Hulp voor de brandweer van Sintang (in Kalimantan) Indonesisch Borneo
In februari was het dan zover: wij, Jef Froijen en Jean Luijten FLO-ers van de Brandweer Maastricht en oud instructeurs van de Regionale Brandweer Zuid Limburg, vertrokken na 1 ½ jaar voorbereiding naar Sintang in Borneo. Hoe het allemaal begon In augustus 2004 benaderde Hub Dolmans (lid van ‘t Struyskommitee in Maastricht) ons tijdens het opbouwen van ‘t Preuvenemint in Maastricht voor een gesprek met missionaris Jacques Maessen uit Sintang in Borneo. Jacques was met verlof in Limburg, en maakte van de gelegenheid gebruik van om zijn vrienden hier zijn nood mede te delen over het leed en het functioneren van de brandweer bij branden in Sintang. De ontmoeting en het gesprek met Jacques, op een bankje op het Vrijthof onder de bogen van de Hoofdwacht, bracht ons een verhaal dat wij vol ongeloof aanhoorden. Jacques maakte ons met krantenknipsels en foto’s duidelijk hoe het een en ander bij de brandweer van Sintang functioneerde, en wat de stand van zaken met betrekking tot brandveiligheid was in Sintang. Sintang is een stad met ± 40.000 inwoners en diep gelegen in het binnenland van Indonesisch Borneo. De stad bezit wel een stadsbrandweer, maar die is niet in staat is om snel en effectief te kunnen optreden. Omdat de meeste branden en slachtoffers meestal in de Chinese pasar zijn, hebben de toko-eigenaars, met de volledige instemming van de stadsbrandweer, een eigen Chinese brandweer opgericht. Deze brandweer wordt geheel in stand gehouden door gelden die door de toko-eigenaars maandelijks worden bijeen gebracht. Een groot gemis in Sintang is de watervoorziening. Er is geen waterleidingnet met brandkranen zoals wij dat kennen, en de waterleiding die er ligt, is maar 2 uur per dag beschikbaar per stadsdeel en heeft een minimale waterlevering. De uitrusting en opleiding van de brandweermensen zou ook minimaal zijn, volgens Jacques. De Chinese brandweer (Badan Pemadam Kebakaran BUSERA), voelt het gemis aan professionele trainers en instructeurs en de vraag van Jacques was dan ook “Kunnen jullie daar eens naar komen kijken, en proberen met jullie kennis de brandweer er te verbeteren ”. Na enig denkwerk stemden we toe, en werd door de vrienden van Jacques een werkgroep “brandweer Sintang”opgericht. Deze groep, bestaande uit Hub Dolmans, Toon Jenniskens, Louis Daems, Jef Froyen en Jean Luijten, zou ervoor gaan zorgen dat de nodige financiële middelen en materialen er zouden komen om het project te doen slagen. Naar Indonesië Na het nodige voorbereidende werk en gewapend met de informatie die we over de brandweer in Sintang hadden verkregen, vertrokken we richting Indonesië, de koffers gepakt met lesmateriaal in de vorm van boeken (Nederlandstalig), cd’s en videobanden. Na een vlucht van 14 uur, met een tussenstop in Kuala Lumpur, zijn we aangekomen in Jakarta, waar we werden opgevangen door Jacques. We hadden de eerste uren echt nodig om te wennen aan de geweldige contrasten van deze wereldstad. Honderden bedelaars, tientallen melaatsen, dakloze kinderen en ouderen beheersen een groot deel van het stadsbeeld. Onze eerste indruk was dan ook van “waar zijn we hier ergens terecht gekomen?”. In Jakarta tellen bijna geen regels en voorschriften, er wordt links en rechts gepasseerd en door rood licht gereden, waarbij verkeer met voorrang gewoon stopt. Wonderbaarlijk genoeg konden we in deze chaos geen ongelukken vaststellen en liep het verkeer zo te zien beter dan bij ons met al zijn verkeerslichten, flitspalen, verkeersdrempels en verkeersremmende maatregelen. We kwamen dan ook snel tot de conclusie dat autorijden voor ons hier niet weggelegd is. Jakarta Voordat we doorreisden naar Borneo, brachten we eerst een officieel bezoek aan de Brandweer van Jakarta. We werden daar ontvangen door de commandant van het 4000 leden tellende brandweer korps. Bij de ontvangst waren ook enkele leden van de Chinese brandweer van Sintang en de wethouder van de stadsbrandweer en publieke werken van Sintang aanwezig. Voor hen was het belangrijk dat ze op deze mannier contacten konden leggen die, zeker als er blanke bij is, veel meer waarde krijgen, en dat ze vragen konden stellen over brandweerzaken die, zoals we later konden vaststellen, nog niet zijn doorgedrongen tot of gehanteerd worden in Borneo.
Voor ons was het bezoek aan de Brandweer van Jakarta een eerste peiling om te weten te komen hoe de zaken hier in een 12 miljoen inwoners tellende stad allemaal geregeld zijn, zowel op preventief als op repressief gebied. Onze indruk was dat er op preventief gebied wel het nodige op papier staat, maar dat deze regelgeving alleen maar wordt toegepast in de moderne wijken en gebouwen. De opzet van het brandweerkorps is vergelijkbaar met de structuur zoals wij deze bij de beroepskorpsen in Nederland kennen. Wel is het uitrukken beperkt tot zeer ernstige ongevallen en daadwerkelijke branden. Kleine hulpverleningen, zoals wij die kennen, zijn hier niet van toepassing. Ook konden we een dompelunit van Nederlandse makelij bij hun materieel ontdekken. Organisatorisch ziet de brandweer er wel militaristisch uit, maar wij denken dat hun kennis en kunde een stuk lager liggen dan in Nederland. Na afloop van ons bezoek bij brandweer Jakarta hadden wij wel een gevoel van “wij hebben het hier in Nederland wel dik voor mekaar “. Bij het afscheid werden er nog wat cadeaus uitgewisseld en de nodige foto’s gemaakt, en werden we uitgenodigd voor een etentje, dat voor 28 personen 42 Euro totaal kostte.
Brandweer kazerne Jakarta
Op de foto met de commandant
Borneo Vanuit Jakarta vlogen we naar Pontianak in Borneo, waar we werden opgehaald met een regeringsvoertuig dat ons naar Sintang moest brengen. Via het evenaarmonument, dat de scheidingslijn tussen het zuidelijk en het noordelijk halfrond aangeeft, gaat het in 9 uur over 400 km naar Sintang. Het bleek een helse bedoening om daar te komen. De weg, bestrooid met gaten met dieptes tot 50 cm, is erg smal, en dan nog zie je bussen en vrachtwagens, die volhangen met mensen, er zich een weg doorheen banen. Tankwagens geladen met brandstof zonder gevaarsidentificatieborden zijn een normaal beeld op de weg. Bij de sporadische tankstations staan de vrachtwagens in de rij met tientallen vaten die gevuld moeten worden met brandstof. Alles gebeurt op een manier die hier voor ons ondenkbaar is. Blustoestellen hebben we er niet kunnen ontdekken. We hielden ons dan ook op redelijke afstand, ondanks dat we wisten dat ontkomen bij een incident niet mogelijk zou zijn.
Milieu en veiligheidsregels zijn hier anders
Tijdens ons bezoek geen voertuigen met gevaarsidentificatieborden tegen gekomen
Sintang Sintang is de laatste grote plaats voordat het oerwoud je helemaal omsluit. Overal is duidelijk de houtkap waar te nemen die er de laatste jaren heeft plaatsgevonden, en die nu een halt wordt toegeroepen door tal van organisaties over de hele wereld. Aangekomen in Sintang is het wennen aan de hoge temperatuur en de hoge luchtvochtigheid. De dag na aankomst zijn we kennis gaan maken met de pasars en de leefgewoonten aldaar. De pasars worden bijna geheel beheerd door de Chinezen, die handel drijven in alles wat maar denkbaar is. Het meest opvallende is de bouwwijze, die bij ons al de nodige vraagtekens oproept. Het is een aaneen gesloten bebouwing met op de benedenverdieping toko’s. Vanuit de toko’s kijkt men tussen de vloerplanken door naar de bovenverdieping waar de mensen wonen. De dakkap loopt over de hele pasar, en er is nergens iets te bespeuren van brandwerende scheidingen of voorzieningen. Brandbeveiliging in de bouwwijze is hier dus niet aan te treffen. De handel en opslag in de toko’s is zeer uitgebreid en varieert van eetgelegenheden, opslag van gasflessen, verkoop van benzine, metaal- en timmerbedrijven en opslag van munitie en vuurwerk. Het kan niet gek genoeg zijn, of het wordt er verhandeld. Voor en in de toko’s komt men ook open vuur tegen en is het met de aansluitingen van elektriciteit ook niet al te best geregeld. Het zal nog wel enige jaren duren voordat men er een standaard heeft bereikt die onze normen benadert.
Stalen golfplaten op de "pasar"
Gerichte satellietschotels op de evenaar
Bedrijvigheid in de toko's
Verkoop van olie en benzine in de toko
De keus is uitgebreid De kennismaking met de BUSERA (Chinese brandweer) is hartelijk. De brandweerlieden laten ons uitgebreid zien over welke mogelijkheden zij beschikken en hoe hun brandweer functioneert. Hun totaal korps bestaat uit ± 70 onbetaalde vrijwilligers, die niet over een opleiding beschikken zoals wij deze in Nederland kennen. Hun uitrukmaterieel bestaat uit 3 draagbare pompen (1700 l/min) waarvan er 1 gemonteerd is op een voertuig waarop zich ook een tank met 6000 liter water bevindt. Slangen en straalpijpen worden gekoppeld met de zogenaamde Japanse koppeling. Dat de nood bij hun hoog zit, is te zien aan een bluswaterleidingsysteem dat zij met eigen middelen hebben aangelegd vanaf de oever van de Kapuas. In de pasar hebben zij op deze bluswaterleiding 11 aansluitpunten aangebracht. De leiding wordt bij brand gevoed door 2 centrifugaalpompen die op een boot zijn aangebracht. Groot probleem is de aansluiting naar de walkant, omdat de breedte van de rivier zo’n 100 tot 200 meter verschilt, afhankelijk van of men zich in de natte of droge periode bevindt. Het ziet er allemaal zeer amateuristisch uit, maar we constateerden dat het wel goed werkt en effectief is.
Pomphuis op de rivier
De 2 centrifugaalpompen
Improviseren
Aansluitpunt op de oever
Aanleg eigen bluswaterleidingnet
Aansluitpunt
Om een indruk te krijgen over hun optreden lieten we zij een oefening organiseren. De oefening werd gehouden op een zondagmiddag bij een temperatuur van 35 graden en een luchtvochtigheid van 97 procent. Plaats van de oefening was een voetbalveld midden in het centrum van Sintang. Hier werden enkele stapels autobanden aangestoken door de plaatselijke jeugd. Doel van de oefening was om ons te laten zien hoe men het bluswater met hun middelen midden in het centrum van de pasar kreeg. We konden hier tijdens deze oefening zien dat er heel weinig structuur zit in hun mannier van werken, en dat zij alle werkzaamheden verrichten zonder uitrukkleding, waar ze overigens niet over beschikken. Hun kleding bestaat uit een T-shirt met de naam van de brandweer, maar verder ontbreekt het hun aan alles. Ook beschikken zij niet over adembeschermende middelen, waardoor zij bij een werkelijke inzet zeer beperkt worden bij het redden van mensen en het bestrijden van de brand. Het enthousiasme en de inzet van de brandweermensen is echter bewonderenswaardig.
De Kebakaran (brandweer) in actie
Waartoe dienen die slangenbruggen
Een gaatje meer of minder
Onze taak ter plaatse was het inventariseren van hun tekorten in kennis en materieel, maar we konden het niet nalaten met de mensen aan de slag te gaan op een instructieavond. Zo hebben we door het laten vertalen van passages uit het boek “Brandwacht” de mensen al enige theoretische instructie kunnen geven. Ook de commandant van de stadsbrandweer en de wethouder van publieke zaken namen hier aan deel.
Ook hebben we tijdens ons verblijf gesprekken met ambtenaren en burgemeester gehad over de noodzakelijke voorzieningen die getroffen moeten worden om een veiligere pasar te krijgen. Want, zoals we al aan het begin van ons bezoek konden constateren, valt daar ook nog het nodige te verbeteren.
Dinas Pemadam Kebakaran
Badan Pemadam Kebakaran BUSERA
Na een verblijf van 1 1/2 week in Sintang, keerden we voldaan, maar nog niet klaar met het project, terug naar huis. Hoe het nu verder gaat Het in kaart brengen van (het gebrek aan) kennis en materiaal bij de brandweer van Sintang was de eerste stap op weg naar hulp voor de brandweer van Sintang. Maar we zijn er nog niet. Daarom zijn wij van plan nog een keer terug te gaan om de brandweer van Sintang een cursus 'brandwacht' te geven. Voor ons is het een voorwaarde dat zowel de Chinese brandweer als stadsbrandweer deze cursus krijgt. Op deze manier wordt een scheve onderlinge verhouding tussen beide brandweerkorpsen voorkomen. Dit alles kan echter niet gerealiseerd worden zonder dat de brandweermensen in Sintang de beschikking hebben over uitrukkleding en adembeschermende middelen. Daarom stelt onze werkgroep zich ten doel om uitrukkleding en adembeschermende middelen te verzamelen en te kopen en deze naar Sintang te sturen. Want pas als er voldoende middelen zijn kunnen, wij voor hun een opleiding verzorgen, zodat zij efficiënter en op een veiligere wijze slachtoffers kunnen redden en branden kunnen blussen. We doen dan ook als werkgroep een beroep op instellingen of bedrijven, om contact met ons op te nemen als zij ons kunnen helpen met een financiële bijdrage, om de materialen en de instructeurs te sturen naar deze behulphebbende regio. De collega’s in Sintang zullen u hiervoor dankbaar zijn. Onze werkgroep heeft een bankrekening geopend bij de SNS Bank Maastricht ten name van: “A Jenniskens, Doelen Derde Wereld” onder nummer 92 64 92 896 Voor nadere informatie over het project “Brandweer Sintang” kunt u zich wenden tot: J.H. Luijten, mobiel: 06-28473990 of via e-mail: fireman3@ home.nl J. Froijen, mobiel: 06-10864569 of tel. 043-3638436