Huishoudelijk reglement Algemene bepalingen Artikel 1 1.
Het KNKV is aangesloten bij: a. de International Korfball Federation (IKF); b. Nederland Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF).
2.
Het Bondsbestuur regelt de vertegenwoordiging van het KNKV op de Algemene Vergadering van de in lid 1 genoemde organisaties.
Aanmelding en toelating Artikel 2 1. a. Een vereniging die lid wenst te worden van het KNKV dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij het Bondsbestuur. b. Tegelijk met dit verzoek doet een vereniging een verzoek tot toelating van haar verenigingsleden. De vereniging treedt hierbij op als vertegenwoordiger van die leden. c. De vereniging voegt aan de onder a en b bedoelde verzoeken toe: - een opgave van haar naam; - een opgave van de namen en adressen van haar bestuursleden; - een opgave van de ligging van het speelterrein met kleedgelegenheid; - een omschrijving van het clubkostuum, waarbij niet is begrepen een reclameuiting, die volgens het bepaalde in het sponsoringreglement is aangebracht op het wedstrijdshirt; - een exemplaar van haar statuten. d. De leden a tot en met c zijn van overeenkomstige toepassing in het geval er sprake is van een fusie tussen meerdere verenigingen of een korfbalvereniging opgaat in een omni-vereniging. 2.
Het Bondsbestuur stelt zo spoedig mogelijk een officiële mededeling van een verzoek tot toelating tot het lidmaatschap van het KNKV van een vereniging schriftelijk bekend aan de verenigingen. Gedurende 21 dagen na deze bekendmaking hebben de verenigingen gelegenheid schriftelijk gemotiveerde bezwaren bij het Bondsbestuur in te dienen.
3.
Het Bondsbestuur beslist over de toelating van verenigingen en verenigingsleden als bedoeld in lid 1 en kan aan de toelating voorwaarden verbinden. Dat besluit en de eventueel daarbij behorende voorwaarden worden als officiële mededelingen gepubliceerd.
4
Zij, die als onafhankelijk lid of donateur wensen te worden toegelaten tot het KNKV, dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij het Bondsbestuur, dat over het verzoek tot toelating beslist.
Verplichtingen van de leden Artikel 3 1.
Verenigingen zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht: a. desgevraagd op een eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven, verband houdende met het lidmaatschap van het KNKV, zowel schriftelijk als mondeling te verstrekken aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV b. er voor te zorgen dat haar statuten geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de statuten en/of reglementen van het KNKV en alle wijzigingen in haar statuten binnen een maand na de vaststelling ter kennis van het bestuur van het district waaronder zij ressorteren te brengen; c. om slechts na goedkeuring van het Bondsbestuur wijziging in de verenigingsnaam aan te brengen. De procedure zoals vermeld in de leden 2 en 3 van artikel 2 is hierbij van overeenkomstige toepassing; d. om slechts na goedkeuring van het Bondsbestuur wijzigingen aan te brengen in het clubkostuum. Deze goedkeuring treedt pas in werking op het moment van de publicatie, die geschiedt op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze. Onder wijziging van het clubkostuum wordt niet verstaan het aanbrengen van een reclame-uiting op het wedstrijdshirt of een wijziging daarin, indien het bij of krachtens het in het sponsoringreglement bepaalde in acht is genomen;
e. een ledenadministratie te voeren, vermeldende de namen en voornamen, geboortedata, geslacht en adressen der verenigingsleden, gesplitst in categorieën als bedoeld in de leden 1 en 2 van artikel 4, en tevens de data van het begin en einde der lidmaatschappen; f.
een opgave van haar verenigingsleden in te dienen;
g. door het Bondsbestuur te bepalen functies alleen te doen bekleden door verenigingsleden, waarbij slechts meerderjarige personen de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester mogen vervullen; h. wijzigingen in de bezetting van functies van voorzitter, secretaris, penningmeester en wedstrijdsecretaris binnen veertien dagen op de door het Bondsbestuur nader te bepalen wijze aan het KNKV kenbaar te maken. Het Bondsbestuur kan bepalen dat wijzigingen in de bezetting van andere functies binnen de genoemde termijn ook dienen te worden gemeld; i.
een regelmatige boekhouding te voeren;
j.
aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV desverlangd inzage te verlenen in of afschrift te geven van de boekhouding en de administratie met de daarbij behorende bescheiden;
k. zich niet zonder toestemming van het Bondsbestuur tevens het lidmaatschap te verwerven van een andere korfbalorganisatie; l.
niet zonder toestemming van het Bondsbestuur ploegen, onder welke naam dan ook, te laten deelnemen aan wedstrijden, uitgeschreven door een organisatie als bedoeld onder k;
m. verslagen van leden- en bestuursvergaderingen op te stellen, jaarverslagen uit te brengen, afschrift te houden van de belangrijke uitgaande correspondentie en de ingekomen correspondentie te bewaren, alles gedurende een periode van ten minste vijf jaar. De balans en de staat van baten en lasten dienen gedurende een periode van ten minste zeven jaar te worden bewaard. 2.
Verenigingsleden en onafhankelijke leden zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht: a. desgevraagd op een eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven, verband houdende met het lidmaatschap van het KNKV, zowel schriftelijk als mondeling te verstrekken aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV; b. om zich voor, gedurende en na een korfbalwedstrijd behoorlijk te gedragen; c. om voor of tijdens een korfbalwedstrijd geen als doping geduide middelen te gebruiken, dan wel het gebruik of doen gebruiken te bevorderen, uit te lokken of te vergemakkelijken, of om dergelijke middelen toe te dienen, tenzij deze toediening binnen de normale uitoefening van zijn beroep door een arts voor een geneeskundig doel geschiedt, in welk geval het gebruik van een als doping geduid middel niet strafbaar is;
3.
De verenigingen zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht de persoon op te geven die - geen lid van de betrokken vereniging zijnde - bij enige verenigingsploeg als coach optreedt.
Ledencategorieën en ledenopgave Artikel 4 1.
2.
De verenigingsleden worden onderscheiden in: a.
competitieleden;
b.
overige leden.
a.
Competitieleden zijn verenigingsleden die deelnemen aan een door het KNKV georganiseerde competitie als genoemd in artikel 1 lid 2 van het reglement van wedstrijden.
b.
De competitieleden worden naar hun leeftijd per 1 oktober van het verbondsjaar onderscheiden in: - seniorenleden: 19 jaar en ouder; - juniorleden: 16 tot en met 18 jaar; - aspirantleden: 12 tot en met 15 jaar; - pupillenleden: 6 tot en met 11 jaar.
c.
Overige leden zijn verenigingsleden die niet deelnemen aan een door het KNKV georganiseerde competitie als genoemd in artikel 1 lid 2 van het reglement van wedstrijden en in de door het Bondsbestuur vastgestelde nadere richtlijnen.
3.
(Ploegen van) de volgende in lid 2 onder b genoemde ledencategorieën worden in het reglement van wedstrijden en het tuchtreglement volgens de daar genoemde criteria aangeduid als: - junioren: A-jeugd; - aspiranten: B- of C-jeugd; - pupillen: D-, E- of F-jeugd;
4.
a.
De verenigingen doen jaarlijks krachtens artikel 9 lid 2 onder a van de statuten op de door het Bondsbestuur te bepalen wijze en te bepalen datum opgave van hun verenigingsleden.
b.
Aan de verplichting tot kennisgeving van de beëindiging van het lidmaatschap van het KNKV van verenigingsleden is voldaan als deze verenigingsleden worden afgemeld door de verenigingen op de wijze als bepaald onder a.
5.
Verenigingen kunnen na de eerste ledenopgave aanvullende opgaven van hun verenigingsleden invoeren op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
Heffingenregeling Artikel 5 De hoogte van de contributies, bijdragen en donaties en de hieraan voorwaarden worden vastgelegd in een heffingenregeling. Overeenkomstig artikel 29 van de statuten wordt deze heffingenregeling elk jaar door de Bondsraad vastgesteld.
Contributies en donaties Artikel 6 1.
De verenigingen zijn voor ieder door hen opgegeven verenigingslid aan het KNKV een jaarlijkse contributie verschuldigd.
2.
De verenigingen kunnen voor verenigingsleden, opgegeven na een bepaalde datum, een korting op de contributie krijgen.
3.
De contributie van de verenigingsleden kan per ledencategorie verschillend zijn.
4.
De onafhankelijke leden zijn met inachtneming van de artikelen 26 van de statuten en 17 van dit reglement aan het KNKV jaarlijks een minimumcontributie verschuldigd, die in de in artikel 5 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld.
5.
Donateurs zijn aan het KNKV jaarlijks een minimumdonatie verschuldigd die in de in artikel 5 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld.
Bijdragen Artikel 7 De verenigingen zijn verder aan het KNKV verschuldigd:
Wedstrijdbijdragen voor deelname aan een competitie; Eventuele overige bijdragen.
De tarieven en de hieraan verbonden voorwaarden van deze heffingen worden vastgesteld in de in artikel 5 genoemde heffingenregeling.
Inning van heffingen Artikel 8 1.
a. De door de verenigingen in een verbondsjaar of een boekjaar verschuldigde bedragen kunnen op basis van voorschotten en een eindafrekening worden geheven, zoals jaarlijks in de in artikel 5 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld. b. Daar waar gebruik gemaakt wordt van voorschotnota's, dan zal/zullen de voorschotnota(‘s) 90% van de totaal hiervoor in het voorgaande verbondsjaar betaalde kosten bedragen. Het Bondsbestuur kan, indien daartoe gerede aanleiding bestaat, al dan niet op verzoek van een vereniging een hoger of lager percentage vaststellen. c. Indien er eindafrekeningen worden opgesteld waarin voorschotten verrekend worden, dan zal het verschuldigde bedrag c.q. bedragen per soort gespecificeerd vermeld worden, alsmede het verrekende voorschot.
2.
a. Facturen van het KNKV dienen door verenigingen binnen 14 dagen na factuurdatum te worden voldaan door middel van een incasso door het KNKV. b. Verenigingen zijn verplicht een incassomachtiging aan het KNKV af te geven.
3.
De betaalmomenten voor voorschotnota's worden vastgesteld en vastgelegd in de in artikel 5 genoemde heffingenregeling.
4.
De door de onafhankelijke leden verschuldigde contributies worden voldaan op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
5.
De door de donateurs verschuldigde donaties worden voldaan op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
Rekeneenheid Artikel 9 1
De volgens de reglementen opgelegde boeten en te betalen administratieve bedragen worden uitgedrukt in een aantal rekeneenheden.
2
De hoogte van de rekeneenheid wordt vastgelegd in de heffingenregeling genoemd in artikel 5.
Vermogenspositie Artikel 10 1.
Het eigen vermogen van het KNKV bestaat uit de volgende vermogensbestanddelen: a. b. c.
Weerstandsreserve: de weerstandsreserve representeert het minimaal benodigde eigen vermogen, is niet vrij uitkeerbaar, noch vrij besteedbaar Overige reserve: de overige reserve representeert het overschot of tekort op de weerstandsreserve en is vrij uitkeerbaar c.q. vrij besteedbaar Bestemmingsreserves: deze reserves worden gevormd ten laste van de Overige reserve of resultaatverdeling, zijn ingesteld met een specifieke doelstelling en mogen alleen onder voorwaarden worden besteed.
Minimale omvang vermogensbestanddelen 2. In de jaarlijkse begroting zal een paragraaf worden opgenomen waarin de minimale omvang van het weerstandsvermogen wordt bepaald op basis van een risicoparagraaf. 3.
De Overige reserve en de Bestemmingsreserves mogen niet negatief zijn.
4.
Indien de Overige reserve op enig moment negatief is, is het Bondsbestuur verplicht een herstelplan aan de Bondsraad te presenteren, waarin het tekort binnen 3 jaar wordt ingelopen. In bijzondere omstandigheden mag de Bondsraad de herstelperiode, op voorstel van het Bondsbestuur, verlengen tot maximaal 7 jaar.
Financieel Statuut Artikel 11 Het Bondsbestuur legt in een door haar vast te stellen Financieel Statuut de financiële taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het Bondsbestuur en het bondsbureau vast.
Districtsbestuur Artikel 12 1 a .
Een districtsbestuur bestaat uit ten minste vijf meerderjarige personen. Een districtsbestuurslid mag na zijn benoeming geen lid zijn van het Bondsbestuur en/of werk – en adviesgroepen als genoemd in artikel 4 lid 4 van de Statuten of een arbeidsrechtelijke verhouding met het KNKV hebben.
b
Leden van het districtsbestuur mogen na hun verkiezing tot maximaal zes maanden deel uit maken van een verenigingsbestuur, behoudens dispensatie van de districtsvergadering.
2 a. De benoeming van een districtsbestuur vindt plaats op basis van een voordrachtsprocedure. De voordrachtsprocedure heeft als wezenlijke elementen: (a) een profielschets; (b) een tijdige oproep tot kandidaatstelling aan alle verenigingen; (c) het recht voor elk lid van een vereniging zich op eigen initiatief kandidaat te stellen; (d) toetsing van de kandidaten aan het profiel door het Bondsbestuur; (e) formele besluitvorming inzake de aan het Bondsbestuur uit te brengen voordracht door de verenigingen in het district, in een daartoe belegde districtsbijeenkomst. b. Stemgerechtigd in de onder a. genoemde districtsbijeenkomsten zijn de leden genoemd in artikel 7 lid 2 a en c van de statuten;
c. Bij tussentijds ontstaan van een vacature in het districtsbestuur zal lid 2 sub a van toepassing zijn. d. De leden van het districtsbestuur hebben zitting voor de duur van drie jaar Jaarlijks treedt - voor zover mogelijk - een evenredig deel van het aantal leden volgens een door het desbetreffende bestuur op te maken rooster af. Aftredende districtsbestuursleden zijn maximaal tweemaal, voor een periode van drie jaar, opnieuw benoembaar. Na afloop van deze derde termijn kan de betrokkene niet eerder weer tot districtsbestuurder worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van drie jaren is verstreken. e. Het Bondsbestuur benoemt de voorzitter van het districtsbestuur in functie. .
3 a. De voorzitter is bij officiële vertegenwoordiging van het district de woordvoerder, tenzij hij de taak aan . een ander heeft opgedragen. b. De voorzitter leidt de districtsbestuursvergadering en stelt daarin de orde van de dag vast, behoudens het recht van genoemde vergadering om daarin wijzigingen te brengen. c. De leden van het districtsbestuur hebben het recht om alle vergaderingen en bijeenkomsten die in het verband van het district worden gehouden bij te wonen en van advies te dienen. 4 a. De voorzitter wordt zo nodig in het districtsbestuur tijdelijk vervangen door een door de leden van het districtsbestuur uit hun midden aan te wijzen vice-voorzitter, of indien deze verhinderd is door een door de leden van het districtsbestuur aan te wijzen medebestuurslid.
b. Bij ontstentenis van de voorzitter treden de onder a bedoelde personen in alle rechten en plichten van de voorzitter. 5 a. Het Bondsbestuur stelt de taak en werkwijze van het districtsbestuur vast. De taken en werkwijze van . het districtsbestuur vindt haar borging in de strategische cyclus. b. Het districtsbestuur is verantwoording verschuldigd aan het Bondsbestuur.
Taken en bevoegdheden districtsbestuur Artikel 13 1.
2.
Een districtsbestuur is belast met de behartiging van de korfbalbelangen binnen zijn district en houdt zich bezig met regionale uitvoering van centraal vastgesteld beleid. De districten zijn in essentie uitvoeringsorganen die het centraal vastgestelde beleid regionaal implementeren. Op uitvoeringsniveau, binnen de beleidskaders, kunnen districten eigen invulling aan het strategisch beleid geven, de zogenaamde couleur locale. Hiervoor kan het district de ondersteuning krijgen van de bureau-organisatie. De couleur locale vindt haar borging in het strategisch plan.
Tot de taak van een districtsbestuur behoort voorts: a. het organiseren van andere activiteiten die in overeenstemming zijn met de doelstelling van het KNKV b. het verlenen van een onderscheiding aan leden, die zich in het bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor het district; c. het geven van voorlichting en het zorgen voor publiciteit; d. het beheren van de door het Bondsbestuur conform besluit van de Bondsraad beschikbaar gestelde vrij besteedbare geldmiddelen (districtscomponent); e. het verrichten van alle overige handelingen opgedragen door het Bondsbestuur.
3. Om de afgevaardigden zoals genoemd in artikel 21 van de statuten in de gelegenheid te stellen hun taak op een goede manier uit te voeren, zijn districten vrij, conform de verkiezingen zoals genoemd in de statuten artikel 21 lid 2 sub a, ter ondersteuning assistent afgevaardigden te laten kiezen. De assistent afgevaardigden zijn geen lid van de bondsraad.
Districts- en regiobijeenkomst Artikel 14 1. a. De districts- en regiobijeenkomsten zijn overlegvergaderingen van het districtsbestuur met de verenigingen die onder het district en/of regio ressorteren. b. De erevoorzitter, ereleden, leden van verdienste, de afgevaardigden van het betreffende district en de leden van het Bondsbestuur hebben het recht de district- en regiobijenkomsten bij te wonen. 2.
Het districtsbestuur nodigt, indien de agenda daartoe aanleiding geeft, andere personen voor de vergadering uit.
3. a. De onder een district ressorterende verenigingen kunnen zich doen vertegenwoordigen door één, schriftelijk gemachtigd, lid van de vereniging. b. Elke gemachtigde brengt een aantal stemmen uit, dat gelijk is aan het aantal verenigingsleden als bedoeld in de statuten artikel 7 lid 1 onder b. Het aantal verenigingsleden als bedoeld onder a wordt bepaald door de stand van de ledenopgaven op 30 juni, voorafgaande aan de betreffende districts- en regiobijeenkomsten
3.
De leiding van de districtsbijeenkomst berust bij de voorzitter van het districtsbestuur. De leiding van de regiobijeenkomsten kan door het districtsbestuur aan anderen worden gedelegeerd.
4.
Van de district- en regiobijeenkomsten worden verslagen gemaakt welke verslagen binnen acht weken na de bijeenkomsten ter beschikking worden gesteld aan de belanghebbenden.
Financiën Artikel 15 Het Bondsbestuur draagt de controle van de financiële administratie van het verbond op aan een registeraccountant.
Kosten van leden van het Bondsbestuur, districtsbestuur, commissies en van werk-, project- en adviesgroepen Artikel 16
1.
Kosten die leden van het Bondsbestuur, de districtsbesturen en de commissies, alsmede werk- projecten adviesgroepen in het belang van het KNKV maken, worden - indien de betrokkenen hun vorderingen inzenden aan het bondsbureau - aan de hand van door het Bondsbestuur opgestelde richtlijnen uit de bondskas vergoed. De vorderingen bevatten een omschrijving van de uitgaven.
2.
De vergoeding van de reiskosten vindt plaats op basis van gebruik van eigen auto.
3.
Indien het Bondsbestuur bezwaar heeft tegen het voldoen van een ingediende vordering, stelt het hiervan de betrokkene in kennis.
Reiskosten afgevaardigden Artikel 17 1.
De reiskosten van de afgevaardigden naar de Bondsraad en naar de districts- en regiobijeenkomsten worden vergoed uit de bondskas.
3.
De reiskosten van de adviserende leden van de Bondsraad worden vergoed uit de bondskas op de door het Bondsbestuur te bepalen wijze
Scheidsrechtersofficials
Artikel 18 1. De scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, scheidsrechtersbeoordelaars, scheidsrechtersbegeleiders en juryvoorzitters krijgen de door hen gemaakte kosten vergoed op grond van door het Bondsbestuur vast te stellen richtlijnen, indien zij door of namens het Bondsbestuur zijn aangewezen voor het leiden of jureren van een wedstrijd, dan wel het beoordelen of begeleiden van scheidsrechters. De afstand tussen de woonplaats van deze functionarissen en de plaats waar de wedstrijd wordt gespeeld, wordt vastgesteld aan de hand van de officiële postcodetabel. 2. De genoemde functionarissen inclusief de verenigingsscheidsrechter, verenigingsbegeleider, klok- en schotklokbediener worden daar waar mogelijk is, in het vervolg in het huishoudelijk reglement, reglement van wedstrijden en overige regelgeving scheidsrechtersofficials genoemd. 3. Slechts verenigingsleden en onafhankelijke leden als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten kunnen optreden als scheidsrechterofficials 4. Onafhankelijke leden, optredend als scheidsrechtersofficials, zijn vrijgesteld van het betalen van contributie. 5. Het Bondsbestuur moet een opleiding voor scheidsrechtersofficials aanbieden. 6. Het Bondsbestuur stelt een Bestuursbesluit Algemene kaders voor Scheidsrechtersofficials vast.
Verslag Bondsraad Artikel 19 1.
Een beknopt verslag van de Bondsraad, waarin alle besluiten zijn opgenomen, wordt binnen acht weken na de Bondsraad als officiële mededelingen gepubliceerd.
2. a. Het verslag van de Bondsraad wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van alle belanghebbenden. b. Indien binnen vier weken na de bekendmaking geen aanmerkingen op het verslag zijn gemaakt, is dit goedgekeurd. Eventuele voorstellen tot verandering van het verslag worden ter kennis gebracht van alle belanghebbenden. De eerstvolgende Bondsraad stelt het verslag vast.
Tuchtrechtspraak Artikel 20 1. Strafbaar is elk handelen of nalaten: a. dat in strijd is met de statuten en reglementen van het KNKV, de wedstrijdbepalingen, alsmede met een besluit van één van zijn organen; b. dat de belangen van het KNKV of van de korfbalsport in het algemeen schaadt. 2. a. Aan de tuchtrechtspraak van het KNKV zijn de leden onderworpen. b. Voor de bestraffing van overtredingen van de wedstrijdbepalingen en van onregelmatigheden stelt het Bondsbestuur regels vast, die dienen te worden goedgekeurd door de Bondsraad. c. De onder b bedoelde regels gelden bij de strafoplegging als maatstaf voor de in het Tuchtreglement in artikel 5 lid 1 onder a en b genoemde commissies. 3. a. De competentie, samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van de met tuchtrechtspraak belaste organen worden geregeld in het tuchtreglement. b. De met tuchtrechtspraak belaste organen dienen het in het tuchtreglement vastgestelde beleid toe te passen; c. Het tuchtreglement c.q. wijzigingen op het tuchtreglement worden door het Bondsbestuur voorbereid en ter besluitvorming voorgedragen aan de Bondsraad.
Financiële commissie Artikel 21
1. 2.
De financiële commissie bestaat uit ten minste drie leden en ten minste één plaatsvervangend lid. De leden van deze commissie benoemen uit hun midden een voorzitter. a.
De financiële commissie oefent toezicht uit op het geldelijk beheer van het KNKV en onderzoekt bovendien de balans en de staat van baten en lasten van het KNKV.
b.
De financiële commissie adviseert gevraagd en ongevraagd het Bondsbestuur en de Bondsraad over het te voeren financieel beleid van het Bondsbestuur.
c.
De financiële commissie brengt jaarlijks verslag uit aan de Bondsraad van haar werkzaamheden en bevindingen.
3.
De opdracht van de financiële commissie kan te allen tijde door de Bondsraad worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere financiële commissie.
4. 5.
De financiële commissie kan zich door een deskundige (accountant) laten bijstaan. a.
Het Bondsbestuur is verplicht aan de financiële commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden te geven.
b.
Alle bescheiden en boeken, op het geldelijk beheer betrekking hebbend, liggen te allen tijde op het bondsbureau ter inzage voor de leden van de financiële commissie.
Reglementscommissie Artikel 22 1.
De reglementscommissie bestaat uit ten minste drie leden.
2.
De leden van de reglementscommissie benoemen uit hun midden een voorzitter.
3. a. In die gevallen waarin de toepassing van de statuten en reglementen aanleiding geeft tot een geschil omtrent de uitlegging daarvan, kan de meest belanghebbende partij het geschil schriftelijk voorleggen aan de reglementscommissie, die binnen acht weken schriftelijk uitspraak zal doen, met dien verstande, dat als een zaak aanhangig is gemaakt op de wijze als bepaald in titel II van het tuchtreglement, uitsluitend de tuchtrechtorganen als bedoeld in artikel 4 lid 4a van de statuten tot het voorleggen van het geschil aan de reglementscommissie kunnen besluiten b. De uitspraak van de reglementscommissie is voor een ieder bindend en niet vatbaar voor beroep, met dien verstande dat de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep aan deze uitspraak niet zijn gebonden. 4.
Het Bondsbestuur dient, indien zij wijzigingen in de statuten en/of reglementen nodig acht, de voorstellen daartoe vóór het uitbrengen van de agenda van de Bondsraad in bij de reglementscommissie conform de strategische cyclus.
Reglementen Artikel 23 1.
Afgevaardigden als bedoeld in artikel 21 van de Statuten kunnen voorstellen tot reglementswijziging indienen bij het Bondsbestuur.
2.
De reglementen worden vastgesteld en gewijzigd door de Bondsraad.
3.
Nieuwe reglementen, alsmede wijzigingen in reglementen treden in werking op 1 juli volgend op de Bondsraad, tenzij anders zal worden bepaald.
4.
Iedere vaststelling of wijziging van de statuten, alsmede van een reglement wordt als officiële mededeling gepubliceerd.
5.
De in lid 1 bedoelde wijzigingen van reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, noch met de statuten.
6.
In de reglementen kan worden bepaald dat ter uitwerking van bepalingen daaruit nadere richtlijnen worden vastgesteld. Daarbij worden de volgende richtlijnen onderscheiden: a.
regeling: een nadere uitwerking van een reglementaire bepaling, die wordt vastgesteld door de Bondsraad;
b.
bestuursbesluit: een nadere uitwerking van een reglementaire bepaling die wordt vastgesteld door het Bondsbestuur;
c.
uitvoeringsbesluit: een besluit dat het Bondsbestuur nodig acht om uitvoerende aspecten van de organisatie dan wel de wedstrijden te regelen.
Bestuurs- en uitvoeringsbesluiten mogen niet in strijd zijn met de statuten, reglementen en regelingen. 7.
8.
a.
Het Bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen, waarin de statuten, reglementen of regelingen niet voorzien, een bestuurlijke noodmaatregel vast te stellen. Het Bondsbestuur dient daarna voor de eerstvolgende Bondsraad na de dag waarop de noodmaatregel is genomen hierover een voorstel tot wijziging van de betreffende statuten, reglementen of regelingen in op de wijze als bepaald in artikel 21 lid 4.
b.
Behoudens het bepaalde onder c blijft de bestuurlijke noodmaatregel van kracht tot het moment, waarop de onder a bedoelde wijziging van de statuten, reglementen of regelingen in werking is getreden.
c.
De noodmaatregel komt te vervallen op de datum van de eerstvolgende Bondsraad na het nemen van de noodmaatregel als op deze vergadering niet is overgegaan tot vaststelling van het voorstel tot wijziging van de statuten, reglementen of regelingen. Alvorens een regeling aan de Bondsraad wordt voorgelegd, dan wel een bestuursbesluit, een uitvoeringsbesluit of een bestuurlijke noodmaatregel van kracht wordt verklaard of wordt gepubliceerd, dient dit ter toetsing te worden voorgelegd aan de reglementscommissie, die binnen twee weken haar standpunt aan het Bondsbestuur kenbaar maakt.
Trainers Artikel 24 Slechts bevoegde trainers mogen betaalde training verzorgen. Die trainers zijn bevoegd die in het bezit zijn van een door het Bondsbestuur verleende licentie. Het Bondsbestuur kan richtlijnen vaststellen, waaraan een trainer die voor het uitoefenen van zijn functie geldelijk of materieel voordeel verkrijgt moet voldoen.
Begeleidingsteam (coach en overige begeleiders) Artikel 25 1. Alle personen die tot het begeleidingsteam van een ploeg behoren dienen lid van het KNKV te zijn. 2. Het bepaalde in artikel 23 is van overeenkomstige toepassing op coaches, die voor het uitoefenen van de functie van coach een vergoeding ontvangen waardoor geldelijk of materieel voordeel wordt verkregen.
Officiële uitgaven Artikel 26 1. Het KNKV kent officiële uitgaven. 2. Het Bondsbestuur bepaalt de aard, de wijze van uitgeven en de prijs van de officiële uitgaven.
Bondsuitgaven Artikel 27 1. a. Elke vereniging is verplicht de laatste uitgave van de reglementen, de officiële adreslijst en de officiële spelregels aan te schaffen tegen een door het Bondsbestuur vast te stellen prijs. b. De omvang van de onder a genoemde verplichting wordt bepaald door het aantal competitieleden, als bedoeld in artikel 5 lid 2 onder a en b, op 30 juni voorafgaande aan de verschijningsdatum van de onder a genoemde uitgaven en bedraagt: - één exemplaar van de genoemde uitgaven, indien het aantal competitieleden niet meer dan 20 bedraagt; - twee exemplaren van de genoemde uitgaven, indien het aantal competitieleden meer dan 20, maar niet meer dan 40 bedraagt; - drie exemplaren van de genoemde uitgaven, indien het aantal competitieleden meer dan 40 bedraagt. 2.
Iedere door de Bondsraad of het Bondsbestuur benoemde functionaris heeft recht op een gratis exemplaar van de geldende officiële adreslijst, de laatste uitgave van de officiële spelregels en de laatste uitgave van de reglementen.
Administratieve verzuimen Artikel
28
1.
Indien een vereniging te laat opgave doet van haar verenigingsleden verbeurt zij een administratieve geldboete van twee rekeneenheden voor een verzuim van maximaal één week en van vier rekeneenheden voor een ieder volgend verzuim van een week of een gedeelte van een week.
2.
Bij niet voldoen van de aan het KNKV verschuldigde bedragen verbeurt de vereniging een administratieve geldboete van: - een rekeneenheid, indien het verschuldigde bedrag niet hoger is dan een bedrag gelijk aan 100 rekeneenheden; - twee rekeneenheden, indien het verschuldigde bedrag hoger is dan een bedrag gelijk aan 100 rekeneenheden, maar niet hoger dan een bedrag gelijk aan 200 rekeneenheden; - drie rekeneenheden, indien het verschuldigde bedrag hoger is dan een bedrag gelijk aan 200 rekeneenheden; voor iedere ingegane week verzuim, behoudens dispensatie door het Bondsbestuur.
3. a. Indien een vereniging niet voldoet aan haar administratieve verplichtingen jegens het KNKV kan haar een administratieve geldboete worden opgelegd. b. Tot deze verplichtingen wordt onder andere gerekend het tijdig doen van administratieve opgaven of beantwoording van vragen volgens de reglementen. c. Voor zover in de desbetreffende artikelen geen ander bedrag is genoemd, bedraagt de op te leggen boete drie rekeneenheid voor iedere ingegane week verzuim na de tijdig ter kennis van de vereniging gebrachte uiterste datum van inzending. 4.
a. Indien een vereniging niet voldoet aan een hieronder genoemde verplichting in het reglement van wedstrijden of een bepaling van dat reglement overtreedt, wordt haar een administratieve geldboete opgelegd ter grootte van het bij het desbetreffende reglementartikel genoemde bedrag: - artikel 3 lid 3: vier rekeneenheden; - artikel 9 lid 2: vier rekeneenheden; - artikel 14 lid 6: tien rekeneenheden; - artikel 19 lid 4: vier rekeneenheden; - artikel 25 lid 2: twee rekeneenheden; - artikel 28 lid 3: twee rekeneenheden; - artikel 37 lid 3: vier rekeneenheden; - artikel 39 lid 6: één rekeneenheid; - artikel 40 lid 1 onder b: één rekeneenheid; - artikel 41 lid 6 onder a: één rekeneenheid;
- artikel 41 lid 6 onder c: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 1 onder a: één rekeneenheid; - artikel 45 lid 1 onder b: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 2 onder a: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 2 onder b: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 2 onder c: vier rekeneenheden; - artikel 45 lid 3 onder a: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 3 onder b: vier rekeneenheden; - artikel 45 lid 4 onder a: twee rekeneenheden; - artikel 45 lid 4 onder b: vier rekeneenheden. b. De boetebedragen genoemd onder a worden, indien zij betrekking hebben op aspiranten- of pupillenwedstrijden, dan wel op aspiranten of pupillenploegen tot de helft teruggebracht. c. Indien een vereniging niet voldoet aan een hieronder genoemde verplichting in het tuchtreglement of een bepaling van dat reglement overtreedt, wordt haar een administratieve geldboete opgelegd ter grootte van het bij het desbetreffende reglementsartikel genoemde bedrag: - artikel 14 lid 5 onder e: vier rekeneenheden; - artikel 14 lid 5 onder f: tien rekeneenheden; - artikel 14 lid 5 onder g, h en i: één rekeneenheid. 5.
Indien een administratief verzuim na voorafgaande waarschuwing opzettelijk wordt gepleegd of bij herhaling wordt geconstateerd door het Bondsbestuur, kan dit bestuur het bedrag van de administratieve geldboete verhogen of de aangelegenheid door middel van een aangifte ter behandeling voorleggen bij de bureauorganisatie.
6. a. Verenigingen kunnen binnen een maand na de mededeling of publicatie van een administratieve geldboete een gemotiveerd bezwaarschrift bij de bureauorganisatie indienen tegen het opleggen daarvan. b. De bureauorganisatie neemt, namens het Bondsbestuur, zo spoedig mogelijk daarover een beslissing en doet de betrokken vereniging hiervan mededeling.
Slotbepaling Artikel 29 In gevallen waarin de reglementen niet voorzien, beslist het Bondsbestuur, gehoord de reglementscommissie. Van deze beslissing legt het Bondsbestuur desgevraagd verantwoording af aan de Bondsraad.