18-01-2015 Samenzang Votum / zegengroet (staan) Openingslied (zitten) Wet Kinderlied Gebed om opening Gods Woord 1e Schriftlezing Lied na de schriftlezing Tekst Lied na de tekst Tekst Preek Amenlied na de Preek Openbare Belijdenis / doop Gezongen zegenbede Collecten Voorbeden Slotzang (staan) Zegen
Sela "Onze hulp en onze verwachting" Sela "U bent hier" 1 Petrus 1 : 22 - 2 : 5 "Ken je Gods gebod, woorden 1 tot 10" Psalm 139 Opwekking 518 : "Heer u doorgrondt" Psalm 139 : 23-24 Opwekking 770 "Ik zal er zijn"
Opwekking 599: "Kom tot de vader" NLB 345 : "U hebt uw woord gegeven" Luisterlied tijdens collecte Opw. 767 "Familie" GKB 10: De HEER zegene u
-
Een feest in de hemel ... Ik wil beginnen met iets te vertellen over een heel vreemde droom die ik heb gehad. Vreemd, maar ook prachtig mooi. Ik droomde dat ik vanmorgen in de hemel was. Daar waren allemaal engelen druk in de weer. Een paar zetten sta-tafels klaar, en anderen waren bezig slingers op te hangen. En er liepen verderop nog engelen met kratjes bier en flessen wijn. D'r was een een heel grote barbecue en lekkere hapjes en zo. Er was een koor aan het oefenen, en dat klonk al heel mooi. Ik dacht, sjonge, wat is hier allemaal aan de hand. Dus ik vroeg aan een van de engelen: "Wat zijn jullie aan het doen?" "Weet je dat niet?" zei de engel, die met mij sprak, "Weet je niet waar dit allemaal is voor is?" "Neen meneer, dat weet ik niet. Wilt u mij alstublieft vertellen wat dit is?" "Dit is een Lukas 15 feest" zei de engel. "Kijk maar eens in Lukas 15, wat dat is. En als je vanmorgen goed naar de preek luistert, dan begrijp je waarom we vandaag zo blij zijn."
1/7
Met het diepe geloof van Psalm 139 Kirsten, Het is vandaag een bijzondere dag voor je, waar je lang naar hebt uitgekeken. En waar je ook geduldig naar toe hebt gewerkt. Je doet vandaag in het openbaar belijdenis van je geloof. Van een geloof dat je niet vandaag krijgt, maar dat er al veel langer was, Een geloof dat is gegroeid. Dat je vandaag belijdenis doet, en bijvoorbeeld niet afgelopen zomer, komt omdat je graag het hele boekje van Jasper Klapwijk wilde doorwerken, voordat je hier belijdenis deed. Je wilde de hele geloofsleer eerst afgerond hebben. Ik vind dat heel bijzonder. Je beseft kennelijk dat geloof niet alleen een heel persoonlijke zaak is, maar ook iets dat je deelt met anderen. Je voegt je in een lange traditie van belijders, en je wil weten wat die allemaal voor hun rekening nemen. In die lange rij geloofsgetuigen heeft David een heel bijzondere plaats. Hij getuigde van zijn geloof, letterlijk in het heetst van de strijd. Hij nam het op tegen de vijanden van God, en hij overwon. Hij worstelde met zijn eigen zonden, en kwam ten val. Maar hij werd toch weer opgericht, en in genade aangenomen. Deze koning en dichter belijdt zijn geloof in Psalm 139. Jij hebt deze Psalm uitgekozen voor vandaag, als tekst voor je eigen belijdenis. En het is opvallend hoeveel elementen uit deze Psalm rechtsreeks overeenkomen met de vragen waarop jij zometeen ja gaat zeggen. In deze oeroude belijdenis klinkt het besef dat God de Almachtige Schepper is van hemel en aarde. Hij is overal, hij is er altijd, hij ziet je en kent je gedachten. Hij heeft je oorsprong gewild. Je bent geen toevalstreffer, maar kunstig geweven in de schoot van je moeder. De intensieve zorg en bescherming, die een ongeboren kind daar ontvangt, zonder er iets voor te hoeven doen, en zonder iets te kunnen terugdoen, die staat symbool voor de verhouding tussen jou en God. Maar de dichter komt verder. Als hij eenmaal geboren is en opgegroeid, staat hij op eigen benen. En dan liggen er meerdere wegen open. En hij beseft dat God, die zijn moeder en zijn beschermer is, ook iets te zeggen heeft nu hij op eigen benen staat. "Zie of ik geen verkeerde weg ga, en leidt me op de weg die eeuwig is." Ook dat is een blijvende belijdenis. Ik ken God als de eeuwige en als de volstrekt rechtvaardige. Als degene die het onrecht niet kan verdragen. "Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen en aan blikken ontkomen?" Wanneer we zelf kiezen voor kronkelpaden, wanneer we het recht verdraaien, dan laat zich dat niet combineren met Gods leiding en Gods weg. En gelovig zelfinzicht leidt dan ook tot de belijdenis, dat je zondig en schuldig ter wereld bent gekomen. Dat je van nature niet in staat bent om te doen wat goed is in Gods ogen en dat je blootstaat aan Gods toorn. En dan staat David in Psalm 139 voor een groot raadsel. Als God me zo goed kent, als hij de zonde onmogelijk verdragen kan, hoe kan ik dan ooit voor zijn ogen bestaan? Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn verstand te boven. Het raadsel blijft onopgelost, maar het vertrouwen op God wordt er niet minder om. David geeft zich over aan God en vraagt om Gods leiding. Leid mij op de weg die eeuwig is. 2/7
ga ik verder op weg Op die weg wil jij, Kirsten, ook gaan. En wanneer we jou straks vragen gaan stellen, dan mag je antwoorden gaan geven die in Davids hoofd nog niet konden opkomen. Jij gaat verder, op zijn weg. Wij leven na de komst van Christus, Davids grote zoon. De onvoorstelbaar grote kloof tussen jou en de eeuwige God, die geen onrecht kan verdragen, die alles van je weet en die toch van je houdt, die werd door Hem gedicht. God werd een mens. Hij werd een van ons, en kon, namens de mensheid, de weg banen. De weg naar God en de weg van God. De eeuwige weg. Bij het lezen van deze Psalm zullen je ongetwijfeld de verzen 19-22 zijn opgevallen. In deze heel tedere Psalm, die spreekt van Gods liefde en zorg, staan ook deze verzen, waar de vonken van af vliegen. Je zou ze willen overslaan, maar die neiging moeten we leren onderdrukken. God is een God van recht, en dat is maar goed ook. Hij biedt ons geen pijnstillers maar roeit het kwaad uit met wortel en tak. En daarvoor is het nodig dat de zondaars worden omgebracht. En het onvoorstelbare mysterie van Gods genade is, dat hij in onze plaats, die zondaar werd. Dat hij alle zonden overneemt, van iedereen die zich volledig aan hem toevertrouwt. En dat hij zich liet boeien, om ons in vrijheid te stellen. Dat hij stierf, om ons het eeuwige leven te geven. Dat hij zich liet wegjagen bij God -weg uit mijn ogen!- opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden. Kirsten, en andere gelovigen hier in de kerk, besef dat dat de essentie is van je christelijke belijdenis. Ik was kansloos, ik kon de breuk met God onmogelijk herstellen, en als ik het nu, op eigen kracht probeer, dan blijf ik kansloos. Maar mijn volledige overgave aan Christus betekent dat ik, in Hem, voor al mijn zonden vergeving ontvang. Dat ik zo brandschoon wordt, alsof ik nooit een zonde heb gehad of gedaan. Het gaat mijn verstand volledig te boven. In Christus mag je, zonder enige angst voor God, in het volste vertrouwen op God, de eeuwige weg gaan. En ook dan weet je meer dan David en zijn tijdgenoten. Zij hebben geloofd zonder de vervulling te zien. Omdat God met ons iets beters voorhad. David beseft dat Gods gedachten rijk zijn en eindeloos. En hij krijgt een glimp van die eeuwigheid te zien als hij zegt: al lag ik neer in het dodenrijk u bent daar. Want de weg die ik met God ga, is inderdaad een eeuwige weg. Mijn leven is zeker bij God, dwars door de dood en het dodenrijk heen. Voor God is het duister, ook mijn persoonlijke duisternis, geen onoverkomelijke hindernis. De nacht licht op als de dag. Zo wil jij je weg met God gaan. Nu al, zet je je voeten op de weg die eeuwig is, en Gods aanwezigheid is daarbij de straatverlichting, de wegwijzer, en stralende feesttent aan de horizon. en ik ben in goed gezelschap. Je gaat op weg en je bent in goed gezelschap. God gaat met je mee, immers. 3/7
Maar, dat is niet alleen een zaak van geloof, gevoel of gedachten. Het wordt ook heel fysiek en tastbaar. Dat mag je opvallen wanneer je bijvoorbeeld vers 5 tot je laat doordringen. "U omsluit mij van achteren en van voren, u legt uw hand op mij" Deze beelden zijn ontleend aan de menselijke vriendschap en intimiteit. Iemand aanraken, een schouderklopje geven, de handen opleggen en zegenen, iemand omhelzen als een gebaar van troost en verbondenheid. Of nog intiemer. Wanneer komt God zo dichtbij? En hoe? Ook nu weer mogen we blij zijn dat we hier, als nieuwtestamentisch kerk, meer van gezien hebben dan David. Wij weten van Jezus komst. Hij kwam niet als een vluchtige geestverschijning naar de wereld, maar werd geboren. Ook hij werd cel voor cel geweven, ook zijn bestaan was een ontzaglijk wonder. Dat hij echt een mens werd, een mens van vlees en bloed, dat wordt ons keer op keer uitgelegd door de apostel Johannes, die hier op aarde zijn meest intieme vriend was. Die tijdens het laatste avondmaal dicht tegen hem aanlag. Die letterlijk kon zeggen: u omgeeft me van achteren en van voren, u legt uw handen op mij. Dat ontzaglijke wonder beleven wij niet meer. Niet meer zo direct. Maar wel indirect. We mogen belijden dat Christus, na zijn hemelvaart, lichamelijk voortleeft in de kerk, in de gemeente die hij vergadert beschermt en onderhoudt. En daarom gaan ook daarover een aantal vragen waarop we in de kerk ja zeggen, als we ons geloof belijden. Wij belijden ons geloof niet alleen op een zolderkamer, of in de pastorie. Ook dat. Uiteraard. Maar die persoonlijke belijdenis wordt hier ook gedeeld met de gemeente van Christus. Bij je belijdenis, Kirsten, beloof je om actief te gaan meedoen aan het leven van de gemeente. Daarom wordt je gevraagd of je je voor deze gemeente zult inzetten, of je trouw met haar naar het woord zult luisteren en het avondmaal zult vieren. Daar zeg je allemaal ja op. En daar hebben heel veel mensen die nu om je heen zitten, ook allemaal ja op gezegd. Zo krijg je deel aan Christus lichaam. Samen zijn dood gedenken, samen zijn opstanding vieren, samen verder op de weg die eeuwig is. En de gemeente is vandaag blij met je komst. En krijgt ook een opdracht mee. Wees voor elkaar het lichaam van Christus! Heb aandacht voor elkaar en bidt voor elkaar. Geef jonge gelovigen nadrukkelijk een plaats in je gebed. En ook hun ouders. Rondom een belijdenis staan we klaar met blijde gezichten, felicitaties, en cadeautjes. Prachtig natuurlijk. Maar blijf vol belangstelling. Hoe gaat het nu, hoe bevalt het je in de gemeente, hoe ontwikkelt je geloof zich? Mag ik daarover eens een heel directe vraag stellen, gemeente van Christus? Ga eens voor jezelf na: weet je nog wie er afgelopen voorjaar belijdenis deden? (Hoeveel, en wie. je mag onderling overleggen). OK. En voor wie van die jonge mensen heb je thuis gebeden in de afgelopen maanden? Wie van die jonge mensen heb je in de afgelopen maanden aangesproken en gevraagd hoe het gaat? En heb je ooit een goed glas gedronken met die jongeren die .... nog geen belijdenis hebben gedaan? Ooit gevraagd wat ze tegenhield? Omgeef de jongeren (en de ouderen en de veertigers enz....) van achteren en van voren. Leg je hand op hen, bouw een vertrouwensband op, weet van hun zitten, hun staan, hun 4/7
gedachten. Hun overtuiging en hun twijfel. Hun blijdschap en hun verdriet, in gezondheid en ziekte. Dat kun je als mens nooit volledig waarmaken. Maar laten we wel samen onze eerste stappen zetten, op de eeuwige weg. En laat ons gebed zijn, ook als gemeente van Christus. "Doorgrond ons God, peil ons, weet wat ons kwelt zie of we geen verkeerde weg opgaan, en leidt ons op de weg die eeuwig is." lang leve Kirsten In de hemel zijn ze inmiddels helemaal klaar voor het feest. Het Lukas 15 feest. Het feest is .... voor Kirsten Schröter. Wij zijn hier in de kerk blij voor jou, Kirsten. Maar nog veel groter is het feest voor jou, in de hemel. Voor jou, en voor iedereen, die zich overgeeft aan Christus en hem wil volgen. Amen ====== (Vragen worden gesteld door Renske) Geliefde Kirsten: Je staan hier voor God en zijn gemeente om je geloof te belijden. Ik verzoek je eerlijk te antwoorden op de volgende vragen. Geloof je in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, en in de heilige Geest, de Drie-enige God van je doop? Erken je dat je zondig en schuldig ter wereld bent gekomen en dat je van nature niet in staat bent om te doen wat goed is in Gods ogen en daarom blootstaat aan Gods toorn? Beken je dat je met gedachten, woorden en daden de geboden van de Heer vaak hebt overtreden? Heb je berouw over deze zonden ? Geloof je dat Jezus Christus jou als je Verlosser gegeven is en dat je door de kracht van de heilige Geest bij hem hoort? Geloof je dat God jou door Christus’ bloed al jouw zonden vergeeft? Gelooft je dat de schriften van het Oude en Nieuwe Testament het verlossende woord van God zijn, zoals de kerk dat ook openlijk in haar geloofsbelijdenis uitspreekt en zoals dat hier in de kerk wordt verkondigd? Zul je, zolang je leeft, bij deze belijdenis blijven en alles verwerpen wat tegen Gods woord ingaat?
5/7
Aanvaard je de belofte en verplichting van Gods genadeverbond, waarvan de doop afbeelding en garantie is? Verlang je ernaar om God en je naaste lief te hebben, met de zonde te breken, je oude, zondige aard te doden en eerbiedig met de Heer te leven? Beloof je dienstbaar te zijn aan de gemeente, trouw met haar naar het woord te luisteren en het avondmaal te gebruiken? Zul jij je gewillig onderwerpen aan alle christelijke vermaningen? Wat is daarop jouw antwoord? ..... De jongeren worden een voor een bij hun eigen naam genoemd. Na hun ja-woord, komen ze naar voren en knielen. (handoplegging en zegen door GjO) Dan krijgen ze hun persoonlijke tekst mee, terwijl ik ze de hand opleg. Zegenbede God, de bron van alle genade, heeft jullie geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister. God zal jullie sterk en krachtig maken, zodat jullie staande zult blijven en niet meer zult wankelen. Hem komt de macht toe, voor eeuwig. Amen.
(En vervolgens spreek ik de gemeente aan:) En nu vraag ik jullie te gaan staan als gemeente en met jullie ja-woord, Kirsten op te nemen in je midden. Geliefde broeders en zusters, ontvang Kirsten met liefde in jullie midden. Weet je geroepen samen met haar op te trekken, haar te steunen, en samen met haar Christus uit de hemel te verwachten. Vier met haar het avondmaal. Deel de vreugde van Christus met haar. Want, "wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden". Broeders en zusters, zijn jullie hiertoe bereid? Wat is daarop jullie antwoord?
(Ja) Daarna zingt de gemeente staande Lied 345
Verwerkingsvragen Algemeen Doe eerst een algemene ronde over de volgende vragen: - Wat heeft de preek me geleerd? (kennis, feiten inzichten) - Welke gevoelens heeft de preek me opgeleverd? (blij, boos, bang, bedroefd en hun varianten) - Tot welke acties of goede voornemens zet de preek me aan? ((Zo'n drieslag voorkomt dat je teveel in een van de domeinen (kennis, gevoel of gedrag) blijft hangen.)) 6/7
Om de nieuwe leden/belijders heen staan Bedenk eens drie concrete dingen (goede voornemens) die je als huiskring kunt doen voor de nieuwe leden of nieuw belijders. En doe ook als huiskring eens de test: wie zijn er de afgelopen 12 maanden, door verhuizing, doordat ze tot bekering zijn gekomen, enz. in jullie wijk komen wonen? en hebben ze al een plek gevonden in een HK? Zijn ze uitgenodigd, draaien ze al mee? Zo niet waar zijn ze dan gebleven? Tip: neem kerklid.nl er gewoon even bij. Belijdenisvragen Bij deze preek heb ik bewust de belijdenis vragen mee afgedrukt. Lees ze eens door en ga na hoe je hier zelf in staat. a. Op welke vragen zou je nog steeds jan zeggen? b. Zijn er ook vragen die (inmiddels) vragen oproepen bij jezelf? c. Heb je in dit opzicht een ontwikkeling doorgemaakt?
7/7