EUROPESE RAAD DE VOORZITTER
Breda, 12 juni 2010 PCE 124/10
Toespraak van Herman van Rompuy, Voorzitter van de Europese Raad, tijdens de uitreiking van de Benelux Europa Prijs "DE TOEKOMST VA EUROPA" Kasteel van Breda ( ederland) 12 juni 2010
Het is een voorrecht, om in dit voorname en toch ook aangename gezelschap deze prijs in ontvangst te mogen nemen. Een plezier, om op deze indrukwekkende locatie vol geschiedenis -- ik hoorde dat de oudste burcht van Breda al dateert uit de veertiende eeuw! -- te mogen spreken over de toekomst. Een uitdaging, om hier vandaag, op de grond van Willem de Zwijger, Guillaume le Taciturne, te mogen spreken ! Ik ben mijn goede vriend Marc Eyskens dan ook heel dankbaar voor de geboden gelegenheid. De verleiding is groot op dit kasteel in de voetsporen van zijn beroemdste eigenaar pogen te treden. Ik zal dat niet pretenderen. Toch zal het diegenen onder U die mij al langer kennen niet verbazen dat ik altijd getroffen ben geweest door Willem van Oranjes lijfspreuk. Die luidt: "Saevis tranquillus in undis". Oftewel -- want wellicht is niet iedereen onder u bij de jezuïeten schoolgegaan… -- "Rustig te midden van de woelige baren". Precies dat is de taak van de politicus en staatsman, ook in onze tijd. Rustig, maar vastberaden. Zwijgzaam, temidden van het oeverloze gebabbel, ferm sprekend indien nodig. Mijn co-laureaten en mijzelf is gevraagd te spreken over de "toekomst van Europa".
P R E S S VOOR ADERE GEGEVE S: Dirk De Backer - Woordvoerder van de voorzitter +32 (0)497 59 99 19 Jesús Carmona - Plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter +32 (0)2 281 9548 / 6319 e- mail:
[email protected] internet:www.consilium.europa.eu/vanrompuy
+32 (0)475653215
L
Misschien is er gedacht: welaan, zoals men aan een vertegenwoordiger van de landbouwbond kan vragen: "Wat is de toekomst van de varkenshouderij?", of aan iemand van de milieubeweging: "Wat is de toekomst van de elektrische auto?", zo kan men aan vertegenwoordigers van de Europese instellingen vragen: "Wat is de toekomst van Europa…?" Zeker… Maar een verschil is er toch wel. De toekomst van Europa is geen deelbelang, geen sector, ze is niet beperkt tot de Brusselse instellingen, neen, ze is een publieke zaak. Europa's toekomst raakt de 500 miljoen mensen in de nu 27 lidstaten van onze Unie. Die toekomst gaat ons allen aan. Maar hoe velen beseffen het? Hoe velen voelen het? En is juist dit beperkte draagvlak op termijn niet een risico? Vandaag zou ik het daarom willen omdraaien: De politieke toekomst van Europa is alleen dan gegarandeerd, indien burgers in alle lidstaten allen beseffen dat het gaat om onze toekomst. Wij zijn hier onder vrienden bijeen. In het korte bestek mij gegeven wil ik slechts enkele krachtlijnen naar die gezamenlijke Europese toekomst trekken. De uitdagingen waarvoor wij staan zijn immens. Zij liggen op het vlak van de economie, van het milieu, van ons politieke gewicht in de wereld. Deze uitdagingen raken al onze landen afzonderlijk -- de drie van de Benelux, de 24 andere. Zij raken ook onze landen gezamenlijk, verenigd in de Europese Unie. De Spaanse oud-premier Felipe González heeft zojuist een verslag afgerond over de uitdagingen en mogelijkheden voor de Europese Unie in 2030. Hij kijkt dus twintig jaar de toekomst in, naar het Europa van onze kinderen. Twintig jaar vooruit kijken is in de politiek een lange tijd. Neem het Kasteel hier: het dateert oorspronkelijk -- als burcht van Breda -- uit kort na 1350; het is dus (in verschillende gedaanten) zes-en-een-halve eeuw oud. Wat zou het boeiend zijn om de andere kant op 650 jaar vooruit te kijken, naar het jaar 2660… U voelt onmiddellijk, dat is zó ver weg, dat is buiten de kaders, dat wordt sciencefiction. Zelfs een tiende van die termijn, 65 jaar vooruit kijken, tot het jaar 2075, is ondoenlijk. De geschiedenis die voor ons ligt is vol onzekerheden en toevalligheden. Voorspellers zullen het betreuren, maar in die onzekerheid en onvoorspelbaarheid zal de menselijke factor beslissend zijn. Hoe gaan we om met wat ons overkomt? Hoe nemen we ons lot in handen? Ik noemde het rapport van Felipe González. Hij schreef het in opdracht van de Europese Raad van december 2007, samen met een groep van "wijzen". In de Europese Raad van komende week zal het verslag kort worden besproken met de regeringsleiders. González en de zijnen bieden een uitputtende inventarisatie van ontwikkelingen op lange termijn. De obstakels voor de economische groei. De dreigingen op het vlak van klimaat en energie. De demografie. De immigratie. De Europese Unie in de wereld. Het is een verademing dit verslag te lezen en zo de blik twintig jaar vooruit te kunnen werpen. Bijna een luxe. Elke bestuurder en elke regeerder weet hoe moeilijk het is te ontsnappen aan de waan van de dag, aan de gebeurtenissen van het moment. De afgelopen maanden lieten daartoe ook in de Europese Unie -- ik denk uiteraard aan de Griekse crisis, die een eurocrisis werd en zelfs bijna een nieuwe mondiale crisis -- weinig ruimte. In mijn huidige functie heb ik dat zelf mogen ervaren. Toch kan men niet regeren met de neus op het stuur. Dan blijft "regeren" een hogere vorm van "reageren". Het is zaak de blik op de toekomst te verwerken in de besluiten in het heden. 2
L
Laat mij daarom twee aspecten in het bijzonder eruit lichten. Twee krachtlijnen die voor Europa van belang zijn, voor de toekomst, en die ons reeds vandaag tot handelen nopen. Ten eerste, de positie van Europa in de wereld. Wij beleven een fase waarin onze afnemende relatieve economische gewicht zich vertaalt in afnemende politieke macht. Wij kunnen niet beletten dat andere landen en regio's -- denk aan China, India of Brazilië -- economische sterk groeien. Die ontwikkeling is ook goed, zeker voor de miljoenen mensen die er tot voor kort in armoede leefden. Momenteel ervaren we evenwel hoe de toenemende economische invloed van die landen zich vertaalt in politieke macht. Ik noem het de omslag van "economische globalisering" naar "politieke globalisering". Het gaat met schokken. • De oprichting van de G20, als opvolger van de G7, op het hoogtepunt van de financiële crisis van 2008 was zo'n schok. • De Klimaatconferentie van Kopenhagen van december 2009 was een tweede moment. Daar stonden de landen en vertegenwoordigers van de Unie buiten de deur terwijl de Amerikaanse, Chinese, Braziliaanse en andere leiders het beslissende akkoord sloten. Het was een vernedering. • En we zagen het nog maar onlangs, in het overleg op hoog niveau van Brazilië en Turkije met Iran over de nucleaire problematiek, geheel buiten de oude westerse machten om. Zulke ervaringen leren dat geen enkel land van de Europese Unie, ook de zogenaamde groten niet, nog in zijn eentje een beslissende rol kan spelen op het wereldtoneel. (Trouwens, zelfs de Amerikaanse president stelde in zijn recente Veiligheidsstrategie dat Amerika niet meer alle problemen in de wereld alleen kan oplossen.) Nadenkend over de toekomst, twee of drie decennia vooruit, moet men deze krachtlijn in ogenschouw nemen. Onze relatieve plaats in de wereld -- economisch, demografisch, en dus ook politiek -- zal gestaag kleiner worden. Willen wij het volle vermogen houden onze Europese belangen en waarden in de wereld te verdedigen, dan zullen we ons op zijn minst beter moeten organiseren. Dan zullen wij de krachten moeten bundelen. Het is een van de redenen dat ik in de Europese Raad in de komende vergaderingen van regeringsleiders meer aandacht wil besteden aan vraagstukken van buitenlandse politiek. En ik twijfel er niet aan of mijn opvolgers tussen nu en 2030 zullen die noodzaak nog veel sterker voelen… Tegelijk wil ik deze analyse nuanceren. We mogen onszelf niet de put in praten. Europa is een ongekend welvarend en stabiel continent, wij hebben qua koopkracht de mondiaal grootste markt, velen in de wereld zijn jaloers op onze levenswijze. Deze troeven zullen niet één twee drie verdwijnen.
3
L
Er is nog iets, dat vaak wordt vergeten. Wij zijn ook minder relevant geworden omdat we geen bron van problemen meer zijn. Ons continent is niet langer door oorlogen verscheurd, zoals tot 1945 (en in de Balkan tot nog erna). Ons continent is niet langer de inzet van een militaire en ideologische strijd, zoals in de Koude Oorlog, toen Amerika en de Sovjet-Unie elk de helft van Europa controleerden. Waarom scheen de Berlijnse Muur tot aan 1989 het centrum van de wereldgeschiedenis? Niet omdat Europa zo'n voorname speler was, maar omdat wij de hoofdprijs waren in dat grote conflict. Kortom, wij moeten de essentie in het oog houden: de afnemende interesse voor Europa in de rest van de wereld is een bijverschijnsel van ons succes. Ik kom -- na onze plaats in de wereld -- tot een tweede krachtlijn tussen ons heden en de toekomst: de economische groei. Kort enkele woorden erover. Die groei is van fundamenteel belang om de welvaart en werkgelegenheid van onze bevolkingen te kunnen verzekeren. Momenteel kennen de eurolanden een structurele economische groei van 1 procent. Dat is op termijn te weinig om onze sociale markteconomie veilig te stellen. Het is te weinig om onze "European way of life" te kunnen behouden. Kijk slechts naar de demografische cijfers, naar de combinatie van vergrijzing met pensioenverplichtingen. Ik zal u niet de scenario's schetsen wanneer aan die verplichtingen van de overheden & de verwachtingen van de burgers niet kan worden voldaan. Laat mij slechts kort opmerken dat de Unie reeds de afgelopen maanden heeft ervaren dat dit niet louter een probleem voor de toekomstige generaties is. De crisis van de euro was een crisis van de publieke schulden, van kredietwaardigheid. Het was in zekere zin de crisis van een toekomst die al vandaag zijn rechten doet gelden… De Europese Raad heeft mij in maart gevraagd een werkgroep te leiden -- waarin ook de drie ministers van financiën van de Benelux plaats hebben -- om te onderzoeken hoe onze economieën beter bestand kunnen worden tegen zulke crises, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. Het is een onderwerp waarbij ik heel sterk voel, om het in het Frans te zeggen: "que l'avenir se joue aujourd'hui." Ik wil er mijn beste krachten aan wijden. Behalve noodmaatregelen moet er ook in de echte economie veel gebeuren. Een vangnet is nuttig, maar het komt aan op sneller & beter te lopen. Op de Europese Raad van a.s. donderdag 17 juni zullen wij daartoe een omvattend pakket maatregelen voor structurele economische groei aannemen: "Europa 2020", de opvolger van -- voor de kenners onder u -- de Lissabon Strategie uit het jaar 2000. De 27 regeringsleiders committeren zich er voor hun lidstaat aan doelen op het vlak van werkgelegenheid; onderzoek en innovatie, onderwijs en scholing (en ook klimaat en armoedebestrijding). Het zal ons sterker maken. Ik schetste heel kort (enerzijds) een veranderende wereld om ons heen, (anderzijds) een welvaart en levenswijze die meer inspanning vergen. Dàt is onze toekomst. De instellingen en regeringen van de Europese Unie geven zich er dagelijks in concrete besluiten rekenschap van. Soms langzaam, of in compromissen, maar steeds gericht op de zaak. Ik heb er alle vertrouwen in dat we zullen slagen, dat we ook aan volgende generaties van Europeanen een goede uitgangspositie van welvaart en stabiliteit zullen kunnen geven.
4
L
Eén voorwaarde wel, ik noemde ze al: publieke steun. Burgers moeten beseffen dat het om onze toekomst gaat. Als we alleen al kijken naar de politieke stemming jegens de Unie in onze drie landen -- en verkiezingsperiodes zijn altijd een goede graadmeter… --, dan is evident: hiervoor liggen geen eenvoudige antwoorden klaar. Ook al wordt en werd er in de verkiezingscampagnes weinig over Europa gesproken. De komende jaren zullen het Europese begrotingscarcan en de nieuwe EU-bewaking van de competitiviteit de politieke agenda beheersen. "Chassez l'Europe, et elle reviendra au galop." En toch blijft het draagvlak van de Europese gedachte -- een overkoepelende gedachte -- in een steeds meer individugerichte wereld van levensbelang. Het is op termijn de grootste uitdaging voor onze Europese Unie. Hier zal ik mij tot slot toch één maal op een verder liggende toekomst moeten beroepen, op het toekomstige moment waarop mensen beseffen: "Europa, dat zijn wij". Met uw en ieders steun, zal ook dàt moment er komen.
5
L