Ps116:1-3,10; LB314; Luc17:1-3+20-36; Ps105:2,3; Luc18:1-8; Gk147; Opw623; Gk100:3,6; Gk118:1,3
Houdt vol te vragen om de komst van de Mensenzoon! 1. In gesprekken wordt soms een conclusie getrokken met een bekende (bijbelse) oneliner. ‘ja, het volk gaat door gebrek aan kennis ten onder’ of ‘als Hij komt, zal Hij dan nog wel geloof vinden op aarde?’. De uitdaging is om die oneliners niet als dooddoeners te zien maar er mee te leven. 2. Als we dit bijbelgedeelte proeven gaat het eerst over ‘de gelijkenis van de kansloosheid’, over twee ‘Bijbelse oertypen’ (rechter en weduwe). De rechter die namens God het moest opnemen voor de kwetsbare mens. Maar dat deed hij niet. De weduwe hield vol. Wat doe(t) jij/u in zo’n situatie? Tenslotte komt er toch zo’n vreemde oplossing: uiteindelijk luistert de rechter. Wat wil de Here Jezus hiermee zeggen? Hij wil duidelijk maken dat een mens zich zo kan voelen. Hij kent zelf ook zijn worstelingen (Hebr.4; Ps.22)! Hij kent ons ook in onze geloofsworstelingen! Tegelijkertijd wil Hij ook laten zien hoe zijn hemelse Vader echt is. Iemand die er altijd is voor zijn ‘uitverkorenen’. Wat te doen? 3. De oplossing ligt in vs.1: blijf altijd bidden en geef niet op. Ook (juist!) als je je voelt als deze weduwe. Ook als om je heen gebeurt wat in Luc.17 (26-30) beschreven staat, nl. hoe die tijd voor Zijn komst zal zijn. Na de gelijkenis klinkt die indringende vraag of de Mensenzoon nog geloof zal vinden op aarde. Vs.8 laat zien dat de vervulling van dat bidden is dat de Mensenzoon komt. Hoe houd je het vol? De Here God Zelf zorgt ervoor dat de bruid er zal zijn na de komst van de Mensenzoon: dus ontspan. Maar Hij schakelt ons wel in. Je kunt (bijv.) denken aan gebed, omgang met Hem en zijn Woord, ‘Christus omhelzen’, ‘volharding van heiligen’, geloven dat God je écht hoort, dat onze Voorbidder meebidt, dat je elkaar onderweg mag meenemen en bemoedigen. Maak je genoeg gebruik van de geboden mogelijkheden? ‘Alles sal reg kom!’ maar je moet wel volhouden, anders is voor jou/u de deur dicht t.Z.t.! Gesprekspunt, kindfragment, citaten, bijbelrooster 1. Wat heb jij/heeft u nodig om vol te blijven houden? Wat kan de gemeente hierin betekenen? Durf je het aan hen te hulp te vragen? Mogen zij ook een appèl doen op jou? Samen biddend onderweg: een mooi plaatje…. 2. v . . r de k . nd . ren: je merkt h . t niet altijd m . . r de H . re Jezus is bezig om ter . g te k . men. D . n w . rdt het leven helemaal m . . i! G . . . . . . s! 3.‘De geschetste situatie op de jongste dag impliceert iets voor het gedrag in de daaraan voorafgaande tijd. Aan het voorbeeld van Lots vrouw wordt dan ook een toepassing verbonden voor het leven van de luisteraars tijdens hun huidige leven: wie zijn leven wil redden, verliest het en wie het wil verliezen zal het juist tot (nieuw) leven brengen. Alleen Lot zelf die bereid was alles zonder omzien achter te laten, redde zijn leven, maar toen zijn vrouw haar leven in Sodom niet kon loslaten, vond zij juist de dood’ 4. ‘De periode voor de terugkeer van Jezus zal een tijd vol spot zijn, vol goddeloosheid en afvalligheid van het geloof. Dat wordt op talloze plaatsen in het NT aangekondigd. Maar Jezus doet meer dan alleen maar een probleem signaleren. Hij reikt ons ook de oplossing aan. Op de vraag van de leerlingen ‘geef ons geloof’ geeft Jezus geen direct antwoord. In plaats daarvan spreekt hij hen toe. En dat is ook de meest aangewezen manier om aan hun verlangen naar meer geloof tegemoet te komen, want ‘door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus’ (Rom.10,17)’ 5. Bijbelrooster: zondag Luc.11:1-18 + 37-54 (16.53.54; vgl. jezelf met Farizeeër); maandag Luc.15:1-10 (2; vgl. jezelf met Farizeeër); dinsdag Luc.16:1-8 (14); woensdag Heb.4:14-16 (Hij weet wat wij kunnen voelen)+Hebr.7:25-28 + Joh.17:15 + Luc.22:32 (en doet er iets aan); donderdag Noach (Luc.17:26): Gen.6:5-7:5 + Hebr.11:7; vrijdag Lot (Luc.17:28): Gen.19:1-29);
zaterdag over recht(er) en weduwe: Ex.22:21-23 + 2Kron.19:4-11. Liefhebbers: Amos 5:10-15; Mat.25:1-13; Deut.10:12-22 (18); Jes.10:1-4. Art.26 N.G.B.; Ef.1:15-23; Mt.16:13-28 (18b!)
Ds.G.J.Klapwijk, Zwolle-Berkum, 22 maart ’15 Ps116:1-3,10; LB314; Luc17:1-3+20-36; Ps105:2,3; Luc18:1-8; Gk147; Opw623; Gk100:3,6; Gk118:1,3
Houdt vol te vragen om de komst van de Mensenzoon! Blok 1. Met de kinderen even in gesprek of ze deze uitdrukking kennen: ‘de appel valt niet ver van de boom’. Soms kun je met een uitdrukking of een gezegde een hele wereld samenvatten. Iedereen begrijpt opeens wat er gezegd werd, gedaan werd. Je kunt het hebben als je samen aan het praten bent over het geloof. Dat er zorgen zijn om de geloofskennis van de nieuwe generatie. Ze leren op catechisatie de zondagen niet meer uit hun hoofd…. En het kan zo maar zijn dat iemand dan zegt vanuit bezorgdheid ‘er staat toch ook dat een volk te gronde zal gaan vanwege gebrek aan kennis’? En soms krijgt zo’n gesprek een nog zwaardere, sombere toon. Bijv. als het gaat om kerkverlating. Volgens onderzoeken zal maar een bepaald gedeelte van de jeugd zich daadwerkelijk gaan verbinden aan een geloofsgemeenschap. Hoe zal dat gaan? Welke kant gaat dat op? En zo kan het gebeuren dat iemand zegt: ‘er staat toch ook in de Bijbel: als de Here Jezus komt, zal Hij dan nog wel geloof vinden op aarde?’. En dan bedoel je: als het zo slecht gaat met de kerk en er zoveel kerkverlating is, hoelang gaat dat dan door? En is er dan misschien straks helemaal geen gemeente meer? Heftig, hè? Nou, en die laatste komt uit het bijbelgedeelte van vandaag. Reden genoeg om er eens even naar te kijken. Is het een tekst om bang van te worden? Om bemoedigd te worden? Om beiden? Blok 2. Wat is het toch een vreemde gelijkenis die de Here Jezus hier vertelt. Hij wordt wel eens genoemd de gelijkenis van de kansloosheid. Zo’n verhaal bedenk je toch niet? Zo onjoods, zo ongehoord. En tegelijkertijd weten we ook dat de Here Jezus een gelijkenis altijd vertelt met een doel. Elke gelijkenis heeft iets waar het op lijkt. Waar ligt hier nu het punt van vergelijking? Wat moet je met dit vreemde verhaal? De rechter en de weduwe: twee oertypen in de Bijbel. De rechter die namens God recht doet en recht spreekt in een samenleving. Hoe erg, ook vandaag, als daar corruptie in optreedt. Als daar wordt voorgetrokken, als daar geen recht wordt gedaan! In Psalm 82 wordt de rechterlijke macht zelfs aangesproken met ‘goden’.
Om duidelijk te maken dat er een heel kort lijntje ligt tussen God en de rechter. Wat vindt de Here God het belangrijk dat recht en gerechtigheid worden gehandhaafd hier in deze wereld. Mensen moeten het hier goed hebben omdat Hij zo goed is! En de weduwe, vaak in een adem genoemd met de wees. De kwetsbare, zij die hulp nodig heeft. Omdat God het niet duldt dat mensen te kort hebben in zijn wereld. Omdat Hij een goede God is en een goede wereld wil zien. En die twee oertypen komen elkaar tegen in deze gelijkenis. De weduwe komt haar recht halen bij de rechter, terecht! En de rechter laat zich niets aan haar gelegen liggen. Hoe absurd! Kansloos, deze weduwe. Als ze niet ophoudt, dan laat hij haar van de stoep vegen. Hij heeft wel wat beters te doen…. Een grotere klus misschien waarbij hij meer vangt, aan geld of aan eer… En het vreemde is dan in deze gelijkenis dat de rechter uiteindelijk wel luistert… Omdat deze weduwe zo volhoudt en aanhoudt. Iemand noemde dit het muizengaatje in de gelijkenis. Dat waardoor toch nog te ontsnappen was. Dat waardoor je toch nog kon worden gered. Dat is het moment dat de Here Jezus de gelijkenis laat voor wat het is en iets vertelt over zijn Vader, over onze Vader in de hemel. Over de God die zijn kinderen, zijn uitverkorenen, niet loslaat. Wel degelijk hoort wat er gezegd en gevraagd wordt! Daar kom ik straks nog op terug. Waarom dit beeld, deze gelijkenis? De Here Jezus wil waarschijnlijk ook duidelijk maken dat Hij weet hoe wij ons soms kunnen voelen. Dat het soms zo machteloos voelt, als je maar bidt, en maar bidt en maar bidt… en er voor je gevoel zo weinig verandert. Je ziekte, je werkloosheid, je eenzaamheid, je verslaving, je verlangen naar verlichting, naar herstel, naar lucht en ruimte, naar leven…. Dat je soms ten einde raad bent en er bijna niet meer in gelooft…. Hoe zal onze Heiland hier zelf ook mee hebben geworsteld? Hij die op gelijke wijze als wij verzocht is geweest, maar zonder te zondigen… Wat heeft het voor Hem betekent toen Hij vroeg of de beker voorbij mocht gaan. Toen Hij Ps.22 op de lippen nam: mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Wat komt de Here Jezus ons nabij en tegemoet als Hij zo’n absurd tafereeltje schetst! Ik weet wat er in je om kan gaan… Dat de hemel van koper lijkt en je denkt dat er niemand is die het hoort en je serieus neemt. En met zijn belijdenis over zijn Vader wil Hij toch duidelijk maken dat de werkelijkheid soms zo anders kan zijn dan onze ervaring (herhalen). Blok 3. En hoe nu verder?
Wat wil de Here Jezus met deze gelijkenis en de uitleg erbij aan ons en aan de discipelen duidelijk maken? De sleutel ligt in vs.1 met in het verlengde daarvan in vs.8. Wij zien het in onze vertaling niet zo terug maar het is zeer aannemelijk dat het woord ‘ook’ hier in de vertaling moet worden opgenomen. Hij sprak ‘ook’ (!) een gelijkenis tot hen. Er ligt een duidelijke lijn naar het voorafgaande gedeelte in hs.17. Als je in een tijd bent aangekomen waarin je worstelt met je plek, je bestaan op aarde, blijf bidden! Als je het gevoel hebt dat de loodzware last die je te tillen hebt, nooit meer overgaat: blijf bidden. Als het er in deze wereld aan toegaat zoals in de dagen van Noach of in de dagen van Lot, of in de dagen van ons in 2015…. Jij bouwt een ark en verkondigt daarmee. De rest steekt er de draak mee…(1 Petrus 3:20). De wereld in de tijd van Lot waar nog geen handjevol gelovigen meer te vinden waren in Sodom. Weet je nog? In Gen.18: ‘Heer, als er nog 10 zijn…., wilt U dan alstUblieft…?’ Maar ook die waren er niet. Wat doet zoiets met je? Mensen trekken zich niets aan van God. Mensen zijn hun eigen god en trekken hun eigen plan.. En kijk eens.. het gaat ze eigenlijk ook nog wel goed. Ze luisteren respectvol naar je verhaal. Vinden het prima dat je gelooft maar val hen er niet mee lastig…. Je zou zomaar kunnen denken: ach, waarom zou ik blijven geloven, blijven bidden? Wat heeft het allemaal voor zin? Is het allemaal wel echt waar? En je zou kunnen doen wat de weduwe ook had kunnen doen: stoppen met haar gang naar de rechter. Maar wat zou ze er uiteindelijk mee gewonnen hebben? Dan was je uiteindelijk helemaal alleen, met al je problemen. Dus de Here Jezus wil hier duidelijk maken dat Hij begrijpt als je je voelt als de weduwe uit de gelijkenis. Dat kan zijn vanwege persoonlijke nood. Het kan ook zeker zijn als je ervaart hoe je omgeving leeft als in de dagen van Noach. Het kan zomaar zijn dat je het zelf ook steeds moeilijker vindt om te blijven geloven. En daarom dan opeens die bijzondere, ook scherpe vraag van de Here Jezus in vs.8. Als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde? Je zou kunnen zeggen dat het komen van die Mensenzoon de vervulling is van het volhardend bidden in vs.1. Vs.1: ‘blijf bidden’ en vs.8 ‘als Hij dan komt’…Zo ligt volgens mij het verband. Blijf voortdurend bidden om de komst van de Mensenzoon als je leeft in tijden zoals bij Noach, bij Lot en in bepaalde mate ook vandaag! Zullen er dan nog wel mensen blijven die bidden om de komst? Zullen er nog wel mensen geloven als de Mensenzoon komt?
Wat een vreemde vraag! Natuurlijk! Dat is toch een gegeven! De uitverkorenen, de lievelingen van God: natuurlijk zullen zij er zijn! God Zelf zal hen te machtig worden! Omdat ze uitverkoren zijn zal Hij ze tot geloof brengen, lees Efeze 1! Dat is toch wat je door de hele Bijbel heen hoort? God houdt zijn kerk in leven… De poorten van het dodenrijk zullen de kerk niet kunnen overweldigen (Mat.16). Juist daarvoor is deze Mensenzoon hier zo vastberaden op weg naar Jeruzalem aan het gaan! De Mensenzoon… als een tweede Adam zwervend buiten het paradijs om opgejaagd en bespot, gekruisigd en verlaten de prijs te betalen. Vanwege de overtreding van Adam en Eva. Vanwege onze zonden, die van mij…. en van jou … en van u…. Vanwege de uitverkorenen! Gods geliefde kinderen. Dus… ontspan…. Laat je niet in de war brengen door die indringende vraag van de Here Jezus. Gebruik de opmerking ook niet te snel in een of ander gesprek over kerkverlating. Maar probeer de vraag te proeven in het verband. Dat de Here Jezus deze vraag toch stelt betekent dat Hij ons ook wil oproepen om persoonlijk werk te maken van onze roeping! Maak werk van je kindschap van God! En een zeer belangrijk middel om hiermee bezig te zijn is bidden. Blijf altijd bidden en geef niet op! Uiteindelijk om uitzicht, om een einde aan alles wat je zo ontzettend kan raken vandaag. Samen te vatten in ‘kom Here Jezus kom!’. Sta voor jezelf eens stil hoe je hiermee om gaat. Wat betekent bidden voor je? Wat betekent bidden voor je als je al lang ergens om vraagt en mee worstelt? En in het verlengde hiervan: hoeveel verlangen is er bij je om thuis te raken in zijn Woord? Om te wandelen met Hem? Om bezig te zijn met de ‘dingen’ van het Koninkrijk? Wat doet het je dat we straks Goede Vrijdag en Pasen vieren? Is er bij je ontroering? Ontzetting? Verlangen? Dankbaarheid? Omhels je Heiland in geloof! Vlucht naar Hem toe! Verwacht het van Hem! Houdt vol! Geloof dat Hij Zelf ook nu met dezelfde liefde en bewogenheid bezig is voor de uitverkoren kinderen van God. Dat deed Hij op aarde: Luc.22:32: ‘Ik heb voor je gebeden, Simon, opdat je geloof niet zou bezijken’… In Johannes 17:15: ‘Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen de duivel’. Dat doet de Here Jezus nu Zelf in de hemel. En Hij is voorbidder/Pleiter bij Vader in de hemel. Hij neemt het voor ons op! Geloof je dat? Leef je daarmee? En hoe ga je er met elkaar mee om?
De Here Jezus kwam in een tijd waarin het volk niet overliep van verlangen naar de Messias. Aan het slot van het O.T. lijkt het stil te worden. En het lijkt erop alsof het volk ook elkaar niet meer zo bij de les houdt. Voor Johannes de Doper aan was het een donkere tijd geworden… Zoals het ook vandaag voor je kan voelen. Houdt vol! Houdt het samen vol! En als het dan gaat om de oneliners uit het begin van de preek… Over gebrek aan kennis en kerkverlating… Wat zien de jongeren aan ons? Ben je thuis in de Schrift? Thuis bij Hem? Bid je voor hen? Spreek je met hen? Merken ze aan je dat je leeft vanuit de verwachting van de weduwe? Kunnen zij Gods liefde proeven als ze je tegenkomen? Probeer er met elkaar over te spreken of je jezelf herkent in de weduwe. Wat je daarin voor elkaar kunt betekenen. Dat je samen volhoudt, volhouding van heiligen…. Volharding der heiligen. Omdat je erin gelooft, in Hem. Soms kan een uitdrukking of een spreekwoord, een oneliner iets kort en bondig neerzetten. Ik ken er nog eentje. ‘Alles sal reg kom’. Bekend geworden in de politieke situatie van Zuid-Afrika. Soms zie je het staan op een tegeltje. Officieel schijnt er nog iets achteraan te komen… ‘als elkeen sij plig doen’. Blijf dus altijd bidden en geef niet op. Dan zul je nog eens wat meemaken als de Mensenzoon komt! Wat een geluk, wat een verlossing. Eindelijk wordt recht gedaan, uit genade! Vol overtuiging, uit liefde. Zeg daar maar amen op!