I
N
H
O
U
D
S
T
A
F
E
L
Historiek 1895 – 1940 (bouw)
p. 4
Historiek 1940 – 1970 (heropbouw)
p. 7
Historiek 1980 – heden (vernieuwbouw)
p. 11
Evolutie aantal patiënten, broeders, leken
p. 19
Overzicht van de bouwfasen
p. 20
Masterplan 2010
p. 21
Grondplan P.C. Sint-Amedeus
p. 22
3
H
I
S
T
O
R
I
E
K
Bezoekers die verwacht hadden hier mooie oude gebouwen te zien, zullen misschien wat op hun honger blijven zitten. We zijn een modern psychiatrisch centrum en in die zin zijn ook onze gebouwen over de jaren heen geëvolueerd. We proberen jullie in dit boekje en door de wandeling over het domein een beeld te schetsen van de evolutie van een groot psychiatrisch centrum. Zowel de evolutie van de gebouwen als de evolutie van de zorg, daar beiden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
We onderscheiden 3 grote bouwfasen (zie plans en foto’s): 1895 - 1940: bouw 1948 - 1970: heropbouw 1980 - heden: vernieuwbouw
1895 - 1940: bouw In de nasleep van de Franse Revolutie was er een sterke antiklericale houding en kloosterorden werden uit het onderwijs en de verzorging gebannen. De bestaande Godshuizen waren overgenomen door de overheid en de zorg voor krankzinnigen1. gebeurde vooral in de gevangenissen zoals het Geraard Duivelsteen in Gent. In 1807 werd kanunnik Petrus Jozef Triest door de burgerlijke autoriteiten van de stad Gent belast met de zorg voor de algemene weldadigheid en opgenomen in de Commissie van de Burgerlijke Godshuizen. Hij stichtte de Zusters en Broeders van Liefde die zich specialiseerden in de krankzinnigenzorg. De zusters namen de zorg voor de vrouwen op, de broeders zorgden voor de mannelijke patiënten. In het begin werkten zij in dienst van de burgerlijke autoriteiten. 4 1
Dat taalgebruik is grondig geëvolueerd van “krankzinnige” over “geesteszieke” tot vandaag “mensen met een psychische of psychiatrische stoornis”.
Vader Amedeus Stockman, toenmalig Generale Overste van de Broeders van Liefde en zelf afkomstig uit Mortsel, deed in 1894 de officiële aanvraag aan de minister van Justitie om in het dorp Mortsel bij Antwerpen een gesticht voor behoeftige geesteszieken te mogen oprichten. De Broeders van Liefde hadden toen al instellingen voor krankzinnigenzorg in Gent, Beernem, Zelzate, Sint-Truiden en Froidmont. De inrichting zou 600 patiënten kunnen huisvesten en beschikken over een landbouwbedrijf van 5 à 6 ha. Op vraag van het bisdom moest de generale overste een verklaring ondertekenen dat in het nieuwe gesticht enkel “armlastige” krankzinnigen zouden worden verpleegd en dat anderen, die wel eigen middelen hadden, zouden verpleegd worden tegen de prijs die officieel voor de armlastigen was vastgelegd. De bouwwerken begonnen in 1895 en eigenlijk is het door de bouw van deze instelling dat het station van Mortsel Deurnestraat er gekomen is. De spoorwegmaatschappij was van plan een halte te voorzien op de lijn Antwerpen - Brussel maar op vraag van vader Amedeus werd het een station, in eerste instantie voor de aanvoer van bouwmaterialen en werklui, nadien voor patiënten en bezoekers. In september 1895 vestigden zich al 8 broeders in de instelling om de komst van de patiënten voor te bereiden. Op 16 november 1895 werd dan de eerste patiënt opgenomen. De inventaris van 31 december 1901 leert ons dat er toen 600 patiënten waren, 22 broeders, 3 dienstboden en 21 inwonende knechten (zie ook schema p. 19). Eind 1909 biedt de instelling plaats aan 711 patiënten en na de aankoop van nog 3 percelen grond werd de Villa Guislain gebouwd. Daar werden de gegoede, betalende patiënten opgenomen. In 1914 werden de plannen voor de verbouwing en omschakeling naar paviljoenbouw ingediend maar door de oorlog werden deze uitgesteld. In september 1914 rukt de vijand op en deelt de instelling in de beschietingen van de Antwerpse fortengordel. Op 7 oktober 1914 wordt het gesticht geëvacueerd naar Zelzate en met een speciale trein en de hulp van Belgische en Engelse soldaten vertrekken 35 broeders, 40 knechten en 783 patiënten waaronder 32 Belgische soldaten naar Zelzate. 1 knecht en 2 patiënten blijven vrijwillig achter om voor de stalbeesten (15 koeien en 22 varkens) te zorgen. Na een 3-tal weken is de rust wedergekeerd in Antwerpen en zijn de gevechten vastgelopen in de IJzervlakte. De terugtocht van een eerste groep gebeurde met het stoomschip “Zeeuwsch Vlaanderen”, ter beschikking gesteld door Koningin Wilhelmina. De boot voer tot in Burcht en van daar werden de patiënten met verhuiswagens terug naar Mortsel gebracht. 5
In 1915 kon de instelling nog redelijk overleven omdat ze beschikte over grote voorraden voedsel. De verdere oorlogsjaren waren jaren van schaarste. In 1917 stierven 205 patiënten en in 1918 160 patiënten. In 1917 kwamen de Duitsers al het koper van de instelling opvorderen en tijdens de terugtrekking wilden ze in het gesticht een lazaret (een veldhospitaal) inrichten in de Villa Guislain. De overste kon dit echter verhinderen. In 1920 vierde de instelling, samen met het station van Mortsel, haar zilveren jubileum. Er waren toen 523 patiënten, 27 broeders en een tiental leken. In 1923 waren er 20 broeders en 23 leken die zorgden voor 623 zieken. 174 patiënten werden tewerkgesteld. De zorg was door de oorlogsjaren fel achteruitgegaan en de nieuwe overste Vader Virgile nam het initiatief voor drastische veranderingen. De meeste afdelingen werden voorzien van centrale verwarming, het huis werd op de stadswaterleiding aangesloten, er werden gezondheidsbaden ingericht, er kwamen reukloze toiletten, alle slaapzalen kregen lavabo’s, … De kwaliteit van het eten werd verbeterd en de verplegers kregen witte jassen. In 1925 werd van 16 mei tot 3 juni een tentoonstelling gehouden om de buitenwereld te laten zien wat door de patiënten van de inrichting werd geproduceerd. Dr. Meeus, de nieuwe hoofdgeneesheer, gaf een persconferentie over de nieuwere verpleging van geesteszieken. Meer dan 10.000 geïnteresseerden bezochten de tentoonstelling. Het Internationaal Neurologencongres dat in 1928 te Antwerpen plaats vond, hield een namiddagzitting in Sint-Amedeus. Een krant berichtte nadien: ”De zalen van de zieken, slaapzalen, refters, badinstallaties werden in perfecte staat bevonden, evenals de koeren en vriendelijke tuinen met hun groen en hun bloemen, plaatsen van afleiding en rust voor de werkende patiënten. Want de krankzinnigen werken in SintAmedeus en dit feit maakt nog wel de meeste indruk op de buitenlandse congressisten”. “We hadden praktisch alles van ons eigen, groenten, vlees, al wat ge maar kunt noemen. We hadden een eigen brouwerij, we hadden een eigen boerderij, we hadden een eigen wasserij, we hadden een eigen keuken, ja wat moet ik nog allemaal op gaan noemen. We konden heel wat doen van hetgeen dat we zelf hadden. De patiënten werkten allemaal mee, voor een groot gedeelte toch. De boerderij had eigen personeel, een werkgroep van ongeveer twintig patiënten die broeder-boer kon te werkstellen. Je had ook de mensen van den hof. De hovenier die moest 's morgens maar zijn bevelen uitdelen en die mannen werkten zeer goed.”
Citaat: Broeder Wilfried Vandamme, begon in 1945 bij Sint-Amedeus en nog steeds in het klooster Het domein breidde nog steeds uit: in 1925 werd 1ha 44a bijgekocht en in 1926 nog eens 5 ha 5O a met een kleine boerenwoning die werd omgebouwd tot een grote 6
boerderij. In 1926 werd de dokterswoning gebouwd. Tussen 1930 en 1934 werden grote verbouwingen uitgevoerd aan de afdelingen en de werkplaatsen; in totaal voor 800.000 Fr. De patiëntenpopulatie was opgelopen tot 830 in 1931 en dus ook het personeelsbestand breidde uit van 20 broeders in 1920 naar 41 broeders in 1931. Er waren ook een 20-tal lekenmedewerkers. Periode tussen de twee wereldoorlogen - panoramisch zicht rond 1935
1940 - 1970: heropbouw Op 10 mei 1940 werd de instelling ongewild het doelwit van een zwaar bombardement. Men zegt dat de Duitsers eigenlijk het vliegveld wilden treffen maar dat de wind de “doelwitcirkel” had doen afdwalen boven de instelling. De gevolgen waren catastrofaal: bijna 2/3de van de gebouwen werd vernield en brandde uit en het is verwonderlijk dat er slechts een 10-tal dodelijke slachtoffers waren. “Ik weet dat de broeders in de kapel zaten en dat de overste hen probeerde binnen te houden en zei: "we kunnen nergens beter zijn dan hier", maar de broeders vluchtten in paniek alle kanten uit. Trouwens de kapel was volledig uitgebrand en gebombardeerd. Een twintigtal patiënten waren omgekomen en het overgrote gedeelte van de patiënten liep in paniek de straat op. Een paar dagen later werden de meeste geëvacueerd naar Zelzate en Beernem.
Citaat: Broeder Wilfried Vandamme, begon in 1945 bij Sint-Amedeus en nog steeds in het klooster 7
Na het bombardement werden de patiënten eerst overgebracht naar de gemeentelijke jongensschool en later naar de school van de Broeders van Liefde Sint-Eduardus te Merksem. Van daar uit werden de patiënten verdeeld over de verschillende instellingen van de Broeders in Gent, Zelzate en Beernem. Met de hulp van de bewoners van Mortsel werd ondertussen het puin geruimd en werden de zalen één voor één terug gebruiksklaar gemaakt. Eind september 1940 waren er al terug 420 patiënten, een 20-tal broeders en evenveel lekenmedewerkers in de instelling. De omstandigheden waren echter niet ideaal. Alle afdelingen waren overbevolkt en er werden plannen gemaakt voor de wederopbouw. In 1948 startten de werken en in 1950 werden al 2 nieuwe afdelingen, de feestzaal en de voorbouw met de burelen in gebruik genomen. Door een aantal ontwikkelingen in de jaren ’50 veranderde het uitzicht van de psychiatrie en de psychiatrische hulpverlening totaal. Aan de basis van die veranderingen lagen 2 factoren: een maatschappelijke ontwikkeling en de komst van nieuwe medicatie. Voor WO II gingen zieke mensen uit de burgerij die overspannen of neurasteniek waren naar sanatoria voor zenuwlijders om er te rusten en met aangepaste diëten en waterkuren terug op krachten te komen. In de jaren vijftig kwamen er, mede onder invloed van het ruimer geworden begrip “gezondheid” (= een toestand van compleet fysisch, psychisch en sociaal welbevinden), de toenemende democratisering (gezondheid is een recht voor iedereen) en het wegvallen van de financiële beperkingen (invoering van de ziekteverzekering) meer patiënten met allerlei psychische klachten en verschijnselen via de huisdokter of specialist naar de psychiatrische hulpverlening. Tot dan had de psychiatrie zich uitsluitend ingelaten met ernstig geestesgestoorden en geestesziekte werd gezien als een aandoening van de hersenen. De “asielen” vielen onder de bevoegdheid van het Ministerie van Justitie. Het basisidee was het bewaren en uit de maatschappij houden van geesteszieke mensen. Het overgrote deel van de patiënten in de instellingen was gecolloqueerd (vandaag is dat “verplicht geplaatst”). Dat was een voorwaarde voor tussenkomst door de overheid in de verblijfskosten. Stilaan evolueerde ook de medische wetenschap en werden geestesziekten niet meer gezien als een onomkeerbaar falen van de hersenen. Het medisch-psycho-sociaal denken deed zijn intrede. Geestesziekte werd niet langer als onbehandelbaar gezien. Ook de psychofarmaca doen rond die tijd hun intrede. 8
Tussen 1950 en 1960 werden drie nieuwe groepen medicatie ontdekt die voor een omwenteling in de behandeling van psychiatrische stoornissen zullen zorgen: de neuroleptica (Largactil ® in 1952 – Haldol ® in 1958), de antidepressiva (Tofranil ® in 1957) en de tranquilizers (Librium ® in 1960). Door het gebruik van deze medicatie worden patiënten aanspreekbaar en dus ook beter behandelbaar. Bewaren verandert naar behandelen en eventueel zelfs genezen. Verschillende disciplines worden ingezet en doen hun intrede in de psychiatrische hulpverlening: psychologen, maatschappelijk werkers, ergotherapeuten, … De grote slaapzalen maken plaats voor paviljoenbouw met meer privacy en meer therapieruimten. “Een zaal van, ik geloof, twintig bedden links en twintig bedden rechts en dan een gang in het midden waar we tussen konden lopen. De broeder had een bed vanachter. Een beetje hoger was de keuken en achter de keuken waren dan de isoleercellen en de behandelingskamer. De patiënten sliepen daar. Maar nu is dat allemaal niet meer, het zijn nu allemaal aparte kamers.”
Citaat: René Heeren, gestart in Sint-Amedeus in 1952 Ook de wetgeving volgt en in 1960 worden de eerste ziekenhuisdiensten voor psychiatrie erkend. Binnen de psychiatrische ziekenhuizen komt er naast de gesloten dienst (F) ook een open dienst (O) voor vrij opgenomen patiënten. De gesloten dienst blijft onder het ministerie van Justitie, de open dienst komt onder het ministerie van Volksgezondheid. Dit brengt een andere normering mee. De ziekenhuisdiensten moeten voldoen aan de normen door de overheid bepaald voor wat betreft o.a.; personeelsbezetting, medische omkadering maar ook oppervlakte van kamers enz.. De overgang van bewaren en uit de maatschappij houden naar behandelen en reïntegreren in het maatschappelijk functioneren komt ook architecturaal tot uiting. De muren rond de instelling verdwijnen. De “op zichzelf draaiende” gemeenschap gaat meer en meer beroep doen op “buitenstaanders” voor levering van goederen en diensten. “Vroeger was de instelling afgesloten door een enorme muur. Het was een dorp op zich, hé. We hadden zelfs een eigen voetbalplein. Dat is dus veranderd. Alles is open nu.”
Citaat: dr. Etienne Rodrigus, neuropsychiater, begon te werken bij Sint-Amedeus in 1961
9
Luchtfoto 1969
Het aantal lekenpersoneel stijgt fenomenaal na de overheveling naar het ministerie van Volksgezondheid (zie schema p. 19). Begin jaren ’60 doet ook het eerste vrouwelijke personeelslid haar intrede in het tot dan toe mannenbastion Sint-Amedeus. Eerst in een administratieve functie aan het onthaal maar snel volgden ook vrouwen in de zorgverlening. Nieuwe mensen brengen nieuwe ideeën aan en de zorg evolueert. Case-work, team-work, geïntegreerde verpleging, remotivatie, rehabilitatie, ergotherapie, creatieve therapie, bewegingstherapie, de dienst vrije tijd enz. doen hun intrede in de psychiatrische hulpverlening. Er komt nood aan gespecialiseerde gebouwen: sporthal, therapieruimten, … . Begin jaren ’70 telt Sint-Amedeus 715 bedden (528 in gesloten dienst, 117 voor open dienst en 70 voor neuropsychiatrie (P) in samenwerking met het Instituut Bunge) verdeeld over 12 afdelingen. Er werkten 24 broeders en 180 leken. Als in 1973 de psychiatrische ziekenhuizen volledig worden overgeheveld naar het ministerie van Volksgezondheid ondergaat de psychiatrische hulpverlening een omwenteling. De diensten worden onderverdeeld in A en T. A-dienst: bestemd voor zieken die dringende crisisinterventie of observatie en intensieve behandeling nodig hebben; T-dienst: bestemd voor therapeutische ten laste neming van de zieken met het oog op sociale integratie of plaatsing naar een voorziening voor gehandicapten, bejaarden enz.. In 1971 wordt, vooral op initiatief van dr. Raoul De Smedt, toenmalig hoofdgeneesheer van Sint-Amedeus, vzw De Brug opgericht. De Brug is een samenwerkingsverband tussen Sint-Amedeus, de psychiatrische kliniek van de Broeders Alexianen te 10
Boechout en de Antwerpse afdeling van de Belgische Bond tegen de epileptie en heeft tot doel het oprichten van een beschutte werkplaats, het nemen van initiatieven ter preventie en nazorg, psychosociale begeleiding, huisvesting, werkverschaffing en vrije tijdsbesteding voor mentaal gehandicapten, geesteszieken in herstel en epileptici. Mede door dit initiatief komen er nieuwe behandelvormen. De voltijdse hospitalisatie wordt aangevuld met nacht- en daghospitaal. Patiënten kunnen tijdens of na hun behandeling tewerkgesteld worden in de Brug en nog een tijd in nachthospitaal verblijven in Sint-Amedeus. Of patiënten kunnen begeleid gaan wonen in huizen van De Brug en overdag in daghospitaal komen. Eind jaren ’70 heeft Sint-Amedeus nog 630 bedden en plaatsen verdeeld over 16 afdelingen: 90 bedden A voltijds - 15 plaatsten A-dag - 15 bedden A-nacht 420 bedden T voltijds - 45 plaatsten T-dag - 15 bedden T-nacht 30 bedden psychogeriatrie (Tg) - 3 afdelingen voor opname, observatie en intensievere behandeling waar herstel of verbetering op betrekkelijk korte termijn beoogd wordt; - 7 afdelingen voor verblijfspatiënten met mogelijkheden tot rehabilitatie en reïntegratie; - 3 afdelingen voor verblijf en behandeling van mentaal gehandicapten; - 3 afdelingen voor verblijf en behandeling van geriatrische patiënten waaronder de ziekenzaal voor patiënten met lichamelijke aandoeningen. Op dat moment werkten er nog 11 broeders en het lekenpersoneel was, mede door de wet op de ziekenhuizen, gestegen tot 311.
1980 - heden: vernieuwbouw Door de ziekenhuiswetgeving en de invoering van de A en T-diensten werd de toekomst voor de psychiatrische instellingen in België afhankelijk van de programmatie en de erkenning van de ziekenhuisdiensten door het Ministerie van Volksgezondheid. Programmatie wil zeggen dat de overheid, op basis van demografische gegevens, bepaalt hoeveel bedden er van welk type (A, T, Ad, …) mogen zijn in België. Dat aantal bedden wordt dan verdeeld over de ziekenhuizen op basis van regionale spreiding. Naast de programmatie van bedden en plaatsen is er de erkenning. Om als ziekenhuisdienst erkend te worden moet het ziekenhuis voldoen aan bij wet vastgestelde normen. Er zijn architectonische normen (bvb. aantal m² e.d.), functionele normen (welke diensten moet een ziekenhuis hebben) en organisatorische normen (hoe wordt de zorgverlening georganiseerd in het ziekenhuis). 11
De overheid stelde vast dat het aantal psychiatrische bedden (overal in T-dienst) hoog was en niet in verhouding stond in vergelijking met ons omgevende landen. In de programmatie werd het aantal A en T bedden dus verminderd. De overheid ging, samen met de sector, op zoek naar alternatieven om de afbouw van bedden in de psychiatrische hulpverlening te kunnen realiseren. Enerzijds wilde de overheid voor iedereen de beste mogelijke vorm van hulpverlening aanbieden, anderzijds was er begin jaren ’80 een economisch mindere periode en werd door de overheid aangedrongen op besparingen. Patiënten verzorgen in een ziekenhuisbed die daar eigenlijk geen nood meer aan hebben is een dure aangelegenheid. In 1987 had Sint-Amedeus een erkenning voor 90 A-bedden / 15 plaatsen A-dag / 15 bedden A-nacht / 210 T-bedden / 45 plaatsten T-dag / 15 bedden T-nacht en 30 bedden Tg (psychogeriatrie). In totaal 420 bedden en plaatsen. Van de 630 aanwezige bedden moesten er nog 210, allemaal T-bedden, erkend worden. Tegen het einde van de jaren ‘80 heeft de overheid, deels in overleg met de sector, een ingrijpend beleidsplan klaar voor de reconversie (=hervorming) van de psychiatrische hulpverlening in België.
12
Het jaar 1990 wordt door het Ministerie van Volksgezondheid aangekondigd als een mijlpaal voor de psychiatrische sector. De reconversie wil nieuwe types voorzieningen creëren die voor gestabiliseerde patiënten een betere opvang bieden omdat ze beter geïntegreerd worden in het maatschappelijke gebeuren. De nieuwe types zijn het psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) en het beschut wonen (BW), die zich buiten het psychiatrisch ziekenhuis situeren en aansluiten bij de lokale leefgemeenschap. De overheid legt de afbouw van T-bedden op en geeft de mogelijkheid aan psychiatrische ziekenhuizen de T-bedden om te zetten naar plaatsen beschut wonen of plaatsen in het psychiatrisch verzorgingstehuis. In een eerste (verplichte) fase reconverteert Sint-Amedeus in 1991 89 T-bedden naar PVT. Vanaf dan spreken we over het psychiatrisch centrum Sint-Amedeus. Omwille van het dreigend vooruitzicht dat de overheid nog meer bedden verplicht zal reconverteren gaat de directie in 1992 het engagement aan om voor 1996 nog eens 120 T-bedden om te vormen naar 40 plaatsten beschut wonen en 97 PVT-bedden. Op 9 juni 1992 wordt vzw De Link opgericht, een initiatief voor beschut wonen, waarbij in 1993 vzw De Brug aansluit. Momenteel telt vzw De Link 90 plaatsen voor beschut wonen in een 25 tal huizen in de regio Mortsel en Berchem. Voor de psychiatrische verzorgingstehuizen begint een moeilijke zoektocht naar een geschikte locatie. De gebouwen mogen niet op de campus van het ziekenhuis liggen maar bestaande gebouwen of bouwgrond zijn in de regio Mortsel niet beschikbaar.
Campus De Liereman
13
Campus De Wijngaard Uiteindelijk koopt het psychiatrisch centrum Sint-Amedeus in 1998 een gebouw van de Zusters Annonciaden te Malle en een vakantieverblijf van de C.M. te Oud-Turnhout. Beide gebouwen moeten grondig gerenoveerd en aangepast worden aan de PVTnormering. In 2002 verhuizen 60 mentaal gehandicapten naar hun nieuwe woonst op campus De Wijngaard in Malle en nemen 60 gestabiliseerde psychiatrische patiënten hun intrek in campus De Liereman te Oud-Turnhout. De gebouwen die ze in Mortsel verlieten, worden afgebroken. In een derde fase wordt samen met het psychiatrisch centrum Broeders Alexianen te Boechout in 2002 een subsidiebelofte van de overheid bekomen voor de nieuwbouw van 30 bedden PVT. Campus Den Heuvel verwelkomt in 2006 30 bewoners van Mortsel en Boechout.
Campus Den Heuvel 14
Ondertussen is het psychiatrisch centrum Sint-Amedeus, vooral onder impuls van toenmalig algemeen directeur Albert De Weweire, begonnen met een inhaalbeweging voor de investeringen in gebouwen. Wat in de jaren ‘60 “modern” was, was in de jaren ’80 verouderd, mede door de nieuwe opvattingen over wat een psychiatrisch ziekenhuis zou moeten zijn. De gebouwen moeten onder andere aangepast worden aan een gemengd publiek want op 5 november 1987 wordt zowaar de eerste vrouwelijke patiënte opgenomen in SintAmedeus. In de beginjaren blijven de opnames van vrouwen beperkt tot 1 zorgeenheid (mozAïek) maar in de jaren ’90 schakelden alle zorgeenheden over naar een gemengde werking. De plannen voor de nieuwbouw van 2 opname-zorgeenheden (60 A-bedden) en 3 verblijfszorgeenheden (90 T-bedden) werden ingediend en in 1981 startten de werken. Zorgeenheden de Baai en mozAïek vooraan en de Schakel, Koraal en 4C achteraan openden in 1987 hun deuren.
Zorgeenheid 4C
Zorgeenheid De Schakel 15
De jaren ’90 worden gekenmerkt door de verbouwing en herstructurering van de zorgeenheden in de bestaande gebouwen en de administratieve diensten. In 1993 gebeurde de aanbesteding voor de nieuwbouw van zorgeenheden de Boeg en de Stroming en het medisch technisch blok. Deze zorgeenheden openden in 2000.
Zorgeenheid De Stroming Ondertussen werden ook de plannen gemaakt voor de huidige nieuwbouw van 45 Abedden op het oude voetbalveld en 60 PVT-bedden op het terrein aan de overkant van de Waesdonckstraat. Deze werken zijn volop aan gang en de opening is voorzien in 2010.
Nieuwbouw De Pijler 16
Momenteel heeft het psychiatrisch centrum Sint-Amedeus een erkenning voor: het psychiatrisch ziekenhuis: 361 bedden en plaatsen verdeeld over 13 zorgeenheden - 90 A-bedden - voltijds - 10 plaatsen A-dag - daghospitaal - 5 bedden A-nacht - nachthospitaal - 219 T-bedden - voltijds waarvan 32 voor geronto-psychiatrie - 27 plaatsen T-dag - daghospitaal - 10 bedden T-nacht - nachthospitaal het psychiatrisch verzorgingstehuis: 210 bedden verdeeld over 7 zorgeenheden - 60 bedden campus De Wijngaard, Malle - 60 bedden campus De Liereman, Oud-Turnhout - 30 bedden campus Den Heuvel, Boechout - 60 bedden in opbouw
17
18
EVOLUTIE AANTAL PATIENTEN, BROEDERS, LEKEN
Jaar 1895 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2005 Bedden/Plaatsen 300 600 711 523 830 420 490 710 715 630 587 567 571 ZH 417 361 PVT 150 210 Broeders 9 22 22 27 41 21 21 26 24 11 11 7 5 Leken 21 40 23 23 23 45 46 180 311 433 426 445
Evolutie aantal patiënten, broeders en leken 900 800
aantal
700 600
Bedden & plaatsen
500
Ziekenhuis PVT
400
Broeders
300
Leken
200 100 0 1895
1900
1910
1920
1930
1940
1950
1960
jaartal
19
1970
1980
1990
2000
2005
OVERZICHT
VAN
DE
20
BOUWFASEN
M
A
S
T
E
R
P
L
21
A
N
2
0
1
0
GRONDPLAN
P.C.
22
SINT-AMEDEUS
a
Onthaal
d
Directie
Zorgeenheid De Pijler Vrijetijdshuis
j
Administratie Klooster
e
Kapel
Zorgeenheid mozAiëk
-Semi-industrieel atelier
Zorgeenheid De Baai
-Préjob
Spoedopname
-Blauwgroen-atelier
Mortuarium
-Muziektherapie
Centrale keuken Centraal magazijn
f
Sporthal
-Leveringen DAAZ
Psychomotorische
Polyvalente ruimte
therapie (PMT)
Vergaderzaal Dieseghem
Kinesitherapie
Kapsalon
k
Technische dienst Kleermakerij Recyclagecentrum
Zorgeenheid De Knoop
g
Doorgangshuis Zorgeenheid 4C
(leefeenheden
Zorgeenheid Koraal
De Knoop1, 2 en 3)
Zorgeenheid De Schakel
‘t Veer
c
Ziekenhuisdienst (DAAZ) -Interne jobwerking
Cafetaria / Feestzaal
b
Dienst ActiviteitenAanbod
Dienst maatschappelijk welzijn
h
Zorgeenheid De Stroming Zorgeenheid De Boeg
-maatschappelijk werk -interculturele bemiddeling RX-lokaal
i
Pastorale dienst Zorgeenheid 3E Zorgeenheid De Lagune Zorgeenheid De Meander Zorgeenheid De Poort (1e verdiep) Departement patiëntenzorg (1e verdiep) e Vergaderzaal Luithagen (1 verdiep) Vergaderzaal Ter Varent (1 e verdiep) e Computerlokaal Savelkoul (1 verdiep) Zorgeenheid 2A (1 e verdiep) e
Ergo De Pijler (2 verdiep)
Apotheek Medisch secretariaat Ombudspersoon patiënten Medisch-technische dienst -EEG -EKG Logopedie Kwaliteitscoördinator MPG-verantwoordelijke Hoofdgeneesheer Arbeidsgeneesheer Vergaderzaal Cantecroy Tandarts
23
Wasserette
Deze instelling behoort tot de v.z.w. Provincialaat der Broeders van Liefde, Stropstraat 119, 9000 Gent – ond. nr. 0406.633.304