VAKBLAD OVER ICT IN DE ZORG
JAARGANG 14 | NUMMER 4 | AUGUSTUS 2013 | WWW.ZORGVISIE.NL/ICT
6 Acuut Zorgportaal Direct zicht op de beschikbare capaciteit
12 Helder declareren
ict
DOT brengt relatie kosten en kwaliteit in beeld
24 Digitaal schriftje
Ouders betrekken bij hun kinderen op de groep
AB BAKKER
‘Ziekenhuizen zijn overgeleverd aan grillen van leveranciers’ ICT_13_04_p01-02-Cover.indd Sec1:1
8/6/2013 1:00:56 PM
A Perfect Match.
Positively match patients with their medical records and treatment plans..
The GryphonTMM 4000-HC 4000 HC series has h Disinfectant-Ready enclosures ures treated with anti-microbial anti-m additives. Together with the LYNXTM PDA, they are the perfect 1D and 2D bar code rea readers for healthcare applications! Contact us today for a product demonstration or for more information!
[email protected] - +31 (0)345 589 460 – www.datalogic.com DATALOGIC IS A LEADING PROVIDER OF BAR CODE READERS AND MOBILE COMPUTERS FOR RETAIL, INDUSTRIAL AND HEALTHCARE APPLICATIONS WORLDWIDE.
ICT_13_04_p01-02-Cover.indd Sec1:2
8/6/2013 1:01:17 PM
INHOUD
!
COLOFON Hét vakblad voor professionals in de zorg verschijnt zes keer per jaar. Daarnaast is er de gratis wekelijkse e-mail nieuwsbrief van Zorgvisie ict. Zorgvisie ict is een uitgave van Reed Business Media, Maarssen. Dertiende jaargang, nummer 4, augustus 2013. REDACTIEADRES Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Telefoon: (020) 5159722 E-mail:
[email protected] www.ictzorg.com REDACTIE Eric Bassant (hoofdredacteur) MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Mario Gibbels, Mariska Klooster, Carel Goslings, Frank de Groot, Loek Kusiak, Frank van Wijck, Jo Bollen, Ron van den Bosch, Mirjam Hulsebos ONTWERP EN VORMGEVING Twin Media bv, Culemborg FOTOGRAFIE EN ILLUSTRATIES Farhad Foroutanian, Mario Gibbels, Allard de Witte, Jeannette Schols, Nout Steenkamp UITGEVER Ben Konings DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIES Informatie over tarieven en afsluitdata Rewina Ratiram, tel. (020) 515 9855
[email protected] Aanleveren materiaal:
[email protected] ABONNEMENTEN Reed Business bv, Klantenservice, Postbus 4, 7000 BA, Doetinchem, tel: +31 (0314) 35 83 58 E-mail:
[email protected] www.reedbusiness.nl Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij onze klantenservice wordt opgezegd via telefoonnummer 0314-358358. Kies voor optie ‘vraag over het abonnement’ en vervolgens de optie ‘abonnement opzeggen’. PRIJZEN jaarabonnement particulieren 169,68 euro en losse nummers 26,67 euro. Geïnteresseerd in een instellingsabonnement? Neem dan contact op met onze klantenservice, via
[email protected] Alle prijzen zijn inclusief BTW en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.
10 8 18
WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Uw opgegeven gegevens kunnen worden gebruikt voor het toezenden van informatie en/of speciale aanbiedingen door Reed Business bv en speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u een brief naar: Reed Business Media, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doetinchem.
!
ARTIKELEN 6
Acuut Zorgportaal Meldkamer en ziekenhuizen in de regio Amsterdam hebben dankzij het Acuut Zorgportaal direct zicht op de beschikbare capaciteit.
8
iPad in plaats van huisbezoek Bij zorgorganisatie Siza stappen de begeleiders wat minder vaak in de auto. Ze bevorderen de zelfredzaamheid van cliënten via de iPad.
12
Kosten en kwaliteit gekoppeld met DOT Nu de overgang van dbc naar DOT is gerealiseerd, is er ruimte om de relatie tussen kosten en kwaliteit in beeld te brengen.
ISSN: 1567-8148 Copyright: Copyright Reed Business bv AUTEURSRECHT EN AANSPRAKELIJKHEID Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijzen, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
30 UITGELICHT
24 Digitaal schriftje vergroot betrokkenheid ouders In het kader van In voor Zorg! is bij zorginstelling Kentalis het digitaal schriftje ingevoerd. Ouders zien nu wat hun kinderen op de groep doen.
30
INTERVIEW 18
16
Direct zicht op de personeelskosten Zorginstelling Amerpoort bespaart bijna een miljoen euro dankzij invoering van de module Budget en Control.
22
De top is in zicht Het UMC Utrecht heeft volgens de HIMSS het op één na hoogste niveau behaald wat betreft automatisering van de zorg.
28
In alle soorten en maten Menig zorgportaal kwam aan bod tijdens het tweede ict-congres van het Julius Centrum UMCU.
Mobiel werken De bewonersconsulenten van Woonzorg Nederland hebben alle informatie bij de hand op hun tablet-pc’s.
Spijt over verkoop van Hiscom Oud-hoogleraar Ab Bakker stond aan de wieg van het eerste ziekenhuisinformatiesysteem in Nederland. Achteraf gezien hadden de ziekenhuizen dit zis nooit moeten verkopen, vindt hij nu.
RUBRIEKEN 4 34
Nieuws ictkort Recensie apps
COLUMNS 15 23
Jo Bollen Ron van den Bosch
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p03_Inhoud.indd 3
3 8/6/2013 1:02:04 PM
ICTKORT NIEUWSFLITS
ROBOT Robotchirurgie kost veel geld maar overtuigend bewijs voor de effectiviteit ontbreekt vooralsnog. Dat stellen vier artsen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. !!
!
Oudere medewerkers staan meer open voor beeldzorg Het zijn niet de jonkies die met de smartphone in de hand zijn opgegroeid, maar de oudere thuiszorgmedewerkers die het meest open staan voor beeldzorg. Dat blijkt uit onderzoek van het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg van de Hogeschool Utrecht.
ONTEVREDEN
Huisartsen zijn in hun samenwerking met ziekenhuizen het minst tevreden over de communicatie en informatievoorziening. Dat blijkt uit onderzoek van dataverwerker MediQuest. !!
ZORGPAD
Ziekenhuis Gelderse Vallei heeft het zorgproces van zijn patiënten geautomatiseerd met behulp van de workflowmodule van MI Consultancy. !!
FOTO’S
Een app, Figure1, uit Canada geeft artsen de mogelijkheid om foto’s van aandoeningen met elkaar te delen en te bespreken. !!
BRIL
Sony heeft een apparaat ontwikkeld dat artsen als een bril kunnen opzetten tijdens een endoscopische verrichting. Zij kunnen dan zowel de videobeelden als het ‘werkveld’ bekijken.
4
Het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg ontwikkelde een vragenlijst om de acceptatie van beeldzorg bij zorgmedewerkers te onderzoeken. Daarbij werden de medewerkers ingedeeld in verschillende ‘technologiegeneraties’: mensen die opgroeiden in de jaren zeventig maakten de komst van de tv in de huiskamer mee, mensen uit de jaren tachtig waren getuige van de opkomst van de pc en de kinderen van nu groeien op met de ervaring dat overal apps voor zijn.
In de zomer van vorig jaar werden de vragenlijsten verspreid over verschillende thuiszorginstellingen in Midden- en ZuidNederland. Uiteindelijk vulden 207 thuiszorgmedewerkers de vragenlijst in. De verwachting van de onderzoekers was dat de tijd waarin iemand opgroeit bepalend is voor zijn ‘behendigheid’ met nieuwe apparaten. En dat zou ook weer van invloed zijn op de acceptatie van nieuwe technologie, zoals bijvoorbeeld beeldzorg.
Tot verrassing van de onderzoekers blijkt echter de groep thuiszorgmedewerkers die is geboren tussen 1960 en 1970, de ‘tv-generatie’, het meest open te staan voor beeldzorg. Een verklaring hebben ze niet omdat er geen interviews zijn gehouden. Tijdens een informeel gesprek met een van de onderzoekers vertelde een thuiszorgmedewerker dat ze na zoveel jaren fietsen door de wijk het prima vindt om haar verdere carrière zittend achter de computer door te brengen. (MG)
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p04_05_Kort.indd 4
8/6/2013 1:02:40 PM
REDACTIONEEL
Digitaal dorpsplein Waarom zou je als zorgorganisatie een eigen community voor je cliënten oprichten. De Zorggroep uit Limburg besloot zich, na een gebruikersonderzoek, aan te sluiten bij een al bestaand initiatief voor een digitaal zorgplein. Waaraan moet een digitale community voldoen wil ze aantrekkelijk zijn voor 65-plussers? Die vraag stelde De Zorggroep zich vorig jaar. De Limburgse zorgorganisatie wilde namelijk door middel van zo’n community het sociale netwerk van 65-plussers in hun zorggebied versterken zodat ze langer zelfstandig thuis konden blijven wonen. De Zorggroep was in 2012 al gestart met een digitale community onder de naam GroeneKruisPAL4. De community liep echter niet zo goed en De Zorggroep besloot daarom een gebruikersonderzoek te houden. Belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat er voor de doelgroep voldoende te halen moet zijn op een website. Daarnaast moet een website natuurlijk simpel en gebruiks-
vriendelijk zijn. Nog een randvoorwaarde is dat de site mogelijkheden moet bieden om informatie uit te wisselen over activiteiten in de buurt. Toen de leverancier van de community GroeneKruisPAL4 besloot de stekker eruit te trekken, gooide De Zorggroep het over een andere boeg: ze sloten zich aan bij Portal Kessel, een al bestaand initiatief van tandarts Rein de Wit uit Kessel. Portal Kessel moet een digitaal dorpsplein worden waar inwoners, verenigingen, ondernemers, dienstverleners en de gemeente elkaar kunnen opzoeken. Belangrijkste voordeel van Portal Kessel is dat er voldoende te halen is, zodat er genoeg bezoekers zijn waardoor het voor organisaties als De Zorggroep aantrekkelijk is om hun diensten aan te bieden. (MG)
Verpleegkundigen en ict Verpleegkundigen hebben nog steeds weinig invloed op de ict waar ze dagelijks mee werken. Althans dat is het geval in Groot Britannië. Er is echter weinig aanleiding om te verwachten dat het in Nederland veel anders is gesteld. De Royal College of Nursing heeft een enquête gehouden onder haar leden. Daaruit blijkt dat ongeveer de helft van de verpleegkundigen zegt dat hun niets is gevraagd over de invoering van ict-systemen waar ze zelf mee moeten werken. Uit de enquête blijkt ook dat veel verpleegkundigen nog pc’s moeten delen met collega’s in plaats van dat ze beschikken over bijvoorbeeld handige tablets die ze aan het bed kunnen gebruiken. 35 pro-
ICT_13_04_p04_05_Kort.indd 5
cent geeft aan dat ze onvoldoende toegang hebben tot ict-middelen voor hun werk. De Royal College of Nursing doet dan ook een oproep in het rapport Positioning nursing in a digital world om de verpleegkundigen meer te betrekken bij het ict-beleid in de zorg. Dat zorgt er waarschijnlijk ook voor dat verpleegkundigen zich meer betrokken gaan voelen bij de invoering van e-health in de zorg. (MG)
Achteraf gezien ACHTERAF IS HET ALTIJD GEMAKKELIJK praten. Had toenmalig directeur Ab Bakker in 1998 beter gelet op die opgetrokken wenkbauw van Pierre Vinken toen hij hem vertelde over de voorgenomen verkoop van Hiscom aan Baan, dan had hij zich misschien nog een keer bedacht en was de verkoop niet doorgaan. Daarna is het met de toen nog veruit grootste zis-leverancier in Nederland stap voor stap bergafwaarts gegaan. ‘Achteraf gezien hadden we het natuurlijk nooit moeten doen’, geeft Bakker nu toe. Dan waren de Nederlandse ziekenhuizen niet overgeleverd geweest aan de grillen van de zis-leveranciers, maar hadden ze nog hun eigen systeem gehad. En met het geld dat de ziekenhuizen tegenwoordig aan ict spenderen, zou met gemak een state-of-the-art zis draaiende gehouden kunnen worden, aldus Bakker. Bakker heeft er echter nooit een nacht minder om ges geslapen. o ape . Op dat moment vond iedereen, beste oplossing. Interessanter is ook hij, het de be ziekenhuizen de vraag welke mogelijkheden m nog hebben om minder afhankelijk te worden zis-leveranciers. van de zis-leve Bakker geeft een voorzetje. Je zou als ziegezamenlijk bepaalde onderdelen, kenhuizen gez bijvoorbeeld een ee PACS, kunnen ontwikkelen. Eventueel met m behulp van open source. weet wat voor moois daar uit kan En wie w voortkomen. voortkom Gezamenlijke inkoop is een gepasGeza seerd sstation. De academische ziekenhuizen hebben de kans gehad om samen op te trekken bij de keuze van nieuw zis. Op it hoef je je als zieeen n kenhuis toch niet te onderscheiden, kenhu stelt columnist Jo Bollen terecht. had de ziekenhuizen een sterHet h kere positie gegeven ten opzichte van de uitverkoren zis-leverancier meer mogelijkheden geboden en m samenwerking. De kans bestaat voor sa dat de acht academische ziekenechter da straks met vijf verhuizen str schillende zis-leveranwerken. De ciers werk vraag is nu of ze daar spijt van achteraf sp ERIC BASSANT hebben. ■ hoofdredacateur Zorgvisie ict
!
8/6/2013 1:02:43 PM
CAPACITEITSPLANNING
!
Zo snel mogelijk op de juiste plek Dankzij het Acuut Zorgportaal hebben de meldkamer en de ziekenhuizen in de regio Amsterdam direct zicht op de beschikbare capaciteit. Er is een oproep gedaan aan alle trauma- en acute zorgnetwerken om zich aan te sluiten. AUTEURS MARISKA KLOOSTER, CAREL GOSLINGS, FRANK DE GROOT FOTO ISTOCK
H
et Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam is door de minister van VWS aangewezen als traumacentrum en daarmee verantwoordelijk voor de coördinatie van de acute zorg in de regio. Onder de naam ‘TraumaNet AMC’ geeft het AMC invulling aan deze rol. TraumaNet AMC is het regionale netwerk van partners in de acute zorgketen – zoals ziekenhuizen, meldkamers en huisartsen – dat als doel heeft ervoor te zorgen dat de acute patiënt zo snel mogelijk op de juiste plaats de kwalitatief best mogelijke zorg ontvangt. En daarbij gaat het zowel om dagelijkse als opgeschaalde situaties zoals crises en rampen. Om dit doel te bereiken, is de directe beschikbaarheid van zorg cruciaal. Ambulance Amsterdam, waarin de meldkamer ambulancezorg en de ambulancedienst zijn verenigd, heeft in het verleden herhaaldelijk haar bezorgdheid uitgesproken over de veelvuldig afgekondigde opnamestops van de negen ziekenhuizen binnen hun verzorgingsgebied dat Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland omvat. Gegevens van Ambulance Amsterdam laten zien dat jaarlijks ongeveer 750 opnamestops bij de meldkamer worden gemeld. Dit zijn opnamestops voor de SEH, Traumakamer/Shockroom, CT-Trombolyse, EHH/CCU en OK. Hierdoor komt het voor dat een ambulance bij een ziekenhuis wordt geweigerd en door moet rijden naar een volgend ziekenhuis. De rit duurt hierdoor langer en de behandeling begint
6
Figuur 1 – Overzichtsscherm Acuut Zorgportaal
later, terwijl bij patiënten met een acute zorgvraag tijd vaak juist bepalend is voor het herstel.
Aandachtspunten Dit probleem is door het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) onderkend en heeft geleid tot een gemeenschappelijke notitie Stops van ziekenhuizen in de ROAZ regio’s TraumaNet AMC en het Netwerk Acute Zorg, regio VUmc. De belangrijkste aandachtspunten in deze notitie zijn de procedure voor het afkondigen van opna-
mestops en de communicatie met de meldkamer en de andere ziekenhuizen in de regio. De wens om de regionale situatie te verbeteren sluit direct aan bij het programma e-Spoed van het Nederlands Instituut voor ICT in de Zorg (Nictiz) dat tot doel heeft om de informatievoorziening binnen de acute zorgketen te verbeteren. Inzicht in de pre-hospitale capaciteit is hierbij een van de aandachtsgebieden. In dit kader is Nictiz in 2012 samen met TraumaNet AMC en het ict-bedrijf Finalist
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p06-07_SocialMedia.indd 6
8/6/2013 1:04:03 PM
interne procedures correct zijn doorlopen. Het automatisch aflopen en de mailingfunctie waren wensen van de eindgebruikers naar aanleiding van de praktijktest.
Rapportage
Figuur 2 – Opnamestop melden
gestart met de ontwikkeling van de applicatie ‘Acuut Zorgportaal’. Het Acuut Zorgportaal is zo ontwikkeld dat in één oogopslag de beschikbare regionale capaciteit van acute zorg inzichtelijk is. In figuur 1 is het overzichtsscherm te zien waarin dit zowel grafisch (een landkaart met groene en rode pins voor de ziekenhuizen) als tekstueel (een lijst met de belangrijkste informatie) wordt getoond. Bij de functionaliteit van de applicatie is uitgegaan van de gemaakte afspraken uit de genoemde ROAZ notitie. In Figuur 2 is het scherm te zien waar de ziekenhuizen een opname stop melden. Zo kunnen ziekenhuizen momenteel vijf verschillende soorten opnamestops melden (SEH, Traumakamer/Shockroom, CT-Trombolyse, EHH/CCU, OK) waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen geplande (voorziene stops, bijvoorbeeld door onderhoud) en niet geplande (door acute disbalans in vraag en aanbod) stops. Bij het melden van een opnamestop moet worden aangegeven wat de reden van de stop is en welke gemandateerde functionaris de stop afkondigt. Verder moet een verwachte eindtijd worden ingevoerd. De opnamestops lopen automatisch af bij het bereiken van deze eindtijd. Ook is de automatische verzending van een mail ingebouwd naar een algemeen e-mailadres van het betreffende ziekenhuis. Dit om na te kunnen gaan of de
Het voordeel van het Acuut Zorgportaal is dat niet alleen de meldkamer zicht heeft op de beschikbare capaciteit van de ziekenhuizen in de regio, maar dat dit ook voor de ziekenhuizen onderling inzichtelijk is. Ieder ziekenhuis kan zelf een rapportage maken over een bepaalde periode waarin het aantal opnamestops van dat ziekenhuis is terug te vinden. Hierbij wordt alle relevante informatie over de opnamestops getoond, zoals het type stop (gepland / ongepland), het soort, de duur en de reden. Met behulp van de rapportage kan de daadwerkelijke duur van de opnamestop vergeleken worden met de normtijden die zijn vastgesteld in de notitie. Zo heeft een Shockroom/Traumakamer-stop een normtijd van 1 uur. Naast deze individuele ziekenhuis-rapportage kan het traumacentrum een regionale rapportage uitdraaien waarin alle opnamestops uit de regio worden getoond. In de regio TraumaNet AMC is afgesproken dat deze rapportage periodiek wordt gepresenteerd en besproken tijdens het ROAZ.
Praktijktest Om de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid goed te kunnen beoordelen, is de applicatie binnen het verzorgingsgebied van Ambulance Amsterdam in de praktijk getest. Uit de evaluatie van de praktijktest blijkt dat de gebruikers positief zijn over het Acuut Zorgportaal en dat iedereen de meerwaarde van de applicatie ziet. Het is een gebruiksvriendelijke applicatie die er qua vormgeving overzichtelijk uit ziet. Alle betrokken partijen blijven de applicatie gebruiken om stops te melden. De andere meldkamers en ziekenhuizen uit Noord-Holland en Flevoland sluiten na de zomer op het Acuut Zorgportaal. Landelijk is er ook aandacht voor dit onderwerp. Begin dit jaar heeft Nictiz een landelijke bijeenkomst georganiseerd waar de applicatie is gepresenteerd. Aan alle trauma- en acute zorgnetwerken in
IN ÉÉN OOGOPSLAG IS DE BESCHIKBARE CAPACITEIT INZICHTELIJK
DEELNEMERS TRAUMANET AMC Naast de meldkamer participeren de volgende ziekenhuizen in de praktijktest: - AMC, Amsterdam - Amstelland ziekenhuis, Amstelveen - BovenIJ ziekenhuis, Amsterdam - Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam - Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam - Slotervaart ziekenhuis, Amsterdam - VU medisch centrum, Amsterdam - Waterlandziekenhuis, Purmerend - Zaans Medisch Centrum, Zaandam
Nederland is dan ook een oproep gedaan om aan te sluiten op het Acuut Zorgportaal. Inmiddels is er vanuit diverse regio's interesse en worden voorbereidingen getroffen voor een praktijktest. De applicatie heeft zijn meerwaarde tijdens de praktijktest in Amsterdam bewezen en kan in de toekomst ook bruikbaar zijn in situaties waarbij meerdere slachtoffers van een ramp over de regio moeten worden verspreid. Het afkondigen van opnamestops is geen typisch Amsterdams probleem, al speelt de hoge dichtheid van ziekenhuizen in deze regio wel een rol. Echter, ieder ziekenhuis heeft een beperkte behandelcapaciteit en als deze volledig benut is, is het van belang om dat te communiceren naar de meldkamer en de andere ziekenhuizen. Op die manier zorgt de hele keten er gezamenlijk voor dat de patiënt met een acute zorgvraag daadwerkelijk zo snel mogelijk op de juiste plek komt. ! Mariska Klooster, Stafadviseur TraumaNet AMC; Carel Goslings, Medisch hoofd TraumaNet AMC; Frank de Groot, Manager TraumaNet AMC
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p06-07_SocialMedia.indd 7
7 8/6/2013 1:04:04 PM
E-HEALTH
!
Achter het scherm in plaats van in de auto Meer beeldcontact via de iPad en minder huisbezoek bevordert de zelfstandigheid en privacy van cliënten, zo is de ervaring van zorgorganisatie Siza. Het scheelt bovendien in de kosten. AUTEUR LOEK KUSIAK BEELD JEANNETTE SCHOLS
Z
onder iPad voor het contact met haar cliënten kan Esther Berends zich haar werk niet meer voorstellen. Ze is bij de zorgorganisatie Siza ambulant begeleider van zelfstandig wonende cliënten met een licht verstandelijke of lichamelijke handicap. ‘Beeldbelafspraken met de iPad geven de cliënt veel meer bewegingsvrijheid en regie over zijn of haar leven. Vanaf elke gewenste plek kan er face-to-face contact zijn tussen mij en de cliënt. Al pratende ontdek je snel of voor dat moment voldoende aan de wens van de cliënt tegemoet is gekomen. Ik kan goed inschatten hoe het met iemand gaat. En anders spring ik alsnog in de auto voor een huisbezoek. De wens van de cliënt blijft leidend. Ander voordeel: mijn reiskilometers zijn gehalveerd, omdat mijn routes nu veel handiger lopen. De gewonnen tijd heb ik eindelijk kunnen gebruiken voor kennisuitwisseling met collega’s, training, deskundigheidsbevordering. Dat was er steeds bij ingeschoten.’ Ook haar collega Geurt van Ledden ziet louter voordelen van de iPad in de ambulante ondersteuning. ‘Vroeger stelden cliënten hun hulpvraag uit tot het moment waarop de begeleider voor de deur stond. Nu zie je een omgekeerde beweging: cliënten wachten niet, maar nemen met hun iPad zelf het initiatief. Ze durven stappen te zetten. Als je met drie jaar
8
geleden gezegd had dat de iPad voor een belangrijk deel de toekomst van de ambulante zorg ging bepalen, had ik je voor gek verklaard. Veel cliënten vinden het zelfs stoer om zo’n ding te hebben en gebruiken hem ook in contacten met kennissen en familie. Hun wereld wordt groter. De iPad is voor de cliënt een digitaal maatje geworden, dat helpt bij het structureren van zijn leven. Het is een prima aanvulling en alternatief voor het persoonlijke contact bij de cliënt thuis. Dat persoonlijke contact blijft, maar is minder frequent. Vroeger zat ik twee keer per week met een cliënt thuis te praten. Dat tweede contact heb ik nu opgeknipt in twee keer één kwartier beeldcontact. Door deze tijdwinst kan ik meerdere cliënten bedienen in dezelfde werktijd en zijn er ook meer contactmomenten per week.’
Eigen voordeur
iPads plaats onder 40 zelfstandig wonende cliënten in Ede en Doetinchem. De pilot vond plaats in samenwerking met Focus Cura – bedenker en ontwikkelaar van de technologie voor tablets in de zorg PAL4, de Personal Assistent 4 Life – en moest duidelijk maken of de ambulante begeleiding deels ook via beeldscherm kon verlopen. Cliënten kregen de iPad in bruikleen. ‘Het inzetten van deze technologie,’ zegt projectleider beeldschermzorg Joukje Janssen, ‘is mede noodzakelijk door de verschuiving van AWBZ naar Wmo, en door veranderingen in zorgwaartepakketten (zzp’s). Van meer cliënten wordt verwacht dat ze zich extramuraal kunnen redden, voor zichzelf kunnen zorgen, werk vinden. Voor een aantal van hen is deze omslag naar meer eigen verantwoordelijkheid en participeren in de maatschappij een hele kluif. Tegelijk wordt van zorgverleners verwacht dat ze met minder mensen meer zorg bieden. Dat legt druk op de begeleiding. De iPad is dan een ideaal hulpmiddel om snel vragen te beantwoorden. In Ede en Doetinchem zijn de iPads ook uitgerust met een knop voor verbinding met de thuiszorgcentrale van Sensire, zodat ook in urgente situaties ondersteuning aanwezig is.’
‘DE IPAD IS VOOR DE CLIËNT EEN DIGITAAL MAATJE GEWORDEN’
Circa 800 cliënten van Siza die individueel wonen – eigen voordeur, zelf je maaltijd koken, werk of dagbesteding – worden daarin ondersteund door ambulante begeleiders. Voor een aantal van hen zijn de huisbezoeken van twee à drie keer per week een uur verleden tijd. De iPad vervangt voor een deel het thuisbezoek. In het voorjaar vond een pilot met
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p08-11_Ehealth.indd 8
8/6/2013 1:04:27 PM
Esther Berends: ‘De wens van de cliënt blijft leidend’
Na enkele maanden proefdraaien met de iPads in Ede en Doetinchem bleek de tevredenheid over het nieuwe communicatiemiddel bij zowel begeleiders als cliënten zo groot dat besloten is het aantal cliënten dat met iPads wordt uitgerust uit te breiden tot 120. Joukje Janssen: ‘Aanvankelijk waren we bang dat cliënten heel veel zouden inloggen, gewoon ook uit nieuwsgierigheid om met zo’n apparaat wat te spelen. Dat is niet gebeurd, net zo min als er iPads zijn kwijtgeraakt. Ook de bediening, het omgaan met knoppen en gebruik van functies, hadden de meesten heel snel in de vingers.’ John Olde Olthof, binnen de directie van Siza verantwoordelijk voor onder meer ict: ‘Met technologie streven we meer kwaliteit van leven en zelfstandigheid voor de cliënt na, een betere dienstverlening door frequenter cliëntcontact en kostenbesparing.’ In dunbevolkte regio’s van het werkgebied namen door het gebruik van iPads de reiskilometers al heel snel af. Of er tegen-
stand was van begeleiders tegen de iPad omdat daardoor wellicht het contact een onpersoonlijker karakter zou krijgen? Olde Olthof: ‘Daar is rekening mee gehouden door in de pilot, voordat je überhaupt van een business case kunt spreken, bewust te beginnen met begeleiders en cliënten die geïnteresseerd waren in deze vorm van communicatie. Hun positieve ervaringen maakten enthousiasme bij de anderen los, olievlekwerking dus. Cliënten zien de iPad ook als stimulans om hun netwerk aan contacten uit te breiden, via Facebook bijvoorbeeld. Daardoor hebben ze, zo blijkt, hun hulpverleners ook weer minder nodig.’
in de ambulante begeleiding. ‘En we hebben nu een pilot in de startblokken staan om voor cliënten het gebruiksgemak en de informatieservice van de iPad te verbreden met speciale apps, vertelt Olthof. Denk daarbij aan apps met informatie over zelfstandig reizen, bankieren, zelfstandig koken, boodschappen doen. We beginnen hiermee in Arnhem en Tilburg, waar Siza voorzieningen heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel en cliënten met een lichte verstandelijke beperking. De apps ontwikkelen we samen met cliënten en belangenbehartigers als de Afasie Vereniging Nederland. Ook willen we voor begeleiders en cliënten het patiëntendossier via de tablet ontsluiten.’ Technologie wordt sowieso, mede om besparingen in de zorgfinanciering te
‘DOORDAT ER AFSTAND IS, KAN DE BEGELEIDER GEEN ZAKEN OVERNEMEN’
Speciale apps Voor het eind van dit jaar streeft Siza naar een verdrievoudiging van het aantal iPads
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p08-11_Ehealth.indd 9
9 8/6/2013 1:04:33 PM
Het omgaan met de knoppen hadden de cliënten snel in de vingers
ZORGORGANISATIE SIZA Siza ondersteunt vanuit 150 accomodaties, zoals ‘Het Dorp’ uit de beroemde openingsactie in 1962 van Mies Bouwman, verspreid over Gelderland en Noord-Brabant van meer dan 3500 cliënten – kinderen, jongeren en volwassenen – met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) of een autistische stoornis. De ondersteuningsdoelen voor cliënten kunnen variëren van beschermend tot adviserend.
> realiseren, zeer bepalend om mensen met een handicap zelfredzaam te maken, aldus Olthof. ‘We hebben plannen voor portals met een grote variatie aan diensten die bereikbaar en toegankelijk zijn voor alle
10
doelgroepen, van beschermd wonen, verzorgd wonen, begeleid zelfstandig wonen tot thuis wonen. Dit markeert een mooi kantelpunt in onze organisatie. Mensen die in deze sector werken willen graag iets betekenen voor een ander. En ze willen zien dat het echt effect heeft. Tot voor een paar jaar legden medewerkers vooral de nadruk op wat niet gerealiseerd werd. Het glas was half leeg. Ik zie nu een omslag. Medewerkers zien dat de inzet van iPads naadloos past in ons vernieuwde kwaliteitshandvest voor het leveren van professionele zorg dicht bij de cliënt. Doordat er afstand is, kan de begeleider geen zaken overnemen, maar moet uitleggen hoe de cliënt ze zélf kan oppakken.’
mijn administratie. Vroeger kwam mijn begeleider hiervoor twee uur per week langs. Als ik in de stress ben geschoten vanwege een brief waar ik niet veel van begrijp, kan ik die voor de camera van de iPad houden. Mijn begeleider kan de brief dan uitleggen, me geruststellen en me verder helpen. En als het echt niet anders kan, komt hij gewoon zelf langs.’ Olthof vindt dat het mes aan twee kanten snijdt: ‘Natuurlijk zijn we nog volop aan het leren en ontdekken. Maar de iPad betekent voor de cliënt meer privacy en regie en voor de medewerker een hogere arbeidstevredenheid en meer flexibiliteit. Die kan ook een grotere caseload aan omdat hij in een werkweek vele uren uur minder in de auto hoeft te zitten. Daarom is het voor zorgkantoren ook aantrekkelijk om zaken te doen met organisaties die hun bedrijfsvoering op deze manier efficiënter inrichten.’ !
‘DE MEDEWERKER HOEFT VELE UREN MINDER IN DE AUTO TE ZITTEN’
Ontdekken Marieke van Springel, cliënte van Siza, vindt beeldzorg ‘echt prima’: ‘Ik heb ondersteuning nodig bij het op orde houden van
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p08-11_Ehealth.indd 10
8/6/2013 1:04:41 PM
Deelname
€ 30,incl. lunch en borrel
een initiatief van
Jaap Koelewijn
kennispartner
Jan Kees de Jager
Nick Jue
Hét congres over uw vermogen in uitdagende tijden De eurocrisis maakt duidelijk dat verdere Europese samenwerking van cruciaal belang is. Maar hoe zal die samenwerking eruitzien? Hoe krijgt Europa de economie weer aan het groeien? En wat betekent dat voor de Nederlandse economie en de groeikansen van uw vermogen? Op vrijdag 11 oktober zullen topsprekers hun visie geven op deze kwesties tijdens de vierde editie van dit congres. Hierbij zal ook ingegaan worden op onderwerpen als pensioen, eigen woning, vermogensoverdracht en beleggingen. Schrijf u nu in!
Schrijf u nu in via www.gripopjevermogen.nl
sponsor
mediapartners
Of bel: 078 – 625 3838. Deelname kost € 30,- voor 1 persoon of € 50,- voor 2 personen. Twitter mee via #gojv13 of volg @gojv ICT_13_04_p08-11_Ehealth.indd 11
Volg Grip op je Vermogen op Facebook 8/6/2013 1:04:50 PM
DBC-ADMINISTRATIE
!
Kosten en kwaliteit gekoppeld De overgang van dbc naar DOT is gerealiseerd. Nu is er de ruimte om de relatie tussen kosten en kwaliteit in beeld te brengen, aldus directeur Chrit van Ewijk van DBC-Onderhoud. AUTEUR FRANK VAN WIJCK FOTO NOUT STEENKAMP
D
BC-Onderhoud zelf noemt 2012 in zijn jaarverslag “het jaar waarin heel veel is gebeurd en heel veel is bereikt”. De overgang van dbc naar DOT (dbc’s op weg naar transparantie) kan niemand in de zorg zijn ontgaan. DBC-Onderhoud directeur Chrit van Ewijk vergelijkt deze omslag wel eens met wat de introductie van de euro betekende voor de financiële administratie van bedrijven. Ze moesten toen hun hele bedrijfsadministratie tegen het licht houden. En dat moesten ziekenhuizen bij de introductie van DOT ook. ‘Degenen die zich hiermee in de ziekenhuizen op ict-gebied bezighielden, en ook degenen die betrokken zijn bij de inkooponderhandelingen met de zorgverzekeraars, hebben gemerkt wat de twee grootste veranderingen waren ten opzichte van de bestaande systematiek’, vertelt Van Ewijk. ‘Die speelden zich namelijk af op het gebied van de zorginkoop en het afleiden van de zorgproducten. In de oude systematiek waren dit twee gescheiden administraties waartussen geen verband zat. En dit verband wilden we nu juist wel tot stand brengen, zodat de ziekenhuizen geen dubbele administratie meer hoeven te voeren. Het is niet gek dat de medisch
specialisten zeiden dat helemaal niet erg te vinden, want ze waren het zo gewend. Maar wat ze deden was lastig te controleren en gaf veel extra administratieve lasten. Dus hebben we ervoor gekozen in de nieuwe systematiek de patiëntenadministratie centraal te stellen, zodat hieruit automatisch de correcte declaratie wordt afgeleid op basis van een van de 4.300 zorgproducten in DOT.’ Het nieuwe voor de ziekenhuizen is dat ze ervoor moeten zorgen dat de basispatiëntenadministratie op orde is. Van Ewijk: ‘Is die onvolledig, dan is de financiering ook onvolledig. Dat merkt een ziekenhuis nu meteen. Een aantal ziekenhuizen was in de voorbereiding van de omslag van dbc naar DOT al zo ver dat ze de eerste helft van 2012 konden gebruiken om te testen met de grouper. Andere ziekenhuizen hebben die controle achteraf gedaan.’
'IS DE BASISPATIËNTENADMINISTRATIE ONVOLLEDIG, DAN IS DE FINANCIERING OOK ONVOLLEDIG'
12
Kostenallocatie De ziekenhuizen hebben echt een slag gemaakt om op basis van dit uitgangspunt te gaan werken, stelt Van Ewijk. Bij de budgetsystematiek wisten de ziekenhuizen wel hoe de kosten van hun personeel of hulpmiddelen in elkaar staken, maar ze
hadden geen zicht op het behandeltraject met een patiënt. ‘De kosten voor de operatiekamer werden bijvoorbeeld niet bijgehouden op basis van de verdeling over de patiënten die er waren geopereerd’, verdui-delijkt hij. ‘Nu wel, en die kostenallocatie iss echt nieuw. Die betekent dat de kostenadministratie van een ziekenhuis er echt anders uit is gaan zien. En dit heeft voorde-len voor de bedrijfsvoering van het ziekenhuis, want het laat zien of het met die kosten n in vergelijking met andere ziekenhuizen boven of onder het gemiddelde zit. Hugo Keuzenkamp bijvoorbeeld, bestuurder van n het Westfries Gasthuis, ontdekte zo dat zijn n ziekenhuis bij klinische bevallingen standaard extra activiteiten inzette die andere ziekenhuizen niet deden. Dit bleek te maken te hebben met een extra controle rond de bevalling die in zijn ziekenhuis well standaard was en in andere ziekenhuizen niet. Als je dergelijke informatie over het medisch handelen in je ziekenhuis boven tafel kunt krijgen, kun je ook met degenen die ervoor verantwoordelijk zijn de discus-sie aangaan over de vraag of de gekozen handelwijze wel of niet medisch noodzake-lijk is.’ Nu is het inkoopproces aan de beurt. Van n Ewijk: ‘Binnen de oude dbc-structuur wisten de ziekenhuizen hoeveel verrichtin-gen ze deden, wat die kostten en wat ze ervoor kregen van de zorgverzekeraars. Met et de omslag naar DOT ga je terug van 40.000 dbc’s naar 4.300 zorgproducten. Hiervoor zijn conversietabellen gemaakt, maar die
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSUTUS 2013
ICT_13_04_p12-14_dbc-onderhoud.indd 12
8/6/2013 1:17:30 PM
Chrit van Ewijk, directeur DBC-Onderhoud: ‘We moeten zorgen dat de systematiek goed op de actualiteit blijft afgestemd’
c conversie is natuurlijk nooit één op één. En omdat op dit moment de productiegegeo vvens van 2012 nog niet volledig zijn, maakt dit het proces van zorginkoop voor 2014 d llastig. Dit is gelukkig een probleem van vvoorbijgaande aard.’
Zorgprogramma’s Z H verhaal voor de ggz is anders dan dat Het vvan de ziekenhuizen. In de ggz is de opzet vvan het systeem niet veranderd. ‘Maar wel willen de zorginstellingen in gesprek met w de zorgverzekeraars over het zorgprod ggramma dat met die patiënt wordt doorlopen’, zegt Van Ewijk, ‘en dit willen ze p kkoppelen aan de dbc-registratie. Dan ontstaat een koppeling tussen het medisch o ttraject en de bedrijfsvoering. En daar komt ssteeds vaker ook nog de outcome monitorring bij, zodat duidelijk wordt wat de behandeling in termen van herstel oplevert.’ d De zorgverzekeraars willen nog een stap vverder gaan. Zij zien dat de ene ggz-aanbieder heel veel intensieve behandelingen doet d een de andere veel minder, terwijl het bij beide om patiënten in dezelfde diagnoseb ggroep gaat. ‘Het is logisch dat ze dan willen weten aan welke patiëntkenmerken dit w lligt’, zegt Van Ewijk. ‘Bij de intake van de patiënten heeft triage plaatsgevonden en op p basis daarvan is de beslissing genomen licht b of zwaar te behandelen. Dan kun je ondero zzoeken op grond van welke factoren die beslissing genomen is, maar dat is een moeib llijk traject. Eenvoudiger is het te beginnen met objectievere patiëntkenmerken zoals de m eernst van de klacht en de sociaal-economissche status van de patiënt. Door data uit
AUGUSUTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p12-14_dbc-onderhoud.indd 13
13 8/6/2013 1:17:37 PM
> het landelijk dbc-informatiesysteem (DIS) te koppelen aan data uit andere bronnen zoals Vektis, het centrum voor informatie en standaardisatie voor zorgverzekeraars, is het mogelijk een beter verband aan te geven tussen de ernst van de klachten en de zwaarte van de behandeling. Koppeling van de registratiegegevens van de instellingen met de data van DIS en Vektis leidt tot indicatoren die een rol kunnen spelen in het inkoopproces. Het biedt bijvoorbeeld een opening om kritisch het gesprek aan te gaan met behandelaars over de triage, en dat leidt tot scherpere zorginkoop. Met andere woorden: het is in de ggz nu al mogelijk het medischinhoudelijke werk, de bedrijfsvoering en de maatschappelijke kosten en baten van het werk te spiegelen. Dit betekent dat verdere grote systeemingrepen in deze sector voorlopig niet meer nodig zijn.’
vragen aan de helpdesk is nu trouwens flink afgenomen’, zegt Van Ewijk. ‘Er is weer rust, zodat wij ons kunnen bezighouden met het werk achter de schermen. Het bijhouden van de zorgactiviteiten vooral, want die moeten natuurlijk altijd up to date en duidelijk zijn.’ Los van de vragen zijn er nu vooral wijzigingsverzoeken. ‘Dan wil een topklinisch ziekenhuis bijvoorbeeld weten wat het aanmoet met het gegeven dat de cardiogenetica niet in de DOT benoemd zijn’, legt Van Ewijk uit. ‘Wij weten dan dat de beschrijving van de zorgactiviteit moet worden aangepast om hierin te voorzien. Maar het is ook mogelijk dat we een wijzigingsverzoek honoreren voor een vorm van zorg die niet eerder beschreven werd. Een nieuwe vorm van vroegdiagnostiek bijvoorbeeld, een ingreep voor hartpatiënten die eerder niet mogelijk was. Wij kijken dan of het zaak is de beschrijving van een van de bestaande zorgproducten aan te passen of dat we beter een nieuw zorgproduct kunnen maken. Het laatste doen we liever niet te vaak natuurlijk, dit zou de overzichtelijkheid niet ten goede komen.’ Een grote verandering heeft zich afgespeeld op het gebied van kindergeneeskunde. Van Ewijk legt uit: ‘Kindergeneeskunde is van een basisvak een bijzonder specialisme geworden. In de registratie waren al klinische producten per aandoening opgenomen die zowel voor kinderen als volwassenen golden. Maar de behandelduur van kinderen bleek structureel langer dan die bij volwassenen met een vergelijkbare klacht en de kosten wijken dan ook duidelijk af. We hebben daar dus specifiek voor kindergeneeskunde aparte producten voor beschreven.’
‘HET IS IN DE GGZ NU AL MOGELIJK DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN HET WERK TE SPIEGELEN’
Spelregeltool Vragen aan de helpdesk van DBC-Onderhoud waren er genoeg in 2012. Vragen over de registratie- en declaratieregels vooral, omdat de vertaalslag van wat er met de patiënt gebeurt naar deze declaratieregels zo gedetailleerd is. En vragen die samenhangen met de introductie van een nieuw hulpmiddel, een nieuw geneesmiddel of een verschuiving in taakverdelingen. Dergelijke veranderingen leiden altijd tot vragen over de manier van registreren. Specifiek voor de ggz ontwikkelt DBC-Onderhoud op dit moment een webapplicatie, de spelregeltool, die moet helpen om dit soort vragen te beantwoorden. ‘Het aantal
toe is met DOT. ‘De zorg blijft in beweging en dus moeten we zorgen dat de systematiek goed op de actualiteit afgestemd blijft’, zegt hij. ‘Maar nu alweer overstappen op een nieuwe systematiek – zoals links en rechts wel wordt geopperd – is echt niet aan de orde. Ook binnen regiofinanciering, het model dat nu zoveel aandacht krijgt, zul je toch zorgprestaties willen kunnen benoemen, want anders kun je geen vergelijkingen meer maken tussen zorgaanbieders. Roger van Boxtel begrijpt echt niet waarover hij het heeft als hij gedeeltelijke herinvoering van de oude dbc’s voorstaat omdat de financiering van de ziekenhuiszorg door DOT een doolhof zou zijn geworden.’ Het is juist zaak voort te bouwen op wat nu is bereikt, stelt Van Ewijk. Bijvoorbeeld voor de ziekenhuiszorg de praktijkvariatie en kwaliteitsindicatoren vergelijken en een plaats geven in het proces van zorginkoop, zoals in de ggz inmiddels gebeurt. ‘Koppel het inzicht over de zorg die wordt geleverd en de kosten daarvan aan de geleverde kwaliteit’, zegt hij. ‘En kijk voor chronische patiënten met heel uitgekristalliseerde zorgprogramma’s of het mogelijk is tot combifinanciering te komen voor alle betrokken professionals in de eerste en tweede lijn. Dit zijn ontwikkelopties waarmee je inspeelt op de afspraak die we met elkaar hebben gemaakt dat we het over prijs én over kwaliteit zouden gaan hebben. Het is goed dat die afspraak er is, maar nu moeten we er ook invulling aan geven door de dialoog over kwaliteit op gang te brengen. De kunst is innovatie en kwaliteitsverbetering daadwerkelijk op de agenda te zetten. De hordes op het pad naar innovatie mogen best zo geplaatst zijn dat mensen met een innovatief idee er wat voor over moeten hebben, maar ze moeten wel hun doel kunnen bereiken.’ !
Regiofinanciering Van Ewijk schat in dat iedereen in het veld nu wel weer zo’n beetje weet waar hij aan
14
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSUTUS 2013
ICT_13_04_p12-14_dbc-onderhoud.indd 14
8/6/2013 1:17:47 PM
COLUMN
!
Een gemiste kans
Nou heb ik maar één schoonmoeder maar er zijn acht academische ziekenhuizen. Allemaal gebruikten zij van oorsprong hetzelfde zis van Bazis, voortgekomen uit de samenwerking tussen de ziekenhuizen. Alleen Nijmegen had wat anders. Maastricht ging zo’n zes jaar geleden als eerste van Bazis af en was juist de laatste die Bazis had aangeschaft. Maastricht koos voor SAP. Leiden en Utrecht werkten samen bij de selectie en kozen voor ChipSoft, Nijmegen bleef solo en kocht EPIC, Rotterdam en Groningen werkten bij de selectie ook samen en kozen voor Soarian van Siemens. De twee Amsterdamse universitaire ziekenhuizen die nog steeds veel systeemdelen van Bazis gebruiken denken nog na maar doen dat wel samen. De grote leveranciers SAP, ChipSoft, EPIC en Siemens hebben ieder inmiddels dus een graantje meegepikt. Maar of dat voor ieder afzonderlijk voldoende is voor een adequaat investeringspotentieel om software te ontwikkelen voor academische ziekenhuizen is maar de vraag.
twee op elkaar, vooral als ze ver uit elkaar liggen? Willen ze zich onderscheiden op basis van it-systemen in plaats van op patiëntenzorg? Zijn Maastricht en Nijmegen zulke buitenbeentjes? Ik geloof er helemaal niks van! Voor de kosten van de gezondheidszorg en ook voor de behandeling van de patiënt is het gebrek aan samenwerking een gemiste kans. Ik ben nog een tijdje baas geweest van de DIV coöperatie in Tilburg waar elf ziekenhuizen in Zuidwest-Nederland hetzelfde epd/zis van Bazis gebruikten vanuit één rekencentrum in Tilburg en gezamenlijk stevige invloed hadden op het versie- en releasebeheer, de functionaliteit, de prijsvorming, de documentatie, de bereikbaarheid en de flexibiliteit van de leverancier. En nog belangrijker, alle patiënten in die regio konden met één pasje bij elf ziekenhuizen terecht. De bestuurders van toen bleken in staat om een deel van hun autonome handelen op te offeren en de kunst en kunde van diversiteit te benutten. Zij zagen in dat als je iets niet alleen kan, je innovatiever of slagvaardiger kunt worden door samen te werken met anderen. Zij realiseerden zich dat je door samenwerking afhankelijk wordt van de anderen en dit je kan beperken en het gevoel kan geven slagvaardigheid in te leveren. Maar er werd een optimale balans gevonden die meer dan dertig jaar stand hield. Naast schaalvoordeel bleef juist het combineren van verschillen een reden om met andere ziekenhuizen samen te werken.
WILLEN ZE ZICH ONDERSCHEIDEN OP BASIS VAN IT-SYSTEMEN IN PLAATS VAN PATIËNTENZORG?
Hoe kan het toch dat de academische ziekenhuizen niet allemaal samenwerkten om tot een keuze te komen? Waarom moest Maastricht zes jaar geleden al wat anders en waarom is Amsterdam daar nu pas aan toe? Lijken die academische ziekenhuizen dan niet op elkaar, of lijken ze alleen twee aan
!
TOEN IK LAS DAT DE ACADEMISCHE ziekenhuizen van Rotterdam en Groningen gezamenlijk besloten hadden om hun epd/ zis te vervangen door Soarian van Siemens moest ik aan de tv van mijn schoonmoeder denken. Zij besloot namelijk voor dezelfde tv te kiezen als wij, want dan konden wij haar op afstand via de telefoon helpen als ze problemen had met de instellingen. Een vorm van samenwerken.
JO BOLLEN is voorzitter van de VMBI
Ik ben razend benieuwd of de keuze van de beide Amsterdamse academische ziekenhuizen nog een vijfde leverancier aan het rijtje toevoegt. Zo niet dan hebben we in de nabije toekomst toch misschien vier academische ziekenhuizen met dezelfde epd/zisleverancier en kunnen die met z’n vijven goed gaan samenwerken. !
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p15_Column_JoBollen.indd 15
15 8/6/2013 1:07:15 PM
HRM SOFTWARE
!
Realtime zicht op de personeelskosten De invoering van een module Budget en Control leidde bij Amerpoort tot een efficiëntere inzet van personeel. Dat levert de gehandicaptenzorginstelling een besparing op van bijna een miljoen euro. Dat geld wordt allemaal weer ingezet in de zorg, benadrukt projectleider Paul Trossèl. AUTEUR MARIO GIBBELS BEELD ISTOCK
16
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p16-17_hrm software.indd 16
8/6/2013 1:07:39 PM
E
r waren drie redenen waarom gehandicaptenzorginstelling Amerpoort meer vat wilde krijgen op haar personeelskosten, legt projectleider Paul Trossèl uit. ‘De managers bij Amerpoort hebben budgetverantwoordelijkheid voor hun organisatie-onderdeel gekregen en willen daarom meer zicht hebben op de inzet van personeel en de budgettaire gevolgen hiervan. Ook wil Amerpoort beter verantwoording kunnen afleggen aan de verwanten van haar cliënten over hoe het beschikbare geld wordt ingezet. Tot slot streeft Amerpoort een betere afstemming na van enerzijds de zorgvraag en anderzijds de inzet van voldoende gekwalificeerd personeel en het beschikbare budget.’ Trossèl kreeg in 2011 als projectleider de opdracht om hier iets op te vinden. Ergens een softwarepakketje aanschaffen en wat consultants in huis halen, daar hadden ze bij Amerpoort weinig trek in, aldus Trossèl. ‘We hoorden dat ORTEC bezig was met de ontwikkeling van de module Budget en Control en hebben ze gevraagd of we daar eens naar mochten kijken. Dat mocht en wat we te zien kregen, zag er erg bruikbaar uit. Een belangrijk voordeel was dat we niet iets nieuws in huis hoefden te halen want bij Amerpoort werken we al met ORTEC Harmony. Er zou alleen een extra ‘knop’ in het personeelsplanningssysteem aangebracht moeten worden.’
op de groepen geroosterd. Trossèl: ‘Allereerst moest er niet langer geroosterd maar gepland worden. Dat betekent dat je op langere termijn bekijkt hoeveel personeel je nodig hebt en op basis daarvan ga je roosteren.’ Gebeurde voorheen het roosteren op de groepen, nu kwam de personeelsplanning onder de directe verantwoordelijkheid te vallen van de managers. Trossèl: ‘Daarvoor kregen de managers de beschikking over planners. We hebben ervoor gekozen om niet een centraal systeem voor personeelsplanning in te voeren maar de ‘planners’ te positioneren naast de managers van de verschillende organisatie-onderdelen zodat de planners feeling houden met de werkvloer.’
‘MEDEWERKERS REALISEERDEN ZICH INEENS DAT HET GELD KOSTTE ALS ZE IEMAND VAN HET FLEXBUREAU INZETTEN’
Cultuuromslag Vervolgens zijn binnen Amerpoort twee werkgroepen opgestart, legt Trossèl uit, eentje voor de inhoud en eentje voor de techniek. ‘De werkgroep techniek zorgde voor de aanschaf en inpassing van de module Budget en Control in ORTEC Harmony. Het was hun verantwoordelijkheid dat het zou gaan werken. De werkgroep inhoud moest ervoor zorgen dat de organisatie daadwerkelijk ging werken met de nieuwe module. Dat klinkt eenvoudiger dan het is want het betekende dat op een heel andere manier gewerkt moest gaan worden. Het is echt een cultuuromslag.’ Tot voor kort werd namelijk in Amerpoort
Kostenbewuster In januari 2012 is begonnen met een pilot binnen een van de divisies met zes roostergroepen en circa 100 medewerkers. Voor deze divisie is met behulp van de module Budget en Control een planning gemaakt voor drie maanden. Trossèl: ‘Dat verliep boven verwachting goed.’ De eerste winst was dat de medewerkers veel kostenbewuster werden, aldus Trossèl. ‘Ze realiseerden zich ineens dat het geld kostte als ze iemand van het flexbureau inzetten. Als er gaten in het rooster vielen, dan werd dit veel vaker door de medewerkers van een afdeling zelf opgelost. Ook werden door een betere planning veel minder diensten geruild zodat de planners minder werk hadden.’ De medewerkers verloren wel wat vrijheid omdat ze niet langer zelf hun rooster konden invullen. Trossèl: ‘Medewerkers moeten voortaan langer van tevoren aangeven wanneer ze wel en niet willen werken. Daar staat tegenover dat ze nu veel langer van tevoren weten wanneer ze wel of niet moeten werken zodat ze makkelijker privé-afspraken kunnen maken.’ Belangrijkste winst is dat de managers met behulp van de module Budget en Control veel meer sturingsmogelijkheden
AMERPOORT Bij Amerpoort werken 2400 medewerkers en 650 vrijwilligers die 2200 mensen met een verstandelijke beperking ondersteunen in de provincies Utrecht, Flevoland en in ‘t Gooi op ruim 300 locaties.
hebben. Trossèl: ‘Door alleen maar goed naar de roosters te kijken kon er al heel veel bezuinigd worden op personeel. In het begin van de pilot hebben we bijvoorbeeld de overdracht teruggebracht van een uur naar een half uur. Want dan heb je toch te maken met een dubbele bezetting. Dat leverde alleen al tonnen op. Voordeel is ook dat managers niet langer verrast worden door budgetoverschrijdingen. Dat levert ook geld op.’
Uitrol Na de succesvolle pilot is er nog het een ander bijgesteld. Zo worden voortaan de budgetten van iedere afdeling automatisch ingelezen. Ze hoeven niet langer met de hand ingevoerd te worden. Met de verdere uitrol van de module Budget en Control is in december 2012 gestart. Trossèl: ‘We hebben ervoor gekozen om er een jaar voor uit te trekken omdat de organisatie al met zoveel veranderingen te maken heeft. Je moet mensen niet overbelasten. We nemen rustig de tijd om mensen voor te lichten en voor te bereiden.’ Al met al schat Trossèl dat de invoering van de module Budget en Control bijna een miljoen euro aan efficiencyvoordeel oplevert. Die besparingen vloeien overigens allemaal weer terug naar de zorg, benadrukt hij. ‘De module Budget en Control is geen bezuinigingsinstrument maar een sturingsinstrument. Het leidt tot een efficiëntere inzet van personeel waardoor we met hetzelfde budget meer zorg kunnen leveren.’ !
‘DOOR ALLEEN MAAR GOED NAAR DE ROOSTERS TE KIJKEN KON AL HEEL VEEL BEZUINIGD WORDEN OP PERSONEEL’
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p16-17_hrm software.indd 17
17 8/6/2013 1:07:40 PM
INTERVIEW
Oud-hoogleraar Medische Informatica Ab Bakker heeft een cruciale rol gespeeld bij de ontwikkeling van het eerste ziekenhuisinformatiesysteem in Nederland. ‘Bijna de helft van de ziekenhuizen was bij ons aangesloten.’ AUTEUR MARIO GIBBELS FOTO’S ALLARD DE WITTE
‘We hadden Hiscom nooit moeten verkopen’
H
et is allemaal begonnen met het woord ‘geïntegreerd’, vertelt Ab Bakker glimlachend terwijl hij zichzelf nog een kopje thee inschenkt. We bevinden ons in de werkkamer van zijn woonhuis in de duinen van Noordwijk. Hij gaat weer zitten en begint te vertellen. ‘Begin jaren 70 vatte de overheid, gestimuleerd door een werkgroep medische informatica, het plan op om voor de ziekenhuizen een geïntegreerd informatiesysteem te ontwikkelen. Daar waren ze in het buitenland ook mee bezig en dat vond men wel een interessante gedachte. Het idee was om in het Academisch Ziekenhuis Leiden een experiment te starten. Ik was op dat moment bezig met mijn proefschrift over geïntegreerde systemen en mijn promotor heeft toen in Leiden gezegd: dan moet je Bakker hebben.’ Jaren daarvoor, in 1956, had Bakker als student wiskunde op het luchtvaart laboratorium in Amsterdam, waar hij een bijbaantje had, al kennis gemaakt met een van de eerste computers in Nederland: de ZEBRA, ofwel Zeer Eenvoudige Binaire Reken Automaat. Bakker: ‘Die gebruikten we om de luchtweerstand te berekenen. Dat
18
was nog een heel groot apparaat. We moesten er eerst een stuk afslopen om hem in de lift te krijgen.’ Sindsdien was Bakker als een van de eerste ‘whizzkids’ in Nederland gegrepen door computers en programmeren. Na zijn studie wiskunde werkte hij achtereenvolgens bij het Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proefstation en Philips Computer Industry tot hij in 1972 gevraagd werd om in Leiden zijn kennis in te zetten voor de ontwikkeling van een geïntegreerd ziekenhuisinformatiesysteem. ‘Ze hebben me toen ook gelijk hoogleraar gemaakt zodat ik op voet van gelijkheid met de hoogleraren in het ziekenhuis kon praten.’
‘WE WAREN MET RUIM 40 ZIEKENHUIZEN VERUIT DE GROOTSTE’
Met welk doel wilde men een geïntegreerd informatiesysteem ontwikkelen? ‘Het doel was om alle gegevens in het ziekenhuis in een database op te slaan zodat iedereen die daartoe bevoegd was er gebruik van kon maken. Het is dus een sprookje dat het alleen voor de administratie was bedoeld. Overigens gebeurde er al het een en ander op ict-gebied in Leiden.
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p18-21_Interview.indd 18
8/6/2013 1:07:57 PM
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p18-21_Interview.indd 19
19 8/6/2013 1:07:59 PM
INTERVIEW
> In het klinisch laboratorium werd bijvoorbeeld al gebruikgemaakt van computers en bij de medische registratie en bij de analyse van hartfilmpjes.’ Vond deze ontwikkeling alleen in Leiden plaats? ‘Nee, er waren twee ontwikkelingen. Er was het initiatief in het Academisch Ziekenhuis Leiden dat werd gesubsidieerd door de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken, en er was het initiatief van het ministerie van Volksgezondheid om voor de algemene ziekenhuizen iets vergelijkbaars te ontwikkelen. Daarbij was het idee om in vier regio’s verschillende onderdelen van een informatiesysteem te ontwikkelen om die vervolgens als puzzelstukken in elkaar te passen. Dat vond ik een nogal naïeve gedachte want als je dat niet heel goed coördineert, dan past dat natuurlijk niet. En zo is het ook gelopen.’
! Ab Bakker Is van huis uit wiskundige • Werkt al sinds 1972 in de gezondheidszorg. • Heeft wel eens aanbiedingen gehad maar vond dat hij een missie had: het ontwikkelen van een succesvol ziekenhuisinformatiesysteem. • Houdt zich nog steeds bezig met e-health.
20
Wat was de insteek in Leiden dan? ‘Er werd gesproken van een experiment op ware schaal. Ook dat was, achteraf gezien, een naïeve gedachte. Want stel dat we erin zouden slagen om een goed werkend informatiesysteem te bouwen? De medewerkers in het Academisch Ziekenhuis Leiden zouden dan beschikken over een mooi stuk gereedschap, maar we zouden ze helemaal geen continuïteit kunnen garanderen. Het was per slot van rekening maar een experiment in één ziekenhuis en de kosten voor verdere ontwikkeling en onderhoud zouden de draagkracht van één academisch ziekenhuis te boven gaan. Dat kregen we na een jaar ook door en toen zijn we heel snel de samenwerking gaan zoeken met de andere academische ziekenhuizen. Uiteindelijk deden ook de andere academische ziekenhuizen mee. Behalve het Radboud in Nijmegen. Dat was voor de contrastwerking, zei ik dan altijd voor de grap. Ook een deel van de algemene ziekenhuizen hebben zich in de loop der jaren aangesloten omdat het experiment van het ministerie van Volksgezondheid was mislukt. Zo eind jaren tachtig waren we duidelijk marktleider en was bijna de helft van de Nederlandse ziekenhuizen bij ons aangesloten.’ Hoe verliep het experiment in Leiden? ‘Na vier jaar liep de subsidie ten einde, in 1976. Het ziekenhuisinformatiesysteem was toen nog niet af maar er was een centrale databank en er waren voldoende onderdelen om verder mee te gaan. De klinische laboratoria waren bijvoorbeeld geautomatiseerd en de registratie van polikliniekbezoeken, de diagnose-administratie, het voorraadbeheer, de
financiële administratie en de personeelsadministratie. Er is toen in opdracht van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een uitgebreid evaluatieverslag geschreven dat heel positief was en op grond daarvan zijn we verder gegaan. Er waren toen al zo’n 100 terminals aangesloten op het ziekenhuisinformatiesysteem.’ Welke ziekenhuizen deden toen al mee? ‘De academische ziekenhuizen in Rotterdam en Utrecht. We hebben toen een stichting opgericht en er bewust voor gekozen om op basis van gelijkwaardigheid met andere ziekenhuizen samen te werken. Er kwam een landelijk bestuur en allerlei overlegorganen.’ Dat werd stichting Bazis, vernoemd naar Ab Bakker? ‘Nee, dat is ook een sprookje. Bazis staat gewoon voor basis ziekenhuisinformatiesysteem. De stichting zou eerst Cozis gaan heten, coöperatief ziekenhuisinformatiesysteem, maar er bleek al een bedrijf te bestaan met de naam Cosys en toen hebben we er Bazis van gemaakt.’ Waarom een stichting? ‘Haalt zijn schouders op. ‘Dat was toen gebruikelijk. Een stichting kent geen winstbejag. Het doel van de stichting was het leveren van een ziekenhuisinformatieysteem onder gezamenlijke inbreng van de deelnemende ziekenhuizen.’ En u werd directeur? ‘Ik ben 23 jaar directeur geweest. Eerst van Bazis en nadat we de zis-poot van Raet in 1995 hadden overgenomen, het laatste overgebleven puzzelstuk van het initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, werd het Hiscom. Toen hebben we er een BV van gemaakt. Totdat in 1998 het bedrijf van de gebroeders Baan Hiscom overnam.’ Waren er op dat moment veel concurrenten? ‘We waren, met ruim 40 ziekenhuizen, veruit de grootste. Raet deed dus wat, totdat we ze overnamen. De Amerikanen probeerden wat. Ook internationaal waren we een van de bekende zis-ontwikkelaars. We publiceerden veel, bezochten congressen maar we waren nog niet actief op de buitenlandse markt. Op een gegeven moment ontstond de gedachte dat we de grens over moesten als we een state-of-the-art zis met epd wilden behouden. Echter we geloofden niet dat een BV met ziekenhuizen als aandeelhouders geschikt zou zijn om de buitenlandse markt op te gaan. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een bedrijf dat ons wilde overnemen en uiteindelijk uitgekomen bij de investeringsmaat-
‘OP EEN GEGEVEN MOMENT ONTSTOND DE GEDACHTE DAT WE DE GRENS OVER MOESTEN’
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p18-21_Interview.indd 20
8/6/2013 1:08:07 PM
schappij van de gebroeders Baan. Dat was op dat moment een enorm succesvol bedrijf, de lieveling op de beurs. Iedereen vond het, inclusief ik, een geweldige deal. Ik ben toen, in goede harmonie overigens, opgestapt omdat ik het niet zag zitten om als uitvoerder onder Jan Baan te werken. Twee kapiteins op een schip werkt niet.’
Wat heeft u na de overname van Hiscom nog gedaan? ‘Ik ben nog een aantal jaren hoogleraar Medische Informatica geweest en heb daarnaast allerlei adviesklussen gedaan en commissariaten op het gebied van e-health. En dat doe ik nog steeds. Ze vragen me ook weleens om commentaar te leveren op bijvoorbeeld het landelijk EPD of de automatisering van de trombosediensten en dat vind ik erg leuk. Het houdt me bij de les.’ !
‘ZIEKENHUIZEN ZIJN NU OVERGELEVERD AAN DE GRILLEN VAN ENKELE ZIS-LEVERANCIERS’
Met spijt in het hart? ‘Het was wel mijn kindje...’ Waar niet al te best voor werd gezorgd. ‘Op een gegeven moment waren de aandelen van het bedrijf van de gebroeders Baan tot 5 procent van de oorspronkelijke waarde gedaald. Vervolgens is Hiscom in 2001 overgenomen door de Torex Group die het als een cash cow heeft gebruikt. Hiscom werkte met een licentiesysteem dus het geld kwam vanzelf binnen maar Torex deed heel weinig aan product-ontwikkeling en dat wreekt zich op een gegeven moment.’ Was het achteraf gezien een goede keuze om Hiscom te verkopen? ‘Achteraf gezien hadden we het natuurlijk nooit moeten doen. Als je nu kijkt wat ziekenhuizen uitgeven voor een zis, dat was ruim voldoende geld geweest om met veertig ziekenhuizen een state-of-the-art zis draaiende te houden, inclusief epd. Dan hadden de ziekenhuizen het nog zelf in de hand gehad, nu zijn ze overgeleverd aan de grillen van enkele zis-leveranciers.’ Er is geen weg terug? ‘Je zou kunnen overwegen om als ziekenhuizen gezamenlijk bepaalde onderdelen zelf te ontwikkelen. Bijvoorbeeld een PACS. Dat zou zelfs met behulp van open source kunnen. Maar een heel zis lijkt me nu niet realistisch.’ Heeft het u nog dwars gezeten dat u Hiscom verkocht hebt aan de gebroeders Baan? ‘Nee, ik heb er geen nacht minder om geslapen. Het leek op dat moment de meest logische beslissing. Al was er, achteraf gezien, één moment waarbij ik misschien wat langer had moeten stilstaan. Toen ik namelijk Pierre Vinken, die voorzitter van de raad van commissarissen was van Hiscom, uitlegde hoe het bedrijf van de gebroeders Baan in elkaar zat, fronste hij even de wenkbrauwen en zei dat zoiets in Amerika niet zou mogen. Dat was allemaal veel te ondoorzichtig. Vinken rook gewoon dat hun constructie te riskant was, en daar had ik misschien wat meer aandacht aan moeten besteden.’
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p18-21_Interview.indd 21
21 8/6/2013 1:08:13 PM
e h r a a n g e Op w u a e v i n e t s Op weg naar het oog hoogste niveau t e h r a a n g we a e v i n e t s g o ho D AUTOMATISERING
!
UMC Utrecht heeft volgens een model van de Amerikaanse HIMSS het op één na hoogste niveau behaald wat betreft de automatisering van de zorg. Volgende zomer wil het ziekenhuis zo mogelijk niveau zeven halen, vertelt Jan Christiaan Huysman, programmamanager vernieuwing zorg-ict. AUTEUR MARIO GIBBELS BEELD ISTOCK
e Healthcare Information Management System Society (HIMSS) is door de Amerikaanse regering opgericht om de automatisering in de zorg te stimuleren, legt Huysman uit. ‘De automatisering van de Amerikaanse zorginstellingen is namelijk gemiddeld vrij laag en daarom heeft de HIMSS een model ontwikkeld waarmee het niveau van automatisering van zorgorganisaties gemeten kan worden. Daarmee kunnen de zorgorganisaties gerankt worden en hopelijk stimuleert dat ze om meer gebruik te maken van ict, met name epd’s.’ Voor Europa is er een licht aangepast model en de HIMSS heeft UMC Utrecht benaderd om te kijken op welk niveau het ziekenhuis zou uitkomen. Huysman: ‘Het model begin bij de basis: de patiëntregistratie, de PACS, de labberichten. Daarna volgt de ordercommunicatie en het epd. Bij het hoogste niveau, niveau zeven, gaat het met name om de ziekenhuisbrede automatise-
22
ring van zorgpaden, gebarcodeerde medicatiebewaking en beslissingsondersteuning. Wij hebben niveau zes behaald omdat we deze drie vormen van automatisering al op sommige afdelingen hebben ingevoerd. We zijn de weg al ingeslagen en moeten het alleen nog ziekenhuisbreed invoeren.’
Ict-strategie Huysman ziet het behalen van niveau zes van het HIMSSmodel als een stimulans om verder te gaan op de ingeslagen weg. ‘Het model van HIMSS sluit aan op onze ict-strategie die inzet op kwaliteit, veiligheid en vermindering van adminstratieve lasten.’ Op dit moment zijn er in Nederland vijf ziekenhuizen met niveau zes volgens het HIMSSmodel. Dat zijn behalve UMC Utrecht, het UMC in Leiden, het Westfriesgasthuis, het Spaarne Ziekenhuis en het Sint Lucas Andreas Zieken-
huis. In heel Europa is er slechts één ziekenhuis met niveau zeven en dat is het academisch ziekenhuis Hamburg-Eppendorf. De Nederlandse ziekenhuizen met niveau zes gebruiken ofwel het zis/epd van Chipsoft of dat van Epic. Misschien is er een verband maar Huysman denkt dat het niveau van automatisering van een ziekenhuis toch vooral bepaald wordt door de visie, de strategie en de competenties van het ziekenhuis en minder door welk zis/epd het ziekenhuis gebruikt. ‘In Hamburg gebruiken ze bijvoorbeeld Soarian.’ Wat nog ontbreekt in het HIMSS-model is het e-healthgedeelte en de transmurale zorg, aldus Huysman. ‘UMC
IN HEEL EUROPA IS ER SLECHTS ÉÉN ZIEKENHUIS MET NIVEAU ZEVEN
Utrecht zet bijvoorbeeld sterk in op patiëntenportalen via www.MijnUMC.nl. Ook zijn we bezig met de automatisering van de uitwisseling van gegevens met onder meer huisartsen en tweedelijns ziekenhuizen.’ De volgens zomer hoopt UMC Utrecht niveau zeven van het HIMSS-model te halen. Huysman: ‘Daar krijgen we het nog druk mee, maar het moet mogelijk zijn.’ !
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p22_Himss.indd Sec1:22
8/6/2013 1:08:47 PM
COLUMN
!
Nostalgie TOEN IK BEGIN JUNI DACHT TE kunnen gaan genieten van een vakantie in de Alsace om de typische Frans/Duitse sfeer te ervaren, belde op mijn eerste vakantiedag mijn moeder van 79 dat zij eindelijk een geschikt seniorenappartement had gevonden. Zij moest om gezondheidsredenen verhuizen, maar was daar zelf eigenlijk niet toe in staat. Om een lang verhaal kort te maken, mijn vrouw en ik besloten onze vakantiedagen in te zetten om het appartement woonklaar te maken door laminaat, vloerbedekking, gordijnen en noodzakelijke nieuwe huisraad aan te schaffen. Tussen de bedrijven door kozen we een verhuizer en maakten we een begin met het inpakken van dozen en demonteren van lampen en elektronica. De grootste klus was echter het uitzoeken van oude spullen. Mijn vader is ruim twintig jaar geleden overleden en op dat moment heb ik het bedrijf van mijn ouders – een medische instrumenthandel – verkocht. Omdat mijn moeder nog een tijdje actief is gebleven in deze branche, bleek nog van alles achtergebleven te zijn in kelders en garage. Bij het opruimen realiseerde ik mijzelf hoeveel er veranderen kan in twintig jaar tijd. De volledige administratie werd destijds wel al op de computer gevoerd. De pc’s met 512 kB (!) intern geheugen waren voorzien van twee 5 ¼ inch floppy drives, waarvan de ene drive de software bevatte en de andere de bestanden met de administraties. Zo kwam ik stapels van deze floppy’s tegen, dozen met de software van Microstar, bergen kettingpapier met uitdraaien afkom-
stig van een matrixprinter, enzovoorts, enzovoorts. Onwillekeurig deed mij dit denken aan mijn eerste kennismaking met het ziekenhuis informatie systeem (zis) van professor Bakker. Het was in 1979 toen ik bij het toenmalige Dijkzigt ziekenhuis als programmeur in dienst trad. Het zis draaide op DEC PDP minicomputers, met een eigen besturingsen bestandssysteem (BOS: Bakker Operating System?). Het systeem was uniek, omdat met minicomputers onder dit besturingssysteem honderden (monochrome!) terminals met acceptabele responsetijden konden worden ondersteund. Het externe geheugen was in die tijd nog erg beperkt. Pas veel later – ik ben vanaf 1982 meer dan tien jaar weggeweest uit de zorgsector – trok ik bij het toenmalige Academisch Ziekenhuis in Groningen de wasmachine-achtige apparaten, waarin stapels met schijven zorgden voor de fenomenale opslagcapaciteit van wel honderden megabytes! Wat verandert de wereld toch snel als je terugblikt. Ook mooi om te kunnen verhalen over die eerste grote ict-toepassingen, waarbij de programma’s nog op ponskaarten werden geschreven en elke foutloze run een overwinning was. Het doet je beseffen hoe verwend we zijn met (en gewend aan) de technische hoogstandjes van deze tijd.
MET MINICOMPUTERS ONDER DIT BESTURINGSSYSTEEM KONDEN HONDEREN TERMINALS WORDEN ONDERSTEUND
!
O ja, met die verhuizing is het goed gekomen. We hebben twee Volkswagen Transporter bussen vol oude herinneringen toevertrouwd aan het milieupark. Eens moet je afscheid nemen van die goeie ouwe tijd! !
RON VAN DEN BOSCH voorzitter VienG en hoofd bureau ICT Beleid UMC Groningen
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p23_Column_Bosch.indd Sec1:23
23 8/6/2013 1:11:53 PM
ZORG OP AFSTAND
!
IN UITGELICHT brengt de redactie van Zorgvisie ict een ontwikkeling of een onderwerp extra onder de aandacht van de lezer.
KONINKLIJKE KENTALIS Koninklijke Kentalis is in 2010 ontstaan uit een fusie van Koninklijke Effatha Fuyot Groep, Viataal en Sint Marie. Kentalis biedt diagnostiek, onderwijs en zorg aan kinderen, jongeren en volwassenen die moeite hebben met communiceren doordat ze doof of slechthorend zijn, doofblind of spraakproblemen hebben. Cliënten van Kentalis hebben een zorgvraag die voortkomt uit deze handicaps, soms in combinatie met een verstandelijke beperking en motorische of psychische problemen. De organisatie telt 4600 medewerkers en biedt zorg en onderwijs op 18 scholen voor speciaal onderwijs en 80 zorg- en diagnostieklocaties in heel Nederland.
24
Innoveren vanaf de werkvloer Koninklijke Kentalis koos ervoor om zorg op afstand van onderaf en kleinschalig in te voeren. ‘Doel was om eerst successen te behalen en vervolgens met behulp van die successen de hele organisatie te enthousiasmeren.’ AUTEUR MARIO GIBBELS FOTO’S MARIO GIBBELS
N
a de fusie die had geleid tot de oprichting van de Koninklijke Kentalis in 2009, ontstond binnen deze zorg- en onderwijsorganisatie het idee om wat meer te gaan doen met zorg op afstand. De hele wereld was ermee bezig maar binnen Kentalis gebeurde nog niet zoveel, vond bestuurder Bas van den Dungen. Terwijl het volgens hem voor de doelgroep van Kentalis juist erg voor de hand ligt. ‘Wij richten ons op een heel specifieke doelgroep: mensen met gehoor- en spraakproblemen. En omdat het om
zo’n specifieke doelgroep gaat, moeten onze klanten en medewerkers vaak reizen. Het is nooit om de hoek. Zorg op afstand biedt de mogelijkheid om die afstanden te verkleinen en ouders en andere familieleden meer bij de behandeling en het onderwijs van onze cliënten te betrekken.” Van den Dungen zit samen met projectleider Zorg op Afstand Iris Manders en groepsleider Esther van Sprundel aan de vergadertafel in de kamer van Van den Dungen in het statige hoofdgebouw van Kentalis in Sint-Michielsgestel. Twee jaar geleden besloot
‘DEGENEN DIE EEN VOORSTEL HADDEN INGEDIEND, MOESTEN HET PROJECT ZELF GAAN TREKKEN.’
Kentalis om zich aan te sluiten bij In voor Zorg!, het stimuleringsprogramma van het ministerie van VWS en het kenniscentrum Vilans dat zorgorganisaties voor langdurige zorg helpt bij verandertrajecten. Van den Dungen: ‘Als je iets tot stand wilt brengen, is het altijd goed om mee te liften met een bredere beweging. Via In voor Zorg! kregen we de beschikking over een coach en het voordeel daarvan is dat iemand van buitenaf naar je organisatie kijkt.’ Maar eerst vond er een scan plaats? Manders: ‘Die was bedoeld om te kijken of we aan de voorwaarden voldeden om deel te nemen aan In voor Zorg! Is er voldoende veranderingsbereidheid, kan de ict-
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p24-27_Kentalis.indd 24
8/6/2013 1:22:02 PM
Bas van den Dungen, Iris Manders en Esther van Sprundel
geleverd of voor minder geld dezelfde kwaliteit.’
!
afdeling genoeg ondersteuning bieden?’ Van den Dungen: ‘En het bestuur moet er echt achter staan. Anders werkt het ook niet. Conclusie na de scan was dat we in ieder geval voldeden aan de belangrijkste voorwaarden.’ Jullie voldeden niet aan alle voorwaarden? Manders: ‘Er waren nog wel wat aandachtspunten. Kentalis is in 2009 door middel van een fusie tot stand gekomen en daarbij waren alle veranderingen topdown doorgevoerd. Dat had geleid tot enige verander-
moeheid. Dat was een aandachtspunt.’ Van den Dungen: ‘Terwijl onze organisatiefilosofie juist is dat veranderingen van onderaf tot stand moeten komen. We werken hier met hoogopgeleide medewerkers en er is enorm veel kennis in de organisatie aanwezig. Daarom hebben we in 2010 besloten dat de fusie klaar was en dat nu voortaan de ideeën en voorstellen van onderaf zouden komen. Dat was dan ook het tweede deel van het In voor Zorg!-programma: de voorstellen voor zorg-op-afstand projecten
Jullie zijn begonnen in de regio Zuid West? Manders: ‘We hebben er bewust voor gekozen om kleinschalig te beginnen. Doel was om eerst successen te behalen en vervolgens met behulp van die successen de hele organisatie te enthousiasmeren voor zorg op afstand. We zijn daarom, heel simpel, begonnen met het rondsturen van een mail waarin we medewerkers opriepen om met voorstellen te komen voor een zorg op afstand-project.’
moesten vanaf de werkvloer komen.’ En daar moest die coach bij helpen? Manders: ‘We hebben samen met de coach een projectgroep geformeerd met twee projectleiders, iemand van ict en iemand van de R&D-afdeling die effectmetingen zou gaan verrichten bij de verschillende pilots. Met als belangrijkste vraag: heeft het meerwaarde voor de behandeling? Van den Dungen: ‘Doel van de pilots was dat voor hetzelfde geld meer kwaliteit zou worden
Dat was het moment dat jullie er in Breda van hoorden? Van Sprundel: ‘Twee, drie dagen voordat De Kubus in Breda, waar kinderen met ernstige hoor- en communicatieproblemen dagbehandeling krijgen, zes weken dicht zou gaan in verband met de schoolvakantie, kregen we de mail binnen. Ik had al heel lang het idee om ons ‘heen en weerschriftje’ te digitaliseren. Dat was een rood mapje dat op en neer ging van de groep naar de ouders en waarin wij lieten zien wat er allemaal op de groep gebeurde. Gewoon de dagelijkse gang van zaken. Dat kostte altijd veel tijd en ik dacht al langer dat moet veel handiger kunnen. Dus toen ik die mail binnen zag komen, heb ik met een collega in tien minuten tijd een voorstel getikt en opgestuurd en daarna zijn we op vakantie gegaan. Toen ik zes weken later terugkwam, zag ik dat we waren uitgekozen en uitgenodigd werden voor een gesprek.’ Manders: ‘In totaal zijn er elf ideeën binnengekomen. Een
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p24-27_Kentalis.indd 25
25 8/6/2013 1:22:04 PM
‘IK BEKIJK MET MIJN DOCHTER ELKE DAG DE FOTO’S OP DE SITE’ De dochter van Christiaan zit op de behandelgroep De Kubus in Breda. Vrijwel elke dag bekijkt hij samen met haar het digitale heen en weer-schriftje. ‘Voorheen was het een boekje vol foto’s en papier dat bijna uit elkaar viel. Een rotzooitje. Nu is het veel makkelijker. Je tikt een tekst in, plaatst wat foto’s. Dat gaat veel sneller dan dat je alles moet opschrijven en foto’s moet inplakken. Samen met mijn dochter bekijk ik elke dag de foto’s op de site. Ik heb zelf dan al de teksten gelezen. Pas is haar oma overleden en daar was ze nogal van onder de indruk. Dat hebben we op de website gezet zodat ze er op de groep ook van wisten.’
aantal ideeën hadden met ons registratiesysteem te maken en vielen buiten de scope van het programma en een aantal ideeën hebben we samengevoegd. Een collega van Esther uit Sint-Michielsgestel bleek bijvoorbeeld een vergelijkbaar idee ingestuurd te hebben. Van die twee voorstellen hebben we daarom één project gemaakt. Uiteindelijk zijn we met zes pilots aan de slag gegaan. Behalve het digitale heen en weer-schriftje waren dat communicatie op afstand met cliënten, een Autisme Service Steunpunt, de website Kenniskoffer Maatschappelijk werker,
26
beeldcommunicatie bij gezinsbegeleiding en e-coaching bij sociale vaardigheidstraining.’ Van Sprundel: ‘Na de vakantie zijn we bij elkaar gekomen voor een kick off-bijeenkomst. Manders: ‘En daar heeft Bas gezegd “We gaan dit doen”. Dat is tijdens allerlei overleggen dan ook regelmatig teruggekomen: “Bas heeft gezegd dat we dit gaan doen”.’ Van Sprundel: ‘Dat gaf houvast om dingen te ontwikkelen. Als er bijvoorbeeld vanuit het management werd gezegd dat daar geen tijd voor was, dan kon je antwoorden dat Bas heeft gezegd dat we dit gaan doen.’
Van den Dungen: ‘Maar daarbij was het wel de bedoeling dat mensen het zelf zouden gaan doen. Degenen die een voorstel hadden ingediend, moesten het project, met ondersteuning van de twee projectleiders, zelf gaan trekken.’ Wat hield de digitalisering van het heen en weerschriftje in? Van Sprundel: ‘Het idee van de digitalisering van het heen en weer-schriftje is een website waar zowel wij, de medewerkers, als de ouders en eventueel leerkrachten foto’s en teksten kunnen plaatsen over de
kinderen. Met hopelijk als gevolg dat de ouders zich meer betrokken voelen bij wat hier gebeurt. Want als we een ouderavond organiseerden waren er vaak meer medewerkers dan ouders. Ouders kunnen bijvoorbeeld samen met hun kinderen foto’s plaatsen op de website en die kunnen wij weer gebruiken in de kringgesprekken. Omdat kinderen op onze groep problemen hebben met communiceren, helpen foto’s bij zo’n kringgesprek. Als je bijvoorbeeld vraagt wat heb je dit weekend gedaan, dan weten ze niet wat ze moeten vertellen. Als je echter een foto kunt laten zien die de ouders op de site hebben geplaatst van een dagje aan het strand, dan beginnen ze honderduit te vertellen.’ En hoe zet je zo’n idee voor een digitaal heen en weerschriftje om in de praktijk? Van Sprundel: ‘Toen we de eerste keer met de projectgroep bij elkaar kwamen, met mensen van de Kameleon in SintMichielsgestel en De Kubus in Breda, had ik al helemaal voor ogen hoe de website eruit moest komen te zien. Maar het bleek toch allemaal ingewikkelder dan ik had gedacht. Zoiets moet toch heel gedegen aangepakt worden omdat het ook in de rest van de organisatie gebruikt moet kunnen worden. Dus er moesten allerlei documenten opgesteld worden, bijvoorbeeld een competentielijst en een lijst met voorwaarden waar de website aan moet voldoen.’ Manders: ‘De website moet heel gebruiksvriendelijk zijn zodat alle ouders er gemakkelijk gebruik van kunnen maken en de site moet ook goed beveiligd
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p24-27_Kentalis.indd 26
8/6/2013 1:22:07 PM
zijn zodat niet iedereen er zomaar in kan.’ Van den Dungen: ‘We hebben afgesproken dat er geen zaken op de site worden gezet die direct met de behandeling van de kinderen te maken hebben, want dan zou de site nog beter beveiligd moeten worden.’
handiger met de computer. Ze hebben erg veel behoefte aan visualisatie, ze vragen ons om foto’s te maken en plaatsen zelf foto’s op de site die ze weer aan hun ouders laten zien. Zo enthousiasmeren ze hun ouders.’ Van den Dungen: ‘Dat is ook een van de behandeldoelen, dat kinderen meer het initiatief nemen.’ Manders: ‘We hebben een half jaar na de start van het project een meting gedaan waaruit blijkt dat 70 procent van de ouders zegt meer op de hoogte te zijn van wat er op de groep gebeurt en 50 procent zegt zich meer betrokken te voelen.’ Van Sprundel: ‘Een van de ouders zag bijvoorbeeld hoe we op de groep een taalspelletje gebruiken en heeft dat vervolgens zelf ook gekocht. En onlangs hebben we een feest op de groep georganiseerd en alle ouders waren erbij, zelfs de ouders van drie kinderen die inmiddels alweer vetrokken waren.’
‘70 PROCENT VAN DE OUDERS ZEGT MEER OP DE HOOGTE TE ZIJN VAN WAT ER OP DE GROEP GEBEURT’
Wat vonden de ouders ervan? Van Sprundel: ‘We hebben bij het project heel veel geïnvesteerd in de ouders. Het gaat toch om ouders uit verschillende sociale millieus en met verschillende culturele achtergronden. We hebben een handleiding gemaakt van twee A4’tjes maar dat bleek voor sommige ouders toch nog te moeilijk. Bij die ouders hebben wij, of het maatschappelijk werk, voorgedaan hoe de site werkt. Een van de kinderen op de groep heeft bijvoorbeeld een moeder die geen Nederlands spreekt en een vader die slechts beperkt Nederlands spreekt. Ik heb ze uitgelegd hoe ze een wachtwoord kunnen aanmaken en kunnen inloggen en vervolgens hoorde ik er niets meer van. Ik dacht ze zullen er wel geen gebruik van maken. Totdat de dochter vertelde dat ze vaak samen met haar moeder naar de foto’s kijkt en dat ze zelfs een foto naar Turkije hebben gestuurd.’ En de kinderen? Van Sprundel: ‘Die vinden het super. Die zijn natuurlijk al veel
Hoe gaat het nu verder? Manders: ‘We gaan het functioneel nu zo aanpassen dat het voor de hele organisatie, zowel voor de zorg als het onderwijs, inzetbaar is. Dat betekent onder meer dat de autorisatie niet langer handmatig maar automatisch plaatsvindt. We hebben hier namelijk te maken met zo’n vierduizend cliënten en 3500 leerlingen, waarbij sommigen
zowel zorg krijgen als onderwijs volgen.’ Van Sprundel: ‘Ik ga inmiddels de verschillende locaties en allerlei studiedagen af om over het project te vertellen en medewerkers te enthousiasmeren.’ Hoe zorg je er nu voor dat een dergelijk project geborgd wordt? Van den Dungen: ‘Allereerst vragen wij degenen die met een idee komen voor een zorg-opafstand project om daarbij ook na te denken over de implementatie van het project. Bovendien gaat het om projecten die van de werkvloer komen zodat het draagvlak groter is. Ook deze zomer hebben we weer een mail rondgestuurd met de vraag om met projectvoorstellen te komen. Dat wordt een jaarlijkse cyclus: uitvragen, projecten begeleiden, projecten afronden. Om dat te begeleiden hebben we twee coaches volledig vrijgemaakt.’ Manders: ‘Daarom moeten het ook niet al te grote projecten zijn. Medewerkers moeten het in principe zelf kunnen trekken.’
tegenover staat dat onze behandelingen korter worden omdat, bij dit project bijvoorbeeld, de ouders meer betrokken worden bij de behandeling van hun kind en er ook thuis mee aan de slag gaan. Bij andere projecten is er bijvoorbeeld tijdwinst omdat er minder reistijd is doordat huisbezoek wordt vervangen door beeldcommunicatie.’ Van Sprundel: ‘Wij zijn bovendien veel minder tijd kwijt met het bijhouden van het digitale heen en weer-schriftje.’ En nemen de medewerkers al meer eigen initiatief? Van Sprundel: ‘Je krijgt als medewerker meer verantwoordelijkheid en je ziet ook steeds meer wat de mogelijkheden van zo’n grote organisatie zijn en welke kennis er aanwezig is. Je komt op verschillende locaties en spreekt allerlei mensen en op die manier bouw je een heel netwerk op.’ Van den Dungen: ‘Uitgangspunt is dat je eerst probeert een probleem zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan kun je ervan uitgaan dat binnen zo’n grote organisatie als Kentalis vast al ergens het wiel is uitgevonden.’ !
‘HET GAAT OM PROJECTEN DIE VAN DE WERKVLOER KOMEN ZODAT HET DRAAGVLAK GROTER IS’
En de kosten en baten? Van den Dungen: ‘Bij de kosten gaat het om de twee coaches die ervoor moeten zorgen dat medewerkers niet vastlopen met een project. Daarnaast krijgen medewerkers wat extra uren voor een project en zijn er wat investeringen in hardware. Daar
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p24-27_Kentalis.indd 27
27 8/6/2013 1:22:09 PM
E-HEALTH
!
Zorgportalen en e-healthtoepassingen Samenwerken in de zorg, ondersteund door ict. Dat was het thema van het tweede congres over zorg-ict van het Julius Centrum van het UMC Utrecht dat begin juni plaatsvond. AUTEUR MARIO GIBBELS BEELD ISTOCK
E
en breed thema, zo bleek, want er passeerde gedurende de dag menig zorgportaal en e-healthtoepassing. Het deed Marcel Heldoorn, beleidsadviseur eHealth bij patiëntenfederatie NPCF, verzuchten dat we moeten oppassen dat de patiënt niet ‘opgeknipt wordt in zorgportalen’. Want je hebt ze in alle soorten en maten, zo bleek tijdens het congres. Er zijn landelijke portalen die zich bezig houden met één ziekte of vakgebied en je hebt portalen van ziekenhuizen of regio’s. Doel van het digitale Kinderhuidhuis (www.huidhuis.nl) bijvoorbeeld is het verbeteren van de huidzorg bij kinderen in heel Nederland, vertelt initiatiefnemer Suzanne Pasmans, dermatoloog in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. En dat is nuttig want maar liefst 70 procent van de kinderen jonger dan een jaar heeft huidproblemen, aldus Pasmans. Bij kinderen
28
ouder dan een jaar is dat 40 tot 50 procent. Het allereerste wat de portal Huidhuis dan ook doet, is het beantwoorden van de vraag: ‘Wat heeft mijn kind?’ Vervolgens kunnen ouders leren, via e-learning, hoe ze met de huidaandoening van hun kind moeten omgaan. En dat, zo is uiteindelijk de bedoeling vertelt Pasmans, voor zo’n 200 huidaandoeningen. Daarnaast biedt het Kinderhuidhuis ook digitale behandelplannen aan, via het Persoonlijk GezondheidsDossier, informatie over richtlijnen en protocollen en een digitale omgeving voor onderzoek naar huidklachten. Eind dit jaar gaat de portal officieel live al is de site nu al online.
WINST VOOR DE DOKTER IS DAT HET ZORGPROCES WORDT GESTROOMLIJND
Zorgpraktijk Petra Eland heeft als verpleegkundig specialist in 2005 meegewerkt aan het opzetten van het eczeemportaal in het UMC Utrecht. Via het portaal begeleiden verpleegkundigen van de afdeling Dermatologie van het UMC patiënten met eczeem. Tegenwoordig zet zij zich als unithoofd van de polikliniek Dermatologie/Reumatologie
in voor de integratie van e-health in de dagelijkse zorgpraktijk. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot, is haar ervaring. Soms is er weerstand bij artsen en verpleegkundigen. ‘Moeten we dat er ook nog bij doen?’ is een veelgehoorde reactie. Het is daarom volgens Eland belangrijk dat e-health niet iets erbij is maar de face-to-face-behandeling vervangt.
Sneldiagnostiek Samenwerking tussen it’er en dokter blijkt een belangrijke succesfactor als het gaat om het welslagen van een portaal of ander ict-project in de zorg. Dat werd duidelijk geïllustreerd door de duopresentatie van maag-darmspecialist Leon Moons van het UMC Utrecht en it’er Vincent Schot van Soulve Innovations. Samen hebben ze binnen het UMC sneldiagnostiek bij darmkanker mogelijk gemaakt. Met behulp van tablets en de inzet van slimme software krijgen patiënten binnen 48 uur na een coloscopie (inwendig onderzoek met behulp van een kijkslang) te horen of ze darmkanker hebben. Blijkt dat het geval, dan is er binnen vijf dagen een
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p28-29_CongresJulius.indd 28
8/6/2013 1:17:04 PM
behandelplan. Winst voor de patiënt is dat ze niet te lang in onzekerheid worden gelaten, informatie op maat krijgen en hun
behandeling sneller in gang wordt gezet. Winst voor de dokter is dat het zorgproces wordt gestroomlijnd. In Denemarken hebben ze al sinds 2002 één groot zorgportaal voor heel het land www.sundhed.dk. Dit portaal doet al ruim tien jaar dienst als een soort landelijk elektronisch patiëntendossier, vertelt managing director Morten Elbaek Petersen. Maar het portaal is niet, zoals bij het Nederlands landelijk schakelpunt, opgezet vanuit het perspectief van de zorgverlener maar vanuit het perspectief van de patiënt. Die kan, behalve zijn dossier, op het portaal informatie vinden over kwaliteit, wachtlijsten en prijzen van zo’n tachtig ziekenhuizen in vijf regio’s. Doel van het portaal is de ‘empowerment’ van de patiënt. En dat lukt aardig, aldus Petersen, want de site heeft zo’n miljoen unieke bezoekers per maand. !
Advertentie
Donderdag 7 november 2013 | Aristo – Amsterdam
Bouw aan kennis en vaardigheden! Maak een keuze uit 28 uitdagende workshops en verbeter je competenties!
De OR Workshopdag is: • Prikkelend: nieuwe inzichten en vaardigheden waar je echt wat aan hebt • Menselijk en dynamisch: vol interactie en delen van kennis
Voor een slagvaardige OR!
• De beste trainers: topkennis uit de eerste hand
OR-werk vraagt veel inzet en deskundigheid van de OR-leden. Vergroot je kennis en vaardigheden voor het OR-werk door deel te nemen aan inspirerende workshops.
• Praktisch: direct aan de slag, oefenen en sparren
Meer informatie en online inschrijven via: Een initiatief van:
Organisatie:
• Best beoordeeld: sinds jaar en dag
www.orcongressen.nl
Partners:
Events
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p28-29_CongresJulius.indd 29
29 8/6/2013 1:17:07 PM
MOBIELE DEVICES
!
Dichtbij de klant dankzij mobiel werken Woonzorg Nederland geeft invulling aan het motto de klant centraal met bewonersconsulenten die bij de huurders thuis komen. Mobiele toegang tot alle benodigde applicaties ondersteunt deze strategie. AUTEUR MIRJAM HULSEBOS FOTO‘S WOONZORG NEDERLAND
I
n 2010 startte Woonzorg Nederland met het programma ‘Terug naar de klant’. Folkert de Gans, informatiemanager en hoofd Operations ICT, legt uit: ‘Wij hadden altijd een klantenservice die onze huurders konden bellen als ze een vraag hadden, een serviceverzoek of een klacht. Om onze dienstverlening beter af te stemmen op de individuele situatie van een huurder, zijn we afgestapt van de klantenservice en hebben we de meer dan 300 locaties een eigen telefoonnummer gegeven. De telefoontjes komen nu terecht bij onze bewonersconsulenten. Dat is een nieuwe functie die in de plaats is gekomen van de oude functie van beheerder. Iedere bewoner heeft nu zijn eigen bewonersconsulent die zijn situatie kent en die bij hem thuis komt om vragen op het gebied van wonen, zorg en welzijn te bespreken.’
Bundelen Deze veranderde organisatie-inrichting bracht ook een andere ict-behoefte met zich mee. De Gans: ‘Voorheen hadden de medewerkers van de klantenservice inzicht in de volledige klantsituatie: in de huurcontracten, de aanvullende diensten die mensen afnemen, eventuele aanpassingen van de woning en ga zo maar door. Ze waren echter nog nooit op die locaties geweest en ze kenden de huurders niet persoonlijk. De beheerders kenden hun panden uiteraard wel op hun duimpje, maar zij wisten niet wat voor huurcontracten bewoners hadden
30
en welke zorgdiensten zij afnamen. Door nu te gaan werken met bewonersconsulenten bundelen we die kennis bij één persoon die zowel de woning kent als de bewoner en zijn specifieke situatie.’ Na de verandering moesten bewonersconsulenten op een mobiel device toegang krijgen tot alle applicaties waar voorheen de klantenservice mee werkte: Office, het ERP-systeem, het digitale archief. Vanwege de al jarenlange goede samenwerking met Dell zette De Gans een pilot op met Dell KACE, een MDM-oplossing (mobile device management). ‘Er zijn slechts weinig ERP-leveranciers die zich richten op de corporatiesector, en degenen die hierin actief zijn lopen niet bepaald voorop in het ontsluiten van hun applicaties middels mobiele devices. We moesten dus zelf een mobiele omgeving opzetten.’ Dat deed Woonzorg Nederland door middel van Server Based Computing. Het nadeel is dat een dergelijke omgeving alleen te benaderen is met laptops en niet met tablets of smartphones. De Gans: ‘Wij hebben gekozen voor een Dell tablet-pc, die het midden houdt tussen een laptop en een tablet. Met het toetsenbord kun je wat gebruiksvriendelijker informatie invoeren
dan met een tablet, maar je hebt toch het voordeel van een touchscreen.’ Via UMTS en wifi kunnen de tablet-pc’s contact maken met het bedrijfsnetwerk. Naast de tablet-pc hebben alle bewonersconsulenten een Android smartphone gekregen. Daarop kunnen ze hun e-mail raadplegen. Het toestel is via Voice on PBX opgenomen in de contactcenteromgeving. De Gans: ‘We willen dat iedere huurder zijn bewonersconsulent kan bellen, maar tegelijkertijd willen we niet het 06-nummer van deze consulent voor iedereen vrij geven. Nu bellen klanten naar het nummer van het complex waar ze wonen, en een intelligente contactcenteroplossing schakelt ze door naar de juiste bewonersconsulent. Is die persoon in gesprek of op vakantie, dan wordt het telefoontje doorgezet naar een collega. We maken dus gebruik van alle intelligentie die normaal ook bij een klantenservice oplossing zit, maar bijzonder is dat hier mobiele toestellen aan hangen die ieder ook nog hun eigen 06-nummer hebben.’
‘WE MAKEN GEBRUIK VAN ALLE INTELLIGENTIE VAN EEN KLANTENSERVICE OPLOSSING’
Licentiekosten De pilot met mobiel werken verliep succesvol, waarna al snel de uitrol volgde. De
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p30-33_Woonzorg.indd 30
8/6/2013 1:44:10 pm
Folkert de Gans: ‘We moesten zelf een mobiele omgeving opzetten’
nieuw opgeleide bewonersconsulenten waren allemaal snel aan de tablet-pc gewend. De Gans: ‘Dat komt ook doordat de applicaties niet zijn veranderd, alleen het device is nieuw.’ Voor systeembeheerder Diana Achim is het werk, ondanks de grotere en complexere omgeving, juist eenvoudiger geworden. ‘Voorheen gebruikten wij andere software voor systeembeheer. Veel taken die je daarin handmatig moest doen, zijn in Dell KACE geautomatiseerd. Ik zeg nu bijvoorbeeld tegen het systeem dat ik images wil uitrollen, en dat gebeurt vervolgens volautomatisch zodat ik in de tussentijd andere dingen kan doen.’ Een belangrijk voordeel van de nieuwe omgeving is dat Woonzorg Nederland zicht krijgt op het gebruik van applicaties. Achim verwacht een behoorlijke besparing te kunnen boeken op licentiekosten. ‘Voorheen wist ik niet wie welke applicaties gebruikt en hoe intensief. Daar krijgen we nu inzicht in. Ik weet zeker dat er applicaties zijn die weinig worden gebruikt en die we volledig kunnen schrappen of waarvan we het aantal licenties fors kunnen reduceren.’
Autonoom Woonzorg Nederland kent nu 28 lokale teams. Zij worden ondersteund door een centrale backoffice. Maar waar vroeger de backoffice voorschreef welke diensten werden aangeboden en hoe er precies werd gewerkt, zijn de 28 clusters nu behoorlijk
autonoom. De Gans: ‘We willen hun de vrijheid geven om in te spelen op lokale behoeften.’ Om teams wel van elkaars ervaringen te laten profiteren, heeft Woonzorg Nederland onlangs Microsoft Lync geïmplementeerd. ‘Het zijn nu nog vooral managers die met elkaar videoconferencen, maar het idee is dat straks – als iedereen een training heeft gehad – bewonersconsulenten uit verschillende teams onderling meer contact zoeken met elkaar en met de back office.’ De 28 teams hebben allemaal een kantoor in hun eigen regio. Op het moment dat een van de smartphones of tablet-pc’s onderhoud nodig heeft, kan Achim via een WAN-verbinding op afstand een nieuwe image plaatsen. ‘Het is natuurlijk ondoenlijk als medewerkers voor ieder wissewasje naar het hoofdkantoor moeten komen’, zegt ze. ‘Daarom willen we onderhoud en beheer aan toestellen volledig remote kunnen afhandelen.’
al ruimte voor verbetering. ‘Zo willen we het binnenkort mogelijk maken om op de tablet-pc digitaal een contract te ondertekenen, op dezelfde manier als hoe je voor ontvangst van een pakketje tekent’, vertelt Achim. ‘We hebben de technologie van Adobe al in huis, het is een kwestie van uitrollen.’ Een andere wens is om het mogelijk te maken ook offline te werken. ‘Het draadloze netwerk is niet overal van even hoge kwaliteit. We willen straks voor iedere medewerker een eigen portal maken waar alleen die applicaties en gegevens in staan die hij of zij nodig heeft voor zijn of haar werk. Waarom zou je gegevens van klanten in Terneuzen moeten kunnen inzien als jouw werkgebied Groningen is? Daarmee kunnen we het systeem een stuk sneller maken. Als we er dan ook nog eens voor zorgen dat iedere ochtend of avond de persoonlijke portal wordt gesynchroniseerd met de applicaties in ons datacenter, dan kunnen medewerkers ook zonder netwerkverbinding hun werk doen’, aldus De Gans. Als dat dan ook nog kan via een ‘always on’-device zoals een tablet, dan is hij helemaal tevreden. ‘Onze ERP-leverancier heeft zes woningbouwcorporaties als klant. Samen geven wij aan welke verbeteringen wij graag in de software zouden zien. We hebben alle zes behoefte aan het ontsluiten van informatie op een tablet-pc of smartphone, dus dat gaat er zeker komen.’ Achim en De Gans sluiten af met een advies. ‘Ict is geen doel op zich, het moet ondersteunend zijn aan de organisatiestrategie. Het programma “Terug naar de klant” is voor ons het startpunt geweest. En passant hebben we ook nog de nodige efficiencyvoordelen weten te realiseren
‘WE WILLEN ONDERHOUD EN BEHEER AAN TOESTELLEN VOLLEDIG REMOTE KUNNEN AFHANDELEN’
Toekomst De organisatie heeft een grote slag gemaakt. Dit vertaalt zich nu al in hogere klanttevredenheidscijfers. Maar De Gans en Achim zijn nog niet tevreden en zien nu
AUGUSTUS 2013 • ZORGVISIEICT 04
ICT_13_04_p30-33_Woonzorg.indd 31
31 8/6/2013 1:44:14 pm
Het programma ‘Terug naar de klant’ is het startpunt geweest
> op het gebied van beheer en verwachten we kostenbesparingen te realiseren in licenties. Dat is een mooie bijvangst, maar je moet bij dit soort trajecten het hoofddoel nooit uit het oog verliezen.’
Klantgerichter Stefan Piso, accountmanager voor de care bij Dell, ziet dat veel zorginstellingen bezig zijn de voordelen van mobiel werken te ontdekken. ‘Het credo in zorginstellingen is toch dat ze klantgerichter willen werken en dat ze meer moeten doen met minder. Mobility komt aan beide vraagstukken tegemoet.’ Hij waarschuwt wel dat de vruchten alleen worden geplukt als er, zoals bij Woonzorg Nederland, een heldere visie en strategie aan ten grondslag ligt. ‘Ik zie ook wel zorginstellingen waar de directie roept: “ik wil een tablet.” Dat is niet de manier, dan wordt mobility een doel op zich. Wanneer je je
strategie als uitgangspunt neemt, is het veel eenvoudiger om aan te sluiten bij behoeften die op de werkvloer leven en zo de efficiency te verhogen.’ Mobiel werken kan op verschillende manieren mogelijk worden gemaakt. Een MDM-oplossing heeft een aantal voordelen boven oplossingen die applicatieleveranciers bieden. De drie belangrijkste zijn dat MDM het mogelijk maakt om alle applicaties mobiel te ontsluiten en niet alleen het ECD of ERP. Bovendien krijgt de ict-afdeling inzicht in het gebruik van applicaties, waardoor vaak forse besparingen op licentiekosten mogelijk zijn. En tot slot is het met MDM eenvoudig om een catalogus van apps te beheren. Piso: ‘Zoals Woonzorg Nederland in het artikel aangeeft is het lang niet altijd nodig en handig om de volledige applicatie mobiel te ontsluiten, vaak is het voor medewerkers veel pret-
'BINNENKORT MOET HET MOGELIJK ZIJN OM OP DE TABLET-PC DIGITAAL EEN CONTRACT TE ONDERTEKENEN'
32
WOONZORG NEDERLAND Woonzorg Nederland biedt passende woonruimte aan kwetsbare mensen die beschut of beschermd willen wonen. In samenwerking met partners zoals welzijnsorganisaties en zorgaanbieders wordt geschikte zorg aangeboden. Woonzorg Nederland is een van de grootste woningcorporaties van ons land.
tiger om alleen een app te hebben, die uiteraard wel synchroniseert met de hoofdapplicatie.’ Piso drukt zorginstellingen nogmaals op het hart om niet de technologie als uitgangspunt te nemen. ‘De ontwikkelingen gaan momenteel heel snel. Het kan verleidelijk zijn je door al die technische mogelijkheden te laten leiden. Maar uiteindelijk is technologie een hulpmiddel, geen doel. Kijk hoe je het kunt inzetten om de administratieve rompslomp van verzorgenden en verpleegkundigen te verlagen zodat zij een zo groot mogelijk deel van hun tijd bezig kunnen zijn met zorg.’ !
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p30-33_Woonzorg.indd 32
8/6/2013 1:44:23 pm
3394
Masterclass Succesvol verandermanagement in de zorg Woensdag 4 december 2013 | Carlton President Maarssen
Bezuinigingen, nieuwe wetgeving, wensen van patiënten en meer met minder en nieuwe ontwikkelingen zorgen voor een continu veranderende omgeving. Veel veranderprojecten worden niet tot een succesvol einde gebracht en zijn complex. Hoe doorbreekt u dit? Hoe zorgt u voor draagvlak en betrokkenheid bij uw teams? Hoe zorgt u dat uw medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid gaan dragen? Deze Masterclass levert u de technieken, instrumenten en wetenschappelijke inzichten waarmee u de verandering wel laat slagen. Onze experts begeleiden u deze dag bij: ! De actuele ontwikkelingen en hoe u daar als zorgprofessional leiding aan kunt geven; ! Hoe u ingesleten patronen doorbreekt; ! Het creëren van draagvlak en betrokkenheid; ! Ga in gesprek met mede professionals over hun veranderprocessen en oplossingen, begeleid door de veranderexperts.
Meld u vóór 15 oktober aan en ontvang € 100, - korting! Vermijd de vele valkuilen die u bij veranderingen kunt maken en kom naar deze dag.
In samenwerking met :
Kijk voor meer informatie op
www.veranderkunde.nl 3394 Veranderkunde zorg 215x285.indd ICT_13_04_p30-33_Woonzorg.indd 33 3
05-08-13 10:15 8/6/2013 1:44:33 pm
NIEUWE MEDIA
! Direct invoeren in het epd Verpleegkundigen van de afdeling traumatologie van het UMC Utrecht hoeven niet langer allerlei waarden van papiertjes over te tikken in de computer. Via de nursemapp worden de waardes voortaan direct ingevoerd in het elektronisch patiëntendossier.
De proef vindt plaats met vier Samsung toestellen en twee iPhones. Van der Weel: ‘Om te kijken met welk toestel het het prettigste werken is. We kunnen de waardes invoeren via een click wheel of via het toetsenbord. Het laatste blijkt tot nu toe het snelst te zijn.’ Belangrijkste voordeel van de nursemapp is de tijdswinst, aldus Van der Weel. ‘Ik schat dat het een minuutje per patiënt per Dimitri van der Weel, senior verpleegkundienst is. De tijd die je nodig hebt om de dige op de afdeling traumatologie van het gegevens van het papiertje in UMC Utrecht, werkt nu te tikken in de computer.’ enkele maanden met nurseIn augustus wordt nursemapp. De app is eind april dit ‘DE TIJDSWINST mapp geëvalueerd. Van der jaar, als proef, op zijn afdeling Weel: ‘Hier op de afdeling geïntroduceerd. ‘Het gaat om IS EEN zijn we er allemaal erg tevreeen app waarmee je bepaalde MINUUTJE PER den over. Zelfs de oudgedienwaardes via een smartphone PATIËNT PER den, die in eerste instantie direct kunt invoeren in het nog zo hun twijfels hadden elektronisch patiëntendossier DIENST’ over de betrouwbaarheid van CS-EZIS van ChipSoft. de app, zijn om. Enig nadeel Voorheen schreven we de is nog dat niet alle waardes waardes bij het bed van de ingevoerd kunnen worden en het zou ook patiënt op een papiertje en tikten ze vervolmooi zijn als er een early warning systeem gens aan het eind van onze dienst in op de kan worden toegevoegd dat automatisch een computer.’ waarschuwing afgeeft als bijvoorbeeld drie Het gaat vooralsnog om vijf van de zeven van de zeven waarden een bepaalde kritiwaardes die de verpleegkundigen elke sche grens hebben overschreden. Als het dienst moeten opnemen, legt Van der Weel lukt om die extra functies nog toe te voegen, uit. ‘Dat zijn de boven- en onderdruk, temdan is volgens mij de nursemapp helemaal peratuur, pols en zuurstofverzadiging. De compleet en kan hij ook op de andere afdepijnscore en de urineproductie kunnen we lingen van UMC Utrecht ingevoerd worden.’ nog niet invoeren.’
NURSEMAPP Ontwikkelaar UMC Utrecht Wat Een app waarmee verpleegkundigen meetgegevens rechtstreeks in het elektronisch patiëntendossier kunnen invoeren. Wanneer De app wordt getest op de afdeling traumatologie.
! DrawMD UrologMatch, LCC. Gratis voor iPad Met DrawMD kunnen artsen hun patiënten een duidelijk afbeelding laten zien bij hun uitleg over een ziekte of een chirurgische ingreep. De afbeeldingen kunnen bovendien bewerkt worden en worden opgestuurd naar de patiënt met aantekeningen.
Bartiméus Zien stichting Accessibility in opdracht van Bartiméus. Gratis voor iPhone, iPad en Adroid
Moet ik naar de dokter? MINDD B.V. Betaald
Bartiméus Zien laat mensen met een gezond zicht vijf stadia van slecht zicht ervaren. Dit gebeurt door op het beeldscherm te projecteren wat iemand met een oogaandoening ziet.
De app ‘Moet ik naar de dokter?’ geeft aan of de gebruiker al dan niet met spoed naar de huisarts moet of direct 112 moet bellen. Daarbij toont de app gegevens van de dichtstbijzijnde huisartsenpost en de eigen huisarts.
Bron: www.artsennet.nl
Bron: www.artsennet.nl
Bron: www.artsennet.nl
34
ZORGVISIEICT 04 • AUGUSTUS 2013
ICT_13_04_p34-36_Apps.indd 34
8/6/2013 1:06:02 PM
Symposium Elseviers ‘Beste Ziekenhuizen’ #3#%-$#/# &1'0+0/'3+-#zou het helemaal ande rs 4*+,#3+0)' 4.##)&
"""!:
45':
:!
"+'8+.01) 1..'5,' Waarom de fabrika nt van beschuit wankelt
:;
EDIT IE 201 2
DE BEST
E ZIEKENHUIZEN
Waar u kunt rek veilige en effe enen op ctieve zorg
Hoe PvdA w on
!"#$%%&$$'
WERKENDE NEDERLANDERS RUTTE II ()*+!,-./00
Woensdag 30 oktober 2013 | Kasteel de Wittenburg, Wassenaar ((('
1$ '
Affaire na affaire – lessen uit de doofpot Medische missers, ruzies tussen medisch specialisten, ontslag wegens disfunctioneren, bestuurders die niet ingrijpen, een Inspectie die toeziet en een lawine aan negatieve publiciteit. De laatste jaren zijn ziekenhuizen en artsen onder het vergrootglas komen te liggen, affaire na affaire komt naar buiten. Elsevier presenteert op woensdag 30 oktober het onderzoek ‘De beste ziekenhuizen’ tijdens een symposium met als thema: Affaire na affaire – lessen uit de doofpot. Een debat over de oorzaken en gevolgen, over schade voor de patiënt, schade voor de arts, bestuurder en de reputatie van het ziekenhuis. En vooral over de vraag: hoe te voorkomen dat het zo ver komt? Met als sprekers onder anderen: r Tom van ’t Hek – dagvoorzitter, sportpresentator en voormalig huisarts r Arthur van Leeuwen – chef onderzoeksredactie Elsevier r Jan-Peter Heida – onderzoeker bij SiRM
Discussieer mee op woensdag 30 oktober, meld u nu aan!
Een initiatief van:
Mediapartner:
ko r t i n g , 0 0 1 € n n e e s va n o b a r ie voo Z o rg v i s n e r e i Elsev
www.reedbusinessevents.nl/besteziekenhuizen
ICT_13_04_p34-36_Apps.indd 35
8/6/2013 1:06:06 PM
Cl o u d M an ag e me n t Datacen t er
Vi r t u a l i s a t i e
Enterprise Mobility
IT-Galaxy 2013 1 oktober 2013 1931 Congrescentrum Brabanthallen, Den Bosch www.it-galaxy.nl
Hoofdsponsor
Goudsponsors
Zilversponsors
Exposanten
Scan de (P)QR-code voor meer informatie
ICT_13_04_p34-36_Apps.indd 36
8/6/2013 1:06:06 PM