HUISHOUDELIJK REGLEMENT LIDMAATSCHAP Artikel 1. Aanvraag en toelating lidmaatschap 1. Het lidmaatschap als gewoon lid van de VRI staat open voor natuurlijke personen die voor een substantieel deel van hun (werk)tijd betrokken zijn bij de informatiekunde en ICT in brede zin. Hieronder worden eveneens begrepen die personen die op dit gebied in het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek werkzaam zijn. Ook anderen van wie, wegens hun kennis van dan wel hun belangstelling voor de informatiekunde en ICT in de ruimste zin des woords, mag worden verwacht, dat zij een bijdrage aan de verwezenlijking van het doel van de vereniging kunnen leveren, kunnen lid worden van de vereniging. 2. In de aanvraag van het gewoon lidmaatschap dient de relatie van de aanvrager met de informatiekunde en ICT en de relatie met het doel van de vereniging, zoals in het eerste lid is bedoeld, duidelijk te blijken en dient eveneens de bereidheid en het uitzicht te blijken dat de betreffende persoon na uiterlijk twee (2) jaar voor een aanvraag als geregistreerd/gecertificeerd lid in aanmerking kan komen. 3. Geregistreerde/gecertificeerde leden die niet langer aan de vereisten voor hun registratie/certificering voldoen kunnen lid blijven van de vereniging als gewoon lid. Indien zij weer opteren voor een registratie/certificering dienen zij opnieuw worden beoordeeld door de Commissie Voordracht en Toetsing (CVT). 4. Als aspirant lid kunnen toegelaten worden studenten van opleidingen in de informatiekunde en ICT van het hoger onderwijs. Artikel 2. Weigering kandidaat leden en ontzetting leden 1. Het bestuur neemt niet eerder een besluit tot weigering van een kandidaat-lid of voordracht tot ontzetting van een lid dan nadat een door het bestuur ingestelde commissie van minimaal twee leden, niet zijnde bestuursleden, daarover aan het bestuur advies heeft uitgebracht. 2. Een voorstel tot weigering als lid respectievelijk schorsing en ontzetting wordt schriftelijk aan het betreffende kandidaat-lid respectievelijk lid meegedeeld. 3. Kandidaat-leden of leden die respectievelijk worden geweigerd of voor ontzetting worden voorgedragen worden tot aan de eerstvolgende Algemene ledenvergadering waarin over een ingesteld beroep tegen de weigering of het voorstel tot ontzetting wordt beslist, door het bestuur niet toegelaten respectievelijk geschorst ten aanzien van alle activiteiten of aangegane verplichtingen van de vereniging. 4. Bij ontzetting van leden als gevolg van een uitspraak van een tuchtcollege zijn de leden 1 tot en met 3 niet van toepassing. Deze ontzetting is onmiddellijk van kracht na het onherroepelijk worden van de uitspraak. HET BESTUUR Artikel 3. Taakverdeling 1. Het bestuur kent tenminste de volgende functies: a. Voorzitter b. Vicevoorzitter c. Secretaris d. Penningmeester 2. De functies onder de in het vorige lid onder b, c, en d bedoeld kunnen in combinatie worden vervuld. Aan de (overige) bestuursleden kunnen na onderling overleg binnen het bestuur bijzondere taken worden toegewezen. 3. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur en de ledenvergaderingen.
4. Bij afwezigheid van de voorzitter worden de vergaderingen geleid door de vicevoorzitter of bij diens afwezigheid benoemen de overige bestuursleden uit hun midden een tijdelijke voorzitter. 5. De secretaris voert namens de vereniging de uitgaande correspondentie, stelt het jaarverslag samen, stelt de agenda's voor de vergaderingen op, verzendt convocaties, notuleert de vergaderingen en draagt zorg voor het onderhoud en naleving van de statuten en reglementen. Hij laat zich hierbij voor zover nodig of wenselijk, assisteren door het verenigingssecretariaat. 6. De penningmeester zorgt voor het innen van de contributies en andere gelden, beheert deze gelden, verricht de betalingen en voert een deugdelijke administratie. Voor zover nodig of wenselijk kan hij (een gedeelte van) deze taken laten uitvoeren door het verenigingssecretariaat. 7. De penningmeester is gehouden aan de andere bestuursleden en aan de leden van de Kascontrolecommissie, bedoeld in artikel 13, lid 4 van de statuten, op verzoek inzage in de boeken en de kas te verlenen. Hij dient jaarlijks in de Algemene ledenvergadering een financieel verslag in over het afgelopen verenigingsjaar en presenteert een begroting voor het komende jaar. 8. Het bestuur heeft regelmatig overleg met de voorzitters van de verschillende commissies en werkgroepen over alle aangelegenheden welke in de ruimste zin van belang zijn voor het functioneren van de vereniging en haar organen. Artikel 4. Besluitvorming 1. Voorstellen die buiten de bestuursvergadering worden voorgelegd aan het bestuur en waar schriftelijke, via e-mail of telefonische besluitvorming over plaats vindt, worden in de eerstvolgende bestuursvergadering via het verslag bekrachtigd. 2. Bij staking der stemmen over een voorstel waarover stemming plaatsvindt, beslist de stem van de fungerend voorzitter. Artikel 5. Schorsing en ontslag 1. Bestuursleden kunnen aanvullend aan de statuten art. 16, lid 8 als lid van het bestuur tussentijds door de overige bestuursleden voorlopig worden geschorst indien er geen vertrouwen in de samenwerking met de overige bestuursleden meer is of een andere vorm van disfunctioneren geconstateerd wordt. 2. Op een Algemene ledenvergadering die binnen drie maanden moet worden gehouden na het besluit tot voorlopige schorsing legt het bestuur het voorlopige schorsingsvoorstel ter bekrachtiging voor alsmede een voorstel tot ontslag van het geschorste bestuurslid. 3. Een voorstel tot ontslag wordt eerst aan de Algemene ledenvergadering voorgelegd dan nadat door een door het bestuur ingestelde commissie van minimaal twee leden, niet zijnde bestuursleden, advies heeft uitgebracht aan het bestuur. 4. Het in het vorig lid bedoeld advies maakt integraal onderdeel uit van het ontslagvoorstel dat het bestuur aan de Algemene ledenvergadering voorlegt. 5. Een besluit tot (voorlopige) schorsing en een voorstel tot ontslag worden schriftelijk aan het betreffende bestuurslid meegedeeld. ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN Artikel 6. Jaarverslag In het artikel 13, lid 2 van de statuten vermelde jaarlijks verslag van zijn werkzaamheden zal door het bestuur onder meer aandacht worden besteed aan: a. de samenstelling en het functioneren van de verschillende organen van de vereniging, waaronder het secretariaat, werkgroepen en commissies, b. het door het bestuur gevoerde beleid, c. de door het bestuur uitgevoerde activiteiten, d. het financiële verslag, e. welke buitenlandse contacten zijn gelegd en met welk resultaat,
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
2
f.
welke - gevraagd of ongevraagd -verstrekte adviezen aan externe instanties zijn gegeven en met welk resultaat, g. welke initiatieven zijn genomen en welke activiteiten zijn ontplooid om meer bekendheid te geven aan het bestaan, het doel en de activiteiten van de vereniging, h. de ontwikkeling van het ledental per categorie, i. de werkzaamheden en resultaten van de Commissie Voordracht en Toetsing (CVT), waaronder het aantal personen dat zich voor inschrijving in het Nederlands Informatici Register heeft aangemeld, hoeveel er zijn ingeschreven en het aantal personen dat is uitgeschreven uit het register en de redenen, j. hoeveel klachten omtrent leden zijn ingediend en door de tuchtcolleges zijn behandeld en met welk resultaat. Artikel 7. Stemmingen 1. Aan het begin van de ledenvergadering stelt de voorzitter vast hoeveel leden er in het bezit zijn van een getekende volmacht ten aanzien van stemmingen. 2. Aanvullend aan hetgeen in de statuten is vermeld over de stemmingen kan het bestuur ook de mogelijkheid aan de leden bieden op schriftelijke of elektronische wijze hun stem uit te brengen over bestuurs- en initiatiefvoorstellen die op de ledenvergadering worden behandeld. 3. Bij de oproep of convocatie zal expliciet bij elk voorstel worden aangegeven of van de mogelijkheid genoemd in het vorige lid gebruik kan worden gemaakt. 4. Bij de mogelijkheid om op elektronische wijze de stem uit te brengen zal gewaarborgd moeten zijn dat de uitgebrachte stem daadwerkelijk te herleiden is naar het lid dat de stem uitbracht. 5. De elektronisch uitgebrachte stem dient niet later binnen te zijn gekomen bij het secretariaat dan 24 uur vóór aanvang van de vergadering. 6. Vóór aanvang van de stemming over het voorstel op de ledenvergadering deelt de voorzitter aan de vergadering mede hoeveel stemmen op schriftelijke en elektronische wijze zijn uitgebracht en de stemverhouding. 7. Deze stemmen worden toegevoegd bij de op de ledenvergadering uitgebrachte stemmen. 8. Voor onderwerpen waar een statutair aanwezigheidsvereiste voor een eerste ledenvergadering is vastgesteld kan niet schriftelijk of elektronisch worden gestemd. Voor een statutaire tweede vergadering geldt deze beperking niet. Artikel 8. Initiatiefvoorstellen 1. Op grond van artikel 6, lid 3 van de statuten hebben de leden het recht van initiatief. 2. Initiatiefvoorstellen dienen schriftelijk en gemotiveerd bij het bestuur te worden ingediend. 3. Om behandeling op een ledenvergadering mogelijk te maken dient een initiatiefvoorstel ondersteund te worden door tenminste vier leden naast de indiener. 4. Het in het vorig lid gestelde aantal is niet nodig indien het bestuur het voorstel ondersteunt. 5. Initiatiefvoorstellen dienen uiterlijk drie weken voor de eerstvolgende reguliere ledenvergadering te worden ingediend. 6. Indien een initiatiefvoorstel wordt ingediend na de in het vorige lid bedoelde periode wordt het geagendeerd voor de eerstvolgende reguliere ledenvergadering tenzij sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 14 lid 2 van de statuten. 7. Initiatiefvoorstellen worden door het bestuur voorzien van een preadvies. 8. De initiatiefnemer(s) worden op de ledenvergadering als eersten in de gelegenheid gesteld het initiatiefvoorstel toe te lichten. Artikel 9. Beroepen Daar waar op grond van de statuten of reglementen door de leden een beroep kan worden ingesteld bij de Algemene ledenvergadering, worden deze beroepen door de Algemene ledenvergadering enkel marginaal, dat wil zeggen op een juiste procedurele behandeling, getoetst.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
3
ORGANISATIE Artikel 10. Werkgroepen / Commissies 1. Het bestuur alsmede de ledenvergadering is bevoegd werkgroepen en/of commissies - ter nadere bestudering en / of uitwerking van zaken de vereniging betreffende - in te stellen en te ontbinden. 2. Een lid kan slechts zitting hebben in ten hoogste twee (2) werkgroepen/commissies. Een bestuurslid kan maximaal zitting hebben in één (1) werkgroep/commissie. 3. Indien het bestuur geen voorzitter voorstelt, kiest iedere werkgroep en/of commissie zelf uit haar midden een voorzitter voor deze werkgroep/commissie. 4. De werkgroepen en commissies bepalen zelf hun interne taakverdeling. De werkgroepen en commissies houden het bestuur respectievelijk de leden geregeld op de hoogte van de bevindingen en de vorderingen van de werkgroep/commissie, onder andere door het toezenden aan het verenigingssecretariaat van afschriften van door de werkgroep/commissie opgestelde stukken. 5. De door werkgroepen/commissies te maken kosten kunnen, binnen door het bestuur te stellen grenzen, ten laste van de verenigingskas worden gebracht, tenzij dit is geregeld via de begroting. 6. Indien het bestuur een budget ter beschikking heeft gesteld, legt de werkgroep/commissie hierover tevens financiële verantwoording af. Artikel 11. Kascontrolecommissie 1. Door de algemene vergadering wordt jaarlijks een Kascontrolecommissie benoemd, bestaande uit tenminste twee leden alsmede een derde reserve lid. 2. Elk jaar treedt het langst dienende lid af waarna het reserve lid doorschuift als lid. 3. De ledenvergadering benoemt terstond uit haar midden een nieuw reservelid. 4. Het (reserve) lidmaatschap van de Kascontrolecommissie is niet verenigbaar met een functie in het bestuur. 5. De Kascontrolecommissie rapporteert schriftelijk van haar bevindingen aan de ledenvergadering en licht deze rapportage mondeling op de ledenvergadering toe. PERMANENTE EDUCATIE Artikel 12. Doelstelling 1. Volgens artikel 3 g van de statuten biedt de VRI haar leden een ontwikkelings- en professionaliseringsinstrumentarium en structuur ten behoeve van de permanente educatie (PE). 2. PE is een inspanningsverplichting om via een gedefinieerd en gekwalificeerd stelsel van professionaliseringsactiviteiten de kwalificaties die van de ICT professional maatschappelijk verwacht mogen worden, in termen van kennis, vaardigheden en competenties te handhaven en toetsbaar vast te leggen. Artikel 13. Reikwijdte 1. Gecertificeerde en geregistreerde leden zijn verplicht aan deze regeling deel te nemen als voorwaarde voor registratie en verlenging van de inschrijving in het Nederlands Informatici Register. De overige leden kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de PE regeling. 2. De verplichting tot deelname aan PE gaat voor geregistreerde leden in, in het zelfde jaar van inschrijving in het register als zij in de eerste helft van het jaar vóór 1 juli zijn ingeschreven. Voor hen geldt voor het eerste jaar niet het jaarlijks quotumvereiste als bedoeld in artikel 15 lid 1. Het te behalen eindtotaal na vier (4) jaar blijft gelden. 3. Voor de leden die in de tweede helft van het jaar zijn ingeschreven geldt de verplichte deelname voor het eerst in het eerstvolgende kalenderjaar na inschrijving.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
4
Artikel 14. Erkende PE-activiteiten 1. De PE activiteiten worden gewaardeerd in PE punten waarbij uitgangspunt is, dat voor de zwaarste en voor de professionele kwalificaties meest relevante onderdelen, één uur netto tijdsbesteding één PE punt oplevert. De relevantie voor de beroepsuitoefening in de informatiekunde en ICT moet hierbij duidelijk blijken. 2. Als erkende professionaliseringsactiviteiten in het kader van deze PE regeling worden beschouwd: a. Activiteiten gericht op vakinhoudelijke verdieping. Hieronder vallen het volgen van beroepsopleidingen, het publiceren van artikelen, het uitvoeren van peer review, research en productontwikkeling, het volgen van seminars en workshops en het doceren aan opleidingen. Voor een erkende vak- of beroepsopleiding worden drie (3) PE punten per dagdeel toegekend of één PE punt per vastgesteld studiebelastinguur. Voor een publicatie in een erkend vaktijdschrift op het gebied van de informatiekunde of ICT telt een tekstfragment van 500 woorden voor twee (2) PE punten. Voor het uitvoeren van peer review twee (2) PE punten per uitgevoerde review. Voor research- en productontwikkeling geldt: één (1) PE punt staat voor één (1) netto besteed uur. Het bijwonen van een seminar of workshop telt voor een (1) PE punt per dagdeel. Voor het optreden als docent/trainer bij een erkende beroepsopleiding, workshop, seminar of voor het houden van een lezing geldt: één (1) uur voor één (1) PE punt. b. Activiteiten gericht op professionele reflectie. Hieronder vallen het ondergaan van intervisie, het opstellen van een eigen loopbaanontwikkelingsplan, het ontvangen van individuele coaching en het uitvoeren van opdrachtevaluaties. Voor intervisietrajecten geldt: één (1) PE punt staat voor één (1) uur netto deelname. Voor loopbaanontwikkelingsplannen geldt: één (1) PE punt staat voor één (1) uur netto deelname. Een individueel coachingstraject telt voor twee (2) PE punten per sessie. Elke opdrachtevaluatie met de opdrachtgever telt voor twee (2) PE punten. c. Activiteiten op het gebied van professionele ontmoetingen. Het deelnemen aan netwerkbijeenkomsten, bezoeken van congressen, conferenties en lezingen maken hier deel van uit alsmede deelname aan VRI verenigingsactiviteiten of andere voor de informatiekunde en ICT van belang zijnde (beroeps)verenigingen zoals commissies, werkgroepen en bestuur. Deelname aan een netwerkbijeenkomst, congres, conferenties en lezingen, ongeacht de tijdsduur, geldt voor één (1) PE punt. Eén (1) uur netto deelname aan VRI (en andere ICT of aan het vakgebied gerelateerde beroepsorganisaties) activiteiten op het gebied van commissies, werkgroepen en bestuurlijke activiteiten inclusief deelname aan de ledenvergaderingen telt voor 0,5 (½) PE punt. 3. Aan concrete professionaliseringsactiviteiten georganiseerd door de VRI, in samenwerking met de VRI of onder auspiciën van de VRI kunnen per keer of per activiteit PE punten worden toegekend door het bestuur. De leden worden voorafgaand aan de activiteit hiervan op de hoogte gesteld. Artikel 15. Puntenregeling 1. Elk jaar dienen tenminste 25 PE punten te worden gehaald.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
5
2. Om de inschrijving in het register te verlengen dient in een periode van 4 jaar de verplichte deelnemer PE minimaal 120 PE punten in de volgende verdeling te behalen: 60 punten Vakinhoudelijke verdieping 40 punten Professionele Reflectie 20 punten Professionele ontmoetingen 3. Een tekort van punten in een bepaalde categorie kan niet worden gecompenseerd door een overschot in een andere categorie. 4. Een overschot aan punten van een vierjaarsperiode kan niet worden doorgeschoven naar een volgende periode. Artikel 16. Registratie 1. Deelnemers aan PE zorgen voor jaarlijkse registratie van behaalde PE punten. 2. Deelnemers aan PE registreren onder meer een omschrijving van de activiteiten en de behaalde studiepunten en in geval van opleidingen, cursussen of seminars de opleidingsinstelling. 3. Professionaliseringsactiviteiten die niet zijn opgenomen in artikel 14, lid 2 kunnen alsnog op het registratieformulier onder ‘overige professionaliseringsactiviteiten’ worden opgenomen. De CVT bepaalt of en zo ja hoeveel PE punten voor deze activiteiten worden toegekend. 4. De registratie geschiedt zodanig dat informatie over de mate en de aard van de naleving van de PE verplichting op eenvoudige en verifieerbare wijze kan worden verkregen. 5. Deelnemers aan PE bewaren bewijsstukken, zoals certificaten, diploma’s, deelnamebewijzen en overige gegevens gedurende een periode van tenminste vier (4) jaar na afronding van de PE cyclus van vier (4) jaar. 6. Verplichte deelnemers aan PE zijn gehouden uiterlijk op 1 maart van ieder nieuw kalenderjaar, door middel van het via de website beschikbaar gestelde formulier of andere vorm van elektronische registratie, opgave aan het secretariaat te doen van de PE activiteiten van het afgelopen kalenderjaar. Artikel 17. Toetsing 1. De toetsing van de PE is opgedragen aan de Commissie Voordracht en Toetsing (CVT). 2. De CVT voert jaarlijks een toetsing uit op de ingediende PE registraties van de verplichte deelnemers, waarbij een (deel)controle kan worden uitgevoerd. 3. Verplichte deelnemers aan PE dienen de in artikel 16, lid 5 bedoelde bewijsstukken op verzoek aan de CVT ter beschikking te stellen voor verificatiedoeleinden. 4. Indien de CVT van mening is dat geregistreerde PE punten niet in lijn zijn met het gestelde in deze regeling, wordt in overleg getreden met betreffende deelnemer aan PE. 5. Deelnemers aan PE die niet op juiste wijze aan de PE verplichting hebben voldaan, worden in de gelegenheid gesteld hieraan alsnog te voldoen, via aanvullende individuele afspraken. 6. Verplichte deelnemers aan PE die in een betreffend kalenderjaar geen PE opgave doen, niet meewerken aan verificatie van de gegevens, of de aanvullende afspraken niet nakomen, worden door het bestuur op voorstel van de CVT uitgeschreven uit het register. 7. Van het voornemen tot (tussentijdse) uitschrijving uit het register wordt het betreffende lid schriftelijk op de hoogte gesteld. 8. Het lid kan binnen 2 weken gemotiveerd bezwaar aantekenen bij het bestuur. 9. Een besluit over het bezwaar wordt eerst genomen dan nadat door een door het bestuur ingestelde commissie van minimaal twee leden, niet zijnde bestuursleden of leden van de CVT, advies heeft uitgebracht aan het bestuur. 10. Het bestuur deelt haar definitieve besluit schriftelijk mee aan het betreffende lid. 11. Het in het lid 9 bedoelde advies maakt integraal onderdeel uit van het definitieve bestuursbesluit. 12. Tegen het definitieve besluit van het bestuur kan het lid beroep aantekenen bij de eerstvolgende Algemene ledenvergadering. Een ingesteld beroep heeft opschortende werking van het besluit. Huishoudelijk Reglement VRI 2011
6
13. (Tussentijds) uitgeschreven leden uit het register kunnen opnieuw een aanvraag doen om in het register te worden ingeschreven. Zij dienen daartoe bij het bestuur een aanvraag in dat door de CVT behandeld wordt als een nieuwe aanvraag. CERTIFICERING, VOORDRACHT EN TOETSING REGISTRATIE Artikel 18. Doelstelling 1. Volgens artikel 3 d van de statuten biedt de VRI haar leden de mogelijkheid van certificering en/of registratie in een register om de kwaliteit van de beroepsgroep zichtbaar en verifieerbaar maatschappelijk te tonen. 2. De VRI is door de Stichting Nederlands Informatici Register geaccrediteerd om leden van de vereniging te certificeren en voor te dragen voor registratie in het Nederlands Informatici Register. Artikel 19. Criteria certificering Door de vereniging kan een vijftal categorieën leden worden gecertificeerd en voorgedragen voor inschrijving in het Register: 1. Leden die: 1.1. een opleiding hebben afgerond op ten minste het master niveau EQF/NLQF 7 op het gebied van de informatica als bedoeld in de internationale standaard ISCED met de codes: 48103 Informatica en informatiekunde, 48106 Bedrijfskundige informatica, 48109 Communicatiesystemen, 48112 Technische informatica, 52303 Elektronica en automatiseringstechniek specifiek, 1.2. een functie vervullen met competenties uit het e-competence framework ten minste level 3 zoals functies met een functieprofiel genoemd in de EUCIP standaard of andere vergelijkbare profielen, 1.3. een professionele werkervaring in het domein van de informatiekunde of ICT hebben opgedaan van ten minste drie (3) jaren in loondienst of als zelfstandige beroepsbeoefenaar. 2. Leden die: 2.1. een opleiding hebben afgerond op ten minste het master niveau EQF/NLQF 7 op een ander gebied dan onder 1.1. genoemd, 2.2. een functie vervullen met competenties uit het e-competence framework ten minste level 3 zoals functies met een functieprofiel genoemd in de EUCIP standaard of andere vergelijkbare profielen, 2.3. een professionele werkervaring in het domein van de informatiekunde of ICT hebben opgedaan van ten minste vijf (5) jaren in loondienst of als zelfstandige beroepsbeoefenaar. 3. Leden die: 3.1. een opleiding hebben afgerond op ten minste het bachelor niveau EQF/NLQF 6 op het gebied van de informatica als bedoeld in de internationale standaard ISCED met de codes: 48103 Informatica en informatiekunde, 48106 Bedrijfskundige informatica, 48109 Communicatiesystemen, 48112 Technische informatica, 52303 Elektronica en automatiseringstechniek specifiek, 3.2. een functie vervullen met competenties uit het e-competence framework ten minste level 3 zoals functies met een functieprofiel genoemd in de EUCIP standaard of andere vergelijkbare profielen,
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
7
3.3. een professionele werkervaring in het domein van de informatiekunde of ICT hebben opgedaan van ten minste vijf (5) jaren in loondienst of als zelfstandige beroepsbeoefenaar, 3.4. twee casusbeschrijvingen uit de eigen beroepspraktijk overleggen en zo nodig dienen toe te lichten voor de CVT. 4. Leden die: 4.1. een opleiding hebben afgerond op ten minste het bachelor niveau EQF/NLQF 6 op een ander gebied dan onder 3.1. genoemd, 4.2. een functie vervullen met competenties uit het e-competence framework ten minste level 3 zoals functies met een functieprofiel genoemd in de EUCIP standaard of andere vergelijkbare profielen, 4.3. een professionele werkervaring in het domein van de informatiekunde of ICT hebben opgedaan van ten minste zeven (7) jaren in loondienst of als zelfstandige beroepsbeoefenaar, 4.4. twee casusbeschrijvingen uit de eigen beroepspraktijk overleggen en zo nodig dienen toe te lichten voor de CVT. 5. Leden die: 5.1. door middel van een EVC certificaat kunnen aantonen een niveau EQF/NLQF 6 te hebben bereikt door middel van een combinatie van opleidingen op het gebied van de informatiekunde of ICT, 5.2. een functie vervullen met competenties uit het e-competence framework ten minste level 3 zoals functies met een functieprofiel genoemd in de EUCIP standaard of andere vergelijkbare profielen, 5.3. een professionele werkervaring in het domein van de informatiekunde of ICT hebben opgedaan van ten minste tien (10) jaren in loondienst of als zelfstandige beroepsbeoefenaar, 5.4. twee casusbeschrijvingen uit de eigen beroepspraktijk overleggen en zo nodig dienen toe te lichten voor de CVT. Artikel 20. Verantwoordelijkheden 1. De certificering en voordracht aan het bestuur tot inschrijving, het toetsen aan de voorwaarden tot verlenging van de inschrijving en de advisering over de consequenties daarvan aan het bestuur, is opgedragen aan de Commissie Voordracht en Toetsing (CVT). 2. Het bestuur meldt op basis van het bindende advies van de CVT de gecertificeerde leden bij de Stichting Nederlands Informatici Register aan ter inschrijving in het register en draagt zorg voor de mutaties bij wijziging van gegevens en uitschrijving. 3. Het bestuur en de CVT dragen zorg voor en creëren de voorwaarden voor handhaving en verlenging van de accreditatie. 4. De accreditatie, toetsing, inschrijving en beheer worden geregeld door afzonderlijke contracten naar burgerlijk recht tussen VRI en de Stichting Nederlands Informatici Register. Artikel 21. De aanvraag 1. Leden die in aanmerking willen komen voor certificering en registratie dienen daartoe een gemotiveerd verzoek in bij de CVT door middel van het op de VRI website verkrijgbare aanvraagformulier. 2. Bij de aanvraag worden overlegd: a. Een kopie van de diploma’s, certificaten of andere bescheiden waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan één van de vereisten als gesteld in artikel 19, leden 1.1, 2.1, 3.1, 4.1 of 5.1. b. Een actueel curriculum vitae (CV) waaruit de huidige functie en/of werkzaamheden en in het verleden vervulde functie(s) en/of werkzaamheden van de aanvrager blijken. c. Twee eigen casusbeschrijvingen uit de eigen praktijk door de aanvragers uit de categorieën als bedoeld in artikel 19, leden 3, 4 en 5.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
8
d. Een getekende verklaring dat de aanvrager de VRI gedragscode onderschrijft en zich onderwerpt aan het daarbij behorende klacht- en tuchtrecht. e. Een schriftelijke verklaring dat de aanvrager deel neemt aan het systeem van permanente educatie van de vereniging. f. Een kopie van een geldig identiteitsbewijs. Artikel 22. Samenstelling Commissie Voordracht en Toetsing 1. De CVT bestaat uit ten minste drie (3) en niet meer dan zeven (7) leden. 2. De leden van de CVT dienen deskundig te zijn op minstens één van de verschillende gebieden binnen het domein van de informatiekunde en/of ICT. 3. De leden van de CVT hoeven geen lid te zijn van de vereniging. 4. De benoeming van de leden van de CVT geschiedt door het bestuur en geldt voor een periode van drie (3) jaren. 5. De voorzitter wordt in functie benoemd. 6. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd met een maximum van twee (2) herbenoemingen. 7. Het lidmaatschap van de CVT is niet verenigbaar met een bestuursfunctie binnen de VRI. 8. In een ontstane (tussentijdse) vacature binnen de CVT wordt door het bestuur per ommegaande voorzien. Artikel 23. Schorsing en ontslag leden CVT 1. Een lid van de CVT kan als commissielid tussentijds door het bestuur worden geschorst indien er geen vertrouwen in de samenwerking met de overige leden meer is of een andere vorm van disfunctioneren geconstateerd wordt. 2. Een besluit tot schorsing wordt schriftelijk onder vermelding van de redenen en met een vermelding van de duur van de schorsing aan het betreffende lid van de CVT door het bestuur meegedeeld. 3. Indien binnen de gestelde termijn van de schorsing geen intrekking van de schorsing of een voorgenomen besluit tot ontslag heeft plaatsgevonden vervalt de schorsing. 4. Een besluit tot voornemen tot ontslag wordt eerst door het bestuur genomen dan nadat door een door het bestuur ingestelde commissie van minimaal twee leden, niet zijnde bestuursleden of leden van de CVT, advies heeft uitgebracht aan het bestuur. 5. Het in het vorig lid bedoeld advies maakt integraal onderdeel uit van het voorgenomen ontslagbesluit dat het bestuur aan het betreffende CVT lid toestuurt. 6. Het betreffende lid van de CVT kan binnen zes (6) weken schriftelijk gemotiveerd beroep tegen het voorgenomen ontslag instellen bij de Algemene ledenvergadering indien het een lid van de vereniging betreft. 7. Op een Algemene ledenvergadering die binnen drie maanden moet worden gehouden na ontvangst van het beroep, wordt het beroep van het betreffende lid van de CVT behandeld. 8. Bij de behandeling van het beroep door de Algemene ledenvergadering kan het lid van de CVT zich laten bijstaan door een raadsman. Artikel 24. Taakstelling en werkwijze CVT 1. De CVT certificeert; controleert alle toegezonden stukken bij een aanvraag, vraagt zonodig aanvullende gegevens, voert zonodig een gesprek met de aanvrager, heeft indien van toepassing met de aanvrager een gesprek over de ingediende casus en beslist op basis daarvan of voldaan wordt aan de eisen voor voordracht tot inschrijving in het register. Bij twijfels over het onderdeel of betrokkene een voor de certificering relevante functie uitoefent op het gevraagde niveau kan de CVT gebruik maken van door aanvrager, op verzoek van de CVT, opgegeven referenties.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
9
2. De CVT toetst; controleert, na een vierjaarsperiode, de opgaven omtrent de permanente educatie van een ingeschreven lid, controleert of het ingeschreven lid nog steeds een relevante functie in het vakgebied uitoefent, vraagt zonodig aanvullende gegevens en beslist op basis daarvan of voldaan wordt aan de eisen tot verlenging van de inschrijving in het register, adviseert het bestuur over verlenging of intrekking van de inschrijving. 3. De CVT rapporteert; verstrekt gegevens en informatie aan het bestuur voor het jaarverslag. 4. De CVT adviseert; over nieuwe professionaliserings- en opleidingsactiviteiten die een voorbereidend karakter hebben tot certificering, brengt over voorstellen tot wijziging in de reglementering van de permanente educatie gevraagd en ongevraagd advies uit aan het bestuur. 5. De CVT faciliteert; ten behoeve van visitatie en audit legt de CVT haar besluiten in verslagen, werkwijze van certificering, voordracht en toetsing, vast in dossiers en werkprocesbeschrijvingen en onderhoudt deze. 6. De CVT wordt bijgestaan in haar werkzaamheden door het verenigingssecretariaat. Artikel 25. Overige inschrijvingsbepalingen 1. Een inschrijving in het register heeft een geldigheidsduur van vier (4) jaren. 2. De inschrijving kan telkenmale, na toetsing van de vereisten omtrent de permanente educatie (PE) en overige verlengingsvereisten, stilzwijgend worden verlengd. 3. De toetsing voor de verlenging van de inschrijving vindt plaats uiterlijk drie maanden na de vierjaarsperiode van de permanente educatie. 4. In het register ingeschreven professionals mogen de titel Registerinformaticus voeren, afgekort RI (in hoofdletters) achter hun naam. 5. De titel Registerinformaticus en de daarbij behorende afkorting RI zijn gedeponeerde merknamen en eigendom van de Stichting Nederlands Informatici Register. Artikel 26. Beroepsmogelijkheid 1. Van het besluit van de CVT op de aanvraag tot certificering en inschrijving in het register wordt de aanvrager schriftelijk op de hoogte gesteld. 2. Betreft het besluit van de CVT als bedoeld in het vorige lid een afwijzing, dient het een gemotiveerd voorgenomen besluit te zijn. 3. Tegen het voorgenomen besluit van de CVT tot afwijzing van de aanvraag tot certificering en inschrijving in het register staat binnen 2 weken gemotiveerd bezwaar open bij het bestuur. 4. Een definitief besluit op het bezwaar wordt eerst genomen dan nadat door een door het bestuur ingestelde commissie van minimaal twee leden, niet zijnde bestuursleden of leden van de CVT, advies heeft uitgebracht aan het bestuur. 5. Het bestuur deelt haar definitieve besluit schriftelijk mee aan het betreffende lid. 6. Het in het lid 4 bedoelde advies maakt integraal onderdeel uit van het definitieve bestuursbesluit.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
10
7. Tegen het definitieve besluit van het bestuur kan het lid beroep aantekenen bij de eerstvolgende Algemene ledenvergadering. 8. Tegen een voorgenomen besluit van het bestuur op grond van een advies van de CVT tot uitschrijving uit het register op grond van een vierjaarlijkse toetsing van de PE en overige verlengingsvoorwaarden is de bezwaar- en beroepsprocedure genoemd in artikel 17, leden 7 t/m 13 van overeenkomstige toepassing. Artikel 27. Uitschrijving Uitschrijving uit het register geschiedt door het bestuur: 1. indien het geregistreerde lid (na toetsing) niet meer voldoet aan de eisen tot inschrijving waaronder eveneens worden begrepen: indien het geregistreerde lid het lidmaatschap van de vereniging opzegt of uit het lidmaatschap is ontzet, bij overlijden van het geregistreerde lid, op grond van een uitspraak van een tuchtcollege, 2. op schriftelijk verzoek van het betreffende geregistreerde lid, Artikel 28. Slotbepalingen 1. Dit Huishoudelijk Reglement treedt in werking op 1 januari 2012. 2. Dit Huishoudelijk Reglement vervangt de volgende regelingen en reglementen: a. Huishoudelijk Reglement VRI 2000 b. Reglement op de Raad van Toezicht 2006 c. Richtlijn Permanente Educatie 2001 3. In gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement of in geval van interpretatieverschillen beslist het bestuur. 4. In bijzondere gevallen waarin een stringente toepassing van dit reglement en de hierin genoemde procedures tot een onrechtvaardige of ongewenste situatie leiden kan het bestuur op verzoek een afwijkende voorziening treffen.
Huishoudelijk Reglement VRI 2011
11