PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10 -
HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID Vermijd houtverduurzamingsproducten of gebruik de minst schadelijke
PRINCIPES CONTEXT Hout kent in de bouwsector een onbetwist succes. Afhankelijk van de houtsoort, de uitvoering en de blootstelling aan weersinvloeden, is de natuurlijke duurzaamheid van het hout voor sommige toepassingen niet voldoende. Twee ingrepen kunnen de duurzaamheid van het hout verlengen: het risico van aantasting door insecten en zwammen beperken, of het hout door een aangepaste behandeling een grotere weerstand tegen levende organismen bieden. De eerste benadering betreft de correcte uitvoering en de aangepaste keuze van de houtsoort en moet steeds de voorkeur krijgen (zie fiche MAT08 over de keuze van de houtsoort). In sommige gevallen echter kan die aanpak te beperkend zijn. De prijs van de duurzamere houtsoorten, de technische moeilijkheid van sommige assemblages of simpelweg voorzichtigheid ten opzichte van een geïdentificeerd risico, kunnen de ontwerper ertoe doen besluiten van het gebruik van hout af te zien. In dat geval is een doordachte behandeling nuttig. Deze fiche heeft tot doel de ontwerper in te lichten over de bestaande verduurzamingstechnieken, hun gezondheidseffecten en hun milieu-impact. De behandelingen die de duurzaamheid van het hout verlengen, zijn van tweeërlei aard: o De al dan niet diepe impregnatie van de houtvezel met een afstotend middel of biocide ter bestrijding van de ontwikkeling van zwammen en houtworm. Dit noemt men houtverduurzaming. o De modificatie van bepaalde stoffen die het hout samenstellen, zodanig dat ze voor levende organismen niet langer assimileerbaar zijn. Dit noemt men houtmodificatie. Niet met elkaar te verwarren: o verduurzamingsbehandelingen die geen esthetisch effect beogen o afwerkingsbehandelingen (beitsen, verven, vernissen, enz.) die zowel een esthetisch effect als een oppervlaktebescherming (verduurzamingsaanvulling) beogen o curatieve behandelingen ter bestrijding van levende organismen in reeds aangetast hout. DOELSTELLINGEN > Verduurzamingsbehandelingen
Minimaal: indien verduurzaming nodig blijkt:
BLZ. 1 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
o
o
Kies enkel beproefde technieken met een terdege onderzocht ecotoxicologisch profiel. Vertrouw in dit opzicht op het officieel certificatiesysteem (verkoopvergunning, homologatie, technische goedkeuring). Kies een behandeling die aan het aanwezige risico is aangepast. Onnodig een te sterke dosis te gebruiken.
Aangeraden: o
o
Kies voor kleinere elementen (binnen- en buitenschrijnwerk) bij voorkeur verduurzamingstechnieken op basis van thermische behandeling of thermische behandeling met olie. Kies van de technieken op basis van biociden, de watergedragen producten of van het type "high solid", die een beperkte hoeveelheid organische oplosmiddelen bevatten.
Optimaal: o
Vermijd verduurzamingsbehandelingen door de keuze van een natuurlijk duurzame houtsoort en een uitvoering volgens de regels van goed vakmanschap.
> Afwerkingsbehandelingen
Minimaal: o o
Vermijd vernissen en verven door de keuze van een bekleding die geen afwerking vereist. Kies de minst schadelijke verven en vernissen, d.w.z. die weinig of geen vluchtige organische stoffen (VOS) en oplosmiddelen bevatten. Kies daarom watergedragen verven met natuurlijke harsen en minerale verven op basis van kalk of kaliumsilicaat.
Aangeraden: o o
Kies voor de binnenafwerkingen bij voorkeur wassen of natuurlijke oliën. Kies bij voorkeur dispersie- of watergedragen vernissen en verven die een van de volgende milieukeurmerken dragen: "Europees Ecolabel", "NF environnement" of "Natureplus".
Logo van het Europese Ecolabel en van NF environnement, Bron: http://ec.europa.eu
Optimaal: o
Gebruik geen afwerkingsproducten en laat het hout natuurlijk verouderen.
De infofiche CSS09 behandelt specifiek de gezondheidseffecten van verven. > Curatieve behandelingen
Minimaal: Raadpleeg een vakman en volg zijn instructies, zodat geen enkele twijfel bestaat over de doeltreffendheid van een curatieve behandeling.
BLZ. 2 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
Aangeraden: o o
Controleer bij een renovatie al het houtwerk van het gebouw. Laat u hierbij door een vakman bijstaan. Voer regelmatig een controle van al het zichtbare houtwerk uit en benut werkzaamheden aan het gebouw (reparatie van het dak, binneninrichting) om houtwerk te controleren dat normaal niet zichtbaar is. De vroegtijdige opsporing van een aantasting van het hout beperkt de ontwikkeling ervan en de impact van de maatregelen om de aantasting te bestrijden.
ELEMENTEN VOOR EEN DUURZAME KEUZE TECHNISCHE ASPECTEN – VERDUURZAMINGSBEHANDELINGEN > Aanpak houtverduurzamingsbehandeling De aanpak bij een verduurzamingsbehandeling bestaat uit 4 stappen: o De biologische risicoanalyse op basis van de door de norm NBN EN 335 bepaalde risicoklassen voor aantastingen door houtzwam en overwegende dat het risico van aantasting door insecten alomtegenwoordig is. o De beoordeling van de gevolgen van verval (de fysieke aftakeling van het hout): dreigt het verval van het hout de stabiliteit van het gebouw in gevaar te brengen? Zo ja, dan pleit de veiligheid van de personen voor een preventieve behandeling. Dit geldt voor gebint- en skeletelementen van het gebouw. Het verval daarentegen van een houten gevelbekleding of van een lambrisering, hoewel nadelig vanuit esthetisch en financieel oogpunt, heeft niet dezelfde dramatische gevolgen. o De reglementaire overwegingen: geen enkele norm schrijft verduurzaming als enige oplossing voor. De CE-markering echter legt duurzaamheidsvoorwaarden op voor bepaalde industriële bouwproducten, waardoor een behandeling soms onvermijdelijk is. Dit geldt bijvoorbeeld voor prefab elementen of voor gelijmde gelamelleerde platen van houtsoorten die niet voldoende duurzaam zijn. o De keuze van een oplossing: kies bij voorkeur een van nature duurzame houtsoort. Kies in de tweede plaats voor een verduurzamingsbehandeling.
Afbeelding van de aanpak van houtverduurzaming. De behandeling moet aangepast zijn aan de houtsoort.
> Welke houtverduurzamingsmiddelen zijn beschikbaar? In België zijn drie soorten houtverduurzamingsmiddelen beschikbaar: o Watergedragen formule type zout: oplossing van minerale of organische zouten in water, bijvoorbeeld verbindingen van het type CCB (koper, chroom, boor), of meer recentere verbindingen van minerale en organische zouten die geen bekende giftige stoffen bevatten. BLZ. 3 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
o
o
Watergedragen formule type dispersie: dispersie of emulsie van actieve stoffen in water, waarbij meestal verbindingen van een insecticide en een aantal fungiciden worden toegepast. Solventgedragen formule: oplossing van actieve organische stoffen (insecticide en fungiciden) in een petroleumoplosmiddel.
Merk op dat het type van oplosmiddel de reactie van het hout kan beïnvloeden: een waterig oplosmiddel zal een uitzetting veroorzaken, die bij de droging verdwijnt en eventueel nadien, indien het hout zichtbaar blijft, geschuurd moet worden. Het hoge watergehalte van de watergedragen systemen maakt deze producten eveneens vorstgevoeliger en beperkt de weersomstandigheden tijdens welke ze kunnen worden uitgevoerd. De onderstaande tabel verduurzamingsproducten ontwikkelingen:
bepaalt de risicoklassen en de toepasbaarheid van de op basis van de geldende normen en technologische
Verduurzamingsformule
Watergedragen type zout Watergedragen type dispersie Solventgedragen
Gebruiksklasse van het hout (NBN EN 335), met beschrijving van de risico’s van biologische aantasting 1 2 3 4 5 Neen
Neen
Ja
Ja
Ja
(ja)
Ja
(ja)
Neen
Neen
(ja)
Ja
(ja)
Neen
Neen
(ja) = geschikt maar niet aanbevolen Ja = geschikt Neen = niet geschikt en/of niet aanbevolen
Wij wijzen de lezer hier op de zogenoemde "natuurlijke", "ecologische" of "biologische" producten, waarbij voorzichtigheid geboden is: het "natuurlijke" karakter van een product is geen garantie van onschadelijkheid. Bovendien kan men pas zeker zijn van de efficiëntie van een product indien het is vergezeld van een certificaat waaruit blijkt dat de gestandaardiseerde prestatieproeven met succes werden uitgevoerd. Dat certificaat is vereist om een verduurzamingsmiddel op de markt te brengen. Dit is slechts zeer zelden het geval voor oplossingen uit "grootmoeders tijd". Wat niet wil zeggen dat die producten geen enkele preventieve werking hebben, maar een afstotend effect op insecten en zwammen betekent niet dat de werking ervan sterk genoeg is om het hout over een lange periode tegen aantasting te beschermen. Nogmaals, de keuze van houtsoorten die van nature duurzaam zijn en van een zorgvuldige uitvoering, moeten als ecologische keuzes worden bevorderd. > Welke technieken worden bij houtverduurzaming toegepast? De uitvoeringstechniek bepaalt de efficiëntie van de behandeling. De volgende technieken worden toegepast: o De vollecel-injectie via autoclaaftechniek: eerst wordt het hout in onderdruk gezet, wat de hoeveelheid lucht in de lege cellen vermindert. Vervolgens wordt het hout gedurende een aantal uur in overdruk gezet om het verduurzamingsmiddel in die holten te injecteren. Een tweede onderdruk voorkomt dat het verduurzamingsmiddel uit het hout lekt. Duidelijkshalve wordt elke uitvoeringstechniek met een code gemerkt. Die codes worden bijvoorbeeld in de bestekken gebruikt om een techniek te identificeren. De autoclaaftechniek wordt aangegeven met S2 voor een behandeling op basis van zoutmengsels en O6 voor een behandeling op basis van organische oplosmiddelen. o De dubbelvacuüm techniek: het betreft een variante op de voorgaande techniek en wordt toegepast voor houtverduurzamingsbehandelingen met een organisch solventgedragen of watergedragen emulsie. Deze techniek heeft de code O3. BLZ. 4 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
o
o
De injectietechniek door de oscillating (OPM) of alternating (APM) pressure method, is een andere variante op de vollecel-injectietechniek, aangepast aan houtverduurzamingsbehandelingen voor moeilijk impregneerbaar hout, en wordt aangeduid met de code S4. Dompeling: deze techniek bestaat erin het hout onder te dompelen om het hout door capillariteit met het verduurzamingsmiddel te laten drenken. Deze techniek wordt toegepast met watergedragen emulsies of organische oplosmiddelen. Men spreekt van halflange (code T2) en lange (code T3) dompeling.
Afhankelijk van de risicoklasse van het hout kiest men een verschillend verduurzamingsmiddel en een verschillende techniek om de intensiteit van de verduurzamingsbehandeling aan te passen aan het feitelijk aantastingsrisico van het hout. In de onderstaande tabellen kan men zijn keuze van chemische verduurzamingstechniek bepalen: Risicoklasse
1
2
3
4
5
Omgevingsvoorwaarden Beschut hout, volledig beschermd tegen weersinvloeden en niet aan vocht blootgesteld (houtvochtigheid < 20%*) Beschut hout, volledig beschermd tegen weersinvloeden maar waarbij een tijdelijke hoge luchtvochtgraad kan leiden tot een occasionele houtvochtigheid > 20%* Niet-beschut hout, geen grondcontact, permanent aan weersinvloeden blootgesteld, of beschut hout, permanent aan vocht blootgesteld, houtvochtigheid > 20%* Hout in contact met de grond en met zoet water, permanent aan vocht blootgesteld, houtvochtigheid > 20%* Hout permanent in contact met zout water
Biologische risico’s
Voorbeelden
Insecten met houtetende larven (houtworm)
Binnenhuisinrichtingen, meubels, lambrisering, parket, binnenschrijnwerk
Insecten met houtetende larven (houtworm), zwammen: schimmel, blauwschimmel en meer zelden houtrotschimmel
Tegen weersinvloeden beschut gebint- en skelethout, plankier
Insecten met houtetende larven (houtworm), blauwschimmel maar ook houtrotschimmel, kubiek- en vezelig rot
Buitenschrijnwerk, gebint van gelijmd gelamelleerd hout, blootgesteld aan weersinvloeden, permanent aan damp blootgesteld hout
Alle risico’s van klasse 3 evenals zachtrotschimmel
Al het hout met grondcontact, masten, palen en beschoeiingen
Alle risico’s van klasse 4 maar vooral mariene boorders
Alle in zout water uitgevoerde houtconstructies
*Opgelet. Deze waarden vermelden de relatieve vochtigheid van het hout en niet van de lucht
BLZ. 5 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
Risicoklasse Homologatie (gebinthout) Homologatie (schrijnwerkhout) Watergedragen type zout Watergedragen type dispersie Solventgedragen
1
2
3
4
5
A1
A2
A3
A4
A5
B
/
C
/
/
/
/
S2 ; S4
S2 ; S4
S2 ; S4
T2 ; T3
T2 ; T3
O3 ; O6
/
/
T2 ; T3
T2 ; T3
O3 ; O6
/
/
> Welke technieken worden bij houtmodificatie toegepast? Houtmodificatie kan door verschillende technieken worden uitgevoerd: o Harsimpregnatie of extrusie van monomeren met een hoog houtvezelgehalte om houtkunstof composietmaterialen te vervaardigen: deze technieken zijn meer verwant aan de kunststofindustrie dan aan de houtindustrie. De materialen leveren uitstekende prestaties en zijn goed bestand tegen houtaantasting maar passen niet in het kader van ecologisch bouwen. o Chemische houtmodificatie die het hout "ongeschikt maakt voor consumptie": acetylering (techniek gebaseerd op een reactie van het hout met azijnzuuranhydride, weinig vervuilend en zonder invloed op de recyclagemogelijkheden van het hout) en furfurylatie (behandeling met furfurylalcohol, via autoclaaf). Acetylering wijzigt de kleur van het hout niet terwijl furfurylatie het hout goudbruin kleurt. o Thermische behandeling (technieken Plato®, Stelac®, Bois perduré®, Thermowood® of Bois Rétifié®): verhitting van het hout en definitieve modificatie van de houtstructuur onder thermische druk. De wijziging van sommige fysische eigenschappen van het hout is onvermijdelijk: het hout krijgt een enigszins donkere bruine keur; het heeft een lager absorptievermogen van luchtvochtigheid en een groter absorptievermogen van vloeibaar water; het boet in aan schoksterkte, buigsterkte en lijmbaarheid. Metalen in contact met het hout gaan sneller roesten. Het hout verwerft echter een grotere dimensionale stabiliteit. Deze techniek wordt voornamelijk voor binnen- en buitenschrijnwerk toegepast, maar niet voor houten structuurelementen omdat ze slechts economisch voordelig is voor hout met een kleine doorsnede. o Thermische behandeling met olie (ECOTAN of OHT techniek): het betreft eveneens een thermische behandeling waarbij het hout in een warm plantaardig oliebad wordt gedompeld (180-220°C) en zonder de toepassing van biociden wordt geïmpregneerd. Zoals bij de voormelde thermische behandeling ligt het grootste voordeel, behalve het preventief karakter, in de dimensionale stabiliteit die het hout verwerft. Het hout boet wel aan mechanische eigenschappen in: een verminderde breuksterkte (-30%) en schoksterkte (-50%). Deze technieken worden thans hoofdzakelijk voor gevelbekleding en tuinmeubelen toegepast. TECHNISCHE ASPECTEN – AFWERKINGSBEHANDELINGEN De afwerkingen beogen verschillende effecten: esthetische, mechanische (slijtweerstand), brandwerende eigenschappen, verduurzaming (schimmel, blauwschimmel), UV-bescherming, bescherming tegen uitlogen door hemelwater, regulatie van de gasuitwisselingen, een grotere dimensionale stabiliteit van het hout. Soms wordt ook het risico van aantasting door insecten beperkt, voor zover het hout volledig door een laag vernis of verf wordt bedekt. Bij binnentoepassingen beoogt de eventuele afwerking de mechanische weerstand en het behoud van de glans en de kleur. Men onderscheidt: o de "natuurlijke" afwerkingen of op de "manier van vroeger", bij voorkeur te gebruiken: oliën, wassen of bepaalde vernissen bestemd voor de vitrificatie van houten vloeren, op basis van natuurlijke harsen o synthetische afwerkingen, te vermijden: verven, vernissen, beitsen o bekledingen van synthetische folie, te vermijden: bijvoorbeeld PVC-hars. BLZ. 6 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
Bij buitentoepassingen beoogt de eventuele afwerking de verduurzaming ten opzichte van de weersinvloeden. Men onderscheidt 3 categorieën: o de filmvormende systemen (verven en vernissen): ze vormen een film aan de oppervlakte van het hout zonder merkbare indringing in het materiaal. Duurzaamheid van 3 tot 7 jaar voor verven en van 1 tot 4 jaar voor vernissen. De filmvormende systemen beperken de mogelijkheid van gasuitwisseling tussen het hout en de omgeving en kunnen bij afschilfering het ontstaan van vochtige en warme zones bevorderen die een voedingsbodem voor biologische aantasting vormen. De voorkeur gaat dus niet uit naar dergelijke systemen. Overigens, om bij de migratie van damp door het hout problemen te voorkomen, moet de binnenkant van het hout met een filmvormende afwerking een grotere waterdichtheid hebben dan de buitenkant. Wanneer dus aan de buitenkant van een raamwerk twee lagen vernis worden uitgevoerd, moeten aan de binnenkant drie lagen worden uitgevoerd … o de half filmvormende systemen (beitsen): ze vormen een waterdichte maar dampdoorlatende film. Duurzaamheid van 1 tot 5 jaar volgens het type van beits (lage duurzaamheid voor transparante beitsen en langere duurzaamheid voor dekkende beitsen). o de niet-filmvormende systemen (kleurmiddelen en houtbehandeling): ze dringen diep in het hout door en bevatten meestal biociden. Ze worden meestal als voorbehandeling van het hout toegepast. Zeer korte duurzaamheid: 1 jaar. Merk op dat donkere afwerkingen onder de werking van de zon geneigd zijn de thermische uitzetting van het hout te verhogen. Bij de keuze van de verf, voor het raamwerk bijvoorbeeld, moet hiermee rekening worden gehouden. Als voldoende maatregelen worden genomen voor de bescherming van het hout tegen aantasting door insecten en zwammen, is een afwerkingsbehandeling niet noodzakelijk. Dit betekent echter dat het houtoppervlak langzaam zal wijzigen, van een trage oppervlakteverwering tot een geleidelijke verkleuring. De uitvoeringsdetails en de keuze van de houtsoort zijn uiterst belangrijk als men geen afwerkingsbehandeling wenst uit te voeren. De verschillende blootstellingen van het hout aan weersinvloeden beïnvloeden namelijk de snelheid waarmee het hout veroudert en veroorzaken kleurverschillen tussen de verschillende gevelelementen. In dit opzicht is het ontwerp van de dorpels en lateien belangrijk. TECHNISCHE ASPECTEN – CURATIEVE BEHANDELINGEN Een curatieve behandeling begint bij de juiste identificatie van de aantasting. De meest voorkomende aantastingen door insecten zijn die van de larven (houtworm) van de boktor, de boorkever en de spintkever. De meest voorkomende aantastingen door zwammen zijn de huiszwam, de kelderzwam, de poria vaillantii, het elfenbankje, de bruine poria, het sterrenkorstje en de lenzites. Zowel de identificatie van de aantasting, de beoordeling van de omvang ervan en van de aangepaste behandeling, vereisen de expertise van een vakman. Het is verstandig om vóór de behandeling de nodige maatregelen te nemen met het oog op de stabiliteit van het gebouw. Bij een aantasting door een houtzwam moet de oorzaak van het houtvocht dat de aantasting heeft veroorzaakt, worden opgespoord en verholpen. Het gekozen curatief product moet een technisch keurmerk (ATG) dragen van het type D1 (aantasting door insecten) of D2 (aantasting door zwammen). Het product kan een organische oplossing zijn, ofwel een watergedragen oplossing in dispersie of micro-emulsie.
BLZ. 7 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
TECHNISCHE ASPECTEN – UITVOERING EN ONDERHOUD > Welke uitvoering van het hout om geen verduurzamingsbehandeling te moeten toepassen? Het hout moet zodanig worden uitgevoerd dat het permanent tegen vocht beschut is en snel kan drogen. Droog hout loopt namelijk geen risico van aantasting door insecten of zwammen (behalve de huiszwam). Zie er bij de uitvoering op toe dat het hout een voldoende lage vochtigheid heeft. Let er eveneens op enkel het kernhout te gebruiken en een voldoende duurzame houtsoort voor de gewenste toepassing te kiezen. Voer de technische details zodanig uit dat door regen bevochtigd hout gemakkelijk kan drogen. Bij de uitvoering van een filmvormende afwerking (verf of vernis) moet men er ook op letten dat voldoende gasuitwisseling mogelijk blijft, bijvoorbeeld door een correcte ventilatie aan de achterkant van de gevelbekleding of een niet-filmvormende behandeling aan de binnenkant van het raamwerk. Vermijd ten slotte grondcontact en voorzie in dit opzicht minerale ondermuren of metalen elementen. Het is trouwens niet altijd overbodig om het hout tegen aantasting door termieten te beschermen. Hoewel deze insecten niet in België voorkomen, breiden de gebieden waar ze wel voorkomen zich stilaan naar het noorden uit. In Nord-Pas-de-Calais zijn lokale besmettingen gemeld. Indien ze zich over enkele jaren tot ons land uitbreiden, zullen veel huizen met houtconstructies weerloos zijn. Gespecialiseerde literatuur beschrijft de technische details om risico’s van aantasting te beperken zonder insecticiden te gebruiken. Dit kan door de uitvoering van een "druipgroef", zodanig dat de termieten wanneer ze uit de grond naar omhoog kruipen, niet bij de houten gedeelten van het gebouw kunnen. > Onderhoud is belangrijk Een huis met een structuur en binnenafwerkingen van onbehandeld harsig Europees hout is volkomen duurzaam (risicoklasse 1 en 2), voor zover geen waterschade optreedt en men het hout regelmatig op aantasting door insecten controleert. Indien geen preventieve behandeling wordt toegepast, moet de bewoner in het bijzonder voor een goed onderhoud van het gebouw zorgen en bij schade (aan het dak bijvoorbeeld) zeer snel handelen. Voor enige schade die de bevochtiging van onbehandeld hout kan veroorzaken, moet bij de reparatie ook de schade aan het hout worden beoordeeld: is het hout bevochtigd? Kan het hout na de voltooiing van de reparatie correct drogen? Is een lokale preventieve behandeling door bestrijking vereist? MILIEUASPECTEN > Verduurzamings- en curatieve behandelingen Bij de verduurzaming van hout worden vaak biociden toegepast die het milieu kunnen belasten. De belangrijkste risico’s van de houtverduurzamingsmiddelen treden op, aan de toeleveringszijde, tijdens de verduurzamingsbehandeling en, aan de afnemerszijde, bij de verwijdering van het materiaal (moeilijk te recycleren hout, vandaar de noodzaak van verbranding). Merk op dat (thermisch of chemisch) gemodificeerd hout een betere milieubalans heeft dan met fungiciden en insecticiden verduurzaamd hout, omdat bij de modificatie geen milieubelastende stoffen worden toegepast. De thermische behandelingen verbruiken echter veel energie en lozen kookwater dat natuurlijke extracten bevat die door de hitte zijn afgebroken.
BLZ. 8 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
> Afwerkingsbehandelingen De meeste afwerkingsbehandelingen bevatten organische oplosmiddelen, minerale pigmenten en verzwaringsmiddelen die, hoofdzakelijk bij hun uitvoering, gezondheidseffecten kunnen hebben. Overigens kunnen ze de recyclagemogelijkheden van het materiaal beperken en bij hun verwijdering vervuiling veroorzaken. Om de milieu-impact en gezondheidseffecten van de afwerkingsproducten te beperken, hebben zich in de laatste jaren in de industrie een aantal tendensen ontwikkeld: afschaffing van uit cadmium, lood en chroom afgeleide pigmenten, van ftalaten en een beperking van de oplosmiddelgehalten. In dit verband vermelden we de ontwikkeling van watergedragen systemen. Helaas worden ze vanwege de aanwezigheid van water, met fungiciden gecombineerd om de duurzaamheid van het hout te waarborgen en zijn ze ook niet volledig vrij van organische oplosmiddelen. Geltechnieken die vloeibaar worden door schudden ("High solids") zijn eveneens beschikbaar. Vanwege hun dikvloeibare toestand is hun oplosmiddelgehalte sterk verminderd. Technieken op basis van afwerkingsproducten in poedervorm zijn eveneens beschikbaar maar worden voorlopig enkel in de meubelindustrie toegepast. Daarentegen kunnen vernissen en lakverven op basis van acrylaat, polyurethaan en alkydharsen, 50% tot 60% oplosmiddelen bevatten, naast gevaarlijke stoffen zoals isocyanaat die bij de uitvoering en droging vrijkomen. Bovendien zijn hun bindmiddelen niet gewonnen uit hernieuwbare grondstoffen. Vernissen met zure verharders kunnen dan weer 40% tot 50% oplosmiddelen bevatten en ook formaldehyde, die bij de uitvoering en droging vrijkomen. Om de milieu-impact van deze stoffen te beperken kan men op twee keurmerken vertrouwen: o Het Europese Ecolabel, dat een beperkt gehalte aan organische oplosmiddelen, de afwezigheid van sommige minerale zouten zoals lood, cadmium, chroom, kwik, en de afwezigheid van actieve biociden waarborgt. o Het Franse officiële milieukeurmerk NF environnement waarborgt de overeenstemming van het product met technische prestatiecriteria zoals de ondoorzichtigheid, de droogtijd, enz. en met milieucriteria zoals de beperking van de uitstoot door de solventen tijdens hun productie, het niet toepassen van geklasseerde gevaarlijke stoffen, het beperkt gehalte aan vluchtige organische stoffen, enz. De uitvoering van de afwerkingslaag is eveneens milieubelastend vanwege de productverspilling door bepaalde uitvoeringstechnieken. Sproeien bijvoorbeeld veroorzaakt een verspilling van ongeveer 50% van het product, terwijl de uitvoering met de kwast deze verspilling tot 20% beperkt en dompeling tot slechts 10%. Voor buitentoepassing is de afwezigheid van een afwerkingsbehandeling de meest ecologische oplossing, terwijl voor binnentoepassing natuurlijke wassen en plantaardige oliën goede alternatieven bieden. ECONOMISCHE ASPECTEN > Verduurzamings- en curatieve behandelingen De keuze van de behandeling wordt meestal bepaald door de blootstellingsklasse en de houtsoort. De afmetingen van het te behandelen hout beperken eveneens de keuze van de verduurzamingstechniek. Er bestaat dus geen echte concurrentie waarop de bouwheer kan spelen. In sommige gevallen is een keuze tussen biocidebehandeling of houtmodificatie mogelijk (binnen- en buitenschrijnwerk). Momenteel bieden maar weinig bedrijven houtmodificatie aan, en geen enkel is in Brussel gevestigd: Retiwood, Thermowood, Plato, Stellac, enz.
BLZ. 9 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
> Waar treft men ecologische afwerkingsproducten aan? Brussel telt een aantal verkooppunten van bio-ecologische materialen: o Carodec nv, Waversesteenweg 1801, 1160 Brussel o Vlass bvba, Langestraat 166, 1150 Brussel o Vanhumbeeck Frères bvba, Vilvoordelaan 100, 1150 Brussel o Bois Henri Lochten nv, Van Hoordestraat 43-47, 1040 Brussel o Ets De Bontridder nv, De Boeckstraat 66, 1140 Brussel In Vlaanderen zijn de meeste verkooppunten lid van het VIBE. In Wallonië zijn ze lid van Nature et Progrès of van de Cluster éco-construction. Ook in Brussel is onder de naam "EcoBuild" een dergelijke cluster opgericht, gecoördineerd door het Brussels Agentschap voor de Onderneming: www.brusselsgreentech.be Op de website van het WTCB staat een database van fabrikanten en distributeurs van bouwmaterialen, die je kunt raadplegen op basis van sleutelwoorden. SOCIALE ASPECTEN > Behandelingen: gezondheidseffecten De verduurzamingsbehandelingen zijn op een chemische actie gebaseerd. Geen enkele behandeling die biociden toepast kan als onschadelijk worden beschouwd. De traditionele behandelingen met fungiciden en insecticiden bevatten koper-, chroom-, fluor- of arseenzouten, organische esters of koolwaterstoffen. Behalve boorzout kunnen al deze stoffen neurologische stoornissen veroorzaken. Niettemin beperken de moderne behandelingen de schadelijkheid van de toegepaste stoffen doordat ze zich steeds meer op de aantastende organismen toespitsen en "nevenschade" voor de bewoners beperken. Als de stoffen in het hout worden geïnjecteerd, wordt het risico voor de bewoner meestal als beperkt beschouwd. Bij de directe uitvoering van de producten op de bouwplaats (bestrijken met een curatief middel bijvoorbeeld), moeten bepaalde gebruiksvoorwaarden in acht worden genomen: onder meer de ventilatie van de lokalen tijdens de uitvoering en het drogen. Voor de bewoner is de vervuiling van de binnenlucht door biociden dus beperkt en het probleem van de luchtkwaliteit is hoofdzakelijk teruggebracht tot de effecten van de oplosmiddelen (zie fiches CSS08 - Fysische en chemische verontreiniging binnenshuis en CSS09 - Lijm en verf: aandacht schenken aan hun invloed op gezondheid en milieu). > Risico van verval: gevolgen voor de veiligheid Het verval van een gebouw kan uiteraard ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid van de bewoners. Het is dus noodzakelijk dat het beheer aan het risico is aangepast en dat milieubescherming niet ten koste gaat van de veiligheid van de personen. Wij benadrukken nogmaals dat de afwezigheid van een verduurzamingsbehandeling alleen kan worden overwogen na een diepgaande risicoanalyse en bij de keuze van een geschikte houtsoort. In elk geval moet de bouwheer duidelijk over de eventuele risico’s worden ingelicht. DE JUISTE KEUZE MAKEN > Verduurzamingsbehandelingen Idealiter, zoals herhaalde malen in deze fiche is opgemerkt, zou men door voorafgaande keuzes geen verduurzamingsbehandeling nodig moeten hebben. Als een behandeling toch nodig is, moet men allereerst nagaan of de gekozen behandeling wel efficiënt is. De duurzaamheid van het gebouw staat tenslotte op het spel. Pas in dit opzicht wel op voor "natuurlijke" oplossingen waarvan de doeltreffendheid niet bewezen is. Kies uit de beproefde technieken de minst schadelijke en vertrouw de uitvoering toe aan een vakman. De tot op heden meest beproefde "ecologische" oplossing is de behandeling met boorzout.
BLZ. 10 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
De onderstaande tabel geeft typische voorbeelden van toepasselijke oplossingen: Risicoklasse
Constructies
Biologische risico’s
Meubels
Insecten
neen
Schrijnwerk
Insecten
neen
1
neen Plankier en parket
Traditioneel gebint Industrieel gebint 2
Gelijmd gelamelleerd hout
JA Insecten Zwammen Insecten Zwammen Insecten Zwammen
Vlak plankier (terras) Palen (terras)
Zwammen
Raamwerk
4
Insecten
Insecten Zwammen (insecten) Zwammen (insecten) Zwammen (insecten) Zwammen
Houtskelet
3
Behandeling
Gevelbekleding
Typische voorzorgsmaatrege l EN verbied gevoelig hout * EN verbied gevoelig hout * EN verbied spinthout INDIEN aanwezigheid spinthout
Afwerking
ja ja ja
ja
OF verbied spinthout
neen
JA
/
neen
JA
/
neen
ja
EN verbied spinthout
neen
JA
OF duurbare houtsoort
JA
ja
OF duurbare houtsoort
ja
JA
OF duurbare houtsoort
(ja)
JA
Van de bodem isoleren
(ja)
Houtsoorten gevoelig voor de lyctus (spinthoutkever), zoals esdoorn, kersen, noten en iep (ja)= geschikt maar niet aanbevolen ja= aangepast en aanbevolen JA= geschikt en noodzakelijk neen= niet geschikt en/of niet aanbevolen
Kies uit de beschikbare behandelingstechnieken, zo mogelijk, bij voorkeur de technieken die geen biociden toepassen, zoals houtmodificatie door thermische behandeling, thermische behandeling met olie of chemische actie. > Afwerkings- en onderhoudsbehandelingen Vermijd voor buitenmaterialen de toepassing van afwerkingsbehandelingen. Doe wel een effectenanalyse van de afwezigheid van een afwerkingsbehandeling op de eigenschappen van het hout, zoals zijn thermische uitzetting. Kies voor het onderhoud van het binnenhout bij voorkeur natuurlijke wassen en oliën die geen oplosmiddelen of biociden bevatten en waarvan de bindmiddelen uit hernieuwbare grondstoffen gewonnen zijn.
BLZ. 11 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
> Curatieve behandeling Dit soort behandeling wordt uitgevoerd wanneer het hout al is aangetast. Het is dan ook belangrijk dat men het volste vertrouwen kan hebben in het toegepaste product. Kies dus een product met een technische goedkeuring van het type D1 (aantasting door insecten) of D2 (aantasting door zwammen). Kies hieruit bij voorkeur een watergedragen product.
IN DE PRAKTIJK In de verschillende ontwikkelings- en uitvoeringsfasen van het project moeten maatregelen worden genomen: PROGRAMMERING Indien de bouwheer een houtconstructie overweegt, doet hij een beroep op ervaren vakmensen, zodat de uitvoering zodanig wordt ontworpen dat geen verduurzamingsbehandeling nodig is. Bij renovatie moet een analyse worden uitgevoerd van de staat van het hout. De eerste maatregel bestaat meestal in het opsporen en oplossen van de oorzaken van vochtig hout. Gezien de risico’s van verval verbonden aan de aantasting door zwammen en/of insecten, wordt de behandeling steeds aan een gespecialiseerd bedrijf toevertrouwd. UITVOERINGSPROJECT, DOSSIER VOOR DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING > Bestek Duidelijkheidshalve en om een verkeerde interpretatie van het bestek te voorkomen, bepaalt de opsteller van het bestek een specifieke technische goedkeuring of, zo niet, bepaalt hij een combinatie homologatie/behandelingstechniek op basis van de tabel eerder in deze fiche. Voorbeeld van formulering: "De gebintelementen worden behandeld volgens een A2/T2techniek gedekt door een geldige technische goedkeuring. Het behandeld hout moet vergezeld zijn van een attest afgegeven door het erkend bedrijf dat de behandeling heeft toegepast." > Afwerkingsbehandeling De ontwerper vermijdt een beroep te doen op oppervlaktebehandelingen. Voor houten vloerbekledingen is het echter nuttig een bescherming tegen slijt en vuil te laten uitvoeren. Zo mogelijk, is een behandeling met natuurlijke wassen of lijnolie aangewezen want beide zijn beter aangepast aan de specifieke aard van het hout. Kies bij voorkeur olieachtige impregnatie en oplosmiddelvrije wassen. Als voor ander binnenhout een oppervlaktebehandeling vereist is, is het goed dat de ontwerper houtverduurzamingsmiddelen met de volgende kenmerken voorschrijft: o vrij van actieve biociden (fungiciden, insecticiden, bactericiden) o oplosmiddelgehalte tussen 0% en 5% o bindmiddelen gewonnen uit hernieuwbare grondstoffen Men bepaalt zijn keuze dus als volgt: Soort afwerking in volgorde van voorkeur
1e keuze
2e keuze
Olie
Lijnolievernis
Olieachtige impregnatie en harde oliën met natuurlijke harsen
Was
Oplosmiddelvrije natuurlijke was
/
Te vermijden
/
/
BLZ. 12 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
Soort afwerking in volgorde van voorkeur Beits
Vernis
Verf
1e keuze
Beits met natuurlijke harsen Vernis met natuurlijke harsen Lakverf met natuurlijke harsen
2e keuze
Te vermijden
Beits met kunstharsen
/
Schellakvernis
Acrylvernis
Olieverf
Acryl lakverf
ONDERHOUD Volg tijdens de uitvoering van de afwerkingsbehandeling de veiligheidsinstructies bij het product. Zorg onder meer voor een goede ventilatie van de lokalen en verwijder productresten via gespecialiseerde afvalcircuits. Het reinigen onder de kraan van de kwasten waarmee het afwerkingsmiddel werd aangebracht, vervuilt het water dat in de riool terecht komt. Volg ook hier de aanbevelingen van de fabrikant.
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Andere infofiches die met houtconstructies verband houden: o CSS08 - Fysische en chemische verontreiniging binnenshuis o CSS09 - Lijm en verf: aandacht schenken aan hun invloed op gezondheid en milieu o MAT02 - Ruwbouw: rationele en spaarzame technieken en bouwmaterialen kiezen, rekening houdend met hun milieubalans o MAT04 - Het ideale materiaal kiezen voor buitenschrijnwerk o MAT06 - Bekleding van binnenmuren en plafonds: gezonde en ecologische materialen kiezen o MAT07 - Vloerbekleding: gezonde materialen met een gunstige milieubalans kiezen o MAT08 - Een houtsoort kiezen volgend de aard en de toepassing BILBIOGRAFIE Bronnen: o De lijst van de in België toegelaten pesticiden kan op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden gedownload: www.environnement.fgov.be/Root/tasks/products/Risk/Pest/subsactive.htm o De lijst van de gehomologeerde houtverduurzamingsmiddelen is beschikbaar bij de Association Belge pour la Promotion du Bois of bij het Technisch Centrum van de Houtnijverheid o De Algemene technische goedkeuringen in de houtsector kunnen worden geraadpleegd op de website van het TCHN: www.ctib-tchn.be/main_ctib/frames/f_certification_F.htm of van Benor-ATG : http://info.benoratg.org/content/index_search_atg.cfm Algemene informatie: o Association Belge pour la Promotion du Bois: www.portailbois.org o Technisch Centrum van de Houtnijverheid: www.ctib-techn.be o Cluster EcoBuild: www.brusselsgreentech.be o Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen (www.vibe.be) BLZ. 13 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10
o o o o o
Hout en Wonen: www.hout-wonen.be Hout Info Bois: http://www.houtinfobois.be/ L’observatoire national français des termites: www.termites.com.fr Direction Générale des Ressources Naturelles et de l’Environnement en Région Wallonne (DGRNE): http://environnement.wallonie.be/ Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois, Service d’identification des champignons et insectes xylophages: http://environnement.wallonie.be/crnfb/site/frameset.cfm?page=hp.cfm
Wetteksten: o Duurzaamheid van hout en ervan afgeleide materialen - Begripsbepalingen van de risicoklassen voor biologische aantasting - Deel 1 : Toepassing bij volhout , NBN EN 335-2 : 1992, herziening 2005 o Duurzaamheid van hout en producten op basis van hout - Natuurlijke duurzaamheid van massief hout - Deel 2: Gids van de natuurlijke duurzaamheid en behandelbaarheid van houtsoorten van belang in Europa, NBN EN 350-2 : 1994 o Duurzaamheid van hout en producten op basis van hout - Natuurlijke duurzaamheid van massief hout - Gids van de duurzaamheidseisen van hout voor gebruik in de risicoklassen, NBN EN 460 : 1994 o Duurzaamheid van hout en houtwaren - Gedraging van houtverduurzamers bepaald door biologische proeven - Deel 1: Voorschriften volgens gevaarklasse, NBN EN 5991 : 1997 o Europese richtlijn 2006/121/EG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen teneinde deze aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen REACH, Richtlijn 2006/121/EG Literatuur over houtconstructies: o M. Van Leemput, Traitement, préservation et finition des bois de construction, Voortgezet onderricht "Le bois dans la construction", UCL o Curatieve houtbescherming in gebouwen, WTCB, TV 180 o L’isolation thermique des façades à structure bois, Waals Gewest, gratis download op de website www.energie.wallonie.be o Suzanne et Pierre Déoux, Le guide de l’habitat sain, uitg. Medieco, 2004 De labels: o Europees Ecolabel: http://europa.eu.int/ecolabel o NF-environnement: www.marque-nf.com o Natureplus: www.natureplus.org
BLZ. 14 VAN 14 – HOUTBEHANDELINGEN: AANDACHT SCHENKEN AAN DE GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID – FEBRUARI 2007 - PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN PRAKTISCHE AANBEVELING CSS10