Hotel Doetinchem 7AT04
0745761
SANDER MONTRÉE
2011-2012 semester B
Inhoudsopgave Voorwoord Ontwerp Plattegronden Doorsneden Sfeerbeelden Constructie Dimensioneren op sterkte Dimensioneren met productinformatie Bouwfysica Warmte Licht Lucht (ventilatie) Geluid Bouwtechniek Details Literatuur Gebruikte publicaties Bijlagen A ǀ berekeningen DiaLux B ǀ stroomschema’s ventilatie C ǀ berekeningen ventilatiekanalen
3 5 5 5 7 11 17 19 21 23 25 28 30 39 44
Pagina |2
Voorwoord Voor u ligt het verslag van het tweedejaars project Kansen Industrieel Erfgoed Doetinchem. Voor dit project wordt een gebouw uit Doetinchem, het Provimigebouw (havenstraat 10) herbestemd tot een hotel. Programmatisch is gekozen voor een zakelijk hotel waarbij ruimte is voor een restaurant en een conferentiecentrum. Dit hotel zal gericht zijn op het toekomstige kantorenterrein tegenover het gebouw, en op Nederland en West-Duitsland. Het gebouw zal zijn karakteristieke industriële sfeer behouden door het gebouw een minimale afwerking te geven. Het gebruikte beton en staal zal voornamelijk zichtbaar blijven en installaties zoals ventilatieleidingen en waterpijpen zullen zoveel mogelijk in het zicht worden gelaten. De uitbouw die gemaakt wordt zal een modernere variant worden, waardoor het erfgoed tot zijn recht komt. Zo ontstaat er in het complex een samenhangend geheel waardoor het ontstaan van het complex duidelijk wordt. Het hotel krijgt 40 kamers die geschikt zijn voor 1 tot 2 personen. Zo krijgt het hotel een maximale capaciteit van 80 personen. Wanneer gewenst zal het hotel uitgebreid kunnen worden door de andere gebouwen op het complex ook her te bestemmen, waardoor heir extra hotelkamers gerealiseerd kunnen worden.
Pagina |3
ONTWERP
Pagina |4
Plattegronden De plattegronden zijn bijgevoegd op de volgende pagina’s. hieronder wordt de routing uitgelegd en wordt aanvullende informatie gegeven over de totstandkoming van het ontwerp. Op de begane grond is de entree gevestigd met een balie. Achter de balie is de personeelsruimte en toegang tot de installatieruimte in het naburige gebouw. Op de begane grond zijn de originele kolommen behouden en zijn de onderzijdes van de stortkokers ook zoveel mogelijk intact gelaten. Op de eerste verdieping is het conferentiecentrum gevestigd. Op deze verdieping zit de uitbouw die door middel van 3 vakwerkliggers, een uitkraging heeft van 14 meter. In eerdere ontwerpen bevatte deze uitbouw 2 grote flexibele zalen en waren de kleinere zalen in het originele gebouw ondergebracht. In het definitieve ontwerp zijn de kleinere zaaltjes verplaatst naar de buitenkant van de uitbouw, waardoor er in het midden een verblijfsruimte gecreëerd wordt. Er is nog één grote zaal ver die in het bestaande volume is geplaatst. Doordat de vakwerken zichtbaar blijven krijgt ook de uitbouw een industrieel karakter. De tweede verdieping is de personeelsverdieping, deze is alleen toegankelijk voor het personeel van het hotel. Op deze verdieping is het kantoor van de directie geplaatst, evenals de wasserij en de reparatiewerkplaats. Ook is hier extra opslagruimte en zijn er toiletten geplaatst. Op de volgende verdiepingen (verdiepingen 3 tot en met 10) zijn de gastenkamers gesitueerd. Iedere kamer heeft een kleien hal, waaraan de badkamer en de slaapkamer grenzen. De badkamer (2,5 x 2,5 meter) heeft een toilet en een douche en een wastafel. De slaapkamer heeft naast een bed ook een bureau en een zithoek. Elke kamer is toegankelijk voor gehandicapten, en eventueel kan hier een aangepaste badkamer voor gecreëerd worden. Op de laatste twee verdiepingen van het gebouw is het restaurant gevestigd. Op de 11 e verdieping zijn de garderobe, toiletten en de keuken met koeling geplaatst. Eveneens is hier ruimte voor een bar. Op de twaalfde verdieping is de daadwerkelijke ‘eetzaal’ geplaatst. In deze ruimte (het silodek) blijven bijna alle bestaande elementen behouden. Zo zullen er een aantal silodeksels verwijderd worden, en zal een klein gedeelte van het graantransportsysteem verwijderd worden. De twee verdiepingen van het restaurant worden aan elkaar verbonden door een atrium, waardoor het restaurant betreden wordt. Doorsnede, sfeerbeelden De doorsneden en sfeerbeelden zijn opgenomen na de plattegronden.
Pagina |5
CONSTRUCTIE
Pagina |6
Dimensioneren op sterkte Vloer
E
Eerst wordt gekeken naar de betonvloer. Deze heeft een overspanning van maximaal 5 meter (zie mechanicaschema’s). er is hier gekozen voor een kanaalplaatvloer van 150 mm dikte.
( m
( k Voor gekeken kan worden naar de vloerbalken, zal eerst de belasting op deze balken berekend
k
moeten worden.
Constructie:
...kN/m
Vermenigvuldigd met belastingfactor γ=1,2 levert dit een q-last van ….. kN/m
Belasting door HSB-wand:
… kN/m
Belasting door glaswand:
… kN/m
Vermenigvuldigd met belastingfactor γ=1,2 levert dit een puntlast van … kN/m
Vloerbelasting (NEN 6702): 4 kN/m Vermenigvuldigd met belastingfactor γ=1,5 levert dit een q-last van 6 kN/m.
Uit onderstaand mechanicaschema en de hierboven berekende belastingen kan de kracht op de balk berekend worden. 2000
2500
1
5000
2
4500
3
2000
4
Pagina |7
5
Balk 1: 11,23 kN
11,23 kN
Balk 2a: 11,23 kN + 24,72 kN
35,95 kN
Balk 3a: 24,72 kN + 22,72 kN
47,44 kN
Balk 3b: 24,72 kN + 20,89 kN
43,37 kN
Balk 4a: 22,22 kN + 8,99 kN
31,21 kN
Balk 4b: 20,67 kN + 8,99 kN
29,75 kN
Balk 5: 8,99 kN
8,99 kN
Nu zijn de q-lasten op de balken bekend, echter staat er op balken 1,2 en 3 ook nog een extra puntlast ten gevolge van de glazen scheidingswand. De waarde van deze puntlast is hieronder berekend. 1
2
3
0,2 kN/m²
0,2 kN/m²
0,2 kN/m²
Oppervlakte glas
6,25 m²
18,75 m²
25 m²
Kracht
1,25 kN
3,75 kN
5 kN
belastingfactor
γ = 1,2
γ = 1,2
γ = 1,2
Resulterende puntlast
1,5 kN
4,5 kN
6 kN
Belasting glazen tussenwand
5000
q
F
Balken 1,2 & 3 14000 q
Balken 4&5 14000
Met bovenstaande mechanicaschema’s is het maximale moment te berekenen. Vanuit dit maximale moment is te bepalen welk profiel toegepast moet worden om voldoende sterk te zijn. Dit wordt gedaan door middel van formule 1. Formule 1
Pagina |8
Hieronder volgen de resultaten. 1
2
3
4
5
Maximale moment Mmax
278,9 kNm
892,1 kNm
1103,4 kNm
738,0 kNm
220,3 kNm
Maximale spanning staal
235 N/mm2 235 N/mm2 235 N/mm2 235 N/mm2
235 N/mm2
Benodigd weerstandsmoment W
1187
3796
4695
3141
937
Nu moet gezocht worden naar een profiel dat dit weerstandsmoment kan leveren. Hiernaast staat de tabel gegeven voor HEA-profielen, en hierin is ook het weerstandsmoment te vinden. We vinden de volgende profielen voor de balken: Balk 1: HEA 300 Balk 2: HEA 550 Balk 3: HEA 600 Balk 4: HEA 450 Balk 5: HEA 280
HE HE HE HE HE
A3
A5
A6
A4
A2
80
50
00
50
00
Pagina |9
Nu de balken op sterkte zijn gedimensioneerd moet ook gekeken worden of de doorbuiging voldoet aan de eisen. De doorbuiging mag maximaal 1/500 van de totale lengte bedragen. De balken zijn 14 meter lang, wat betekend dat de doorbuiging 14000/500 = 28 mm (0,028 meter) mag bedragen. De doorbuiging is berekend met behulp van MATRIX.
Te zien is dat de doorbuiging groter is dan de toegestane vervorming van 28 mm. De profielen moeten dus veranderd worden om te kunnen voldoen. Er zijn echter geen profielen die voldoen aan de doorbuigingseis. Er moet dus een andere oplossing bedacht worden.
P a g i n a | 10
Dimensioneren met productinformatie Vloer Er moet een overspanning gecreëerd worden van 14 meter. Deze overspanning is niet te maken door gebruik te maken van stalen vloersystemen, er zijn echter wel 2 betonvloeren mogelijk om deze overspanning te maken.
TT platen
Kanaalplaat
Hoogte:
430 mm
320 mm
Overspanning:
16 meter
16 meter
Breedte:
2396 mm
1196 mm
Werkende breedte:
2400 mm
1200 mm
Belasting:
8,09 kN/m
4,62 kN/m
Opleglengte (staal):
160 mm
70 mm
Omdat de uitbouw zelf een grote uitkraging heeft en de buigvervorming hiervan maatgevend zal zijn wordt gekozen voor de lichtste methode, namelijk de TT platen. Voor het dak worden dezelfde platen gebruikt, om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Voor de zekerheid wordt gekeken of het element ook sterk genoeg is. De belasting op 1 plaat: diepte · vloerbelasting · belastingfactor (γ=1,5) + gewicht · belastingfactor (γ=1,2) = belasting (2,4 · 4 kN/m²) · 1,5 + 8,09 kN · 1,2 = 24,1 kN/m Het maximale moment is dan (1/8) · q · l² (1/8) · 24,1 · 14² = 590,45 kNm
Om hieruit het weerstandsmoment te berekenen wordt weer gebruik gemaakt van formule 1. De maximale spanning van beton is (voor sterkteklasse C53/65) 35,3 N/mm². W = M/σ = (590,45 · 10³ · 10³) / 35,3 W = (590,45 / 35,3) · 106 W = 16,73 · 106 mm³ Volgens de literatuur is deze gelijk aan 38,03 · 10 6. Deze betonplaat voldoet dus ruim aan de sterkteberekening. P a g i n a | 11
Nu bewezen is dat de betonnen TT-ligger ook daadwerkelijk voldoet wordt berekend wat de belasting wordt op het vakwerk. Belasting uit q-last en eigen gewicht:
½ · q· l ½ · 24,1· 14 168,7 kN per plaat (plaat is 2400 mm breed) 70,3 kN/m
Dak Voor het dak worden dezelfde TT-platen gebruikt als voor de vloer. De belasting die op het dak werkt is echter wel anders.
diepte · dakbelasting · belastingfactor (γ=1,5) + gewicht · belastingfactor (γ=1,2) = belasting
De dakbelasting is opgebouwd uit verschillende componenten: Dakbelasting:
1,0 kN/m²
Sneeuwbelasting:
0,7 kN/m²
Windbelasting:
1,0 kN/m² (Doetinchem ligt ± 13 boven NAP)
Totaal:
2,7 kN/m²
diepte · dakbelasting · belastingfactor (γ=1,5) + gewicht · belastingfactor (γ=1,2) = belasting 2,4 · 2,7 kN/m² · 1,5 + 8,09 kN · 1,2 = 19,43 kN/m. Deze waarde is lager dan de waarde van de belasting op de vloer, dus zal de betonplaat ook voldoen als dakplaat. Nu kan de belasting op het vakwerk berekend worden: Belasting uit q-last en eigen gewicht:
½ · q· l ½ · 19,43· 14 136,0 kN per plaat (plaat is 2400 mm breed) 56,7 kN/m
P a g i n a | 12
Nu de belastingen op het vakwerk bekend zijn kan het vakwerk gedimensioneerd worden. Aangezien het vakwerk een uitkraging van 14 meter heeft, zal de buiging maatgevend zijn.
De krachten in het mechanicamodel van het vakwerk: q = 70,3 kN/m
q = 56,7 kN/m
14000
Dit mechanicaschema geld voor de 2 buitenste vakwerken, voor het middelste vakwerk moeten de waarden van de belasting vermenigvuldigd worden met 2! Het mechanicaschema voor het middelste vakwerk is dan als volgt: q = 140,6 kN/m
q = 113,4 kN/m
14000
P a g i n a | 13
De doorbuigingseis voor het vakwerk is l/500. dit betekend dat de doorbuiging maximaal 14/500 = 0,028 meter (28 mm) mag bedragen. Omdat het een uitkraging betreft mag de lengte van de uitkraging echter verdubbeld worden. Dit resulteert in een maximale doorbuiging van 28/500 = 0,056 meter (56 mm). Om grote spanningen te vermijden wordt gekozen voor een middenweg. Ook is er rekening gehouden met het plaatsen van de vloeren, waardoor de onder– en bovenrand van het vakwerk niet te veel moet verschillen. Er is gezocht naar een mogelijkheid waarbij het vakwerk voor beide zijden voldoet, zowel voor de buitenste 2 vakwerken, als voor het middelste vakwerk.
40 0 HEA
40 0 HEA
HEA
400
40 0
40 0
HEA 450
HEA
HEA
HEA
HEA 450
40 0
HEA 450
HEA 450 Op de volgende pagina is de doorbuiging te zien die MATRIX berekend heeft.
P a g i n a | 14
Doorbuiging buitenste vakwerken
Doorbuiging = 26,7 mm
Doorbuiging middelste vakwerk
Doorbuiging = 53,3 mm
P a g i n a | 15
BOUWFYSICA
P a g i n a | 16
Warmte Isolatie De bestaande gevel is gemaakt van 200mm dik beton. Eerst wordt hiervan de warmteweerstand berekend. Dit is gedaan met behulp van formule B1. Formule B1
= warmteweerstand constructie = dikte element = warmtegeleidingcoëfficiënt element
[m²K/W] [m] [W/mK]
De warmtegeleidingcoëfficiënt van beton is 1,9 W/mK.
De warmteweerstand van de bestaande gevel is dus 0,365 m²K/W. Het bouwbesluit eist echter een warmteweerstand van 3,0 m²K/W. om hiertoe te komen wordt het gebouw geïsoleerd. De gebruikte isolatie heeft een warmtegeleidingcoëfficiënt van 0,030 W/mK. Nu kan berekend worden hoe dik de isolatielaag moet zijn.
De dikte van het isolatiemateriaal moet dus minimaal 79 mm zijn om tot een warmteweerstand van 3,0 m²K/W te komen. Isolatie plaatsen De isolatielaag kan zowel aan de binnenzijde als de buitenzijde van het gebouw geplaatst worden. Op de volgende pagina is een overzicht te zien van voor en nadelen van beide mogelijkheden.
P a g i n a | 17
Isolatie aan de buitenzijde plaatsen
Isolatie aan de binnenzijde plaatsen
Geen problemen voor aansluiting tussenvloer.
Wel problemen bij aansluiting tussenvloer.
De pilasters in de gevel moeten ook ingepakt worden.
In dit geval hoeven de pilasters niet ingepakt te worden. Wel moet de hele wand ingepakt worden.
P a g i n a | 18
licht De hoeveelheid daglicht fluctueert voortdurend. Om toch een indruk te krijgen van de hoeveelheid daglicht die door een daglichtopening een ruimte binnenkomt wordt vaak gebruik gemaakt van de daglichtfactor. De daglichtfactor op een bepaald punt in de ruimte is de verhouding tussen de horizontale verlichtingssterkte in dat punt en de horizontale verlichtingssterkte buiten in het vrije veld.
Formule L1
= daglichtfactor = verlichtingssterkte punt in de ruimte = verlichtingssterkte punt in vrije veld
[-] [lux] [lux]
Door gebruik te maken van formule L1 kan de benodigde daglichtfactor bepaald worden. Deze zal doorgaans tussen de 2% en de 7% liggen. Als de daglichtfactor lager is zal de ruimte als donker worden ervaren. Secundaire ruimten zoals opslagruimtes en gangen hebben een lagere daglichtfactor. Als de daglichtfactor hoger ligt dan 7% is de ruimte te licht en is er een verblindingsrisico. Er zal in dat geval helderheidwering toegepast moeten worden om de ruimte bruikbaar te maken. De verlichtingssterkten voor de verschillende functies in het gebouw zijn te vinden in tabel L1. Ook is hierin de verlichtingssterkte van de bewolkte hemel opgenomen (het uitgangspunt voor Nederland).
ruimte Vrije veld Conferentieruimte / vergaderruimte Receptie Hotelkamers Keuken Kantine
Verlichtingssterkte (horizontaal) 10.000 lux 400 lux - 500 lux 300 lux 300 lux 500 lux 200 lux
Tabel L1, verlichtingssterktes per ruimte
Met behulp van tabel L1 en formule L1 kunnen de daglichtfactoren van de ruimtes berekend worden. De resultaten van deze berekening staan in tabel L2.
ruimte
Daglichtfactor
Conferentieruimte / vergaderruimte
4% - 5%
Receptie
3%
Hotelkamers
3%
Keuken
5%
Kantine
2%
Tabel L2, Daglichtfactor per ruimte
De werkelijke daglichtfactor is berekend door middel van het programma DiaLux. De uitkomsten van deze berekening zijn te vinden in bijlage A. Hieronder de conclusie:
P a g i n a | 19
ruimte Conferentiezaal Hotelkamer 1 Hotelkamer 2
Gemiddelde daglichtfactor 7,01 2,76 2,53
Maximale daglichtfactor 22 7,68 6,03
Minimale daglichtfactor 1,30 0,58 0,71
Conferentiezaal De gemiddelde daglichtfactor is ruim voldoende voor een conferentiezaaltje. De maximale daglichtfactor ligt ver boven de 12%, en is daardoor onaangenaam. Er zal hier dus helderheidwering nodig zijn. In deze ruimte is uiteraard ook kunstlicht aanwezig voor avondgebruik. Hotelkamer 1 De hotelkamer met het hoge raam heeft gemiddeld een hogere daglichtfactor dan de hotelkamer met het lager geplaatste raam. De daglichtfactor is goed voor deze ruimte. Er zal wel aanvullend kunstlicht nodig zijn voor de avonden. Hotelkamer 2 De tweede hotelkamer heeft ook een goede daglichtfactor voor de functie van de ruimte. Ook in deze hotelkamer zal kunstlicht nodig zijn om in de avond de ruimte voldoende te verlichten.
P a g i n a | 20
Lucht (ventilatie) 0 Inleiding Om een gezond binnenklimaat te creëren zal vervuilde lucht afgevoerd moeten worden. Dit kan door natuurlijke ventilatie of door mechanische ventilatie. In een gebouw van deze grootte is mechanische ventilatie veruit het eenvoudigst. 1 Ventilatievoud Er zijn richtlijnen voor de hoeveelheid ventilatie van een ruimte. Deze richtlijnen noemen vaak een capaciteit, of een ventilatievoud. Dit betekend dat er bepaalde hoeveelheid lucht per uur ververst moet worden, al dan niet gerelateerd aan de grootte van de ruimte of het aantal personen in deze ruimte. In tabel V1 zijn enige richtlijnen genoemd.
ruimte
ventilatiecapaciteit
Keuken Badruimte Toiletruimte Algemeen
21 dm³/s 14 dm³/s 7 dm³/s 7 dm³/s per persoon
Tabel V1, ventilatiecapaciteit per ruimte
In de tabel is te zien dat gerekend wordt met een capaciteit van 7 dm³/s per persoon voor verblijfsruimten zoals de conferentiezalen en de hotelkamers. Wanneer de ventilatiecapaciteit bekend is kan met behulp van formule V1 berkend worden hoe groot de luchtkanalen moeten zijn om te voldoen aan de snelheidseisen (zie tabel V2).
Formule V1 C = ventilatiecapaciteit A = oppervlakte kanaal V = luchtsnelheid kanaal
[dm³/s] [m²] [m/s]
Soort kanaal Hoofdkanaal Aftakking naar ruimte Aansluiting op ruimte (rooster)
luchtsnelheid 8 tot 10 m/s 5 tot 6 m/s Tot 1 m/s
Tabel V2, luchtsnelheid in installaties
2 Berekening Per verdieping is een stroomschema opgesteld en zijn de berekeningen gemaakt. Deze stroomschema’s en berekeningen zijn te vinden in bijlage B.
P a g i n a | 21
3 totaal De totale capaciteit van de ventilatie is 5175 dm³/s. Dit wordt afgerond tot 5200 dm³/s, of 18720 m³/h. Dit zal dus de capaciteit zijn van de luchtbehandelingskast.
4 leidingmaten In bijlage C is een tabel opgenomen met hierin de doorsnede van de leidingen. Hiervoor zijn zowel de maten van vierkante en ronde leidingen geven. Ook de doorsnede met een breedte van 300 mm berekend zodat deze hoogte als standaard toegepast kan worden waar de maximale doorloophoogte in gevaar komt.
P a g i n a | 22
Geluid 0 inleiding Om geluidsoverlast te voorkomen in de grote conferentiezaal wordt gekeken naar het geluid dat geproduceerd wordt in de entreeruimte. Ook wordt gekeken naar de geluidswering van de betonnen vloer tussen de entree en de zaal. 1 productie Geschat wordt dat er in de entreeruimte een (constante) productie is van 60 dB. De frequentie van dit geluid is ongeveer 200 hz (de frequentie van de menselijke stem). Deze frequentie valt in de octaaf R36. 2 wering beton De soortelijke massa van beton is gelijk aan 2,4 kg/dm³. De vloer is 150 mm dik, en bekeken wordt een stuk vloer van 1 m². de inhoud is dan dus . Dit komt overeen met 150 dm³. de geluidsisolatie wordt berekend met behulp van formule G1.
Formule G1 R500 = geluidabsorptie in octaaf R500 [dm³/s] M = massa constructiedeel [m²] De massa van het vloerdeel is
De geluidswering van een octaaf hoger of lager is deze berekende geluidswering is dan 47,7 ±5 dB per octaaf verschil. Nu wordt berekend wat de geluidswering van de vloer is voor de frequentie R63:
Er blijft dus 60 – 32,7 = 27,3 dB wat naar de volgende ruimte wordt doorgegeven en wat stoorlawaai geeft. 3 conclusie In een grote conferentiezaal is het maximaal toelaatbare stoorlawaai 25 tot 30 dB. De betonnen vloer voldoet hieraan, mede vanwege het feit dat er een extra betonnen constructie is tussen de vloer en de ruimte eronder. De ruimte boven de conferentiezaal is niet actief tijdens de openingstijden van de conferentiezaal. Hier zal dus geen stoorgeluid vandaan komen.
P a g i n a | 23
BOUWTECHNIEK P a g i n a | 24
Details 0 inleiding In dit hoofdstuk worden de details besproken. De gedachte achter het detail staat hierin centraal. Eventuele opmerkingen met betrekking tot bouwtechnische, bouwfysische of esthetische eisen zullen ook aan de orde komen in deze beschrijving. 1 detail 1: kozijn Er wordt gebruik gemaakt van houten kozijnen. Deze kozijnen worden in een stelkozijn geplaatst dat aan de betonnen constructie zit. De isolatie op de buitenzijde van het gebouw (zie bouwfysica » warmte) wordt afgewerkt met een pleisterlaag. Deze pleisterlaag zit op een net dat voor de binding zorgt. Omdat het ongewenst is dat er regenpijpen langs het gebouw te zien zijn is gekozen voor een verholen goot. Deze goot heeft een aantal overstortopeningen waardoor een teveel aan hemelwater direct afgevoerd kan worden. Onder normale omstandigheden zal het water in de goot blijven staan en verdampen. Aan de binnenzijde van het kozijn komt een extra stalen afwerkplaat die het stelkozijn uit het zicht werkt. 2 detail 2: dakrand uitbouw ter plaatse van een vakwerk De betonnen dakconstructie van TT-platen ligt op een gelaste flens aan het HEA profiel van het vakwerk. Bovenop de TT-platen komt een 50mm druklaag. Het plafond wordt hier afgewerkt met een systeemplafond. Het aluminium kozijn wordt vastgemaakt met een plaatselijk hoekstaaltje. Hierdoor kan het kozijn onder de klang komen en is er geen afwerkplaat meer nodig. De dakopstand is bekeken aan de had van het hoogste punt van het afschot. Het glas in dit detail is HR++ glas, en het is overal transparant. Wegens de te grote daglichtfactor (zie bouwfysica » licht) is er een helderheidwering aanwezig in de vorm van een scherm dat, wanneer nodig, afgerold wordt voor het glas. 3 detail 3: vloerrand uitbouw ter plaatse van een vakwerk Ook in dit detail liggen de betonnen TT-platen op een gelaste flens aan het HEA profiel van het vakwerk. Hierbovenop komt ook een druklaag van 50mm. Onder de vloer word een isolatielaag aangeracht die wordt afgewerkt met plaatmateriaal. Het kozijn zit vast met een stalen U-profiel dat direct als visuele plint dient. Omdat het raam niet geheel tot de onderste rand van de uitbouw komt diende hier nog een extra oplossing bedacht worden. Omdat ook niet gewenst was dat het water van de ramen direct naar beneden viel is hier een goot ontworpen die geheel rond de uitbouw loopt. Deze goot is bevestigd door middel van twee stalen U-profielen.
P a g i n a | 25
Technische doorsnede 4 doorsnede 1:20 Het dakrand detail en het vloerrand detail van de uitbouw zijn zeer gelijkend met de hiervoor genoemde details (detail 2 en 3). Het verschil is dat er hier geen vakwerk zit en dat er daardoor een andere methode van verbinding is. De hemelwaterafvoer van het platte dak loopt binnen in het gebouw, en moet hierdoor ingepakt worden met isolatiemateriaal om al te grote koudebruggen te voorkomen. Het raam van de begane grond staat h=ver vooraan om ervoor te zorgen dat er geen koudebruggen ontstaan . de tussenvloeren worden gerealiseerd door hoekstalen langs de silowanden te plaatsen, waarom de tussenvloer gestort kan worden. Zoals aangetoond is er geen geluidsisolatie nodig tussen de begane grond en de eerste verdieping.
De details zijn opgenomen in de volgende pagina’s
P a g i n a | 26
LITERATUUR
P a g i n a | 27
Gebruikte publicaties HH Snijder, HMGM Steenbergen, Krachtswerking, Zoetermeer, Bouwen met Staal WH Verburg, MA Barentsz, CH van Eldik ea, basisboek overspannend staal, Rotterdam, Bouwen met staal, 2004 Wegwijzer Constructiestaal, C.H. van Eldik, Zoetermeer 2006, www.dycore.nl www.voortmanstaalbouw.nl www.bouwenmetstaal.nl www.betonson.com NEN 6702 NEN 8070
Dictaten Technische Universiteit Eindhoven Dictaat bouwfysisch Ontwerpen 1 Dictaat bouwfysisch Ontwerpen 2 Dictaat Constructief Ontwerpen Dictaat Bouwtechnisch Ontwerpen
P a g i n a | 28
BIJLAGEN P a g i n a | 29
A ǀ berekeningen DiaLux
P a g i n a | 30
P a g i n a | 31
P a g i n a | 32
P a g i n a | 33
P a g i n a | 34
P a g i n a | 35
P a g i n a | 36
P a g i n a | 37
P a g i n a | 38
B ǀ stroomschema’s ventilatie
P a g i n a | 39
P a g i n a | 40
P a g i n a | 41
P a g i n a | 42
P a g i n a | 43
C ǀ berekeningen ventilatiekanalen verdieping
1
2
3 - 10
11 - 12
snede / sectie
qv
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1 2 3 4 5 6
84 168 252 350 448 546 644 728 812 896 28 56 7 21 28 1120 980 14 76,5 1076,5 7 14 76,5 1076,5 14 28 42 56 70 70 60 48 36 24 12 1050 700 350 7 14 975
rechthoekig
luchtsnelhei oppervlakte met hoogte d [m/s] [m²]
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
0,0168 0,0336 0,0504 0,07 0,0896 0,1092 0,1288 0,1456 0,1624 0,1792 0,0056 0,0112 0,0014 0,0042 0,0056 0,224 0,196 0,0028 0,0153 0,2153 0,0014 0,0028 0,0153 0,2153 0,0028 0,0056 0,0084 0,0112 0,014 0,014 0,012 0,0096 0,0072 0,0048 0,0024 0,21 0,14 0,07 0,0014 0,0028 0,195
300 0,056 0,112 0,168 0,233 0,299 0,364 0,429 0,485 0,541 0,597 0,019 0,037 0,005 0,014 0,019 0,747 0,653 0,009 0,051 0,718 0,005 0,009 0,051 0,718 0,009 0,019 0,028 0,037 0,047 0,047 0,040 0,032 0,024 0,016 0,008 0,700 0,467 0,233 0,005 0,009 0,650
vierkant
rond
0,130 0,183 0,224 0,265 0,299 0,330 0,359 0,382 0,403 0,423 0,075 0,106 0,037 0,065 0,075 0,473 0,443 0,053 0,124 0,464 0,037 0,053 0,124 0,464 0,053 0,075 0,092 0,106 0,118 0,118 0,110 0,098 0,085 0,069 0,049 0,458 0,374 0,265 0,037 0,053 0,442
0,146 0,207 0,253 0,299 0,338 0,373 0,405 0,431 0,455 0,478 0,084 0,119 0,042 0,073 0,084 0,534 0,500 0,060 0,140 0,524 0,042 0,060 0,140 0,524 0,060 0,084 0,103 0,119 0,134 0,134 0,124 0,111 0,096 0,078 0,055 0,517 0,422 0,299 0,042 0,060 0,498
P a g i n a | 44
rechthoekig met hoogte 300
vierkant
rond
0,13125
0,438
0,362
0,409
8
0,14
0,467
0,374
0,422
1190
8
0,14875
0,496
0,386
0,435
8
1260
8
0,1575
0,525
0,397
0,448
7
1330
8
0,16625
0,554
0,408
0,460
6
1400
8
0,175
0,583
0,418
0,472
5
1470
8
0,18375
0,613
0,429
0,484
4
1540
8
0,1925
0,642
0,439
0,495
3
1610
8
0,20125
0,671
0,449
0,506
2
2686,5
8
0,3358125
1,119
0,579
0,654
1
4786,5
8
0,5983125
1,994
0,774
0,873
B
5046,5
8
0,6308125
2,103
0,794
0,896
luchtsnelheid oppervlakte [m/s] [m²]
verdieping
qv
11
1050
8
10
1120
9
P a g i n a | 45