HUISHOUDELIJK REGLEMENT DER M.S.R.V. SAURUS ZOALS AANGENOMEN TIJDENS DE 166e ALGEMENE VERGADERING
HOOFDSTUK 1. LEDEN, INTRODUCTIELEDEN, BUITENGEWONE LEDEN, LEDEN VAN VERDIENSTE, ERELEDEN, BEGUNSTIGERS EN OUD-LEDEN Paragraaf 1. Leden Artikel 1. Vervallen Artikel 2. Rechten leden Ieder lid heeft de volgende rechten: a. toegang tot de algemene vergadering, bijeenkomsten, plechtigheden en overige activiteiten der vereniging; b. toegang tot en gebruik van alle aan de vereniging in beheer gegeven of in eigendom zijnde terreinen en bezittingen; c. verkiesbaarheid en benoembaarheid tot alle functies in de vereniging; d. het stellen van kandidaten bij verkiezingen en het stemmen over personen en zaken op de algemene vergadering; e. het woord voeren tijdens de algemene vergadering; f. het recht van initiatief, amendement en interpellatie tijdens de algemene vergadering; g. het recht van introductie; h. het recht van beroep; i. het recht op een W.A.-verzekering van verenigingswege; j. alle andere rechten in dit huishoudelijk reglement genoemd. k. ieder lid tevens zijnde bestuurslid, coach in functie en hij die daarvoor toestemming heeft gekregen van het bestuur, heeft, tegen een vergoeding, recht op een pas die toegang verschaft tot het verenigingsgebouw. Artikel 3. Kennis en naleving reglementen 1. Ieder lid: a. dient te waken over de eer en goede naam van de vereniging, haar organen en de roeisport in het algemeen; b. dient de interne orde te respecteren; c. dient zorg te dragen voor de zaken die de vereniging onder zich heeft; d. dient mee te werken aan onderhoudswerkzaamheden; e. wordt geacht de statuten, reglementen en besluiten van de algemene vergadering te kennen en na te leven. 2. Betreffende Stichting kantine Saurus wordt ieder lid geacht de statuten en het alcohol bestuursreglement te kennen en na te leven. Artikel 4. Betalingsverplichting 1. Ieder lid dient zijn jaarlijkse contributie te betalen. 2. Ieder lid dient per 1 november van het lopende academisch jaar in het bezit te zijn van een geldige sportkaart van UM Sport van de Universiteit Maastricht. 3. Ieder lid zonder sportkaart van UM Sport van de Universiteit Maastricht dient het bedrag gelijk aan de kosten van een sportkaart direct aan de vereniging te voldoen. Artikel 5. Adreswijziging Ieder lid dient ingeval van wijziging van zijn adres de secretaris daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen. Artikel 6. Verhouding werkactie 1. Ieder lid met uitzondering van het minimaal vijfdejaars lid dient jaarlijks acht uur werkzaamheden te verrichten als bedoeld in artikel 43 huishoudelijk reglement. De baten hiervan komen ten goede aan de verenigingskas. 2. Iedere clubroeier dient jaarlijks 12 uur extra werkzaamheden te verrichten als bedoeld in artikel 43 1
huishoudelijk reglement. Daarnaast dient iedere clubroeier extra kluswerkzaamheden te verrichten, die in alle redelijkheid door het bestuur worden bepaald. Wordt aan deze extra kluswerkzaamheden niet voldaan dan dient diegene bovenop de 20 uur jaarlijkse werkzaamheden 4 uur extra werkzaamheden te verrichten als bedoeld in artikel 43 huishoudelijk reglement. 3. Iedere wedstrijdroeier dient jaarlijks 24 uur extra werkzaamheden te verrichten als bedoeld in artikel 43 huishoudelijk reglement. Daarnaast dient iedere wedstrijdroeier extra kluswerkzaamheden te verrichten, die in alle redelijkheid door het bestuur worden bepaald. Wordt aan deze extra kluswerkzaamheden niet voldaan dan dient diegene bovenop de 32 uur jaarlijkse werkzaamheden 8 uur extra werkzaamheden te verrichten als bedoeld in artikel 43 huishoudelijk reglement. Artikel 7. Eerstejaarsverplichtingen 1. Eerstejaarsleden hebben de bijzondere verplichting: a. deel te nemen aan de afroeiperiode en deze te volbrengen; b. een team te vormen met jaargenoten; c. een nationale wedstrijd te bezoeken in een door het bestuur georganiseerd verband; d. ten minste twee competitiewedstrijden te starten, beide door het bestuur bepaald; e. het stuurexamen af te leggen; f. de sociëteitscommissie bij te staan in de vervulling van haar taak; g. de INKOM-commissie bij te staan in de vervulling van haar taak; h. zorg te dragen voor de bezorging van poststukken vanwege de vereniging aan alle leden; i. de mensacommissie bij te staan in de vervulling van haar taak. 2. Op eerstejaarsleden die deel uitmaken van de selectie van een wedstrijdploeg is van lid 1 slechts het in sub e , g en h bepaalde van toepassing. 3. Onder afroeiperiode in de zin van lid 1 sub a van dit artikel wordt verstaan de periode direct volgend op het verstrijken van het introductielidmaatschap. De duur van de afroeiperiode wordt door het bestuur bepaald. Artikel 7a. Tweedejaarsverplichtingen Tweedejaarsleden hebben de bijzondere verplichting: a. de INKOM-commissie bij te staan in de vervulling van haar taak b. de botenhuiscommissaris bij te staan in het maandelijks onderhoud van de huisvesting
Paragraaf 2. Introductieleden Artikel 8. Introductielidmaatschap Introductieleden verbinden zich voor de duur van het introductielidmaatschap. Na het verstrijken van het introductielidmaatschap kan het introductielid zich aanmelden als lid. Artikel 9. Rechten en plichten introductieleden 1. Introductieleden hebben de rechten als genoemd in artikel 2 sub a, b, e, h, i, van het huishoudelijk reglement. 2. Introductieleden hebben de plichten als genoemd in artikel 3 sub a, b, c en d. 3. Met betrekking tot de aangerichte schade gelden voor introductieleden dezelfde regels als voor leden. Artikel 10. Vervallen Paragraaf 3. Buitengewone leden Artikel 11. Rechten en plichten buitengewone leden 1. Ieder buitengewoon lid heeft dezelfde rechten en plichten als leden, behoudens het in artikel 2 sub c en d bepaalde. 2. Een buitengewoon lid is slechts benoembaar tot coach. 3. Ieder buitengewoon lid dient zijn jaarlijkse contributie te betalen welke is vastgesteld door de algemene vergadering volgens artikel 9 lid 1 der statuten. 4. Het aantal buitengewone leden mag niet meer bedragen dan tien procent van het totaal aantal leden. Paragraaf 4. Ereleden en leden van verdienste Artikel 12. Erelidmaatschap Op voordracht van het bestuur of ten minste tien stemgerechtigde leden, kan eenieder door de algemene vergadering worden benoemd tot erelid. Benoeming geschiedt met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. 2
Artikel 12a. Leden van verdienste Op voordracht van het bestuur of ten minste tien stemgerechtigde leden, kan eenieder door de algemene vergadering worden benoemd tot lid van verdienste. Benoeming geschiedt met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. Artikel 13. Rechten ereleden 1. Ieder erelid heeft de rechten als genoemd in artikel 2 van het huishoudelijk reglement, behoudens het in artikel 2 sub c en d bepaalde. 2. Ieder erelid is vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van contributie. Artikel 13a. Rechten leden van verdienste Ieder lid van verdienste heeft de rechten als genoemd in artikel 2 van het huishoudelijk reglement, behoudens het in artikel 2 sub c en d bepaalde. Zolang een lid van verdienste geen oud-lid is, heeft hij de rechten als genoemd in artikel 2 van het huishoudelijk reglement. Paragraaf 5. Begunstigers Artikel 14. Omschrijving, rechten en plichten begunstigers 1. De vereniging kent begunstigers. 2. Begunstigers zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die jaarlijks een door het bestuur vast te stellen bedrag aan de vereniging betalen. 3. Begunstigers hebben toegang tot de terreinen van de vereniging, het botenhuis, de algemene vergadering en alle evenementen van de vereniging. 4. Begunstigers hebben niet het recht om materiaal te gebruiken, zitting te nemen in organen, de vereniging te vertegenwoordigen of namens de vereniging op te treden. 5. Begunstigers hebben in de algemene vergadering een adviserende stem. 6. De rechten en verplichtingen van begunstigers kunnen te allen tijde door opzegging van de kant van het bestuur beëindigd worden, met dien verstande dat bij opzegging door de begunstiger de jaarlijkse bijdrage voor het lopende jaar verschuldigd blijft. Paragraaf 6. Oud-leden Artikel 15. Rechten en plichten oud-leden 1. De vereniging erkent “Oud- Saurus” als enige oud-ledenvereniging. 2. Erkende leden van de erkende oud-ledenvereniging zijn zij die jaarlijks minimaal de door Oud- Saurus vastgestelde financiële bijdrage leveren aan de erkende oud-ledenvereniging. 3. Erkende leden van de erkende oud-ledenvereniging hebben toegang tot de verenigingsterreinen, de sociëteit, de algemene vergadering en alle andere door de vereniging georganiseerde evenementen. 4. Erkende leden van de erkende oud-ledenvereniging hebben in de algemene vergadering een adviserende stem. 5. Erkende leden van de erkende oud-ledenvereniging mogen vijf keer per jaar gebruik maken van het verenigingsmateriaal. 6. Erkende leden van de erkende oud-ledenvereniging dienen zich te houden en zijn onderworpen aan alle binnen de vereniging gestelde regels met betrekking tot het gebruik van verenigingsmateriaal. HOOFDSTUK 2. ORGANISATIEVORMEN Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 16. Erkende organisatievormen De vereniging kent als organisatievormen van haar leden slechts: a. Genootschappen; b. gildes; c. teams; d. verticalen. Artikel 17: Kennis en naleving reglementen 1. Iedere organisatievorm wordt geacht: a. de bepalingen van hoofdstuk 2 te kennen en na te leven; b. besluiten van de algemene vergadering te kennen en na te leven; c. zorg te dragen voor de zaken die de vereniging onder zich heeft; d. te waken over de eer en goede naam van de vereniging en de roeisport in het algemeen. 3
2. Disciplinaire maatregelen ex artikel 137 kunnen slechts worden opgelegd indien er sprake is van handelen uit naam van de organisatievorm. Artikel 18. Relatie Organisatievormen zijn afhankelijk van de vereniging en treden zo ook naar buiten. Zij dienen als zodanig niet ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel. Artikel 19. Externe activiteiten 1. Het is een organisatievorm toegestaan externe activiteiten te organiseren, zulks in overleg met het bestuur. 2. Externe activiteiten zijn activiteiten die op het initiatief van de organisatievorm georganiseerd worden, en welke niet op een der verenigingsterreinen plaatsvinden. Artikel 20. Sponsoring PR-doelen en acquisitie, inhoudende elke vorm van sponsoring, hebben de goedkeuring nodig van het bestuur.
Artikel 21. Promotie Het is een organisatievorm niet toegestaan promotie voor een organisatievorm te voeren gedurende de INKOM. Artikel 22. Informatieverplichting De organisatievorm is gehouden het bestuur op de hoogte te houden van haar ontwikkelingen en activiteiten. Tevens dient zij wijzigingen in haar ledenbestand volledig en onverwijld door te geven aan het bestuur. Artikel 22a. Contactpersonen In de communicatie met organisatievormen maakt het bestuur gebruik van contactpersonen. Artikel 23. Introductieperiode Van de organisatievormen is het slechts genootschappen toegestaan een eigen introductieperiode te organiseren. Paragraaf 2. Genootschappen Artikel 24. Doel Het doel van een genootschap is het bevorderen van de verticale en horizontale binding van de leden. Artikel 25. Contactpersoon 1. Minimaal een keer per maand vindt er overleg plaats tussen het genootschap en het bestuur. 2. De contactpersoon binnen het bestuur is een door het bestuur aangewezen bestuurslid. Artikel 26. Werving nieuwe leden. 1. Genootschappen mogen leden werven en aannemen. 2. Genootschappen dienen zich bij de werving van nieuwe leden en de uitvoering van hun introductietijd te houden aan richtlijnen vastgesteld door het bestuur. Deze richtlijnen worden vastgesteld in samenwerking met de genootschappen en de wedstrijdsectie. Artikel 27. Introductieperiode 1. Het is een genootschap toegestaan om een introductietijd te organiseren. 2. Het is een genootschap alléén toegestaan om een introductietijd te organiseren tussen de intraining en één oktober. Eerstejaars dienen een afroeiperiode hebben doorlopen om deel te mogen nemen aan de introductietijd van een genootschap. Artikel 28. Verloop introductieperiode 1. Een genootschap houdt het bestuur op de hoogte van het verloop van de introductietijd. 2. De introductietijd van een genootschap voldoet aan de Gedragscode Kennismakingstijden van Maastricht University.
Artikel 29. Oprichting 1. Een verzoek tot het verlenen van de status van genootschap in oprichting kan slechts ingediend worden door een groep ouderejaars leden. Deze groep leden dient te bestaan uit een minimum van twaalf leden, van wie ten hoogste tweederde uit hetzelfde verenigingsjaar afkomstig mag zijn. 4
2. De groep leden dient schriftelijk een plan van aanpak in bij het bestuur. Dit plan dient, naast de praktische uitvoering ervan, een omschrijving van de identiteit en de doelstellingen van het genootschap te bevatten. Het bestuur adviseert de groep over het plan. 3. Op een door het bestuur te bepalen algemene vergadering, uiterlijk 3 maanden na het indienen van het plan van aanpak, vraagt de groep de algemene vergadering haar de status van genootschap in oprichting toe te kennen. Tijdens deze vergadering adviseert het bestuur de algemene vergadering omtrent het verlenen van de status van genootschap in oprichting. 4. Naast het uitvoeren van het plan van aanpak dient het genootschap in oprichting ten minste te voldoen aan de volgende verplichtingen: a. het starten van een officiële roeiwedstrijd binnen Nederland, niet georganiseerd door de vereniging zelf; b. het organiseren van een feest voor de vereniging; c. het organiseren van een nevenactiviteit tijdens een door de vereniging georganiseerde activiteit. 5. Op de eerste algemene vergadering, 6 maanden na verlening van de status van genootschap in oprichting, presenteert het genootschap in oprichting haar voortgang. 6. Een genootschap in oprichting is tot 11 maanden na de verlening van de status van genootschap in oprichting niet bevoegd tot het houden van een introductietijd, noch tot het aannemen van nieuwe leden 7. Op de eerste algemene vergadering, 12 maanden na het verlenen van de status van genootschap in oprichting, wordt er gestemd over het toekennen van de status van genootschap. 8. Voor zover niet anders uit het huishoudelijk reglement voortvloeit, is het bepaalde over genootschappen van overeenkomstige toepassing op genootschappen in oprichting. 9. Het in artikel 216 bepaalde is niet van toepassing op lid 5, 6 en 7 van dit artikel. Paragraaf 3. Gildes Artikel 30. Doel 1. Een gilde is een als zodanig bij het bestuur ingeschreven groep leden. Deze groep wordt geacht een, al of niet met de roeisport in verband staand, gemeenschappelijk doel te hebben. 2. Het bestuur beslist over inschrijving in het register van een gilde na een schriftelijk gemotiveerde aanvraag daartoe. Artikel 31. Contactpersoon De contactpersoon binnen het bestuur is de vice-voorzitter, tenzij bij inschrijving anders wordt bepaald. Paragraaf 4. Teams Artikel 32. Doel 1. Een team is een als zodanig bij het bestuur ingeschreven groep leden. Deze groep wordt geacht als doel te hebben het met de leden van de groep beoefenen van de roeisport. 2. Het bestuur beslist over inschrijving in het register van een team na een schriftelijk gemotiveerde aanvraag daartoe. 3. Uitsluitend het bepaalde in paragraaf 1 van dit hoofdstuk is van toepassing op de bij het bestuur ingeschreven wedstrijdploeg. Artikel 33. Contactpersoon De contactpersoon binnen het bestuur is de competitiecommissaris. Paragraaf 5. Verticalen Artikel 34. Doel 1. Een verticale is een als zodanig bij het bestuur ingeschreven groep teams. Deze groep teams heeft als doel de verticale binding te bevorderen. 2. Het bestuur beslist over inschrijving in het register van een verticale na een schriftelijk gemotiveerde aanvraag daartoe. Artikel 34a. Werving nieuwe teams 1. Het is een verticaal toegestaan eerstejaarsteams te werven en aan te nemen na de laatste selectie voorafgaand aan deintraining. 2. Verticalen mogen ouderejaarsteams werven en aannemen. 3. Verticalen mogen maar één team per lichting aannemen. 4. Teams mogen alleen in zijn geheel worden aangenomen. 5. Een verticale is een als zodanig bij het bestuur ingeschreven groep teams. Deze groep teams heeft als doel de verticale binding te bevorderen. 5
6. Het bestuur beslist over inschrijving in het register van een verticale na een schriftelijk gemotiveerde aanvraag daartoe. Artikel 35. Contactpersoon De contactpersoon binnen het bestuur is een door het bestuur aangewezen bestuurslid.
HOOFDSTUK 3. GELDMIDDELEN Paragraaf 1. Contributie Artikel 36. Boekjaar Het boekjaar van de vereniging loopt van één september tot en met éénendertig augustus. Artikel 37. Lidmaatschap 1. De penningmeester maakt bekend op welke wijze en op welk tijdstip de contributie geïnd zal worden. 2. Een contributiewijziging moet worden vastgesteld door een algemene vergadering welke voor de aanvang van de academische vakantie wordt gehouden. Artikel 38. Lentelidmaatschap Een ieder die na één april als lid tot de vereniging toetreedt, betaalt vijfenzeventig procent van de vastgestelde contributie. Artikel 39. Introductielidmaatschap 1. De hoogte van het in artikel 9 lid 1 tweede volzin statuten bedoelde bedrag wordt voor de aanvang van de academische vakantie door het bestuur bepaald. 2. Bij voortijdige beëindiging van het lidmaatschap blijft de in artikel 4 huishoudelijk reglement genoemde bijdrage aan de vereniging verschuldigd. Artikel 40. Opeisbaarheid De contributie met inbegrip van de verplichte bijdragen, als bedoeld in artikel 4 is na één september terstond opeisbaar. Artikel 41. Betalingsregeling 1. De contributie kan met toestemming van het bestuur in termijnen worden betaald. 2. De leden die niet in staat zijn de aan het lidmaatschap verbonden financiële lasten te dragen kunnen een gemotiveerd verzoekschrift tot gedeeltelijke vrijstelling of uitstel van betaling bij de penningmeester indienen. Deze is in dat geval bevoegd een vermindering van maximaal veertig procent of uitstel van betaling toe te staan. 3. Het is bestuursleden en oud-bestuursleden verboden namen van leden die dispensatie genieten of hebben genoten of een hun in die hoedanigheid in vertrouwen medegedeeld feit aan een of meerdere personen buiten het bestuur bekend te maken, op straffe van een boete van maximaal EUR 25,-- per geval. Artikel 42. Stagekorting 1. Ieder lid dat wegens studie in het buitenland, danwel stage in het buitenland, gedurende ten minste vijf aaneengesloten maanden in één verenigingsjaar buiten Nederland verblijft, komt in aanmerking voor stagekorting. Hij dient voorafgaand aan het desbetreffende verenigingsjaar een gemotiveerd verzoekschrift in bij de penningmeester. 2. De korting bedoeld in lid 1 bedraagt vijftig procent van de verschuldigde contributie. Paragraaf 2. Werkacties Artikel 43. Werkactieverplichting 1. Ieder lid heeft de verplichting jaarlijks werkzaamheden te verrichten, waarvan de baten ten goede komen aan de verenigingskas. 2. Werkacties worden jaarlijks gecoördineerd door de werkactiecommissie onder verantwoordelijkheid van de penningmeester. Paragraaf 3. Vorderingen Artikel 44. Facturering De penningmeester is gehouden aan degene die, uit welke hoofde dan ook, aan de vereniging geld schuldig is, een gespecificeerde rekening te sturen. 6
Artikel 45. Schorsing 1. In geval van niet-tijdige betaling kan het bestuur tot schorsing overgaan. 2. De schorsing wordt opgeheven na betaling van het verschuldigde bedrag of nadat een betalingsregeling is getroffen ten genoegen van het bestuur. Artikel 46. Niet-tijdige betaling 1. Eenieder die niet binnen de in artikel 134 huishoudelijk reglement gestelde maximale termijn voor schorsing aan zijn verplichtingen heeft voldaan, kan wegens niet-tijdige betaling worden ontzet. 2. Eenieder die wegens niet-tijdige betaling is ontzet, kan na voldoening van schuld door het bestuur worden gerehabiliteerd. Artikel 47. Schade 1. Voor zover schade aan goederen van de vereniging, die niet te wijten is aan ouderdom of slijtage, niet door de verzekering van de vereniging wordt gedekt, kan het bestuur deze verhalen op de leden door wiens handelen of nalaten de schade is ontstaan. 2. Het bestuur kan in overleg met de betrokkenen vorderingen als bedoeld in lid 1 omzetten in nader te bepalen werkzaamheden ten gunste van de vereniging. Bij het niet naar behoren verrichten van deze werkzaamheden, blijft de vordering onverminderd van kracht. Artikel 48. Inningsprocedure 1. Ieder lid is verplicht de vorderingen die de vereniging op hem heeft, uit welke hoofde dan ook, te betalen en wel binnen drie weken nadat het bericht van de vordering hem bereikt. Indien een betaling achterwege blijft, ontvangt het lid een aanmaning waarbij het verschuldigde bedrag telkens kan worden verhoogd met een boete van EUR 5,-. 2. Indien na twee aanmaningen met tussenpozen van maximaal 30 werkdagen nog niet volledig aan de geldelijke verplichtingen is voldaan wordt de betrokken persoon geschorst. 3. Indien na twee maanden na ingang van de schorsing het betrokken lid nog niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen voldoet, wordt hij uit het lidmaatschap ontzet door de vereniging krachtens artikel 7 lid 1 sub d der statuten. 4. In een situatie vernoemd als in lid 2 en 3 kan het bestuur de verschuldigde bedragen gerechtelijk doen incasseren, zulks op kosten van de nalatige. 5. Het in lid 2, 3 en 4 genoemde wordt opgeschort indien er een betalingsregeling is overeengekomen tussen het bestuur en de nalatige. Indien de nalatige zich niet houdt aan deze betalingsregeling wordt het in lid 2, 3 en 4 genoemde weer van kracht. HOOFDSTUK 4. ALGEMENE VERGADERING Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 49. Moment Een algemene vergadering wordt bijeengeroepen op werkdagen na 18.00 uur. Een algemene vergadering vindt niet plaats tijdens academische vakanties, noch op zater-, zon- of feestdagen. Artikel 50. Definitieve agenda en notulen 1. De definitieve agenda van een algemene vergadering moet ten minste 24 uur voor het gestelde aanvangsuur op alle verenigingsterreinen ter inzage worden gelegd door hen die de oproeping hebben gedaan. De agendapunten dienen zo nauwkeurig mogelijk omschreven te zijn. 2. De notulen van de voorgaande algemene vergadering moeten ten minste 48 uur voor het gestelde aanvangsuur op een geschikte plaats ter inzage worden gelegd door het bestuur. Artikel 51. Volgorde De voorzitter bepaalt de volgorde van de te behandelen agendapunten. Artikel 52. Wijziging volgorde 1. De orde kan middels een motie van orde veranderd worden. 2. Een motie van orde wordt onmiddellijk in behandeling genomen, de stemming hierover kan niet worden aangehouden. 3. Na goedkeuring van een motie van orde is de voorzitter gehouden de orde te veranderen zoals in deze motie is aangegeven. 7
Artikel 53. Orde 1. Niemand heeft het woord, tenzij het van de voorzitter van de vergadering verkregen is. 2. De voorzitter verleent het woord in volgorde van aanvraag. 3. De voorzitter kan als hij dat wenselijk acht, een tijdslimiet voor elke spreker instellen. Bij overschrijding van de tijdslimiet kan de voorzitter de spreker het woord ontnemen. 4. Hij die ongevraagd het woord voert kan door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Indien een spreker afwijkt van het onderwerp in behandeling, kan de voorzitter hem daarop attent maken en hem tot de orde terugroepen. 5. Indien een spreker tijdens de algemene vergadering in persoonlijkheden vervalt, onwelvoeglijke taal gebruikt, zich onbehoorlijk gedraagt of bij herhaling ongevraagd het woord voert, kan de voorzitter hem staande de vergadering schorsen. De schorsing beloopt ten hoogste de duur van de vergadering. 6. Indien de voorzitter een onderwerp genoegzaam toegelicht acht, sluit hij de beraadslaging en brengt, na een korte samenvatting van de naar voren gekomen argumenten, het voorstel in stemming. 7. De voorzitter kan voorstellen de stemming als bedoeld in lid 6 aan te houden. Een voorstel tot aanhouden van stemming wordt onmiddellijk in stemming gebracht. Indien dit voorstel afgewezen wordt, volgt alsnog de stemming over het oorspronkelijke voorstel. Een aangehouden stemming vindt plaats in de eerstvolgende algemene vergadering. Artikel 54. Schorsing De vergadering kan worden geschorst: a. Door de voorzitter, voor de duur van maximaal 15 minuten; b. door de algemene vergadering, voor de duur van maximaal 7 dagen. Paragraaf 2. Voorstellen, amendementen en moties Artikel 55. Voorstel vanwege de vereniging 1. Een voorstel uit de vereniging moet door minstens vijf stemgerechtigde leden zijn ondertekend. Een voorstel uit de vereniging moet schriftelijk bij de secretaris worden ingediend tenminste 24 uur voor het begin van de vergadering waarin het voorstel ter stemming moet komen. 2. Het bestuur is verplicht dit voorstel op de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering te plaatsen, tenzij de definitieve agenda reeds ter inzage ligt. 3. Over voorstellen welke niet op de agenda staan vermeld, kan niet worden gestemd tenzij bij acclamatie wordt besloten dat er wel tot stemming mag worden overgegaan. 4. Indien meerdere voorstellen over een onderwerp zijn ingediend, wordt het voorstel met de meest vergaande strekking het eerst in behandeling genomen, zulks ter beoordeling aan de voorzitter van de vergadering. Artikel 56. Amendement 1. Een amendement kan tijdens de vergadering schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de vergadering. 2. Een amendement komt altijd voor het betreffende voorstel in stemming. 3. Indien meerdere amendementen zijn ingediend komt het amendement met de meest vergaande strekking het eerst in stemming, zulks ter beoordeling aan de voorzitter van de vergadering. Artikel 57. Motie 1. Een motie moet door minstens vijf stemgerechtigde leden zijn ondertekend. Een motie moet schriftelijk bij de secretaris worden ingediend. 2. Een motie tijdens de vergadering ingediend, wordt tijdens de vergadering slechts in behandeling genomen indien zij handelt over een onderwerp dat aan de orde is. 3. Indien meerdere moties over hetzelfde onderwerp in behandeling zijn genomen, wordt de motie waarvan de inhoud het meest verstrekkend is het eerst in behandeling genomen, zulks ter beoordeling aan de voorzitter van de vergadering. Artikel 58. Motie van afkeuring Een motie van afkeuring een of meer leden betreffende mag niet eerder in stemming worden gebracht dan nadat iedere betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich te verdedigen. Dit dient uiterlijk de eerstvolgende algemene vergadering te gebeuren. Artikel 59. Motie heropening debatten Een motie tot heropening van de debatten dient onmiddellijk in behandeling te worden genomen. 8
Artikel 60. Opnemen in notulen Voorstellen, amendementen en moties dienen letterlijk in de notulen te worden opgenomen. Paragraaf 3. Stemmingen Artikel 61. Wijze van stemmen 1. Een stemming geschiedt hoofdelijk of bij acclamatie. Een hoofdelijke stemming geschiedt schriftelijk of mondeling. 2. Een mondelinge stemming geschiedt bij handopsteken of op volgorde van de volledig ingevulde presentielijst zoals deze was ingevuld op het moment dat het desbetreffende agendapunt aan de orde kwam. Het afroepen begint bij een willekeurige naam, de afgeroepene antwoordt met voor, tegen, blanco of onthouding.
Artikel 62. Stemrecht 1. Het recht om deel te nemen aan een stemming hebben stemgerechtigde leden die voor het in behandeling nemen van het betreffende agendapunt de presentielijst getekend hebben. 2. Ieder stemgerechtigd lid mag naast zijn eigen stem slechts één stem als gemachtigde uitbrengen. Machtigingen moeten voor de aanvang van de vergadering worden ingeleverd bij de secretaris. 3. Het aantal machtigingen moet worden opgenomen in de notulen. Artikel 63. Blanco en onthouding 1. Degene die blanco wenst te stemmen, levert zijn briefje blanco of onder vermelding van "blanco" in. In geval van mondelinge stemming geeft hij aan dat hij blanco wenst te stemmen. 2. Degene die zich wenst te onthouden van stemming levert zijn briefje onder vermelding van "onthouding" in. In geval van mondelinge stemming deelt hij mee dat hij zich wenst te onthouden van stemming. Artikel 64. Ongeldige stemmen Ongeldig zijn: a. Stemmen van niet stemgerechtigde leden; b. stembriefjes die niet duidelijk aanwijzen wat bedoeld is, zulks ter beoordeling aan de voorzitter; c. stembriefjes die meer namen bevatten dan het aantal te verkiezen personen; d. stembriefjes die namen bevatten van personen die niet verkiesbaar zijn; e. ondertekende stembriefjes.
Artikel 65. Besluiten 1. Besluiten van de algemene vergadering zijn bindend. 2. Het bestuur voert de besluiten van de algemene vergadering uit, tenzij dit redelijkerwijs als onmogelijk moet worden beschouwd. Artikel 66. Toestemming kandidaatstelling Kandidaatstellingen zonder de toestemming van de betreffende persoon zijn ongeldig. HOOFDSTUK 5. BESTUUR Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 67. Vertegenwoordiging 1. Het bestuur is gehouden de belangen van de vereniging zo goed mogelijk te behartigen, toe te zien op de handhaving van de statuten, het huishoudelijk reglement en door de algemene vergadering genomen besluiten uit te voeren. 2. Het bestuur is te allen tijde verantwoording verschuldigd aan de algemene vergadering voor de vervulling van haar taak. 3. In geval van een bestuursvacature is het bestuur gehouden zo spoedig mogelijk hierin te voorzien. Tot de vervulling van de vacature zijn alle bestuursleden gehouden de belangen van de vacature zelf te behartigen. 4. Elk bestuurslid kan taken doorschuiven naar andere bestuursleden. Indien het onmogelijk blijkt te zijn een bestuursvacature in te vullen, kunnen de taken van de desbetreffende functie worden doorgeschoven naar bestuursleden. Dit alles wordt vastgesteld door het bestuur en in stemming gebracht in de algemene vergadering. Artikel 68. Verenigingsleven 9
Het bestuur houdt zich op de hoogte van het verenigingsleven en neemt hieraan actief deel. Artikel 69. Uitvoering besluiten 1. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten genomen door de algemene vergadering. 2. Het bestuur kan hiervoor commissies met een concrete taakomschrijving in het leven roepen en na goedkeuring van de algemene vergadering benoemen, die de aan hen toevertrouwde taken onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitvoeren. Artikel 70. Bestuursvergadering Het bestuur komt, buiten de academische vakanties, wekelijks in vergadering bijeen. Artikel 70a.Toezicht artikel 3 Het bestuur ziet toe op de naleving van artikel 3 huishoudelijk reglement. Artikel 71. Toezicht commissies Het bestuur houdt toezicht op alle commissies, met uitzondering van de adviescommissie, de beroepscommissie en de kascontrolecommissie. Artikel 72. Coaches en adviseurs Adviseurs en coaches worden benoemd door het bestuur. Artikel 73. Werknemers Het bestuur benoemt en ontslaat personen in dienst van de vereniging. Artikel 74. Verantwoording 1. Ieder bestuurslid is voor wat betreft de vervulling van zijn taak verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 2. Ieder bestuurslid is bovendien financiële verantwoording verschuldigd aan de penningmeester. Artikel 75. Invloed erkende oud-ledenvereniging Het bestuur heeft een vetorecht ten aanzien van de besluiten genomen door het bestuur van de erkende oudledenvereniging voor zover die besluiten gevolgen hebben voor de vereniging. Artikel 76. Boten- en palenplan 1. Het bestuur is verplicht het boten- en palenplan op te volgen en uit te voeren. 2. Het boten- en palenplan als bedoeld in lid 1, bevat ten minste het volgende: a. De doelstellingen van het boten- en palenplan. b. Een opsomming van het materiaal dat is opgenomen in het boten- en palenplan. c. Een onderbouwde keuze voor de merken van het materiaal dat is opgenomen in het boten- en palenplan. d. De uitgangspunten voor de opbouw van de gewenste vloot. e. Een kostenberekening voor de opbouw van de gewenste vloot. f. Een aanschafschema waarin staat weergegeven welk materiaal per jaar wordt aangeschaft om te komen tot de gewenste vloot, met daarbij een financiële onderbouwing. g. Het vlootverloop waarin beschreven is over welke periode de boten in de vloot beschikbaar zijn voor de wedstrijd- of competitiesectie, gedurende de te verwachten levensduur van deze boten. 3. Het bestuur is verplicht om voor 1 juli samen met de boten- en palenplancommissie het boten- enpalenplan te evalueren, en de bevindingen van de evaluatie voor te leggen aan de algemene vergadering, teneinde goedkeuring te verkrijgen voor de aanschaf van het materiaal dat is opgenomen in het boten- en palenplan. 4. Het boten- en palenplan kan slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar een wijziging van het boten- en palenplan zal worden voorgesteld. De algemene vergadering kan slechts met een tweederde meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen een besluit tot wijziging van het boten- en palenplan aannemen.
Artikel 77. Vervallen Artikel 78. Hearing Het bestuur kan een hearing organiseren die dient ter wederzijdse informatieverstrekking tussen de leden en het bestuur. 10
Artikel 79. Bijeenroeping hearing De artikelen 11 statuten en 49 huishoudelijk reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de hearing. Artikel 80. Notulen hearing Van het behandelde tijdens de hearing worden aantekeningen gemaakt, die binnen vier weken na de dag waarop de hearing plaatsheeft ter inzage liggen voor de leden. Paragraaf 2. Voorzitter Artikel 81. Taak 1.De voorzitter heeft de algemene leiding van het bestuur en zit de bestuursvergaderingen voor. 2.De voorzitter coördineert het beleid van het bestuur en houdt toezicht op de uitvoering van de bestuurstaken. Artikel 82. Algemene vergadering 1.De voorzitter leidt de algemene vergadering en hij handhaaft er de orde. 2.De voorzitter en de secretaris arresteren na goedkeuring door de algemene vergadering de notulen en de jaarverslagen van de vereniging. Artikel 83. Vertegenwoordiger De voorzitter treedt op als vertegenwoordiger van de vereniging. Artikel 84. Ondersteuning De voorzitter kan zich bij de vervulling van zijn taken laten bijstaan of vervangen door medebestuursleden. Artikel 85. Contacten 1.De voorzitter onderhoudt de externe contacten. 2.De voorzitter onderhoudt de contacten met: a. De officiële overlegorganen in de ruimste zin van het woord, op internationaal, nationaal en lokaal niveau; b. de media; c. de ereleden; d. de leden van verdienste; e. de begunstigers. Paragraaf 3. Vice-voorzitter Artikel 86. Taak 1.De vice-voorzitter staat de voorzitter bij in zijn taak. 2.De vice-voorzitter vervangt als eerst aangewezene de voorzitter bij diens afwezigheid of ontstentenis. Artikel 87. Contacten Vervallen Paragraaf 4. Secretaris Artikel 88. Taak De secretaris voert de briefwisseling van het bestuur en van de vereniging in overleg met het bestuur. Hij houdt een archief bij, bestaande uit de ingekomen stukken en uitgegane stukken, de notulen en de stukken die van belang zijn, of zijn geweest, voor de vereniging. Hij is belast met alle administratie behalve de financiële. Hij draagt zorg voor de volledigheid van het ledenbestand. Artikel 89. Bijeenroeping algemene vergadering De secretaris draagt zorg voor het juist bijeenroepen van de algemene vergadering. Hij draagt zorg voor de publicatie van alle bestuursbesluiten. Besluiten genomen op een algemene vergadering, dient hij binnen 48 uur op alle verenigingsterreinen bekend te maken. Hij draagt er zorg voor dat de door de algemene vergadering aangenomen wijzigingen in de statuten of het huishoudelijk reglement worden opgenomen. Artikel 90. Notulen Tijdens de algemene vergadering maakt de secretaris aantekeningen van het behandelde, die als notulen na goedkeuring in de eerst volgende algemene vergadering door hem en de voorzitter worden gearresteerd. Hij heeft tijdens de algemene vergadering een exemplaar bij zich van de statuten en het huishoudelijk reglement. 11
Artikel 91. Tweede secretaris De secretaris kan in zijn taak worden bijgestaan door een tweede secretaris, welke geen zitting heeft in het bestuur. Artikel 92. Openbaarheid archief De secretaris is verplicht aan belangstellende leden inzage te geven in het archief. De secretaris is verplicht aan belangstellende leden inzage te geven in het archief, mits dit niet in strijd is met de privacy van haar leden. Artikel 93. Sociaal jaarverslag In de laatste algemene vergadering van het verenigingsjaar brengt de secretaris alvorens te worden gedechargeerd, in overleg met het bestuur een jaarverslag uit van gebeurtenissen van de vereniging. Dit verslag behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering. Artikel 94. Contacten De secretaris onderhoudt de contacten met de erkende oud-ledenvereniging. Vervalt Artikel 95. Computernetwerk De secretaris is verantwoordelijk voor het computernetwerk. Artikel 96. Afvaardiging Vervallen Paragraaf 5. Penningmeester Artikel 97. Taak 1. De penningmeester beheert de gelden der vereniging, houdt er boek van en is er verantwoordelijk voor. Hij beheert ook de overige gelden die onder zijn berusting zijn. 2. Hij int alle gelden en doet in overleg met het bestuur alle nodige betalingen. 3. Hij geeft de bestuursleden en de algemene vergadering inlichtingen en inzage in de boekhouding zo dikwijls dat zij dit verlangen. 4. Hij zorgt dat alle eigendommen van de vereniging zijn verzekerd tegen brandschade en inbraak en dat er een W.A.-verzekering voor de leden is afgesloten. 5. Hij verzorgt alle overige verzekeringen. Artikel 98. Begroting 1. Uiterlijk één november van het verenigingsjaar stelt de penningmeester in overleg met zijn voorganger en de financieel-adviescommissie, een begroting op, die hij aan de algemene vergadering ter goedkeuring voorlegt. 2. Indien het bestuur dit nodig acht, legt de penningmeester, met redenen omkleed, aan de algemene vergadering een aanvullende begroting ter goedkeuring voor. Artikel 99. Controle De penningmeester wordt gecontroleerd door de kascontrolecommissie. Artikel 100. Ondersteuning De penningmeester wordt in de praktische uitvoering van zijn taak bijgestaan door de financieeladviescommissie. Artikel 101. Toezicht commissies De penningmeester is verplicht controle uit te oefenen op het financiële beleid van de commissies, behalve op dat van de kascontrolecommissie. Artikel 102. Decharge Op de laatste algemene vergadering van het jaar doet de penningmeester, alvorens te worden gedechargeerd, verslag van zijn financiële beleid gedurende het afgelopen jaar en van de financiële toestand van de vereniging, bestaande uit een exploitatierekening en een balans. Artikel 103. Afvaardiging De penningmeester heeft uit hoofde van zijn functie zitting in het bestuur van de Stichting kantine Saurus als secretaris. 12
Paragraaf 6. Wedstrijdcommissaris. Artikel 104. Taak De wedstrijdcommissaris coördineert het beleid inzake het wedstrijdroeien en is verantwoordelijk voor het technische kader binnen de wedstrijdsectie. Artikel 105. Wedstrijdvergadering De wedstrijdcommissaris is voorzitter van de wedstrijdvergadering, die hem bijstaat in de uitvoering van zijn taak. Hij roept de wedstrijdvergadering bijeen en brengt van deze vergadering verslag uit aan het bestuur. Artikel 106. Wedstrijdploegen De wedstrijdcommissaris draagt zorg voor de indeling van de wedstrijdploegen en het begeleiden van de coaches. Artikel 107. Inschrijving De wedstrijdcommissaris draagt zorg voor de inschrijving voor de nationale en internationale wedstrijden. Artikel 108. Chef d’équipe De wedstrijdcommissaris kan zich laten bijstaan door een chef d’équipe, welke onder zijn verantwoordelijkheid valt. Paragraaf 7. Competitiecommissaris Artikel 109 Taak. De competitiecommissaris coördineert het beleid inzake het competitieroeien en is verantwoordelijk voor het technische kader binnen de competitiesectie. Artikel 110. Competitiecommissie De competitiecommissaris is hoofd van de competitiecommissie, die hem bijstaat in de uitvoering van zijn taak. Hij roept de competitiecommissievergadering bijeen en brengt van deze vergadering verslag uit aan het bestuur. Artikel 111. Competitieploegen De competitiecommissaris draagt zorg voor de indeling van de competitieroeiers in ploegen, en het vinden van coaches hiervoor. Artikel 112. Inschrijving De competitiecommissaris draagt zorg voor de inschrijving voor competitiewedstrijden en toertochten. Artikel 113. Contacten De competitiecommissaris onderhoudt het contact met het Nationaal Overleg Orgaan Competitieroeien (NOOC) van de Nederlandse Studenten Roeifederatie (NSRF). Paragraaf 8. Materiaalcommissaris Artikel 114. Taak De materiaalcommissaris is belast met het toezicht op en het onderhoud van de zaken die de materiaalinventarisatie vermeldt alsmede op overig roeimaterieel dat de vereniging onmiddellijk houdt, bezit of in eigendom heeft. Artikel 115. Toezicht en onderhoud Op order van en onder toezicht van de materiaalcommissaris worden in overleg met het bestuur de nodige inkopen gedaan en reparaties en onderhoudswerkzaamheden verricht. Hij is belast met de zorg voor het onderhoud van de botenloodsen, het vlot en het terrein van de vereniging. Artikel 116. Aanwezigheid roeimateriaal De materiaalcommissaris draagt zorg voor de aanwezigheid van geschikt roeimateriaal. Artikel 117. Materiaalinventarisatie De materiaalcommissaris is verplicht een nauwkeurige inventarisatie te maken van de bezittingen van de vereniging en deze bekend te maken in de laatste algemene vergadering van het verenigingsjaar. 13
Artikel 118. Botentransport De materiaalcommissaris is verantwoordelijk voor het botentransport naar wedstrijden en toertochten. Artikel 119. Materiaalcommissie De materiaalcommissaris wordt bij de uitvoering van zijn taak bijgestaan door de materiaalcommissie. Artikel 120. Onderhoud door derden De materiaalcommissaris is verantwoordelijk voor alle werkzaamheden aan het materiaal door derden verricht. Artikel 121. Roeiexamens De materiaalcommissaris draagt de verantwoordelijkheid voor het afnemen van de roeiexamens. Hij wordt hierin bijgestaan door de examencommissie. Artikel 122. Vervallen Artikel 123. Ondersteuning penningmeester De materiaalcommissaris ondersteunt de penningmeester met betrekking tot de verzekering van de zaken die de vereniging in haar beheer heeft. Paragraaf 9. Sociëteitscommissaris Artikel 124. Taak De sociëteitscommissaris is verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van de kantine en onderhoudt de contacten met de buurt. Artikel 125. Sociëteitscommissie De sociëteitscommissaris is hoofd van de sociëteitscommissie, die hem bijstaat in de uitvoering van zijn taak. Hij roept de sociëteitscommissievergadering bijeen en brengt van deze vergadering verslag uit aan het bestuur. Artikel 126. Afvaardiging De sociëteitscommissaris heeft uit hoofde van zijn functie zitting in het bestuur van de Stichting kantine Saurus als sociëteitscommissaris. Paragraaf 10. Overige bestuursleden Artikel 127. Vastleggen overige taken De werkzaamheden van de overige leden van het bestuur worden door het bestuur vastgelegd. HOOFDSTUK 6. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 128. Overige reglementen Disciplinaire maatregelen opgelegd bij of krachtens andere reglementen dan dit huishoudelijk reglement overstijgen niet het maximum dat voor de desbetreffende maatregel in dit huishoudelijk reglement is bepaald. Paragraaf 2. Individuen Artikel 129. Strafbaarstelling 1. Indien een lid, introductielid of buitengewoon lid handelt in strijd met artikel 3 van het huishoudelijk reglement kan het bestuur al dan niet op voorstel van een lid slechts de volgende disciplinaire maatregelen opleggen: a. Een officiële waarschuwing; b. een geldboete; c. de verplichting tot het verrichten van onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van de vereniging; d. een roeiverbod; e. een schorsing; f. ontzetting. 2. Het overtreden van een disciplinaire maatregel geldt als het opnieuw in strijd handelen met artikel 3 huishoudelijk reglement.
14
Artikel 130. Vereisten besluit Wanneer een handeling is verricht in strijd met artikel 3 huishoudelijk reglement kan het bestuur besluiten een disciplinaire maatregel op te leggen indien: a. Niet meer dan 8 weken zijn verstreken na de dag waarop de handeling bij het bestuur bekend is geworden; b. niet meer dan 6 maanden zijn verstreken na de dag waarop de handeling is verricht; c. de kennelijke overtreder en eventuele relevante getuigen op zorgvuldige wijze zijn gehoord, tenzij deze na behoorlijke oproeping daartoe niet zijn verschenen. Artikel 131. Publicatie 1. Het besluit tot het treffen van een disciplinaire maatregel wordt onverwijld schriftelijk in het verenigingsgebouw gepubliceerd en door middel van een schrijven aan de betrokken persoon medegedeeld. Het bestuur zal zich ervan verzekeren dat het lid op de hoogte is van het betreffende schrijven. 2. Indien het bestuur niet slaagt in het in de laatste volzin vorige lid bedoelde, zal de betrokken persoon door middel van een aangetekend schrijven nogmaals op de hoogte worden gebracht van de disciplinaire maatregel. De kosten komen voor rekening van het betreffende lid. Indien blijkt dat het lid ten onrechte een disciplinaire maatregel heeft opgelegd gekregen, zullen eventuele kosten van aangetekend schrijven voor rekening van de vereniging zijn. Artikel 131a. Inhoud besluit 1. Het schrijven bedoeld in het vorige artikel vermeldt tenminste: a. Het feitencomplex; b. de gronden waarop de disciplinaire maatregel is gebaseerd; c. de opgelegde maatregel en indien van toepassing de omvang; d. de mogelijkheid van beroep, de termijn waarbinnen het beroep dient plaats te vinden en waar het beroep moet worden aangetekend. 2. Wanneer dit uit de disciplinaire maatregel voortvloeit dient in het schrijven, bedoeld in het vorige artikel ook vermeld te worden: a. Het moment van inwerkingtreding van de disciplinaire maatregel; b. het moment waarop aan de disciplinaire maatregel voldaan moet zijn. Artikel 132. Geldboete De geldboete, genoemd in artikel 129 lid 1 sub b huishoudelijk reglement bedraagt maximaal EUR 50,-- per overtreding. Artikel 133. Onderhoudswerkzaamheden De te verrichten onderhoudswerkzaamheden, genoemd in artikel 129 lid 1 sub c huishoudelijk reglement, beslaan maximaal 40 uren per overtreding. Artikel 134. Schorsing De schorsing, bedoeld in artikel 129 lid 1 sub e huishoudelijk reglement, wordt voor een periode van maximaal 12 weken opgelegd per overtreding. Artikel 135. Ne bis in idem Het bestuur kan een individu per overtreding eenmalig één of meerdere disciplinaire maatregelen opleggen. Artikel 136. Inhoud schorsing Gedurende de periode dat een individu geschorst is: 1. Heeft hij geen toegang tot verenigingsterreinen en de sociëteit; 2. mag hij geen gebruik maken van het verenigingsmateriaal; 3. mag hij niet uit naam van de vereniging deelnemen aan wedstrijden en evenementen; 4. verliest hij alle rechten genoemd in artikel 2 onder b, d, e, f, g, k, en a voor zover het activiteiten betreft die slechts toegankelijk zijn voor leden; 5. mag hij niet publiceren op de verenigingsterreinen of in een verenigingsorgaan. Paragraaf 3. Artikel 137. Strafbaarstelling
1. Indien een organisatievorm zoals genoemd in hoofdstuk 2 handelt in strijd met artikel 17 van het huishoudelijk reglement kan het bestuur al dan niet op voorstel van een lid de volgende disciplinaire maatregelen opleggen: a. een officiële waarschuwing; 15
b. een verbod tot publiceren op verenigingsterreinen en/of in een verenigingsorgaan; c. een verbod tot het op verenigingsterreinen dragen van kleding die associatie heeft met de organisatievorm; d. een roeiverbod voor alle leden van de organisatievorm; e. een sociëteitsverbod voor alle leden van de organisatievorm; f. een schorsing; g. intrekking van de erkenning van de organisatievorm. 2. Het overtreden van een disciplinaire maatregel geldt als het opnieuw in strijd handelen met artikel 17 van het huishoudelijk reglement. 3. Het bestuur kan wegens gewichtige redenen een of meerdere leden van een organisatievorm voor een bepaalde periode uitsluiten van strafbaarstelling. Dit ter beoordeling aan het bestuur. Artikel 138. Schakelbepaling De artikelen 130, 131, 134 en 135 zijn van overeenkomstige toepassing op organisatievormen. Artikel 139. Inhoud schorsing: Gedurende de periode dat een organisatievorm geschorst is, mogen haar leden zich niet begeven op verenigingsterreinen en/of van het verenigingsmateriaal gebruik maken, noch uit naam van de vereniging deelnemen aan wedstrijden of andere evenementen. Tevens mag de organisatievorm niet publiceren op verenigingsterreinen en/of in een verenigingsorgaan.
Paragraaf 4. Beroepscollege Artikel 140. Beroepsmogelijkheid Tegen bestuursbesluiten houdende een disciplinaire maatregel gericht tegen het individu of de organisatievorm kan slechts door de kennelijke overtreder in beroep worden gegaan bij de beroepscommissie. Artikel 141. Samenstelling 1. De beroepscommissie bestaat uit een voorzitter, een vice-voorzitter en drie leden. 2. De beroepscommissie komt bijeen in een kamer van vijf, tenzij het een beroep een harer leden, danwel een beroep door een organisatievorm van welke een harer leden lid is, betreft. Alsdan komt de commissie bijeen in een kamer van drie, waarbij appellant noch deel uitmaakt van de kamer die zijn beroep behandelt, noch enige invloed heeft op haar samenstelling. 3. Indien de beroepscommissie in een kamer van drie bijeenkomt, beslist de voorzitter van de kamer welke leden van de commissie het beroep zullen behandelen. Paragraaf 5. Beroepsprocedure Artikel 142. Competentie De beroepscommissie spreekt in eerste en hoogste instantie recht.
Artikel 143. Ontvankelijkheid en doorzendplicht 1. Op straffe van niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tekent de kennelijke overtreder binnen 14 dagen na het hem bekend worden van de disciplinaire maatregel c.q. het verzenden van het aangetekend schrijven als bedoeld in artikel 131 lid 2, tegen deze beslissing beroep aan bij de beroepscommissie. 2. In geval het bestuur het beroepschrift ontvangt, zendt hij dit onverwijld door naar de beroepscommissie. Artikel 144. Procedure 1. Het beroep dient ingeleid te worden met een gemotiveerd beroepschrift, gericht aan de voorzitter van de beroepscommissie. Indien appellant de voorzitter van de beroepscommissie is dient hij een gemotiveerd beroepschrift in bij de vice-voorzitter van de commissie. 2. De voorzitter van de kamer bepaalt binnen 48 uur na ontvangst van het beroep de ontvankelijkheid hiervan. Hij stelt partijen onverwijld van zijn besluit op de hoogte. Overschrijding van deze termijn komt niet ten nadele van appellant. 3. Ontvankelijkverklaring van het beroep heeft een schorsende werking ten aanzien van de disciplinaire maatregel. 4. De beroepscommissie geeft zowel appellant als het bestuur de mogelijkheid een mondelinge danwel schriftelijke toelichting te geven. 16
Artikel 145. Marginale toetsing De beroepscommissie toetst marginaal, derhalve overweegt zij slechts of het bestuur in redelijkheid tot haar besluit heeft kunnen komen. Artikel 146. Uitspraak 1. Op straffe van verval van de grond van de disciplinaire maatregel doet de beroepscommissie, binnen vier weken na ontvankelijkverklaring van het beroep, schriftelijk uitspraak. Overschrijding van deze termijn komt niet ten nadele van appellant. 2. Zij doet partijen onverwijld een afschrift van de uitspraak toekomen. Artikel 147. Binding De uitspraak van de beroepscommissie is bindend. Artikel 148. Beslissing De beroepscommissie kan een bestuursbesluit met betrekking tot een disciplinaire maatregel bekrachtigen of nietig verklaren.
HOOFDSTUK 7. COMMISSIES Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 149. Instelling en verantwoordelijkheid 1. Tenzij anders bepaald is het bestuur verantwoordelijk voor het functioneren van de commissies genoemd in dit huishoudelijk reglement. 2. De algemene vergadering en het bestuur hebben te allen tijde het recht naast de commissies genoemd in dit huishoudelijk reglement, commissies met bijzondere opdracht in te stellen en haar benoeming en werkwijze te regelen. Het bestuur is medeverantwoordelijk voor het functioneren van deze commissies. Artikel 150. Benoeming De commissies en hun hoofden worden jaarlijks door het bestuur benoemd met uitzondering van de beroepscommissie, de kascontrolecommissie en de adviescommissie, die door de algemene vergadering benoemd worden. Artikel 151. Commissiehoofdschap Het hoofd kan een commissie samen stellen die hem bijstaat in de uitvoering van zijn taak. Hij coördineert de activiteiten van zijn commissie. Artikel 152. Informatieverplichting Het hoofd van een commissie geeft het bestuur onverwijld kennis van haar besluiten en plannen.
Artikel 153. Notulen Iedere commissie, die zitting neemt in het hoofdenoverleg, is gehouden notulen bij te houden van haar vergaderingen en van deze evenals van alle andere correspondentie die zij voert aan de vice-voorzitter afschriften te doen toe komen. Artikel 154. Draaiboek Iedere commissie is gehouden voor haar opvolgers een draaiboek bij te houden of op te stellen. Artikel 155. Duur benoeming De benoeming van een commissie geschiedt, hetzij voor een bij het benoemingsbesluit bepaalde tijdsduur van ten hoogste een jaar, hetzij tot de opdracht is voltooid of ingetrokken. Artikel 156. Decharge Op de eerstvolgende algemene vergadering na voltooiing of intrekking van de opdracht of, indien de commissie is benoemd voor een jaar, op de jaarlijkse algemene vergadering doen de hoofden van de commissies verslag van de activiteiten gedaan door de commissie, waarna zij, na verkregen goedkeuring van het bestuur of, indien de commissie door de algemene vergadering is benoemd, van de algemene vergadering, tezamen met hun commissie gedechargeerd worden door het orgaan dat hen benoemd heeft. 17
Artikel 157. Financieel verslag De commissies brengen voor de in het volgende artikel genoemde algemene vergadering verslag uit van het gevoerde financiële beleid bij de penningmeester, die hiervan bij goedkeuring van het activiteitenverslag, kennis geeft in de winst- en verliesrekening. Artikel 158. Verantwoording 1. Behoudens bovengenoemde verantwoordelijkheden zijn alle commissies te allen tijde verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 2. Commissies, door de algemene vergadering benoemd, zijn slechts verantwoording schuldig aan de algemene vergadering. Artikel 159. Functieverdeling Iedere commissie kiest uit haar midden een penningmeester en een secretaris. Artikel 160. Hoofdenoverleg Het bestuur kan de hoofden van de commissies, of een deel hiervan, uitnodigen voor het hoofdenoverleg.
Paragraaf 2. Commissies door de algemene vergadering benoemd Artikel 161. Benoeming 1. De leden en de hoofden van de adviescommissie en de kascontrolecommissie worden door de algemene vergadering benoemd tot het einde van het verenigingsjaar. 2. De voorzitter, de vice-voorzitter en de leden van de beroepscommissie worden door de algemene vergadering benoemd tot het einde van het verenigingsjaar. 3. Het bestuur doet, de zittende commissie, althans haar hoofd danwel de voorzitter, gehoord hebbende, een bindende voordracht. De algemene vergadering kan met een meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen het bindend karakter aan de voordracht ontnemen. Zij is dan vrij in haar keuze. 4. Geen van de leden van de adviescommissie, beroepscommissie en kascontrolecommissie maakt deel uit van het bestuur. Artikel 162. Adviescommissie 1. Het bestuur wordt bijgestaan door een adviescommissie. 2. De adviescommissie bestaat uit minimaal drie leden en dient een afspiegeling van de vereniging te zijn. 3. In de adviescommissie heeft bij voorkeur een bestuurslid, van het voorafgaande verenigingsjaar, zitting. Daarbuiten kan ieder lid, dat de vereniging met zijn kennis en wijsheid van dienst kan zijn zitting hebben in de adviescommissie. 4. De taak van de adviescommissie is: a. Het gevraagd en ongevraagd advies geven aan het bestuur; b. het bestuur behulpzaam zijn bij het opzetten en evalueren van een beleidsplan; c. het ontwikkelen van een lange-termijnvisie. 5. Op verzoek van de adviescommissie ontvangt zij de notulen van de bestuursvergaderingen. 6. De voorzitter van de vereniging is aanwezig bij de vergaderingen van de adviescommissie. Artikel 163. Kascontrolecommissie 1. De taak van de kascontrolecommissie is: a. Het controleren van zaken die de financiën betreffen; b. het onderzoeken van de jaarrekening van het bestuur en het aan de algemene vergadering verslag uitbrengen van haar bevindingen. 2. Het bestuur is verplicht aan de kascontrolecommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas te tonen en inzage te geven in de boeken en bescheiden van de vereniging. 3. De algemene vergadering kiest een kascontrolecommissie bestaande uit ten minste drie leden. Minstens tweederde deel van de leden van de commissie mag geen lid van het bestuur zijn geweest. 4. Leden van het bestuur kunnen geen deel uitmaken van de kascontrolecommissie. Paragraaf 3. Commissies door het bestuur benoemd Artikel 164. Acquisitiecommissie Vervallen 18
Artikel 164a. Commissies Het bestuur heeft de mogelijkheid om commissies aan te stellen voor de vervulling van taken en activiteiten. Artikel 165. Activiteitencommissie Vervallen Artikel 166. Botenvervoercommissie Vervallen Artikel 167. Carnavalscommissie Vervallen Artikel 168. Competitiecommissie Vervallen Artikel 168. Integratiecommissie Vervallen Artikel 169. Competitiemateriaalcommissie Vervallen Artikel 170. CWO-commissie Vervallen Artikel 171. Examencommissie Vervallen Artikel 172. Financieel-adviescommissie Vervallen Artikel 173. Galacommissie Vervallen Artikel 174. GRA-commissie Vervallen Artikel 175. Huisvestingscommissie Vervallen Artikel 176. INKOM-commissie Vervallen Artikel177. Internetcommissie Vervallen Artikel 178. Introductiecommissie Vervallen Artikel 179. Juridisch-adviescommissie Vervallen Artikel 180. Kluscommissie Vervallen Artikel 181. Mensacommissie Vervallen Artikel 182. Netwerkbeheercommissie Vervallen 19
Artikel 182a. Oud-Sauruscommissie Vervallen Artikel 182b. PR-commissie Vervallen Artikel 183. Publiciteitscommissie Vervallen Artikel 184. Ragweekcommissie Vervallen. Artikel 185. Sociëteitscommissie Vervallen Artikel 186. Studiebegeleidingscommissie Vervallen Artikel 186a. Varsitycommissie Vervallen Artikel 187. Wedstrijdmateriaalcommissie Vervallen Artikel 188. Werkactiecommissie Vervallen HOOFSTUK 8. MATERIAAL, GEBOUWEN EN INTRODUCTIE Paragraaf 1. Materiaal Artikel 189. Voorwaarden Het bestuur is verplicht te zorgen dat in het verenigingsgebouw aanwezig is: a. Een afschrijfboek; b. een vaarreglement; c. een introductieboek; d. vervallen; e. vervallen; f. E.H.B.O.-artikelen.
Artikel 190. Vaarreglement De Algemene Vergadering stelt het vaarreglement vast. Artikel 191. Toezicht 1. Het bestuur ziet erop toe dat boten, palen en dergelijke in goede staat verkeren. 2. Het bestuur kan materiaal voor bepaalde doeleinden reserveren of voor bepaalde tijd buiten gebruik stellen. Artikel 192. Afschrijven Voor vertrek van een boot is de stuur verplicht deze in het afschrijfboek in te schrijven met datum en uur van vertrek en terugkomst, op straffe van een boete. Artikel 193. Schade Ieder lid is verplicht voor en na het roeien het betreffende schip te controleren op schade. Indien men schade aan het schip constateert is men verplicht daarvan melding te maken bij het bestuur. Indien een schade aan een schip niet aangegeven wordt bij het bestuur, kan de laatst roeiende ploeg verantwoordelijk gesteld worden.
Artikel 194. Alcohol 20
Het is verboden op en om de verenigingsterreinen alcoholhoudende dranken en / of 'verdovende' middelen aan te voeren of in voorraad te hebben zonder toestemming van het bestuur. Paragraaf 2. Gebouwen Artikel 195. Aansprakelijkheid eigendommen De vereniging draagt generlei verantwoordelijkheid voor de op het verenigingsterrein aanwezige eigendommen van leden en derden. Artikel 196. Orde Indien de orde zulks vereist, is het bestuur bevoegd leden en derden de toegang tot het terrein en de gebouwen te ontzeggen of hen te verwijderen of te doen verwijderen. Artikel 197. Zorg Alle ruimten in het gebouw moeten na gebruik in behoorlijke staat achtergelaten worden. Paragraaf 3. Introductie Artikel 198. Recht van introductie 1. Ieder stemgerechtigd lid heeft recht van introductie. 2. Voor de introductie van twee of meer niet-leden is toestemming van het bestuur nodig. 3. Een zelfde persoon mag slechts drie maal per verenigingsjaar geïntroduceerd worden, behoudens dispensatie van het bestuur. Artikel 199. Voorwaarden leder lid dat iemand introduceert, moet zijn eigen naam, de naam en woonplaats van zijn introducé, en de datum in het introductieboek inschrijven, op straffe van een boete per introducé. Artikel 200. Schakelbepaling Introducés zijn gehouden de op hen van toepassing zijnde bepalingen van het huishoudelijk reglement in acht te nemen. Artikel 201. Verantwoordelijkheid Het introducerende lid is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn introducé. Artikel 202. Beëindiging introductie Ieder bestuurslid is bevoegd aan iedere introductie terstond een eind te maken op grond van de houding of gedraging van de betrokken introducé. Artikel 203. Beperking introducés Zij die als lid of als begunstiger geweigerd, opgezegd, ontzet of geschorst zijn, kunnen niet worden geïntroduceerd. HOOFDSTUK 9. WEDSTRIJDEN Artikel 204. Deelname 1. Het bestuur beslist over het al of niet deelnemen aan wedstrijden door leden uit naam van de vereniging. 2. De wedstrijdvergadering adviseert het bestuur over het naar de wedstrijden uitzenden van ploegen en skiffeurs, zulks binnen de grenzen van de wedstrijdbegroting. 3. Roeiers die zich zonder uitdrukkelijke toestemming van het bestuur terugtrekken van deelneming aan roeiwedstrijden, kunnen door het bestuur aansprakelijk worden gesteld voor alle kosten voortvloeiend uit de inschrijving van de desbetreffende leden. Artikel 205. Prijzen De prijzen door de leden behaald, worden eigendom van de vereniging, met uitzondering van personele prijzen. Artikel 206. Uitschrijven Het bestuur is bevoegd namens de vereniging wedstrijden uit te schrijven en de vereniging in te schrijven als deelneemster aan wedstrijden die georganiseerd worden door bonden en verenigingen. HOOFDSTUK 10. ONDERSCHEIDINGSTEKENEN 21
Artikel 207. Vlag De vlag heeft de vorm van een rechthoek. De vlag is egaal felrood van kleur, in het midden bevindt zich een witte 5-puntige ster met de roeier erin verwerkt zoals in het ontwerp dat zich in bevindt in het verenigingsarchief. Artikel 208. Verantwoordelijkheid Het bestuur is verantwoordelijk voor de verenigingsvlag. De vlag moet op alle officiële verenigingsactiviteiten en op wedstrijden waarop de vereniging vertegenwoordigd is, worden gehesen. Het bestuur draagt er zorg voor dat de vlag na afloop van de wedstrijden, of zoveel eerder als de omstandigheden noodzakelijk maken, wordt gestreken. Artikel 209. Wedstrijdtenue Het wedstrijdtenue bestaat uit een rode broek en een rood shirt met op de rug de 5-puntige witte ster. Artikel 210. Bladen De riembladen zijn egaal felrood met op beide zijden van het blad de 5-puntige witte ster.
HOOFDSTUK 11. WIJZIGING HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 211. Oproeping Het huishoudelijk reglement kan slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van het huishoudelijk reglement zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt tenminste tien dagen. Artikel 212. Afschrift Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot wijziging van het huishoudelijk reglement hebben gedaan, moeten ten minste 10 dagen voor de dag waarop de vergadering gehouden wordt een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op alle verenigingsterreinen voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Een afschrift hiervan wordt op verzoek van een lid ter beschikking gesteld. Artikel 213. Versterkte meerderheid Een besluit tot wijziging van het huishoudelijk reglement behoeft ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen. HOOFDSTUK 12. SLOTBEPALINGEN Artikel 214. Lacune In gevallen waarin het huishoudelijk reglement niet voorziet of waarin twijfel omtrent zijn uitleg bestaat, beslist het bestuur. Artikel 215. Aansprakelijkheid De vereniging kan niet verantwoordelijk, noch aansprakelijk, worden gesteld voor schade op welke wijze dan ook berokkend aan personen of instanties tijdens een vrijwillig bezoek aan de vereniging, tenzij de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de vereniging. Artikel 215a. Dwangverbod Niemand mag, noch op of om een verenigingsterrein, noch tijdens een verenigingsactiviteit, worden gedwongen tot het gebruik van alcoholhoudende drank en / of 'verdovende' middelen. Artikel 216. Academische vakanties Termijnen genoemd in de statuten of het huishoudelijk reglement worden geschorst tijdens en voor de duur van de academische vakanties. Artikel 217. Dispensatie Het bestuur kan een individu dispensatie verlenen van het bepaalde in reglementen. 22
Artikel 218. Schakelbepaling Overal waar in het huishoudelijk reglement "hij" staat geschreven kan ook "zij" gelezen worden. Artikel 219. Inwerkingtreding Een wijziging van het huishoudelijk reglement treedt in werking, zodra zij door de algemene vergadering is goedgekeurd. Artikel 220. Rechtsbronnen 1. Naast statuten en huishoudelijk reglement kent de vereniging overige reglementen, besluiten en de gewoonte. 2. Overige reglementen en besluiten zijn van kracht indien en voor zover zij schriftelijk zijn vastgelegd door het daartoe bevoegde orgaan en ter kennisgeving aan de leden zijn gebracht. 3. De gewoonte is van kracht daar waar geen overige regelgeving bestaat. Artikel 221. Derogatie Bij strijd tussen bepalingen van de statuten en het huishoudelijk reglement prevaleren de bepalingen van de statuten. Daarna volgt achtereenvolgens het bepaalde in overige reglementen, besluiten en de gewoonte.
23