Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten! Basisschool “De Apenkooi” is een kleine school. Groep 7 en 8 zitten bij elkaar in het lokaal van meester Freek. Meester Freek is aardig en grappig. Hij zingt vals, dat weet iedereen, maar zelf beweert hij altijd dat hij prachtig kan zingen. ‘Jullie hebben er echt geen verstand van,’ zegt hij dan. ‘Ik ben juist een groot talent! En ik speel ook nog eens buitengewoon prachtig tamboerijn en triangel. Als ik jullie meester niet was, zou ik beroemd zijn en iedereen zou om mijn handtekening vragen. Maar ja, ik heb geen tijd om aan talentenshows mee te doen. Ik moet jullie lesgeven.’ En dan zucht hij diep, alsof hij dat vreselijk vindt. Maar alle kinderen weten dat hij het helemaal niet erg vindt om de meester te zijn, want Merel uit groep zeven interviewde hem een keer voor de schoolkrant, en toen zei hij heel serieus dat hij het mooiste beroep van de wereld had en met niemand zou willen ruilen. ‘Jongens, het is inderdaad net zulk mooi weer als gisteren werd voorspeld. Dus als we nu even een beetje doorwerken, dan kunnen we straks naar het zwembad,’ zegt meester Freek. Merel hoort hem niet. Ze zit te praten met Hibba. ‘Moet je zien, mijn hele neus is aan het vervellen,’ zegt ze. ‘Het ziet er niet uit. Ik loop voor paal.’ ‘Er zit daar een velletje aan de zijkant. Zal ik het eraf trekken?’ grinnikt Hibba. Merel kijkt scheel. Ze ziet het velletje niet. ‘Nee, dat doet zeer. Ik doe het zelf wel.’ Quinten, uit groep acht, steekt zijn vinger op. ‘Meester, ik ben mijn zwemspullen vergeten.’ Meester Freek zucht. ‘Ik heb gisteren wel drie keer gezegd dat we vandaag zouden gaan zwemmen,’ zegt hij. ‘Zaten er bananen in je oren, Quinten?’ Quinten grijnst. ‘Nee, meester. Gisteren heb ik het ook wel de hele dag onthouden, alleen vanmorgen toen ik wakker werd niet meer.’ De deur gaat op een kier open. De directeur van de school, juf Betty, kijkt de klas in. ‘Kan ik je even spreken, Freek?’ vraagt ze. Meester Freek staat op. ‘Kijk maar even tussen de gevonden voorwerpen of daar misschien een zwembroek bij zit, of iets anders dat voor een zwembroek kan doorgaan,’ zegt hij tegen Quinten. Merel steekt haar vinger hoog op en zwaait met haar arm. ‘Meester! Mag ik even naar de wc’s met Hibba? Er zitten velletjes op mijn neus en daar ga ik scheel van kijken en daar krijg ik dan weer hoofdpijn van.’
Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten! | 7
Meester Freek trekt een gezicht alsof hij ook hoofdpijn krijgt. ‘Opschieten dan, want ik wil ook nog even gezellig met jullie zingen,’ bromt hij, en hij houdt de deur open zodat Merel en Hibba langs hem heen kunnen glippen voordat hij zelf de gang op stapt. ‘Heb jij misschien enig idee waar de sleutels van het fietsenhok van de kleuters zijn?’ horen ze juf Betty aan meester Freek vragen, voordat ze de wc’s binnen gaan. Merel loopt meteen naar de spiegel boven de wasbak en kijkt naar haar neus. Hibba komt naast haar staan en kijkt mee. ‘Je kunt er beter maar niet aan de velletjes trekken. Misschien een beetje wrijven, met een vochtig handdoekje,’ raadt ze aan. Ze maakt een papieren handdoekje vochtig onder de kraan en geeft hem aan Merel. Merel boent over haar neus. ‘Ooo, ik zie er niet uit,’ kreunt ze. ‘Ik ga niet mee zwemmen, hoor. Straks verbrandt mijn neus nog meer en nu lijkt hij al op een aardbei!’ ‘Je moet hem gewoon goed insmeren met zonnebrandcrème,’ zegt Quinten. De meisjes kijken geschrokken opzij. Daar staat hij in de deuropening doodrustig de meisjes-wc in te kijken en zich met meisjeszaken te bemoeien! ‘Hee!’ zegt Hibba. ‘Waarom kijk jij hier naar binnen?’ Merels hoofd is vuurrood geworden. ‘Ja, gluurder! Wat moet je?’ ‘Ik hoorde jullie praten en ik kan die mand met gevonden voorwerpen niet vinden dus ik dacht – ik vraag aan Merel en Hibba of ze weten waar die is gebleven.’ Hibba loopt naar hem toe. ‘Staat hij niet gewoon in de voorraadkast?’ Quinten schudt zijn hoofd. ‘Nee. Daar staat hij niet meer. Kom maar kijken.’ De meisjes lopen met hem mee naar de voorraadkast. Sjaak, de conciërge, is er flink aan het opruimen geweest. Het papier voor de kopieermachine ligt keurig recht op de planken en de wc-rollen staan als soldaten in het gelid. ‘Misschien staat hij nu in het rommelhok,’ zegt Hibba. Ze trekt de deur naast de voorraadkast open en inderdaad, daar staat de mand. Er zit van alles in. Rugzakjes, stinkende gymschoenen, een badlaken dat ook niet al te fris meer ruikt, mutsen, sjaals en nog meer kledingstukken. Met een vies gezicht roert Quinten een beetje met zijn hand door de mand. ‘Zo vind je toch niks!’ Bazig pakt Hibba de mand beet en kiept hem om. Merel bukt zich. ‘Hierzo! Deze staat je vast heel leuk!’ Ze grinnikt en laat een witrood gestreept kleuterzwembroekje met dolfijntjes erop zien. Quinten trekt een gezicht naar haar. ‘Nee, deze dan. Een clownspak!’ Hibba houdt een enorme wijde gele kniebroek vol
8 | Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten!
rode en groene stippels omhoog die eigenlijk in de kist met toneelkleren hoort te zitten en niet bij de gevonden voorwerpen. ‘Dit is beter dan niets, hoor. Hier kun je in elk geval in zwemmen, anders moet je de hele middag in je eentje in de hitte aan de kant zitten.’ Quinten pakt het clownspak van haar aan het houdt voor zijn T-shirt. ‘Durf je het aan te trekken?’ vraagt Hibba. ‘Tuurlijk,’ zegt Quinten. ‘Maar dan moeten jullie even weg.’ Hij duwt de meisjes het rommelhok uit en doet de deur dicht. ‘We kunnen maar beter naar de klas gaan anders wordt meester Freek kwaad,’ fluistert Merel. ‘Ik wil Quinten in dat pakje zien…’ Hibba giechelt. ‘Ga jij maar terug als je wilt, naar dat vreselijke valse zingen van de meester luisteren, ik wacht hier nog even.’ Voordat Merel kan besluiten wat ze zal doen, gaat de deur van het rommelhok alweer open. Daar staat Quinten met de rode bretellen van het clownspak over zijn blote buik. De balletjesbroek slobbert om zijn billen en hangt een stuk over zijn knieën.’ ‘Haha… Hartstikke leuk!’ Hibba en Merel krijgen de slappe lach. Quinten grijnst om het succes dat hij bij de meisjes heeft. Hij loopt terug naar het toilet en bekijkt zichzelf in de spiegel boven de wasbak. Net als hij een stoer gezicht trekt en voor de grap zijn spierballen aanspant, staat meester Freek in de deuropening. ‘Wat zijn jullie hier in vredesnaam aan het doen? Waar blijven jullie?’ ‘Meester, wij hielpen Quinten om een zwembroek te zoeken,’ zegt Hibba proestend. ‘De gevonden voorwerpen stonden niet meer in de voorraadkast en hij kon ze niet vinden.’ ‘Quinten!’ zegt meester Freek bars. ‘Je gaat toch zeker niet in dat clownspak zwemmen? Zit er niks beters tussen die spullen?’ ‘Nee, meester,’ zegt Quinten. ‘Alleen een kleuterzwembroekje.’ ‘Ik kan niet wachten tot ik het gezicht van die humeurige badmeester zie.’ Meester Freek schudt zijn hoofd. ‘Jongens, ruim die rotzooi op en kom naar de klas. Even opschieten nu.’ Hij loopt weg. Quinten bukt zich en begint de spullen op te rapen en terug in de mand te proppen. Hibba bukt zich om hem te helpen. Ze raapt een T-shirt op en voelt dat er iets in zit. ‘Hee…’ Ze schudt het T-shirt uit en twee sleutels aan een leren sleutelhanger vallen op de grond.
Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten! | 9
Hibba, Merel en Quinten, weer in zijn eigen kleren, rennen door de gangen naar de kleuters. De kleuters maken zich klaar om naar buiten te gaan. Juf Nora heeft een klein meisje met stijf dichtgeknepen oogjes tussen haar knieën staan en smeert haar wangen en neusje in met zonnebrandcrème. ‘Kom maar,’ roept ze, als Merel aanklopt. Hibba stapt naar binnen en zwaait met de sleutels. ‘Juf! Zijn dit de sleutels van het fietsenhok?’ Juf Nora kijkt verheugd. ‘Ja! Waar hebben jullie ze gevonden?’ ‘Tussen de gevonden voorwerpen!’ roept Merel. ‘Is dat eh… zonnebrandcrème wat u daar heeft? Wij gaan zo meteen naar het zwembad. Mag ik het ook op mijn neus smeren?’ De klas van meester Freek staat klaar om naar het zwembad te vertrekken, maar Quinten maakt zich zorgen. ‘Meester,’ zegt hij. ‘Die badmeester, die met dat rode gezicht weet u wel, die heeft een hekel aan mij omdat ik per ongeluk een keer mijn voetbal tegen zijn hoofd heb getrapt. Hij is altijd extra streng voor mij. Ik mag vast niet zwemmen in dat clownspak.’ Meester Freek trekt een gezicht. ‘Daar ben ik ook bang voor,’ zegt hij. ‘Die badmeester is inderdaad een onaangename man die altijd iets te zeuren heeft.’ Alle kinderen beginnen door elkaar te praten. ‘Dat is zielig voor Quinten, het is hartstikke heet buiten. Die badmeester heeft echt een hekel aan hem en hij kon er toen niets aan doen met die voetbal.’ Meester Freek steekt zijn hand omhoog. ‘Jij mag mijn zwembroek aan, Quinten,’ zegt hij. ‘Er zit een koord in dat je kunt aantrekken, dus hij zal je niet veel te groot zijn. En nu gaan we echt lopen. Kom op, jongens!’ Even later komen de kinderen van groep zeven en acht uit de kleedhokken van het buitenzwembad. De badmeester met het rode gezicht loopt langs met zijn handen op zijn rug en controleert als een sergeant of iedereen wel de juiste badkleding aan heeft. Quinten is blij met de zwembroek van meester Freek, maar de badmeester vindt er toch nog iets fout aan. Hij wijst. ‘Die broek is te lang,’ zegt hij. ‘Alleen zwembroeken tot boven de knie zijn hier toegestaan.’ Quinten hijst de zwembroek van meester Freek op tot boven zijn navel en trekt het koord nog strakker aan, zodat hij niet kan afzakken.
10 | Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten!
Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten! | 11
‘Zo goed, badmeester?’ vraagt hij onderdanig. ‘Grrmmm,’ gromt de badmeester. Dan gaat het laatste badhokje open. Meester Freek stapt eruit. Zijn borsthaar krult vrolijk om de rode bretellen en de wijde gele clownsbroek met de rode en groene balletjes erop komt precies tot boven zijn knieën. De ogen van de badmeester gaan wijd open. Een paar kinderen lukt het niet om serieus te blijven. Ze beginnen te giechelen. ‘Is eh… dat uw zwembroek?’ vraagt de badmeester. Meester Freek vertrekt geen spier. ‘Jazeker,’ zegt hij. ‘Leuk hè?’ De badmeester wijst. ‘Waarom zitten die eh… rooie dingen eraan?’ ‘Dat zijn bretellen,’ zegt meester Freek. ‘Die zitten eraan zodat ik zeker weet dat mijn zwembroek niet afzakt. Stel je voor zeg, met al die kinderen erbij. Als meester moet ik er altijd keurig en onberispelijk uitzien, zelfs in het zwembad. Dat zult u toch wel met me eens zijn?’ De badmeester knikt. Zijn gezicht is nog roder dan anders. ‘Ja, natuurlijk, natuurlijk,’ zegt hij. En hij loopt weg naar het peuterbadje. Meester Freek geeft Quinten een high five en kijkt dan naar de rest van zijn klas. ‘Jullie lachen toch niet om mijn prachtige zwembroek, hè?’ vraagt hij, zogenaamd dreigend. ‘Nee meester,’ zegt Hibba. ‘U ziet er eh… echt eh… heel keurig uit.’ De andere kinderen proesten. ‘U ziet er onberíspelijk uit!’ roepen ze. ‘Echt een nétte schoolmeester! Heel keurig, hoor!’ En ze pakken zijn handen en trekken en sjorren met zijn allen net zo lang tot het lukt om hem, over de rand van het diepe bad, het water in te duwen.
12 | Meester, ik ben mijn zwembroek vergeten!