I. ALGEMEEN. 1. DOEL Het doel van deze ornithologische reis was het waarnemen van de Steenpatrijs (Alectoris graeca), via een tip kwamen we te weten dat deze soort kon waargenomen worden op de zuid helling van de Col de l’Aup gelegen in de onmiddellijke omgeving van het stadje Corps tussen Grenoble en Gap in de Franse Alpen. Deelnemers : Dirk Van Den Eynde David Van den Schoor Wilfried Van den Schoor Norbert Willaert
Griefjes 4 Schoetersstraat 96 Schoetersstraat 96 Kievitlaan 13
2270 Herenthout 2270 Herenthout 2270 Herenthout 2290 Vorselaar
Tel Tel Tel Tel
: 014/50.04.06 : 014/51.61.42 : 014/51.61.42 : 014/50.11.66
2. ALGEMENE INLICHTINGEN. A. DE OMGEVING VAN COL DE L’AUP ROUTEBESCHRIJVING EN AFSTANDEN. A. HERENTHOUT NAAR CORPS Herenthout - Brussel - Metz - Nancy - Dijon - Lyon - Grenoble (einde autosnelweg) In Grenoble de N 85 Vizille - la Mure tot CORPS Afstand tussen Herenthout en Corps Peage : 184 FF
930 km
B. CORPS NAAR DE COL DE L’AUP (ZIE DETAIL KAART IN BIJLAGE) Neem in Corps de D 537 richting St Disdier en juist voorbij St Disdier de D 117 richting St Etienne en Dévoluy. Na 1.2 km neem je links de D 520 richting la Mère-Eglise (staat aangeduid), rij voorbij de kapel (la Mère-Eglise) tot het gehucht les Gicons. De asfaltbaan gaat hier over in een kiezelweg rij rechtdoor richting van een zendmast, de eerste honderd meter liggen er niet goed bij de rest is OK. Iets verder is een splitsing, neem links richting Vallon de l’Aup. De kiezelweg loopt aan de rand van een (ondiepe) kloof, rij tot aan het einde van de kloof waar de baan rechts draait, hier aan een hek is plaats om te parkeren en de auto te draaien wat niet onbelangrijk is natuurlijk. De afstand tussen het gehucht les Gicons (einde asfalt baan) en het hek waar we onze auto parkeerden is ongeveer 3,4 km. De afstand tussen Corps en de Col de L’Aup is niet groot maar hou er rekening mee dat je er toch een 35 à 40 minuten op rijdt. VERKEER IN FRANKRIJK Snelheidsbeperkingen Bebouwde kom Secundaire wegen Autowegen Snelwegen
Normaal weer 50 km/u 90 km/u 110 km/u 130 km/u
Bij regenweer
GEBRUIKTE KAARTEN. France Valence / Grenoble / Gap Lyon / Chambery
Michelin 989 Michelin 77 Michelin 74
Schaal 1/1000.000 Schaal 1/200.000 Schaal 1/200.000
80 km/u 100 km/u 110km/u
Col de l’Aup La Dombes
GERAADPLEEGDE BOEKEN Finding Birds in Southern France Dave Gosney (1994) Goed om weten is dat Gosney aanvullingen op zijn boekjes publiceert via zijn Internet site met URL adres http://www.birdguides.com/ Er bestaat ook een boekje over noord Frankrijk.. Ou voir les oiseaux en France
FRANSE ALPEN / mei 1998
LPO (1988)
Blz. 1
HOTELS Nouvel Hôtel Tel : 76.30.00.35 Prijs :
(Logis de France) te 38970 CORPS Fax : 76.30.03.00 kamer voor twee personen 210 FF avondeten menu’s vanaf 85 FF Opmerking : normaal stond de kamer 240 FF genoteerd, voor de mooie ogen van Dirk deden ze onmiddellijk 30 FF af van de prijs (niet te geloven eigenlijk) , afdingen is dus de boodschap. De kamers waren nogal aan de kleine kant. Het eten daarentegen was uitstekend.
Hôtel Restaurant du Tilleul (Logis de France) te 38970 CORPS Tel : 76.30.0043 Prijs : kamer voor twee personen 220 FF Opmerking : de plaats waar men slaapt en eet liggen een 150 m van elkaar, de kamers waren kraaknet en blijkbaar onlangs volledig vernieuwd. We aten niet in het restaurant. In St Disdier (op een boogscheut van de Col de l’Aup) ligt het Hôtel La Neyrette, hier hebben we niet gelogeerd daar het tot tweemaal toe volzet was. Het avond eten is er werkelijk uitstekend, zelfs David genoot er van. Hôtel La Neyrette Tel : 92.58.81.17 Fax : 92.58.89.95 Prijs : kamer voor twee personen 300 FF avond eten , menu’s vanaf 85 FF
B. LA DOMBES Op de terugweg hielden we een korte halte in de streek La Dombes gelegen ten noord-oosten van Lyon, deze streek gelegen rond Villars-Les-Dombes wordt gekenmerkt door het voorkomen van een 1000-tal viskweekvijvers. De eerste viskweekvijvers werden gegraven in de 12 de eeuw en hebben nu allemaal samen een oppervlakte van ongeveer 10.000 ha. Het beheer van deze vijvers is gebaseerd op een traditionele cyclus waarbij deze regelmatig worden leeg gelaten en in cultuur worden gebracht. Bij aankomst is het aangeraden eerst te rijden naar de parking van het Parc des Oiseaux (Parc ornithologique) gelegen naast de N83 ten zuiden van Villars. Hier is een toeristisch informatiebureau die ons een kaartje van de streek meegaf en ons kon tonen waar de beste plassen waren die we zeker moesten bezoeken. Naar verluid zou het park een soort dierentuin zijn met Chileense flamingo’s, ganzen en eenden in gevangenschap dus niets direct wat we zochten.
FRANSE ALPEN / mei 1998
Blz. 2
II. DAGVERSLAGEN DONDERDAG 21 MEI 1998 Weer : zon en goed weer. Waargenomen: Na een lange nacht rijden kwamen we rond 5.30 uur aan de hellingen van de Col de l’Aup in de omgeving van St Disdier, de twee “jonge” mannen die de laatste honderd vijftig km hadden gereden vonden het een ongelooflijke prestatie dat ze, terwijl het nog donker was, de aangeduide plaats hadden gevonden. Ze vergaten er natuurlijk bij te vertellen dat ze beschikten over een detail kaart en dat de gezochte plaats zelfs op de Michelin kaart stond aangeduid. Wilfried en ik dachten dat het meer met geluk te maken had dan iets anders, alhoewel moet gezegd worden dat David later liet blijken dat hij goed uit de voeten kan met kaarten, soit het belangrijkste was dat we de plaats al hadden gevonden. Onderweg tussen Corps en St Disdier hadden we vanuit de auto waarnemingen van Vos, Kerkuil en Oehoe de dag kon niet beter beginnen. Bij aankomst waren de Korhoenders volop aan het koeren dit op verschillende plaatsen, Wilfried kon toen het lichter begon te worden een baltsend mannetje vinden op de zuidwest helling, later zagen we nog een tweetal mannetjes over de kloof vliegen. Rond 6.50 uur begonnen Steenpatrijzen te roepen op een drietal plaatsen, soms leek het dat ze slechts op een tiental meter van ons verwijderd waren, het was wel enorm frustrerend dat we de roepende vogels maar niet te zien kregen. Toen het roepen rond 8 uur verstomde was onze hoop op een snelle waarneming erg bekoeld en we realiseerden ons dat het niet gemakkelijk zou worden om ze ook te zien te krijgen. Nadat we een koffie of choco dronken besloten we de zuidhelling te gaan verkennen daar “kenners” ons hadden verteld dat de meeste vogels te zien waren in de omgeving van de struiken die hier overwegend bestonden uit Jeneverbessen. Ondertussen waren de meeste vogels volop aan het zingen zodat ondergetekende vlijtig als altijd zijn notaboekje kon uithalen. We hoorden opvallend veel Braamsluipers, Boompiepers en Tjiftjafs. De wandeling op de helling leverde natuurlijk tal van andere vogels op, soorten als Beflijster, Paap, Alpenkraai, Goudvink, Raaf, Grijze gors en Citroenkanarie zijn natuurlijk ook niet te versmaden. Verder hoorden we nog Heggemus, Kneu en Zwarte mezen. Later op de morgen begonnen de eerste roofvogels actief te worden, dit leverde een tweetal Buizerds en een korte waarneming van een Steenarend op. Twee grazende Gemzen kregen natuurlijk ook de nodige aandacht. Rond 12.30 uur reden we terug richting Corps op zoek naar een hotel voor deze nacht, onderweg hielden we een korte halte in de omgeving van een loofbos met de waarneming van Torenvalk, Geelgors, Europese kanarie, een roepende Draaihals, zang van Zwartkop en tal van Bergfluiters, verder hoorden we tevens Boomklever en Boomkruipers. Het Hotel La Neyrette in St Disdier (dicht bij de Col de l’Aup) was jammer genoeg volzet zodat we noodgedwongen verder richting Corps moesten rijden, hier vonden we vrij vlug een hotel (Nouvel Hotel) en reden terug richting Col de l’Aup waar we rond 15 uur terug op stap gingen. We besloten hoger op de helling te gaan zoeken als deze morgen dit leverde geen spectaculaire resultaten op, nieuw waren Tapuit en een Blonde tapuit. Een overvliegende Steenarend zorgde voor paniek bij de Alpenmarmotten zodat we deze prachtbeesten ook te zien kregen. Rond 18 uur hielden we het voor bekeken de vermoeidheid begon stilletjes aan zijn tol te eisen, we reden terug naar Corps waar we na een uitgebreide maaltijd rond 10 uur in ons bed kropen.
FRANSE ALPEN / mei 1998
Blz. 3
VRIJDAG 22 MEI 98 Weer : eerst bewolkt, nadien zon maar vrij veel en koude wind. Waargenomen : Deze morgen waren we reeds rond 5 uur uit ons bed waarna we terug reden naar de Col de l’Aup waar we rond 6 uur reeds ter plaatse waren. Bij aankomst bleek er vrij veel bewolking te zijn en hadden we last van een erg koude wind. Onderweg hadden we een prachtige waarneming van twee hinden Edelhert. Tot onze ontgoocheling waren de Korhoenders niet aan het zingen en hoorden we dit keer ook de Steenpatrijzen niet roepen. We hielden terug een zoektocht op de zuidhelling maar ook dit keer zonder veel resultaat, we hoorden en zagen zowat dezelfde vogels als gisterenmorgen. Toen de Korhoenders rond 7.30 uur eventjes actief werden kregen we terug hoop maar de Steenpatrijzen lieten zich niet horen, de moed zonk ons ongeveer in de schoenen. Rond 9.30 uur besloten we onze poging te stoppen en andere oorden op te zoeken, we zouden het deze avond nogmaals proberen. Ondertussen werd meer en meer gesproken over die “die stomme beesten” in plaats van Steenpatrijs, de hoop om ze effectief waar te nemen lag duidelijk beneden alle peil. Bij ons vertrek konden we vanuit de auto een Rode rotslijster tot op enkele meter benaderen. Daar we slechts voor één nacht hadden geboekt in het Nouvel Hotel te Corps (we hadden gehoopt andere gebieden te kunnen bezoeken als we die MDNLNDM patrijs hadden gezien) reden we terug naar Corps. Dit hotel bleek volzet te zijn maar het Hotel Restaurant Du Tilleul iets verder had nog plaats zodat dit vrij snel geregeld was. Nadat we eten en drinken hadden gekocht voor de rest van de dag reden we via de N 85 richting Grenoble om daarna in Vizille de N 91 te nemen richting Briançon. Onderweg noteerde ik enkele Zwarte wouwen, een tweetal Raven en een Wespendief die zich bijna te pletter vloog op onze auto. De baan naar de Col du Galibier (2646 m) bleek gesloten voor alle verkeer zodat we noodgedwongen een wandeling maakten in de omgeving van de Col Lautaret (2058 m) die volgens Dave Gosney veel minder kans bood op het waarnemen van Alpenheggemus en Sneeuwvink de soorten waarnaar we op zoek waren. Wilfried heeft in zijn lange carrière als vogelkijker nog nooit geluk gehad met de Sneeuwvinken zou het dit keer weeral mislukken ? Een korte wandeling leverde vlug Waterpiepers, Alpenkauwen, Alpenkraaien en Raaf op maar de verrassing was een wegvliegende Sneeuwvink die we jammer genoeg niet meer zouden terug vinden (een nieuwe soort voor onze oudersdomsdeken, het kostte hem uiteraard een fles wijn). Toch jammer dat we deze vogel niet in zit te zien kregen, terwijl we verder zochten stootten we nog een Alpenheggemus op. Wilfried troostte zich met het feit dat we later in de loop van de dag in La Grave de teleferiek zouden nemen naar 3200 m en de kans op het waarnemen van meerdere Sneeuwvinken dus reëel was. Rond 14 uur vertrokken we dan richting Le Grave, geloof het of niet maar de teleferiek die volgens de reclame gans het jaar open is was natuurlijk gesloten, daar ging onze kans op enkele mooie soortjes. Daarna reden we met de auto naar les Deux Alpes, dit leverde niet het gewenst resultaat op. Boven ligt een uitgebreid toeristisch complex met tientallen hotels, restaurants en dergelijke maar veel vogels zouden we er niet te zien krijgen, toch waren we niet ontevreden met Steenarend, Zwarte wouw en Europese kanarie. Vervolgens reden we via de D526 door een pracht van een vallei terug richting Corps, daar het nog te vroeg was om te eten in een restaurant reden we door naar St Disdier waar we rond 19 uur voortreffelijk aten in het Hotel La Neyrette. De avond excursie op de hellingen van de Col de l’Aup leverde ook al geen patrijzen op, de ontgoocheling en de onvermijdelijke vermoeidheid zorgde er voor dat het op de terugweg nogal stilletjes was in de auto. Toch vonden we voor we in bed kropen de tijd om de tactiek van morgenvroeg te bespreken, in eerste instantie zouden we in de auto blijven in de hoop dat we op deze manier de vogels minimaal zouden storen en ze misschien te zien zouden krijgen. Deze nacht werd er volop gedroomd van Perdrix bartavelle op grootmoeders wijze.
FRANSE ALPEN / mei 1998
Blz. 4
ZATERDAG 23 MEI 98 Weer : zon en veel minder wind dan de vorige dagen. Waargenomen : Rond 6.15 uur waren we weeral ter plaatse, hoopvol was dat de Korhoenders volop aan het zingen waren en we de eerste Braamsluipers, Tjiftjafs en Grote lijsters konden noteren. We bleven zoals afgesproken in de auto zitten in de hoop op deze manier de Steenpatrijzen te zien te krijgen, soms hoorden we er één in de verte roepen. Toen er rond 7.15 uur mist opkwam in de vallei en we geen 10 meter ver konden kijken werd het heel stilletjes in de auto, alle hoop was zo goed als “verschwunden” en mentaal waren we ons al aan het voorbereiden op de lange terugweg naar huis, we hoorden Valère reeds enkele cynische opmerkingen maken !! Rond 8.30 uur trok de mist in enkele ogenblikken op, toen we uit de auto kwamen en de telescopen uithaalden begonnen er plots een drietal Steenpatrijzen keihard te roepen. Daar we dachten dat de roep kwam vanuit de vallei onder ons gingen David en Wilfried links de vallei in terwijl Dirk en ik de vogels probeerden met de telescoop of verrekijker te zien te krijgen. Alle moeite was terug voor niets we kregen die beesten maar niet te zien niettegenstaande ze, dachten we, juist voor onze voeten moesten zitten. Nadat Dirk en ik dan samen de vallei indoken en we met zijn vieren niet tot resultaat kwamen hoorden we vogels roepen op de zuidwest helling van de col. Daar deze helling alleen begroeid is met gras en een soort bosbessen (jammer dat we geen plantenkenner bij hadden hè Dirk) dachten we dat de kans op een waarneming hier groter moest zijn. Na een enorme inspanning bergop konden Wilfried, David en iets later Dirk één vogel eventjes in zit of vliegend waarnemen, ondergetekende die nogal last heeft van zijn knieën begon er zich al bij neer te leggen dat het niet voor hem weggelegd zou zijn. Toen David begon te roepen dat hij een vogel in zit had gevonden klaarde de hemel weer helemaal op, een roepende vogel die goed te zien was EINDELIJK! Jammer genoeg hadden we op dit ogenblik geen telescoop bij ons, maar ja een mens kan ook niet alles wensen. Nu viel onze frank waarom we die “stomme” patrijzen niet te zien kregen, toen de vogel op de rots aan het roepen was leek het of het geluid van enkele meter voor ons kwam terwijl mijnheer misschien 100 meter van ons verwijderd was. Voorzichtig konden we de STEENPATRIJS tot op een redelijk afstand benaderen zodat we de belangrijkste kenmerken vrij goed konden waarnemen, niet dat we twijfelden want we hoorden en zagen hem constant roepen. Terwijl we vrij geconcentreerd naar “onze” Steenpatrijs stonden te kijken vloog er tevens Alpengierzwaluw, Alpenkauw en Rotszwaluw in de omgeving. Waarschijnlijk waren we iets te dicht genaderd want hij hield het voor bekeken op zijn rots en even later konden we een Steenpatrijs onder ons zien voorbij vliegen, dezelfde vogel? Wie weet. In het totaal konden we deze morgen een achttal vogels horen roepen waarvan we er 3 à 4 konden waarnemen. HET WAS ONZE LAATSTE KANS EN WE HEBBEN ZE DAN OOK TEN VOLLE AANGEGREPEN.
LA DOMBES Rond 10 uur vertrokken we naar Corps waar we de nodige inkopen deden om rond 12.30 uur te vertrekken richting Villars les Dombes. Toen we rond 14 uur in la Dombes aankwamen besloten we eerst te rijden naar de parking van het Parc des Oiseaux (Parc ornithologique) gelegen naast de N83 juist voor Villars. Naar verluid zou het park een soort dierentuin zijn met Chileense flamingo’s, ganzen en eenden in gevangenschap dus niets direct wat we zochten, wel interessant was het toeristisch informatiebureau die ons een kaartje van de streek meegaf en ons kon tonen waar de beste plassen waren die we zeker moesten bezoeken. Eerst reden we naar de Etang de Birieux waar heel wat vogels te zien waren, de reigerachtigen waren natuurlijk goed vertegenwoordigd met Kwak, Ralreiger, Koereiger, Kleine zilverreiger, Blauwe reiger en Purperreiger. Boven het meer vlogen tal van Witwangsterns en eventjes konden we een tweetal Zwarte sterns waarnemen. De belangrijkste waarnemingen van de Etang de Birieux en de onmiddellijke omgeving : FUUT, AALSCHOLVER, KWAK, RALREIGER, KOEREIGER, KLEINE ZILVERREIGER, BLAUWE REIGER, PURPERREIGER, KNOBBELZWAAN, GRAUWE GANS, WILDE EEND, KROONEEND, TAFELEEND, KUIFEEND, BRUINE KIEKENDIEF, GRAUWE KIEKENDIEF, BOOMVALK, KOKMEEUW, GEELPOOTMEEUW, WITWANGSTERN, ZWARTE STERN, GROTE KAREKIET, WIELEWAAL EN GRAUWE KLAUWIER.
FRANSE ALPEN / mei 1998
Blz. 5
Vervolgens zochten we de Etang Glareins die we niet onmiddellijk vonden, ofwel reden we verkeerd ofwel was het meer leeg gelaten, onderweg kwamen we natuurlijk nog tal van vijvers (meren ?) tegen. Sommige vijvers bieden niets, andere zijn erg vogelrijk. Ik noteerde als nieuwe soorten Krakeend en een mannetje Zomertaling. Ook aan de Etang Grand Romans hielden we een korte halte, dit is een uitstekende plaats om een wandeling te maken tussen enkele vijvers, opvallend talrijk waren de Purperreigers, verder noteerde ik hier nog Ooievaar, Ralreiger, Bruine kiekendief en Zwarte wouwen om de belangrijkste te noemen. Ondertussen was het reeds 16.30 uur, hoogtijd om te vertrekken en nog enkele uren volle gas te rijden richting België. Tussen Nancy en Metz zochten we een Hotel waar we de nacht doorbrachten, daar het verre van een hoogvlieger was heb ik ook de coördinaten niet genoteerd. Na een uitgebreid en geslaagd etentje gingen we nog iets drinken op een terras voor we terug naar ons hotel trokken.
ZONDAG 24 MEI 98 Vandaag mochten we van Wilfried toch iets langer slapen maar daar we vorige avond één gedronken hadden op onze nieuwe tik was het weeral een vrij korte nacht. Op weg naar huis hielden we van 9 tot 11.30 uur nog een halte in de omgeving van Torgny waar we enkele keren het baantje volgden die parallel loopt met de rivier de Chiers, normaal zitten er hier verschillende koppels Grauwe klauwieren maar we hebben echt ons best moeten doen om er één te kunnen zien. Verder hielden we een halte op de plaats waar vorig jaar de Roodkopklauwier heeft gebroed, tevergeefs echter een plaatselijke vogelkijker beweerde dat de vogel nog niet terug was. Vorig jaar was hij ook slechts op 24 mei terug gekomen. Ondertussen wisten we via de semafoons dat er een Breedbekstrandloper zat te Zeebrugge en een Terekruiter in de omgeving van Bornem. Daar dit min of meer op onze weg lag besloten we ook daar nog een halte te houden voor we onze reis definitief zouden afsluiten. Via de GSM konden we een juiste plaats beschrijving op de kop tikken zodat we spoorslags reden naar Wintam een gehucht van Bornem, hier volgden we de wegwijzers naar de nieuwe zeesluizen en via een plaatselijke vogelkijker die juist samen met ons aankwam vonden we zonder veel problemen het noordelijk eiland waar inderdaad een TEREKRUITER aan het foerageren was tussen enkele Oeverlopers, een Groenpootruiter en verschillende Kluten. Voor Wilfried een volledige nieuwe soort, een mooier manier om deze korte maar geslaagde reis (oef het scheelde echt weinig) af te sluiten.
Norbert Willaert Kievitlaan 13 B-2290 VORSELAAR BELGIE Tel : + 32 (0)14 50 11 66 Email :
[email protected]
FRANSE ALPEN / mei 1998
Blz. 6