1
2
3
3
4
5
8
6
9
HORIZONTAAL 3
5
6
VERTICAAL
Vul in: Je vraagt aan een vriendin: "Kom je morgen koffie bij __________ drinken?" Vul in: Het tegenovergestelde van: onder is boven omhoog is omlaag in is uit binnen is buiten voor is achter rechtsaf is ___________ Vul in: De jongen zit __________ de doos
1
2
3
4
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: een tv hoort bij kijken een stoel hoort bij zitten een auto hoort bij rijden een boek hoort bij lezen een telefoon hoort bij ________ Vul in: eten hoort bij brood schrijven hoort bij een pen fietsen hoort bij de fiets __________ hoort bij de koffie Vul in: Jongens hebben meestal kort haar, en ____________ hebben meestal lang haar. WAT IS HET? Je drinkt het elke dag. Je doet er melk en suiker in. Je drinkt het heet [warm]. Het is donkerbruin van kleur.
puzzel
1
2
1
3 4
5
6
7
HORIZONTAAL
2 4
6
7
VERTIKAAL
Vul in: Je neus zit tussen je __________. Vul in: Het tegenovergestelde van: brengen is halen pakken is neerleggen geven is krijgen trekken is _________ Vul in: Voordat je gaat slapen, moet je __________ tanden goed poetsen. Doe je dat niet, dan krijg je gaatjes. En dat is dom. Vul in: Je lichaam was je met zeep. Je tanden poets je met tandpasta. Wat was je niet met zeep maar met shampo? Je _________.
je kan me wat
1 2
3
5
nt2taalmenu.nl
Vul in: Je buik zit voor, je rug zit ________. Vul in: Je hoofd zit boven, je voeten zitten ________. Vul in: Midden in je armen heb je twee ellebogen. Midden in je benen heb je twee __________. Vul in: Denk na, wat is het: Het komt uit de kraan. __________
puzzel
2
1
2
3
4
5
6
HORIZONTAAL 1
5
6
VERTICAAL
Vul in: "Hoe wil jij je koffie? Met of __________ suiker?" "Met suiker graag." Vul in: een [1] tien [10] honderd [100] __________ [1000] ROCvA ducatie Vul in: Het tegenovergestelde van: zuid is noord oost is west linksaf is rechtsaf winter is zomer binnen is ________
1
2
3
groningen
4 amsterdam
Vul in: Amsterdam ligt in het westen van Nederland. Groningen ligt in het noorden van Nederland. Maastricht ligt in het ________ van Nederland. [zie het kaartje] Vul in: In de winter sneeuwt het soms. In de zomer sneeuwt het ________. Vul in: Utrecht ligt niet in het noorden, westen, zuiden, of oosten van Nederland, maar ongeveer in het ________ van Nederland. Het ligt erg centraal. [zie het kaartje] Vul aan: niet linksaf, niet rechtsaf, maar __ __ __ __ __-door.
utrecht
maastricht
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
puzzel
3
1
2
3
4
5
6
HORIZONTAAL 1
5
6
VERTICAAL
Vul in: Wat doe je met een telefoon? Iemand op-__________. Vul in: De vrouw pakt een pen en papier. Ze _________ een brief. Als ze klaar is, doet ze de brief in een envelop. En ze plakt op de envelop een postzegel. Vul in: Het tegenovergestelde van: verkeerd is juist boven is onder in is uit normaal is vreemd buiten is ____________
1
Vul in: Wat doen deze twee auto's? Ze ____________ tegen elkaar.
2
Vul in: Het meisje is verdrietig. Ze huilt. Het meisje is blij. Ze ____________. Vul in: gordijnen hangen voor het raam bloemen staan in de vaas kinderen spelen in het park messen liggen in de la mensen ____________ op een stoel Vul in: kippen leggen eieren koeien geven melk kinderen kijken graag televisie mensen lezen boeken mensen ____________ in een auto
3
4
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
puzzel
4
1
3
2
5
4
6
7
VERTIKAAL
HORIZONTAAL
1
4
6
7
Vul in: De les begint om zeven uur. De les __________ om tien uur. Vul in: met een mes kan je snijden met een telefoon kan je opbellen een boek kan je lezen met een auto kan je __________ Vul in: De moeder kookt het eten. Het eten is klaar en staat op tafel. Ze _________: "Komen jullie! Het eten is klaar!" Vul in: De leraar zegt tegen de cursisten:"Jullie hebben al een half jaar les. Jullie hebben veel geleerd." De leraar vraagt: "_________ jullie hoe je een goede zin maakt?"
1
2
3
5
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: Jullie hebben al een tijdje les. Het is normaal dat je al iets begrijpt als je luistert. Het is normaal dat je al iets begrijpt als je leest. Het is normaal dat je nog veel fouten maakt als je iets schrijft. Het is normaal dat je nog hele korte zinnen maakt als je iets __________. Vul in: Waar ligt het potlood? Kijk naar het plaatje. Het potlood ligt __________ het glas. Vul in: De cursist gaat altijd met de bus naar school. Ze staat bij de bushalte. De bus komt niet meteen. Ze moet lang ____________. Vul in: De cursist gaat naar school. Ze woont ver van de school. Ze kan niet fietsen. Ze ____________ altijd met de bus naar school. Dat is duur.
puzzel
5
1
1
2
3
4
5
6
7
8
HORIZONTAAL
1
5
7
VERTIKAAL
Vul in: Wat hoort bij de nicht hoort bij de neef de oom hoort bij de tante de opa hoort bij de oma de vader hoort bij de _______ Vul in: Waarom huilt het kindje? __________ het kindje gevallen is. Vul in: Het eten is klaar. De vader heeft gekookt. Iedereeen is boven. De vader _________: "Komen jullie! Het eten is klaar!!"
2
3
Dit is een __________ hoek..
4
6 8
Vul in: In de winter In de zomer In de herfst
sneeuwt het af en toe. schijnt de zon vaak. _________ het vaak.
je kan me wat
Vul in: Het tegenovergestelde van links is rechts kapot maken is heel zijn beroerd voelen is beter zijn boven is _________ Vul in: Dit is een kromme lijn
nt2taalmenu.nl
Vul in: "Wil je koffie met of ________ melk en suiker?" "Met melk en suiker graag!" Vul in: Ik ga met de tram naar het station. Daar koop ik een kaartje voor de ___________.
puzzel
6
1
2
4
5
4
3
5
6
7
7
HORIZONTAAL 1
4
6
7
Vul in: Kinderen moeten vroeg naar bed. Kinderen moeten veel ________. Dat is goed voor ze. Vul in: De man drinkt bier en ________ een sigaret. Erg ongezond! Vul in: Het tegenovergestelde van: linksaf is rechtsaf warm is koud begint is stopt open is __________ Vul in: De _________ begint 21 december. De zomer begint 21 juni.
VERTICAAL 1
2 3
5
n t 2 t a educatie almenu.nl je kanROCvanAmsterdam me wat
Vul in: "Dag mevrouw, mag ik u wat vragen? Bent u hier bekend?" "Een beetje." "Weet u waar een postbus is??" "Eens even kijken. Ja, dan u deze ________ uitlopen en dan linksaf. Daar is een postbus. Vul in: ochtend - middag - __________ - nacht Vul in: De dagen in de lente worden langer en in de herfst worden de dagen _________ . De herfst begint 21 september. Vul aan: tien - twintig - dertig - veertig - vijftig zestig - zeventig - ________ig - negentig honderd
puzzel ROCvanAmsterdam
7
1
2
3
4 5
6
7
8
9
HORIZONTAAL
1
2
5
7
8 9
VERTIKAAL
Vul in: van __________ / mijn van jou - van u / jouw - uw van hem / zijn van haar / haar van ons / ons van jullie / jullie van hen / hun Vul in: Ik voel me ziek. Ik wil eigenlijk thuisblijven, maar ____________ ga ik naar mijn werk. Vul in: Het tegenovergestelde van atuk is heel leuk is vervelend ziek is gezond zuid is ____________ Vul in: Het tegenovergestelde van: Een lelijke jurk is een ________ jurk Vul in: Ik ga met de bus __________ school. Vul in: De afkorting van: 'compact disc'.
je kan me wat
1 3
4
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: Een uur telt 60 ____________. Vul in: Een kilo is twee pond. Een kilo is 10 ons. Een ons is ____________ gram. Vul in: De kat klimt in de __________.
Vul in: De fietsenmaker repareert de fiets. De fiets wordt gerepareerd __________ de fietsenmaker.
puzzel
8
1
2
3
4
5
6
HORIZONTAAL 1
3
5
VERTICAAL
Vul in: De les ___________ om zeven uur, maar je mag ` altijd een half uurtje eerder komen. Kunnen we praten. Vul in: het tegenovergestelde van: geeft is krijgt ligt is staat moet is mag stopt is ___________ Vul in: Wat doen de mensen op het plaatje? Ze __________ met elkaar in de kerk.
1
2
3
6
Vul in: De leraar vraagt aan de cursisten: "Is de les te moeilijk?" De cursisten antwoorden: "Ja, we ________ de les heel erg moeilijk!"
je kan me wat
4
nt2taalmenu.nl
Vul in: het tegenovergestelde van in is uit op is onder achter is voor heel is kapot binnen is ___________ Vul in: het tegenovergestelde van blij is verdrietig kalm is zenuwachtig rustig is druk goed is verkeerd klein is ___________ Vul in: de mond hoort bij praten de handen hoort bij schrijven de oren hoort bij luisteren de ogen hoort bij lezen het hoofd hoort bij __________ Vul aan: Een ander woord voor 'boos' is __________.
puzzel
9
1
2
3
4
5
6
HORIZONTAAL
VERTICAAL
Vul in: Borden staan op de tafel. Pennen liggen op de tafel. Schilderijen ___________ aan de muur 5 Vul in: met shampoo je haar wassen met een pen een brief schrijven met een mes groente snijden. met een giropas de rekening ____________ ucatie 1
1
2
3
4
6
Vul in: In de les luisteren de cursisten veel naar de docent. In de pauze ___________ ze veel met elkaar in de kantine.
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: Ze zijn zes jaar geleden getrouwd. Ze __________ twee kinderen, een jongetje van 5 en een meisje van 3. Vul in: het tegenovergestelde van vaak is soms altijd is niets voor is achter moeilijk is makkelijk iets is ___________ Vul in: het tegenovergestelde van komen is gaan lachen is huilen halen is brengen zoeken is ___________ Vul aan: Het kindje huilt. De moeder pakt het kindje op. Ze geeft haar kindje een kusje. Maar het kindje __________ huilen.
puzzel
10
1
1
2
3
4
5
6
7
8
HORIZONTAAL
1
VERTIKAAL
Vul in: Wat doen de man en de vrouw? Ze kussen ________ .
2
3 5
Vul in: Wat komt er uit een kraan?
7
Vul in: Het tegenovergestelde van soms is vaak vorig jaar is volgend jaar gisteren is morgen altijd is _________ Vul in: De __________ plaats krijgt goud. De tweede plaats krijgt zilver. De derde plaats krijg brons.
8
4
6
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: We willen eten. Maar we willen niet koken. We bellen een pizza restaurant. We ________ twee pizza's bezorgen. Vul in: Het tegenovergestelde van onder is boven kapot is heel verdrietig is blij links is _________ Vul in: bloed heeft een rode kleur chocola heeft een bruine kleur gras heeft een groene kleur je pupil heeft een _________ kleur
Vul in: De man is zenuwachtig. Hij _________ een sigaret.
puzzel
11
1
1
2
3
5
4
6
7
8
9
8
HORIZONTAAL 1
3
7
8
9
VERTICAAL
Vul in: "Hoe heet de vader van mijn vader?" "Je ________." Vul in: De man ________ erg moe. Hij gaat vroeg naar bed. Vul in: Het tegenovergestelde van gaan is komen kopen is verkopen halen is brengen beginnen is __________ Vul in: Ik kom je straks helpen. Ik heb _______ geen tijd. Vul in: Het tegenovergestelde van klein is groot dicht is open aan is uit rijk is __________
je kan me wat
2
4
5
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: Wat zeggen mensen als ze een glas wijn gaan drinken? Dan zeggen ze: "_________!" Vul in: Vroeger maakte men huizen van hout. Nu maakt men huizen van ________. Vul in: De appels zijn duur dit jaar. Ze ________ 3 euro per kilo. Vul in: Je haar is te lang. Je gaat naar de ________. Hij knipt je haar.
puzzel
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
HORIZONTAAL
1
2
5
7
8
9
VERTIKAAL
Wat is het? Het is een groente. Als je het snijdt, ga je huilen => __________ Vul in: het tegenovergestelde van: netjes is slordig krom is recht nat is droog goed is __________ Vul in: Je koopt een broek. De broek kost 45 euro. Je geeft een biljet van 50 eur. Je krijgt 5 euro __________. Vul in: Vroeger was een mobiele telefoon groot en zwaar. Tegenwoordig is een mobile telefoon __________ en licht. Wat is het? Het is van papier of van metaal. Het zit in je portemonnee => __________ Vul in: Melk zit ________ een pak, vroeger in een fles.
je kan me wat
1
3
4
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: het tegenovergestelde van: sterk is slap vaak is soms makkelijkj is moeilijk ingang is __________ Vul in: Met een pen kan je schrijven Met pannen kan je koken Koffiie kan je drinken Met een potlood kan je schrijven of een boom of een dier ________ Vul in: Op dindsdag ochtend is het vaak rustig in een supermarkt, maar op zaterdag middag is het vaak heel erg ________. Vul in: "Hoe gaat het met je?" "__________!, en met jou?"
puzzel
13
1
2
3
4 5
6
7
8
9
HORIZONTAAL
1
2
5
7
8
9
VERTIKAAL
Vul in: Ik ________ zwemmen. Ik zwem. Ik heb gezwommen. Vul in: Het tegenovergestelde van stuk is heel zuid is noord druk is kalm koud is ____________ Vul in: Ik kan de fiets zelf niet reparen. De fietsenmaker repareert de fiets. De fiets __________ gerepareerd door de fietsenmaker. Vul in: Er ligt een pen op tafel. Er zit een biljet van 10 euro in mijn portemonnee. Er komt een leuke film op tv. Er __________ een grote boom voor ons huis. Vul in: Je ruikt met je neus. Je proeft met je __________. Vul in: "Je zit al een jaar op cursus. Hoeveel Nederlandse woorden ken je?" "Precies weet ik het niet, maar ik denk __________ 1000 tot 1200 woorden."
je kan me wat
1
3
4
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: Ik ga tot vijf uur werken Ik werk de hele dag. Ik heb tot half zeven ____________. Vul in: "Hoe laat ga jij normaal naar bed?" "____________ om half twaalf." Vul in: Brood wordt elk jaar wat duurder. De __________ van brood gaat elk jaar wat omhoog. Dat noemen we inflatie.
Vul in: Je zit op het ROC van Amsterdam. Je volgt een __________-cursus.
puzzel
14
1
2
3
4
5
6
7
HORIZONTAAL
2
4
VERTIKAAL
Vul in: Ik zorg voor de kinderen. Ik ________ de kinderen 's morgens naar school en haal ze 's middags van school. Vul in: De man rijdt met zijn auto naar zijn werk Het kind fietst naar de school. De toerist vliegt met een vliegtuig naar Spanje. De oude vrouw _________ met de rollator naar de supermarkt in de buurt.
1
2
3
6
7
Vul in: Een jaar heeft 12 maanden. Een jaar heeft 52 weken. Een jaar heeft 365 ________. Vul in: optellen => 5+4 aftrekken=> 10 - 4 vermenigvuldigen => 10 x 2 ________ => 10 : 2
je kan me wat
5
=9 =6 = 20 =5
nt2taalmenu.nl
Vul in: twee jaar geleden vorig jaar dit jaar ________ jaar over twee jaar Vul in: Je snijdt in je vinger. Je hebt een snee. Wat komt er uit de snee? ________ [rood van kleur] Vul in: Als je gezond wil blijven moet je veel bewegen, melk drinken veel fruit en __________ eten. Vul in: Je gaat met de fiets naar de winkel. Bij de winkel stop je met fietsen. Je stapt af. Je zet je fiets ________ een boom. Je zet je fiets goed op slot.
puzzel
15
1
3
2 5
4
5
6
7
VERTIKAAL
HORIZONTAAL
1
4
6
7
Vul in: water hoort bij drinken een appel hoort bij eten een pen hoort bij schrijven een sigaret hoort bij __________ Vul in: Het tegenovergestelde van kalm is zenuwachtig stijgen is dalen kort is lang alleen is __________ Vul in: Het tegenovergestelde van breed is smal lang is kort hoog is laag krom is __________ Wat is het? Het komt uit de kraan en je kan het drinken.
je kan me wat
1
2
3
5
nt2taalmenu.nl
Vul in: Ik woon in een drukke straat. Er zijn veel winkels en er rijden veel auto's. De meeste mensen wonen niet graag in een drukke straat maar in een ____________ straat. Ze vinden lawaai niet leuk. Vul de woorden met een woord aan: de bad-__________ de slaap-_________ de woon-________ Vul in: Onze buren hebben twee kinderen. Een zoon en een ____________. Vul in: Het tegenovergestelde van de zon is de maan werken is slapen beginnen is stoppen trouwen is scheiden de dag is de ___________
puzzel
16
1
2
3
4
5
6
HORIZONTAAL 1
5
VERTICAAL
Vul in: Je bent op de 10de etage van een flat. Je wil naar beneden. Je moet nioet drukken op de knop: 1ste etage. Je moet op de knop: __________ grond drukken. [BG] Vul in: De man en de vrouw houden veel van elkaar. Ze gaan samen een huis kopen en ____________.ROCvA ducatie
1
2
3
4 6
Vul in: Het tegenovergestelde van: verkeerd is goed links is rechts op is onder geven aan is krijgen van met is ________
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: Welke smaak mis je? zoet - zout - zuur - pittig - ____________ Vul in: Het tegenovergestelde van: sterk is zwak kort is lang eerst is tenslotte veel is weinig klein is ________ Vul in: Ik wil afvallen. Ik eet __________ vette dingen en ik doe helemaal geen suiker meer in de koffie. Vul aan: Het kind van de man luistert niet. De man is ____________.
puzzel
17
1
1
1
2
3
4
5
8
6
HORIZONTAAL 1
5
6
VERTICAAL
Vul in: - Je ziet een vriend op straat. Je roept: "________!" - De telefoon gaat. Je loopt naar de telefoon en zegt: "________ met ......." Vul in: De les is moeilijk. De cursiste __________ de les niet. Ze vraagt aan de docent om uitleg. Vul in: Getrouwde vrouwen hebben twee __________. Die van hun man en die van hun familie.
je kan me wat
1
2
3
4
nt2taalmenu.nl
Vul in: Een boek ligt op tafel. Een stoel staat in de kamer. Een jas ________ aan de kapstok Vul in: het westen - het noorden - het zuiden het ________ Vul in: "Wanneer __________ jullie les?" "Maandag en donderdag avond." Vul in: Kinderen lezen tegenwoordig lezen niet veel. Ze _________ veel naar de tv. Of ze spelen veel met de computer.
puzzel
18
2
1
3 5 5
4 6
7
8
VERTIKAAL
HORIZONTAAL 2
4
6
7
8
Vul in: Je proeft met je tong. [zuur-zoet-zout-bitter] Je kijkt met je ogen. [lang-breed - groot -rond ...] Je ruikt met je neus.[lekker -vies] Je hoort met je oren. Je ___________ met je handen, bijvoorbeeld of iets zacht of hard is. Vul in: "Wil je nog ________ kopje koffie?" "Nee, dank je." Vul in: Die en deze horen bij elkaar [voor 'de-woorden']. Dit en ________ horen ook bij elkaar. [voor 'het-woorden'] Vul in: Wat doet de jongen? Hij steekt een lucifer __________.
Vul in: Het tegenovergestelde van: vaak = soms te breed = te smal goedkoop = duur prachtig = lelijk altijd = __________
je kan me wat
1
Vul in: Wat doen de kinderen? Ze ____________.
2
Vul in: Een vrouw wil een trui kopen. De verkoper pakt een trui. Hij vraagt: “Hoe ________ u dit model.” Ze vrouw zegt:“Mooi, maar ik wil een andere kleur. Donkerrood heeft u dat?” Vul in: Wat is de vrouw aan het doen? Ze is een driehoek aan het ____________.
3
5
nt2taalmenu.nl
Vul in: Geld zit in een portemonnee. Een boek ligt op tafel. Een bord __________ op tafel. Tja dat Nederlands.
puzzel
19
1
2
3
4
5
6
7
HORIZONTAAL 2
4
VERTICAAL
Vul in: de leraar hoort bij de cursist de moeder hoort bij de baby de dokter hoort bij de patient de verkoper hoort bij de ________ Vul in: Wanneer eten mensen ____________? Als ze jarig zijn.
1
2
3 6
7
Vul in: We hebben een groot huis. Drie etages. Het eten is klaar. Mijn vrouw heeft gekookt. De kinderen moeten naar beneden komen. Mijn vrouw ________: "Komen jullie! Het eten is klaar!" Vul in: Het tegenovergestelde van: open is dicht recht is krom verdrietig is blij rustig zijn is zenuwachtig zijn dag is ____________
je kan me wat
5
nt2taalmenu.nl
Vul in: In de supermarkt kan je __________ met contant geld of met je pinpas. Vul in: Als iets nog moet, zeg je: Ik ga het eten maken. Als je bezig bent, zeg je: Ik maak het eten, Als je ________ bent, zeg je: Ik heb het eten gemaakt. Vul in: 10 - __________ - 30 - 40 - 50 - 60 - .... Vul in: Het is winter. Het is buiten koud. Mijn dochter moet naar school. Ze __________ haar handschoenen aan.
puzzel
20
1
3
2
5
4
6
7
VERTIKAAL
HORIZONTAAL
1
4
6
Vul in: Pennen liggen. Schilderijen hangen. Kopjes ___________. Vul in: vliegtuigen en vogels mensen vissen auto's Vul in: Het tegenovergestelde van groot is breed is open is krom is
1
2 vliegen lopen zwemmen __________
klein smal dicht _________
3
Vul in: Wat leer je in de Nederlandse les: luisteren, schrijven, lezen en ____________. Vul in: De docent geeft een papier met een oefening. De cursist maakt de oefening. De cursist maakt de helft goed en de helft fout. De cursist wil een nieuw papier. De cursist vraagt: "Heb je een ________ papier voor me?" De docent antwoordt: "Natuurljk!" Vul in: In de herfst controleert de _________ of alle fietsers voor en achterlicht hebben. Heb je dat niet dan krijg je een boete van 60 euro.
deze spijker is
krom 5 7
Vul in: Dit is een lief klein ____________
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
Vul in: Het tegenovergestelde van donker is licht herfst is lente somber is blij dag is _________
puzzel
21
1
2
3
6
4
6
6
7
5
5
8
8
9
10
11
HORIZONTAAL 1
Hoe heet dit figuur?
VERTIKAAL 1
Vul in: Het tegenovergestelde van: ‘leeg’ is ________
2 4 6 8
Vul in:
Niet alle cursisten komen altijd op les.
Het tegenovergestelde van: ‘buiten’.
Een ________ is vaak ziek of heeft overwerk.
Vul in:
3
Waarmee proef je?
Vul in:
Met je ___________. 4
Vul in:
Vul in:
Ik vind een vuilniszak in huis vies.
Gordijnen zijn gemaakt van katoen.
Onze vuilniszak staat ________ op het balkon.
Boekenkasten zijn gemaakt van hout.
5
Koffiebekertjes zijn gemaakt van plastic. Auto's zijn gemaakt van __________. 11
Vul in:
Het tegenovergestelde van: 'dik'. Het tegenovergestelde van: 'droog'. 9
Vul in:
Melk zit _________ een pak. 7
Vul in: Het tegenovergestelde van: 'snel'.
Vul in: Vul in: Het tegenovergestelde van: ‘breed’.
8
Vul in: Voor het eten was ik altijd eerst mijn handen En _________ het eten poets ik altijd mijn tanden.
10
Vul in: Het tegenovergestelde van: ‘slim’ is _________.
aalmenu.nl je kan ROCme vanwat Amsterdamn t 2 t educatie
puzzelvan Amsterdam ROC
22
1
2
3 5 5
4 6
7
8
VERTIKAAL
HORIZONTAAL
2
4
6 7
Vul in: Hoelang _________ een uur? 60 minuten. Vul in: We gaan eten. Ik ga de tafel dekken. Ik zet eerst de borden op tafel Dan pak ik het bestek en _________ het naast de borden op tafel. Vul in: Er zit ___________ vlek op je broek. Vul in: Dit is een koe. Maar de koe is niet normaal De koe ziet er ________ uit.
1
2
3
5
8
Vul in: "Weet jij waar Particia is? Ik heb haar niet gezien." "__________ mij is ze ziek. Maar ik weet het niet zeker." Vul in: Hoeveel ________ telt een jaar? 365. Vul in: Bij een deur zie je vaak aan de ene kant een bordje met de tekst: duwen. En aan de andere kant een bordje met de tekst: _________. In het Engels staat er vaak: 'push en 'pull'. Vul in: Kinderen houden van ijsjes. Kinderen houden ook heel veel van __________.
Vul in: "Hoe laat ga jij meestal naar bed en hoeveel uren ________ jij dan?" "Ongeveer 8 uur per nacht en ik ga meestal om half twaalf naar bed
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
puzzel
23
1
2
3
3
4
5
6
7 8
8
9
HORIZONTAAL 2
4
6
7
8
9
VERTICAAL
Vul in: In de winter is het koud kan het sneeuwen. In de zomer is het warm en schijnt de zon. In de herfst regent het vaak en waait vaak de _______ . Vul in: Een heel klein maar belangrijk woordje. Je doet ________ melk in. Waarin? In de koffie. Vul in: "Weet jij het telefoonnummer van Jan?" "Nee, maar het staat in mijn agenda. ________ even dan zoek ik het op." Vul in: het tegenovergestelde van zomer is winter koud is warm soms is vaak bewolk is de zon schijnt altijd is __________ Vul in: Voor het eten was ik mijn handen. __________ het eten poets ik mijn tanden. Vul in: In de zomer ________ de mensen veel ijsjes. In de winter niet.
je kan me wat
1
3 5
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: "Hoe laat ________ de les?" "Om zeven uur." "En hoe laat stopt de les?" "Om tien uur." Vul in: ochtend - middag - avond - __________ Vul in: "Pardon meneer mag ik u iets vragen?" "Jahoor." "Is hier ook een postkantoor in de buurt?" "Ja je loopt rechtdoor tot de hoek. Daar ga je linksaf. En dan is het de tweede ________ rechts." "Dank u wel." Vul in: Meneer de Groot ________ op de hoofdweg op nummer 56.
puzzel
24
1
2
3
5
4
5
6
7
8
9
HORIZONTAAL 1
2
4
7
8
9
VERTICAAL
Vul in: De les begint om zeven uur. Kom je kwart over zeven dan ben je te laat. Kom je kwart __________ zeven dan ben je op tijd. Vul in: In de winter _______ het koud. Het vriest dan en het kan sneeuwen. Vul in: Het tegenovergestelde van: onder is boven kwart over is kwart voor half is heel oud is ____________ Vul in: We willen een groter huis. We hebben drie kinderen. Ons huis heeft 3 kamers. Ons huis is te __________. Vul in: "Hoeveel dagen ________ je naar school?" "2 dagen per week." Vul in: Welk aanwijs woordje mis je? die - _______ - dat - dit
je kan me wat
1 3 5
6
nt2taalmenu.nl
Vul in: gisteren - _________ - morgen Vul in: dag - uur - minuut - __________ Vul in: Ik heb deze week geen tijd. Ik heb ________ dag een afspraak. Vul in: Welk vraag woordje mis je? wat - __________ - waar - hoe - hoeveel wanneer - welk
puzzel
25
OPLOSSINGEN PUZZEL 1 tot en met PUZZEL 25 H=> V=>
3-me / 5-linksaf / 6-in 1-bellen / 2-drinken / 3-meisjes / 4-koffie
2 H=> V=>
2-ogen / 4-duwen / 6-eerst / 7-haar 1-achter / 2-onder / 3-knieen / 5-water
3 H=> V=>
1-zonder / 5-duizend / 6-buiten 1-zuiden / 2-nooit / 3-midden / 4-recht
4 H=> V=>
1-bellen / 5-schrijft / 6-binnen 1-botsen / 2-lacht / 3-zitten / 4-rijden
5 H=> V=>
1-stopt / 4-rijden / 6-roept / 7-weten 1-spreekt / 2-onder / 3-wachten / 5-neemt
6 H=> V=>
1-moeder / 5-omdat / 7-roept / 8-regent 2-onder / 2-rechte / 3-meisjes / 4-zonder / 6-trein
7 H=> V=>
1-slapen / 4-rookt / 6-dicht / 7-winter 1-straat / 2-avond / 3-korter / 5-tacht
8 H=> V=>
1-mij / 2-toch / 5-noord / 7-mooie / 8-naar / 9-cd 1-minuten / 3-honderd / 4-boom / 6-door
9 H=> V=>
1-begint/ 5-trouwen / 6-vinden 1-buiten / 2-groot / 3-denken / 4-kwaad
10 H=> V=>
1-hangen / 5-betalen / 6-praten 1-hebben / 2-niets / 3-vinden / 4-blijft
11 H=> V=>
1-elkaar / 5-water / 7-nooit / 8-eerste 2-laten / 3-rechts / 4-zwarte / 4-rookt
12 H=> V=>
1-opa / 3-is / 7-stoppen / 8-nu / 9-arm 2-proost / 4-stenen / 5-kosten / 6-kapper
h
je kan me wat
nt2taalmenu.nl
puzzel
1-25
13 H=> V=>
1-ui / 2-fout / 5-terug / 7-klein / 8-munt / 9-in 1-uitgang / 3-tekenen / 4-druk / 6-goed
14 H=> V=>
1-ga / 2-warm / 5-wordt / 7-staat / 8-tong / 9-al 1-gewerkt / 3-meestal / 4-prijs / 6-taal
15 H=> V=> 16 H=> V=>
1-roken / 4-samen / 6-recht / 7-water 1-rustige / 2-kamer / 3-dochter / 5-nacht
17 H=> V=>
1-begane / 5-trouwen / 6-zonder 1-bitter / 2-groot / 3-minder/ 4-kwaad
18 H=> V=>
1-hallo / 5-begrijpt / 6-namen 1-hangt / 2-oosten / 3-midden / 4-kijken
19 H=> V=>
2-voelt / 4-een / 6-dat / 7-aan / 8-nooit 1-zwemmen / 2-vindt / 3-tekenen / 5-staat
20 H=> V=>
2-klant / 4-taart / 6-roept / 7-nacht 1-betalen / 2-klaar / 3-twintig / 5-trekt
21 H=> V=>
1-staan / 4-rijden / 6-recht / 8-katje 1-spreken / 2-ander / 3-politie / 5-nacht
22 H=> V=>
1-vierkant / 4-binnen / 6-dun / 8-nat / 9-metaal / 11-langzaam 1-vol / 2-aantal / 3-tong / 4-buiten / 5-in / 7-smal / 8-na / 10-dom
23 H=> V=>
2-duurt / 4-leg / 6-vlek / 7-gek / 8-slaap 1-volgens / 2-dagen / 3-trekken / 5-snoep
24 H=> V=>
2-wind/ 4-er / 6-staat / 7-nooit / 8-na / 9-eten 1-begint / 3-nacht / 5-straat / 6-woont
25 H=> V=>
1-voor / 2-is / 4-nieuw / 7-klein / 8-ga / 9-deze 1-vandaag / 3-seconde / 5-elke / 6-wat
h
je kan me wat
2-breng / 4-loopt / 6-dagen / 7-delen 1-volgend / 2-bloed / 3-groente / 4-tegen
nt2taalmenu.nl
puzzel
1-25