Gebruiksaanwijzing
ICY Control Center Facility Management
1
2
Inhoudsopgave 1
2
3
Inloggen
5
1.1 Inloggen bij opstart
5
1.2 Wachtwoord vergeten
5
Het Dashboard
6
2.1 Samenvatting Dagplanning
6
2.2 Alarmen
6
2.3 Systeemmededelingen
7
2.4 Apparaatmededelingen
7
Planning
8
3.1 Planning bekijken per dag
8
3.2 Planning bewerken per dag
9
Per locatie wijzigen
9
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen
9
De planning instellen of aanpassen
9
Herhalen van een bepaalde planning
10
Zomerprogramma 10
4
3.3 Planning bekijken per week
11
3.4 Planning bewerken per week
11
Per locatie wijzigen
11
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen
12
De hele week in een keer op afwezig zetten
12
De planning aanpassen
12
3.5 Planning bekijken per maand
12
3.6 Planning bewerken per maand
13
Per locatie wijzigen
13
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen
14
De hele maand in een keer op afwezig zetten
14
De planning aanpassen
14
Apparaatbeheer
15
4.1 Apparaten uitlezen en instellen vanaf een plattegrond
15
Ingestelde temperatuur van een thermostaat wijzigen of uitlezen
15
4.2 Apparaten uitlezen en instellen vanuit de apparatenlijst weergave
16
Instellingen van thermostaten wijzigen
16
Vorstalarm instellen
17
Stroomuitval alarm instellen.
17
3
5
Alarmen 5.1 Actuele alarmen
18
5.2 Offline apparaten
19
Status wijzigen van de melding ‘Offline Apparaten’
6
18
Meterstanden opvragen
19
21
4
1
Inloggen
1.1 Inloggen bij opstart Wanneer u ICY-CC | Facility Management opent, krijgt u een inlogscherm te zien. Log in met de gebruikersnaam en het wachtwoord die u van ICY gekregen heeft. Vink ‘Remember’ aan wanneer u wilt dat deze gegevens opgeslagen worden. Wanneer u dit doet, wordt u automatisch ingelogd bij het opstarten. U krijgt in dat geval het inlogscherm niet meer te zien.
1.2 Wachtwoord vergeten Bent u het wachtwoord vergeten, neem dan contact op met de I.C.Y. helpdesk via
[email protected]. Wij zullen u dan het wachtwoord opnieuw toesturen.
5
2
Het Dashboard
Wanneer u bent ingelogd, komt u op het Dashboard. Hier ziet u de samenvattingen van de planning en van alarmen. U kunt in het Dashboard niks instellen, maar het is bedoeld om snel een overzicht te krijgen van de actuele stand van zaken in uw vestiging(en).
2.1 Samenvatting Dagplanning In de ‘Samenvatting dagplanning’ kunt u snel zien wat de status is van alle vestigingen. Staat een vestiging bijvoorbeeld aangeven als ‘Aanwezig’ terwijl u weet dat de vestiging die dag gesloten is, dan kunt u snel zien dat u de planning van deze vestiging aan moet passen. Ook kunt u hierin zien wat de ˚C status is van de diverse vestigingen/locaties. Kan een locatie binnen een vestiging de ingestelde temperatuur niet halen, dan is dit snel te zien. Staat een status op rood: ‘Kan temperatuur niet halen’, dan kunt u via de overige medelingen en alarmen proberen te achterhalen wat de reden hiervan kan zijn.
2.2 Alarmen Hier ziet u in één overzicht snel welke alarmen er op dit moment zijn. Wilt u de status van deze alarmen wijzigen, dan kunt u hiervoor naar het gedeelte ‘Alarmen’ gaan binnen ICY-CC.
6
2.3 Systeemmededelingen Hier kunt u de volgende mededelingen te zien krijgen: Mededeling Server verbinding weg Bridge offline Neem in het geval van systeemmededelingen contact op met ICY-CC support - 088 123 1345
2.4 Apparaatmededelingen Hier krijgt u meldingen te zien wanneer er apparaten offline zijn en wanneer er bridge errors zijn. Wilt u offline apparaten bekijken en de status hiervan bewerken, ga dan naar het tabblad ‘Offline apparaten’ in het gedeelte alarmen van ICY-CC.
7
3 Planning De planning van de verschillende vestigingen/locaties is te bekijken per dag, week of maand. U kiest een weergave door op één van de tabbladen te klikken. U kunt door dagen, weken of maanden klikken met de datum navigatie bovenaan.
3.1 Planning bekijken per dag In de dagweergave gaat u telkens een week vooruit of terug wanneer u op de pijlen bij de navigatie klikt. U kunt vervolgens op de dag klikken waarop u de planning wilt bekijken of aanpassen.
In de dagweergave kunt u in detail de planning per dag zien voor iedere locatie binnen een vestiging. In de legenda onderaan ziet u wat de verschillende kleuren betekenen.
De vestiging als geheel geeft daarbij als het ware een samenvatting. Stel dat een vestiging over een bepaalde periode ‘Aanwezig laag’ en ‘Aanwezig hoog’ heeft ingesteld, dan geeft planning op vestigingsniveau alleen ‘Aanwezig’ aan door middel van een groene balk.
8
3.2 Planning bewerken per dag Per locatie wijzigen Wilt u een planning toevoegen voor één vestiging of locatie binnen die vestiging dan kan dat door over die locatie heen te zweven met de cursor. U ziet dan rechts op het scherm naast de planningsbalk van die vestiging de linkjes ‘Edit’ en ‘Wissen’ tevoorschijn komen. U kunt de planning voor die vestiging of locatie voor die dag wissen door op ‘Wissen’ te klikken. De planningsbalk voor die dag zal dan de hele dag op ‘Afwezig’ staan. Wilt u een planning invoeren voor die locatie, dan kan dat door te klikken op ‘Edit’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waar u wijzigingen kunt maken. U kunt ook een locatie aanvinken en vervolgens klikken op de knop ‘ Geselecteerde bewerken’. U krijgt dan hetzelfde dialoogvenster te zien.
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen Selecteer die vestigingen/locaties die u wilt bewerken door middel van de selectievakjes. Klik vervolgens op ‘Geselecteerde bewerken’.
De planning instellen of aanpassen Selecteer één of meerdere locaties zoals hierboven beschreven. Als er nog geen planning ingesteld is, dan is de planningsbalk in het dialoogvenster ‘Planning bewerken’ leeg. Als er verschillende planningen ingesteld waren voor de geselecteerde vestigingen of locaties, dan laat hij de planning zien van de bovenste geselecteerde locaties.
Een nieuw schakelmoment instellen Plaats een nieuw schakelmoment door een tijd in te stellen (uur en minuut) en een modus te kiezen (blauw: afwezig, oranje: aanwezig laag of rood: aanwezig hoog). Klik vervolgens op
9
de blauwe plus knop. Er verschijnt nu een marker met de kleur van de modus op de tijdbalk. Deze modus loopt dan automatisch door tot de volgende marker of als deze er niet is tot middernacht (24:00).
Een schakelmoment wijzigen Wilt u een ingesteld schakelmoment op een ander tijdstip laten plaatsvinden dan kan dat door de tijd aan te passen van dat schakelmoment of door de marker van dat schakelmoment op de tijdbalk te verslepen naar de gewenste tijd. Een schakelmoment verwijderen Wilt u een schakelmoment verwijderen, dan kan dat door op de blauwe min-knop te klikken rechts van dat schakelmoment.
Wijzingen opslaan De wijzigingen worden opgeslagen zodra u op ‘Opslaan’ klikt.
Herhalen van een bepaalde planning Wilt u de ingestelde planning voor die dag ook gebruiken voor andere dagen, dan kunt u een herhaling instellen. Bijvoorbeeld elke week op woensdag en donderdag. U kunt hier ook een start- en einddatum voor instellen.
Zodra u op ‘Opslaan’ klikt, wordt de planning verwerkt en losgekoppeld van de eventuele herhalingsreeks die u heeft ingesteld. U kunt deze dus niet als herhalingsreeks bewerken. Wel kunt u een nieuwe herhalingsreeks over de huidige heen plannen.
Zomerprogramma Wilt u het programma overrulen in de zomer, zodat de verwarming in de zomerperiode niet meer aan gaat, dan kan dat door de optie ‘Zomer’ aan te vinken. Het programma gaat dan niet verloren, maar wordt op non-actief gezet. Vinkt u de optie ‘Zomer’ weer uit, dan is het programma wat u ingesteld had weer actief.
10
3.3 Planning bekijken per week In de weekweergave gaat u telkens twee weken vooruit of terug wanneer u op de pijlen bij de navigatie klikt. U kunt vervolgens op het weeknummer klikken waarvan u de planning wilt zien.
In de weekweergave kunt u zien op welke dagen van die week men aan- of afwezig is. Wilt u in een bepaalde week snel een wijziging maken, bijvoorbeeld in verband met een vrije dag, dan kunt u dit hier snel wijzigen.
3.4 Planning bewerken per week In de weekweergave kunt u dagen op ‘Afwezig’ zetten als er een planning actief is voor die dagen. U kunt dus niet een dag op ‘Aanwezig zetten’ als deze op ‘Afwezig’ staat, omdat er in dat geval geen dagplanning bekend is voor die locatie voor die dag.
Per locatie wijzigen Wilt u de planning wijzigen voor één vestiging of locatie binnen die vestiging dan kan dat door over die locatie heen te zweven met de cursor. U ziet dan rechts op het scherm naast de planningsbalk van die vestiging de linkjes ‘Edit’ en ‘Wissen’ tevoorschijn komen. U kunt de planning voor die vestiging of locatie voor die week wissen door op ‘Wissen’ te klikken. De
11
planningsbalk voor die dag zal dan de hele week op ‘Afwezig’ staan. Wilt u dagen in deze week op ‘Afwezig’ zetten, dan kan dat door te klikken op ‘Edit’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waarin u wijzigingen kunt maken.
U kunt ook een locatie aanvinken en vervolgens klikken op de knop ‘ Geselecteerde bewerken’. U krijgt dan hetzelfde dialoogvenster te zien.
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen Selecteer die vestigingen/locaties die u wilt bewerken door middel van de selectievakjes. Klik vervolgens op ‘Geselecteerde bewerken’.
De hele week in een keer op afwezig zetten U kunt voor iedere locatie een hele week in één keer op afwezig zetten door over de tijdbalk van een locatie heen te zweven met de cursor. Aan de rechterkant verschijnt dan de knop ‘Wissen’. Hiermee zet u deze locatie voor de hele week op afwezig.
De planning aanpassen Selecteer één of meerdere locaties zoals hierboven beschreven. Dagen waarop de planning als ‘Aanwezig’ staat ingesteld zijn groen, de overige dagen zijn blauw. Door op de groene vlakjes te klikken van die dagen die op ‘Aanwezig’ staan, worden deze vlakjes blauw en is de planning voor die dag voor de geselecteerde locaties dus op ‘Afwezig’ gezet. Druk op ‘Opslaan’ om de wijzigingen op te slaan.
3.5 Planning bekijken per maand In de maandweergave gaat u telkens een maand vooruit of terug wanneer u op de pijlen bij de navigatie klikt.
In de maandweergave kunt u zien op welke dagen van die maand men aan- of afwezig is. Wilt u in een bepaalde maand snel een wijziging maken, bijvoorbeeld in verband met een vrije dag, dan kunt u dit hier snel wijzigen.
12
3.6 Planning bewerken per maand In de maandweergave kunt u dagen op ‘Afwezig’ zetten als er een planning actief is voor die dagen. U kunt dus niet een dag op ‘Aanwezig zetten’ als deze op ‘Afwezig’ staat, omdat er in dat geval geen dagplanning bekend is voor die locatie voor die dag.
Per locatie wijzigen Wilt u de planning wijzigen voor één vestiging of locatie binnen die vestiging dan kan dat door over die locatie heen te zweven met de cursor. U ziet dan rechts op het scherm naast de planningsbalk van die vestiging de linkjes ‘Edit’ en ‘Wissen’ tevoorschijn komen. U kunt de planning voor die vestiging of locatie voor die maand wissen door op ‘Wissen’ te klikken. De planningsbalk voor die dag zal dan de hele maand op ‘Afwezig’ staan. Wilt u dagen in deze maand op ‘Afwezig’ zetten, dan kan dat door te klikken op ‘Edit’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waarin u wijzigingen kunt maken. U kunt ook een locatie aanvinken en vervolgens klikken op de knop ‘ Geselecteerde bewerken’. U krijgt dan hetzelfde dialoogvenster te zien.
13
Meerdere locaties/vestigingen tegelijkertijd wijzigen Selecteer die vestigingen/locaties die u wilt bewerken door middel van de selectievakjes. Klik vervolgens op ‘Geselecteerde bewerken’.
De hele maand in een keer op afwezig zetten U kunt voor iedere locatie een hele maand in één keer op afwezig zetten door over de tijdbalk van een locatie heen te zweven met de cursor. Aan de rechterkant verschijnt dan de knop ‘Wissen’. Hiermee zet u deze locatie voor de hele maand op afwezig.
De planning aanpassen Selecteer één of meerdere locaties zoals hierboven beschreven. Dagen waarop de planning als ‘Aanwezig’ staat ingesteld zijn groen, de overige dagen zijn blauw. Door op de groene vlakjes te klikken van die dagen die op ‘Aanwezig’ staan, worden deze vlakjes blauw en is de planning voor die dag voor de geselecteerde locaties dus op ‘Afwezig’ gezet. Druk op ‘Opslaan’ om de wijzigingen op te slaan.
14
4 Apparaatbeheer In apparaatbeheer kunt u apparaten uitlezen en instellen. U kunt hier kiezen voor plattegrondweergave of voor weergave van de apparaten in een lijst.
4.1 Apparaten uitlezen en instellen vanaf een plattegrond In de plattegrondweergave van apparaatbeheer ziet u alle aangesloten apparaten op de plattegrond van de geselecteerde vestiging. Bovenin het venster kunt u kiezen welke apparaten u wilt zien, zoals bijvoorbeeld Thermostaten of Transceivers. De desbetreffende thermostaten zijn op de plattegrond gepositioneerd op de plaats waar deze ook daadwerkelijk geïnstalleerd zijn. Wilt u de instellingen van een apparaat bewerken, klik dan op het desbetreffende apparaat op de plattegrond.
Ingestelde temperatuur van een thermostaat wijzigen of uitlezen Klik op de thermostaat die u wilt uitlezen of bewerken. U krijgt dan een dialoogvenster te zien met de titel van die locatie (bijvoorbeeld werkplaats). U ziet de huidig gemeten temperatuur en de ingestelde temperatuur. U kunt de ingestelde temperatuur wijzigen. De thermostaat houdt deze temperatuur aan tot het eerstvolgende schakelmoment zoals dat geprogrammeerd is in de planning. U kunt op deze manier de temperatuur van een thermostaat dus tijdelijk omhoog of omlaag zetten. Wilt u de algemene ‘Aanwezig laag’, ‘Aanwezig hoog’ of ‘Afwezig’ temperaturen wijzigen voor deze thermostaat, dan doet u dat in de apparatenlijst weergave.
15
4.2 Apparaten uitlezen en instellen vanuit de apparatenlijst weergave In de apparatenlijst weergave kunt u alle algemene instellingen van apparaten instellen en wijzigen.
Selecteer de vestigingen of losse locaties waarvan u de apparaten wilt bewerken. Klik daarna op ‘Geselecteerde bewerken’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waarin u alle instellingen voor de daar aangesloten apparaten kunt wijzigen.
Instellingen van thermostaten wijzigen Selecteer de locaties die u wilt bewerken zoals hierboven beschreven. Klik vervolgens in het dialoogvenster dat u te zien krijgt op het tabblad ‘Thermostaten’ (of Verwarming).
Wilt u alle thermostaten van de geselecteerde locaties dezelfde instellingen geven, vink dan de optie ‘Alles in één keer bewerken’ aan. Alle locaties vouwen dan op tot één bewerkingsveld.
16
Wilt u dit niet, dan kunt u deze optie uitgevinkt laten en alle locaties afzonderlijk instellen. Pas de instellingen naar uw wensen aan en klik vervolgens op opslaan.
Vorstalarm instellen Selecteer de locaties die u wilt bewerken zoals aan het begin van dit hoofdstuk is beschreven. Klik vervolgens in het dialoogvenster dat u te zien krijgt op het tabblad ‘Transceivers’.
Wilt u alle transceivers van de geselecteerde locaties dezelfde instellingen geven, vink dan de optie ‘Alles in één keer bewerken’ aan. Alle locaties vouwen dan op tot één bewerkingsveld. Wilt u dit niet, dan kunt u deze optie uitgevinkt laten en alle locaties afzonderlijk instellen. Vink de optie ‘Vorstalarm’ aan. Stel vervolgens een temperatuur in. De Transceiver zal een alarm genereren wanneer de gemeten temperatuur bij de Transceiver onder deze temperatuur komt.
Stroomuitval alarm instellen. Selecteer de locaties die u wilt bewerken zoals aan het begin van dit hoofdstuk is beschreven. Klik vervolgens in het dialoogvenster dat u te zien krijgt op het tabblad ‘Transceivers’. Wilt u alle transceivers van de geselecteerde locaties dezelfde instellingen geven, vink dan de optie ‘Alles in één keer bewerken’ aan. Alle locaties vouwen dan op tot één bewerkingsveld. Wilt u dit niet, dan kunt u deze optie uitgevinkt laten en alle locaties afzonderlijk instellen. Vink de optie ‘Stroomuitval alarm’ aan. De Transceiver zal nu een alarm genereren wanneer de stroom is uitgevallen op de elektragroep waarop de Transceiver is aangesloten.
17
5 Alarmen Bovenin de navigatie kunt u zien of er nieuwe alarmen zijn en hoeveel dit er zijn. Dit is aangegeven door een getal in een rode cirkel. Zijn er geen alarmen, dan ziet u deze cirkel niet.
5.1 Actuele alarmen In de tabblad ‘Actuele alarmen’ ziet u alle alarmen die actief zijn. Hierbij is aangegeven wanneer het alarm is ontstaan, in welke vestiging het alarm is gegenereerd, de locatie binnen de vestiging en het apparaat dat het alarm gegenereerd heeft.
Heeft u de oorzaak van het alarm opgelost, dan kunt u het alarm uit het overzicht vewijderen. Selecteer hiervoor die alarmen die u wilt verwijderen door de selectievakjes voor het alarm aan te vinken. Klik vervolgens op de knop ‘Verwijder Geselecteerde’. Wilt u alle allarmen in één keer verwijderen, vink dan het selectievakje voor ‘Alles selecteren’ aan en klik vervolgens op ‘Verwijder geselecteerde’.
18
5.2 Offline apparaten Onder het tabblad ‘Offline Apparaten’ kunt u zien welke apparaten niet gedetecteerd worden door het netwerk. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat iemand een stekker eruit heeft getrokken of dat er een defecte zender is.
Wanneer er offline apparaten zijn, probeer dan eerst te achterhalen of iemand een wijziging heeft gemaakt bij een apparaat. Komt u er via deze weg niet achter wat de oorzaak van het probleem is, laat dan de beheerder contact opnemen met ICY via 088 123 1345 of
[email protected].
Status wijzigen van de melding ‘Offline Apparaten’ Is bekend wat de oorzaak is, dan kunt u de status van een apparaat wijzigen van onbekend naar ‘Negeren’ of Vervangen’. ‘Negeren’ betekent dat de status bekend is en dat het alarm dus genegeerd kan worden. ‘Vervangen’ betekent dat het desbetreffende apparaat vervangen moet worden. Om een status te wijzigen, selecteert u die meldingen die u wilt wijzigen door het selectievakje voor die melding aan te vinken. Klik vervolgens op ‘Geselecteerde bewerken’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waarin u de status kunt wijzigen.
19
Daarnaast kunt u een oorzaak invullen van de melding. Typ hier eventueel een tekst die u later helpt om te herinneren wat er aan de hand was met dit apparaat. Klik op ‘Opslaan’ om de wijzigingen op te slaan.
20
6
Meterstanden opvragen
Om de meterstanden op te vragen klikt u op het pijltje links naast uw gebruikersnaam.
Klik vervolgens op ‘Meterstanden’. U krijgt dan een dialoogvenster te zien waarin u de start- en einddatum in kunt vullen.
Kies de periode waarover u de meterstanden op wilt vragen en klik vervolgens op ‘Opslaan’. ICY-CC Facility Management slaat deze meterstanden op als een ‘comma seperated file’. U kunt dit bestand importeren in Excel om hier verdere analyses mee te doen.
21
22
Support +31 (0)88 123 1345
[email protected] © I.C.Y. B.V. 2015 23