Dank aan Marc Baele, directeur van CAW Zuid-Oost-Vlaanderen, die ons de tijd en vrijheid heeft gegeven om dit spel te ontwikkelen. We hopen dat deze methodiek een hulpmiddel en steun kan zijn om met jongeren te werken rond het thema ‘alleen gaan wonen’.
3
2 Woord vooraf Vroeg of laat schuifelt iedereen de deur uit. Daarmee zet je de stap in het onbekende, uit een vertrouwde en vaak beschermde omgeving, in een nieuwe wereld waarin je zelf verantwoordelijk bent voor je lot. Vroeger had je weinig keuze. Je ging het huis uit als je trouwde, stapte van het ene gezin in het andere. Nu is dat niet meer zo vanzelfsprekend. Zelfstandig wonen is iets waar je als jongere zelf over beslist. Op kot gaan om te studeren, samenwonen met vriend of vriendin,… Soms is zelfstandig wonen geen eigen keuze, maar een spijtige noodzaak. Bijvoorbeeld na een relatiebreuk of omdat samenleven thuis niet meer mogelijk is. Op administratief vlak brengt op eigen benen staan een ingrijpende statuutwijziging met zich mee. Je bent niet langer ‘kind ten laste’. Kinderbijslag, werkloosheidsuitkering, ziekteverzekering en belastingen zijn zaken die misschien veranderen. Ook emotioneel kan op eigen benen staan één en ander teweegbrengen. Het is een nieuwe ervaring, met plezierige maar ook moeilijke aspecten. Je draagt een grotere verantwoordelijkheid: rekeningen op tijd betalen, vuilnisbakken op de juiste dag buitenzetten,… Normaal dus dat dit heel wat vragen oproept. Om jongeren wegwijs te maken in de wereld van het zelfstandig wonen, heeft jeugddienst In Petto de brochure Op eigen benen uitgebracht. Op basis daarvan werd dit kwartetspel ontwikkeld door medewerkers van het JIP en het JAC. We hopen dat een kant en klaar spel, leerkrachten, opvoeders, begeleiders en anderen, sneller zal aanzetten om met jongeren op een leuke manier rond dit thema aan de slag te gaan. Veel plezier!
4
3 Doelstellingen Met dit spel willen we jongeren ondersteunen zodat ze bewust en kritisch kunnen handelen op hun weg naar zelfstandig wonen. We willen jongeren helpen bij het vinden van de juiste informatie en hen de kans geven de nodige vaardigheden te trainen om op eigen benen te kunnen staan. Dit zowel binnen de context van een groep als binnen de context van een individuele begeleiding.
4 Doelgroep Jongeren tussen de 17 en 25 jaar die binnenkort op eigen benen willen staan.
5 Het spel zelf Voorbereiding Dit spel is bijna gebruiksklaar. Er worden verschillende kwartetten aangeboden. Elk kwartet gaat over een bepaald thema. Als begeleider kun je vooraf de thema’s selecteren die je zeker aan bod wil laten komen. Je maakt je keuze op maat van de jongeren met wie je werkt, de grootte van de groep, … De thema’s: 1. Huurdeda?: huurwetgeving 2. Spaardeda?: zuinig omgaan met je geld en energie 3. Wakostda?: geldzaken 4. Voeldeda?: psyche, gevoelens bij het alleen wonen 5. Hoenoemtda?: Wanoemtda?: kernbegrippen kernbegrippen huurwetgeving huurwetgeving 6. Droomdeda?: meningen en gevoelens rond alleen wonen.
5
7. Wildeda?: kwaliteitsnormen voor een woning, afweging prijs en kwaliteit 8. Doededa?: huurproblematiek 9. Tussendoentje: actieve opdrachten 10. Wiedoetda?: rechten en plichten van huurder en verhuurder. In de brochure Op eigen benen vind je meer info rond bepaalde vragen. Op de vraag- en antwoordkaarten staan verwijzingen naar pagina’s in de brochure waar de juiste informatie kan teruggevonden worden. Het is als begeleider belangrijk deze info grondig door te nemen vooraleer je met jongeren het spel speelt! De huurwetgeving is onderhevig aan veranderingen, hou daar rekening mee.
Spelverloop van 2 tot 4 spelers Doel: Probeer zoveel mogelijk geld te verdienen door de vraag juist te beantwoorden bij het bemachtigde kwartet. Materiaal: Afhankelijk van het aantal spelers heb je het volgende aantal kwartetten nodig: 2 spelers: 9 kwartetten (9 verschillende thema’s) 3 spelers: 10 kwartetten (10 verschillende thema’s) 4 spelers: 9 kwartetten (9 verschillende thema’s) 25 vraag- en antwoordkaarten 40 factuurkaarten speelgeld Brochures Op eigen benen Materiaal dat je zelf moet voorzien wanneer je aan de slag gaat met het thema ‘Tussendoentje’:een spel kaarten, een stopwatch, stiften en papier. Aantal spelers: 2 – 4 spelers (begeleider inbegrepen)
6
Spelduur: De duur zal afhangen van het aantal thema’s dat je besproken wil zien. Als begeleider heb je dit dus zelf in de hand. Je kan er ook voor kiezen om in verschillende sessies te werken. In elke sessie kan je dan bijvoorbeeld rond een specifiek thema (vb huurwetgeving) werken. De sessies hoeven niet op dezelfde dag te gebeuren. Begin: Er wordt altijd gedeeld en gespeeld met de klok mee. De deler deelt setjes van twee kaarten, en legt ook telkens twee kaarten naast elkaar op tafel met de afbeelding zichtbaar, net voordat hij zichzelf bedient. In totaal krijgt iedereen vier kaarten (twee keer twee) en liggen er vier kaarten op tafel. De spelers houden de kaarten voor zich zodat deze niet zichtbaar zijn voor de andere spelers. De resterende kaarten worden aan de kant gelegd. Wanneer er op de tafel twee dezelfde kaarten (dus van hetzelfde thema) liggen mogen deze op elkaar gelegd worden. Verloop: De bedoeling is om zoveel mogelijk kwartetten te vormen aan de hand van de kaarten die op tafel liggen. De speler links van de deler mag beginnen. De spelers spelen om beurten met één van hun kaarten en leggen deze op de tafel. Dit kan op twee manieren: 1. De speler legt een kaart op een andere kaart van hetzelfde thema. 2. De speler legt een kaart van een verschillend thema op tafel en neemt een factuurkaart. Op deze manier werkt men toe naar een kwartet. Wanneer een speler de vierde kaart (dus het kwartet) heeft kunnen aanvullen, beantwoordt hij een vraag over dit thema en wordt het kwartet van de tafel verwijderd. Bij een juist antwoord krijgt hij €10. Bij een fout antwoord mag een andere speler een poging doen en krijgt hij/zij bij een goed antwoord €10. Sommige thema’s bevatten stellingen die geen sluitend antwoord kennen, hierbij is het aan de begeleider om uit te maken of de jongere zijn antwoord voldoende kan motiveren en beargumenteren.
7
Let op: bij het thema ‘Tussendoentje’ (uitbeelden, tekenen en taboewoord) krijgt zowel de uitvoerder als diegene die het juiste antwoord geeft €10!! Wanneer niemand kaarten over heeft wordt er nogmaals gedeeld met de resterende kaarten die aan de kant werden gelegd. Opnieuw krijgt iedere speler vier kaarten. Deze keer worden er geen vier extra kaarten op tafel gelegd (dit gebeurt enkel bij het begin van het spel). Het spel is gespeeld wanneer alle kaarten gedeeld zijn en alle kwartetten gevormd werden. Wanneer het spel gespeeld is kan je ofwel opnieuw delen en het geld en de facturen behouden ofwel helemaal opnieuw beginnen.
Spelverloop vanaf 5 spelers Doel: Probeer zoveel mogelijk geld te verdienen door de vragen juist te beantwoorden bij het gevormde kwartet. Materiaal Kwartetkaarten (4 dezelfde kaarten / speler) 25 vraag- en antwoordkaarten 40 factuurkaarten speelgeld Brochures Op eigen benen Materiaal dat je zelf moet voorzien wanneer je aan de slag gaat met het thema ‘Tussendoentje’:een spel kaarten, een stopwatch, stiften en papier. Aantal spelers: 5 à 8 spelers is ideaal. Bij grote groepen kan je de spelers best verdelen in kleinere subgroepjes.
8
Spelduur: De duur zal afhangen van het aantal thema’s dat je besproken wil zien. Als begeleider heb je dit dus zelf in de hand. Je kan er ook voor kiezen om in verschillende sessies te werken. In elke sessie kan je dan bijvoorbeeld rond een specifiek thema (vb huurwetgeving) werken. De sessies hoeven niet op dezelfde dag te gebeuren. Begin: De spelers zitten in een kring. Het aantal kwartetten is gelijk aan het aantal spelers. De kaarten worden goed geschud voordat ze onder de spelers verdeeld worden. In het midden van de tafel ligt het stapeltje factuurkaarten (kaarten met het bedrag op van een openstaande factuur, terugbetalingen en andere inkomsten). Dan kan het spel beginnen. Verloop: Alle spelers geven een kaart door aan hun linkerbuur. Iedereen blijft kaarten doorgeven tot één speler een kwartet (vier kaarten van hetzelfde thema) heeft. De speler die als eerste een kwartet heeft legt zijn hand op het stapeltje factuurkaarten. De andere spelers moeten zo snel mogelijk hun hand op de hand van de speler leggen. De speler die als laatste zijn hand op de andere handen kan leggen dient een factuurkaart te nemen en bij te houden. De spelbegeleider stelt aan de speler met het kwartet een vraag of laat hem/haar een opdracht uitvoeren (naargelang het thema). Wanneer de speler de vraag/ opdracht correct kan beantwoorden/uitvoeren krijgt deze €10 speelgeld. Is de vraag niet juist beantwoord, dan kan een andere speler €10 verdienen. Sommige thema’s bevatten stellingen die geen sluitend antwoord kennen, hierbij is het aan de begeleider om uit te maken of de jongere zijn antwoord voldoende kan motiveren en beargumenteren. Let wel op: bij het thema ‘Tussendoentje’ (uitbeelden, tekenen en taboewoord) krijgt zowel de uitvoerder als diegene die het juiste antwoord geeft €10!!
9
Als de vraag opgelost is of de opdracht uitgevoerd werd, begint het spel opnieuw tot de volgende speler een volledig kwartet heeft. Iedere speler krijgt opnieuw vier kaarten en geeft de kaarten door die hij/zij niet wenst te verzamelen. Als spelbegeleider kun je ervoor kiezen om na een spelronde andere kwartetten (andere thema’s) toe te voegen en opnieuw te verdelen. Op het einde van het spel wordt gekeken wie het hoogste bedrag aan openstaande facturen heeft, alsook wie het meeste geld heeft kunnen inzamelen. Door het verschil te berekenen tussen de openstaande facturen en inkomsten wordt gekeken wie winst of verlies heeft gemaakt.
6 Meer info Rol van de begeleider: De kracht van een geslaagd spel ligt zowel bij de groep als bij de begeleider. Een belangrijke voorwaarde is wel dat het thema zelfstandig wonen een rol speelt in de leefwereld van de jongeren. Werken rond dit thema mag niet louter bestaan uit kennisoverdracht. Er moet ook voldoende ruimte gecreëerd worden voor discussie en communicatie. Jongeren denken na, vertellen hun eigen ervaringen, leven zich in, maken keuzes, … Ieders meningen en ervaringen (dus ook van de begeleider) moeten aan bod komen. Als spelbegeleider is het wel belangrijk dat je je verdiept in alle info rond zelfstandig wonen. Op de vraag- en antwoordkaarten staan er steeds verwijzingen naar pagina’s uit de brochure Op eigen benen of naar relevante websites. Bij het spelen van het spel kun je steeds terugvallen op de brochure.
10
In de brochure Op eigen benen vind je adressen en websites waar je als begeleider terecht kan voor extra informatie en om eventuele vragen van de jongeren te beantwoorden of hen naar door te verwijzen. Tips voor de jongeren: Hierbij nog wat extra tips die handig zijn om aan de jongeren mee te geven. Dit lijstje is zeker niet volledig. Je kan het altijd aanvullen met eigen tips. 1. Ga een huis niet alleen bezoeken bij mooi weer. Ga zeker ook een kijkje nemen wanneer het regent. Zo zie je al heel wat gebreken, schimmelvlekken, plaatsen waar het eventueel zou binnen regenen. 2. Wanneer je gaat kijken naar een woning, probeer dan om een vriend, je ouders of familie mee te nemen. Vier ogen zien meer dan twee. 3. Wanneer je gaat samenwonen met vrienden, zorg er dan voor dat iedereen het contract tekent. Jullie zijn samen aan het contract verbonden en jullie hebben allemaal evenveel recht om in de woning te blijven wonen. 4. De taal waarin een contract is opgesteld kan soms Chinees lijken. Laat het gerust eens lezen door iemand anders. Neem zelf ook de tijd om het contract te lezen want getekend is getekend. Als later blijkt dat er toch iets niet zou kloppen wordt het heel moeilijk om dit ongedaan te maken. 5. Laat je niet onder druk zetten, denk goed na alvorens je tekent. 6. Denk eraan dat je een huurwaarborg moet betalen. De huurwaarborg = 2X of 3X de huurprijs. De huurwaarborg bedraagt 2 maanden huur als je dit bedrag in één keer betaalt. De huurwaarborg moet op een geblokkeerde rekening gezet worden waar noch huurder noch verhuurder aanspraak kan op maken tijdens de huurperiode. De huurwaarborg bedraagt maximum 3 maanden huur als ze wordt gegeven onder de vorm van een bankwaarborg. In dit systeem betaalt de huurder de waarborg door maandelijkse
11
aflossingen aan de bank. Zolang de waarborg niet volledig betaald is staat de bank garant. Let op: sommige banken rekenen hiervoor serieuze dossierkosten aan. 7. De plaatsbeschrijving in het contract beschrijft de toestand van het huis. Lees deze goed na en zorg ervoor dat alle gebreken erin zijn opgenomen. Zo is er later geen betwisting mogelijk. 8. …
7 Bijlagen Het draaiboek Het draaiboek geeft je de kans om naast de huurwetgeving, verantwoordelijkheden, … ook dieper in te gaan op budgettering. Dit draaiboek is uitgewerkt voor een groep van 12 jongeren. Tijdschema: Deel 1: 09u45 – 10u00 10u00 – 10u45 10u45 – 11u00 11u00 – 11u45 11u45 – 12u00 Deel 2: 13u00 – 14u15 – 14u30 – 15u00 –
14u15 14u30 15u00 15u30
Inleiding en afspraken Het spelen van het spel binnen groep 1 en 2 met eigen kwartet PAUZE Het spelen van het spel binnen groep 1 en 2 met ander kwartet Korte nabespreking + eventuele vragen van de groep beantwoorden ‘Huis gezocht’ PAUZE ‘The real thing’ Evaluatie
12
Benodigdheden De dag bestaat uit 2 delen (voormiddag en namiddag). Deel 1: Je hebt 2 X 6 kwartetten nodig. bijvoorbeeld Groep 1: 8 kaarten Wiedoetda? 4 kaarten Tussendoentje 4 kaarten Hoenoemtda? 4 kaarten Voeldeda? 4 kaarten Wildeda? Groep 2: 8 kaarten Huurdeda? 4 kaarten Spaardeda? 4 kaarten Wakostda? 4 kaarten Droomdeda? 4 kaarten Doededa? Deel 2: Casus ‘Huis gezocht’ (zie pagina 16). Woonadvertenties (die kan je vinden in kranten en op websites). ‘The real thing’: 4 suikerwafels van verschillende merken’, schalen of borden. Kijk als begeleider na welke informatie je zeker wil meegeven en check of de informatie nog up-to-date is. Wanneer je werkt met twee groepen is het aan te raden om ook met twee begeleiders te werken. Inleiding Het programma van de dag wordt bekend gemaakt, zodat de jongeren weten wat hen te wachten staat. Afspraken Aan de hand van het letterwoord PIKASOL worden er afspraken gemaakt met de groep. P = Privacy I = Ik
13
K = Kies A = Actief S+O = Sociaal L = Lachen en Luisteren Opdelen in groepjes 1. De jongeren worden opgedeeld in twee groepjes van zes. Zorg ervoor dat er ongeveer evenveel jongens als meisjes in elke groep zitten. 2. De deelnemers nemen plaats rond de tafel, zodat ze in een kring zitten en dat de kaarten makkelijk kunnen worden doorgegeven. Deel 1 (het kwartet) De spelregels worden meegedeeld. De kaarten worden verdeeld en het spel kan beginnen. Elke groep speelt 45 minuten met zijn eigen kwartet. Nadien worden de kwartetten gewisseld. Tijdens het spelen heb je verschillende mogelijkheden. Je kan het aantal kwartetten van een bepaald thema vermeerderen, je kan meer dan één vraag stellen tijdens een vragenrondje,… Het is aan de begeleiding om tijdens het vragenrondje de juiste informatie mee te geven en eventuele bijkomende vragen van jongeren te beantwoorden. Je kan ook gebruik maken van de brochure Op eigen benen om samen met de jongeren dingen te gaan opzoeken. Deel 2: Huis gezocht Doel: De jongeren kunnen realistisch inschatten hoe groot hun inkomen moet zijn om een bepaalde levensstijl te hebben en te behouden. De jongeren zien in dat budgetbeheer soms heel wat puzzel- en denkwerk vergt. Materiaal: Casus Huis gezocht (zie pagina 16 ), woonadvertenties
14
Verloop: Je laat de jongeren (in groep) aan de hand van een casus (zie pagina 16) een gepaste woning vinden in de verschillende woonadvertenties. Geef hen een budgetplanner (zie brochure Op eigen benen pagina 30) waar ze de gekende inkomsten en uitgaven moeten op noteren. Nadien ga je dit bespreken. Op een (wit)bord zet je de budgetplanner. Samen met de jongeren vul je zowel de gekende als de ongekende bedragen in. De ongekende bedragen zijn niet exact terug vinden in de casus maar je kan er als begeleider wel min of meer een bedrag op kleven. Nabespreking: Is het wettelijk toegelaten dat deze persoon op eigen benen gaat staan? Over welk inkomen beschikt hij/zij? Heeft hij/zij recht op een bijkomende vergoeding? Waar hielden de jongeren al dan niet rekening mee bij het kiezen van de advertentie? Zijn er nog andere manieren om een woning te zoeken ? Deel 2: What is the real thing? Doel: Jongeren staan stil bij het feit dat media een grote invloed hebben op ons eet- en drinkpatroon. Materiaal: 4 suikerwafels van verschillende merken Schalen of borden Verloop: Je snijdt de wafels in kleinere stukken en verdeelt ze per merk op een schaal/bord. Onderaan het bord hang je de merknaam. Geef elk bord een nummer en schrijf een 6-tal merken op het bord. De jongeren proeven en zetten bij elk nummer het juiste merk. Vervolgens onthul je de merken.
15
Nabespreking: Denken jullie dat reclame een effect heeft bij je aankopen? Zo ja, heb jij zelf daar al rekening mee gehouden? Geef een concreet voorbeeld. Witte producten, wat vind jij daarvan? Welke druk ervaren jongeren van de reclame, media,….? Tips Je kan handige tips toevoegen, anekdotes van jezelf of anderen, dingen waar je zelf bent achter gekomen toen je alleen/samen bent gaan wonen,… Dit vinden jongeren heel bruikbaar.
Te kopiëren Casus bij Huis Gezocht Tom is 19 jaar. Hij werkt als kassabediende in een supermarkt. Hij verdient €1250 per maand. Hij wil dolgraag alleen gaan wonen en hij is er van overtuigd dat hij zijn mannetje zal kunnen staan. Zijn hond Max moet ook mee. Het onderhoud van Max kost €35 per maand. Hij wil niet in de stad wonen, liever in een veilige rustige wijk. Tom heeft geen auto en wil ergens wonen waar hij gemakkelijke verbindingen heeft met het openbaar vervoer. Zijn busabonnement kost hem per maand €20,50. Hij moet ook rekening houden met de vaste kosten van water, elektriciteit en aardgas. Daarvoor zal hij in de maand 50 euro moeten betalen. Zijn favoriete programma’s op tv kan hij niet missen. Hij zal €15 per maand betalen voor een kabelabonnement. In zijn vrije tijd gaat hij regelmatig naar de fitness. Een fitnessabonnement kost hem per maand €30.
16
Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap