Hotelmanagement (HMA) Hotelmanagement fasttrack (HMAf) Versie: R.X.OER.1.0

Onderwijs- en Examenregeling Cohort januari 2015-2016 (fasttrack variant) Cohort januari 2015-2017 (tweejarige variant) Cohort januari 2015-2018 (driejarige variant)

Hotelmanagement (HMA) Hotelmanagement fasttrack (HMAf)

Versie: R.X.OER.1.0

Deze Onderwijs- en Examenregeling is door het instellingsbestuur van Tio vastgesteld in december 2014 en treedt in werking op 1 januari 2015.

Onderwijs- en Examenregeling HMA Tio cohort januari 2015-2016, 2015-2017 en 2015-2018

1

2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................................... 3 Voorwoord.............................................................................................................................................................. 5 1

Algemene informatie..................................................................................................................................... 6 1.1 Introductie Tio ........................................................................................................................................ 6 1.2 Onderwijsvisie ....................................................................................................................................... 7

2

Examinering................................................................................................................................................. 10 2.1 Wijze van examinering......................................................................................................................... 10 2.2 Planning tentamens ............................................................................................................................. 10 2.3 Leerplichtwet ....................................................................................................................................... 11 2.4 Schriftelijke tentamens ......................................................................................................................... 11 2.5 Praktijktentamens ................................................................................................................................ 12 2.6 Projecten ............................................................................................................................................. 14 2.7 Talen.................................................................................................................................................... 15 2.8 Vrije keuzeruimte ................................................................................................................................. 16 2.9 In- en uitschrijven voor (her-)tentamens .............................................................................................. 17 2.10 Afname van tentamens ........................................................................................................................ 18 2.11 Toekenning cijfers................................................................................................................................ 20 2.12 Diplomering ......................................................................................................................................... 21 2.13 Verlengde inschrijving.......................................................................................................................... 21 2.14 Studievoortgangsgesprekken/Studiekeuzecheckgesprekken .............................................................. 22 2.15 Vrijstellingen ........................................................................................................................................ 22 2.16 Dyslexie en andere functiebeperkingen ............................................................................................... 23 2.17 Verwijdering ......................................................................................................................................... 23 2.18 Bewaken kwaliteit tentamens .............................................................................................................. 24 2.19 Bezwaar aantekenen ........................................................................................................................... 25

3

De opleiding Hotelmanagement (HMA) sep14 .......................................................................................... 29 3.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 29 3.2 Typering beroep Manager/Ondernemer Horeca .................................................................................. 29 3.3 De inhoud en programmering van de opleiding Hotelmanagement (HMA).......................................... 30 3.4 Examinering opleiding Hotelmanagement ........................................................................................... 36

4

De opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf) sep14 ......................................................................... 44 4.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 44 4.2 Typering beroep Manager/Ondernemer Horeca .................................................................................. 44 4.3 De inhoud en programmering van de opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf) .......................... 44 4.4 Examinering opleiding Hotelmanagement fasttrack ............................................................................. 49

5

Stage ............................................................................................................................................................ 57 5.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 57 5.2 Voorwaarden om op stage te mogen gaan .......................................................................................... 57 5.3 Herkansen van de stage ...................................................................................................................... 60

6

Geldigheid OER ........................................................................................................................................... 62 6.1 Geldigheid Onderwijs- en Examenregeling.......................................................................................... 62 6.2 Geldigheid cohort................................................................................................................................. 62


3

Onderwijs- en Examenregeling Tio cohort september 2013-2015

4

Voorwoord Beste student, Voor je ligt de Onderwijs- en Examenregeling, kort gezegd, de ‘OER’! De OER beschrijft hoe het onderwijs en de examinering van de opleiding Hotelmanagement is ingericht. Je zult de OER wel een saai document vinden. Toch raad ik je aan om het tijdig te bestuderen. Geregeld maken we studenten mee die dit document te laat lezen en daardoor onnodige studievertraging oplopen. Zonde van je tijd! Deze OER beschrijft naast de plichten ook de rechten van de student. Bij Tio ben je naast student ook klant. Je zult de komende twee jaren, mits je trouw alle lessen volgt(!), ruim 1600 uur onze gast zijn. In die lange periode zullen er vast zaken fout lopen of minder goed gaan. Als er zaken verkeerd gaan mag je gerust vriendelijk en constructief overleg zoeken met je studiecoach, docent, vestigingsmanager, de examencommissie of ondergetekende. Hoe eerder we de problemen kunnen onderkennen, des te sneller kunnen we ze oplossen. Ik wens je bij het studeren veel studieplezier. Ik raad je aan te genieten van de vele leuke dingen die je bij Tio zult leren. En doe leuke dingen naast je studie. Vergeet niet dat je werkt om te leven en niet andersom. De studententijd wordt door velen beschouwd als de leukste tijd van je leven. Probeer je dromen te koesteren. Of nog mooier, probeer je dromen waar te maken. Een groot voordeel is dat je bij Tio studeert voor een leuke bedrijfstak. Het is een positieve wereld van eten, drinken, entertainment en vakantie. Een bedrijfstak van mensen, die altijd boeiend en verrassend zullen blijven. Vaak heb je met andere culturen te maken. Je werkterrein is internationaal. Ik hoop dat de hospitalitybranche je zo weet te betoveren dat het studeren je spelenderwijs en moeiteloos af zal gaan!

Met vriendelijke groet, Hogeschool Tio

Ir. Mark W. Düthler Directeur

NB: In deze OER wordt alleen de mannelijke vorm gebruikt. Dit is gedaan voor de leesbaarheid. Overal waar “hij” of “zijn” staat, wordt ook “zij” respectievelijk “haar” bedoeld.


5

1 Algemene informatie 1.1

Introductie Tio

Tio is een niet-bekostigde instelling, van oudsher gespecialiseerd in opleidingen op het gebied van hospitality en toerisme. Recentelijk is het opleidingsaanbod uitgebreid met businessopleidingen. Momenteel biedt Tio de volgende dagopleidingen aan op het gebied van toerisme, hospitality en business: Tabel 1: overzicht opleidingenaanbod Afkorting HMA

mbo-4

Opleiding Hotelmanagement

Duur 2-3 jaar

HMAf

mbo-4

Hotelmanagement fasttrack

1 jaar

SRH

mbo-4

Steward(ess) Receptionist(e) Host(ess)

2-3 jaar

SRHf

mbo-4

Steward(ess) Receptionist(e) Host(ess) fasttrack

1 jaar

CBM

mbo-4

Commercieel Business Management

2-3 jaar

CBMf

mbo-4

Commercieel Business Management

1 jaar

ITM(e)

hbo

Internationaal Toeristisch Management

3-4 jaar

HEM(e)

hbo

Hotel- en Eventmanagement

3-4 jaar

IBM(e)

hbo

International Business Management

3-4 jaar

Feiten:  Bij Tio studeren jaarlijks ongeveer 1500 studenten.  Tio heeft vestigingen in Amsterdam, Eindhoven, Hengelo, Rotterdam en Utrecht.  Elke vestiging verzorgt de bovenstaande opleidingen, met uitzondering van de Engelstalige opleidingen. Deze worden alleen in Amsterdam en Utrecht gegeven.  De opleidingen starten zowel in september als in januari.  Studenten die een voltijdopleiding volgen bij Tio kunnen in aanmerking komen voor studiefinanciering in het kader van de Wet Studiefinanciering 18+.  Tio is gecertificeerd volgens de norm ISO 9001:2008.  De hbo-opleidingen die Tio aanbiedt zijn NVAO geaccrediteerd.  Tio is geassocieerd lid van het ANVR (Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen).  Tio is lid van NRTO (Nederlandse Raad voor Training en Opleiding).  Tio is lid van de Vereniging van afgestudeerden van erkende Hoge Hotelscholen (INCH).  Tio is lid van het Genootschap voor Eventmanagers.  Tio is lid van de EAIE (European Association for International Education).

6

Algemene informatie

1.2

Onderwijsvisie

Als uitgangspunt voor de programmering en vormgeving van haar mbo-onderwijs, hanteert Tio de volgende onderwijsvisie: Persoonlijk onderwijs Tio staat voor persoonlijk onderwijs. Door de kleine klassen, maximaal zo’n 20 studenten bij theorielessen en maximaal 10 studenten bij praktijklessen, kunnen de docenten aan alle studenten persoonlijke aandacht geven en de studenten optimaal begeleiden bij hun leerproces. De docenten kennen de studenten niet alleen bij naam, maar kennen ook de persoon achter de naam. Intensief onderwijs Bij Tio krijgt een mbo-student veel les; gemiddeld zo’n 32 lesuren per week. Er is geen sprake van lesuitval, lessen die uitvallen worden namelijk altijd ingehaald. Tijdens de zomermaanden lopen de studenten stage (13 weken) en tijdens de regionaal vastgestelde herfst- en voorjaarsvakantie worden activiteiten en projecten voor school gepland. Een studiejaar bij Tio duurt dan ook 47 weken, ten opzichte van de 40 weken in het bekostigd onderwijs. Door dit intensieve onderwijs is het mogelijk om na het vmbo in twee of drie jaar een mbo4-diploma te halen, na de havo kan dit zelfs in één jaar. Incentives Prestatieprikkels zorgen voor extra motivatie. Het wedstrijdelement bij diverse groepsprojecten stimuleert excellentie en teamgeest. Veilige leeromgeving De Tio-vestigingen zijn kleinschalig en ademen een vriendelijke sfeer uit waarin iedereen elkaar kent. De communicatielijnen zijn kort. Tio biedt studenten een veilige leeromgeving waar ze zich optimaal kunnen ontplooien. Studenten worden positief benaderd en gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen. Er wordt een duidelijke structuur geboden en er worden duidelijke afspraken gemaakt, zodat de studenten weten wat er van hen verwacht wordt. Stevige kennisbasis Tio vindt dat een beginnend beroepsbeoefenaar moet beschikken over een stevige kennisbasis. Deze kennis wordt ontwikkeld tijdens de verschillende vakken. De studenten worden hierbij begeleid door docenten afkomstig uit de praktijk die een uitgebreide werkervaring hebben binnen het betreffende vakgebied. Hierdoor zijn zij in staat de theoretische kennis uit boeken direct te vertalen naar concrete praktijksituaties en kunnen zij ook praktijkkennis overdragen die niet in de boeken staat. Beheersing van kennis wordt expliciet getoetst en is van invloed op de zak/slaag-beslissing. Activerend en gevarieerd onderwijs Bij Tio worden studenten uitgedaagd om actief met de lesstof bezig te gaan. Er wordt een diversiteit aan werkvormen en leeractiviteiten geboden, zoals rollenspelen, casussen, discussies, quizen, zoekopdrachten op de computer, simulaties en presentaties. Er wordt regelmatig in groepen gewerkt, zodat studenten met en van elkaar leren. De praktijk staat centraal In de opleiding staat de toekomstige beroepspraktijk centraal. De studenten leren de kerntaken en werkprocessen uit te voeren die geformuleerd zijn voor de beginnend beroepsbeoefenaar. De studenten worden continu uitgedaagd om hun kennis en vaardigheden toe te passen in praktijksituaties; binnen een bepaalde vakdiscipline of in vakdiscipline overstijgende projecten. Daarnaast lopen de studenten elk studiejaar een stage van 13 weken. Docenten als rolmodel Tio wil beginnende beroepsbeoefenaren afleveren met een open, ondernemende houding, een sterk ontwikkeld gevoel voor eigen verantwoordelijkheid, de bereidheid om hard te werken en de wil om te presteren. De docenten die afkomstig zijn uit de beroepspraktijk vormen hierin een rolmodel voor de studenten. Tijdens de lessen wordt de studenten regelmatig een spiegel voor gehouden en wordt uitgebreid ingegaan op de vereiste beroepshouding.


7

Goede begeleiding Onderwijs heeft tot doel ervoor te zorgen dat studenten het beste uit zichzelf halen. Tio ziet het als haar taak om elke student hierbij optimaal te begeleiden. Bij deze begeleiding zijn allereerst de docenten betrokken. Door de kleine klassen zijn zij in staat de studenten optimaal te begeleiden tijdens de lessen. Daarnaast heeft iedere student ook een studiecoach die hij frequent spreekt, onder andere over de studievoortgang. Tijdens de ingeroosterde huiswerkbegeleidingsuren worden de studenten gestimuleerd en geholpen bij het maken van hun huiswerk. Regelmatige toetsing Om de studievoortgang goed te kunnen bewaken, wordt er tijdens de opleiding regelmatig getoetst. Op deze manier wordt duidelijk waar eventuele onvolkomenheden zitten, zodat hier tijdens de resterende lessen en de huiswerkbegeleidingsuren gericht aan kan worden gewerkt. Veel keuzemogelijkheden Bij Tio heeft een student veel keuzemogelijkheden. Bij veel projecten mag de student zelf zijn invulling bepalen. Ook bepaalt de student zelf waar hij stage gaat lopen. Een internationale stage behoort tot de mogelijkheden. Tio heeft een uitgebreid internationaal netwerk. Kwaliteit Bij Tio is kwaliteit geborgd; er wordt gewerkt volgens de NEN-EN ISO 9001:2008-normen. Tio vindt het belangrijk dat de opleidingen voldoen aan de wensen en verwachtingen van de studenten en het bedrijfsleven. Er wordt serieus geluisterd naar hoe deze partijen denken over de opbouw en organisatie van het onderwijs. Het mission statement van Tio is: “Het verzorgen van persoonlijk en intensief beroepsonderwijs dat als excellent beoordeeld wordt door student en bedrijfsleven.”

8

Algemene informatie


9

2 Examinering Dit hoofdstuk beschrijft de regels inzake de examinering van de opleiding Hotelmanagement.

2.1

Wijze van examinering

Binnen de opleiding Hotelmanagement wordt op de volgende manieren geëxamineerd:  schriftelijke tentamens o enkele schriftelijke tentamens zijn opgesplitst in deeltoetsen. De regels die van toepassing zijn op de schriftelijke tentamens gelden ook voor de deeltoetsen.  praktijktentamens op school (schriftelijke T4-opdrachten, vaardigheidstoetsen, mondelingen en assessments)  projecten  opdrachten tijdens de stage De eerste drie tentamenvormen worden in dit hoofdstuk uitgebreid besproken. De laatste tentamenvorm wordt besproken in hoofdstuk 5 Stage. In principe zijn de lessen en de tentamens in het Nederlands. Er kan een andere taal worden gebruikt als de onderwijseenheid een taal betreft of als het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent wordt gegeven. Bij de beoordeling van de praktijktentamens kunnen externe deskundigen worden betrokken.

2.2

Planning tentamens

De schriftelijke tentamens worden meerdere keren per jaar afgenomen. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende tentamenperioden tijdens het studiejaar: Semester Tentamenperiode Reguliere Herkansingsperiode deeltoetsen en tentamenperiode (ook voor vaardigheidstoetsen deeltoetsen) tijdens de les 1e Voorjaar April Mei semester Najaar December Januari 2e semester De exacte tentamenweken worden vermeld in de studentenjaarplanning op Blackboard en in de vestigingsgids. In de tentamenjaarplanning wordt per tentamen aangegeven in welke tentamenperiode het tentamen aangeboden wordt. De tentamenjaarplanning wordt op Blackboard gepubliceerd. Halverwege januari wordt het tentamenrooster gepubliceerd. In dit tentamenrooster wordt aangegeven op welke dag en op welk tijdstip een tentamen aangeboden wordt. Voor schriftelijke T4-opdrachten wordt op Blackboard aangegeven op welke datum de opdracht ingeleverd moet worden. Voor mondelinge tentamens en assessments wordt op voordracht van de docent een apart rooster opgesteld.

10

Examinering

2.3

Leerplichtwet

In het kader van de Leerplichtwet wordt per les geregistreerd of een student aanwezig of afwezig is. Verdere uitleg over de Leerplichtwet staat beschreven in de vestigingsgids. Ook voor niet-leerplichtigen wordt de presentie bijgehouden, onder andere t.b.v. de studievoortgangsgesprekken.

2.4

Schriftelijke tentamens

Schriftelijke tentamens hebben tot doel te toetsen of de studenten de theorie beheersen. De tentamens kunnen bestaan uit kennis-, begrips- en toepassingsvragen in de vorm van meerkeuzevragen, open vragen en casusvragen. Op Blackboard wordt bij het onderdeel vakinformatie beschreven uit wat voor soort vragen het tentamen bestaat en op welke stof het tentamen betrekking heeft. Een schriftelijk tentamen wordt beoordeeld met een cijfer. Een tentamencijfer wordt in één decimaal gegeven. Het eindcijfer voor een schriftelijk tentamen dat is opgesplitst in deeltoetsen bestaat uit het gemiddelde cijfer voor de deeltoetsen. Een student heeft per schriftelijk tentamen recht op twee tentamenmomenten per studiejaar. Indien de student na de herkansingsweek van januari (zie jaarplanning) niet regulier is ingeschreven, maar toch nog tentamens wil afleggen in het volgend studiejaar, dient hij zich aan te melden voor een verlengde inschrijving (zie hiervoor § 2.13). 2.4.1 Herkansing schriftelijke tentamens Wanneer een student een schriftelijk tentamen wil herkansen dan is dit mogelijk in de herkansingsperiode van het desbetreffende semester of in het volgende studiejaar, zie hiervoor ook de tentamenjaarplanning op Blackboard. Hoogste cijfer telt Voor schriftelijke (her)tentamens geldt dat het hoogst behaalde cijfer telt. Het is toegestaan om voldoende afgesloten tentamens te herkansen. Wanneer een student een diploma heeft behaald, vervalt de mogelijkheid om tentamens te herkansen. 2.4.2

Tentamens oude stijl

Tentamens oude stijl zijn tentamens van onderwijseenheden die door de jaren heen zijn verdwenen of inhoudelijk zijn gewijzigd. Deze tentamens hebben een afwijkende tentamencode ten opzichte van reguliere tentamens (tentamens nieuwe stijl). Tentamens oude stijl worden in het studiejaar dat de bijbehorende onderwijseenheid is verdwenen of gewijzigd nog twee keer aangeboden. In de ‘tentamenjaarplanning’ is aangegeven in welke tentamenperiode welk tentamen oude stijl wordt aangeboden. Een student die ingeschreven staat mag aan alle tentamens oude stijl deelnemen. Indien de laatste mogelijkheid tot het herkansen van een tentamen oude stijl is geweest, is het mogelijk om een tentamen in de nieuwe stijl te herkansen. Een tentamen nieuwe stijl kan schriftelijk of per e-mail aangevraagd worden bij de (assistent-)vestigingsmanager. In de aanvraag dient vermeld te worden voor welke tentamens oude stijl een tentamen nieuwe stijl wordt aangevraagd, indien mogelijk met vermelding van de bijbehorende tentamencodes. Zodra de aanvraag is afgehandeld, wordt de student hierover bericht en is het voor de student mogelijk om zich via het studentenweb in te schrijven voor een tentamen nieuwe stijl. De tentamenstof van een tentamen nieuwe stijl is te vinden op Blackboard bij het onderdeel vakinformatie van de betreffende onderwijseenheid.


11

2.5

Praktijktentamens

Praktijktentamens hebben tot doel vaardigheden te toetsen en/of te beoordelen of een student in staat is om kennis en vaardigheden toe te passen in een praktijksituatie. Tio hanteert verschillende vormen praktijktentamens, zoals:  schriftelijke T4-opdrachten  vaardigheidstoetsen  mondelingen  assessments Een praktijktentamen wordt ook wel een T4-opdracht genoemd. Als een onderwijseenheid een T4opdracht heeft, dan wordt op Blackboard bij het onderdeel vakinformatie van deze onderwijseenheid een omschrijving gegeven van de T4-opdracht. Een T4-opdracht wordt meestal beoordeeld met een cijfer en in sommige gevallen met goed/voldoende/onvoldoende. Een T4-cijfer wordt in één decimaal gegeven. Hoogste cijfer telt Voor praktijktentamens geldt dat het hoogst behaalde cijfer telt. Het is niet toegestaan om voldoende afgesloten praktijktentamens te herkansen. Let op: De regels in paragraaf 2.5.1 en 2.5.2 gelden niet voor de T4-talentoetsen. De regels die gelden voor deze toetsen worden vermeld in paragraaf 2.7. 2.5.1

Schriftelijke T4-opdrachten

Inleveren schriftelijke T4-opdrachten Alle schriftelijke T4-opdrachten dienen digitaal op Blackboard geüpload te worden. Op Blackboard wordt aangegeven wat de deadline is voor inleveren. De digitale versie dient als bewijs voor de inleverdatum en geldt als uitgangspunt voor beoordeling. Indien de schriftelijke T4-opdracht niet is geüpload op Blackboard wordt het cijfer 1 toegekend. Tevens mag een student, indien van toepassing, niet deelnemen aan het bijbehorende mondelinge tentamen, zoals een presentatie of een verdediging. De schriftelijke T4-opdrachten moeten met een voldoende beoordeeld zijn voordat de studenten deel mogen nemen aan een bijbehorend mondeling tentamen. Op de voorpagina van elke schriftelijke T4-opdracht dienen de naam van de student, de studierichting, de jaargang en de naam van de betreffende docent vermeld te worden. Studenten die niets ingeleverd hebben voor of op de deadline, kunnen dit pas weer in het volgende studiejaar doen. Zij moeten de dan geldende opdracht maken, wat tot gevolg kan hebben dat zij de onderwijseenheid opnieuw moeten volgen. Hiervoor kan een aanmelding voor een verlengde inschrijving noodzakelijk zijn (zie paragraaf 2.13). Herkansing schriftelijke T4-opdrachten Schriftelijke T4-opdrachten dienen in correct Nederlands (zonder grammatica- en spelfouten) te zijn opgesteld. Vindt de docent dat dit niet het geval is, dan wordt de opdracht niet nagekeken. De studenten hebben eenmalig vijf werkdagen de tijd om de opdracht aan te passen en de opdracht opnieuw in te leveren bij de docent. Bevat de opdracht bij een tweede keer inleveren nog steeds grammatica- en spelfouten, dan wordt het cijfer 1 of de beoordeling ‘onvoldoende’ toegekend. Wanneer de student de schriftelijke T4-opdracht inlevert voor of op de deadline en de opdracht blijkt onvoldoende, dan krijgt de student, na bekendmaking van de beoordeling, twee weken de tijd om de opdracht te verbeteren en nogmaals in te leveren bij de docent. Mocht de schriftelijke T4-opdracht de tweede keer nog met een onvoldoende beoordeeld worden, dan wordt in het volgend studiejaar de mogelijkheid geboden om de opdracht te herkansen. De student moet de dan geldende opdracht maken, wat tot gevolg kan hebben dat hij de onderwijseenheid opnieuw moet volgen.

12

Examinering

De student dient hiervoor ingeschreven te staan. Wanneer de onderwijseenheid aangeboden wordt is aangegeven in de dan geldende lestabel die aan het begin van het volgend studiejaar wordt gecommuniceerd. 2.5.2

Vaardigheidstoetsen, mondelingen en assessments

Verplichte aanwezigheid Voor sommige onderwijseenheden waar een vaardigheidstoets, een mondeling of een assessment wordt afgenomen, geldt een verplichte aanwezigheid. Dit houdt in dat een student maximaal twee lessen/blokuren (of een equivalent hiervan) per semester absent mag zijn met een geldige reden (ziekte, doktersbezoek, persoonlijke omstandigheden, etc.). De student dient de docent hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen, uiterlijk op de dag dat hij les heeft. Is een student meer dan twee lessen absent dan wordt dit in het systeem geregistreerd door een onvoldoende in te vullen bij het onderdeel ‘verplichte aanwezigheid’. De student mag dan niet deelnemen aan de (afsluitende) vaardigheidstoets, het assessment of mondeling. Indien een student onterecht deelneemt aan de (afsluitende) vaardigheidstoets, het assessment of mondeling wordt deze ongeldig verklaard. De student zal de onderwijseenheid het volgend studiejaar opnieuw moeten volgen. De behaalde cijfers voor een eventueel schriftelijk tentamen van deze onderwijseenheid blijven wel staan. Bij het onderdeel vakinformatie op Blackboard wordt aangegeven of er voor een onderwijseenheid sprake is van verplichte aanwezigheid. Herkansingen vaardighedentoetsen, mondelingen en assessments bij verplichte aanwezigheid Studenten die per semester van een onderwijseenheid waarvoor een verplichte aanwezigheid geldt minimaal negen lessen/blokuren (of een equivalent hiervan) aanwezig zijn geweest, hebben recht op één herkansing per opdracht in het lopende studiejaar. Indien een vaardigheidstoets, een mondeling of een assessment de tweede keer met een onvoldoende beoordeeld wordt, dan wordt in het volgend studiejaar de mogelijkheid geboden om de onderwijseenheid opnieuw te volgen en het tentamen te herkansen, mits de student ingeschreven staat. Studenten die niet aanwezig zijn op het geplande tijdstip van een vaardigheidstoets, een mondeling of een assessment krijgen de beoordeling ‘onvoldoende’, ongeacht de reden van afwezigheid. De reguliere kans komt hiermee te vervallen, de student heeft nog wel recht op een herkansing. Herkansingen vaardighedentoetsen, mondelingen en assessments zonder verplichte aanwezigheid Studenten die per semester van een onderwijseenheid waarvoor GEEN verplichte aanwezigheid geldt minimaal negen lessen/blokuren (of een equivalent hiervan) aanwezig zijn geweest, hebben recht op één herkansing per opdracht in het lopende studiejaar. Indien een vaardigheidstoets, een mondeling of een assessment de tweede keer met een onvoldoende beoordeeld wordt, dan wordt in het volgend studiejaar de mogelijkheid geboden om de onderwijseenheid opnieuw te volgen en het tentamen te herkansen, mits de student ingeschreven staat. Studenten die niet aanwezig zijn op het geplande tijdstip van een vaardigheidstoets, een mondeling of een assessment krijgen het cijfer 1 of de beoordeling ‘onvoldoende’, ongeacht de reden van afwezigheid. De reguliere kans komt hiermee te vervallen, de student heeft nog wel recht op een herkansing.


13

2.6

Projecten

Tijdens de opleiding voeren de studenten projecten uit. Voor het uitvoeren van een project hebben de studenten kennis en vaardigheden nodig die aangeleerd zijn in verschillende onderwijseenheden. In de lestabellen in hoofdstuk 3 en 4 is aangegeven welke projecten er bij de opleiding Hotelmanagement zijn. Voor de projecten gelden de volgende regels:  Wanneer een project uit meerdere opdrachten bestaat moet elke afzonderlijke deelopdracht afgesloten worden met minimaal een 5,5 of een voldoende resultaat. Het is niet mogelijk om tussen de deelopdrachten onderling te compenseren.  Wanneer de student een schriftelijke (deel)opdracht inlevert voor of op de deadline en de opdracht blijkt onvoldoende, dan krijgt de student, na bekendmaking van de beoordeling, twee weken de tijd om de (deel)opdracht te verbeteren en nogmaals in te leveren bij de docent. Mocht de (deel)opdracht de tweede keer wederom met een onvoldoende beoordeeld worden, dan dient de student het project in het volgend studiejaar te herkansen. De student moet de dan geldende projectopdracht uitvoeren.  Per studiejaar hebben de studenten in hetzelfde studiejaar recht op één herkansing voor mondelinge (deel)opdrachten.  Voor een aantal projecten wordt een finale georganiseerd. Het is voor alle studenten van de betreffende studierichting verplicht om deze finale bij te wonen. De finales staan vermeld op Blackboard bij de betreffende projecten. Wanneer de student absent is bij de finale voert de docent het cijfer 1 in, de student dient het project te herkansen in het volgend studiejaar. De student moet de dan geldende projectopdracht uitvoeren.  Wanneer de student zich niet houdt aan de gestelde deadlines van het project, mag deze niet langer deelnemen aan het project. De docent voert het cijfer 1 in, de student dient het project te herkansen in het volgend studiejaar. De student moet de dan geldende projectopdracht uitvoeren.  Mocht de student wegens ziekte of andere calamiteiten aan een deel van het project (of de finale) niet kunnen deelnemen, dan moet de student dit schriftelijk aangeven bij de docent. De docent bepaalt in overleg met de vestigingsmanager een gepaste oplossing.  Wanneer een student door de docent wordt uitgesloten van deelname aan een groepsproject (bijvoorbeeld door wangedrag) is de student er zelf verantwoordelijk voor dat hij het volgend studiejaar kan aansluiten bij een andere projectgroep.  Medewerkers van Tio werken niet mee aan onderzoeken en/of enquêtes die in het kader van een project moeten worden uitgevoerd/afgenomen. Hoogste cijfer telt Voor projectopdrachten geldt dat het hoogst behaalde cijfer telt. Het is niet toegestaan om voldoende afgesloten projectopdrachten te herkansen.

14

Examinering

2.7

Talen

Om in aanmerking te komen voor een mbo-diploma moet een student voldoen aan diplomavereisten op het gebied van de talen. In de kwalificatiedossiers per opleiding wordt aangegeven hoeveel (moderne) vreemde talen een student moet beheersen en op welk niveau. 2.7.1 Keuzetalen Aan het begin van zijn opleiding geeft de student aan welke talen hij wil gaan volgen en indien van toepassing op welk niveau. Tio controleert of de student over een voldoende niveau beschikt om de aangegeven talen te kunnen volgen. Na de start van de opleiding heeft de student nog twee weken de tijd om van taal te wisselen wanneer het niveau onvoldoende blijkt aan te sluiten. Dit gebeurt in overleg met de vakdocent en de vestigingsmanager. 2.7.2 Toetsing moderne vreemde talen Alle moderne vreemde talen worden getoetst door middel van vijf T4-vaardigheidstoetsen; (lezen, spreken, luisteren, gesprekken voeren, schrijven) en twee schriftelijke tentamens elk bestaande uit drie deeltoetsen vocabulaire/grammatica. 2.7.3 Herkansen toetsen moderne vreemde talen Voor elk van de vijf T4-talentoetsen heeft een student per studiejaar twee tentamenmogelijkheden: één reguliere kans en één herkansing. Het jaar/de jaren erop kan de student de T4-talentoetsen herkansen op de ingeplande tentamenmomenten (herkansingsperiodes) conform de tentamenjaarplanning. Indien de student een herkansing maakt telt altijd de hoogste beoordeling. In de tentamenjaarplanning en bij het onderdeel vakinformatie op Blackboard staat aangegeven wanneer de reguliere toetsen en de herkansingen gepland staan. De student moet zich zelf voor alle T4-talentoetsen inschrijven. Voor de T4-talentoetsen ‘spreken’ en ‘gesprekken voeren’ wordt de afname door de docent ingepland. De herkansingsmomenten staan op Blackboard. Studenten die niet aanwezig zijn op het ingeplande tijdstip voor de T4-toetsen ‘spreken’, ‘gesprekken voeren’ of ‘luisteren’ krijgen het cijfer 1, ongeacht de reden van afwezigheid. De reguliere kans komt hiermee te vervallen, de student heeft nog wel recht op een herkansing. 2.7.4 Toetsing Nederlands Nederlands 2F wordt getoetst door drie vaardigheidstoetsen (lezen, luisteren, schrijven). Het onderdeel taalverzorging wordt getoetst door middel van één schriftelijk tentamen waarin stijl getoetst wordt en twee schriftelijke tentamens elk bestaande uit drie deeltoetsen spelling. Bij Nederlands 3F worden vanaf oktober 2014 de toetsen lezen 3F en luisteren 3F centraal geëxamineerd. De overige toetsen zijn instellingstoetsen, te weten vier vaardigheidstoetsen 3F: gesprekken voeren, spreken en twee schrijftoetsen en twee schriftelijke tentamens taalverzorging elk bestaande uit drie deeltoetsen spelling. Het onderdeel spreken wordt getoetst bij de onderwijseenheid Communicatieve vaardigheden 1. Het onderdeel gesprekken voeren wordt getoetst bij de onderwijseenheid Communicatieve vaardigheden 2 en Commerciële vaardigheden. 2.7.5 Herkansen toetsen Nederlands Voor elk van de toetsen Nederlands heeft een student per studiejaar twee tentamenmogelijkheden: één reguliere kans en één herkansing. Het jaar/de jaren erop kan de student de toetsen Nederlands herkansen op de ingeplande tentamenmomenten conform de tentamenjaarplanning. Indien de student een herkansing maakt telt altijd de hoogste beoordeling. In de tentamenjaarplanning en bij het onderdeel vakinformatie op Blackboard staat aangegeven wanneer van de instellingstoetsen de reguliere toetsen en de herkansingen gepland staan. De student moet zich zelf voor alle toetsen inschrijven.


15

Voor de T4-toetsen ‘spreken’ en ‘gesprekken voeren’ wordt de afname door de docent ingepland. De herkansingsmomenten staan op Blackboard. Studenten die niet aanwezig zijn op het ingeplande tijdstip voor de T4-toetsen ‘spreken’, ‘gesprekken voeren’ of ‘luisteren’ (2F-niveau) krijgen het cijfer 1, ongeacht de reden van afwezigheid. De reguliere kans komt hiermee te vervallen, de student heeft nog wel recht op een herkansing. De herkansingen van de centrale examens lezen 3F en luisteren 3F vinden op een door de Onderwijsinspectie geplande datum plaats. De student kan deelnemen mits hij ingeschreven staat. Studenten worden door Tio ingepland voor pilotexamens en centrale examens. De student ontvangt van de vestiging informatie over het moment van afname.

2.8

Vrije keuzeruimte

Voor alle mbo-opleidingen geldt dat er eisen gesteld worden op het gebied van loopbaan en burgerschap. Een deel hiervan wordt ingevuld als vrije keuzeruimte. Activiteiten in de vrije keuzeruimte worden ‘beloond’ met één of meer credituren. Eén credituur staat gelijk aan 60 minuten. In totaal moeten er 28 credituren per studiejaar behaald worden. In tabel 3 staat een aantal mogelijkheden voor het invullen van de vrije keuzeruimte. Per activiteit is te zien hoe het aantal credituren berekend wordt. Tabel 3: invulling vrije keuzeruimte Activiteit

Vervullen van taalbuddyfunctie Verrichten van vrijwilligerswerk Assisteren op open dagen* Verzorgen van voorlichting tijdens beurzen/op scholen* Relevante werkervaring op het vakgebied Vervullen van de functie van general manager tijdens de Hotel en Eventweek* Begeleiden tijdens introductiedagen* Vervullen van studentenvertegenwoordigerschap (excl. deelname aan de opleidingscommissie)* Deelnemen aan de opleidingscommissie* Vervullen van de functie van gastheer of gastvrouw tijdens diverse evenementen Begeleiding van scholieren bij meeloopdagen* Redactie van de schoolkrant

Berekening aantal credituren

aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren 10 credituren per open dag aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren aantal credituren komt overeen met een afgerond aantal uur inspanning 28 credituren

aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren 10 credituren per studiejaar

6 credituren per vergadering aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren 6 credituren per dag

aantal credituren komt overeen met het aantal gewerkte uren Deelname aan bestuur Cognatio 10 credituren per jaar Organisatie en uitvoer van een aan aantal credituren komt overeen met een de opleiding gerelateerde excursie afgerond aantal uur inspanning voor studenten (buiten Tio programma)

16

Examinering

Activiteit

Berekening aantal credituren

Organisatie en uitvoer van een aan aantal credituren komt overeen met een de opleiding gerelateerd afgerond aantal uur inspanning bedrijfsbezoek voor studenten (buiten Tio programma) Deelname aan aantal credituren komt overeen met een Marketingactiviteiten afgerond aantal uur inspanning Cursussen ten behoeve van de aantal credituren komt overeen met een opleiding (bijvoorbeeld Bartender, afgerond aantal uur inspanning Barista, etc.) Masterclasses (muv de aantal credituren komt overeen met een masterclasses die aan een vak afgerond aantal uur inspanning gekoppeld zijn) Voor de activiteiten met een * worden de credituren automatisch toegekend. Voor het aanvragen van credituren voor de overige activiteiten kan de student terecht bij de vestigingsmanager. Wanneer de student zelf een voorstel heeft voor de invulling van zijn vrije keuzeruimte dan kan de student dit voorstellen aan de (assistent-)vestigingsmanager. De (assistent-)vestigingsmanager bespreekt dit voorstel met de examencommissie, waarna de examencommissie een beslissing neemt. Inschrijving voor één of meerdere van de activiteiten kan op het studentenweb. De opdrachtgever bevestigt de inschrijving of wijst deze af (dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij over-inschrijving). De bevestiging van de inschrijving leidt automatisch tot een afspraak/contract tussen de student en de opdrachtgever. Wanneer de student de verplichting nakomt, verzorgt de opdrachtgever de toekenning van de credituren. Wanneer de student zijn verplichting op basis van het contract niet nakomt, wordt hiervan een aantekening gemaakt in het dossier van de student. Tevens kan maximaal een drievoud van het aantal credituren dat voor de ingeschreven taak stond door de opdrachtgever in mindering gebracht worden op de credituren van de student. Het aantal credituren dat in mindering wordt gebracht is afhankelijk van de ernst van de tekortkoming. Het zonder afmelding niet komen opdagen voor een taak waarvoor de student ingeschreven staat wordt bijvoorbeeld als zeer ernstig beoordeeld. Ook als een student een taak verwijtbaar onvoldoende heeft uitgevoerd kan de opdrachtgever negatieve credituren invoeren met een maximum van drie keer het aantal credituren dat voor de taak stond. De student wordt tijdens of na afloop van de uitvoering van de taak hiervan op de hoogte gesteld. Tevens wordt het aantal credituren dat in mindering wordt gebracht hierbij vermeld. Onbeleefd gedrag richting de gast of opdrachtgever, het niet uitvoeren van de gegeven opdrachten van de opdrachtgever, het zonder overleg voortijdig stoppen met de werkzaamheden en ook het bezig zijn met privézaken tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zijn enkele voorbeelden van verwijtbaar onvoldoende uitvoeren van de taken. In geval van ziekte op de dag waarop de taak plaatsvindt meldt de student zich minimaal twee uur voor aanvang van de taak af. Bij tijdige afmelding worden slechts 10 credituren in mindering gebracht.

2.9

In- en uitschrijven voor (her-)tentamens

Voor inschrijving voor schriftelijke tentamens en de T4-talentoetsen gelden de volgende regels: Reguliere tentamens (tentamens die aangeboden worden tijdens het volgen van een onderwijseenheid of meteen in de eerste tentamenperiode nadat de onderwijseenheid is gevolgd):  Deelname aan een regulier tentamen is verplicht. De student moet zich wel zelf voor de reguliere tentamens inschrijven via het studentenweb.  Na inschrijving via het studentenweb ontvangt de student een bevestigings e-mail waarin staat voor welk tentamen de student zich heeft ingeschreven. De student is verplicht om deze e-mail te bewaren tot na de datum van het tentamen.  Ongeveer drie weken voor de start van de tentamenperiode waarin het betreffende tentamen valt, sluit de inschrijvingstermijn. Studenten kunnen zich na die tijd niet meer inschrijven.


17



Mocht de student niet deelnemen aan het reguliere tentamen, dan vervalt de reguliere mogelijkheid. De student mag het tentamen nog wel herkansen. Hertentamens:  Studenten zijn er zelf verantwoordelijk voor om in hun cijferlijst op het studentenweb te kijken of ze geslaagd zijn of dat er nog tentamens zijn waarvoor ze een herkansing moeten doen.  Deelname aan een hertentamen is alleen mogelijk indien de student zich voor het betreffende tentamen heeft ingeschreven.  De student is zelf verantwoordelijk voor het inschrijven voor een hertentamen. Het inschrijven voor een hertentamen is alleen mogelijk via het studentenweb.  Na inschrijving via het studentenweb ontvangt de student een bevestigings e-mail waarin staat voor welk tentamen de student zich heeft ingeschreven. De student is verplicht om deze e-mail te bewaren tot na de datum van het tentamen.  Ongeveer drie weken voor de start van de tentamenperiode waarin het betreffende tentamen valt, sluit de inschrijvingstermijn. Studenten kunnen zich na die tijd niet meer inschrijven.  Tot twee weken voor afname van het tentamen kan de student zich via het studentenweb uitschrijven voor het tentamen. De inschrijving komt daarmee te vervallen. Nadat de student zich via het studentenweb heeft uitgeschreven ontvangt hij een bevestigingse-mail waarin staat voor welk tentamen de student zich heeft uitgeschreven.

2.10 Afname van tentamens 2.10.1 Legitimatie Tijdens ieder tentamen dient de student zich middels een wettelijk geldig identiteitsbewijs te kunnen legitimeren. Studenten die geen wettelijk geldig identiteitsbewijs bij zich hebben, worden uitgesloten van het tentamen. 2.10.2 Surveillant Tijdens het tentamen wordt er gesurveilleerd door een medewerker van Tio, de zogenaamde surveillant. De surveillant zorgt voor de verdeling van de opgaven en het innemen van de opgaven en de uitwerkingen. Tijdens het afnemen van een tentamen berust de leiding in het klaslokaal volledig op de surveillant. Al zijn aanwijzingen dienen te worden opgevolgd. De surveillant wordt aangewezen door de vestigingsmanager. 2.10.3 Fraude De surveillant is gemachtigd om maatregelen uit te voeren die eventuele fraude kunnen voorkomen, zoals:  het controleren van de handen;  het verwisselen van plaats of het verwisselen van handboeken en rekenmachines;  het (laten) verwijderen van tassen;  het controleren van de rekenmachine;  het in beslag nemen van mobiele telefoons. Het gebruik van grafische rekenmachines bij tentamens is niet toegestaan aangezien er grote stukken tekst in opgeslagen kunnen worden. Het gebruik van een grafische rekenmachine tijdens het tentamen wordt aangemerkt als fraude. Indien tijdens het tentamen fraude wordt geconstateerd, wordt dit door de surveillant schriftelijk gemeld aan de vestigingsmanager en de voorzitter van de examencommissie onder vermelding van de feiten. De student krijgt bij geconstateerde fraude direct het cijfer 1 toegekend en wordt per direct verzocht het lokaal te verlaten. De student ontvangt een bevestiging van de examencommissie dat het cijfer 1 is toegekend. Ook als fraude wordt geconstateerd nadat het tentamen is ingeleverd, is de voorzitter van de examencommissie gerechtigd maatregelen te nemen. Fraude kan leiden tot uitsluiting van tentamens en/of verwijdering van Tio, zonder recht op restitutie van collegegeld of ander lesgeld.

18

Examinering

Fraude/plagiaat T4-opdrachten Fraude door studenten kan ook plaatsvinden bij schriftelijke T4-opdrachten en verslagen. In dit kader wordt onder fraude of plagiaat verstaan dat studenten (digitale of schriftelijke) teksten knippen en plakken (bijv. uit encyclopedieën, tijdschriften of artikelen) zonder bronvermelding te gebruiken. Daarnaast wordt onder fraude/plagiaat verstaan dat werk van andere studenten wordt overgenomen en de student doet voorkomen alsof het eigen werk betreft. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat. Tio controleert onder andere middels een softwareprogramma of er sprake is van plagiaat. Wanneer fraude/plagiaat wordt vermoed, deelt de docent/afstudeercoach/studiecoach dat schriftelijk mee aan de student, de vestigingsmanager en de voorzitter van de examencommissie. De student heeft de mogelijkheid hier tot een week na het kenbaar maken van het vermoeden, schriftelijk op te reageren. Deze schriftelijke reactie wordt aan de examencommissie gericht. Tio hanteert met betrekking tot fraude de volgende gradaties in bestraffing:  Geen vaststelling fraude.  Niet bewezen fraude: er vindt geen bestraffing plaats, maar de student krijgt wel een vermelding in het studentendossier.  Wel bewezen fraude; niet intentioneel, bijvoorbeeld geen juiste notatie van aanhalingstekens gebruikt of een bronvermelding vergeten: de student krijgt de mogelijkheid om het document aan te passen, maar de student krijgt wel een vermelding in het studentendossier. De examencommissie kan eventueel aftrek van punten toepassen.  Wel bewezen (grove) fraude, wel intentioneel, bijvoorbeeld het kopiëren van grote stukken tekst zonder bronvermelding: de student krijgt het cijfer 1 en wordt uitgesloten van de onderwijseenheid voor minstens een studiejaar. Het daaropvolgende studiejaar kan de student de dan geldende opdracht maken, mits de student (verlengd) ingeschreven staat. Van plagiaat is sprake wanneer in een werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overgenomen zijn zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder andere:  het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing;  het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing;  het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens en verwijzing;  het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing;  het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder verwijzing. Een parafrase mag nooit bestaan uit het louter vervangen van enkele woorden door synoniemen;  het overnemen van beeld-, geluid- of tekstmateriaal van anderen zonder verwijzing;  het overnemen van werk van andere studenten. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat. Ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde;  het indienen van werkstukken die verworven zijn via een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude is nader uitgewerkt in het Fraudereglement van de Hogeschool Tio. Dit fraudereglement is te vinden op Blackboard. 2.10.4 Hulpmiddelen Voor sommige onderdelen van een tentamen dient de student één of meer vooraf op Blackboard onder vakinformatie aangegeven en door de docent tijdens de lessen bekendgemaakte hulpmiddelen bij zich te hebben. De verantwoordelijkheid voor het meenemen van deze hulpmiddelen ligt bij de student zelf. Als de student de benodigde hulpmiddelen niet bij zich heeft, is deelname aan het tentamen wel mogelijk, maar zal de student het zonder de betreffende hulpmiddelen moeten stellen. Hulpmiddelen mogen tijdens tentamens niet worden gedeeld met medestudenten. 2.10.5 Te laat komen bij tentamens Studenten die na het begin van (een onderdeel van) een tentamen het lokaal willen betreden, worden van het desbetreffende onderdeel uitgesloten.


19

2.10.6 Lokaal verlaten tijdens tentamen Studenten die klaar zijn met het maken van een tentamen mogen het lokaal verlaten. De laatste 10 minuten voor het einde van het tentamen is dit niet meer toegestaan.

2.11 Toekenning cijfers 2.11.1 Beoordeling en vaststelling cijfers Schriftelijke tentamens De beoordeling van schriftelijke tentamens dient uiterlijk 7 werkdagen na het maken van het tentamen door de docent te zijn ingevoerd (vastgestelde vakanties, zoals de kerstvakantie en wettelijk vastgestelde vrije dagen, zoals Hemelvaartsdag tellen niet mee als werkdag). Alleen bij ziekte van een docent of in andere overmachtsituaties kan van deze termijn worden afgeweken. Gemaakt tentamenwerk dat geheel onleesbaar is door een onduidelijk handschrift kan in overleg met de vestigingsmanager en de corrector met het cijfer 1 beoordeeld worden. Zijn delen van het tentamenwerk volgens de corrector nog wel leesbaar, dan worden alleen deze delen beoordeeld. De cijfers worden door de docent via het studentenweb gepubliceerd. Zodra het cijfer is ingevoerd, krijgt de student een e-mail. Telefonisch worden over cijfers geen mededelingen gedaan. De cijfers die door de docent via het studentenweb gepubliceerd worden zijn voorlopige cijfers. De cijfers moeten nog formeel door de examencommissie worden vastgesteld; dit gebeurt uiterlijk 8 weken nadat de tentamenperiode waarvan de tentamens deel uitmaakten is afgesloten. De studenten ontvangen een e-mail zodra de examencommissie de cijfers van een tentamenperiode heeft vastgesteld. Pas na het ontvangen van deze mail kunnen de studenten rechten ontlenen aan de cijfers op het studentenweb. Indien de vaststelling van cijfers later geschiedt dan 8 weken na afloop van de tentamenperiode, worden de studenten hierover per e-mail door de examencommissie geïnformeerd. T4-opdrachten De beoordelingen van de T4-opdrachten die door de docent via het studentenweb gepubliceerd worden zijn onder voorbehoud. De beoordelingen moeten formeel door de examencommissie worden vastgesteld; dit gebeurt na afloop van het eerste semester in januari en na afloop van het tweede semester in mei. De studenten ontvangen een e-mail zodra de examencommissie de beoordelingen van de T4-opdrachten heeft vastgesteld. Pas na het ontvangen van deze mail kunnen de studenten rechten ontlenen aan de beoordelingen op het studentenweb. Indien de vaststelling van beoordelingen later geschiedt, worden de studenten hierover per e-mail door de examencommissie geïnformeerd. Stagecijfers Vaststelling van de stagecijfers vindt ook buiten de vastgestelde termijnen plaats, gezien de variabele programmering van de stages. Dit gebeurt na afloop van de stageperiode (eind mei, eind september of eind december). 2.11.2 Geldigheid gemaakt tentamen Deelname aan een tentamen betekent dat er gebruik wordt gemaakt van een tentamenkans. De student kan zich achteraf niet beroepen op ziekte of andere factoren die een negatieve invloed (kunnen) hebben gehad op de uitslag van het tentamen. 2.11.3 Afwezigheid bij tentamen(s) Indien de student afwezig is bij een tentamen waarvoor de student zich heeft ingeschreven, vervalt deze kans om het tentamen te maken. 2.11.4 Wanbetaling Indien de student wegens wanbetaling de toegang tot de lessen en/of de tentamens is ontzegd, vervalt deze kans om het tentamen te maken.

20

Examinering

2.11.5 Inzien tentamens Na afloop van een tentamenperiode is het mogelijk om de gemaakte tentamens in te zien, dit kan tot drie weken na afloop van de tentamenperiode. De student wordt door zijn eigen vestiging geïnformeerd over de procedure rondom inzage van tentamens. Gemaakte tentamens blijven tenminste drie jaar na diplomering bewaard. 2.11.6 Second opinion Wanneer een student naar aanleiding van inzage van een tentamen een second opinion op de beoordeling wil, dient daarvoor tijdens het inzagemoment een formulier voor second opinion ingevuld te worden. Een second opinion betekent dat het totale tentamen opnieuw wordt beoordeeld door een andere docent. Indien na herbeoordeling blijkt dat het verschil in cijfer tussen de eerste en tweede beoordelaar groter is dan een halve punt of het cijfer gaat van een onvoldoende naar een voldoende (of vice versa) dan vindt er, voordat het cijfer wordt aangepast, overleg plaats tussen de eerste en de tweede beoordelaar. Het nieuwe cijfer wordt ter akkoord voorgelegd aan de examencommissie en is daarna geldig. Hierbij vervalt de eerste beoordeling. Een second opinion is maximaal één keer mogelijk per tentamen. Indien een student niet akkoord is met het opnieuw vastgestelde cijfer, kan hij zich conform de klachtenprocedure (zie vestigingsgids) wenden tot de examencommissie.

2.12 Diplomering Voor studenten die volgens de examencommissie geslaagd zijn worden diploma’s, resultatenlijsten, (deel)certificaten en cijferlijsten aangemaakt. De diploma’s met bijbehorende resultatenlijst en cijferlijst worden in principe alleen uitgereikt op de geplande diploma-uitreiking. Een student die niet op de diploma-uitreiking is verschenen, krijgt een brief vanuit de vestiging dat het diploma nog een maand opgehaald kan worden op de vestiging. Wanneer een student het diploma niet binnen een maand op de vestiging heeft opgehaald, kan de student op afspraak het diploma ophalen bij de Centrale Studentenadministratie te Hengelo of tijdens de volgende diploma-uitreiking. Als een student van cohort is gewisseld is het niet meer mogelijk om van het ‘oude’ cohort een diploma, getuigschrift of certificaat aan te vragen. Cijferlijsten van oude cohorten worden op aanvraag nog wel verstrekt. Keuzevakken worden alleen op de cijferlijst vermeld als alle onderdelen van een keuzevak voldoende afgerond zijn. Indien de student ook een keuzevak met één of meer onvoldoendes op de cijferlijst vermeld wil hebben, dient dit uiterlijk vier weken voor de diploma-uitreiking schriftelijk te worden doorgegeven aan Bureau Cijferverwerking, Julianalaan 9, 7553 AB Hengelo; e-mail: [email protected].

2.13 Verlengde inschrijving Studenten die niet geslaagd zijn voor hun opleiding en in een volgend studiejaar nog onderwijseenheden willen afronden, kunnen zich aanmelden voor een verlengde inschrijving. Er zijn twee typen verlengde inschrijving:  een verlengde inschrijving voor het maken van tentamens;  een verlengde inschrijving alleen voor het lopen van stage. Bij een verlengde inschrijving voor het maken van tentamens heeft de student het recht om naast het maken van tentamens, het lopen van stage en het afronden van opdrachten, een aantal contacturen per week (gedurende de periode dat hij verlengd ingeschreven is) bij te wonen. In de studiegids zijn de regels hieromtrent beschreven. De kosten voor een verlengde inschrijving worden vermeld in de studiegids van het aankomende studiejaar. Het is van belang dat studenten die kiezen voor een verlengde inschrijving zich minimaal één maand voor de start van de tentamens aanmelden, aangezien de inschrijvingstermijn voor tentamens drie weken voor de tentamenperiode sluit. Studenten die zich verlengd inschrijven mogen deelnemen aan alle tentamens die tijdens deze periode van verlengd inschrijven worden aangeboden.


21

Indien een student alleen nog de stage dient af te ronden, moet de inschrijving ook verlengd worden. De kosten voor een verlengde inschrijving alleen voor het lopen van stage, worden vermeld in de studiegids van het aankomende studiejaar.

2.14 Studievoortgangsgesprekken/Studiekeuzecheckgesprekken Aan het begin van de studie worden alle studenten (eventueel met wettelijk vertegenwoordiger) uitgenodigd voor een studiekeuzecheckgesprek. Tijdens dit gesprek wordt kort de studie besproken en wat de student tijdens zijn studieloopbaan te wachten staat. Daarnaast voert de studiecoach per jaar drie gesprekken met de student. Het eerste gesprek is een kennismakingsgesprek en vindt plaats in januari/februari. Het eerste studievoortgangsgesprek vindt plaats in september/oktober en het tweede in november/december. Indien van toepassing vinden er in de volgende studiejaren, afhankelijk van de noodzaak daartoe, twee of drie gesprekken per jaar plaats. Onderwerpen van gesprek zijn onder andere: motivatie studiekeuze, verwachtingen ten aanzien van toekomstig beroep, behaalde studieresultaten, invulling vrije keuzeruimte, keuze en doelstellingen stage. Van de gesprekken wordt door de studiecoach een verslag gemaakt dat wordt opgeslagen in het portfolio. Indien de voortgang van de student onvoldoende is, wordt tijdens het studievoortgangsgesprek een studiereparatieplan opgesteld. Wanneer een student nog geen tweede studievoortgangsgesprek heeft gehad mag een student niet op stage.

2.15 Vrijstellingen In sommige gevallen is het mogelijk vrijstelling te krijgen voor één of meer examenonderdelen en onderwijseenheden (vakken/projecten). Het is niet mogelijk vrijstelling te krijgen voor een deel van een onderwijseenheid. Vrijstellingen kan de student krijgen om de volgende redenen:  De student heeft een vooropleiding binnen Tio gevolgd op basis waarvan de student vrijstelling krijgt voor bepaalde examenonderdelen en onderwijseenheden. We spreken in dit geval van ‘reguliere doorstroomvrijstellingen’ (zie 2.15.1).  De student is in het bezit van een buitenschools diploma, bijvoorbeeld het EHBO-diploma. Vrijstellingen op basis van een buitenschools diploma moeten worden aangevraagd bij de examencommissie van Tio, Julianalaan 9, 7553 AB Hengelo.  De student heeft een opleiding bij een andere onderwijsinstelling gevolgd, die examenonderdelen en onderwijseenheden bevat die ook in de Tio-opleiding terugkomen. Studenten die menen op basis van hun vooropleiding in aanmerking te komen voor één of meer vrijstellingen, dienen dit aan te vragen bij de examencommissie van Tio. De examencommissie beslist over het al dan niet verlenen van de aangevraagde vrijstelling(en). Bij de beslissing kan de mening van een vakdocent worden betrokken. Indien de student vrijstelling krijgt voor een examenonderdeel zal op de cijferlijst, in plaats van een beoordeling, de afkorting ‘vrijst’ worden vermeld. Bij doorstroom naar het hbo levert een vrijstelling studiepunten op. De student heeft bij vrijstellingen geen recht op vermindering van het collegegeld. 2.15.1 Reguliere doorstroom-vrijstellingen Op basis van een vooropleiding binnen Tio kan een student in aanmerking komen voor reguliere doorstroom-vrijstellingen. Deze vrijstellingen worden op basis van de cijferresultaten van de student automatisch toegekend. Indien een examenonderdeel met een cijfer lager dan 5,5 is afgerond zal er geen vrijstelling verleend worden. Het automatisch toekennen van doorstroom-vrijstellingen gebeurt slechts éénmaal aan het begin van het studiejaar. Mocht een student gedurende het studiejaar, door

22

Examinering

het behalen van een hertentamen alsnog in aanmerking komen voor een doorstroom-vrijstelling, dan dient de student deze vrijstelling schriftelijk aan te vragen bij de examencommissie. 2.15.2 Aanvraag overige vrijstellingen Een verzoek tot vrijstelling van een onderwijseenheid moet binnen vier weken na het starten van een onderwijseenheid, vergezeld van kopieën van relevante diploma’s, certificaten en/of getuigschriften en cijferlijsten, worden ingediend bij de examencommissie. De formulieren voor het aanvragen van vrijstellingen zijn te downloaden via het studentenweb; onder ‘Marks and Exam > Exams > Exemption application. Verzoeken tot vrijstelling die na deze deadline worden ingeleverd, worden door de examencommissie niet meer in behandeling genomen. De examencommissie geeft op basis van het verzoek om vrijstelling binnen tien werkdagen een reactie. Het is mogelijk om voorafgaand aan een studie bij Tio vrijstellingen aan te vragen bij de examencommissie. Een geldige inschrijving is hiervoor geen vereiste. De aanvraag van een vrijstelling dient in dit geval minimaal de volgende informatie te bevatten:  naam en adres van de student;  vestiging waar de student zich gaat inschrijven of ingeschreven heeft gestaan;  de studierichting die de student gaat volgen of heeft gevolgd;  de onderwijseenheden/examenonderdelen waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd;  naam van het diploma of de opleiding op basis waarvan vrijstelling aangevraagd kan worden;  bewijzen van deze diploma's, inclusief cijferlijst;  de naam inclusief een korte beschrijving van de gevolgde onderwijseenheden. De aanvraag dient verzonden te worden aan de examencommissie, Julianalaan 9, 7553 AB Hengelo. Als een student voldoet aan de voorwaarde voor recht op vrijstelling voor een onderwijseenheid, maar desondanks de lessen wil volgen, mag dat. Als de student daarnaast ook wil deelnemen aan tentamens dient dit schriftelijk te worden doorgegeven aan Bureau Cijferverwerking in Hengelo. Als een student besluit aan tentamens deel te nemen, vervalt de vrijstelling en telt het behaalde resultaat. Tevens is het niet mogelijk om vrijstelling voor een onderwijseenheid aan te vragen waarvoor reeds een tentamen is gemaakt. Studenten die het diploma niet behaald hebben, maar op een later tijdstip -door buiten Tio gemaakte tentamens of door werkervaring- denken aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling waardoor zij het diploma kunnen halen, kunnen hiervoor een verzoek indienen bij de examencommissie. Voor het aanvragen van een dergelijke vrijstelling gelden dezelfde regels als voor het aanvragen van vrijstelling voorafgaand aan de studie. Het aanvragen van vrijstelling kan tot gevolg hebben dat de studenten alsnog recht hebben op het diploma. Studenten kunnen vrijstelling aanvragen totdat het curriculum is verlopen.

2.16 Dyslexie en andere functiebeperkingen Met studenten die op het aanmeldingsformulier aan hebben gegeven dat zij een functiebeperking hebben, vindt een intakegesprek plaats met de studiecoach. De student zal worden gevraagd om bewijsstukken, waaruit de betreffende functiebeperking blijkt, te overleggen. Tijdens dit intakegesprek worden de voor de student geldende voorzieningen bepaald. Deze afwijkingen worden voorgelegd aan de examencommissie en vervolgens vastgelegd in het studentendossier. De student kan zich tijdens het studiejaar niet meer beroepen op factoren die niet bij de aanvang van het studiejaar gemeld zijn, tenzij de beperking gedurende het studiejaar gediagnosticeerd wordt.

2.17 Verwijdering Van studenten wordt een actieve en constructieve deelname aan de les verwacht. Bij verstoring van de lessen, wordt een student uit de les verwijderd en/of de toegang tot de volgende lessen ontzegd, zodat de studenten die de les wel willen volgen dit ook ongestoord kunnen doen. De student wordt dan (alsnog) als afwezig geregistreerd.


23

Het is aan de docent zijn regels in de klas te stellen (mits duidelijk gecommuniceerd) en om te bepalen wanneer een student ‘stoort’. Dit kan, ook afhankelijk van de lesplanning, bijvoorbeeld zijn wanneer:  de student zijn boek(en) niet bij zich heeft;  de student een bepaalde licentie niet (op tijd) heeft besteld (digitale leermiddelen dienen binnen drie weken na de start van het semester besteld te zijn);  de student zijn huiswerk niet gemaakt heeft;  de student de tijdens de les gegeven opdrachten niet (serieus) maakt;  de student niet oplet tijdens een hoorcollege/onderwijsleergesprek;  de student een ‘grote mond’ heeft/niet doet wat de docent vraagt;  de student zich laat afleiden door een telefoon o.i.d.;  etc. Bij extremer wangedrag kan een vestigingsmanager besluiten tot tijdelijke of definitieve schorsing van Tio.

2.18 Bewaken kwaliteit tentamens Intern Voor het bewaken van de kwaliteit van de tentamens heeft Tio een examencommissie. De examencommissie bestaat uit een onderwijskundige als voorzitter, een onderwijskundige als secretaris, een extern lid en een vijftal leden van het docententeam die gezamenlijk de verschillende opleidingen vertegenwoordigen. De examencommissie heeft de volgende taken:  De examencommissie borgt de kwaliteit van de tentamens.  De examencommissie is belast met de uitvoering van de Onderwijs- en Examenregeling.  De examencommissie is belast met het vaststellen van de regels voor een goede gang van zaken tijdens het afnemen van de tentamens.  De examencommissie stelt richtlijnen en aanwijzingen op voor de examinatoren voor de beoordeling en de vaststelling van de uitslag van het tentamen. Cijfers voor tentamens en stage komen tot stand onder verantwoordelijkheid van de examencommissie.  De examencommissie beslist in geval van fraude van studenten.  De examencommissie beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen.  De examencommissie stelt vast of studenten geslaagd zijn en kent diploma’s toe. Extern De Inspectie van het onderwijs is formeel belast met het onderzoek naar de kwaliteit van de examens in het mbo.

24

Examinering

2.19 Bezwaar aantekenen Indien de student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie, dan kan de student binnen twee weken na uitspraak van de examencommissie bezwaar aantekenen tegen de beslissing bij de Commissie van Beroep voor Examens van de NRTO (Nederlandse Raad voor Training en Opleiding). Hieronder volgt nadere uitleg over het indienen van een bezwaarschrift bij de Commissie van Beroep voor Examens. Het gehele reglement is te vinden op het studentenweb. Eisen die aan een beroepschrift worden gesteld (artikel 6) 1. De commissie neemt geen beroepschrift in behandeling, dat niet voldoet aan de volgende wettelijke vereisten: o Het beroep dient door de appellant binnen de beroepstermijn, ondertekend, schriftelijk en met voldoende redenen omkleed bij de commissie te worden ingesteld. Het adres van de commissie is NRTO, t.a.v. de commissie van Beroep voor Examens, Papiermolen 34, 3994 DK, Houten, of via [email protected]. o De appellant dient de volgende gegevens in het beroepschrift aan te leveren (zie checklist “indienen beroep” op het studentenweb): zijn volledige persoonsgegevens, een eventueel studenten- of cursistennummer, bewijs (kopie uitspraak) dat de student de klachtenprocedure van de instelling heeft gevolgd, bewijs dat alle openstaande facturen van de instelling zijn voldaan en een motivering van het beroep, alsmede afschriften van de voornaamste op de zaak betrekking hebbende stukken. o Er kan alleen een beroep worden ingesteld indien de volledige klachtenprocedure bij de instelling is doorlopen. o Alle vereisten zijn weergegeven op de checklist, deze checklist dient ingevuld te worden bijgevoegd bij het beroep. 2. De beroepstermijn bedraagt vier weken met ingang van de dag na de dag dat de beslissing door de examencommissie bekend is gemaakt. Het beroep is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn door de commissie is ontvangen. De secretaris bevestigt de ontvangst van het beroepschrift schriftelijk aan de betrokken partijen binnen vijf werkdagen. Hiervoor wordt de datum van de poststempel/e-mail aangehouden. Behandeling van het beroep 1. Het beroep moet worden ingediend binnen de hierboven genoemde beroepstermijn. 2. Indien het beroepschrift niet voldoet aan de eisen, wijst de secretaris de appellant op het gepleegde verzuim en nodigt hem uit deze binnen een door de voorzitter te stellen termijn te herstellen. In geval de appellant niet binnen die termijn de desbetreffende verzuimen heeft hersteld, kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. 3. Een beroep is niet-ontvankelijk als het niet tijdig is ingediend, het beroepschrift niet voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden of de beslissing niet voor beroep vatbaar is volgens de WEB en/of WHW. Wanneer het beroepschrift na afloop van de genoemde termijn is ingediend, blijft niet-ontvankelijkheid op grond daarvan achterwege, indien de appellant aantoont dat hij beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijze kon worden verlangd, een en ander ter beoordeling aan de voorzitter. 4. De voorzitter kan onmiddellijk uitspraak doen indien hij van oordeel is dat de commissie kennelijk onbevoegd is of het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Tegen deze uitspraak kan appellant binnen twee weken na de dag waarop die uitspraak hem is toegezonden in beroep gaan bij de commissie. 5. Communicatie van de commissie met de opleidings- of exameninstelling vindt plaats met het bevoegd gezag van de opleidings- of exameninstelling. Voorbereiding hoorzitting 1. De voorzitter/secretaris bepaalt op zo kort mogelijke termijn de plaats en het tijdstip waarop de behandeling van het beroep ter zitting zal plaatsvinden. Aan de partijen wordt daarvan tijdig, doch minimaal veertien dagen vooraf, kennis gegeven. Communicatie zal waar mogelijk per email plaatsvinden. 2. De dag van de behandeling van het beroep mag niet later worden gesteld dan acht weken na ontvangst van het (hersteld) beroepschrift, tenzij beide partijen instemmen met een later tijdstip dan wel de commissie in verband met een goede procesorde of de regeling van haar werkzaamheden anders beslist.


25

3. Wanneer eenmaal plaats en tijd van de hoorzitting zijn vastgesteld, is uitstel van de hoorzitting niet mogelijk, tenzij er sprake is van aantoonbare overmacht. 4. Met eenstemmig goedvinden van de commissie en de appellant, kan de behandeling van het geschil ook schriftelijk geschieden. Komt het de (vice)voorzitter voor dat de zaak zich leent voor een schriftelijke behandeling, dan geeft hij daarvan uiterlijk tien dagen na ontvangst van het verweerschrift kennis aan de leden van de commissie en de appellant. Dit doet de (vice)voorzitter met de vraag of zij met een zodanige behandeling instemmen en met het verzoek deze vraag binnen tien dagen na ontvangst te willen beantwoorden. Beantwoorden beide partijen en één van hen de vraag ontkennend of blijft het antwoord achterwege, dan wordt de zaak op de voorgeschreven wijze op een zitting behandeld. 5. De appellant kan het beroep te allen tijde intrekken door dit schriftelijk te melden. De opleidings- of exameninstelling wordt hiervan door de commissie op de hoogte gesteld. Terugtrekking leidt nimmer tot teruggave van de kosten van het beroep. 6. De commissie stelt zo nodig een onderzoek in en hoort zo nodig personen. De opleidings- of exameninstelling verleent daaraan alle medewerking. De opleidings- of exameninstelling mag desgewenst een verweerschrift indienen met kopie aan appellant. 7. Tot tien werkdagen voorafgaand aan de zitting mag het beroep worden aangevuld met bewijs. 8. Tenminste vijf werkdagen voor de zitting zendt de secretaris aan de leden van de commissie afschriften van alle op het geschil betrekking hebbende stukken. Hoorzitting 1. De commissie van beroep houdt een besloten hoorzitting en nodigt daartoe partijen en zo nodig anderen uit, tenzij beide partijen ermee instemmen dat een hoorzitting niet noodzakelijk is. De zitting vindt plaats achter gesloten deuren. 2. De appellant en de opleidings- of exameninstelling kunnen zich voor eigen rekening laten bijstaan door raadslieden, deskundigen en familieleden. Er geldt een maximum van drie personen die de appellant mag meenemen. Alle personen die aanwezig zullen zijn bij de zitting dienen bij de commissie te worden aangemeld; de andere partij wordt hierover door de commissie geïnformeerd. De zitting vindt pas plaats wanneer de betaling van de bijdrage door appellant ontvangen is door de NRTO. 3. Partijen kunnen zich ter behartiging van hun belangen laten bijstaan door een raadsman of deskundige dan wel zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De gemachtigde moet, desgevraagd, zijn bevoegdheid aantonen door het overleggen van een schriftelijke volmacht, tenzij een advocaat of procureur als gemachtigde optreedt. 4. Indien de appellant minderjarig is, moet hij zich laten vertegenwoordigen door zijn wettelijk vertegenwoordiger. De minderjarige appellant mag wel aanwezig zijn bij de procedures van het beroep. 5. De commissie beraadslaagt en beslist in de raadskamer. Uitspraak 1. De commissie doet binnen vier weken na de hoorzitting schriftelijk uitspraak en verzendt deze ommegaand aan de partijen. Het oordeel van de commissie is uitsluitend gebaseerd op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en stukken ten aanzien waarvan artikel “Eisen die aan een beroepschrift worden gesteld” is toegepast. 2. De commissie is bevoegd de termijn genoemd in lid 1 van dit artikel uit te breiden tot maximaal zes weken. 3. De uitspraak van de commissie is bindend voor appellant en opleidings- of exameninstelling. 4. De uitspraak van de commissie is gedagtekend en houdt in: o namen van de partijen, de hoedanigheden van partijen en de namen van de gemachtigden of raadslieden; o de gronden, waarop de uitspraak berust; o een beslissing; o de namen van de leden van de commissie die de zaak hebben behandeld. 5. Beslissingen van de commissie worden na verzending aan de partijen ook gepubliceerd op de website van de NRTO zonder NAW gegevens van de partijen. 6. Ieder beroepschrift wordt door drie leden van de commissie behandeld. Een beroepschrift mag niet door een lid worden behandeld wanneer hij/zij werkzaam of op een andere manier gelieerd is aan de bij de casus betrokken opleidings- of exameninstelling.

26

Examinering

7. Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt de commissie de beslissing van de examencommissie geheel of gedeeltelijk. In dat geval moet de examencommissie een nieuwe beslissing nemen of moet het examen of een onderdeel daarvan opnieuw worden afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. 8. De uitspraak strekt tot gegrond- of ongegrondverklaring of tot een niet-ontvankelijkverklaring van het beroep. Inlichtingen 1. De organen en personeelsleden alsmede de examinatoren van de instelling hebben tegenover de commissie inlichtingenplicht ten aanzien van de examens. Op basis van deze plicht verstrekken zij de gegevens die de commissie voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt. 2. De commissie kan, behoudens het gestelde in lid 1 van dit artikel, na goedkeuring van de belanghebbende, een ieder raadplegen. Kosten van beroep De appellant betaalt een bedrag van 250 euro exclusief btw om een beroep in te dienen. Dit bedrag dient door de appellant bij het indienen van het beroepschrift te worden voldaan door overmaking op IBAN NL76ABNA0614969492 t.n.v. de NRTO onder vermelding van het beroep en de datum van indiening. Intrekking van het beroep of staken van het verweer leidt niet tot terugbetaling van deze bedragen. Indien de appellant in het gelijk wordt gesteld dan krijgt deze het betaalde bedrag van 250 euro exclusief btw retour. Dit wordt betaald door de betrokken instelling. Communicatie 1. Communicatie van de commissie met de opleidings- of exameninstelling vindt plaats met het bevoegd gezag van de opleidings- of exameninstelling. 2. De opleidings- of exameninstelling garandeert door aansluiting bij de commissie dat appellant, een personeelslid of iedere andere betrokkene binnen de opleidings- of exameninstelling niet zal worden geschaad in zijn positie door zijn betrokkenheid bij het beroep. Geheimhouding Partijen en andere betrokkenen zullen geheimhouding betrachten ten aanzien van het beroep, tenzij wet- of regelgeving zich hiertegen verzetten. Privacy De secretaris zal de verslagen en de uitspraak van het beroep gedurende vijf jaar na afronding daarvan archiveren. De secretaris neemt (daarbij) de geldende privacywetgeving in acht. Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de voorzitter. Deze beslissing deelt de voorzitter zo spoedig mogelijk mede aan de leden.


27

28

Examinering

3 De opleiding Hotelmanagement (HMA) jan15 3.1

Inleiding

De opleiding Hotelmanagement (HMA) is een twee- of driejarige mbo niveau 4-opleiding (middenkaderopleiding). Voor deze opleiding gelden de volgende instroomeisen: vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, vmbo gemengde leerweg of een overgangsbewijs naar havo/vwo 4 (in dit laatste geval is een informatiegesprek verplicht). De opleiding wordt aangeboden in de beroepsopleidende leerweg (BOL). Een student loopt gedurende de studie twee keer een stage van 13 weken. De stage heeft een minimale omvang van 36 uur per week. De opleiding leidt op voor de kwalificatie:  Manager/Ondernemer Horeca (crebocode 90303). 3.1.1 Indeling studiejaren Hieronder wordt schematisch weergegeven hoe de verschillende varianten van de opleiding Hotelmanagement eruit zien. Eenjarig Jaar 1

Jan-Mei Semester 1 + 3

Zomer Stage

Sept-Dec Semester 2 + 4

Jan-Mei Semester 1 Semester 3

Zomer Stage Stage

Sept-Dec Semester 2 Semester 4

Jan-Mei Semester 1 Stage Semester 4

Zomer Vrij Vrij Vrij

Sept-Dec Semester 2 Semester 3 Stage

Tweejarig Jaar 1 Jaar 2 Driejarig Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3

Studenten die in het twee-/driejarige cohort zitten hebben zelf de keus of zij de opleiding in twee of in drie jaar doen.

3.2

Typering beroep Manager/Ondernemer Horeca

De Manager/Ondernemer Horeca is oprichter, eigenaar en/of bedrijfsleider van een bedrijf in de maaltijdverstrekkende sector of de logiesverstrekkende sector. Hij is belast met de operationele leiding van het bedrijf. Daarnaast werkt hij mee aan de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. De Manager/Ondernemer Horeca draagt zorg voor het opstellen van de diverse plannen die nodig zijn voor het managen van de onderneming. Hij bepaalt het beleid en ziet erop toe dat het vastgestelde beleid wordt uitgevoerd. Hij draagt zorg voor de bedrijfsvoering en ziet erop toe dat alle wettelijke regels en voorschriften die te maken hebben met het bedrijf, in acht worden genomen. Hij is erop gericht dat de hoofddoelstellingen van het bedrijf, het behalen van winst en het zorgen voor continuïteit, worden gerealiseerd.


29

3.3

De inhoud en programmering van de opleiding Hotelmanagement (HMA)

3.3.1 Inhoud opleiding Hotelmanagement De inhoud van de opleiding Hotelmanagement is gebaseerd op het kwalificatiedossier Ondernemer horeca/bakkerij. Dit kwalificatiedossier is opgesteld door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenwerk in samenwerking met het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. In het kwalificatiedossier is beschreven aan welke eisen een beginnend Manager/Ondernemer Horeca moet voldoen. Deze eisen zijn beschreven in kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren en competenties. Kerntaken zijn taken die elke beroepskracht zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in dat beroep steeds weer terugkomen. Elke kerntaak is verdeeld in een aantal werkprocessen. Een werkproces is een beroepsactiviteit die leidt tot een resultaat, een product of een dienst. Een prestatie-indicator geeft aan wanneer aan een werkproces is voldaan. Een competentie is het geheel van kennis, vaardigheden, houding en inzicht dat nodig is om een bepaald werkproces te kunnen uitvoeren. Het kwalificatiedossier is te vinden op Blackboard. Voor de kwalificatie Manager/Ondernemer Horeca zijn de volgende kerntaken en werkprocessen geformuleerd: Kerntaak 1: Onderneemt 1.1 Ontwikkelt een ondernemingsplan. 1.2 Treft voorbereidingen voor het starten van een onderneming. 1.3 Implementeert het ondernemingsplan. 1.4 Maakt marktanalyses. 1.5 Innoveert de onderneming. 1.6 Stelt financieel beleid vast en bepaalt de verkoopprijs. 1.7 Bepaalt personeelsbeleid. 1.8 Bepaalt inkoop- en voorraadbeleid. 1.9 Onderhoudt externe contacten. Kerntaak 2: Geeft leiding aan de onderneming 2.1 Draagt zorg voor de financiële administratie en registratie. 2.2 Bewaakt en verantwoordt de financiële situatie. 2.3 Bewaakt de voorraad. 2.4 Koopt artikelen in en ontvangt deze. 2.5 Werft, selecteert en ontslaat medewerkers. 2.6 Introduceert nieuwe medewerkers. 2.7 Voert gesprekken met medewerkers. 2.8 Zorgt voor informatie naar medewerkers. 2.9 Plant en verdeelt de werkzaamheden. 2.10 Begeleidt medewerkers en stuurt hen aan. 2.11 Implementeert (wettelijke) regels en voorschriften. 2.12 Bewaakt, evalueert en verbetert processen en procedures op de werkvloer. 2.13 Promoot de onderneming. 2.14 Onderzoekt gast-/klant-/medewerkerstevredenheid. 2.15 Signaleert en handelt klachten af. 2.16 Richt de bedrijfsruimte in en onderhoudt de inventaris. Kerntaak 4: Werkt mee in drank- en spijsverstrekkende bedrijven 4.1 Neemt tafelreserveringen aan. 4.2 Verricht voorbereidende werkzaamheden in het horecabedrijf. 4.3 Ontvangt en informeert/adviseert de gast. 4.4 Neemt de bestelling op en serveert deze. 4.7 Maakt de rekening op en neemt afscheid van de gasten. 4.8 Creëert en bewaakt sfeer. 4.9 Neemt speciale arrangementen, partijen of bestellingen aan. 4.10 Voert afrondende werkzaamheden uit in het horecabedrijf. 4.11 Sluit het bedrijf af.

30

De opleiding Hotelmanagement (HMA) jan15

Kerntaak 5: Werkt mee in logiesverstrekkende bedrijven. 5.1 Neemt reserveringen aan voor kamers en/of zalen en arrangementen. 5.2 Checkt de gast in. 5.3 Verleent service aan gasten tijdens hun verblijf. 5.4 Bewaakt de veiligheid. 5.5 Checkt de gast uit. 5.6 Maakt night audit rapportages van de omzet. 5.7 Ontwikkelt arrangementen en speciale activiteiten. In het kwalificatiedossier Ondernemer horeca/bakkerij worden ook eisen gesteld aan het taalniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De vereiste taalniveaus voor deze opleiding zijn:  Engels: de vaardigheden luisteren en lezen dienen op B1-niveau te worden afgerond en de vaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven dienen op A2-niveau te worden afgerond.  Tweede moderne vreemde taal: de vaardigheden luisteren en lezen dienen op B1-niveau te worden afgerond en de vaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven dienen op A2niveau te worden afgerond. Wat de beheersingsniveaus B1 en A2 precies inhouden wordt beschreven in het document Referentiekader Moderne Vreemde Talen. Dit document is te vinden op Blackboard. In het kwalificatiedossier is tevens een referentieniveau voor Nederlands en rekenen aangegeven. Deze referentieniveaus zijn afkomstig uit het document Referentiekader taal en rekenen. Dit document is te vinden op Blackboard. De vereiste referentieniveaus voor deze opleiding zijn:  Nederlands: de mondelinge taalvaardigheid, de leesvaardigheid, de schrijfvaardigheid en de taalverzorging en taalbeschouwing dienen op niveau 3F te worden afgerond.  Rekenen: de onderdelen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden dienen op niveau 3F te worden afgerond. Vanuit het document Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap worden eisen gesteld op het gebied van loopbaan en burgerschap. Dit document is te vinden op Blackboard. Bij het onderdeel Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling gaat het om het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling aan bod komen zijn: capaciteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. Het onderdeel Burgerschap valt uiteen in de volgende dimensies: 1. De politiek-juridische dimensie 2. De economische dimensie 3. De sociaal-maatschappelijke dimensie 4. De dimensie vitaal burgerschap

3.3.2 Onderwijsprogrammering opleiding HMA De opleiding Hotelmanagement is opgebouwd uit een aantal leerlijnen. 

Communicatie & management mbo In de leerlijn communicatie leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren met klanten, collega’s en leidinggevenden. Daarnaast wordt er in deze lijn uitgebreid aandacht besteed aan het omgaan met cultuur-, taal- en omgangsverschillen. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Communicatie vaardigheden 1 (CM1), Communicatieve vaardigheden 2 (CM2), Managementvaardigheden 1 (MN1), Managementvaardigheden 2 (MN2) en Personeelsmanagement (PMX).



Nederlands In de leerlijn Nederlands leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Nederlands. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Nederlands 1a (NX1A), Nederlands 1b (NX1B), Nederlands 2a (NX2A), Nederlands 2b (NX2B) en Nederlands Centrale examinering 3F (N3F).


31











Engels In de leerlijn Engels leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Engels. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Engels 1 (EX1) en Engels 2 (EX2). De student kiest als tweede vreemde taal Duits of Frans. Duits In de leerlijn Duits leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Duits. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Duits 1 (DX1) en Duits 2 (DX2). Frans In de leerlijn Frans leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Frans. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Frans 1 (FX1) en Frans 2 (FX2). Daarnaast kan nog Spaans als keuzevak gevolgd worden. Spaans In de leerlijn Spaans leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Spaans. Bij deze leerlijn hoort het volgende vak: Spaans 1 (SP1). Marketing & Sales In de leerlijn marketing & sales maakt de student kennis met het marketingconcept, de bedrijfstak, bedrijfstypen, analyse van vraag- en aanbodzijde, segmentatie, marktonderzoek en de marketingstrategie. Daarnaast wordt marketing op operationeel niveau behandeld. De student leert om de marketingmix (P’s) in te vullen en toe te passen. Ook leert de student hoe hij moet acquireren en onderhandelen. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Marketingmix (MMN), Marktanalyse (MTN) en Commercieel Management (CMX).



Cijfermatig inzicht In de leerlijn Cijfermatig inzicht wordt aandacht besteed aan verschillende aspecten van financieel management. De student leert te begroten en budgetteren, een financieel plan op te stellen en financiële analyses uit te voeren. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Basiskennis financiële administratie (BFX), Rekenvaardigheid 1 (REK1), Rekenvaardigheid 2 (REK2), Rekenvaardigheid 3 (REK3), Begroten en budgetteren (BEX) en Financiële analyse (FAX).



Food and Beverage In de leerlijn Food and Beverage leert de student vakspecifieke kennis en vaardigheden op het gebied van Food and Beverage op uitvoerend niveau. Er wordt aandacht besteed aan drankenkennis, materialenkennis, waren- en bereidingskennis, menuleer en het verrichten van werkzaamheden in het restaurant en de keuken. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Drankenkennis (DKX), Vaktechniek restaurant (VTX), Koken praktijk (KOP), Praktijkexamen Vaktechniek restaurant (PVR), Koken theorie (KOK), Menuleer (MNL), Food & Beverage Operations (FBX) en Sociale Hygiëne (SOH).



Ondernemerschap In de leerlijn ondernemerschap maakt de student kennis met allerlei aspecten van het ondernemerschap, zoals het initiëren en creëren van producten en diensten en het ontwikkelen van een ondernemingsplan. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Ondernemerschap (ONX), Mijn top tent (MTT) en Restaurantconcept (RCC).

32




Loopbaan en Burgerschap In de leerlijn Loopbaan en Burgerschap wordt aandacht besteed aan het professionele handelen en de persoonlijke ontwikkeling van de student. Ook worden er thema’s op het gebied van burgerschap behandeld zoals: omgaan met geld, gezond leven, het gebruik van social media en politiek. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Bedrijfsbezoeken (geïntegreerd in vakken), Computervaardigheden 1 (CP1), Professionele ontwikkeling 1a (PR1A), Professionele ontwikkeling 1b (PR1B), Professionele ontwikkeling 2a (PR2A), Outdoorproject (ODP), Huiswerkbegeleiding Algemeen (HWBA), Huiswerkbegeleiding Financieel (HWBF) en Huiswerkbegeleiding Talen (HWBT).



Receptie In de leerlijn Receptie krijgt de student inzicht in de hotelwereld. Er wordt ingegaan op de planning, organisatie en uitvoering van verschillende werkzaamheden binnen de afdeling Rooms Division van een hotel, waaronder de afdeling Front Office en Housekeeping. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Reserveringssysteem HotelConcepts (RHC), Front Office skills (FOX), Praktijkexamen Front Office (PFO) en Rooms Division (RDX).



Eventmanagement In de leerlijn Eventmanagement leert de student hoe hij een evenement professioneel moet organiseren. Hij leert de kosten te beheersen, te budgetteren, een begroting op te stellen en een locatie te selecteren. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Hotel- en Eventweek (HEW) en Eventmanagement (EVX).



EHBO In de leerlijn EHBO leert de student hoe te handelen in gevallen waar eerste hulp noodzakelijk is. De onderwijseenheid Bedrijfshulpverlening (BHV) hoort bij deze leerlijn.



Stage In de leerlijn Stage leert de student het geleerde in de praktijk toe te passen. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Praktijkstage (PSX), Stage 1 (SX1), Stage 2 (SX2), Stage Kerntaak 1 (SKT1), Stage Kerntaak 2 (SKT2) en Stage Kerntaak 5 (SKT5).

De opleiding kent de volgende projecten: 

Outdoorproject (ODP) Tijdens het outdoorproject beleeft de student diverse activiteiten die in het teken staan van samenwerking en teambuilding.



Praktijkstage (PSX) De student moet 48 uur praktijkervaring opdoen als gastheer in een horecabedrijf.



Restaurantconcept (RCC) In het project Restaurantconcept ontwikkelt de student een concept voor de onderneming van zijn dromen. Dit project dient ter voorbereiding op het project Mijn top tent.



Hotel- en eventweek (HEW) Tijdens dit project runt de student met een aantal medestudenten een hotel. De student voert werkzaamheden uit op diverse afdelingen, zoals de afdeling Frontoffice, Housekeeping, Personeelszaken, Keuken, Bar, Restaurant, Banqueting, PR en Financieel.


33



Mijn top tent (MTT) In dit project proeft de student aan hoe het is om een eigen onderneming te starten. Hij schrijft diverse plannen die bij het opstarten van een onderneming van belang zijn, zoals een ondernemingsplan (inclusief marketing- en financieel plan), een personeelsplan en een inkoopvoorraadplan.

Tabel 4 en 5 geven een overzicht van de onderwijseenheden (vakken, projecten en overige onderwijsactiviteiten) die onderdeel uitmaken van de opleiding Hotelmanagement. In de kolommen ‘semester 1’ en ‘semester 2’ staat het aantal uren weergegeven dat een vak of project per lesweek wordt ingeroosterd. Tio behoudt zich het recht voor de lestabel aan te passen wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft.

Overige activiteiten

Pro jec ten

Keuzetalen

Vakken HMA eerste jaar

Tabel 4: Overzicht van de onderwijseenheden en bijbehorende lesuren HMA eerste jaar Sem. 1 Sem. 2 Onderwijseenheid (jan. – apr.) (sept. – dec.) Basiskennis financiële administratie (BFX) 2 Bedrijfshulpverlening (BHV) 2 Communicatieve vaardigheden 1 (CM1) 2 Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) 2 Reserveringssysteem Hotelconcepts (RHC) 3 Computervaardigheden 1 (CP1) 2 Drankenkennis (DKX) 1 Engels 1 (EX1) 4 4 Front office skills (FOX) 2 Koken theorie (KOK) 2 Koken praktijk (KOP) 2 Marketingmix (MMN) 3 Nederlands 1a (NX1A) 3 Nederlands 1b (NX1B) 3 Professionele ontwikkeling 1a (PR1A) 1 Professionele ontwikkeling 1b (PR1B) 1 Rekenvaardigheid 1 (REK1) 4 Rekenvaardigheid 2 (REK2) 4 Rooms Division (RDX) 2 Sociale Hygiëne (SOH) 1 Vaktechniek restaurant (VTX) 2 Vrije keuzeruimte mbo (VKM) 56 uur Duits 1 (DX1)*

4

4

Frans 1 (FX1)*

4

4

Outdoorproject (ODP) Praktijkstage (PSX) Restaurantconcept (RCC) Studiecoaching (SX1)

week in nov 48 uur 1 1

1

Huiswerkbegeleiding algemeen (HWBA)

2

2

Huiswerkbegeleiding financieel (HWBF)

2

2

Huiswerkbegeleiding talen (HWBT)

2

2

Stage (SX1; 13 weken)

* Naast Engels is één moderne vreemde taal verplicht. De studenten kunnen hierbij kiezen voor Duits 1 (DX1), of Frans 1 (FX1). De student dient het vak Duits of Frans op een hoger niveau (FX2/DX2) af te sluiten in HMA2.

34


Keuze vakken

Overige activitieten

Project en

Keuzetalen

Vakken HMA tweede jaar

Tabel 5: Overzicht van de onderwijseenheden en bijbehorende lesuren HMA tweede jaar Sem. 1 Sem. 2 Onderwijseenheid (jan. – apr.) (sept. – dec.) Begroten en budgetteren (BEX) 2 Commercieel management (CMX) 2 Engels 2 (EX2) 3 3 Eventmanagement (EVX) 2 Financiële analyse (FAX) 2 Food & Beverage Operations (FBX) 2 Inkoopmanagement (INX) 2 Managementvaardigheden 1 (MN1) 2 Managementvaardigheden 2 (MN2) 2 Marktanalyse (MTN) 3 Menuleer (MNL) 2 Nederlands 2a (NX2A) 2 Nederlands 2b (NX2B) 2 Ondernemerschap (ONX) 1 Personeelsmanagement (PMX) 2 Professionele ontwikkeling 2a (PR2A) 1 Rekenvaardigheid 3 (REK3) 4 Duits 2 (DX2)* 3 3 Frans 2 (FX2)*

3

3

Hotel en Eventweek (HEW) a. Voorbereiding b. Uitvoering Mijn top tent (MTT)

1

2 week in nov 2

Studiecoaching (SX2)

1

1

Stage (SX2 ; 13 weken)

Praktijkexamen Front Office (PFO)

Tijdens HEW

Praktijkexamen Vaktechniek restaurant (PVR)

Tijdens HEW

Huiswerkbegeleiding (HWB)

2

Vinologie 1 (VIX)

3

Spaans 1 (SP1)

3

2

3

* Naast Engels is één moderne vreemde taal verplicht. De studenten kunnen hierbij kiezen voor Duits 2 (DX2) of Frans 2 (FX2).


35

3.4

Examinering opleiding Hotelmanagement

Om te bepalen of de student in aanmerking komt voor het diploma Manager/Ondernemer Horeca worden per kerntaak verschillende tentamens afgenomen. Dit zijn projecten of praktijktentamens op kerntaak/werkprocesniveau en aanvullende schriftelijke tentamens of praktijktentamens op school (de zogenaamde T4-opdrachten) waarin vereiste kennis en vaardigheden worden getoetst. Nederlands, rekenen, Engels en Duits/Frans worden meegenomen in de toetsing op kerntaak-/ werkprocesniveau, maar worden daarnaast ook afzonderlijk getoetst om te kunnen beoordelen of het vereiste referentieniveau/ERK-niveau behaald is. In het toetsplan is per kerntaak aangegeven welke tentamens afgenomen worden en aan welke eisen een student moet voldoen om het diploma behorende bij de kwalificatie te behalen. 3.4.1 Toetsplan Manager/Ondernemer Horeca In het toetsplan Manager/Ondernemer Horeca wordt aangegeven hoe er per kerntaak getoetst wordt, waar de toetsen over gaan en hoe de toetsen beoordeeld worden.

Kerntaak 1: Ontwikkelt een ondernemingsplan Naam tentamen Werkproces Mijn top tent (MTT) – MTT project totaal 1.1, 1.2, 1.4, 1.9

Soort toets Project

Weging 4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Marketingplan

1.1, 1.2

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Planning opstarten onderneming

1.2

Project

voldaan

Mijn top tent (MTT) – Toekomstplanner

1.3

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Financieel plan

1.6

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – F&B plan

1.6

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Personeelsplan

1.7

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Inkoop- en voorraadbeleid

1.8

Project

4x (minimaal 5,5)

Stage kerntaak 1 (SKT1) – Innovatie

1.4, 1.5

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Commercieel management (CMX) – Acquisitie

1.9

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Begroten en budgetteren (BEX) – T4-opdracht

1.6

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Marketingmix (MMN)

1.1, 1.4

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Ondernemerschap (ONX)

1.1, 1.2

Schriftelijk tentamen

1x (minimaal 5,5)

Marktanalyse (MTN)

1.1, 1.4, 1.5

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Begroten en budgetteren (BEX)

1.6


1x (minimaal 5,5)

Inkoopmanagement (INX)

1.8


1x (minimaal 5,5)

36


Kerntaak 2: Geeft leiding aan de onderneming Naam tentamen Werkproces Mijn top tent (MTT) – Personeelsplan 2.9

Soort toets Project



2.12

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – MTT project totaal

2.12

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Huisregels en handhavingsbeleid

2.10

Project

4x (minimaal 5,5)


2.15

Project

4x (minimaal 5,5)


2.11, 2.13

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Stage 2 (STX2) - Voorraadbeheer

2.3, 2.4

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Commercieel management (CMX) – Onderhandelingsgesprek

2.4

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Personeelsmanagement (PMX) – Werving en selectie

2.5

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Managementvaardigheden 1 (MN1) – Functionerings- en beoordelingsgesprek

2.6

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) Klachtengesprek

2.14

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Financiële analyse (FAX) – T4-opdracht

2.2

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Begroten en budgetteren (BEX) – T4-opdracht

2.2

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Communicatie vaardigheden 1 (CM1) – Presentatie

2.7

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Managementvaardigheden 2 (MN2) – Werkrooster

2.8

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Basiskennis financiële administratie (BFX)

2.1

Financiële analyse (FAX)

2.2

Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen

1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5)


2.2


1x (minimaal 5,5)


2.3, 2.4


1x (minimaal 5,5)

Food & Beverage Management (FBX)

2.2, 2.10, 2.11


1x (minimaal 5,5)

Rooms Division Management (RDX)

2.8, 2.10


1x (minimaal 5,5)

Sociale Hygiëne (SOH)

2.10

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)


37

Kerntaak 4: Werkt mee in drank- en spijsverstrekkende bedrijven Naam tentamen Werkproces Soort toets Praktijkassessment Vaktechniek restaurant 4.1, 4.2, 4.3, Assessment (PVR) 4.4, 4.7, 4.8, 4.10 Sociale Hygiëne (SOH) – Bewaken van de 4.8 Rollenspel sfeer/veiligheid

1x (minimaal 5,5)

Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) – Verkoopgesprek

4.9

Rollenspel

1x (minimaal 5,5

Vaktechniek restaurant (VTX)

4.2, 4.3, 4.4, 4.11

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Drankenkennis (DKX)

4.3

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Koken theorie (KOK)

4.3

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Menuleer (MNL)

4.3

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)


4.8

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Soort toets Assessment

Weging 4x (minimaal 5,5) 4x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5)

Kerntaak 5: Werkt mee in logiesverstrekkende bedrijven Naam tentamen Werkproces Praktijkexamen Front Office (PFO) 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6 Stage kerntaak 5 (SKT5) – Arrangementen 5.7 ontwikkelen Sociale Hygiëne (SOH) – Bewaken van de 5.4 sfeer/veiligheid Bedrijfshulpverlening (BHV) – Assessment 5.4 Reserveringssysteem HotelConcepts (RHC)

Bedrijfshulpverlening (BHV)

5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6 5.4


5.4

Front Office (FOX)

38

Stageopdracht Assessment T4-opdracht Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Deeltoetsen



Nederlands (Nederlands 2a en 2b) 3F

Weging

Centraal examen Lezen & Luisteren 3F (N3F)

1x

Instellingsexamens 3F:  Verkoopgesprek (gesprekken voeren)  Presenteren (spreken) (CM1)  Wervend schrijven (schrijven)  Zakelijk schrijven (schrijven)  Werkwoordspelling: schriftelijke deeltoetsen (taalverzorging)  Algemene spelling: schriftelijke deeltoetsen (taalverzorging)

1x

Het gemiddelde cijfer van het centraal examen en het instellingsexamen bepaalt het eindcijfer voor Nederlands. Het centraal examen bestaat uit de onderdelen Lezen en Luisteren. Voor het centraal examen wordt één cijfer gegeven (= één cijfer met één decimaal). Het instellingsexamen bestaat uit de onderdelen gesprekken voeren, spreken, wervend schrijven, zakelijk schrijven, werkwoordspelling en algemene spelling. Voor al deze onderdelen wordt een cijfer gegeven. Hieruit wordt een gemiddeld cijfer berekend en dat is het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Van de eindcijfers voor Nederlands 2+3F, Engels 2 en rekenen 3F mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). Het andere cijfer moet ten minste een 6 zijn (na afronding). Studenten worden door Tio ingepland voor pilotexamens en centrale examens. De student ontvangt van de vestiging informatie over het moment van afname. Rekenen (Rekenen 3F) Centraal examen rekenen

Weging 1x

Het verplichte centrale examen rekenen op niveau 3F wordt afgenomen op alle domeinen van rekenen. De instellingstentamens van Tio dienen ter voorbereiding op het centraal examen rekenen. Voor slaging telt alleen het cijfer van het centraal examen rekenen mee. De instellingscijfers van Tio worden niet meegerekend. Voor rekenen 3F is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands 2+3F, Engels 2 en rekenen 3F mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn (na afronding).


39

Engels (Engels 2, EX2) T4 Lezen B1

Weging 1x

T4 Luisteren B1

1x

T4 Gesprekken voeren A2

1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x

Schriftelijke deeltoetsen vocabulaire & grammatica A2/B1 - 1

1x (minimaal 5,5) Schriftelijke deeltoetsen vocabulaire & grammatica A2/B1 - 2 1x (minimaal 5,5) Het eindcijfer voor Engels 2 mag niet lager dan een 5,0 zijn. Het gemiddelde cijfer van alle toetsen is het eindcijfer voor Engels 2. Hierbij geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn voordat het eindcijfer voor Engels 2 toegekend kan worden. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands 3F, Engels 2 en rekenen 3F mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5,0). De twee andere cijfers moeten ten minste een 6,0 zijn (na afronding). Frans (Frans 2, FX2)

Weging

T4 Lezen B1

1x

T4 Luisteren B1

1x


1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x


1x (minimaal 5,5) Schriftelijke deeltoetsen vocabulaire & grammatica A2/B1 - 2 1x (minimaal 5,5) Drie van de vijf vaardigheden moeten verplicht voldoende gemaakt zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn), dus minimaal 5,5. Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5). Duits (Duits 2, DX2)

Weging

T4 Lezen B1

1x

T4 Luisteren B1

1x


1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x


1x (minimaal 5,5)

40



1x (minimaal 5,5) Hierbij geldt dat drie van de vijf vaardigheden verplicht voldoende gemaakt moeten zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn). Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5). Loopbaan en Burgerschap

Weging

Professionele ontwikkeling (PR1A en PR1B):  cv  sollicitatiebrief  sollicitatiegesprek  werkstuk sollicitatietraining  werkstuk loopbaan en burgerschap  verplichte aanwezigheid

minimaal 5,5

Outdoorproject (ODP)  Verplichte aanwezigheid

voldaan

Bedrijfsbezoeken (geïntegreerd in vakken)  Verplichte aanwezigheid

voldaan

Vrije keuzeruimte mbo (VKM)

56 cru’s

T4-opdracht Wat vind jij? (Nederlands 2A, NX2A)

voldaan

Computertentamen Word en Excel (CP1)

minimaal 5,5

T4 Stage 1 (STX1)

minimaal 5,5

Hotel- en Eventweek (HEW)

minimaal 5,5

De T4-toetsen voor Koken praktijk (KOP), Eventmanagement (EVX) en Professionele ontwikkeling 2a (PR2A) worden apart op de cijferlijst vermeld. Deze toetsen tellen niet mee voor diplomering. 3.4.2 Slagingsvoorwaarden HMA Studenten ontvangen het diploma Manager/Ondernemer Horeca als aan de volgende voorwaarden is voldaan:  Voor elke kerntaak is minimaal een 5,5 behaald.  Voor alle T4-opdrachten is minimaal een 5,5 of een voldoende resultaat behaald, met uitzondering van de T4-opdrachten van de talen.  Van de eindcijfers voor Nederlands 2+3F, Engels 2 en rekenen 3F mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5,0). Het andere cijfer moet ten minste een 6,0 zijn (na afronding).  Het eindcijfer voor Engels 2 (EX2) mag niet lager dan een 5,0 zijn. Het gemiddelde cijfer van alle toetsen is het eindcijfer voor Engels 2. Hierbij geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn voordat het eindcijfer voor Engels 2 toegekend kan worden.  Voor Duits 2 (DX2) en Frans 2 (FX2) geldt dat drie van de vijf vaardigheden verplicht voldoende gemaakt moeten zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn), dus minimaal een 5,5. Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5).  Wanneer er sprake is van deelopdrachten binnen de T4-opdracht is voor elke afzonderlijke deelopdracht minimaal een 5,5 of een voldoende behaald. 3.4.3 Geldigheid slagingsvoorwaarden HMA In onderstaande tabel is per cohort weergegeven tot wanneer de slagingsvoorwaarden die vermeld staan in dit hoofdstuk geldig zijn.


41

Cohort Januari 2015-2016 (fasttrack) Januari 2015-2017 (tweejarige opleiding) Janauri 2015-2018 (driejarige opleiding)

Deadline/vervaldatum 31-01-2018 31-01-2019 31-01-2020

Wanneer de geldigheid van de slagingsvoorwaarden is verlopen kan de student de examencommissie verzoeken aan te geven met welke nieuwe vakken het curriculum kan worden afgerond. 3.4.4 Doorstroomregels HMA Om te kunnen doorstromen naar het tweede jaar van de opleiding HMA mogen er maximaal zes onderwijseenheden open staan. De onderwijseenheden Stage 1 en Praktijkstage moeten voldoende zijn. Indien de student wil doorstromen naar een andere mbo opleiding kan hij/zij contact opnemen met de (assistent-)vestigingsmanager. Om te kunnen doorstromen naar de hbo-opleiding HEM dient het diploma Manager/Ondernemer Horeca te zijn behaald. Studenten die starten in het tweede jaar HEM krijgen een inhaalcurriculum toegekend, aangezien er nog een aantal onderwijseenheden van het eerste jaar hbo ingehaald dienen te worden. Aan het eind van het studiejaar wordt bepaald of de student aan de doorstroomregels voldoet. De student wordt hiervan op de hoogte gesteld. Bij de start van het volgende studiejaar (na de herkansing in augustus) wordt gekeken of de student door het behalen van hertentamens misschien alsnog in aanmerking komt voor doorstroming. Tio behoudt het recht een student voorwaardelijk over te laten gaan in afwachting van de hertentamencijfers. Als de benodigde onderwijseenheden niet behaald zijn, wordt de aanmelding omgezet in een verlengde inschrijving en zal de student in de verlengde periode de vakken moeten behalen.

42



43

4 De opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf) jan15 4.1

Inleiding

De opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf) is een eenjarige mbo niveau 4-opleiding (middenkaderopleiding). Voor deze opleiding gelden de volgende instroomeisen: een havo-, mbo3- of relevant mbo2-diploma. De opleiding wordt aangeboden in de beroepsopleidende leerweg (BOL). Een student loopt een stage van 13 weken in de periode mei t/m augustus. De stage heeft een minimale omvang van 36 uur per week. De opleiding leidt op voor de kwalificatie:  Manager/Ondernemer Horeca (crebocode 90303)

4.2

Typering beroep Manager/Ondernemer Horeca

De Manager/Ondernemer Horeca is oprichter, eigenaar en/of bedrijfsleider van een bedrijf in de maaltijdverstrekkende sector of de logiesverstrekkende sector. Hij is belast met de operationele leiding van het bedrijf. Daarnaast werkt hij mee aan de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. De Manager/Ondernemer Horeca draagt zorg voor het opstellen van de diverse plannen die nodig zijn voor het managen van de onderneming. Hij bepaalt het beleid en ziet erop toe dat het vastgestelde beleid wordt uitgevoerd. Hij draagt zorg voor de bedrijfsvoering en ziet erop toe dat alle wettelijke regels en voorschriften die te maken hebben met het bedrijf, in acht worden genomen. Hij is erop gericht dat de hoofddoelstellingen van het bedrijf, het behalen van winst en het zorgen voor continuïteit, worden gerealiseerd.

4.3

De inhoud en programmering van de opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf)

4.3.1 Inhoud opleiding Hotelmanagement fasttrack De inhoud van de opleiding Hotelmanagement is gebaseerd op het kwalificatiedossier Ondernemer horeca/bakkerij. Dit kwalificatiedossier is opgesteld door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenwerk in samenwerking met het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. In het kwalificatiedossier is beschreven aan welke eisen een beginnend Manager/Ondernemer Horeca moet voldoen. Deze eisen zijn beschreven in kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren en competenties. Kerntaken zijn taken die elke beroepskracht zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in dat beroep steeds weer terugkomen. Elke kerntaak is verdeeld in een aantal werkprocessen. Een werkproces is een beroepsactiviteit die leidt tot een resultaat, een product of een dienst. Een prestatie-indicator geeft aan wanneer aan een werkproces is voldaan. Een competentie is het geheel van kennis, vaardigheden, houding en inzicht dat nodig is om een bepaald werkproces te kunnen uitvoeren. Het kwalificatiedossier is te vinden op Blackboard

Voor de kwalificatie Manager/Ondernemer Horeca zijn de volgende kerntaken en werkprocessen geformuleerd:

44

De opleiding Hotelmanagement fasttrack (HMAf) jan15

Kerntaak 1: Onderneemt 1.1 Ontwikkelt een ondernemingsplan. 1.2 Treft voorbereidingen voor het starten van een onderneming. 1.3 Implementeert het ondernemingsplan. 1.4 Maakt marktanalyses. 1.5 Innoveert de onderneming. 1.6 Stelt financieel beleid vast en bepaalt de verkoopprijs. 1.7 Bepaalt personeelsbeleid. 1.8 Bepaalt inkoop- en voorraadbeleid. 1.9 Onderhoudt externe contacten. Kerntaak 2: Geeft leiding aan de onderneming 2.1 Draagt zorg voor de financiële administratie en registratie. 2.2 Bewaakt en verantwoordt de financiële situatie. 2.3 Bewaakt de voorraad. 2.4 Koopt artikelen in en ontvangt deze. 2.5 Werft, selecteert en ontslaat medewerkers. 2.6 Introduceert nieuwe medewerkers. 2.7 Voert gesprekken met medewerkers. 2.8 Zorgt voor informatie naar medewerkers. 2.9 Plant en verdeelt de werkzaamheden. 2.10 Begeleidt medewerkers en stuurt hen aan. 2.11 Implementeert (wettelijke) regels en voorschriften. 2.12 Bewaakt, evalueert en verbetert processen en procedures op de werkvloer. 2.13 Promoot de onderneming. 2.14 Onderzoekt gast-/klant-/medewerkerstevredenheid. 2.15 Signaleert en handelt klachten af. 2.16 Richt de bedrijfsruimte in en onderhoudt de inventaris. Kerntaak 4: Werkt mee in drank- en spijsverstrekkende bedrijven 4.1 Neemt tafelreserveringen aan. 4.2 Verricht voorbereidende werkzaamheden in het horecabedrijf. 4.3 Ontvangt en informeert/adviseert de gast. 4.4 Neemt de bestelling op en serveert deze. 4.5 Maakt de rekening op en neemt afscheid van de gasten. 4.6 Creëert en bewaakt sfeer. 4.7 Neemt speciale arrangementen, partijen of bestellingen aan. 4.8 Voert afrondende werkzaamheden uit in het horecabedrijf. 4.9 Sluit het bedrijf af. Kerntaak 5: Werkt mee in logiesverstrekkende bedrijven 5.1 Neemt reserveringen aan voor kamers en/of zalen en arrangementen. 5.2 Checkt de gast in. 5.3 Verleent service aan gasten tijdens hun verblijf. 5.4 Bewaakt de veiligheid. 5.5 Checkt de gast uit. 5.6 Maakt night audit rapportages van de omzet. 5.7 Ontwikkelt arrangementen en speciale activiteiten. In het kwalificatiedossier Manager/Ondernemer Horeca worden ook eisen gesteld aan het taalniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De vereiste taalniveaus voor deze opleiding zijn:  Engels: de vaardigheden luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven dienen op B1 niveau te worden afgerond.  Duits/Frans/Spaans: de vaardigheden luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven dienen op A2 niveau te worden afgerond. Wat de beheersingsniveaus B1 en A2 precies inhouden wordt beschreven in het document Referentiekader Moderne Vreemde Talen. Dit document is te vinden op Blackboard.


45

In het kwalificatiedossier is tevens een referentieniveau voor Nederlands en rekenen aangegeven. Deze referentieniveaus zijn afkomstig uit het document Referentiekader taal en rekenen. Dit document is te vinden op Blackboard. De vereiste referentieniveaus voor deze opleiding zijn:  Nederlands: de mondelinge taalvaardigheid, de leesvaardigheid, de schrijfvaardigheid en de taalverzorging en taalbeschouwing dienen op niveau 3F te worden afgerond.  Rekenen: de onderdelen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden dienen op niveau 3F te worden afgerond. Vanuit het document Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap worden eisen gesteld op het gebied van loopbaan en burgerschap. Dit document is te vinden op Blackboard. Bij het onderdeel Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling gaat het om het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling aan bod komen zijn: capaciteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. Het onderdeel Burgerschap valt uiteen in de volgende dimensies: 1. De politiek-juridische dimensie 2. De economische dimensie 3. De sociaal-maatschappelijke dimensie 4. De dimensie vitaal burgerschap 4.3.2 Onderwijsprogrammering opleiding HMAf De opleiding Hotelmanagement fasttrack is opgebouwd uit een aantal leerlijnen. 

Communicatie & management mbo In de leerlijn communicatie leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren met klanten, collega’s en leidinggevenden. Daarnaast wordt er in deze lijn uitgebreid aandacht besteed aan het omgaan met cultuur-, taal- en omgangsverschillen. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Communicatie vaardigheden 1 (CM1), Communicatieve vaardigheden 2 (CM2), Managementvaardigheden 1 (MN1), Managementvaardigheden 2 (MN2) en Personeelsmanagement (PMX).



Nederlands In de leerlijn Nederlands leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Nederlands. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Nederlands 2a (NX2A), Nederlands 2b (NX2B) en Nederlands Centrale examinering 3F (N3F).



Engels In de leerlijn Engels leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Engels. Bij deze leerlijn hoort het volgende vak: Engels 2 (EX2).







46

De student kiest als tweede vreemde taal Duits of Frans. Duits In de leerlijn Duits leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Duits. Bij deze leerlijn horen de volgende vakken: Duits 2 (DX2) en Duits voor Beginners (DBX). Frans In de leerlijn Frans leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Frans. Bij deze leerlijn hoort het volgende vak: Frans 2 (FX2).

Daarnaast kan nog Spaans als keuzevak gevolgd worden. Spaans


In de leerlijn Spaans leert de student hoe hij mondeling en schriftelijk moet communiceren in het Spaans. Bij deze leerlijn hoort het volgende vak: Spaans 1 (SP1). 

Marketing & Sales In de leerlijn marketing & sales maakt de student kennis met het marketingconcept, de bedrijfstak, bedrijfstypen, analyse van vraag- en aanbodzijde, segmentatie, marktonderzoek en de marketingstrategie. Daarnaast wordt marketing op operationeel niveau behandeld. De student leert om de marketingmix (P’s) in te vullen en toe te passen. Ook leert de student hoe hij moet acquireren en onderhandelen. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Marketingmix (MMN), Marktanalyse (MTN) en Commercieel Management (CMX).



Cijfermatig inzicht In de leerlijn Cijfermatig inzicht wordt aandacht besteed aan verschillende aspecten van financieel management. De student leert te begroten en budgetteren, een financieel plan op te stellen en financiële analyses uit te voeren. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Rekenvaardigheid (RKF), Begroten en budgetteren (BEX) en Financiële analyse (FAX).



Food and Beverage In de leerlijn Food and Beverage leert de student vakspecifieke kennis en vaardigheden op het gebied van Food and Beverage op uitvoerend niveau. Er wordt aandacht besteed aan drankenkennis, materialenkennis, waren- en bereidingskennis, menuleer en het verrichten van werkzaamheden in het restaurant en de keuken. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Vaktechniek restaurant (VTT), Koken praktijk (KOP), Praktijkexamen Vaktechniek restaurant (PVR), Koken theorie (KOK), Menuleer (MNL) en Food & Beverage Operations (FBX).



Ondernemerschap In de leerlijn ondernemerschap maakt de student kennis met allerlei aspecten van het ondernemerschap, zoals het initiëren en creëren van producten en diensten en het ontwikkelen van een ondernemingsplan. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Ondernemerschap (ONX) en Mijn top tent (MTT).



Loopbaan en Burgerschap In de leerlijn Loopbaan en Burgerschap wordt aandacht besteed aan het professionele handelen en de persoonlijke ontwikkeling van de student. Ook worden er thema’s op het gebied van burgerschap behandeld zoals: omgaan met geld, gezond leven, het gebruik van social media en politiek. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Bedrijfsbezoeken (geïntegreerd in vakken), Professionele ontwikkeling 1a (PR1A), Professionele ontwikkeling 1b (PR1B) en Huiswerkbegeleiding (HWB).





Receptie In de leerlijn Receptie krijgt de student inzicht in de hotelwereld. Er wordt ingegaan op de planning, organisatie en uitvoering van verschillende werkzaamheden binnen de afdeling Rooms Division van een hotel, waaronder de afdeling Front Office en Housekeeping. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Reserveringssysteem HotelConcepts (RHC), Front Office skills (FOX), Praktijkexamen Front Office (PFO) en Rooms Division (RDX). Eventmanagement In de leerlijn Eventmanagement leert de student hoe hij een evenement professioneel moet


47

organiseren. Hij leert de kosten te beheersen, te budgetteren, een begroting op te stellen en een locatie te selecteren. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Hotel- en Eventweek (HEW) en Eventmanagement (EVX). 

EHBO In de leerlijn EHBO leert de student hoe te handelen in gevallen waar eerste hulp noodzakelijk is. De onderwijseenheid Bedrijfshulpverlening (BHV) hoort bij deze leerlijn.



Stage In de leerlijn Stage leert de student het geleerde in de praktijk toe te passen. Bij deze leerlijn horen de volgende onderwijseenheden: Stage 2 (SX2), Stage Kerntaak 1 (SKT1), Stage Kerntaak 2 (SKT2) en Stage Kerntaak 5 (SKT5).

De opleiding kent de volgende projecten: 

Hotel- en eventweek (HEW) Tijdens dit project runt de student met een aantal medestudenten een hotel. De student voert werkzaamheden uit op diverse afdelingen, zoals de afdeling Frontoffice, Housekeeping, Personeelszaken, Keuken, Bar, Restaurant, Banqueting, PR en Financieel.



Mijn top tent (MTT) In dit project proeft de student aan hoe het is om een eigen onderneming te starten. Hij schrijft diverse plannen die bij het opstarten van een onderneming van belang zijn, zoals een ondernemingsplan (inclusief marketing- en financieel plan), een personeelsplan en een inkoopvoorraadplan.

Tabel 6 geeft een overzicht van de onderwijseenheden (vakken, projecten en overige onderwijsactiviteiten) die onderdeel uitmaken van de opleiding Hotelmanagement. In de kolommen ‘semester 1’ en ‘semester 2’ staat het aantal uren weergegeven dat een vak of project per lesweek wordt ingeroosterd. Tio behoudt zich het recht voor de lestabel aan te passen wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft.

Vakken HMA fasttrack

Tabel 6: Overzicht van de onderwijseenheden en bijbehorende lesuren van de opleiding HMAf Sem. 1 Sem. 2 Onderwijseenheid (jan. – apr.) (sept. – dec.) Begroten en budgetteren (BEX) 2 Bedrijfshulpverlening (BHV) 2 Communicatieve vaardigheden 1 (CM1) 2 Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) 2 Reserveringssysteem HotelConcepts (RHC) 2 Commercieel management (CMX) 2 Engels 2 (EX2) 3 3 Eventmanagement (EVX) 2 Financiële analyse (FAX) 2 Food & Beverage Management (FBX) 2 Front office skills (FOX) 2 Inkoopmanagement (INX) 2 Koken theorie (KOK) 2 Koken praktijk (KOP) 2 Managementvaardigheden 1 (MN1) 2 Managementvaardigheden 2 (MN2) 2 Marktanalyse (MTN) 3

48


Keuzetalen Projec-ten Overige actviteiten Keuzevakken

Marketingmix (MMN) Menuleer (MNL) Nederlands 2a (NX2A) Nederlands 2b (NX2B) Ondernemerschap (ONX) Personeelsmanagement (PMX) Professionele ontwikkeling 1a (PR1A) Professionele ontwikkeling 1b (PR1B) Rekenvaardigheid (RKF) Rooms Division (RDX) Vaktechniek restaurant (VTT) Vrije keuzeruimte (VKM) Duits 2 (DX2)*

3 2 2 2 1 2 1 1 4 2 3 28 uur 3

3

Duits voor beginners (DBX)* Frans 2 (FX2)* Hotel en Eventweek (HEW) a. voorbereiding b. uitvoering Mijn toptent (MTT)

4 3

4 3

1

2 week in nov 2

Studiecoaching (SX2)

1

1

Huiswerkbegeleiding (HWB)

2

2

Vinologie 1 (VIX)

3

Spaans 1 (SP1)

3

Stage (SX2 ; 13 weken)

3

* Naast Engels is één moderne vreemde taal verplicht. De studenten kunnen hierbij kiezen voor Duits 2 (DX2), Duits voor beginners (DBX) of Frans 2 (FX2).

4.4

Examinering opleiding Hotelmanagement fasttrack

Om te bepalen of de student in aanmerking komt voor het diploma Manager/Ondernemer Horeca worden per kerntaak verschillende tentamens afgenomen. Dit zijn projecten of praktijktentamens op kerntaak/werkprocesniveau en aanvullende schriftelijke tentamens of praktijktentamens op school (de zogenaamde T4-opdrachten) waarin vereiste kennis en vaardigheden worden getoetst. Nederlands, rekenen, Engels en Duits/Frans worden meegenomen in de toetsing op kerntaak/werkprocesniveau, maar worden daarnaast ook afzonderlijk getoetst om te kunnen beoordelen of het vereiste referentieniveau/ERK-niveau behaald is. In het toetsplan op de volgende pagina’s is per kerntaak aangegeven welke tentamens afgenomen worden en aan welke eisen een student moet voldoen om het diploma behorende bij de kwalificatie te behalen.


49

4.4.1 Toetsplan Manager/Ondernemer Horeca In het toetsplan Manager/Ondernemer Horeca wordt aangegeven hoe er per kerntaak getoetst wordt, waar de toetsen over gaan en hoe de toetsen beoordeeld worden. Kerntaak 1: Ontwikkelt een ondernemingsplan Naam tentamen Werkproces Mijn top tent (MTT) – MTT project totaal 1.1, 1.2, 1.4, 1.9

Soort toets Project



1.1, 1.2

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Planning opstarten onderneming

1.2

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Toekomstplanner

1.3

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Financieel plan

1.6

Project

4x (minimaal 5,5)


1.6

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Personeelsplan

1.7

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Inkoop- en voorraadbeleid

1.8

Project

4x (minimaal 5,5)


1.4, 1.5

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Commercieel management (CMX) – Acquisitie

1.9

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Begroten en budgetteren (BEX) – T4opdracht

1.6

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Marketingmix (MMN)

1.1, 1.4, 1.5

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Ondernemerschap (ONX)

1.1, 1.2, 1.9


1x (minimaal 5,5)

Marktanalyse (MTN)

1.1, 1.4, 1.5

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)


1.6


1x (minimaal 5,5)


1.8


1x (minimaal 5,5)

Kerntaak 2: Geeft leiding aan de onderneming Naam tentamen Werkproces Mijn top tent (MTT) – Personeelsplan 2.9

Soort toets Project



2.12

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – MTT project totaal

2.12

Project

4x (minimaal 5,5)

Mijn top tent (MTT) – Huisregels en handhavingsbeleid

2.10

Project

4x (minimaal 5,5)


2.15

Project

4x (minimaal 5,5)

50



2.11, 2.13

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Stage kerntaak 2 (SKT2) – Voorraadbeheer

2.3, 2.4

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Commercieel management (CMX) – Onderhandelingsgesprek

2.4

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Personeelsmanagement (PMX) – Werving en selectie

2.5

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Managementvaardigheden 1 (MN1) – Functionerings- en beoordelingsgesprek

2.6

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) Klachtengesprek

2.14

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Financiële analyse (FAX) – T4-opdracht

2.2

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Begroten en budgetteren (BEX) – T4opdracht

2.2

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Communicatie vaardigheden 1 (CM1) – Presentatie

2.7

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Managementvaardigheden 2 (MN2) – Werkrooster

2.8

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Financiële analyse (FAX)

2.2


1x (minimaal 5,5)


2.2


1x (minimaal 5,5)


2.3, 2.4


1x (minimaal 5,5)

Vaktechniek restaurant (VTT) – Onderdeel Sociale Hygiëne

2.10


1x (minimaal 5,5)

Food & Beverage Management (FBX)

2.2, 2.10, 2.11


1x (minimaal 5,5)

Rooms Division Management (RDX)

2.8, 2.10


1x (minimaal 5,5)

Kerntaak 4: Werkt mee in drank- en spijsverstrekkende bedrijven Naam tentamen Werkproces Soort toets Praktijkassessment Vaktechniek restaurant 4.1, 4.2, 4.3, Assessment (PVR) 4.4, 4.7, 4.8, 4.10 Communicatieve vaardigheden 2 (CM2) – 4.9 Rollenspel Verkoopgesprek

Weging 4x (minimaal 5,5) 1x (minimaal 5,5

Bedrijfshulpverlening (BHV) – Assessment

4.8

Rollenspel

1x (minimaal 5,5)

Food & Beverage Operations (FBX)

4.10


1x (minimaal 5,5)


4.8


1x (minimaal 5,5)

Vaktechniek restaurant (VTT)

4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.7, 4.8, 4.10, 4.11 4.3

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Koken theorie (KOK)


51

Menuleer (MNL)

4.3

Kerntaak 5: Werkt mee in logiesverstrekkende bedrijven Naam tentamen Werkproces Praktijkexamen Front Office (PFO) 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6

Deeltoetsen

1x (minimaal 5,5)

Soort toets Assessment


Stage kerntaak 5 (SKT5) – Arrangementen ontwikkelen

5.7

Stageopdracht

4x (minimaal 5,5)

Bedrijfshulpverlening (BHV) – Assessment

5.4

T4-opdracht

1x (minimaal 5,5)

Reserveringssysteem HotelConcepts (RHC)

5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6


1x (minimaal 5,5)

Front Office (FOX)

5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.6


1x (minimaal 5,5)


5.4


1x (minimaal 5,5)

Vaktechniek restaurant (VTT) – Onderdeel Sociale Hygiëne

5.4


1x (minimaal 5,5)

Nederlands (Nederlands 2a, 2b en 3F)

Weging

Centraal examen Nederlands Lezen & Luisteren 3F (N3F)

1x

Instellingsexamens 3F:  Verkoopgesprek (gesprekken voeren) (CM2)  Presenteren (spreken) (CM1)  Wervend schrijven (schrijven) (NX2B)  Zakelijk schrijven (schrijven) (NX2B)  Werkwoordspelling: schriftelijke deeltoetsen (taalverzorging) (NX2A)  Algemene spelling: schriftelijke deeltoetsen (taalverzorging) (NX2B)

1x

Het gemiddelde cijfer van het centraal examen en het instellingsexamen bepaalt het eindcijfer voor Nederlands. Het centraal examen bestaat uit de onderdelen Lezen en Luisteren. Voor het centraal examen wordt één cijfer gegeven (= één cijfer met één decimaal). Het instellingsexamen bestaat uit de onderdelen gesprekken voeren, spreken, wervend schrijven, zakelijk schrijven, werkwoordspelling en algemene spelling. Voor al deze onderdelen wordt een cijfer gegeven. Hieruit wordt een gemiddeld cijfer berekend en dat is het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Van de eindcijfers voor Nederlands 2+3F en Engels 2 mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). Het andere cijfer moet ten minste een 6 zijn (na afronding). Studenten worden door Tio ingepland voor pilotexamens en centrale examens. De student ontvangt van de vestiging informatie over het moment van afname.

52


Engels (Engels 2, EX2) T4 Lezen B1

Weging 1x

T4 Luisteren B1

1x


1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x


1x (minimaal 5,5) Schriftelijke deeltoetsen vocabulaire & grammatica A2/B1 - 2 1x (minimaal 5,5) Het eindcijfer voor Engels 2 mag niet lager dan een 5,0 zijn. Het gemiddelde cijfer van alle toetsen is het eindcijfer voor Engels 2 . Hierbij geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn voordat het eindcijfer voor Engels 2 toegekend kan worden. Van de eindcijfers voor Engels 2 en Nederlands 2+3F mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5,0). Het andere cijfer moet ten minste een 6,0 zijn (na afronding).

Frans (Frans 2, FX2) T4 Lezen B1

Weging 1x

T4 Luisteren B1

1x


1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x


1x (minimaal 5,5) Schriftelijke deeltoetsen vocabulaire & grammatica A2/B1 - 2 1x (minimaal 5,5) Drie van de vijf vaardigheden verplicht voldoende gemaakt zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn). Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5).

Duits (Duits 2, DBX of DX2) T4 Lezen B1

Weging 1x

T4 Luisteren B1

1x


1x

T4 Spreken A2

1x

T4 Schrijven A2

1x


1x (minimaal 5,5)


53


1x (minimaal 5,5) Drie van de vijf vaardigheden verplicht voldoende gemaakt zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn). Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5). Rekenen (Rekenen 3F)

Weging

Schriftelijk tentamen Getallen en Verhoudingen, Maten, meten en meetkunde en Verbanden 3F (RKF)

1x (minimaal 5,5)

Het cijfer voor rekenen is het cijfer dat behaald is voor het tentamen Rekenvaardigheid (RKF). Ter voorbereiding op de invoering van de centrale examinering rekenen worden pilotexamens afgenomen. Wanneer de student een voldoende behaalt op het pilotexamen rekenen, dan vervangt dit cijfer het cijfer van RKF, mits het cijfer op het pilotexamen hoger is dan het cijfer op het tentamen RKF.* * Bij diplomering na 1 oktober 2015 veranderen de slagingsvoorwaarden voor rekenen in verband met de centrale examinering rekenen. Het verplichte centrale examen rekenen op niveau 3F wordt afgenomen op alle domeinen van rekenen. Het cijfer van Rekenvaardigheid (RKF) vervalt bij slagen na 1 oktober 2015. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Loopbaan en Burgerschap

Weging

Professionele ontwikkeling (PR1A en PR1B):  cv  sollicitatiebrief  sollicitatiegesprek  werkstuk sollicitatietraining  werkstuk loopbaan en burgerschap  verplichte aanwezigheid

minimaal 5,5

Bedrijfsbezoeken (geïntegreerd in vakken)  Verplichte aanwezigheid

voldaan

Vrije keuzeruimte mbo (VKM)

56 cru’s

T4-opdracht (Nederlands 2A) Wat vind jij? (NX2A)

minimaal 5,5

T4 Hotel- en Eventweek (HEW)

minimaal 5,5

De T4-toetsen voor Koken praktijk (KOP) en Eventmanagement (EVX) worden apart op de cijferlijst vermeld. Deze toetsen tellen niet mee voor diplomering. 4.4.2 Slagingsvoorwaarden HMAf Studenten ontvangen het diploma Manager/Ondernemer Horeca als aan de volgende voorwaarden is voldaan:  Voor elke kerntaak is minimaal een 5,5 behaald.  Voor alle T4-opdrachten is minimaal een 5,5 of een voldoende resultaat behaald, met uitzondering van de T4-opdrachten van de talen.  Van de eindcijfers Nederlands 2+3F en Engels 2 mag er een onvoldoende zijn (niet lager dan 5,0). Het andere cijfer moet een 6,0 zijn (na afronding).  Het eindcijfer voor Engels 2 (EX2) mag niet lager dan een 5,0 zijn. Het gemiddelde cijfer van alle toetsen is het eindcijfer voor Engels 2. Hierbij geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke

54






deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn voordat het eindcijfer voor Engels 2 toegekend kan worden. Voor Duits voor beginners (DBX), Duits 2 (DX2) en Frans 2 (FX2) geldt dat drie van de vijf vaardigheden verplicht voldoende gemaakt moeten zijn (met als extra eis dat alle vaardigheidstoetsen daadwerkelijk gemaakt zijn), dus minimaal een 5,5. Daarnaast geldt dat de gemiddelde cijfers van de schriftelijke deeltoetsen verplicht voldoende moeten zijn (minimaal 5,5). Wanneer er sprake is van deelopdrachten binnen de T4-opdracht is voor elke afzonderlijke deelopdracht minimaal een 5,5 of een voldoende behaald.

4.4.3 Geldigheid slagingsvoorwaarden HMAf De studenten die in het studiejaar januari 2015-2016 met de opleiding HMAf starten kunnen tot en met 31 januari 2018 de opleiding afronden volgens de slagingsvoorwaarden die staan vermeld in dit hoofdstuk. Wanneer de geldigheid van de slagingsvoorwaarden is verlopen kan de student de examencommissie verzoeken aan te geven met welke nieuwe vakken het curriculum kan worden afgerond. 4.4.4 Doorstroomregels HMAf Om te kunnen doorstromen naar de hbo-opleiding HEM dient het diploma Manager/Ondernemer Horeca te zijn behaald. Studenten die starten in het tweede jaar HEM krijgen een inhaalcurriculum toegekend, aangezien er nog een aantal vakken van het eerste jaar hbo ingehaald dienen te worden. Aan het eind van het studiejaar wordt bepaald of de student aan de doorstroomregels voldoet. De student wordt hiervan op de hoogte gesteld. Bij de start van het volgende studiejaar (na de herkansing in augustus) wordt gekeken of de student door het behalen van hertentamens misschien alsnog in aanmerking komt voor doorstroming. Tio behoudt het recht een student voorwaardelijk over te laten gaan in afwachting van de hertentamencijfers. Als de benodigde vakken niet behaald zijn, wordt de aanmelding omgezet in een verlengde inschrijving en zal de student in de verlengde periode de vakken moeten behalen.


55

56


5 Stage 5.1

Inleiding

De stage vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding Hotelmanagement. De student loopt elk studiejaar een aaneengesloten stage van 13 weken. De stage heeft een omvang van minimaal 36 uur per week. Hieronder wordt schematisch weergegeven wanneer de stages van de verschillende varianten van de opleiding Hotelmanagement plaats vinden. Eenjarig Jaar 1

Jan-Mei Semester 1 + 3

Zomer Stage

Sept-Dec Semester 2 + 4

Jan-Mei Semester 1 Semester 3

Zomer Stage Stage

Sept-Dec Semester 2 Semester 4

Jan-Mei Semester 1 Stage Semester 4

Zomer Vrij Vrij Vrij

Sept-Dec Semester 2 Semester 3 Stage

Tweejarig Jaar 1 Jaar 2 Driejarig Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3

De voor de stage geldende bepalingen en regels zijn opgenomen in het Praktijkwerkboek stage en de Stagehandleiding voor mbo die gelden voor dit cohort.

5.2

Voorwaarden om op stage te mogen gaan

Aan de stage kunnen alleen studenten deelnemen die naar het oordeel van de studiecoach en de vestigingsmanager een zodanige instelling getoond hebben, dat redelijkerwijs mag worden verwacht dat zij aan de doelstellingen van de stage zullen voldoen. Tio behoudt zich dan ook het recht voor de student geen stage te laten lopen indien de resultaten onvoldoende zijn of indien onbehoorlijk of ongemotiveerd gedrag van de student tijdens de opleiding hiertoe aanleiding geeft. In het geval van een minderjarige student informeert de vestigingsmanager tevens de ouders van de student. Verder geldt dat wangedrag gedurende het studiejaar aanleiding kan zijn om de student uit te sluiten van een stage in dat studiejaar. Daarnaast gelden per opleidingsniveau de volgende aanvullende eisen: Eerste stage mbo Zomer 2015 Meetmoment 1 maart 2015  De student heeft het kennismakingsgesprek gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student onder andere zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de bedrijvendag zijn uitgevoerd. Het verslag van het kennismakingsgesprek is opgeslagen in zijn portfolio. Januari 2016


57

Meetmoment 1 oktober 2015  De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student onder andere zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek mag een student niet op stage.  De student heeft maximaal 4 schriftelijke tentamens van het eerste semester niet behaald.  De student heeft maximaal 3 T4-opdrachten van het eerste semester met een onvoldoende resultaat afgerond. De T4-opdrachten van de moderne vreemde talen worden hierin niet meegerekend,  De student heeft de praktijkstage van de opleiding met een voldoende resultaat afgerond.  De student heeft voldoende ontwikkeling van het Engelse taalniveau, naar mening van de docent Engels. Tweede stage mbo Zomer 2016 Meetmoment 1 maart 2016  De student heeft het kennismakingsgesprek gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen en dat de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn. Het verslag van het studievoortganggesprek is opgeslagen in zijn portfolio.  Indien de student is doorgestroomd vanuit een HMA1/SRH1-opleiding dient de stage van dat studiejaar met voldoende resultaat te zijn afgerond. Stage september 2017 Meetmoment 1 maart 2015  De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student onder andere zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek mag een student niet op stage.  De student heeft maximaal 2 schriftelijke tentamens van het eerste semester van het tweede jaar niet behaald.  De student heeft maximaal 4 T4-opdrachten van het eerste semester van het tweede jaar met een onvoldoende resultaat afgerond. De T4-opdrachten van de moderne vreemde talen worden hierin niet meegerekend,  De student heeft maximaal nog 5 vakken van het eerste jaar open staan.  De student heeft voldoende ontwikkeling van het Engelse taalniveau, naar mening van de docent Engels. Stage mbo fasttrack Stage zomer 2015 Meetmoment 1 maart 2015  De student heeft het kennismakingsgesprek gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen en dat de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn. Het verslag van het studievoortganggesprek is opgeslagen in zijn portfolio.  Indien de student is doorgestroomd vanuit een HMA1/SRH1/CTM1-opleiding dient de stage van dat studiejaar met voldoende resultaat te zijn afgerond. Stage januari 2016 Meetmoment 1 oktober 2014  De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student onder andere zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de

58

Stage

studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek mag een student niet op stage.  De student heeft maximaal 2 schriftelijke tentamens van het eerste semester niet behaald.  De student heeft maximaal 4 T4-opdrachten van het eerste semester met een onvoldoende resultaat afgerond. De T4-opdrachten van de moderne vreemde talen worden hierin niet meegerekend,  De student heeft voldoende ontwikkeling van het Engelse taalniveau, naar mening van de docent Engels. De peildatum voor bovenstaande kwantitatieve eisen is 1 maart/1 oktober. Indien een student pas na 1 maart/1 oktober voldoet aan de eis, dan is de peildatum het moment dat een stageovereenkomst moet worden ondertekend door de studiecoach. Op dat moment moet een student voldoen aan de stage-instroomeisen. Indien de student niet tijdig voldoet aan de stage-instroomeisen en er geen stage (meer) gelopen kan worden voordat een nieuw studiesemester begint, dient de student de stage uit te stellen en zich verlengd in te schrijven. Wanneer de studiecoach verwacht dat de student zal gaan voldoen aan de stage-instroomeisen en het proces van het vinden van een stageplaats niet wil vertragen mag de studiecoach een stageovereenkomst ondertekenen. De student moet dan nog steeds voldoen aan de stage-instroomeisen op het moment dat het contract ingaat om de stage geldig te laten zijn. In het geval dat een student niet wordt toegestaan op stage te gaan wegens bovenstaande gronden, moet een studiecoach de student voor 15 maart/15 oktober schriftelijk informeren, waarvan een kopie aan de vestigingsmanager wordt gestuurd. De student kan een bezwaar indienen bij de examencommissie. Als de student naar de mening van de examencommissie in voldoende mate heeft aangetoond wel aan bovenstaande voorwaarden te hebben voldaan, kan de examencommissie de student alsnog toestemming geven. De student is er zelf verantwoordelijk voor dat het stagecontract door alle partijen ondertekend wordt en vóór de start van de stage bij de studiecoach is ingeleverd. Indien het ondertekende contract niet voor aanvang van de stage door Tio is ontvangen, is de stage niet geldig. Is de overeenkomst uiterlijk twee weken voor aanvang van de stage niet ingeleverd dan kan de stage door Tio worden ontbonden. Indien Tio hiertoe overgaat is de stage ongeldig en wordt een ‘1’ aan de stage toegekend. De stage kan op z’n vroegst ingaan vanaf het moment van contractondertekening. 5.2.1

Niet toegestane stageplaatsen

Om aan de doelstellingen van de stage zoals beschreven in de Stagehandleiding te kunnen voldoen is het van belang dat een student in verschillende organisaties zijn stage voltooit. Een stage bij een organisatie waar de student al eerder een stage heeft gelopen wordt dan ook niet toegestaan. Een stage waarin een student een functie of werkzaamheden uitvoert die in grote lijnen gelijk zijn aan de functie of werkzaamheden van een eerdere stage, kan niet worden goedgekeurd. De functie/werkzaamheden moet(en) onderscheidend zijn ten aanzien van de leerervaring en inhoud. Een stage bij een organisatie met minder dan 3 werknemers kan alleen worden toegestaan wanneer er de zekerheid is dat de student een eigen werkplek heeft en wanneer de bedrijfscoach de zekerheid geeft dat de student voldoende begeleiding ontvangt. In verband met mogelijke belangenverstrengeling is een stage bij een eigen bedrijf van een docent van Tio in beginsel niet gewenst. Voor een stage bij een bedrijf van een docent van Tio moet Hoofd Opleidingen in alle gevallen schriftelijk toestemming geven. Een student wordt niet toegestaan stage te lopen bij een bedrijf van een familielid, of indien een familielid bij een stageorganisatie werkzaam is. Dit ter voorkoming van belangenverstrengeling. Een stageplaats bij een concurrerende onderwijsinstelling wordt niet toegestaan. Een stage dient bij een erkend leerbedrijf plaats te vinden, een stageplaats bij een niet erkend leerbedrijf wordt niet toegestaan.


59

5.3

Herkansen van de stage

De volgende regels voor het herkansen van de stage worden gehanteerd Geldend voor alle stages:  Wanneer het stagedossier/-verslag incompleet (zonder handtekening, zonder eindbeoordelingsformulier, zonder eindproducten, etc.) of te laat wordt ingeleverd ontvangt de student het cijfer 1. De student heeft in het volgende studiejaar het recht de stage te herkansen. Indien nodig moet de student zich (verlengd) inschrijven.  Wanneer een verplicht onderdeel van de stage, zoals onderdelen uit het praktijkwerkboek of de eindbeoordeling van de bedrijfscoach met een onvoldoende wordt beoordeeld, heeft de student tijdens de stage recht op een herkansingsmogelijkheid. Is dit onderdeel na herkansing nog steeds onvoldoende dan ontvangt de student het cijfer ‘1’ voor de stage en heeft de student in het volgende studiejaar het recht de stage te herkansen. Indien nodig moet de student zich (verlengd) inschrijven.  Wanneer er voor een onderdeel van het stagedossier/-verslag een onvoldoende is behaald ontvangt de student bericht van de stagecoördinator. De stagecoördinator geeft aan welke onderdelen onvoldoende zijn en wat de reden van de onvoldoende is. De student heeft na ontvangst van de mededeling vijf werkdagen de tijd de onvoldoende onderdelen aan te passen. De student past de onderdelen aan en stuurt de gereviseerde versie aan de stagecoördinator. Beoordeelt de stagecoördinator het verbeterende werk nog steeds met een onvoldoende of wordt het gereviseerde verslag te laat ingeleverd dan ontvangt de student een ‘1’ voor de stage. De student dient in dit geval in een volgend studiejaar een nieuwe stage te lopen. Indien nodig schrijft de student zich (verlengd) in.  Als een student besluit een stage af te breken tegen de beslissing van de studiecoach in, of de student wordt door de organisatie wegens verwijtbaar gedrag ontslagen wordt het cijfer 1 toegekend voor de stage. Toestemming voor het afbreken van een stage door de studiecoach dient te allen tijde schriftelijk te zijn verleend aan de student. Ook terugkomen of stoppen zonder overleg met de studiecoach wordt beschouwd als het afbreken van de stage. De student kan dan niet in dezelfde stageperiode (van dat studiejaar) een stage bij een andere stageorganisatie lopen en dient in het volgende studiejaar een nieuwe volledige stage uit te voeren en indien nodig zichzelf (verlengd) in te schrijven. 

 



Wanneer een student binnen zijn studieloopbaan bij Tio een stage afbreekt zonder toestemming van de studiecoach wordt direct het cijfer 1 toegekend en wordt de student uitgesloten om een volgende stage in het buitenland te doorlopen. Wanneer een student voor de tweede keer zonder toestemming een stage afbreekt dan volgt direct uitsluiting van de opleiding. Een student die wegens voorgaande reden wordt uitgesloten van de opleiding kan binnen twee weken bij de examencommissie bezwaar aantekenen. Wanneer een student op stage in het buitenland door de organisatie wordt ontslagen wegens (wan)gedrag van de student dan is het de student niet toegestaan een volgende stage in het buitenland te doen. Wanneer een student een onvoldoende behaalt voor de stage, heeft de student recht op een eenmalige herkansing van de stage (in het aansluitende studiejaar). Behaalt de student in de herkansing geen voldoende dan wordt de student uitgesloten van de opleiding. Een student die wegens voorgaande reden wordt uitgesloten van de opleiding kan binnen twee weken bij de examencommissie bezwaar aantekenen. Indien de student het niet eens is met de beslissing van de studiecoach, dan kan hij hier tot uiterlijk 2 weken na bekendmaking van de beslissing van de studiecoach schriftelijk bezwaar tegen aantekenen bij de examencommissie.

Kosten die voortvloeien uit het niet behalen van een voldoende voor de stage zijn te allen tijde voor rekening van de student.

60

Stage


61

6 Geldigheid OER 6.1

Geldigheid Onderwijs- en Examenregeling

De informatie in deze Onderwijs- en Examenregeling (OER) heeft betrekking op de cohorten januari 2015-2016, 2015-2017 en 2015-2018. De OER wordt (op voordracht van het managementteam en de examencommissie) vastgesteld door het instellingsbestuur van Tio. Tio behoudt zich het recht voor om tijdens een studiejaar de OER te wijzigen. Studenten worden schriftelijk of per e-mail op de hoogte gesteld van wijzigingen. De OER die is gepubliceerd op het studentenweb is de meest actuele versie. In gevallen waarin de OER niet voorziet, bij onduidelijkheden en in twijfelgevallen aangaande deze regeling, beslist de examencommissie. De examencommissie behoudt zich het recht voor om in bijzondere gevallen af te wijken van de OER. In situaties waarin een mededeling van een docent in tegenspraak is met de bepalingen in deze OER, gelden de bepalingen in de OER. De vestigingsgids, de stagehandleiding mbo, het praktijkwerkboek en de tentamenjaarplanning zijn onlosmakelijk verbonden met de OER.

6.2

Geldigheid cohort

Op het moment dat een cohort start is deze drie jaar (fasttrack), vier jaar (2-jarig traject) of vijf jaar (3jarig traject) geldig. Na deze drie, vier of vijf jaar komt het gehele cohort te vervallen. Reeds behaalde cijfers binnen het vervallen cohort blijven geldig, mits de inhoud van een onderwijseenheid uit het oude cohort overeenkomt met de inhoud van een onderwijseenheid uit het nieuwe cohort. De student krijgt van de examencommissie te horen om welke cijfers en onderwijseenheden dit gaat. Voor studenten die hun studie bij Tio hebben onderbroken, wordt op het moment van opnieuw instromen door de examencommissie in samenwerking met de vestigingsmanager bepaald welk cohort wordt toegekend en voor welke onderwijseenheden de student vrijstelling krijgt. In onderstaande tabel is per cohort weergegeven wanneer deze komt te vervallen. Cohort Januari 2015-2016 (fasttrack) Januari 2015-2017 (tweejarige opleiding) Janauri 2015-2018 (driejarige opleiding)

Deadline/vervaldatum 31-01-2018 31-01-2019 31-01-2020

Mocht een opleiding onverhoopt niet voortgezet kunnen worden binnen Tio dan worden de reeds gestarte cohorten uitgefaseerd, zodat ingeschreven studenten de mogelijkheid hebben het diploma binnen de geldigheidsduur van het cohort te behalen. Dit houdt in dat de lessen voor de resterende studiejaren worden aangeboden en dat studenten tot twee jaar na de nominale studieduur de opleiding kunnen afronden.

62

Geldigheid OER

Hotelmanagement (HMA) Hotelmanagement fasttrack (HMAf) Versie: R.X.OER.1.0

Recommend Documents