bulletin NVZ NEDERLANDSE VERENIGING VAN ZANGPEDAGOGEN
NUMMER 7 • MAART 2007
Van de voorzitter door Frans Huijts
Vanmorgen kletterden plotseling twee ovenschalen op de grond toen ik een keukenkastje open deed. Bij nader onderzoek bleek dat ze op de bolle deksel van de citruspers hadden gestaan. Hoe lang het interne leven van mijn linker keukenkast op scherp heeft gestaan weet ik niet. Ik werd alleen geconfronteerd met het resultaat. Zo werden ook mijn medebestuursleden geconfronteerd met mijn persoonlijk lange tijd ‘op scherp staan’. Afgelopen acht maanden heb ik, gevangen in mijn eigen stress, weinig of geen aandacht gehad voor de zaken van de NVZ. Dit klinkt als een openbare schuldbekentenis en dat is het ook, want de vereniging en haar doelstellingen gaan me nog steeds zeer ter harte. Ook ben ik graag een teamspeler, maar tot over mijn oren beladen, heb ik te organiseren zaken van de NVZ (zoals de website) als ovenschalen uit mijn handen laten vallen en er op dat moment niet meer naar omgekeken. Met veel liefde hebben de bestuursleden, gecoördineerd door de penningmeester Roland Hangelbroek, alle zaken waar genomen. Op het moment gaat het weer beter met me en heb ik enkele stappen genomen die naar ik hoop een herhaling van bovenstaande si-
Van de redactie Voor u ligt een wederom vernieuwd Bulletin. In onze ambitie de organisatie van de NVZ en daarmee ook het verenigingsorgaan te professionaliseren vonden wij dat het oude Bulletin niet aan de wensen van deze tijd voldeed. Ook onze website, hoewel nog niet helemaal klaar, is inmiddels ‘in de lucht’ (www.zangpedagogen.nl ). Wij zijn erg benieuwd naar uw reactie op dit Bulletin. Als u wilt kunt u deze mailen naar
[email protected] . Alvast bedankt!
1
tuatie zullen voorkomen. Ik ben mijn medebestuursleden Roland, Lieve, Greet en Irma veel dank verschuldigd voor hun niet aflatende energie en hun incasseringsvermogen. Het is tijd dat ik de vereniging in enige bestuurlijke functie ga verlaten. Ik vind het een eer dat ik de fakkel van de oprichters van het
“Genootschap” heb mogen verder dragen. Maar het is nu ook tijd dat ik diezelfde fakkel doorgeef aan een nieuwe voorzitter, die de energie van onze voortreffelijke bestuursleden kan bundelen en de leden van onze vereniging kan enthousiasmeren voor onze zaak.
Verslag van het NVZ-symposium 28 oktober 2006 te Rotterdam door Jacqueline de Klerk Op 28 oktober 2006 vond in Rotterdam het jaarlijkse NVZ-symposium plaats. Het onderwerp was dit keer de interactie tussen docent en student. Het thema: ‘De omweg kan korter zijn’. De sprekers waren Jan van Dixhoorn en Nico Smit. Adem- en Ontspanningstherapie (AOT) “Methode van Dixhoorn” Jan van Dixhoorn studeerde Geneeskunde aan de Medische Faculteit Rotterdam en de Universiteit van Amsterdam (artsexamen in 1977, promoveerde in 1991). Hij raakte tijdens de studie gegrepen door de mogelijkheden van lichaamsbewustwording en zelfregulatie voor de gezondheid en herstel van ziekte. Hij volgde o.m. opleidingen in acupunctuur, Saswitha Yoga, CranioSacraal therapie en Feldenkreis-methode. Volgde in 1974 de
eerste cursus die de zangpedagoog Bram Balfoort gaf over zijn methode van ademtherapie. Er ontstond een intensieve samenwerking. Zij schreven samen het boek ‘Ademen wij vanzelf?’. Sinds 1979 leidt hij een praktijk voor ademtherapie. Hij ontwikkelde een eigen methodiek voor adem- en ontspanningsinstructie. In 1998 schreef hij het boek: Ontspanningsinstructie: principes en oefeningen (Elsevier/Bunge, Maarsen). Zie de boekbespreking van Roland Hangelbroek. Van Dixhoorn heeft een 3-jarige opleiding
verslag NVZ-symposium
‘Adem- en ontspanningsinstructie opgezet. Kern van de door hem aangeboden methodiek is, dat de therapeut/docent onderscheid maakt tussen zijn instructies en de reacties van de cliënt. Jan van Dixhoorn (JvD) begint zijn lezing met uitleggen hoe de bestaande ontspanningsmethodes opgebouwd zijn: • ze gebruiken veelal 1 hoofdelement, b.v. houding, of adem of spierspanning; • ze hebben een theorie die een bepaald effect van de instructie verwacht: het lineaire model; • ze hebben een bepaald protocol; • de reden om de methode te gebruiken is het optreden van dat effect, of die effecten; • ze zijn veelal lineair van opzet en dit is wetenschappelijk min of meer onderbouwd. In de bestaande ontspanningspraktijk wordt • er vaak een combinatie van diverse methodes gebruikt; • vaak in een bepaalde volgorde, b.v. eerst spierontspanning of ademhaling, dan aandacht; • de verwachting van een specifiek effect neemt daardoor af; • evaluatie van effecten en resultaten wordt moeilijker en daardoor minder gedaan. Kenmerken van een lineair model JvD gaat verder met de bespreking van de verschillende modellen. Er is een vaste relatie tussen een specifieke interventie (oefening, instructie) en een specifiek effect. De gekozen aanpak wordt gebruikt na een voorafgaande probleemanalyse en diagnose, waarbij andere oorzaken worden uitgesloten. Deze interventie is doelgericht en wordt geëvalueerd op van tevoren vastgestelde effecten. Voordelen van het lineaire model: • je kunt een stellige uitspraak doen over oorzaak en gevolg; • je kunt positieve verwachtingen creëren (placebo-effect); • je reduceert het probleem tot hanteerbare proporties; • je kunt de interventie voortzetten totdat er effect optreedt. De nadelen van het lineaire model: • je moet zeker zijn van de diagnose; • het verwachte effect treedt niet altijd op, in dat geval heb je geen andere opties; • het verminderen van het probleem was
niet terecht en je miskent de kern van het probleem, of de achtergrond ervan; • je zet de interventie veel te lang en zinloos voort.
Voordelen proces model: • je kunt beginnen zonder zekerheid over de diagnose; • je appelleert aan de neutrale zelfwaarneming en zelfwerkzaamheid van de cliënt/ leerling; • je hebt oog voor de (eventuele) complexiteit van het probleem, terwijl je zoekt naar een werkzaam middel; • je stopt de interventie tijdig. Nadelen proces model: • je mist de stelligheid en het placebo-effect, zolang je geen specifieke relatie vindt; • je leeft met onzekerheid; niet iedereen (zowel cliënt/leerling als therapeut/docent) is daartoe bereid; • je stopt misschien te vroeg; • je hebt veel, en verschillende tactieken nodig; • het vraagt veel deskundigheid van de therapeut/docent.
Als je het lineaire model gebruikt in de methode van ontspanning is de bewezen ondersteuning in geval van ontspanningsmethodes beperkt. De prikkel van de interventie is relatief klein en de openheid van het systeem (de cliënt/leerling) is dominant. (Indien er geen of weinig openheid van het systeem is, zal er geen of weinig effect zijn. jdk) De respons hangt van het systeem af. Het proces model Bij het proces model bepaalt de toestand van het systeem en de interne zelfregulatie1 wat de respons is. De realiteit van ontspanningsinstructie is namelijk zo dat er bijna geen directe lijn is, bij instructie a kan respons a, b of c optreden. Bij het proces model wordt dan ook de instructie en respons uit elkaar getrokken. Bij instructie a, b of c is de respons een vraagteken. Gebruik veel elementen(soorten) van instructie. Laat de uitkomst open. En observeer de cliënt/leerling en vraag naar de respons. Onderscheid dan ook de respons naar functioneel of niet functioneel.
Conclusie • Het procesmodel sluit meer aan bij de bestaande praktijk van ontspanning. Het breidt het repertoire van tactieken uit en kan de noodzakelijke theorie bieden. • Het impliceert geen vast protocol, maar vraagt herhaalde en tijdige evaluatie plus interpretatie van de gevolgen: Is er een ingang? Welke processen vinden plaats? Wat is het effect? Wat zijn de randvoorwaarden? Zijn er beperkende voorwaarden? • Bij het procesmodel houd je de uitkomst van een instructie open, je observeert de gevolgen en zoekt naar een specifieke relatie tussen interventie en probleem voor het specifieke individu. • Je kunt snel beginnen, als je maar stopt waarneer er geen ingang te vinden is, of de beperkende factoren duidelijk zijn.
Werkwijze: • je kiest een globaal doel, laat de relatie met de interventie open en observeert de effecten; • je vraagt bereidheid van de cliënt/leerling om diverse tactieken te proberen. Om sámen te zoeken of en welk effect optreedt; • je evalueert elke keer en past de interventie aan, aan het proces dat optreedt; • je maakt duidelijk aan de cliënt/leerling dat de klachten kunnen samenhangen met spanning of een gespannen ademhaling; in een aantal sessies (max. 4) krijgen we duidelijkheid hierover. Er wordt gezocht naar een ingang voor een voor de cliënt/leerling zinvolle verandering. Vinden we geen ingang, dan is daar een reden voor. Met die reden kan mogelijk ook wat gedaan worden, het levert in ieder geval inzicht/informatie op. Als er een ingang gevonden wordt zijn er ten hoogste nog 4 sessies nodig om de cliënt/leerling alle ‘gereedschappen’ te geven.
Samengevat De methode van Dixhoorn gaat uit van een ‘procesmodel’ waarin verschillende elementen van instructie en handgrepen worden gebruikt. Er worden verschillende processen bij de deelnemers onderscheiden. Ook in het muziekonderwijs wordt nog veel gewerkt met het ‘lineaire’ lesgeven. Dat wil zeggen, als ik oefening a doe, verwacht ik dat er gevolg b gebeurt. Er is een vastgesteld vervolg op oefening a, nl. b. Bij de proces methode is dat niet vastgesteld.
2
verslag NVZ-symposium
Dat wil zeggen; als ik oefening a doe, laat ik open wat er gebeurt, en door middel van vragen aan de leerling en de leerling te observeren kan ik concluderen wat het gevolg is. Dat kan gevolg b zijn, maar ook c, d, e. Na de lezing van Jan van Dixhoorn was er gelegenheid voor workshops over de instructie methode van Dixhoorn. Dat de gevolgen per persoon verschillend kunnen zijn bleek in de oefengroepjes die gevormd werden zodat er adem- en ontspanningsoefeningen gedaan konden worden. Er waren drie docenten in opleiding van de docentenopleiding van de Methode van Dixhoorn die de 3 groepen leidden. Zowel voor als na de lunch werd met dezelfde docent gewerkt. (Op zich werd dat als jammer ervaren, omdat er ook behoefte was om te kunnen wisselen van docent.) Er werden een aantal instructies (oefeningen) gedaan zoals: Stand, armen zwaaien en Stand, gewicht verschuiven. In groepjes werd daarna de ervaringen besproken. Voor de ene persoon was het effect: ik voel me meer energiek, bij de andere was het effect meer stilte in het hoofd, en weer iemand anders voelde een stemmingwisseling. Ook bij een oefening zoals Tijd, ruimte, lucht genoeg waren er verschillen, variërend van; ‘ik zak helemaal weg, ben slaperig’ tot ‘de negatieve formulering werkte door, ik vond het niet prettig’, ‘of iemand was ‘in de war gebracht’ bij de formulering ‘de adem komt vanzelf’ en was toen de aandacht even kwijt. Ook bij het kiezen van de voorkeur van de formuleringen; de ene persoon koos voor: ruimte genoeg, en de andere juist voor tijd genoeg. De workshops, de oefeningen en de tijd werden zeer gewaardeerd. De lezing van Nico Smit sloot heel goed aan bij de lezing van Jan van Dixhoorn Lezing Nico Smit Nico Smit studeerde schoolmuziek aan het Koninklijk Conservatorium. Hij werkte als muziekdocent aan de Pabo en als vakdocent muziek in het basis- en voorgezet onderwijs. In 1977 werd hij in Den Haag aangesteld als vakdocent muziek, en kort daarna als coördinator van die afdeling. In 1995 werd hij hoofd van alle docentopleidingen, en betrokken bij het management. Hij initieerde nieuwe opleidingen en studierichtingen. Als schoolmusicus is hij bekend van vele publicaties, waaronder een complete methode voor muziek in het ba-
3
sisonderwijs en een 3-tal liederenbundels. Nico Smit begint zijn lezing met de stelling: er is, of er zou moeten zijn, weinig verschil in de pedagogie van muziekvakonderwijs, privépraktijk of muziekschool. De raakvlakken: • de muziekvakopleiding leidt naar de praktijk; • het meester-gezel onderwijs model is dominant (zie het lineaire proces bij Van Dixhoorn); • de veranderende maatschappij vraagt veranderingen aan al het muziekonderwijs. Meester-gezel model De kracht: • deskundigheid en inspiratie; • vertrouwensrelatie; • intuïtie en ‘tacit knowledge’. De zwakte: • grote docentafhankelijkheid; • eenzijdigheid (eigen witte vlekken); • epigonisme (precies navolgen van de docent); • eigen spel docent belangrijker legitimatie dan de pedagogische kwaliteiten. Een van Nico’s bronnen is de website van het KC, met een stuk van Gerda van Zelm: Coachend lesgeven en samenwerkend leren. Met als winst: overleg met elkaar. (http://lectoraat.koncon.nl/lectoratie3gerda.php) Nico Smit noemt ook de uitval van leerlingen, vanaf 15 jaar, bij het muziek onderwijs. Deze leerlingen stoppen niet met muziek maken, maar zoeken een andere vorm. De technologie helpt hen verder, via de computer muziek maken. 2 Om deze leerlingen te behouden zullen er wijzigingen moeten komen in de manier van lesgeven. Hij zet uiteen dat van de muziekdocent, naast het vanzelfsprekende ambachtelijke en artistieke vakmanschap tevens zal worden gevraagd dat • hij/zij beschikt over een brede kennis van stijlen en genres; • hij/zij kennis heeft van andere kunstdisciplines en interdisciplinaire producties mede vorm kan geven; • dat hij/zij om kan gaan met relevante nieuwe technologie; • dat hij/zij zich kan oriënteren op muziek uit andere culturen; • dat hij/zij de deuren van de eigen lesprak-
tijk opent en zichzelf als musicus/muziekdocent een actieve rol toeeigent in de directe omgeving (regionale producties, bejaardencentra, scholen, ziekenhuizen e.d.); • samenwerkt met anderen, experimenteert en naar buiten treedt. De rollen van een docent: • vakinhoudelijk expert; • inspirator • organisator • begeleider van leerprocessen o het lesgeven is niet sturend maar begeleidend. Je laat echter de leerling niet alleen. Je bent uiteraard wel de expert en dus uitstekend in staat om de leerprocessen te begeleiden. Op het conservatorium van Den Haag zijn er onderzoeken gedaan naar lesmethodes. Door middel van video werd de les opgenomen. Uitkomsten waren: • studenten moeten in staat zijn om eigen leervragen te stellen; • zelfreflectie, studenten in staat stellen om eigen haalbare doelen stellen, en zelf te evaleren (wat heb ik geleerd, hoe ga ik dit thuis studeren, waarom lukt mij dit niet, wat kan ik er zelf aan doen, enz). De leerlingen niet vissen geven, maar leerlingen léren vissen. Kortom: de methode leren vinden in plaats van een trucje aangeven. Een les zou afgesloten moeten worden met een korte evaluatie: • wat heb je gedaan? • hoe kun je daar thuis mee omgaan? En bij de volgende les: • hoe heb je het thuis gedaan? Nico noemt verder dat er in het muziekonderwijs te weinig aandacht is voor het artistieke en het creatieve. Het ambachtelijke staat centraal, “hetgeen leidt tot een gedeeltelijke amputatie van een zeer belangrijke kern van de kunst: het scheppen, zelf maken, verzinnen, componeren en improviseren.” Dit levert meer instrumentalisten op dan kunstenaars. Het KC heeft een onderwijsprogramma ontwikkeld voor kleuters (PIPO) waarin de ‘fun’ essentieel is. Ze zijn daarin bezig met creëren, improviseren en componeren door middel van fun. ‘The element of play’ nodigt uit tot kunst maken.
verslag NVZ-symposium
Aanbevelingen: • bewust worden van de veranderende samenleving; • bewust worden van de verschillende rollen; • bewust aansturen op zelfreflectie; • meer aandacht voor de kunst van het maken; • de leskamer uit, de straat op; • ‘fun’ is fundamenteel; • daag leerlingen uit om met eigen oplossingen te komen.
(Opgetrokken schouders, buikspieren continue aangespannen, billen samengeknepen etc.). En zeker, het kost tijd om dit soort oefeningen te doen, maar aan de andere kant denk ik dat het ook veel oplevert. Leerlingen leren meer te vertrouwen op wat ze voelen in plaats van dat ze continue bevestiging van hun docent nodig hebben. De studie thuis gaat daardoor ook beter, want ze hebben duidelijker handvatten en correctie criteria. De snelheid van progressie ligt daardoor ook bij de verantwoordelijkheid van de leerling.
Verder heeft Nico een lijst met aanbevolen literatuur bijgevoegd. Deze zal bij navraag bij de NVZ te verkrijgen zijn. Verder zijn op de site van het Koninklijk Conservatorium www. lectoraat.koncon.nl/index nog verschillende artikelen over dit onderwerp te lezen.
Daarna werd er ook gevraagd naar de 3-jarige opleiding van Van Dixhoorn. Er is in januari 2007op de Hoge School in Utrecht een opleiding gestart, specifiek voor zangpedagogen en logopedisten. Er zijn verder nog andere mogelijkheden om de opleiding te starten, voor informatie: www.methodevandixhoorn.com.
Vragen en discussie Bij de discussie aan het einde van de dag kwamen er verschillende vragen naar voren. Onder andere dat alles wel heel veel tijd kost, en dat je vaak maar een half uur hebt. En de leerlingen willen veel én snel. De reactie is dat je leerlingen ook daarin moet begeleiden. Als je wat met plezier wilt leren kost het tijd en aandacht. Ook het gebruik van de adem- en ontspanningsmethode in de lessen roept vragen op; met name dat het weer tijd kost, tijd die je dus niet kunt zingen. De reactie is dat het de leerling oefent in zelfreflectie, maar ook dat het de leerling fysiek en mentaal klaar zet voor de les (overigens benadrukte Margreet Honig al in het symposium van afgelopen jaar het belang van, onder andere, lijf-oefeningen). Er werd mijzelf ook een reactie gevraagd omdat ik, als afgestudeerd zanger, de AOTopleiding inmiddels heb afgerond en dat ik de methodiek bij elke zangles gebruik in mijn praktijk. Mijn ervaring is dat de aot-methodiek veel toevoegt voor de leerling. Het ‘ruimt als het ware eerst het hoofd op en zet het lijf klaar voor zingen.’ Mijn lessen duren 45 minuten, en elke les doe ik 1 of 2 aot-oefeningen. Soms pas ik een tweede oefening aan zodat de leerling ook met klank geven bezig is, maar eigenlijk hoeft dat niet perse. Mijn ervaring is dat de leerling meer bij zijn/haar lijf betrokken is, meer voelt hoe en wat er precies gebeurt bij het zingen. Wat m.i. zeer belangrijk is voor het leerproces. Verder heeft het lijf de spanningen van de dag, meer losgelaten zodat de eventuele blokkades door spierspanningen minder zijn.
(Footnotes) 1 Interne zelfregulatie – Een term om aan te geven dat een organisme in staat is om invloeden die de levensfuncties belemmeren, binnen bepaalde grenzen te compenseren. 2 In het Unisono rapport staat de uitkomst van een onderzoek hoeveel Nederlanders zich bezig houden met kunst. Er zijn 2 miljoen mensen bezig met muziekbeoefening.
Jan van Dixhoorn moedigde verder de mensen aan om in groepjes de aot-oefeningen uit te voeren die te downloaden zijn via zijn site. Dit werd met verbazing en enthousiasme ontvangen. Verbazing omdat er toch verwacht wordt dat je de boeken moet kopen voordat je toegang krijgt tot oefeningen. Met een compliment voor Jan van Dixhoorn. Uiteraard is ook zijn boek gewoon te koop, de (uitstekende) boekbespreking (auteur Roland Hangelbroek) stond in het vorige bulletin. Tenslotte Het was een bijzondere dag, met zeer interessante lezingen en workshops. Hulde aan de bestuursleden dat ze deze mensen hebben uitgenodigd, en dat ze als bestuur openstaan voor verandering. Zoals Nico Smit al zei: de plaats van kunst en de kunstenaar in onze samenleving is aan het veranderen, dit heeft gevolgen voor ál het muziekonderwijs. Van de docenten zal meer gevraagd worden, en ook in een andere rol. Niet meer de rol van meester-gezel, maar als ‘reisbegeleider’. Mochten er naar aanleiding van het verslag vragen zijn wil ik die graag beantwoorden. Ook als er vragen zijn over het ervaren van de opleiding/inpassen van de aot-methodiek in de zangpraktijk.
[email protected]
4
Vertrek Ruth Carasso uit bestuur door Greet Woltjes
Ruth Carasso heeft onlangs afscheid genomen van het bestuur, nadat zij al eerder haar taak als redactielid had neergelegd. De overige bestuursleden begrijpen en respecteren deze beslissing, maar ervaren het vertrek van Ruth wel als een gemis. Ruth, hoe kwam het dat je plaatsnam in de redactie? “Ik werd gevraagd door het toenmalige bestuur. Ik kwam te laat op een jaarvergadering, ik denk in Zwolle, op 5 juni 1999 en het voltallige bestuur was aanwezig. Ik stapte naar binnen en de voorzitter Anne Haenen, zei: “Goh Ruth, dat is echt iets voor jou.” Ik vroeg: “Wat?” “Nou,” zei Anne, “de redactie!” Tijdens deze bijeenkomst vertelde Maria AlfortRehorst, wier taak ik over zou gaan nemen, wat dit inhield. “Nou, het was niet moeilijk, dus dat kon ik wel en dus stemde ik er mee in”. In die tijd bestond de redactie uit Maria Alfort, gesteund door haar schoondochter die de lay-out deed. Zij was gedurende tien jaar verantwoordelijk voor de uitgave van het Bulletin. Eugenie Ditewig en Kay Jensma waren de lezers en de eindredactie deed Frans Huijts. In 2000 werd ik officieel redactielid en stelde ik het Bulletin samen, hetgeen ik erg leuk vond om te doen. Gelukkig kwam Paul Keizer onze redactie in 2000 versterken. We woonden dicht bij elkaar en als er vragen waren, op welk gebied dan ook van de computer, was hij altijd bereid te helpen. Met zijn komst werd de ledenadministratie, die toen werd gerund door José Jonkers, gedigitaliseerd.” Wat veranderde er door het aanbreken van het computertijdperk bij de vereniging? “Daar hielp Paul bijna altijd mee aangezien ik gewoon geen belangstelling voor de computer had. Voorheen printte ik alles gewoon uit, ik legde het op volgorde en ging ermee naar een plaatselijke drukker. Hij kopieerde de hele zaak en dat was het Bulletin. De leden waren tevreden, er stond voor elk wat wils in en ik kreeg regelmatig te horen dat men het prima vond. Er werd in deze tijd een enquête gehouden, waarin alle leden konden aangeven wat ze graag in het Bulletin zouden willen lezen. Volgens mij wordt daar nog steeds af en toe naar gekeken. Gaandeweg wilde het bestuur dat ik ook bij
5
voel voor zorgzaamheid bezit. Haar ‘finishing touch’ kwam bij iedere bijeenkomst weer duidelijk naar voren. Ruth, die altijd aan alle dingen op de achtergrond dacht. We gaan je zeker missen Ruth, heel erg bedankt voor je jarenlange inzet en al je werk, binnen de redactie en binnen het bestuur.
de vergaderingen van het bestuur aanschoof. Later werd dit geleidelijk aan een bestuursfunctie.” Wat was de reden waarom jij wilde stoppen met het maken van het Bulletin? “Ik was heel actief in het uitvoerende wereldje, samen met mijn vaste begeleider Janny Lobbezoo. Tijdens een concert voelde ik mij in de pauze niet zo goed. Om een lang verhaal kort te houden, ik had, bleek later, hartklachten en wilde het daarom rustiger aan gaan doen. Dat is gebeurd en met frisse tegenzin stapte ik in 2004 uit de redactie.In 2005 ging ik ook uit het bestuur, getooid met een mooie bos bloemen, maar… met een klein voetje tussen de deur! Ik werd gevraagd om als adviseur van het bestuur nog even te blijven en zo op de achtergrond mee te draaien. Uiteindelijk heb ik in januari 2007 ook daarvan afstand genomen, ik vond dat het genoeg was geweest. Ondertussen gaat het weer heel goed met mij!” Het bestuur heeft afscheid genomen van een zeer gewaardeerde vrouw, die een groot ge-
De Ank Reinders Prijs door Ruth Carasso
De NVZ had vorig jaar een oproep gedaan voor kandidaten die Nederland wilden vertegenwoordigen in Wenen op het Eurovox Congres in augustus 2006, om daar liederen te zingen uit de Eerste en Tweede Weense School. Er had zich één kandidaat gemeld (tot verbazing van het bestuur en – waarschijnlijk –teleurstelling van Ank Reinders). Ank had namelijk haar naam verbonden aan de prijs, die uitgereikt zou worden aan de winnende kandidaat: een verzorgde reis naar Wenen en deelname aan het Congres. Simone Riksman was de gelukkige. En dat noem ik echt zo, want ik vond haar prachtig zingen op de dag dat de Ank Reinders Prijs werd uitgereikt. Aanvankelijk zou dit in de Beurs van Berlage plaatsvinden, maar vanwege het kleine aantal inschrijvingen werd het verplaatst naar mijn huisadres, Leliegracht 23, Amsterdam, op loopafstand van de Beurs. Uiteindelijk waren we toch met circa 30 mensen. Het was een heel bijzondere dag, met allemaal gasten van Ank die echt wisten waar ze voor kwamen. Een hartelijke, warme reünie van liefhebbers van de Eerste en Tweede Weense school. Tan Crone hield hierover een prachtige inleiding: het ‘pièce de résistance’ van de dag. Simone Riksman vertolkte de liederen van Mozart, Schonberg en Alban Berg met overtuigingskracht. Ik vond het een groot voorrecht deze gebeurtenis onder mijn dak te mogen laten plaatsvinden. Hieronder volgt een geredigeerde versie van het verslag van Simone Riksman. Als winnares van de Ank Reinders-prijs mocht zij dus deelnemen aan het Congres Eurovox in Wenen afgelopen zomer.
Wenen Congres Eurovox 2006 door Simone Riksman
Eenmaal terug in Nederland en weer volop bezig met het nieuwe studiejaar, is het tijd om de belevenissen in Wenen tijdens het Congres Eurovox eens op een rijtje te zetten. Voor u waarschijnlijk ook leuk om te lezen hoe het daar allemaal is verlopen. Een dag voor het Congres van start gaat komen alle studenten uit de verschillende landen bij elkaar. We krijgen een korte rondleiding. En presentjes van de stad Wenen die zijn overgebleven van het in Wenen zeer uitgebreid gevierde Mozartjaar… We krijgen ook alvast een repetitie met een pianist voor het concert. Dit concert is twee dagen later gepland, waarbij iedereen muziek zingt van een componist uit zijn eigen land. Ik zal daar ‘Clair de lune’ van Alphons Diepenbrock zingen. Die eerste dag werk ik met Herr Hojer, een zeer bekwame en uiterst grappige pianist, die velen ook later in de week heeft doen smullen van zowel zijn pianistische als komische kwaliteiten. Op donderdag wordt dan het Congres Eurovox geopend. Dat is ook de dag dat ik de andere Nederlandse ‘vertegenwoordigers’ heb kunnen begroeten. Met name natuurlijk mevrouw Ank Reinders, mijn lerares Margreet Honig, Maria Rondèl en de penningmeester van onze vereniging, Roland Hangelbroek. Na wat toespraken worden de studenten aan de ongeveer 190 zangleraren voorgesteld.
Vervolgens wordt iedereen in zijn eigen taal een geweldig en inspirerend congres toegewenst. ‘s Avond zijn we voor een lopend buffet uitgenodigd in het Rathaus. Een cocktailparty in hartje Wenen, wie zou dat geloven? Geweldig om er eens binnen te mogen zijn na een paar jaar geleden een keer op het binnenplein van het Rathaus Mahler 4 gezongen te hebben. Het voelt heerlijk hier weer terug te zijn. Het is en blijft toch een geweldige muziekstad.
dan het concert door de studenten. Op internet staan foto’s van dit concert en van andere momenten van het Congres (www.evtaonline.org/eurovox2006). Op zaterdag is Herr Piernay inmiddels aangekomen uit Londen, en gezien het feit dat iedere student twee maal les heeft in de drie dagen heb ik vandaag vrij. Dat geeft mij de mogelijkheid deze man toch nog te zien werken, al was het dan jammer genoeg niet met mijzelf…
Door alle toestanden in Londen in diezelfde dagen kon Herr Piernay, bij wie ik de volgende dag - tevens de eerste werkdag van het congres - was ingedeeld voor de masterclass, helaas niet aanwezig zijn. Hij werd vervangen door Herr Lukostovsky, die in Wenen aan de Universität für Musik und Darstellende Kunst lesgeeft. Een les van 20 minuten, maar toch krachtig genoeg om enkele interessante dingen aan te stippen. De rest van de dag gaat op aan het luisteren naar de andere masterclasses en het zelf zingen en studeren. ’s Avonds is
Het is erg interessant met eigen ogen te zien hoe Herr Piernay lesgeeft. Hoe kun je zoiets beschrijven? Als student hoor je veel, je orienteert je zoveel mogelijk, leest de c.v.’s van anderen, komt andermans studenten tegen, maar wanneer heb je de kans om deze leraren ook ‘in het echt’ te ontmoeten? Daar heeft dit congres mij toe in staat gesteld, wat uiterst leerzaam was. Ik heb mij de rest van de zaterdag laten rondleiden door een zanger die zich jaren geleden
6
in Wenen heeft gevestigd. Aan het eind van de middag nog even met Margreet gewerkt. Ik zou de volgende ochtend namelijk voor Frau Kammersängerin, ofwel Christa Ludwig zingen en Margreet heeft mij toen het privilege gegeven nog een halfuurtje met haar te werken. Het was een van de vele bijzondere momenten met Margreet in Wenen die ik niet snel zal vergeten. Het was een erg indrukwekkend stel dagen bij elkaar tot nu toe. De laatste spannende dag moest echter nog komen, dus heb ik mijzelf die avond getrakteerd op een etentje in de naar eigen zeggen ‘beste Italiaan ter wereld 2006’. Wat mij betreft mogen ze deze titel behouden. Het was heerlijk! Het is zondagochtend en enerverend spannend: de masterclass van Frau Ludwig! Ik heb ‘Nacht’ uit de ‘Sieben frühe Lieder’ van Alban Berg voorbereid. Honderdnegentig zangleraren als publiek… Ik heb naar mijn gevoel echter heerlijk gezongen - met de nodige kanttekeningen die men altijd zal hebben - en Frau Ludwig heeft een half uur lang intensief met mij gewerkt. Zo inspirerend! Het was daarbij fantastisch om zo een zangeres meerdere malen uit te horen roepen “so eine wunderschöne Stimme!” Een onvergetelijke les. Na de afsluitende ceremonie is het alweer tijd om naar het vliegveld te gaan. Maan-
7
dagochtend ‘gewoon’ om 10.00 repeteren. Het zijn onvergetelijke dagen geworden, die de vereniging mogelijk heeft gemaakt voor mij. Mijn grote dank hiervoor! Zulke ervaringen zijn leerzaam, inspirerend en vormend. Precies hetgeen waarnaar ik op zoek ben in een zomervakantie en dat is meer dan gelukt. Veel dank nogmaals!
Simone Riksman in Wenen
forum1Pilates Pilatus
Van Maja Schermerhorn kreeg de redactie het volgende bericht binnen:
Tijdens NVZ-workshops viel regelmatig het woord ‘Pilates’. Ik had daar nog nooit van gehoord. Het bleek een soort gymnastiek te zijn, waar iedereen erg enthousiast over was. Dit maakte mij nieuwsgierig. Ik begon met een paar boeken te kopen en las daarvan de inleidingen. Al snel stuitte ik op aanwijzingen over de Pilates-ademhaling: in en uit altijd met ingetrokken buik, dus nooit een lage ademhaling waarbij je afwisselend de buik even loslaat en daarna weer aanspant. Daar had ik het al direct moeilijk mee. Temeer daar beweerd werd dat baby’tjes ook alleen maar hoog ademden. Ik kon er echter wel achter staan dat je de lichamelijke inspanningen met aangespannen (ingetrokken) buikspieren behoort te doen. Ik ging nog een stapje verder en ben inderdaad op Pilates-gymnastiek gegaan. En wel voor 55plussers. De oefeningen zijn behoorlijk zwaar, maar denkelijk nuttig. Toch lig ik nog steeds in de clinch met die ademhaling. Heel graag zou ik in contact willen komen met collega’s, die dit soort lessen ook gevolgd hebben of nog volgen om met hen over een en ander van gedachten te wisselen, via dit bulletin en/of telefonisch. Mijn telefoonnummer is: 0206401513. Dit bracht de redactie op het idee om het Pilates-vraagstuk onderwerp te maken van de discussierubriek Forum. Redactielid Margreet Witsen Elias beschrijft hieronder, behalve de ontstaansgeschiedenis van Pilatesfitness, alvast háár ervaringen met Pilates. Graag zouden we meer reacties ontvangen van leden die ervaring hebben met Pilates en hoe Pilates zich verhoudt tot het zingen. U kunt uw reactie sturen naar
[email protected] .
door Margreet Witsen Elias
Hoewel de mare gaat dat Pilates geweldig is voor zangers, wist geen van de redactieleden precies te vertellen wat deze fitnessmethode inhoudt. Ik had daardoor de indruk dat het om iets nieuws ging. Toen ik in een plaatselijk advertentieblad een aankondiging van een cursus Pilates zag staan heb ik mij onmiddellijk aangemeld, op zoek naar het antwoord op de vraag: wat is Pilates? De grondlegger Joseph Hubertus Pilates werd in 1880 geboren in Duitsland. Als kind leed hij aan astma en acute reuma. Hij legde zich niet bij deze kwalen neer, maar probeerde ze te overwinnen. Hij verdiepte zich zowel in Oosterse als in Westerse bewegingsmethoden. Hij putte ideeën voor zijn fitnessmethoden uit yoga, zen, oude Griekse en Romeinse methoden. Ook de bewegingen van dieren onderzocht hij. Hij verkende verschillende takken van sport en werd een succesvol sportman. In 1912 ging hij naar Engeland om daar een bokscarrière te beginnen. Maar het liep anders. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij door het Britse leger gevangen gezet omdat hij een Duitser was. Tijdens zijn gevangenschap maakte hij zich nuttig als ziekenverpleger en maakte hij medegevangenen vertrouwd met zijn opvattingen over hoe een ideale fysieke conditie kon worden opgebouwd. Voor bedlegerigen ontwierp hij toestellen om ze te helpen revalideren. Waarschijnlijk zei zijn instinct hem dat welke beweging dan ook beter was dan helemaal geen beweging. Beweging zou de bloedsomloop van een patiënt verbeteren en zo het genezingsproces bevorderen. Na de oorlog keerde Pilates terug naar Duitsland, waar hij in Hamburg voor de politie werkte. Indirect werkte hij daarmee voor het Duitse leger. Toen hij dit besefte besloot hij in 1926 naar de Verenigde Staten te gaan. Tijdens de overtocht ontmoette hij zijn vrouw Clara met wie hij in New York een fitnessstudio opende. Het succes liet aanvankelijk op zich wachten. Hun studio bevond zich echter in het gebouw waarin ook het New York City Ballet gehuisvest was. En zo trok Pilates op den duur toch de aandacht van de balletwereld. Zijn fantastische conditie had de balletdansers nieuws-
8
gierig gemaakt. Martha Graham en George Balanchine raakten zeer enthousiast over zijn methode. Sindsdien heeft de Pilatesmethode een vaste plaats in de dansopleiding. De zeven principes van Pilates Principe 1: Bewegen van uit een goede lichaamshouding Een woord dat men veel hoort tijdens een les is: powerhouse (krachtcentrum). Pilates bedacht deze term voor een centrale gordel van kracht, die de spieren van buik, rug, heupen en billen omvat. Vele oefeningen zijn er dan ook opgericht de spieren in dit gebied te versterken, opdat de centrale gordel een krachtige steun is voor de dagelijkse activiteiten. Een goede lichaamshouding wordt dus bevorderd. Principe 2: Elke beweging correct en nauwkeurig vanuit de juiste lichaamshouding uitgevoerd. Beheersing dus. Iedere oefening is zo bedacht dat meerdere spiergroepen op efficiënte wijze worden getraind. Eindeloze herhalingen zijn uit den boze. Want: oefeningen die met aandacht worden uitgevoerd hebben veel meer effect dan die waarbij automatisme optreedt. Principe 3: Stabiliteit betekent een sterke en strakke romp Een juiste training van de romp is verantwoordelijk voor de stabiliteit waarmee bewegingen effectief kunnen worden uitgevoerd. Er zijn mobiliserende spieren (zoals biceps, hamstrings) die ervoor zorgen dat lichaamsdelen bewogen kunnen worden, en stabiliserende spieren, die het lichaam dus steunen. Bij functioneel bewegen zouden eerst de stabiliserende spieren zich moeten aanspannen om vervolgens de mobiliserende spieren aan te spannen. Principe 4: Concentratie Samenwerking van geest en lichaam bij het functioneren van het hele lichaam tijdens iedere oefening. Sterke concentratie op de ademhaling en het vloeiend bewegen tijdens de oefeningen is beslist noodzakelijk. Afleidende gedachten mogen niet worden toegelaten. Dit maakt dat men zich bijzonder goed gaat voelen. Principe 5: Vloeiende bewegingen Zoals hierboven al is genoemd dienen de bewegingen vloeiend, sierlijk te zijn. Beweeg
forum 1 pilatus
binnen de bouw en de samenstelling van je lichaam tot het punt dat men niet verder strekken kan. Niet forceren. Door het voorkomen van abrupte bewegingen leert men beheersing van de spieren. Principe 6: Bewuste ademhaling Adem bewust, diep, geconcentreerd en met overgave. Goed ademhalen verhoogt het energieniveau. Diep ademhalen zorgt er mede voor dat we afvalstoffen kwijt raken. Een goede ademhaling stelt je in verbinding met je lijf en leden en verbetert de bloedsomloop. Het zich bewust worden van een goede ademhaling richt je geest op dat punt waar je je op wilt concentreren. Het bewust gebruiken van de ademhaling geeft de spieren de nodige rust en voorkomt spanning. Een diepe ademhaling kalmeert. Principe 7: Nooit overdrijven in de uitvoering van de oefeningen: streef naar perfectie Het is niet noodzakelijk een oefening eindeloos te herhalen. Minimaal vijf en maximaal tien herhalingen zijn voldoende. Buik plat Wat ik vreemd vind is dat de ‘adem’ zo onderaan het lijstje staat. Voor (klassieke) zangers is de Pilates-ademhaling ongewoon omdat het daarbij om een flanken/rug ademhaling gaat waarbij de buik plat gehouden moet worden. Dit is om de romp te stabiliseren en zo de rug te beschermen bij het doen van de oefeningen. Mijn eigen ervaring is dat dit inderdaad voor een grote steun in het lichaam zorgt en dat men dit ook in het dagelijks leven goed kan toepassen (trap op en af lopen, wachten bij de kassa etc.). Ik denk dat mensen die werken in shows, musicals veel baat zullen hebben bij de ideeën van Pilates. De oefeningen zijn niet makkelijk en dienen zorgvuldig te worden opgebouwd. Ik heb les van een zeer ervaren fysiotherapeut die alle cursisten uitstekend volgt in hun bewegingen en hen ook corrigeert indien nodig. Toepasbaar bij het zingen? Kan ik Pilates toepassen als ik aan het zingen ben? Ja en nee! Zeker kan ik het toepassen bij de voorbereiding van het zingen door de stand van mijn rug te corrigeren en daarbij de spieren rond de schouders in te schakelen, waardoor het borstbeen naar voren komt. Ik heb de neiging met een enigszins holle rug te staan. Voor Pilates is een holle rug beslist uit
9
den boze, want dit betekent overbelasting. Mijn lerares bezigt de uitdrukking: punten van je schouderbladen in de achterzakken van je spijkerbroek stoppen! Door de buik iets in te trekken zorgen de spieren daarin voor ondersteuning van de rug, waardoor ademing door middel van de flanken noodzakelijk wordt. (Bij zware oefeningen is deze ademing zeer heftig – vandaar het heerlijke ‘frisse’ gevoel na een oefensessie.) Heb ik mijn houding eenmaal gecorrigeerd, dan moet ik Pilates loslaten. Wel heb ik ontdekt gisteravond - toen ik weer voor mijn koor stond – dat de Pilateshouding een geweldige ‘steun’ geeft bij het dirigeren. Het lange staan is veel minder vermoeiend en de houding geeft een enorme ‘kick’!! Betere houding Ik volg de Pilateslessen pas enkele weken, dus mijn ervaring in de toepasbaarheid is nog beperkt. Na elke les stap ik echter verkwikt - wel wat moe -, en zeer voldaan, weer naar buiten. Ik voel dat ik een betere houding heb. En……: ik ben beslist ook langer geworden! Literatuur: Debbie Jenner: de Ground Control methode, gebaseerd op de principes van Pilates, uitg. Het Spectrum. De schrijfster heeft ook een site: www.debbie-jenner.nl Karon Karter: Eenvoudige oefeningen voor een gezond lichaam, Uitg. Librero
boekbespreking
door Grietje Oudenampsen
De adem – bron van ontspanning en vitaliteit
“Ook het goede kan men overdrijven zodat het ophoudt goed te zijn.” Die gedachte - een oud gezegde - is bij mij achtergebleven na serieuze bestudering van het boek De adem - bron van ontspanning en vitaliteit door Regine Herbig. Het boek telt 156 bladzijden, 85 getekende oefeningen met beschrijving, een aantal oefeningen zonder tekening en verder tekst. In de korte ‘vrijwaring’ die Regine Herbig geeft, staat dat haar boek is bedoeld voor de “lichamelijk en geestelijk gezonde lezer”. Zij noemt haar boek “een handleiding om je energie in balans te brengen.” Het moet mij (die naast het actieve zingen al ruim 40 jaar een logopedie- en zanglespraktijk heeft en daarbij ruim 150 boeken over ‘het vak’ in bezit en gelezen heeft) van het hart dat het wel een heel uitvoerige handleiding is geworden. En daardoor ook vermoeiend en omslachtig, vooral voor zangers en hun docenten. Regine Herbig refereert regelmatig aan een van haar docenten, Ilse Middendorf, die in 1982 het boek De ervaarbare adem schreef (dat ik overigens prettiger ingedeeld en makkelijker leesbaar vind dan De adem – bron van ontspanning en vitaliteit. Aangezien er qua tekst, gedachten en tekeningen veel overeenkomsten zijn neem ik aan dat dit boek de basis is geweest voor het boek van Regine Herbig. Helaas zijn ook de fouten overgenomen... Bezwaren die ik tegen De adem – bron van ontspanning heb zijn onder meer: 1. Het begrip ‘wakker worden’ of ‘wakker maken’ van bijvoorbeeld de adembeweging of van “de voorkant van je bovenste ruimte”. Het woord ‘erwecken’ vind ik een beter begrip (middenrif) en zou hier misschien beter vertaald kunnen worden door ‘oproepen’. 2. Op blz.39 staat een oefening waarbij staat: Als je je naar de aarde buigt laat je de inademing binnenstromen. Op blz.60 staat: laat met de uitademing je hoofd door zijn eigen gewicht voorover zakken. Bewust deze tegenstrijdigheid? Er kan er maar één goed zijn. 3. Het middenrif is niet alleen een spier. Het heeft, gelukkig, ook een peesgedeelte waar o.a. de aorta en de slokdarm doorheen lopen. 4. Op veel plaatsen staan oefeningen waarbij ik heb aangetekend: “zweverig” of “ver gezocht”. 5. Op blz.52 “de hartbloem”: wat wilt u daarmee?
De adem – bron van ontspanning en vitaliteit , geschreven door Regine Herbig, Uitgeverij de Toorts, 2003, € 23,00
6. Op blz.54: “slechts weinig mensen voelen hun sleutelbenen (liever beenderen!- GO), schouderbladen of oksels. Gelukkig maar, denk ik dan. We hebben een lichaam of we hebben géén lichaam. Het is beter je lichaam niet te voelen (het boek is toch voor de gezonde lezer?). 7. Bij meerdere oefeningen wordt de adem, zeker voor een zanger (en dus eigenlijk voor iedereen) verkeerd gebruikt (o.a. blz.109,110,112,123). Vergelijk dit eens met de oefeningen van Svend Smith. 8. ‘Inhalare la voce’ : voor mij betekent dit niet een zuigende, inademende naar binnen gerichte klank maar het bij de uitademing de klank actief ‘pakken’ achter de boventanden zodat er een duidelijke inzet komt waarbij de eerste letter van een woord ook altijd verstaanbaar is (dit systeem werkt ook heel goed voor blazers.) En de ‘gepakte’ klank kaatst meteen naar buiten. Tegelijk in- en uitademen lijkt me niet zo’n goed idee voor een goede ademhaling. Eindconclusie Voor een gezonde zanger(es) vind ik dit boek te veel gepruts en gepriegel op de millimeter. Wie veel doet met new-age wil misschien de tijd nemen om eens een middag in een duinpan of in een weiland te liggen en zich al starende naar de hemel op zijn adem te concentreren. Voor de anderen zeg ik: ga maar op de bank of op bed liggen, of op de grond. Dat werkt prima. Dit overvolle boek vraagt veel van de lezer. Het is meer een therapieboek voor adempatiënten: het zal dan ook onder goede leiding moeten worden geoefend. Aanraders Voor wie toch een boek over adem wil lezen,
is er een aantal (zeer) goede boeken beschikbaar: 1. Atem und Stimme. Anleitung zum guten Sprechen door Horst Coblenzer en Franz Muhar, Österreichischer Bundesverlag Wien 2. Wunder des Atmens. Ein kleines Atem- Lehrbuch für Gesunde und Krankedoor Heinrich Egenolf, Paracelsus Verlag Stuttgart 3. Ademhalen - bron van energie door Carola H.Speads, Meulenhoff Amsterdam 4. Pa Tuan Chin door Herbert Maier, Heilgymnastische und meditative Bewegungsund Atemübungen, Universität Oldenburg 5. Wind and Voice door Thomas Wilson, Minim Books 6. Funktionelle Atemtherapie/Schulung door Dr. med. Julius Parow, Thieme Verlag Stuttgart 7. Atemfibel door Julius Parow (zie 6), Paracelsus Verlag Stuttgart 8. Flankademhaling door Leonardo del Ferro, Teleboek BV Amsterdam 9. Atem, Sprache und Gesang door Aribert Stampa, Bärenreiter Kassel Discussie Voor in de verhouding adem/spreek-zangstem geïnteresseerde docenten of zangers (maximaal 5 personen per keer) ben ik graag beschikbaar voor discussie. Grietje Oudenampsen Oudwijk 3 3581 TE Utrecht 030-2511769
10
zingen in vast dienstverband 3
Het Groot Omroepkoor door Joep Bröcheler
Voor mij geldt ‘zingen in vast dienstverband’ al vijftien jaar en ik vind het een fantastische baan! Gedurende al die tijd heb ik het als een voorrecht ervaren deel te mogen uitmaken van het grootste professionele koor van Nederland (en een van de grootste in Europa). In het Groot Omroepkoor word je geconfronteerd met een steeds variërend repertoire: van de 17e eeuw tot hedendaags, werken die je zeer aanspreken en werken die je totaal niets zeggen, maar waarvan je op basis van een gezonde professionaliteit toch iets moois probeert te maken. Diezelfde professionaliteit die je voortdurend dwingt na te denken over zaken als intonatie binnen de stemgroep (een fascinerend gegeven!), stijl en klinkerkleuring. Maar ook: hoe staat het met mijn vocale conditie en hoe kan ik het beste mijn krachten doseren in een groot muzikaal werk? Denk aan de Negende van Beethoven, de Tweede of de Achtste van Mahler, Ein Deutsches Requiem van Brahms of het onlangs uitgevoerde ‘Moses’ van Max Bruch. Want het is vooral het opera- en groot symfonisch repertoire uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw waaraan het GOK internationaal haar grote reputatie te danken heeft en waarin het tot de wereldtop behoort. Topdirigenten als Haitink, Rattle, Gergiev en Chailly werken graag met het GOK en met hen hebben we mooie en memorabele cd-opnamen gemaakt. In september van het afgelopen jaar waren we te gast in Berlijn bij de Berliner Philharmoniker waar we in het kader van de Berliner Festwochen o.l.v. Sir Simon Rattle driemaal de Tweede Symfonie van Mahler hebben uitgevoerd. Het publiek was laaiend enthousiast, evenals de pers later. Een dergelijk intensieve concertagenda vraagt van alle leden van het koor een gedegen muzikale opleiding. Stemtechnisch mogen er geen belemmeringen zijn, al heeft natuurlijk ieder lid zijn sterke en minder sterke kanten. Echter, in elk soort repertoire word je geacht inzetbaar te zijn! Ook moet de vocale discipline en de vocale conditie goed zijn. Er wordt immers iedere dag gerepeteerd en bijna wekelijks worden er concerten gegeven in opdracht van de publieke omroep. Over de brede muzikale opleiding (in Nederland) valt nog wel het een en ander te zeggen. Sinds zes jaar maak ik namens de basgroep deel uit van de auditiecommissie van het Groot Omroepkoor. Het is soms verbazingwekkend om te zien hoe slecht sommige kandidaten zich realiseren welke vaardigheden
11
van een professioneel KOORzanger gevraagd worden! Natuurlijk zijn een mooie stem, een goede ademtechniek en artistieke flexibiliteit belangrijk. Maar dit zijn slechts de noodzakelijke instrumenten die je nodig hebt voor andere choristische vaardigheden zoals intonatie (luisterend zingen), goed van blad zingen (vaak zeer matig), uniforme klinkerkleuring en de mogelijkheid om de stem te kunnen “invoegen” in een groter muzikaal geheel. Een zanger van het GOK moet te allen tijde zijn specifieke kwaliteiten in dienst stellen van het geheel. Kan men dit niet, of weigert men zulks te doen - men heeft tenslotte toch SOLOzang gestudeerd! -, dan is men simpelweg niet geschikt als zanger in een professioneel koor en moet men op een andere manier zijn weg vinden in de muziekwereld. Soms heb ik de stellige indruk dat op de Nederlandse conservatoria onvoldoende het besef is doorgedrongen dat het beroep van KOORzanger een volwaardig vak is, net als de instrumentalist in een orkest. Langzaam aan lijkt daar echter verandering in te komen
(het kan mijns inziens nog veel beter) en ziet men in dat niet voor iedere leerling een grote solozangcarrière is weggelegd en dat het ook mogelijk is een mooie loopbaan op te bouwen in een koor als bijvoorbeeld het GOK. Dus wordt nu ook meer aandacht besteed aan alle belangrijke facetten van het ensemblezingen. Onze chef-dirigent Simon Halsey grijpt alle middelen aan om in een zo vroeg mogelijk stadium zangstudenten te “scouten” en hen kennis te laten maken met de werkzaamheden van het GOK. De studenten blijken dit zeer op prijs te stellen en zijn vaak verbaasd wat allemaal bij ons werk komt kijken en wat van de zangers gevraagd wordt. Zonder uitzondering zijn ze enthousiast over de manier van werken in ons koor. Zij beseffen dat zingen in het Groot Omroepkoor inderdaad een feestje kan zijn. En dat stemt mij hoopvol! Dit is een serie over koren waarvan het eerste artikel over het Koor van de Nationale Reisopera ging en het tweede artikel over het Nederlands Kamerkoor.
forum2 EVTA-council Wenen 2006 EVTS
In het KNTV-blad van januari jl. las de redactie een ingezonden artikel van Janine Pas, zangeres. Zij stelt daarin het volgende: “Als ervaren zang-pedagoge begin ik mij zo langzamerhand zorgen te maken over de enorme invloed die de zangtechniek EVTS begint te krijgen in Nederland. Op menige muziekschool en zelfs conservatorium, is het “hebben” van een level in de EVTS al een voorwaarde. Dwz dat gediplomeerde pedagogen die zich niet met EVTS bezighouden, minder kans krijgen op een baan.” De redactie zou graag reacties ontvangen van zangpedagogen die soortgelijke of juist andere ervaringen hebben. Stuur uw bijdrage svp naar
[email protected], dan komen wij hier in het volgende Bulletin op terug.
door Roland Hangelbroek
In augustus 2006 werd, ingebed in alle evenementen van Eurovox 2006, ook de jaarlijkse EVTA-council gehouden. Het bestuur van de EVTA legde verantwoording af van haar werkzaamheden en overlegde aan de aanwezige landenvertegenwoordigers de afrekening van het jaar 2005. Tevens werd de begroting voor 2006 gepresenteerd. Beide werden bij acclamatie aangenomen. Als nieuw aangesloten landen werden Spanje en IJsland welkom geheten. Slovenië was al lid, maar het Sloveense bestuur liet ons delen in zijn enthousiasme voor Europese samenwerking door middel van een grandioos informatiepakket, bestaande uit documentatie over Slovenië en haar congres- en muziekleven. Wat een drive! Voorts werd de aandacht gevestigd op het bestaan van de ‘EVTA-presenters-list’. Op de lijst, overigens in te zien via de EVTA-website www.evta-online.com, kan ieder lid van een van de lid-organisaties dat beschikbaar is voor het geven van spreekbeurten, masterclasses e.d. zijn/haar diensten aanbieden. In de stukken hierover was te lezen: “If you have a suggestion for this list, please send the following information to BARBRO MARKLUND at
[email protected] • Name and qualifications of the presenter • Subject and format of the presentation • Where has this presentation been made previously? • Possible presentation languages" Een belangrijk onderwerp, ook voor de NVZleden wellicht, was de introductie van het ‘Teachers exchange- program’. Het gaat hier om een zevental geplande uitwisselingsbijeenkomsten in de komende jaren (in diverse aangesloten landen te houden), de eerste in september 2007 in Kudowa, Polen. Nederland zal wellicht in 2009 samen met de UK een exchange verzorgen. Verderop in dit blad leest u meer. Tot slot, het EVTA-bestuur presenteerde de ‘Code of Ethics’ en vroeg de council akkoord te gaan met publicatie van dit document op de website. Het bestuur benadrukte dat EVTA niet echt een dergelijke Code nodig heeft, noch die als bindend zou kunnen afdwingen. De Nederlandse afvaardiging deelde die visie en ook het bestuur van de NVZ heeft geen enkele ambitie om een dergelijke Code aan
12
de leden voor-, laat staan op te leggen. We willen u de tekst echter niet onthouden en daarom valt deze te lezen verderop in dit blad. Tijdens de NVZ-bestuursvergadering waarin we het stuk bespraken, kwam het hele scala aan mogelijke reacties op de tekst langs, van opperste verontwaardiging over het mogelijk aanmatigende karakter van de tekst tot inspiratie tot kwaliteitsverbetering en zelfreflectie. Enfin, leest u zelf, huiver, sidder, wind u op, herken (of juist niet) of barst in smakelijk dan wel hoongelach uit.
Model Code of Ethics for member countries of the European Voice Teachers Association
This statement of fundamental ethical principles has been established as a guideline for member organisations of the European Voice Teachers Association. It articulates a basic code of professional ideals, values and behaviour, and is intended to further mutual understanding, the awareness of common goals and the willingness of EVTA members to work together in the best interests of professional quality. As members of EVTA we strive toward the following professional ideals, values and ethical standards: 1. Basic values: I commit myself • to professional behaviour in all areas of my work, motivated by my sense of responsibility towards my fellow citizens, my country and its laws. • to be continually aware of my responsibility to the arts, and to be guided by my dedication to music, to the art of singing and its pedagogy. • to value and mutually respect cultural diversity as fundamental to my job. • to correct behaviour in questions of business ethics. 2. Our knowledge: I recognize, • that current knowledge of my area of expertise is essential to and serves the goal of good teaching and the credibility of my work. Therefore, I consider it my responsibility to broaden and actualize my base of knowledge of the physiological, psychological, technical and musical content of my area of expertise. • that the knowledge of my students, their age and developmental factors, their personalities and their motivation to sing, calls for a differentiated approach to the teaching of singing. I consider it my responsibility to continually further my knowledge of pedagogy and the science of learning. • the increasing necessity of continuous evaluation of my work.
13
•
•
•
I consider it to be my responsibility to reflect critically and honestly on my own teaching practices, to admit my weaknesses and minimize my deficits. I also consider it to be my responsibility to respect the knowledge and perceptions of my colleagues. I consider it to be my responsibility to address critical comments and questions from my students and their audiences in an appropriate manner.
3. Professional relationships: • With my colleagues: I commit myself to establishing and developing my relationships with professional colleagues in accordance with the values of mutual respect. I commit myself • to do what is in my power as an individual to contribute to a good working atmosphere within my professional surroundings. • to actively seek communication with colleagues and to consider their criticism a vital and helpful aspect of my professional responsibility. • to respecting the results of my colleagues’ teaching and not to take credit for work done by other teachers. • to refraining from teaching students of other teachers without their knowledge. • to seeking appropriate means of addressing abuse of any kind as it becomes known to me and not to remain silent. •
With my students: I will endea-
•
•
•
•
•
•
vour to develop relationships with my students which are characterized by the desire to further their talents and development as best I can. Therefore, I commit myself to creating a positive atmosphere for learning and to guiding them to independence. respecting the individuality of each student and recognizing the differences between them both in my relationships to them and in my pedagogy. listening to their questions and comments and taking these seriously. evaluating their talents realistically and conscientiously, giving them suitable encouragement but not awakening false hopes or suggesting unrealistic professional possibilities. giving students clear information as to expectations and responsibilities and formulating clear agreements in financial matters. supporting my students at performances and competitions and, should the time come, as they enter the professional world.
In all areas, my demeanour shall be guided by the following principle: I will endeavour to treat others as I wish to be treated. Prof. Norma Enns, President, European Voice Teachers Association, May 2006
EVTA teachers exchange Many teachers world-wide witness to the great advantages of this type of work as arranged locally, through events sponsored by their national organisations as well as by the International Congress of Voice Teachers. In view of the changing face of Europe and increasing mobility within the European Union, we feel that is is imperative to initiate international exchange at this level as well. Many of us face similar cultural problems in our professional life, and it is imperative to become involved in intensified dialogue on the social, cultural and political issues of our profession. The EVTA Vocal Pedagogy Seminars are conceived as a major contribution to international exchange on the subject of vocal pedagogy in Europe. These projects are supported by the member organisations (currently 16) in support of international understanding and the necessity for continuing education. In accordance with the aims stated in the constitution of EVTA e.V., these projects aim • To further exchange between teachers working in various countries• To further exchange between their students • To make EVTA activities more
•
•
•
•
available to national members by decentralizing events To encourage the process of exchanging vocal literature through assigned repertoire and concerts To encourage the discussion of pedagogical ideas related to all aspects of the teaching of singing, in both theoretical and practical workshops To offer the opportunity for professionals to refreshen themselves by working with renowned teachers To engage in reflective practise by teaching, observing others teach and discussing the process
•
To encourage continuing exchange by publishing reports on the seminars in the EVTA Newsletter as well as in national publications of member organisations
The time period of a week, Sunday to Sunday, allows for varied activities: pedagogical discussions, exchange of information, concerts, language training, and social interaction. Maximum number of participants: 30 - 35 (10 teachers, 10 students, 2 accompanists, 5 senior teachers or other presenters, (voice science, language, musicology, etc.)
Sample Schedule:
Sunday 8:00
Travel
10:00 – 12 :00 with a 20 min. break
12:00 13:00 14:00
Monday
Friday
Focus on teaching breathing techniques
Focus on vocal chord function
Focus on the vocal tract and resosonance phenomena
Focus on articulation and language
As agreed upon by participants
Teaching each other: demonstrations and discussion
Registration Getting settled
15:00
Getting acquainted
16:00 17:00 18:30 Evening
Dinner
Saturday Sunday
Physical training, swimming, masssage, Tai Chi, Jogging, Alexander technique, etc. Seminar: On developing the voice through technique – Pedagogical Aspects in Practise
Rehearsal for the evening concert
Closing event
Lecture or demonstration by a master teacher Lunch Time to relax, go for a walk, practise, talk, etc. End of Seminar Seminar: Artistic Aspects of teaching singing: style, national reperotire, language, etc. Host countries presentation Authentic language Understanding the style Preparing concert repertoire Preparing concert repertoire
Local welcome event Concert Local teachers/students Concert or Opera Concert: Participating Students
14
Travel
boekbespreking Een gids voor een muzikale opvoeding Het is duidelijk: de doelgroep is de ouders. Aangezien ongetwijfeld vele van onze leden ouders zijn, die hun kinderen graag een muzikale opvoeding willen geven, lijkt een bespreking van het nieuwe Tipboek van Hugo Pinksterboer zelfs in dit zangersblad op zijn plaats. Het is een gids voor ouders die alles willen weten over de muzikale opvoeding van hun kinderen. Het doel van het boekje is om zoveel mogelijk kinderen zo lang mogelijk muziek laten maken. Op www.tipbook.com zijn korte filmpjes en klankfragmenten te vinden die de tekst nog eens extra illustreren. Muziek voor kinderen is een laagdrempelig boekje, waarin werkelijk aan alles gedacht is. Het begint met wat muziek kan betekenen voor de totale ontwikkeling van het kind. Dan volgen de verschillende fases van deze ontwikkeling. Op welke manier kun je het kind stimuleren of begeleiden? Wat kan de muziekvereniging betekenen? De voor- en nadelen van groepslessen worden helder uiteengezet, evenals b.v. examens doen. En zoek alsjeblieft een “echte” leraar, die je kind liefde voor de muziek kan bijbrengen. Het hoofdstuk over muziek leren lezen vond ik mooi. Het gemak daarvan wordt uitstekend beschreven. Heerlijke bagage voor ouders om de discussie met je kind aan te gaan! Veel tips om dit leuk, aantrekkelijk en efficiënt te maken. Begeleiden en motiveren van kinderen m.b.t. het oefenen (niet altijd even leuk) wordt heel serieus aangepakt. Wat kan je als ouder hier toch een belangrijke rol in spelen! Hoe kom je aan een instrument, wat kost het en wat brengt muziek maken nog meer voor kosten met zich mee? Soms duurt het jaren voordat je eindelijk het instrument hebt gevonden, dat helemaal bij je past. En alles over samenspelen, het belang ervan en hoe je het organiseert. Niet alléén voor ouders, concludeer ik, want ik kan me goed voorstellen dat kinderen zelf ook smullen bij het hoofdstuk over de instrumenten. Wat een rijkdom aan keus. Het karakter van de verschillende instrumenten wordt goed beschreven, hoe ze klinken (via de tipcodes, waar telkens naar verwezen wordt) en ook wat je er zoal mee kunt doen. Voor tieners (en volwassenen) geeft het
15
hoofdstukje over plankenkoorts enkele nuttige tips. Leuk gebracht, vind ik. Kortom: een schat aan nuttige informatie,
door Ruth Carasso
Tipboek Muziek voor kinderen – een gids voor ouders, geschreven door Hugo Pinksterboer (Paperback, ISBN 90-76192-18-9), 230 pagina’s, € 17,50
waar we ons voordeel mee kunnen doen. Ik dacht dat ik mijn kinderen een goede muzikale opvoeding had meegegeven, maar ik had het nog veel beter kunnen doen…
berichten Op zaterdag 31 maart vindt er op het Utrechts Conservatorium/ Faculteit Muziek van de HKU van 10.00 uur -15.00 uur een contactdag voor zangdocenten en zangstudenten plaats. Deze contactdag is bedoeld om docenten en hun leerlingen (die overwegen een vakstudie te volgen) in contact te brengen met docenten en studenten van de Faculteit Muziek. Deze dag vindt plaats in een ontspannen sfeer met de mogelijkheid tot het stellen van vragen, om voor te zingen, om met collega’s van gedachten te wisselen met als doel een stimulerende wisselwerking. Er zal aandacht worden geschonken aan houding, studieopbouw, techniek en talent. Het programma bevat o.a. openbare lessen en de mogelijkheid om voor te zingen voor een van onze docenten: Henny Diemer, Eugenie Ditewig en Pierre Mak. Locatie: Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen, Mariaplaats 27, Utrecht.
[email protected]
Het Koninklijk Conservatorium en het Prins Claus Conservatorium (Groningen) ontwikkelen de eerste Europese Joint Master voor Muziek: Music Masters for New Audiences and Innovative Practice. Het principe van deze Joint Master is dat studenten studieonderdelen aan onderwijsinstellingen in Europa en de Verenigde Staten gaan volgen. Daarnaast wordt samengewerkt met externe partners, zoals in Nederland met het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). Bijzonder aan deze eerste Europese Joint Master is het innovatieve karakter van het onderwijsprogramma. Studenten leren projecten te ontwikkelen in diverse artistieke, interdisciplinaire en sociale contexten (onder meer de gezondheids-/zorgsector, het onderwijs en zakelijke contexten). Zij worden opgeleid tot professionele musici met leiderschapsvaardigheden, die flexibel inzetbaar zijn in internationaal verband. www.lifelonglearninginmusic.org
Verder organiseert de Stichting Stem en Techniek voor degenen die al een EVTS cursus hebben gedaan een werkdag “Van popzang tot belt”. Door Marja Reinders en Alberto ter Doest, 31 maart 2007, van 11-16 uur, Beursstraat 2 te Amsterdam. Welke figuren en vaardigheden zijn er nodig om pop te kunnen zingen en te belten? ‘s Morgens bespreken en trainen en ‘s middags coaching van
studenten. Schriftelijke aanmelding bij Anja Blom, Stieltjeslaan 4, 1222 RE Hilversum of via
[email protected]
Ook dit jaar wordt er weer een Kurt Thomas cursus gegeven voor koordirigenten (5–14 juli). Audities: groep 1 t/m 3 op vrijdag 23 maart en zaterdag 24 maart; groep 4 t/m 6 op 21 maart en 23 maart.
[email protected]
Stichting Stem en Techniek organiseert een EVTS cursus in het ArtEZ conservatorium in Enschede op 1, 2, 3, 9 en 10 juni 2007. Meer informatie:
[email protected] of 0356912743.
Op 21 en 22 april 2007 vindt voor het eerst de weekendcursus “ADEM STROOMT” voor zangdocenten plaats. Als je af en toe het gevoel hebt op een eilandje te zitten en zin hebt in nieuwe impulsen, kun je met collega’s samen komen praten en met oefeningen uitproberen wat de stromende adem eigenlijk betekent bij het zingen. Wanneer bereik je dat, werk je zelf ook vanuit dit idee of is je invalshoek anders? Hoe leer jij je leerlingen ademsteun en laat je ze dat voelen? En hoe combineer je dit met de stem en met tekst? In dit weekend werkt Hetty Gehring met max. 6 docenten aan verschillende aspecten die met de adem te maken hebben. Door zelf weer te doen krijg je ook nieuwe inspiratie voor je leerlingen. Informatie: Het Zangatelier (030-2513397) of via www.zangatelier.nl
Voor de zestigste keer wordt in Devon (ZuidEngeland) de International Summer School gehouden. Men kan zich voor een week inschrijven. De zomerschool duurt van 21 juli– 25 augustus 2007. www.dartingtonsummerschool.org.uk
Van woensdag 29 augustus t/m zaterdag 1 september 2007 vindt in Groningen de 7th Pan European Voice Conference plaats. In een forum van experts op stemgebied, zoals KNO-artsen, spraak- en stemtherapeuten, logopedisten, acteurs, zangpedagogen en stemdocenten zullen allerlei aspecten van
16
de stem aan de orde komen. De belangrijkste onderwerpen zijn: de kinderstem, de theaterstem, omgang met stress, emoties en podiumvrees, stemvorming voor professionele gebruikers, verscheidenheid in stemtherapie en aspecten van de zangstem, zowel klassiek als modern. Daarnaast zijn er speciale tutorials, lezingen over klinische onderwerpen en workshops. Bij inschrijving voor 1 mei a.s. bedragen de kosten € 375 (studenten € 200), daarna € 425 (stud. € 225). www.pevoc7.nl
Op 24, 26 en 27 september 2007 vinden de Nationale Voorronden van het IVC in ‘s Hertogenbosch plaats, toegankelijk voor in Nederland studerende en afgestudeerde zangers of voor zangers met een gelijkwaardige praktijkopleiding. Er worden zangers geselecteerd voor directe toegang tot het concours in 2008 en voor de masterclass door Jard van Nes op 28 september. Zes kandidaten worden gekozen voor het Paradeconcert met het Brabants Orkest op 7 oktober 2007. Leeftijd: na 1 september 1975 geboren. www.ivc.nu
[email protected] telefoon: 073 6900999
De Theodora Versteegh Stichting door Frans Huijts
De Theodora Versteegh Stichting werd opgericht in 1971 met het doel ‘het stemgebruik en de mogelijkheden van de stem te onderzoeken om zo stemklachten te voorkomen of bij reeds bestaande problemen (of klachten) te adviseren’. Velen van ons hebben in het verleden wel eens te maken gehad met deze stichting, hetzij door zelf een stemtest te ondergaan, hetzij door een leerling door te sturen voor verder stemonderzoek. Wie was Theodora Versteegh? Theodora Versteegh, geboren op 13 december 1888 te Kerk-Avezaath, studeerde zang bij Cornelie van Zanten en Tilly Koenen. Zij was één der meest gevraagde alt-solisten en zong onder vele beroemde dirigenten. De altpartij in Bach’s Matthäus Passion werd ca. 250x door haar vertolkt, o.a. 25 jaar te Ant-
werpen met het Ceciliakoor onder leiding van Lodewijk de Vocht. In 1948 nam zij afscheid van het concertpodium. Zij was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en van de Kroonorde van België. Op 20 oktober 1970 overleed zij te ’s Gravenhage. Haar vriendin, de kunstschilderes Ru Paré, haar oud-leerlinge Lucie Frateur en de KNO-arts dr.J.B. van Deinse namen het initiatief voor de oprichting van de stichting, die uit dankbaarheid voor het vele dat Theodora Versteegh heeft geschonken, haar naam draagt. De stemonderzoeken De stemonderzoeken worden uitgevoerd door een team van deskundigen met veel ervaring, een logopedist, een zangpedagoog en een keel-, neus- en oorarts. Deze combinatie is uniek in Nederland. De logopedist onder-
zoekt de modaliteiten van de spreekstem, de gemiddelde spreektoonhoogte, de articulatie, het spreektempo en de ademhaling. De zangpedagoog onderzoekt de zangstem en let daarbij in het bijzonder op de omvang van de stem, de intensiteit, het timbre en de ademhaling. De keel-, neus- en oorarts bekijkt de conditie, de lengte en de dikte van de stembanden en beoordeelt de neus- en keelholte, die van belang zijn als resonatoren. In gezamenlijk overleg wordt een uitspraak gedaan over de stemsoort en een advies gegeven hoe de mogelijkheden van de stem optimaal benut kunnen worden. Een schriftelijk verslag hiervan wordt na afloop toegezonden. De stemtests vinden plaats vinden in het Ikazia Ziekenhuis te Rotterdam, afdeling KNO. Meer informatie via
[email protected].
Aanvullingen/correcties vorige bulletin door Ineke van Doorn
Aanvullingen • Naar aanleiding van het verslag in het juniBulletin over de improvisatie workshop die ik gaf op 18 februari vorig jaar, zou ik graag de volgende aanvulling willen geven. Tijdens de presentatie gaf ik een demonstratie van een specifieke, vrij theoretische, benadering van improvisatie. Deze gebruik ik vooral bij gevorderde improvisatie studenten om hun ritmische en melodische vocabulaire op een hoger plan te krijgen. Elementen hieruit zijn ook zeker bruikbaar voor beginners, maar in het algemeen werk ik met beginners veel auditiever en vrijer aan vooral muzikale concepten. De gedemonstreerde methode is dus niet de enige manier waarop ik werk met improvisatie en wat mij betreft zeker niet voor elke student op elk moment geschikt.
- John Dankworth, die veel arrangeerde en schreef voor jazz zangeres Cleo Laine, schreef in 1964 een hele plaat vol prachtige stukken op tekst van Shakespeare. De cd heet ‘Shakespeare and All That Jazz’. Er is ook een songboek van. - Duke Ellington and Billy Strayhorn schreven een 12-delige suite ‘Such Sweet Thunder’ gebaseerd op de sonnetten en toneelstukken van Shakespeare.
• Ter aanvulling van de (mooie!) ‘Shakespeare lijst’: Er zijn ook enkele jazz componisten die zich door Shakespeare lieten inspireren:
Correctie (met dank aan de oplettende lezers!) • In de boekbespreking van ‘Gender en Stem’ (Bulletin juni 2006) moet op bladzijde 31
17
In september 2005 verscheen er een cd van het koor ‘Chicago a cappella’ getiteld ‘Shall I Compare Thee?’ De cd bevat een selectie van 23 recentelijk geschreven klassieke werken voor koor, alle gebaseerd op teksten van Shakespeare. www.cedillerecords.org/085. html www.chicagoacappella.org/recordings/ shakespeare.htm
staan: “Als we bijvoorbeeld willen foneren na een diepe inademing kan het zo zijn dat we de inademingsspieren (en dus niet uitademingsspieren) gebruiken als rem, om te voorkomen dat de subglottische druk te hoog wordt en de uitademing te ongecontroleerd (ademsteun).”
welkom/wijzigingen Contributie
Als nieuwe leden heten wij welkom Corien Kronemeijer Snip 7 9728 XR Groningen 050.5264118
[email protected]
Winny v.d. Loo-Kosters Groenstraat 47 5071 EA Udenhout 013.5114564
[email protected]
Nynke Boekema Van Moerkerkenlaan 15 9721 TA Groningen 050-5263266
[email protected]
M.C.Harverkort/Paauwe Esdoornlaan 12 7642 EA Wierden 06.13790828
[email protected]
Debbie Engelsma Waranda 111 3705 ZJ Zeist 06.24211892
[email protected]
Coosje van Ramselaar Kolkrijst 7 3828 EH Hoogland 033-4805992
[email protected]
Ingrid Wage Meijenhage 23 3721 XA Bilthoven 030-2202107
[email protected]
Ivette van Laar Van Rensselaerweg 2 6956 AV Spankeren 0313.437270/06.51082032
[email protected] www.ivettevanlaar.web-log.nl
Ellen Pieterse Berkelsingel 118 7201 BN Zutphen 0575.546777/06.28870492
[email protected]
Rectificatie
De contributie van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen bedraagt € 45,00 per jaar voor werkende leden en vrienden, en € 25,00 voor studenten. Aanmelding via de website www.zangpedagogen.nl of via de ledenadministratie. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur; afmeldingen vóór 1 december, uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie.
Oproep Zoals bekend is de bestuursfunctie van voorzitter per 31 maart vacant. Het bestuur van de NVZ roept daarom een ieder die een kandidatuur vooe het voorzitterschap overweegt op zich vóór 31 maart bekend te maken bij het bestuur!
Adreswijzigingen en overige correcties NVZ leden. Irma ten Brinke Doetinchemseweg 233 7054 BG Westendorp 0315.298091/
[email protected] Akke v.d. Valk-Evink Patmosdreef 32 3562 JL Utrecht 030.2626385 Ellen van Ham Katelaan 19 1215 BV Hilversum 035.6282640
[email protected] Mony Wouters Pijlslaan 57 2014 TL Haarlem 023.52455714
[email protected]
In het vorige Bulletin stond per abuis een verkeerde foto bij het artikel van Karin van der Poel. Degene op de foto was niet Karin maar iemand anders. Excuses hiervoor aan Karin. Bij deze de juiste foto van Karin van der Poel.
18
19
A B DM UM 1e fase 2e fase Bachelor Master
klassieke muziek
lichte muziek
Overige relevante opleidingen__________________________________________
Gespecialiseerd in:
Afstudeerdatum____________________Onderwijsbevoegdheid: ja nee
s.v.p. omcirkelen Afstudeerniveau
Opleidingsinstituut:___________________________________________________
e.mail_____________________________________________________________
tel/mob/fax_________________________________________________________
postcode/plaats_____________________________________________________
adres_____________________________________________________________
geboortedatum______________________________________________________
titel_______________________________________________________________
Voornaam__________________________________________________________
Naam_________________________________________________________m/v
Hierbij geef ik mij op als werkend lid O gediplomeerd zangdocent € 40,5,- per jaar studentenlid O volgt opleiding tot zangdocent, € 20,5,- per jaar begunstiger vriend O steunt geen zangdocent, € 40,per � jaar NVZ met ten minste 45,- per jaar begunstiger O steunt NVZ met ten minste € 40,- per jaar
AANMELDINGSFORMULIER
NB
__________________________________
Handtekening
Dit formulier uitprinten, invullen en opsturen naar de ledenadministratie NVZ.
_________________________
Datum
Ik kom graag in aanmerking voor een korting van � 5,- op mijn bijdrage en machtig hierbij tot wederopzegging de NVZ tot automatische incasso van de contributie van bank/gironummer:..............................................................
Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur, afmeldingen uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie vóór 1 december. Ledenadministratie: NVZ/ Greet Woltjes, Zwolseweg 241, 7315 GK Apeldoorn tel. 055.5336609 / e.mail:
[email protected] [email protected]
Als werkend lid dient u een kopie bij te voegen van het document waaruit uw bevoegdheid blijkt.
Uitnodiging Uitnodiging Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen op 31 maart 2007 vanaf 12 uur. Locatie: Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK), Domplein 4 te Utrecht. M.m.v. Jan Erik Hulsman, workshop ‘Muziektheater en regie’ en Bernd van den Bos, piano
Vertrek Paul Keizer door Ruth Carasso
Wat moet een NVZ zich gelukkig prijzen met iemand als Paul Keizer! De capaciteiten die je als zangdocent moet hebben, gaan zelden samen met technisch inzicht. Paul Keizer verenigt deze eigenschappen wel.
Jarenlang zat hij met mij in de redactie en verzorgde hij samen met mij het Bulletin. Ik werd, als absolute digibeet, door Paul begeleid bij het verzorgen van de lay-out. Ik heb hem tot wanhoop gebracht. Gelukkig hadden we daarnaast ook een zangersrelatie, zodat we toch nog gezellige momenten kenden. Paul verzorgde ook de ledenadministratie. Nog steeds komt het handige ledenboekje elk jaar uit. Daar zit een ingenieus systeem achter dat ik nog steeds niet ken, maar dat ervoor zorgt dat aanvullingen en verande-
colofon Samenstelling van het bestuur: voorzitter tot 31 maart a.s. Frans Huijts Bierkade 17c 2512 AB Den Haag 070 3832138 secretaris Irma ten Brinke Doetinchemseweg 233 7054 BG Westendorp 0315 298091
[email protected] penningmeester Roland Hangelbroek Borgesiusstraat 43b 3038 TC Rotterdam 010 4525474
[email protected] lid Lieve Geuens Willink van Collenstraat 64 3621 CN Breukelen 0346 252957
[email protected]
ledenadministratie Greet Woltjes Zwolseweg 241 7315 GK Apeldoorn 055 5336609
[email protected] ereleden Cora Canne Meijer Margreet Witsen Elias Ank Reinders Maria Rondèl Kay Jensma Samenstelling van de redactie: José Lieshout (eindredacteur a.i.), Ineke van Doorn, Evert Jan Nagtegaal, Margreet Witsen Elias, Reina Waagenaar, Eugenie Ditewig. drukkerij Multicopy Apeldoorn vormgeving Bulletin Bi©e (Trix van Vugt), Utrecht
ringen ‘makkelijk’ verwerkt kunnen worden. Paul had dat in elkaar gezet en geschikt gemaakt voor de computer. Een enorme klus waar de NVZ de komende decennia nog van kan profiteren. De samenstelling van de redactie is inmiddels zodanig veranderd dat een poging wordt gewaagd het zonder Paul’s deskundigheid te doen. Ik wens de leden van de redactie sterkte en succes. Wij zijn Paul erg dankbaar voor zijn bereidheid om zijn kennis en vaardigheden in te zetten voor de vereniging.
20
Kopij voor het volgende Bulletin (begin juli) moet uiterlijk 26 mei 2007 per email gestuurd zijn naar redactie@zangpedagogen. nl. Foto’s ter illustratie (min. 300 dpi) worden op prijs gesteld. Over plaatsing van een ingezonden bijdrage beslist de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen te corrigeren en/of te redigeren. De NVZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van in het Bulletin geplaatste artikelen. © 2007 auteursrechten voorbehouden, overname van artikelen slechts met toestemming van het bestuur van de NVZ.