Horecawijzer Gemeente Zutphen

Horecawijzer 2011

Gemeente Zutphen mei 2011

Disclaimer De inhoud van deze brochure is informatief en niet uitputtend bedoeld. U kunt er geen rechten aan ontlenen.

Voorwoord Beste (aankomende) horeca-ondernemer of bestuurder van een paracommerciële instelling, Waarom deze Horecawijzer? Bij het vestigen of overnemen van een horecabedrijf krijgt u te maken met veel regels en instanties. Ook zogenaamde paracommerciële instellingen, zoals een sportkantine, buurthuis of jongerencentrum moeten voldoen aan bepaalde regels. Om u zo goed mogelijk wegwijs te maken in de gemeentelijke regelgeving, zijn in deze Horecawijzer de meest voorkomende onderwerpen voor zowel horecabedrijven als paracommerciële instellingen op een rij gezet. Horecabedrijven (hoofdstuk 1) Als u een horecabedrijf wilt exploiteren in de gemeente Zutphen moet u altijd beschikken over een exploitatievergunning. In hoofdstuk 1 leest u hier meer over. De gemeente Zutphen wil graag persoonlijk kennismaken met u als nieuwe horecaondernemer; de aanvraag voor uw exploitatievergunning horeca moet daarom altijd persoonlijk worden ingediend. Als u alcoholhoudende dranken wilt verstrekken, moet u daarnaast altijd in het bezit zijn van een geldige dranken horecavergunning. Paracommerciële instellingen (hoofdstuk 2) Ook verenigingen en stichtingen hebben vergunningen nodig voor horeca-activiteiten. Deze verschillen echter gedeeltelijk van die van de „gewone‟ horecabedrijven. Daarom gaat hoofstuk 2 volledig over paracommerciële instellingen met horeca-activiteiten. Overige regelgeving (hoofdstuk 3) In hoofdstuk 3 komen puntsgewijs diverse relevante thema‟s aan bod waarvoor regels bestaan voor zowel de gewone horecabedrijven als de paracommerciële instellingen. Handhaving en overlastbestrijding (hoofdstuk 4) Het laatste hoofstuk gaat over de belangrijkste zaken op het gebied van handhaving en overlastbestrijding bij horeca. Ondersteunende horeca De gemeente Zutphen is in 2010 gestart met het opstellen van beleidsregels voor ondersteunende horeca. Zodra deze vastgesteld zijn, worden die in de Horecawijzer opgenomen. Suggesties? Heeft u op- of aanmerkingen over deze brochure, mist u onderwerpen of heeft u suggesties? Laat het ons weten! Zo kunnen wij de volgende Horecawijzer verbeteren. Meer informatie 2 Afdeling Klantcontact, team Vergunningen en Handhaving, telefoon 14 0575. Hier kunt u terecht voor: - het opvragen van algemene informatie over uw horecabedrijf; - het aanvragen van de exploitatievergunning horeca en de dranken horecavergunning; - het maken van een afspraak; - het doorgeven van uw suggesties voor de volgende Horecawijzer. Tot slot Ik wens u veel succes met uw activiteiten! Met vriendelijke groet, J.A. Gerritsen, burgemeester van Zutphen Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

2

Inhoudsopgave 1.

Horecabedrijven 1. definitie horecabedrijven 2. exploitatievergunning horeca 2.1 exploitatievergunning horecabedrijf 2.2 sluitingstijden 2.3 terrassen (zie ook bijlage 2)

3. dranken horecavergunning voor horeca- en slijtersbedrijven 4. inrichtingseisen horecabedrijven 5. inrichtingseisen slijterijen 2.

4 4 4 6 7 8 9 11

Paracommerciële instellingen (verenigingen en stichtingen) 1. definitie paracommerciële instellingen 2. exploitatievergunning horeca voor paracommerciële instellingen 2.1 2.2 2.3 2.4

exploitatievergunning paracommerciële instellingen regels bij het exploiteren van paracommerciële instellingen sluitingstijden terrassen (zie ook bijlage 2)

3. dranken horecavergunning voor paracommerciële instellingen 4. inrichtingseisen paracommerciële instellingen

12 12 12 13 14 14 16 19

Horeca-activiteiten en …..

3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15 16. 4.

wet BIBOB bestemmingsplan omgevingsvergunning schilderen van een pand brandveiligheid milieumelding of omgevingsvergunning milieu geluid roken coffeeshops portiers reclame reclamebelasting binnenstad Zutphen speelautomatenvergunning parkeervergunning ontzegging toegang evenementen

20 21 22 23 23 24 26 27 27 27 28 29 29 30 31 32

Handhaving en overlastbestrijding 1. 2. 3. 4.

handhavingsarrangement controles Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) project Veilig Uit alcoholmatiging

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5

Formulieren Nadere regels terrassen Algemene toelichting Wet BIBOB Beleidsnotities & aanvullende informatie Handige adressen

Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

33 33 34 34 36 37 39 42 43

3

1.

Horecabedrijven

1.

Definitie horecabedrijf

Definitie horecabedrijf: een voor publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. Voorbeelden: hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, coffeeshop, buurthuis, (sport)kantine, clubhuis of theehuis. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verkoop van alcoholhoudende- en alcoholvrije dranken. Onder de begripsomschrijving valt ook een bij dit bedrijf behorend terras en andere aangehorigheden.

2.

Exploitatievergunning horeca

2.1

Exploitatievergunning horecabedrijf

In beginsel heeft elk horecabedrijf een exploitatievergunning nodig. Het doel daarvan is om overlast door horecabedrijven in de directe omgeving te voorkomen of te beperken. Door voorschriften in deze vergunning op te nemen kan de burgemeester meer invloed uitoefenen op de exploitatie van het horecabedrijf. Bij de vergunningverlening wordt onder andere gelet op de aard van het bedrijf, de mogelijk te verwachten overlast, het karakter van de omgeving, de (justitiële) achtergrond van de leidinggevende(n) en eventuele eerdere sluiting(en) van het horecabedrijf. Wanneer vraagt u een exploitatievergunning aan? U vraagt een exploitatievergunning aan bij: 1. vestiging van een nieuw horecabedrijf. 2. overname van een horecabedrijf. Voor welke horecabedrijven geldt de vergunningplicht? De categorieën horecabedrijven waarvoor de vergunningplicht geldt, staan nader omschreven in de Notitie exploitatievergunning Algemene plaatselijke verordening Zutphen (herziening 2010). Daarin zijn ook de uitzonderingen op de vergunningplicht opgenomen. Het gaat hierbij om de volgende bedrijven: 1. dagzaken; 2. hotels & zaalaccommodaties; 3. restaurants & eetcafés; 4. coffeeshops; 5. avondzaken; 6. cafés, bars, bodega‟s en andere daarmee gelijk te stellen horecabedrijven 7. discotheken, bardancings, cafés met dansgelegenheid, nachtclubs en daarmee gelijk te stellen horecabedrijven. Hoe vraagt u de exploitatievergunning aan? Voor het aanvragen van de vergunning zijn aanvraagformulieren vastgesteld. Er zijn afzonderlijke aanvraagformulieren voor: 1. alcoholschenkende horecabedrijven; 2. alcoholvrije horecabedrijven. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

4

U dient het aanvraagformulier volledig in bij de gemeente. U kunt telefonisch een afspraak maken voor een intakegesprek. De gemeente Zutphen wil graag persoonlijk kennismaken met u als nieuwe horecaondernemer; een aanvraag voor een exploitatievergunning horeca dient u daarom persoonlijk in. Tijdens dat intakegesprek - waarbij meestal ook de wijkagent aanwezig is - worden alle regelingen die op uw bedrijf van toepassing zijn doorgenomen, zodat u weet welke vergunningen u wel en niet aan moet vragen. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de benodigde vergunningen aan te vragen! Bij de aanvraag moet u de hieronder genoemde documenten bijvoegen: 1. een geldig legitimatiebewijs van alle leidinggevenden inclusief de ondernemer(s); 2. een nauwkeurige plattegrond van het bedrijf; 3. een “verklaring omtrent gedrag” (maximaal drie maanden oud) van alle leidinggevenden (dit is niet nodig als ook een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet wordt aangevraagd); 4. arbeidsovereenkomsten met de leidinggevenden die in loondienst zijn. 5. de gevraagde documenten op basis van de BIBOB-vragenlijst (afhankelijk van de beantwoording van de vragen); 6. als de vergunningaanvraag ook een terras omvat: inrichtingstekening van het terras en foto‟s terrasmeubilair; 7. eventuele andere gegevens of documenten die nodig zijn voor de beoordeling aanvraag en waarover u redelijkerwijs de beschikking kan krijgen; 8. een ondernemingsplan Hoe lang is de vergunning geldig? Bij vestiging van een nieuw horecabedrijf of de overname van een horecabedrijf wordt de vergunning eerst voor een jaar verleend. Als de exploitatie zonder problemen is verlopen, wordt de vergunning na dit jaar kosteloos omgezet in een vergunning voor onbepaalde tijd. Hebben zich wel problemen voorgedaan, waardoor er sprake is van verstoringen van de openbare orde of het woon- en leefklimaat, dan kunnen de voorschriften worden aangepast of kan nogmaals een vergunning voor beperkte tijd worden verleend. Wijziging van de vergunning Tijdens de looptijd van de vergunning kunnen zich wijzigingen voordoen in de exploitatie. In een aantal gevallen moet u een wijziging van de vergunning aanvragen. Dat is het geval als: a. u de ondernemingsvorm wijzigt; b. u een nieuwe leidinggevende in dienst neemt, tenzij u in het bezit bent van een Drank- en Horecavergunning. In dat geval kunt u volstaan met het indienen van de aanvraag voor een wijziging van de Drank- en Horecavergunning. Persoonsgebonden vergunning De exploitatievergunning is persoonsgebonden en daarom niet overdraagbaar. De reden hiervoor is dat de persoon van de exploitant/ondernemer een belangrijke rol speelt in de wijze van exploitatie en dus ook in de manier waarop de exploitatie het woon- en leefklimaat en de openbare orde beïnvloedt. Beslistermijn Op een aanvraag wordt o.g.v. artikel 1.2 Algemene Plaatselijke Verordening beslist binnen een termijn van acht weken na de dag waarop de aanvraag compleet is ontvangen en in behandeling kon worden genomen. Als de termijn van acht weken onvoldoende blijkt om de aanvraag af te handelen, kan de afhandeling met acht weken worden verlengd. Als de aanvraag niet compleet is ingediend, schort de termijn van acht weken op. Geen vooruitakkoord! Vóórdat u uw horecabedrijf opent moet u over een exploitatievergunning beschikken, al dan niet in combinatie met een geldige dranken horecavergunning. Een vooruitakkoord of iets dergelijks wordt niet verstrekt. Het is niet toegestaan een horecabedrijf te exploiteren zonder de benodigde vergunningen. De gemeente treedt hiertegen handhavend op. Dien uw aanvraag dus tijdig in!


5

Exploitatievergunning en vergunning o.g.v. Drank- en Horecawet Als u ook alcoholhoudende dranken wilt verstrekken in uw horecabedrijf, moet u behalve de exploitatievergunning horeca ook een dranken horecavergunning aanvragen; zie daarvoor § 1.3. 2.2

Sluitingstijden

Een horecabedrijf mag open zijn van 07.00 uur tot 01.00 uur. De burgemeester is bevoegd een vergunning te verlenen voor andere sluitingstijden. In de exploitatievergunning wordt een aparte bepaling opgenomen over de sluitingstijden van de inrichting. Deze worden dan niet meer in een aparte vergunning opgenomen. De volgende categorieën horecabedrijven komen in aanmerking voor uitbreiding van de openingstijden: I. Café en/of bar, bodega’s en andere daarmee gelijk te stellen horecabedrijven Maandag tot en met vrijdag: 7.00 uur -1.30 uur Zaterdag en zondag: 7.00 uur -2.30 uur Hierbij geldt de volgende afbouwregeling: a. één uur voor sluitingstijd wordt geen nieuw publiek meer toegelaten (eenrichtingsverkeer) b. een half uur voor sluitingstijd wordt de muziek op halve sterkte gezet; c. een kwartier voor sluitingstijd wordt geen muziek meer ten gehore gebracht en geen drank meer verkocht; d. op de sluitingstijd zijn de lichten aan en is de toegangsdeur gesloten. De exploitant is verplicht de sluitingstijden en de daaraan gekoppelde afbouwregeling kenbaar te maken, zowel in de inrichting als op een van buiten zichtbare plaats. II.

Discotheken, bardancings, cafés met dansgelegenheid, nachtclubs en daarmee gelijk te stellen horecabedrijven. Maandag tot en met vrijdag: 16.00 uur -2.30 uur Zaterdag en zondag 16.00 uur -3.30 uur Hierbij geldt de volgende afbouwregeling: a. één uur voor sluitingstijd wordt geen nieuw publiek meer toegelaten (eenrichtingsverkeer); b. een half uur voor sluitingstijd wordt de muziek op halve sterkte gezet; c. een kwartier voor sluitingstijd geen muziek meer ten gehore wordt gebracht en geen drank meer wordt verkocht; d. op de sluitingstijd zijn de lichten aan en is de toegangsdeur gesloten. De exploitant is verplicht de sluitingstijden en de daaraan gekoppelde afbouwregeling kenbaar te maken, zowel in de inrichting als op een van buiten zichtbare plaats. III. Avondzaken 1 Maandag tot en met vrijdag: Zaterdag en zondag

16.00 uur - 2.30 uur 16.00 uur - 4.00 uur

Hierbij geldt de volgende afbouwregeling: a. een kwartier voor sluitingstijd wordt geen nieuw publiek meer toegelaten en de deuren worden gesloten (eenrichtingsverkeer). Er worden geen nieuwe bestellingen meer opgenomen; b. op de sluitingstijd is de zaak leeg. De deuren en eventuele loketten zijn gesloten. De houder van de sluitingsuurvergunning is verplicht de sluitingstijden en de daaraan gekoppelde afbouwregeling kenbaar te maken, zowel in de inrichting als op een van buiten zichtbare plaats.

1

Horecabedrijven waarvan de hoofdfunctie bestaat uit het snel serveren of bereiden van al dan niet in de eigen onderneming bereide kleine maaltijden of kleine etenswaren en waar in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt, zoals snackbars, cafetaria‟s, fritures, broodjeszaken, automatieken, shoarmazaken en daarmee gelijk te stellen horecabedrijven.


6

Zomertijd/wintertijd In de nacht van zaterdag op zondag waarin de zomertijd wordt ingevoerd, én in de nacht van zaterdag op zondag waarin de wintertijd wordt ingevoerd, wordt voor de toepassing van deze regeling de tijd aangehouden als zou de zomertijd respectievelijk wintertijd niet zijn ingegaan. Hoe vraagt u een uitbreiding van openingstijden aan? De vraag naar de openingstijden is opgenomen in het aanvraagformulier voor de exploitatievergunning. Door deze vraag in te vullen wordt uw verzoek om verlenging van de openingstijden gelijktijdig met de exploitatievergunning afgehandeld. Als u de openingstijden op een later moment wilt herzien moet u een wijziging van de exploitatievergunning aanvragen. 2.3

Terrassen

Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 2.3.1.1) behoort het terras tot het horecabedrijf. Daarom is de exploitatievergunning ook van toepassing op de bij het bedrijf behorende terrassen. In de exploitatievergunning worden voorschriften opgenomen die gaan over het exploiteren van het terras. Horecabedrijven met een terras moeten een toiletvoorziening hebben voor de bezoekers van het terras. Voor een terras hoeft u dus geen aparte terrasvergunning aan te vragen. Opstelling Een terras mag geen gevaar opleveren voor een doelmatig en veilig gebruik van de weg. Daarom mag het (voetgangers)verkeer niet gehinderd worden door terrasmeubilair. In het algemeen zijn terrassen: - op de rijbaan niet toegestaan; - op trottoirs toegestaan als deze minimaal 3 meter breed zijn en er minstens 1,5 meter vrij blijft voor voetgangers (met kinderwagens/rolstoelen); - in het voetgangersgebied toegestaan bij een minimale doorrijdbreedte van 4 meter; - nooit breder dan het pand van het horecabedrijf waar het bij hoort. Uitgangspunt is dat een terras direct aan het pand van het horecabedrijf moet liggen, zodat de ondernemer toezicht kan houden en het (voetgangers)verkeer niet gehinderd wordt door overstekend bedienend personeel. Een uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de zogenaamde overterrassen of eilandterrassen. Deze zijn toegestaan op de Houtmarkt en in de Stationstraat. Verdere uitwerking van de randvoorwaarden staat beschreven in de Notitie Exploitatievergunning Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen (herziening 2010). Openingstijden Terrassen van horecabedrijven mogen dagelijks geopend zijn van 08.00 uur tot 24.00 uur. Terrasmeubilair Voor het terrasmeubilair gelden strenge regels op grond van het Beleid Terrasmeubilair (maart 2008). Uitgangspunt daarbij is dat terrassen die deel uitmaken van de openbare ruimte zich aan moeten passen aan hun omgeving. In de monumentale binnenstad vraagt dat om een kwalitatief hoogwaardige uitstraling van de terrassen. Voor het te plaatsen terrasmeubilair geldt een aantal algemene regels (sneltoetscriteria) waaraan het terrasmeubilair moet voldoen. De sneltoetscriteria waarborgen een minimale kwaliteit. Past een terras niet binnen deze sneltoetscriteria, dan wordt het terrasmeubilair voorgelegd aan de Welstandscommissie en de Monumentencommissie (bij terrassen in de binnenstad) voor toetsing aan de uitgebreide toets. Bij de uitgebreide toets wordt beoordeeld of een terras past in het straat- en gevelbeeld en of het terras een geheel vormt met de horecagelegenheid. Hieraan zijn legeskosten verbonden (zie legesverordening).


7

Toestemming voor uw terras krijgt u door een foto en een omschrijving van het te plaatsen meubilair te sturen naar de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Meer informatie hierover vindt u in de binnenkort te verschijnen folder Terrasmeubilair, die verkrijgbaar zal zijn bij de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Parasols Voor parasols die in de grond verankerd worden is een afzonderlijke vergunning nodig. U kunt deze aanvragen in een bijlage bij de aanvraag exploitatievergunning. Precario Voor het gedeelte van het terras dat zich op gemeentegrond bevindt moet jaarlijks precariobelasting betaald worden. Leges Voor het aanvragen of wijzigen van een exploitatievergunning worden leges in rekening gebracht. Deze legeskosten staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Meer informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

3.

Drank- en horecavergunning voor horeca- en slijtersbedrijven Beleid Voor het schenken van alcoholhoudende drank is een vergunning vereist op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Zo‟n vergunning geldt voor onbepaalde tijd, maar is persoons- en pandgebonden. Dit betekent dat een dranken horecavergunning niet automatisch overgaat op een rechtsopvolger of op een ander pand. In de volgende situaties moet u een (nieuwe) dranken horecavergunning aanvragen: - overname van een horecabedrijf; - vestiging van een nieuw horecabedrijf; - vertrek of in dienst treden van een nieuwe leidinggevende; - (bouwtechnische) wijziging of uitbreiding van de inrichting. Eisen Er zijn 4 eisen om voor deze vergunning in aanmerking te komen. 1. Ondernemingsvorm De vergunning staat op naam van de ondernemer. Dit kan een rechtspersoon zijn of één of meer natuurlijke personen. De ondernemer moet ingeschreven zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 2. Leidinggevenden Als leidinggevenden worden aangemerkt: - de ondernemer (bij een eenmanszaak degene op wiens naam de zaak staat, bij een V.O.F. alle vennoten, bij een BV alle directeuren); - degene die algemene leiding geeft (“ bedrijfsleider”); - degene die onmiddellijke leiding geeft (“de beheerder”).


8

Deze personen: - mogen niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht zijn ontzet; - moeten van goed levensgedrag zijn (o.g.v. artikel 5 Drank- en Horecawet juncto Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet); - moeten minimaal 21 jaar zijn; - moeten beschikken over de Verklaring Sociale Hygiëne. 3. Inrichtingseisen pand Een pand waarin alcoholhoudende drank geschonken wordt, moet aan bepaalde inrichtingseisen voldoen. Er moeten bijvoorbeeld gescheiden toiletten zijn voor mannen en voor vrouwen en de oppervlakte van de horecalokaliteit moet minimaal 35 m² bedragen. Verder worden er o.a. eisen gesteld aan de hoogte van het pand en aan de capaciteit van de ventilatie. De eisen worden nader beschreven in § .4 van deze Horecawijzer. U kunt ze ook nalezen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. 4. Toets aan overige weigeringsgronden De vergunning wordt ook getoetst aan de in de Drank- en Horecawet opgenomen weigeringsgronden. Er mag bijvoorbeeld geen sprake zijn van een schijnsituatie of van verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens. Procedure De aanvraag om een vergunning moet bij de gemeente (het college van Burgemeester en wethouders) worden ingediend via een speciaal daarvoor bestemd aanvraagformulier. U dient de aanvraag persoonlijk in bij de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Leges Er worden legeskosten in rekening gebracht voor : - het in behandeling nemen van een aanvraag voor een nieuwe Drank en horecavergunning, of - het in behandeling nemen van een gewijzigde Drank en horecavergunning als gevolg van (een) nieuwe/vertrokken leidinggevende(n). De tarieven staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

4.

Inrichtingseisen horecabedrijven

Een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, moet niet alleen aan het Bouwbesluit voldoen, maar ook aan bepalingen van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Er zijn eisen gesteld met betrekking tot: 1. Vloeroppervlakte De inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, heeft ten minste één horecalokaliteit2 met een vloeroppervlakte van ten minste 35 m².

2

Een “horecalokaliteit” is een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

9

2. Hoogte Een horecalokaliteit heeft een hoogte van ten minste 2.40 m. van de vloer af gemeten. Nieuw te bouwen horecagelegenheden moeten volgens het Bouwbesluit een hoogte hebben van ten minste 2.60 m. 3. Ventilatie Een horecalokaliteit is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande, goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10‾³ m³/s per m² vloeroppervlakte. 4. Toiletten Voor bezoekers zijn in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit ten minste twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig (dames en heren). Elke toiletgelegenheid bevat ten minste een of meer behoorlijke en afsluitbare toiletruimten en één of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen. De in de toiletruimten aanwezige toiletpotten en urinoirs zijn voorzien van een waterspoeling. De toiletruimten zijn niet rechtstreeks toegankelijk vanuit een horecalokaliteit. 5. Overige voorzieningen In een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend zijn aanwezig: - een voorziening voor elektriciteit (opdat op veilige wijze kan worden beschikt over energie); - een voorziening voor drinkwater (opdat kan worden beschikt over voor de menselijke consumptie en hygiëne geschikt water); - een voorziening voor het voeren van telefoongesprekken (ook voor bezoekers).

5.

Inrichtingseisen slijterijen De verkoop van sterke drank in slijterijen is gebonden aan een vergunning. Deze vergunningverplichting is opgenomen in de Drank- en Horecawet. De vergunning wordt verleend door de burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente waarin een slijterij gevestigd is. Definities Sterke drank De drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumerprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn. Slijtlokaal Een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse Neringruimte Ruimte binnen een gebouw, welke in gebruik is voor het uitoefenen van kleinhandel of de zelfbedieningsgroothandel of één van de hierna te noemen activiteiten:  het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen in het kader van openbare verkoping;  het bedrijfsmatig aanbieden van diensten;  het bedrijfsmatig verhuren van goederen;  het in het openbaar bedrijfsmatig opkopen van goederen. Verbindingslokaliteit Een tot een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend behorende lokaliteit die in gebruik is als passage tussen een neringruimte en een slijtlokaliteit. In deze ruimte mag de kleinhandel niet worden uitgeoefend. Er mogen evenmin de zelfbedieningsgroothandel of de andere onder neringruimte genoemde activiteiten plaatsvinden.


10

Loopafstand De kortste afstand in de verbindingslokaliteit tussen de toegangsdeur van de slijtlokaliteit en de deur tot de neringruimte. Het gaat hierbij om de denkbeeldige vloeiende lijn tussen de beide deuren waarover op een afstand van ten minste 0,30 m. van constructieonderdelen kan worden gelopen. De deurpost is daarbij een constructieonderdeel. Verkeersruimte Een binnen een overdekt winkelcentrum, waarin door een aantal afzonderlijke ondernemers ieder een eigen winkel wordt geëxploiteerd die, zowel naar aard als naar inrichting duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden, gelegen ruimte die voor het publiek toegankelijk is, welke ruimte geen neringruimte, verbindingslokaliteit of slijtlokaliteit is, die voor het publiek alleen een passage- of sluisfunctie heeft. Inrichtingseisen slijterijen 1. De oppervlakte van de slijtlokaliteit is ten minste 15 m². 2. Alle wanden van de slijtlokaliteit zijn gesloten wanden van ten minste 2.40 m. hoog vanaf de vloer gemeten. Als de toegang tot een slijtkokaliteit of een neringruimte door een rolluik of deur wordt afgesloten, dan is dit slechts acceptabel als met dit rolluik cq. die deur, een opening in de scheidingswand wordt afgesloten. Het is niet toegestaan een scheidingswand volledig door een rolluik of deur te vervangen, er zullen dientengevolge in alle gevallen muurdelen moeten kunnen worden onderscheiden. 3. Er mag geen rechtstreekse verbinding zijn tussen de slijtlokaliteit en de neringruimte (de eventuele verbinding komt tot stand door een verbindingslokaliteit). 4. In de verbindingslokaliteit mag geen nering plaatsvinden (nering = uitoefening van kleinhandel, zelfbedieningsgroothandel dan wel de onder neringruimte (definities) genoemde activiteiten). 5. Eisen verbindingslokaliteit voor de bezoekers:  aan alle zijden gesloten wanden van ten minste 2.40 m. hoog vanaf de vloer gemeten;  maximaal 1 afsluitbare toegang naar de slijtlokaliteit met een breedte van ten hoogste 2.40 m.;  maximaal 1 afsluitbare toegang naar de neringruimte met een breedte van ten hoogste 2.40 m.;  de loopafstand van de toegang tot de slijtlokaliteit en de toegang tot de neringruimte minimaal 2.00 m.;  vanuit de verbindingslokaliteit mag uiteraard wel een deur naar buiten of naar bijvoorbeeld een kantoorruimte aanwezig zijn. 6. Eisen verbindingslokaliteit voor het personeel:  aan alle zijden gesloten wanden van ten minste 2.40 m. hoog vanaf de vloer gemeten;  maximaal 1 afsluitbare toegang naar de slijtlokaliteit met een breedte van ten hoogste 1.00 m.;  maximaal 1 afsluitbare toegang naar de neringruimte met een breedte van ten hoogste 1.00 m.;  de loopafstand van de toegang tot de slijtlokaliteit en de toegang tot de neringruimte is minimaal 1.00 m.


11

2.

Paracommerciële instellingen (verenigingen en stichtingen)

1.

Definitie paracommerciële instellingen

Definitie paracommerciële instellingen: instellingen die zich specifiek richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard (artikel 4 Drank- en Horecawet), en daarbij ook een kantine of buffet exploiteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om buurthuizen, jongerencentra en sportkantines. Er is sprake van een paracommerciële instelling als wordt voldaan aan de volgende criteria: - de instelling is niet-commercieel; - de instelling is een rechtspersoon, niet zijnde een BV of NV; - de instelling voldoet aan een van de doelstellingen van artikel 4 Drank- en Horecawet.

2.

Exploitatievergunning horeca voor paracommerciële instellingen

2.1

Exploitatievergunning paracommerciële instellingen

In beginsel heeft elk horecabedrijf een exploitatievergunning nodig. Het doel daarvan is om overlast door horecabedrijven in de directe omgeving te voorkomen of te beperken. Omdat ook paracommerciële instellingen horecabedrijven zijn volgens de definitie van horecabedrijven (zie § 1), moeten zij in het bezit zijn van zo‟n vergunning. Door voorschriften in deze vergunning op te nemen kan de burgemeester meer invloed uitoefenen op de exploitatie van de horeca-activiteiten. Bij de vergunningverlening wordt onder andere gelet op de aard van horeca-actitviteiten, de mogelijk te verwachten overlast, het karakter van de omgeving, de (justitiële) achtergrond van de leidinggevende(n) en eventuele eerdere sluiting(en) van de paracommerciële instellingen met horecaactiviteiten. Wanneer vraagt u een exploitatievergunning aan? U vraagt een exploitatievergunning aan bij: 1. vestiging van een (nieuwe) horeca-inrichting in uw paracommerciële inrichting; 2. wijziging van bestuursleden, leidinggevenden en rechtspersonen. Voor welke horecabedrijven geldt de vergunningplicht? De horecabedrijven waarvoor de vergunningplicht geldt, staan nader omschreven in de Notitie exploitatievergunning Algemene plaatselijke verordening Zutphen (herziening 2010). Daarin zijn ook de uitzonderingen op de vergunningplicht opgenomen. Het gaat hierbij om horecabedrijven die in hoofdzaak bestaan uit het gelegenheid bieden voor verblijf op sociaal, cultureel, educatief of sportief gebied en waar het verstrekken van drank daaraan ondergeschikt is. Hoe vraagt u de exploitatievergunning aan? Voor het aanvragen van de exploitatievergunning geldt een apart aanvraagformulier. U moet het aanvraagformulier volledig ingevuld indienen bij de gemeente. U kunt telefonisch een afspraak maken voor een verplicht intakegesprek. De gemeente Zutphen wil graag persoonlijk kennismaken met u als nieuwe horeca-exploitant; de aanvraag voor uw exploitatievergunning horeca moet daarom altijd persoonlijk worden ingediend. Tijdens dat intakegesprek - waarbij meestal ook de wijkagent aanwezig is - worden alle regelingen die op uw instelling van toepassing zijn doorgenomen, zodat u weet welke vergunningen u wel en niet aan moet vragen. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de benodigde vergunningen aan te vragen! Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

12

Bij de aanvraag moet u de hieronder genoemde documenten bijvoegen: 1. een geldig legitimatiebewijs; 2. een nauwkeurige plattegrond van het pand en/of de inrichting / horecalokaliteit waar de horeca-activiteiten plaatsvinden; 3. een “verklaring omtrent gedrag” (maximaal drie maanden oud) van alle leidinggevenden (dit is niet nodig als ook een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet wordt aangevraagd); 4. de gevraagde documenten op basis van de BIBOB-vragenlijst (afhankelijk van de beantwoording van de vragen); 5. als de vergunningaanvraag ook een terras omvat: inrichtingstekening van het terras en foto‟s terrasmeubilair; 6. eventuele andere gegevens of documenten die nodig zijn voor de beoordeling aanvraag en waarover u redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Hoe lang is de vergunning geldig? De vergunning wordt eerst voor een jaar verleend. Als de exploitatie zonder problemen is verlopen, wordt de vergunning na dit jaar kosteloos omgezet in een vergunning voor onbepaalde tijd. Hebben zich wel problemen voorgedaan, waardoor er sprake is van verstoringen van de openbare orde of het woon- en leefklimaat, dan kunnen de voorschriften worden aangepast of kan nogmaals een vergunning voor beperkte tijd worden verleend. Wijziging van de vergunning Tijdens de looptijd van de vergunning kunnen zich wijzigingen voordoen in de exploitatie. In een aantal gevallen moet u een wijziging van de vergunning aanvragen. Dat is het geval als: a. u de ondernemingsvorm wijzigt; b. u een nieuwe leidinggevende in dienst neemt, tenzij u in het bezit bent van een Drank- en Horecavergunning. In dat geval kunt u volstaan met het indienen van de aanvraag voor een wijziging van de Drank- en Horecavergunning. Persoonsgebonden vergunning De exploitatievergunning is persoonsgebonden en daarom niet overdraagbaar. De reden hiervoor is dat de persoon van de exploitant een belangrijke rol speelt in de wijze van exploitatie en dus ook in de manier waarop de exploitatie het woon- en leefklimaat en de openbare orde beïnvloedt. Beslistermijn Op een aanvraag wordt o.g.v. artikel 1.2 Algemene Plaatselijke Verordening beslist binnen een termijn van acht weken na de dag waarop de aanvraag compleet is ontvangen en in behandeling kon worden genomen. Als de termijn van acht weken onvoldoende blijkt om de aanvraag af te handelen, kan de afhandeling met acht weken worden verlengd. Geen vooruitakkoord! Vóórdat u horeca-acitviteiten gaat exploiteren moet u over een exploitatievergunning beschikken, al dan niet in combinatie met een geldige dranken horecavergunning. Een vooruitakkoord of iets dergelijks wordt niet verstrekt. Als u horeca-activiteiten gaat exploiteren zonder dat u beschikt over een exploitatievergunning en eventueel dranken horecavergunning, is de gemeente bevoegd handhavend op te treden. Dien uw aanvraag dus tijdig in! 2.2

Regels bij het exploiteren van parcacommerciële instellingen

Omdat paracommerciële instellingen vaak met vrijwilligers werken en subsidie ontvangen, is sprake van een financieel voordeel ten opzichte van gewone commerciële horecabedrijven. Als zij zich dan wel gaan gedragen als commerciële horecabedrijven halen zij hier oneigenlijk voordeel uit. De horecabranche heeft met succes geprotesteerd tegen deze vorm van “oneerlijke concurrentie”. Daardoor is de Drank- en Horecawet aangepast en zijn in de wet regels opgenomen om oneerlijke concurrentie door paracommerciële instellingen tegen te gaan. Dit betekent dat er voor Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

13

paracommerciële instellingen specifieke regels en/of verplichtingen gelden. Deze kunnen gaan over de in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, en het openlijk aanprijzen hiervan en op de tijden waarop in de inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Voor paracommerciële horeca-inrichtingen gelden andere regels dan voor gewone horecabedrijven. Paracommerciële instellingen werken vaak met vrijwilligers. In de praktijk blijkt het moeilijk te zijn voor deze instellingen om vrijwillgers te vinden die beschikken over een diploma sociale vaardigheid hygiëne of die bereid zijn deze cursus te volgen. Daarom gelden voor paracommerciële instellingen andere eisen en regels. De regels voor paracommerciële inrichtingen zijn: • het bestuur stelt een bestuursreglement (de huisregels) vast; • maximaal twee leidinggevenden moeten een verklaring Sociale Hygiëne hebben, waarbij geldt dat deze: 1. tenminste 21 jaar oud is / zijn; 2. niet uit de Voogdij zijn gezet; 3. van goed levensgedrag is / zijn; • de kantine moet aan de eisen van de wet voldoen; • gedurende tijden dat alcohol wordt geschonken, moet een leidinggevende in het bezit van een verklaring Sociale Hygiëne aanwezig zijn of een barvrijwilliger (van minstens 16 jaar) die door het bestuur is geïnstrueerd over verantwoord alcoholgebruik. Daarnaast geldt dat: • de wettelijke leeftijdsgrenzen zichtbaar moeten worden aangegeven, bijvoorbeeld door middel van een sticker (onder de 16 geen alcohol, onder de 18 geen sterke alcoholhoudende drank); • er niet geschonken mag worden aan mensen onder invloed van alcohol, drugs en medicijnen; • de vergunning op een zichtbare plaats opgehangen moet te worden; • overtreding van de regels kan leiden tot intrekking van de Drank- en Horecavergunning; • gedurende tijden dat alcohol wordt geschonken, een leidinggevende met Sociale Hygiëne aanwezig moet zijn of een barvrijwilliger die door het bestuur is geïnstrueerd over verantwoord alcoholgebruik; • de tijden waarop alcohol geschonken wordt, zichtbaar zijn aangegeven; • iedere wijziging die van belang kan zijn voor de Drank- en Horecavergunning tijdig aan de gemeente wordt gemeld; • er sancties volgen als men zich niet houdt aan de wet: afhankelijk van de aard van de overtreding(en) kan besloten worden de vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd in te trekken. 2.3

Sluitingstijden

In het bestuursreglement van paracommerciële instellingen moeten de openingstijden van de kantine zijn opgenomen. Een paracommerciële instelling mag open zijn van 07.00 uur tot 01.00 uur (Algemene Plaatselijke Verordening art. 2.3.1.4 lid 1). 2.4

Terrassen

Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 2.3.1.1) behoort het terras tot het horecabedrijf. Daarom is de exploitatievergunning ook van toepassing op de bij de paracommerciële instelling behorende terrassen. In de exploitatievergunning worden voorschriften opgenomen die gaan over het exploiteren van het terras. Paracommerciële instellingen met een terras moeten een toiletvoorziening hebben voor de bezoekers van het terras. Opstelling Een terras mag geen gevaar opleveren voor een doelmatig en veilig gebruik van de weg. Daarom mag het (voetgangers)verkeer niet gehinderd worden door terrasmeubilair.


14

In het algemeen zijn terrassen: - op de rijbaan niet toegestaan; - op trottoirs toegestaan als deze minimaal 3 meter breed zijn en er minstens 1,5 meter vrij blijft voor voetgangers (met kinderwagens/rolstoelen); - in het voetgangersgebied toegestaan als een minimale doorrijdbreedte van 4 meter gehandhaafd blijft; - nooit breder dan het pand van het horecabedrijf waar het bij hoort. Uitgangspunt is dat een terras direct aan het pand van de paracommerciële instelling moet liggen, zodat de exploitant toezicht kan houden en het (voetgangers)verkeer niet gehinderd wordt door overstekend bedienend personeel. Een uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de zogenaamde overterrassen of eilandterrassen. Deze zijn toegestaan op de Houtmarkt en in de Stationstraat. Verdere uitwerking van de randvoorwaarden staat beschreven in de Notitie Exploitatievergunning Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen (herziening 2010). Openingstijden Terrassen mogen dagelijks geopend zijn van 08.00 uur tot 24.00 uur. Terrasmeubilair Voor het terrasmeubilair gelden strenge regels op grond van het Beleid Terrasmeubilair (maart 2008). Uitgangspunt daarbij is dat terrassen die deel uitmaken van de openbare ruimte zich aan moeten passen aan hun omgeving. In de monumentale binnenstad vraagt dat om een kwalitatief hoogwaardige uitstraling van de terrassen. Voor het te plaatsen terrasmeubilair geldt een aantal algemene regels (sneltoetscriteria) waaraan het terrasmeubilair moet voldoen. De sneltoetscriteria waarborgen een minimale kwaliteit. Past een terras niet binnen deze sneltoetscriteria, dan wordt het terrasmeubilair voorgelegd aan de Welstandscommissie en de Monumentencommissie (bij terrassen in de binnenstad) voor toetsing aan de uitgebreide toets. Bij de uitgebreide toets wordt beoordeeld of een terras past in het straat- en gevelbeeld en of het terras een geheel vormt met de horecagelegenheid. Hieraan zijn kosten verbonden. Toestemming voor uw terras krijgt u door een foto en een omschrijving van het te plaatsen meubilair te sturen naar de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Meer informatie hierover vindt u in de binnenkort te verschijnen folder Terrasmeubilair, die verkrijgbaar zal zijn bij de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Parasols Voor parasols die in de grond verankerd worden is een afzonderlijke vergunning nodig. U kunt deze aanvragen in een bijlage bij de aanvraag exploitatievergunning. Precario Voor het gedeelte van het terras dat zich op gemeentegrond bevindt moet jaarlijks precariobelasting betaald worden. Leges Voor het aanvragen of wijzigen van een exploitatievergunning worden leges in rekening gebracht. Deze legeskosten staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Meer informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.


15

3.

Drank- en horecavergunning voor paracommerciële instellingen

3.1

Aanvragen dranken horecavergunning

Ook voor zogenoemde paracommerciële instellingen is voor het schenken van alcoholhoudende drank een vergunning vereist op grond van artikel 3 en 4 van de Drank- en Horecawet. Een dranken horecavergunning geldt voor onbepaalde tijd, maar is persoons- en pandgebonden. Dit betekent dat een dranken horecavergunning niet automatisch overgaat op een rechtsopvolger of op een ander pand. In de volgende situaties moet u een (nieuwe) dranken horecavergunning aanvragen: - overname van een horecabedrijf; - vestiging van een nieuw horecabedrijf; - wijziging van de ondernemingsvorm (bijvoorbeeld omzetting van de stichting in een vereniging); - vertrek of in dienst treden van een nieuwe leidinggevende; - (bouwtechnische) wijziging of uitbreiding van de inrichting. Eisen aanvraag dranken horecavergunning Er zijn 6 eisen om voor deze vergunning in aanmerking te komen. 1. Ondernemingsvorm De vergunning staat op naam van de rechtspersoon (vereniging of stichting). De rechtspersoon moet ingeschreven zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 2. Leidinggevenden Maximaal twee leidinggevenden moeten beschikken over een bewijsstuk „Sociale Hygiëne‟. Als leidinggevenden worden aangemerkt: - de bestuursleden van de rechtspersoon (vereniging / stichting): - degene die algemene leiding geeft (“ bedrijfsleider”; - degene die onmiddellijke leiding geeft (“de beheerder”). Deze personen: - mogen niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht zijn ontzet; - moeten van goed levensgedrag zijn (o.g.v. artikel 5 Drank- en Horecawet juncto Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet); - moeten minimaal 21 jaar zijn; - moeten beschikken over de Verklaring Sociale Hygiëne. 3. Vastgesteld bestuursreglement Bij het aanvragen van een vergunning zijn paracommerciële instellingen verplicht een bestuursreglement vast te stellen, waarin minimaal de volgende zaken zijn opgenomen: - waarborgen dat de verstrekking van alcoholhoudende drank gedurende openingstijden uit oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze gebeurt; - waarborgen dat de verstrekking van alcoholhoudende drank altijd gebeurt door op dit gebied gekwalificeerde personen. Zij moeten in het bezit zijn van een bewijsstuk van Sociale Hygiëne of een instructie Verantwoord Alcoholgebruik hebben gekregen. De normen voor kwalificatie moeten in het reglement staan vermeld; - er moet worden aangegeven op welke dagen en tijdstippen bedrijfsmatig of tegen betaling alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Deze dagen en tijdstippen moeten ook duidelijk zichtbaar in de horecalokaliteit staan aangegeven;. - er moet worden aangegeven hoe wordt toegezien op de naleving van het bestuursreglement; - er moet een lijst met barvrijwilligers zijn. De gemeente toetst het bestuursreglement aan de Drank- en Horecawet. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

16

Er bestaat een modelbestuursreglement „Alcohol in sportkantines‟ dat is samengesteld door het NOC*NSF. Voor sociaal-culturele accommodaties is een modelbestuursreglement door NIGZ en VOG opgesteld. Deze modellen kunt u opvragen bij de NOC*NSF of bij de afdeling Klantcontact, team Vergunningen en Handhaving van de gemeente Zutphen, telefoon 14 0575. 4. Inrichtingseisen pand Een pand waarin alcoholhoudende drank geschonken wordt, moet aan bepaalde inrichtingseisen voldoen. Zie hiervoor de 5 inrichtingesisen zoals genoemd bij § 4. 5. Wet BIBOB Alle nieuwe dranken horeca vergunningaanvragen worden getoetst op grond van de wet BIBOB: Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. Deze wet verruimt de mogelijkheden van bestuursorganen om zich te beschermen tegen het risico dat ze criminele activiteiten faciliteren. Bij vergunningen kan de wet worden toegepast in de branches: horeca, seksinrichtingen, coffeeshops, milieu, bouw, woningcorporaties, opiumverloven en transport. Bestuursorganen zijn bevoegd een vergunning in te trekken of te weigeren wanneer er ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede gebruikt zal worden voor: het benutten van voordelen uit strafbare feiten; het plegen van strafbare feiten; of wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde / verkregen beschikking een strafbaar feit is gepleegd. 6. Toets overige weigeringsgronden De vergunning wordt ook getoetst aan de in de Drank- en Horecawet opgenomen weigeringsgronden. Er mag bijvoorbeeld geen sprake zijn van een schijnsituatie of van verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens. Procedure De vergunningaanvraag moet bij de gemeente (het college van burgemeester en wethouders) worden ingediend via een speciaal daarvoor bestemd aanvraagformulier. Voor het indienen van deze aanvraag kunt u een afspraak maken met de afdeling Klantcontact, team Vergunningverlening & Handhaving via telefoon 14 0575. Bij deze aanvraag moeten de volgende stukken ingeleverd worden:  een inschrijfnummer uit het verenigingen en stichtingenregister van de Kamer van Koophandel;  Bestuursreglement;  Verklaring Sociale Hygiëne van maximaal 2 leidinggevenden;  Verklaring leidinggevende van maximaal 2 leidinggevenden;  Koop-/huurakte van het pand;  legitimatiebewijs van alle bestuursleden en leidinggevenden;  het ingevulde aanvraagformulier Drank- en Horecavergunning ! Om tot een goede beoordeling van uw aanvraag te komen wordt advies gevraagd aan de politie en informatie ingewonnen bij de Centrale Justitiële Documentatie in Almelo (antecedentenonderzoek). Binnen drie maanden na ontvangst van uw complete aanvraag wordt daarop beslist. Niet compleet aangeleverde aanvragen kunnen niet in behandeling worden genomen! LET OP: Het is niet toegestaan om zonder vergunning horeca-activiteiten uit te oefenen. Een vooruitakkoord wordt niet verstrekt! Dien uw aanvraag dus tijdig (en voorzien van alle stukken) in.


17

Leges De legeskosten voor het het in behandeling nemen van uw aanvraag voor of wijziging van een Dranken Horecavergunning staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld; zie www.zutphen.nl Informatie -

3.2

Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575. NOC*NSF : www.nocnsf.nl

Horeca-activiteiten die wel / niet zijn toegestaan o.g.v. de dranken horecavergunning

Uit de Drank- en Horecawet (artikel 4) blijkt dat de voorschriften of beperkingen die worden verbonden aan een vergunning, kunnen gaan over drie onderwerpen: - het in de inrichting houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften, verlovingsfeesten, personeelsfeesten en partijen; - het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van dergelijke bijeenkomsten en/of; - de tijden gedurende welke in de inrichting alcoholhoudende dranken wordt verstrekt. Welke activiteiten mogen wél en welke activiteiten mogen níet plaatsvinden? 1. Activiteiten waarbij alcohol wordt geschonken Verenigingen en stichtingen mogen alléén alcohol verstrekken bij activiteiten die: passen binnen de doelstelling van de vereniging of stichting; worden georganiseerd voor leden van die vereniging of stichting. Dit betekent dat alle activiteiten, die niet aan bovenstaande twee eisen voldoen (bijvoorbeeld bruiloften, recepties vanwege gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer, bijeenkomsten (bijv. kaarten, bingo) voor niet-leden of medewerkers) volgens de wet niet gehouden mogen worden in de kantine of het club- of buurthuis. Publicatie van activiteiten is altijd verboden. 2. Activiteiten waarbij geen alcohol wordt geschonken Toegestaan zijn ook bijeenkomsten waarbij geen alcoholhoudende dranken worden gebruikt. Let op! Deze activiteiten zijn echter níet toegestaan als ze: • op grond van bestemmingsplanvoorschriften verboden zijn; • vergunningplichtig, ontheffingsplichtig of meldingsplichtig zijn volgens andere gemeentelijke regelgeving zoals bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening; • in strijd zijn met een privaatrechtelijke overeenkomst. 3. Andere activiteiten Verder mag de kantine van de paracommerciële instelling geëxploiteerd worden binnen de doelstelling van de vereniging. Sociale binding van de leden onderling door activiteiten die op zich niet of niet veel met de betreffende sport te maken hebben kunnen hier ook toe behoren. Voorwaarde hierbij is echter wel dat het door en voor (in principe) alle leden is. Dit betekent vooral dat de bij de activiteit aanwezige personen voor minimaal 75 % uit leden van de vereniging bestaan. Hieronder kunnen vallen feestavonden in verband met een kampioenschap of een lustrum. Ook toegestaan zijn het organiseren van Sinterklaasavonden, kerstbijeenkomsten, nieuwjaarsrecepties, het kijken naar wedstrijden op een speciaal scherm en dergelijke. Toegestaan zijn ook kaart- of bingoavonden waarbij eveneens de 75 %-regel geldt. Bij speciale verenigingsactiviteiten dient u zich aan de regels te houden die gelden voor de reguliere horeca: geen overlast en sluiten om 01.00 uur.


18

4.

Inrichtingseisen paracommerciële instellingen

Een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, moet niet alleen aan het Bouwbesluit voldoen, maar ook aan bepalingen van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Er zijn eisen gesteld met betrekking tot: 1. Vloeroppervlakte De inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, heeft ten minste één horecalokaliteit3 met een vloeroppervlakte van ten minste 35 m². 2. Hoogte Een horecalokaliteit heeft een hoogte van ten minste 2.40 m. van de vloer af gemeten. Nieuw te bouwen horecagelegenheden moeten volgens het Bouwbesluit een hoogte hebben van ten minste 2.60 m. 3. Ventilatie Een horecalokaliteit is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande, goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10‾³ m³/s per m² vloeroppervlakte. 4. Toiletten Voor bezoekers zijn in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit ten minste twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig (dames en heren). Elke toiletgelegenheid bevat ten minste een of meer behoorlijke en afsluitbare toiletruimten en één of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen. De in de toiletruimten aanwezige toiletpotten en urinoirs zijn voorzien van een waterspoeling. De toiletruimten zijn niet rechtstreeks toegankelijk vanuit een horecalokaliteit. 5. Overige voorzieningen In een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend zijn aanwezig: - een voorziening voor elektriciteit (opdat op veilige wijze kan worden beschikt over energie); - een voorziening voor drinkwater (opdat kan worden beschikt over voor de menselijke consumptie en hygiëne geschikt water); - een voorziening voor het voeren van telefoongesprekken (ook voor bezoekers).

3

Een “horecalokaliteit” is een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

19

3. Horeca-activiteiten en … 1.

Wet BIBOB

Beleid De Wet BIBOB geeft bestuursorganen een extra instrument om zich te beschermen tegen het risico dat ze -ongewild- criminele activiteiten mogelijk maken. Dit is nodig omdat criminele organisaties in sommige gevallen afhankelijk zijn van bestuurlijke beslissingen, bijvoorbeeld vergunningverlening of subsidieverstrekking. Op basis van de beleidslijn BIBOB kan de gemeente sinds oktober 2006 de Wet BIBOB toepassen op aanvragen voor een vergunning op grond van de dranken Horecawet en de APV(exploitatie horeca inrichting en prostitutiebedrijf). Dat betekent dat zij dergelijke vergunningen kan weigeren of intrekken wanneer er ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede gebruikt zal worden voor:  het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld witwassen van geld verkregen uit strafbare feiten);  het plegen van strafbare feiten (daarbij gaat het om delicten die verband houden met de verleende vergunning,);  of wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld omkoping, fraude). Het doel van BIBOB is om te voorkomen zij door het verlenen van vergunningen criminele activiteiten mogelijk maakt. Daarom is het nodig dat de gemeente zodanige informatie krijgt dat ze kan oordelen over de mate waarin het risico aanwezig is dat zo‟n vergunning wordt misbruikt ten behoeve van criminele activiteiten. Eisen Op basis van de Wet BIBOB stelt de gemeente een aantal extra vragen (algemene aanvraag BIBOB) over de financiering en zeggenschapsstructuur van een (nieuwe) onderneming. Deze zogenaamde BIBOB-vragen zijn een verplicht onderdeel van de vergunningaanvraag (ook bij huidige vergunninghouders). De aanvrager van een vergunning moet de gevraagde gegevens aanleveren zodat de gemeente en eventueel Bureau BIBOB in staat zijn daar nader onderzoek naar te doen. Het is belangrijk dat de aanvrager de gegevens juist en volledig verstrekt. Indien dat niet gebeurt, kan de gemeente de aanvraag buiten behandeling laten op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht. Waar het gaat om een bestaande vergunning kan de gemeente een weigering om gegevens te verstrekken zien als een gevaar in de zin van de wet BIBOB en aldus de vergunning intrekken. Als blijkt dat bewust onjuiste gegevens zijn verstrekt kan dat ook als gevaar worden opgevat. Procedure Bij de aanvraag van een Drank en Horecawet vergunning en/of mantelvergunning horeca moet een algemeen aanvraagformulier BIBOB worden ingevuld. Daarbij moeten de volgende stukken worden ingediend bovenop de stukken die bij de aanvraag van een horecavergunning gevraagd worden. bewijsstukken aangaande de financiering van de onderneming alsmede de belastingaangifte over het voorgaande belastingjaar bij financiering door een bankinstelling of andere financier (waaronder ook vrienden/familie) een kopie van een getekende financieringsovereenkomst met notariële verklaring eigendomsbewijs van een pand of ondertekend huurcontract Met deze gegevens kan de gemeente de integriteit van de aanvrager en diens zakelijke relaties beter beoordelen en in kaart brengen. Als er bij toetsing van deze vragen onduidelijkheden zijn, kan de gemeente u vragen een uitgebreid aanvraagformulier BIBOB in te vullen. Dit uitgebreide Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

20

aanvraagformulier bevat meer vragen met betrekking tot de aanvrager zelf, de ondernemingsstructuur en de financiering. Aanvullende stukken zijn onder andere een ondernemersplan en beginbalans of belastingaangifte en jaarrekening. De gemeente kan de vergunning weigeren of intrekken als 1. uit deze gegevens blijkt dat er gevaar bestaat dat de vergunning ook gebruikt zal worden voor criminele activiteiten of, 2. u weigert de BIBOB-vragen te beantwoorden. Bureau BIBOB Als de gemeente na eigen onderzoek nog vragen heeft over de aanvraag, kan zij een beroep doen op het landelijk Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie. Dit bureau kan diepgaander onderzoek doen naar de integriteit van de aanvrager en -indien nodig- van diens zakelijke relaties. De gemeente stelt de aanvrager hier altijd van op de hoogte. Het landelijk Bureau BIBOB brengt na onderzoek een gemotiveerd advies uit aan de gemeente. De gemeente hoeft het advies niet op te volgen. Zij beslist zelf of de vergunning wel of niet wordt verstrekt. Het BIBOB-advies Een BIBOB-advies kan drie uitkomsten hebben: 1. er kan geconstateerd worden dat er geen gevaar is dat de gewenste vergunning wordt misbruikt voor criminele activiteiten. De vergunning wordt dan verleend; 2. het onderzoek kan uitwijzen dat er een mindere mate van gevaar bestaat. De gemeente kan dan extra eisen verbinden aan het verlenen van de vergunning; 3. bureau BIBOB kan ernstig gevaar constateren en een negatief advies uitbrengen. De beroep- en bezwaarprocedure uit de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing op BIBOB-adviezen. Zij is wel van toepassing op de uiteindelijke beschikking van de gemeente om de vergunning wel of niet te verlenen. Informatie Voor meer informatie zie bijlage 2: algemene toelichting Wet BIBOB. Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

2.

BESTEMMINGSPLAN

Beleid I

Lichte horeca: a. hotels e.d. b. restaurants e.d. c. horeca gericht op snel serveren van kleine maaltijden + uitsluitend alcoholvrije drank + exploitatie gericht op winkelactiviteiten (detailhandelondersteunende horeca), zoals cafetaria‟s, lunchrooms, ijssalons [veroorzaken geen druk op het woon- en leefklimaat].

II Horeca: a.

b.

horeca gericht op snel serveren van kleine maaltijden + uitsluitend alcoholvrije drank + exploitatie gericht op reguliere horeca [kunnen druk veroorzaken op het woon- en leefklimaat]. horeca gericht op verstrekken van alcoholhoudende drank + geen amusementsprogramma, zoals bars.

III Zware horeca: horeca gericht op verstrekken van alcoholhoudende drank + amusementsprogramma, zoals discotheken en nachtclubs. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

21

Behalve de categorieën zijn in een bestemmingsplan ook gebruiks- en bebouwingsvoorschriften opgenomen. Gebruiksvoorschriften geven het toegestane gebruik van de gronden en de opstallen aan. Bebouwingsvoorschriften geven onder andere aan welke afmetingen een bedrijfspand mag hebben. Een horecabedrijf mag uitsluitend gevestigd worden in een pand dat de bijbehorende horecabestemming heeft (of kan krijgen, zie beleidslijn Notitie horecavestigingsbeleid) en ook aan de andere voorschriften voldoet behorend bij het bestemmingsplan. Procedure Een verzoek om wijziging van het bestemmingsplan moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Deze procedure neemt ongeveer een jaar in beslag. In sommige gevallen kan een lichtere (en kortere) ontheffingsprocedure worden gevolgd. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Omgeving, telefoon 14 0575.

3.

OMGEVINGSVERGUNNING

Beleid Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee worden ruim 25 vergunningen vervangen door één omgevingsvergunning. Voor het aanbrengen van wijzigingen in of aan uw pand of de bouw van een nieuw pand heeft u in beginsel altijd een omgevingsvergunning nodig, maar het kan ook zo zijn dat de geplande wijzigingen vergunningvrij mogen worden uitgevoerd. Het is raadzaam daarover eerst contact op te nemen met de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Ook is het mogelijk een vooradvies aan te vragen, waarmee uw voorstel gratis wordt beoordeeld en wordt bekeken of uw ideeën uitgevoerd kunnen worden. Vervolgens moet u dan alsnog de benodigde vergunning aanvragen. Het is mogelijk dat door het aanbrengen van een wijziging uw vergunning in het kader van milieu moet worden aangepast. Ook hierover kunt u contact opnemen met de afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving. Procedure De omgevingsvergunning kunt u voor meerdere activiteiten met één aanvraag bij de gemeente indienen (bijvoorbeeld voor slopen, kappen, bouwen, reclame of wijzigen van een monument). Dat kan digitaal of op papier. U dient uw aanvraag in bij de gemeente. Hierbij dient u gebruik te maken van het voorgeschreven formulier. Dit kunt u vinden op www.omgevingsloketonline.nl. U kunt het formulier uitprinten en invullen, maar u kunt ook digitaal gebruik maken van dit formulier. Het systeem vertelt u welke gegevens u moet invullen en welke documenten u moet aanleveren of uploaden. Voor het digitaal aanvragen van een omgevingsvergunning of het doen van een melding, heeft u een DigiD-account nodig. Als uw aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt u één omgevingsvergunning, met eenduidige eisen. Tegen een omgevingsvergunning is maar één keer bezwaar en beroep mogelijk. Het is aan te bevelen om vooraf contact op te nemen met de afdeling Klantcontact, Team Vergunningen & Handhaving. Daar kan men u uitleg geven of van informatiemateriaal voorzien over de geldende regels en de te volgen procedure. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.


22

4.

SCHILDEREN VAN EEN PAND

Beleid Als de kleuren niet wijzigen, kunt u zonder vergunning het pand schilderen. Het gaat dan om regulier onderhoud waarbij het pand in exact dezelfde kleuren wordt overgeschilderd én waarbij in het verleden vergunning moet zijn verleend voor die kleuren. Een vergunning voor het wijzigen van het uiterlijk is wel nodig als u de kleuren wijzigt. Dit is een vergunning die los staat van de omgevingsvergunning.. Procedure Voor monumentenpanden is dit geregeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening. Voor andere panden heeft u toestemming nodig op grond van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon. LET OP: Voor monumenten en beeldbepalende panden kan wellicht een goedkope lening dan wel provinciale subsidie worden verstrekt. Voor het wijzigen van kleuren heeft de gemeente een aanvraagformulier ontwikkeld, waarmee u eenvoudig vooraf toestemming kunt vragen voor kleurwijzigingen. Bij een aanvraag moet u kleurenfoto‟s van alle gevels van de huidige situatie indienen. Uw aanvraag wordt om advies voorgelegd aan de welstands- en/of monumentencommissie. In beginsel wordt binnen 3 weken na ontvangst hierop beslist. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, Team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

5.

BRANDVEILIGHEID

Omdat de gevolgen van een brand zeer ingrijpend kunnen zijn, is een goede brandveiligheid van groot belang. Dit geldt in het bijzonder voor gebouwen met een verhoogd risico of waarvoor bij brand de gevolgen bovenmatig ernstig kunnen zijn, zoals horecabedrijven. Omgevingsvergunning voor het brandveilig gebruik/ gebruiksmelding In onderstaande gevallen moet u een omgevingsvergunning – brandveilig gebruik (gebruiksvergunning) aanvragen of moet u een melding brandveilig gebruik (gebruiksmelding) doen4. U bent omgevingsvergunningplichtig als u: - aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf verschaft of gaat verschaffen. - aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan tien lichamelijk of verstandelijk gehandicapten dagverblijf verschaft of gaat verschaffen; U bent meldingplichtig als: - in uw pand meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn; - een woonfunctie in gebruik heeft of gaat nemen voor kamerverhuur (meer dan vier personen); - als u een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in artikel 1.4 eerste lid van het Gebruiksbesluit heeft toegepast of wilt toepassen

4

Respectievelijk op grond van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en op grond van par. 2.12 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

23

Zoals uit bovenstaande blijkt, moet bij de meest risicovolle vormen van gebruik een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid preventief (voorafgaand aan het gebruik) de brandveiligheid te beoordelen. Het pand mag pas worden gebruikt als de omgevingsvergunning – brandveilig gebruik is afgegeven. Bij de overige (bovenstaande) vormen van gebruik geldt dat het gebruik slechts gemeld hoeft te worden. Procedure Zowel voor de aanvraag omgevingsvergunning als voor de gebruiksmelding geldt dat deze voorafgaand aan het gebruik (respectievelijk 26 en 4 weken) ingediend dienen te zijn. Het is tenslotte verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning of een gebruiksmelding een pand te gebruiken. U kunt zowel de omgevingsvergunning als de gebruiksmelding indienen via www.omgevingsloketonline.nl. Bij het aanvraagformulier dienen diverse bescheiden toegevoegd te worden. Informatie hierover vindt u op www.omgevingsloket.nl of in het aanvraagformulier. Leges Het doen van een gebruiksmelding is kosteloos. Aan de omgevingsvergunning zijn wel kosten (leges) verbonden. De legeskosten zijn afhankelijk van de vloeroppervlakte. Daarom is het niet mogelijk een standaardbedrag te noemen. De hiermee gemoeide bedragen staan in de gemeentelijke legesverordening welke is in te vinden op www.zutphen.nl. Overgangsbepaling De verleende gebruiksvergunningen voor die panden die na 1 november 2008 meldingplichtig zijn geworden, worden sinds die datum als gebruiksmelding beschouwd. Brandveiligheid Voor alle gebouwen, dus ook de niet vergunning- of meldingplichtige, geldt dat zij aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit moeten voldoen. Het voldoen aan deze regelgeving is primair de verantwoordelijkheid van de eigenaar en gebruiker van het pand. Het is verstandig, en in het belang van uw gasten, regelmatig te controleren of u aan de regelgeving voldoet. Brandveiligheid eindigt tenslotte niet bij de afgifte van de vergunning of het doen van de melding, maar begint dan eigenlijk pas. Informatie www.zutphen.nl www.antwoordvoorbedrijven.nl www.infopuntbrandveiligheid.nl www.brandweer.nl www.khn.nl Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575

6.

MILIEUMELDING OF OMGEVINGSVERGUNNING MILIEU

Beleid Horecabedrijven zijn te verdelen in omgevingsvergunningplichtige en meldingplichtige bedrijven. De meeste horecabedrijven zijn meldingplichtig. Deze bedrijven hoeven geen omgevingsvergunning aan te vragen, maar hoeven zich alleen te melden. De milieuvoorschriften waaraan een meldingplichtig horecabedrijf zich moet houden, staan in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (ook wel „Barim‟ of „Activiteitenbesluit‟ genoemd) en de bijbehorende Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Tot 1 januari 2008 gold het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Dat besluit is nu vervangen door het Barim en de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

24

Sommige horecabedrijven zijn omgevingsvergunningplichtig (bijvoorbeeld als er wordt geschoten met vuurwapens, als er in de open lucht wordt geschoten met lucht- of gasdrukwapens of als er meer dan 500.000 bezoekers per jaar zijn). Deze bedrijven moeten een milieuvergunning aanvragen op grond van de Wet milieubeheer. Omgevingsvergunningplichtige bedrijven moeten zich houden aan de voorschriften van de omgevingsvergunning èn aan een deel van de voorschriften van het Barim en de regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Milieuvoorschriften hebben onder andere betrekking op geluid, geur, energie, bodem, afval, afvalwater en veiligheid. Procedure Om eenvoudig te kunnen bepalen of uw bedrijf omgevingsvergunningplichtig, meldingsplichtig bedrijf of geen van beide is, kunt u de vragenlijst invullen van de „Activiteitenbesluit.Internet Module‟ (AIM) via http://aim.vrom.nl Meldingplichtige horecabedrijven Als uw bedrijf meldingplichtig is, moet u uw bedrijf uiterlijk vier weken vóór het oprichten ervan melden bij de gemeente Zutphen. Hiervoor moet u het meldingsformulier op http://aim.vrom.nl invullen. De ingevulde melding wordt automatisch doorgestuurd naar de gemeente Zutphen. De bijlagen bij de melding (zoals een plattegrondtekening van uw bedrijf) moet u zelf opsturen naar de gemeente. Afhankelijk van het geluidsniveau van muziek in enig vertrek, de buitenlucht of een open terrein kan het noodzakelijk zijn dat u een akoestisch onderzoek laat uitvoeren. Bij het invullen van het digitale meldingsformulier, krijgt u automatisch te zien of u al dan niet een akoestisch onderzoek moet laten uitvoeren. Nadat u de melding heeft ingediend, wordt deze door de gemeente beoordeeld en gepubliceerd. Omgevingsvergunningplichtige horecabedrijven Als uw horecabedrijf omgevingsvergunningplichtig is, moet u uiterlijk zes maanden vóór het oprichten van uw horecabedrijf een omgevingsvergunning aanvragen bij het college van burgemeester en wethouders van Zutphen. Het aanvragen kan via www.omgevingsloketonline.nl Het is raadzaam om het aanvraagformulier vóór het invullen ervan, te bespreken met een vergunningverlener op het gebied van milieu van dat Team. Na ontvangst van uw complete vergunningaanvraag wordt de vergunningprocedure gestart. De vergunningverlener kan u uitleggen uit welke stappen die procedure bestaat. Binnen zes maanden na ontvangst van uw aanvraag wordt op de aanvraag beslist; er wordt een omgevingsvergunning verleend of geweigerd. Als voor uw bedrijf ook een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, dan moet deze in één aanvraag omgevingsvergunning met de activiteit milieu worden ingediend. Een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is locatiegebonden (adresgebonden). Dit betekent dat als u een vergunningplichtig bedrijf overneemt, u ook meteen de vergunning overneemt. Milieucontroles Alle horecabedrijven worden opgenomen in een controleprogramma en worden regelmatig gecontroleerd op de naleving van de milieuvoorschriften. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.


25

Het plaatsen van installaties buiten het gebouw (zoals een airco) De gemeente ontvangt regelmatig klachten over geluidsoverlast afkomstig van airco‟s, afzuiginstallaties en ventilatoren die op daken of aan gevels worden geplaatst. Ook voor deze installaties gelden de geluidsnormen die in de milieuregelgeving zijn opgenomen. Voordat tot plaatsing wordt overgegaan, adviseren wij dan ook om van de leverancier van deze installaties de akoestische gegevens (brongegevens) op te vragen. Verder zal met deze gegevens nog een geluidsberekening nodig zijn om de geluidsbelasting op de gevel van de dichtstbijzijnde woning te bepalen. Is deze belasting hoger dan de geluidsnormen die in de milieuregelgeving zijn opgenomen, dan zal de installatie niet geplaatst kunnen worden of zal deze dusdanig moeten worden geïsoleerd/aangepast dat wel aan de normen kan worden voldaan. Wij adviseren u ook na plaatsing van de installatie de geluidsbelasting te meten om er zeker van te zijn dat de installatie daadwerkelijk aan de geluidsnormen voldoet. Indien dit niet het geval is dan kunt u altijd nog met de leverancier afspraken maken om extra isolatie toe te passen dan wel een stiller type installatie te plaatsen. De voorgestelde werkwijze levert de minste problemen op. Indien u de installatie plaatst zonder dat de geluidsbelasting bekend is, loopt u het risico dat de installatie bij geconstateerde overtreding van de geluidsnormen alsnog moet worden verwijderd dan wel geïsoleerd. Deze problemen kunt u beter in overleg met de leverancier van de installatie in een vroeg stadium voorkomen. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575. 7.

GELUID

Beleid Voor horecabedrijven gelden bepaalde geluidsnormen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur), de avondperiode (19.00 uur tot 23.00 uur) en de nachtperiode (23.00 uur en 07.00 uur). De normen voor de nachtperiode zijn het strengst. Burgemeester en wethouders kunnen maximaal tien dagen per kalenderjaar aanwijzen waarop deze geluidsvoorschriften niet gelden ten behoeve van collectieve festiviteiten. Dit geldt overigens voor Zutphen en Warnsveld afzonderlijk. Daarnaast is het per horecabedrijf toegestaan om maximaal twee festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsvoorschriften niet van toepassing zijn. Dit betekent overigens niet dat dan onbeperkt geluid gemaakt mag worden. Er wordt ontheffing verleend, waarin een tijdelijke, ruimere, geluidnorm is opgenomen. Procedure Burgemeester en wethouders wijzen, na overleg met een vertegenwoordiging van de horecaondernemers, aan het begin van een nieuw kalenderjaar maximaal tien dagen aan waarop de geluidsvoorschriften niet gelden. Dit zullen voornamelijk dagen zijn waarop er evenementen plaatsvinden. Gelijktijdig met de publicatie van de evenementenkalender, worden deze dagen bekendgemaakt. Als u voor een festiviteit in uw horecabedrijf ruimere geluidnormen wilt hebben, dan moet u hiervoor tenminste twee weken vóór de festiviteit melding doen bij het college van burgemeester en wethouders. Dit kan voor de binnenstad van Zutphen en het centrum van Warnsveld voor maximaal vier keer per jaar, en voor de overige gebieden maximaal twee keer per jaar; in art. 4:1 van de APV staan de gebiedsomschrijvingen van “binnenstad Zutphen” en “centrum Warnsveld”. U bent in dit soort situaties gehouden aan de geluidsnormen zoals vermeld in art. 4:3 van de APV. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

26

Informatie Standaard geluidsnormen in horecabedrijven Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575. Afwijking van de geluidsnormen ten behoeve van festiviteiten Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

8.

ROKEN

Sinds 1 juli 2008 zijn zowel horeca als sport, kunst en cultuur rookvrij. Ook coffeeshops, ijssalons, snackbars en sociëteiten dienen rookvrij te zijn. Meer informatie is te lezen op de website van de Voedsel en Waren Autoriteit www.vwa.nl. Handhaving Zie hoofdstuk 4 § 2: controles Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).

9.

COFFEESHOPS

Beleid Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waar de handel in en het gebruik van softdrugs wordt toegestaan. Deze toestemming wordt verleend door het verstrekken van een gedoogbeschikking. In Zutphen worden maximaal drie gedoogbeschikkingen verleend. Het gedogen van de verkoop van softdrugs geschiedt onder strikte voorwaarden. Het Openbaar Ministerie heeft de zogenoemde AHOJG-criteria geformuleerd: geen Affichering, geen Harddrugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jeugdigen en geen toegang van jeugdigen tot een coffeeshop (strikte leeftijdsgrens van 18 jaar) en geen verkoop van Grote hoeveelheden (maximaal 5 gram per transactie). Verder is in het Zutphense coffeeshopbeleid omschreven aan welke criteria de vestiging van een coffeeshop wordt getoetst en welke eisen worden gesteld aan de exploitant. Zie voor meer informatie: de notitie Het Zutphens coffeeshopbeleid nader bekeken, 1997. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Omgeving, telefoon 14 0575.

10.

PORTIERS

Beleid In beginsel mag een horecaondernemer zelf bepalen of hij gebruik maakt van portiers. Als een horecabedrijf werkt met één of meerdere portiers, moet(en) deze voldoen aan de Wet op de Particuliere Beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De horecaondernemer die gebruik maakt van portiers moet dit bovendien melden bij de afdeling Bijzondere Wetten van de politie. Er zijn 3 manieren om aan de wet te voldoen: 1. zelf een beveiligingsvergunning aanvragen; 2. portiers betrekken van een particulier beveiligingsbedrijf met een vergunning; 3. portiers betrekken van een stichting die over de vergunning beschikt.


27

Bovengenoemde wetgeving stelt dat particuliere bedrijven die beveiligingswerkzaamheden verrichten, moeten voldoen aan de eisen die op grond van de weten regelgeving aan beveiligers wordt gesteld. Dit betekent dat het regime van de wet geldt voor portiers die beveiligingswerkzaamheden verrichten. Aan een vergunning voor het oprichten van een beveiligingsbedrijf zijn kosten verbonden. Eisen aan horecaportiers (op grond van de Wet op de Particuliere Beveiligingsorganisaties): -

-

horecaportiers moeten gescreend worden door de politie; portiers mogen de laatste 4 jaar niet veroordeeld zijn voor een misdrijf waarbij een geldboete werd opgelegd en mogen de laatste 8 jaar niet zijn veroordeeld voor een misdrijf waarvoor een gevangenisstraf werd opgelegd. Voor de exacte criteria kunt u terecht bij de Regiopolitie; de portiers moeten een legitimatiebewijs dragen; portiers moeten beschikken over het diploma Horecaportier of het diploma Algemeen Beveiligingsmedewerker.

Beperkte vergunning Reguliere beveilingsbedrijven beschikken over een beveiligingsvergunning en hun medewerkers beschikken over het diploma Algemeen Beveiligingsmedewerker. Voor de horecabeveiliging is een zogenaamde beperkte vergunning ontwikkeld, met daaraan gekoppeld een speciaal diploma Horecaportier. Bedrijven die in het bezit zijn van deze vergunning, mogen beveiligingswerkzaamheden verrichten in de horeca. Informatie Politie district IJsselstreek, afdeling Bijzondere Wetten, telefoon 0900-8844.

11.

RECLAME

Beleid Sinds 1998 worden aan handelsreclames in de binnenstad strenge eisen gesteld. Reclame kan bestaan uit: opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, naamsaanduidingen enzovoort. Ook vlaggen en andere voorwerpen kunnen vallen onder de definitie van reclame. Het maken van reclame op een pand of op een onroerende zaak die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is, is omgevingsvergunningplichtig. Dit geldt ook voor reclame binnen in het pand, die ten doel heeft om handelsreclame te maken die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. Op verschillende gebieden van de stad, zoals de binnenstad, buitengebied, bedrijventerreinen of woonwijken, zijn verschillende voorwaarden van toepassing. Procedure De aanvraag om een omgevingsvergunning moet bij de gemeente [burgemeester en wethouders] worden ingediend via www.omgevingsloketonline.nl. Bij de aanvraag moet u (in 2-voud) de volgende stukken overleggen: - situatietekening (schaal 1:500 of 1:1000) - een omschrijving van hetgeen waarvoor vergunning wordt aangevraagd (opgave van afmetingen, de materialen en de kleuren) - geveltekeningen bestaande en nieuwe situatie (schaal 1:100) - detailtekeningen (schaal 1:10) die verband houden met het uiterlijk - foto‟s (minimaal 9 x 12 cm) die voldoende duidelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag.


28

Uw aanvraag wordt getoetst aan de nadere regels behorende bij de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon en vervolgens ter advisering voorgelegd aan de Welstandscommissie en als het pand gelegen is binnen het beschermd stadsgezicht, tevens aan de Monumentencommissie. In beginsel wordt binnen 10 weken na ontvangst van uw complete aanvraag daarop beslist. Op deze regel geldt de volgende uitzondering; als u bij uw aanvraag nog niet alle vereiste stukken heeft meegestuurd en u de gelegenheid krijgt deze stukken alsnog aan te leveren, wordt de beslistermijn onderbroken. Leges De legeskosten voor het aanvragen van een vergunning om handelsreclame te mogen voeren staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld; zie www.zutphen.nl. Informatie Zie voor meer informatie: folder Verordening op het Stads- en Landschapsschoon of www.zutphen.nl. Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Loket, telefoon 14 0575.

12.

RECLAMEBELASTING

In de binnenstad van Zutphen wordt reclamebelasting geheven over openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Zutphen beheert de opbrengsten daaruit en stelt jaarlijks een begroting met actviteitenplan op ter promotie van de binnenstad. De reclamebelasting binnenstad wordt geheven in het gebied dat wordt begrensd door : IJsselkade, Stationsplein, Isendoornstraat tot kruispunt Berkelsingel dan linksaf, Berkelsingel tot kruispunt Coehoornsingel dan rechtsaf Coehoornsingel, Graag Ottosingel tot kruispunt met Spitaalstraat, Spitaalstraat tot kruispunt met Martinetsingel dan linksaf, Martinetsingel, IJsselkade. Van de buitengrens van dit gebied behoren beide zijden van genoemde straten tot het gebied. Informatie Meer informatie over de reclamebelasting vindt u in de verordening reclamebelasting binnenstad Zutphen, via www.overheid.nl (zoeken onder “postcode 7201” en o.v.v. “verordening reclamebelasting binnenstad”). Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Zutphen, www.sobz.info. Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Personen, Bedrijven, Instellingen, telefoon 14 0575.

13.

SPEELAUTOMATENVERGUNNING

Beleid Per horecabedrijf mogen maximaal twee speelautomaten geplaatst worden. Speelautomaten worden onderscheiden in: behendigheidsautomaten en kansspelautomaten. Een behendigheidsautomaat is een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en waarbij het spelproces door de speler kan worden beïnvloed. Alle andere speelautomaten worden kansspelautomaat genoemd. In laagdrempelige inrichtingen (horecazaken waar de mensen niet in de eerste plaats komen voor het nuttigen van alcoholhoudende drank) mogen maximaal twee behendigheidsautomaten geplaatst worden. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

29

Een voorbeeld van een dergelijke inrichting is een cafetaria of een sportkantine. In hoogdrempelige inrichtingen (bijvoorbeeld een café of restaurant) mogen maximaal twee speelautomaten geplaatst worden. Hierbij zijn de volgende combinaties mogelijk: twee kansspelautomaten, één kansspelautomaat en één behendigheidsautomaat of twee behendigheidsautomaten. Voor behendigheidsautomaten hoeft u geen vergunning (meer) aan te vragen bij de gemeente. Procedure De aanvraag om een vergunning moet bij de gemeente [burgemeester] worden ingediend via een speciaal daarvoor bestemd aanvraagformulier. Dat aanvraagformulier is verkrijgbaar bij de exploitant van de speelautomaten. Het formulier moet zowel door u als door de exploitant ondertekend worden. Leges De legeskosten voor het plaatsen van speelautomaten staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Loket, telefoon 14 0575.

14.

PARKEERVERGUNNING

Beleid Zakelijk belanghebbenden (bedrijven in het centrum) kunnen een parkeervergunning aanvragen. Door de zakelijk belanghebbenden moet aangetoond worden dat het in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren. Voor woon-werk verkeer worden geen zakelijke vergunningen verstrekt. Het aantal parkeervergunningen is afhankelijk van het aantal medewerkers. Voor bedrijven met maximaal 10 werknemers kan één parkeervergunning worden verleend. Bedrijven met minimaal 10 en maximaal 20 werknemers hebben recht op twee vergunningen. Drie vergunningen zijn beschikbaar voor bedrijven met meer dan 20 werknemers. Procedure De aanvraag om een parkeervergunning moet schriftelijk bij de gemeente (het college van burgemeester en wethouders) worden ingediend. Een aanvraagformulier kunt u telefonisch aanvragen, afhalen op het gemeentehuis of downloaden via www.zutphen.nl. Na ontvangst van het aanvraagformulier wordt dit zo spoedig mogelijk beoordeeld. Als de vergunning verleend kan worden, wordt een beschikking gemaakt en aan u toegezonden. U ontvangt tegelijkertijd de parkeervergunning. In de beschikking is aangegeven wat de kosten van de parkeervergunning zijn en op welke wijze deze betaald dient te worden. Ook in het geval van een afwijzing ontvangt u een beschikking. Leges De legeskosten voor een parkeervergunning staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Alternatief Op beperkte schaal worden parkeerabonnementen uitgegeven. Met een parkeerabonnement kan geparkeerd worden op een betaalde parkeerplaats zonder dat daarvoor op het moment van parkeren Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

30

betaald hoeft te worden. Hiervoor zijn een aantal locaties aangewezen. Voor iedere locatie geldt een maximum aantal uit te geven abonnementen. Als het maximum aantal uitgegeven abonnementen is verstrekt, kunnen aanvragen op de wachtlijst geplaatst worden. Deze wachtlijst wordt per locatie bijgehouden. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst afgehandeld. Een aanvraagformulier alsmede een overzicht van de locaties en de daaraan gekoppelde tarieven kan telefonisch aangevraagd worden of downloaden op www.zutphen.nl. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.

15.

ONTZEGGING TOEGANG

Bezoekers die zich misdragen kan de toegang worden ontzegd op grond van huisvredebreuk. De juridische basis daarvoor is artikel 138 Wetboek van Strafrecht. Ontzegging toegang via het convenant Veilig Uit In 2006 is door Koninklijke Horeca Nederland (KHN) afdeling Zutphen, gemeente Zutphen, politie en Openbaar Ministerie een nieuw convenant Veilig Uit gesloten. De algemene doelstelling van Veilig Uit luidt: “verbetering van de veiligheid van het uitgaansgebied in Zutphen, alsmede de uitstraling naar de rest van de binnenstad en de uitgaansroutes”. Meer informatie over Veilig Uit staat in H 4§ 3. Via Veilig Uit is het voor de aangesloten horecabedrijven mogelijk om niet alleen individuele, maar ook collectieve horecaontzegginggen op te leggen aan personen. Individuele horecaontzegging (IHO) Bij een IHO legt één deelnemer een toegangsverbod op aan de overtreder van bijvoorbeeld de huisregels voor de betreffende horecagelegenheid. Het toegangsverbod voor horecagelegenheden is gebaseerd op artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht. De deelnemer vult hiertoe een formulier “ontzegging toegang horecabedrijf” in, inclusief vermelding van de reden om de toegang te ontzeggen, en levert deze bij de politie in. Zodra een persoon met een IHO toch de betreffende horecagelegenheid binnenkomt, kan de bewuste deelnemer aangifte doen van huisvredebreuk. De politie houdt de betrokkene dan aan en stelt proces verbaal op. Met het Openbaar Ministerie zijn afspraken gemaakt dat een aangifte van huisvredebreuk in het kader van het project Veilig Uit word voorzien van een strafrechtelijke interventie. Collectieve horecaontzegging (CHO) Bij de CHO (lees: toegangsverbod) slaan de deelnemers de handen ineen, om gezamenlijk overlastgevers uit hun bedrijven te weren. Het toegangsverbod voor horecagelegenheden is ook hier gebaseerd op artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht. Als een deelnemer de overlastgever een CHO heeft opgelegd, dan geldt deze ontzegging ook meteen voor alle andere deelnemende horecabedrijven. In het kader van Veilig Uit worden foto‟s of andere kenmerken van mensen die geweigerd worden in de horeca via een beveiligde website verspreid. Deze website is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het project en de politie. Procedure Voor het ontzeggen van de toegang is een speciaal formulier beschikbaar. Horecabedrijven die deelnemen aan Veilig Uit kunnen dit formulier downloaden via de site www.khn.nl afdeling Zutphen. Informatie Politie team Zutphen, wijkagent wijk Centrum De Hoven, telefoon 0900 - 8844.


31

16.

EVENEMENTEN

Beleid In Zutphen worden verschillende grote en minder grote evenementen georganiseerd. Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt in Gemeentenieuws de evenementenkalender gepubliceerd. Indien u mee wilt doen aan zo‟n evenement (bijvoorbeeld het plaatsen van een tap op straat of het laten optreden van een band op straat), moet u zich tijdig melden bij de organisator van het evenement. Deze vraagt dan een verzamelvergunning aan. Een evenement is een activiteit die voor publiek toegankelijk is. Voor de organisatie van een evenement in welke vorm dan ook, heeft u een vergunning nodig. Het maakt dus niet uit of het evenement binnen wordt gehouden of in de open lucht, of dat het wel of niet op eigen terrein plaatsvindt. Indien u zelf een activiteit organiseert dan moet u zelf een vergunning aanvragen bij de gemeente. Meer informatie over het evenementenbeleid staat in de notitie “Herziening evenementenbeleid Gemeente Zutphen” (2006). Procedure Deelname aan grote evenementen: U moet de deelname van uw bedrijf tijdig aanmelden bij de organisator die vermeld staat in de evenementenkalender. De organisator moet de aanvraag minimaal 12 weken vóór het evenement indienen. Zelf activiteit organiseren: U dient een evenement vóór 1 december aan te melden voor de evenementenkalender. Aan de hand van de aanmeldingen wordt een evenementenkalender opgesteld. De organisatoren die op de evenementenkalender worden opgenomen, krijgen een aanvraagformulier toegezonden. Dit formulier moet uiterlijk twaalf weken vóór het evenement worden ingediend. In het aanvraagformulier staat welke gegevens u moet aanleveren. Organiseert u een evenement in een gebouw voor meer dan vijftig personen, dan moet u een gebruiksmelding doen. U kunt de gebruiksmelding indienen via www.omgevingsloketonline.nl. Organiseert u een evenement voor meer dan vijftig personen in een tijdelijk gebouw, zoals een (circusof feest)tent? Dan heeft u een „vergunning brandveilig gebruik tijdelijk onderkomen‟ nodig. De aanvraag hiervoor kunt u via het aanvraagformulier evenementen doen. Kosten De legeskosten voor het aanvragen van een evenementenvergunning, een vergunning gebruik tijdelijk onderkomen en het plaatsen van een tap op straat staan vermeld in de tarieventabel van de “Legesverordening” die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Voor evenementen kan tevens een waarborgsom gevraagd worden, die teruggestort wordt wanneer het terrein schoon en onbeschadigd opgeleverd wordt. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, team Vergunningen & Handhaving, telefoon 14 0575.


32

4. Handhaving en overlastbestrijding 1.

HANDHAVINGSARRANGEMENT

Omdat het belangrijk is dat voor iedereen duidelijk is wat er gebeurt bij overtreding van de regels, hebben de gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie als uitvloeisel van het project Veilig Uit een zogenaamd Handhavingsarrangement Horeca Zutphen vastgesteld. Daarin staat precies beschreven welke actie/sanctie er bij welke overtreding volgt. Samenvattend geldt de volgende werkwijze: -

Uitoefenen van een meldingplichtige of vergunningplichtige activiteit zonder vergunning (bijvoorbeeld uitoefenen horecabedrijf) of overtreding van brandveiligheidsvoorschriften waardoor acuut gevaar ontstaat: Gemeente past bestuursdwang toe (opleggen dwangsom/sluiting/intrekken vergunning) en politie maakt proces-verbaal op t.b.v. Openbaar Ministerie.

-

Handelen in afwijking van een verleende vergunning: Gemeente stuurt waarschuwingsbrief en kondigt toepassing bestuursdwang (opleggen dwangsom/sluiting/intrekken vergunning) aan als overtreding herhaald wordt. Bij een aantal overtredingen wordt daarbij door de politie direct proces-verbaal opgemaakt. Dit geldt bijvoorbeeld bij: schenken van alcoholische drank aan personen onder de 16 jaar, schenken van sterk-alcoholische drank aan personen onder de 18 jaar, toelaten van personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren, overtreding sluitingstijden.

- Bij herhaling van de overtreding na waarschuwing past de gemeente bestuursdwang toe en maakt de politie tevens proces-verbaal op t.b.v. Openbaar Ministerie. Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, Team Vergunningen en Handhaving, telefoon 14 0575.

2.

CONTROLES VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT (VWA)

Pilot toezicht Dranken Horecawet In 2008 en 2009 hebben 38 gemeenten, verdeeld over 15 pilotgebieden, deelgenomen aan de Pilot toezicht Dranken Horecawet (DHW). In het voorstel tot wijziging van de Dranken Horecawet stelt het kabinet voor het toezicht op drankverstrekkende inrichtingen over te dragen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) naar gemeenten. Het wetsvoorstel ligt op dit moment ter behandeling bij het Parlement. Roken De VWA ziet toe op de naleving van de Tabakswet en spoort strafbare feiten op. Vanaf 1 juli 2008 ziet de VWA ook toe op de naleving van de rookvrije horeca, sport en kunst/cultuur. Om goed toezicht te kunnen houden op de naleving van de Tabakswet komen controleurs van de VWA onaangekondigd langs om te controleren of iedereen zich aan de regels houdt. De controleur heeft op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht en de Tabakswet de bevoegdheid om iedere ruimte te inspecteren en kan dus niet geweigerd worden. De controleur van de VWA heeft altijd een legitimatiebewijs bij zich.


33

3.

PROJECT VEILIG UIT

Uitgaansgebieden zijn vaak de visitekaartjes van een stad. Als daar een prettige sfeer heerst en het is er veilig, dan heeft dat een positieve uitwerking op een groot gebied. Omdat gebleken is dat dit een te zware taak en verantwoordelijkheid is om aan één partij over te laten, is structurele samenwerking nodig van alle betrokken partijen. Daarom werken sinds 1999 samen: - Koninklijke Horeca Nederland afd. Zutphen; - politieregio Noord- en Oostgelderland district IJsselstreek; - Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Zutphen; - gemeente Zutphen. Om deze samenwerking te stimuleren en te ondersteunen is onder de vlag van de Stichting Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing, het instrument 'kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan' (KVU) ontwikkeld. Daarin wordt onder meer beschreven hoe de partijen samenwerken, welke maatregelen ze nemen en hoe deze worden uitgevoerd. Genoemde partijen hebben een projectgroep geformeerd die vier keer per jaar bijeenkomt en concrete afspraken maakt over de verbetering van de veiligheid en leefbaarheid in en rond horecabedrijven in het centrum van Zutphen. Samengevat gaat het in Veilig Uit om maatregelen die kunnen worden ondergebracht in: 1. bevorderen samenwerken betrokken partijen; 2. verblijfsontzeggingen; 3. toezicht / surveillance; 4. afhandeling van delicten; 5. controle op leeftijd bij alcoholverstrekking. Informatie Koninklijke Horeca Nederland, afd. Zutphen, de heer A. Menkveld, telefoon 06 51 99 04 99. Politie team Zutphen: wijkagent wijk Centrum De Hoven, 0900 – 8844.

4.

ALCOHOLMATIGNG

Project Alcoholmatiging onder jongeren De gemeente wil het alcoholgebruik onder jongeren terugdringen. Sinds 2008 bestaat het project „Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek‟. Het is een samenwerkingsproject van de gemeenten uit de regio Stedendriehoek en de GGD, Tactus Verslavingszorg, Politie en Halt. Het kent activiteiten voor jongeren zelf, ouders, onderwijs, jeugd- en jongerenwerk, maar ook voor horeca en sportverenigingen. Activiteiten en aanbod voor horeca en sportverenigingen: cursus Barcode Vanuit dit project ( i.s.m. „Veilig Uit‟) hebben veel mensen die in de horeca werken, in 2009 de cursus „Barcode‟ gevolgd. Daarin werd op een leuke manier aan barmedewerkers informatie gegeven over het gebruik van drugs en alcohol bij klanten; bijv. Hoe herken je het, hoe werkt het, hoe kan je ermee omgaan? Ook in 2011 kunnen barmedewerkers zich aanmelden voor deze gratis cursus van Tactus Kroegentocht voor ouders. In samenwerking met de horeca is er in het voorjaar van 2010 een informatieve „Kroegentocht voor ouders‟ georganiseerd, waarbij ouders op een leuke manier informatie kregen over de gevolgen van alcoholgebruik voor jongeren, en opvoedingstips. En dankzij de medewerking vanuit de horeca kon deze avond voor ouders worden georganiseerd op locaties waar veel jongeren uitgaan.


34

IVA-instructie voor barvrijwilligers sportverenigingen Sportverenigingen met een kantine waarin alcohol wordt geschonken moeten een alcoholbestuursreglement hebben. Daarin is opgenomen dat barvrijwilligers die alcoholhoudende drank schenken, een instructie moeten krijgen over verantwoord alcoholschenken (IVA: „Instructie Verantwoord Alcoholschenken‟). Op momenten dat er alcohol wordt geschonken hoort er altijd een leidinggevende of een barvrijwilliger met IVA aanwezig te zijn. Vanuit het project Alcoholmatiging kunnen sportverenigingen zich aanmelden voor gratis IVA-trainingen van Tactus voor barvrijwilligers Informatie Gemeente Zutphen, afdeling Klantcontact, Team Personen, Bedrijven, Instellingen, telefoon 14 0575.


35

Bijlage 1

Formulieren

1. Exploitatievergunning horeca voor alcoholschenkende bedrijven (commercieel en paracommercieel) 2. Exploitatievergunning horeca voor alcoholvrije bedrijven 3. Drank- en horecavergunning (horeca) 4. Drank- en horecavergunning (paracommerciële instellingen) 5. Verklaring leidinggevende, bijlage bij aanvraag dranken horecavergunning 6. Bouwvergunning 7. Monumentenvergunning 8. Schilderen pand 9. Brandveiligheid/Gebruiksvergunning 10. Milieuvergunning 11. Meldingsformulier i.h.k.v. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) 12. Handelsreclamevergunning 13. Parasolverankering 14. Ontzegging toegang horecabedrijf


36

Bijlage 2

Nadere regels voor terrassen

Op 29 mei 2006 heeft de raad de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon vastgesteld. Naar aanleiding daarvan heeft het college onder andere regels vastgesteld voor terrassen. Deze nadere regels zijn van algemene strekking en gelden naast de genoemde voorwaarden in de terrasvergunning. NADERE REGELS VOOR TERRASSEN Algemeen 1. Het overdekken van terrassen, anders dan door het plaatsen van zonneschermen en parasols, is niet toegestaan. 2. Partytenten zijn niet toegestaan. 3. Het aanbrengen van vlonders of andere verhogingen op een terras is niet toegestaan. 4. Terrasmeubilair moet verplaatsbaar zijn en mag niet zwaarder zijn dan 25 kilo. Meubilair 1. De op het terras aanwezige stoelen en tafels dienen gemaakt te zijn van kwalitatief hoogwaardig materiaal. Het materiaal moet bestaan uit hout, riet en/of kunststof, eventueel in combinatie met metaal. Goedkoop uitziende en niet-duurzame (kunststof) materialen zijn niet toegestaan. Toegestane kleuren zijn natuurlijke en bedekte kleuren zoals bruin, beige, zwart, antraciet, en aardetinten, allen eventueel in combinatie met metaalkleur. Opvallende cq. schreeuwende kleuren zijn niet toegestaan. 2. Per terrasvergunning is slechts één type stoel of tafel toegestaan. Ook is slechts één kleur toegestaan per soort meubilair. Bij evenementen kan hierop een uitzondering worden gemaakt. 3. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in het eerste en het tweede lid. Zij beoordelen of het meubilair kwalitatief hoogwaardig is en past in het straat- en gevelbeeld. De uitstraling van het terras dient een geheel te vormen met de horecagelegenheid. Tevens dient het terrasmeubilair in relatie tot de buurterrassen niet als storend te worden ervaren. Het toepassen van verschillende materialen en meubilair is toegestaan, mits dezelfde stijl wordt gehanteerd. Terrasschotten 1. Terrasschotten zijn alleen toegestaan in combinatie met tafels en stoelen. 2. Terrasschotten mogen alleen loodrecht op de gevel staan, direct aansluitend aan de gevel en dienen verplaatsbaar te zijn. 3. De op het terras aanwezige terrasschotten mogen maximaal 1,50 meter hoog zijn. Boven de 1,00 meter moeten zij volledig transparant zijn. 4. Op overterrassen is het toegestaan om aan één zijde van het overterras terrasschotten te plaatsen, echter alleen haaks op de gevel. Het is niet toegestaan om terrasschotten evenwijdig aan de gevel te plaatsen. 5. Op de overterrassen is één type (naar vorm, materiaal en afmetingen) terrasschotten toegestaan, dat naar eigen inzicht gekleurd kan worden, zonder toevoeging van handelsreclame. Bloembakken/plantenpotten 1. Bloembakken en plantenpotten zijn alleen op terrassen toegestaan en mogen alleen geplaatst worden in combinatie met tafels en stoelen. De verkeersveiligheid mag niet in gevaar gebracht worden. 2. Bloembakken en plantenpotten die gebruikt worden als terrasscheiding moeten voldoen aan de voorschriften uit artikel 10. 3. De bloembakken en plantenpotten mogen maximaal 100 centimeter hoog zijn, de totale hoogte mag niet hoger zijn dan 200 centimeter. 4. De bloembakken en plantenpotten moeten verplaatsbaar zijn en mogen niet zwaarder zijn dan 25 kilo. 5. Op de bak of pot mag geen handelsreclame zijn aangebracht. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

37

6. De bloembakken en de plantenpotten dienen gemaakt te zijn van kwalitatief hoogwaardig materiaal en te passen in het straat- en gevelbeeld. De uitstraling van de bakken en de potten dient een geheel te vormen met de het overige terras. Parasols 1. Parasols zijn alleen op terrassen toegestaan. 2. Parasols mogen, met uitzondering van de door de gemeente aangebrachte of met toestemming van de gemeente aangebrachte parasolverankering, niet in de grond verankerd zijn, tenzij hiervoor schriftelijk vergunning is verleend door burgemeester en wethouders. 3. Losstaande parasols dienen dagelijks verwijderd te worden. Parasols, die zijn verankerd dienen direct na het terrassenseizoen verwijderd te worden. Parasols op overterrassen moeten tijdens marktdagen verwijderd worden. 4. Parasols dienen gemaakt te zijn van doek en van vlamwerend materiaal, waarbij de onderkant van de volant zich op minimaal 2,20 meter hoogte moet bevinden. 5. Parasols mogen niet buiten het terras uitsteken. 6. Parasols moeten qua afmeting (doorsnede tot maximaal 4,00 meter) en kleurgebruik in harmonie zijn met het terras, de schaal en architectuur van het pand en de omgeving; op overterrassen zijn grotere parasols toegestaan. 7. Handelsreclame op parasols is alleen toegestaan op de volant. Verlichting Indien het terras grenst aan het pand, kunnen burgemeester en wethouders toestemming verlenen voor het aanbrengen van verlichtingsarmatuur op de gevel mits deze in harmonie is met het pand en zijn omgeving. Terrasverwarming Terrasverwarming op een terras of tegen een gevel is niet toegestaan. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Woningwet van toepassing is. Voor ondernemers die vóór 1 februari 2008 een terrasverwarming hebben aangeschaft, geldt een overgangstermijn van 5 jaar. Zonneschermen en markiezen 1. Zonneschermen moeten qua vorm, grootte en kleur worden afgestemd op de schaal en de architectuur van het pand en haar omgeving. 2. Alleen bewegende zonneschermen zijn toegestaan; eigen aan een zonnescherm is immers dat deze een semi-permanent karakter heeft. Een zonnescherm moet dagelijks ingerold kunnen worden. 3. Een zonnescherm moet gemaakt zijn van markiesdoek. Handelsreclame op een zonnescherm is alleen toegestaan op de volant.


38

Bijlage 3

Algemene Toelichting Wet BIBOB

Wat betekent BIBOB? BIBOB staat voor Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. Wat is het doel van deze wet? De Wet BIBOB verruimt de mogelijkheden van bestuursorganen om zich te beschermen tegen het risico dat ze criminele activiteiten faciliteren. Dit is nodig omdat criminele organisaties in sommige gevallen afhankelijk zijn van bestuurlijke beslissingen voor de continuering en afscherming van criminele activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan illegale transporten die met vergunningen worden uitgevoerd en deelname aan bouwprojecten om illegaal opgebouwd vermogen wit te wassen. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en het ontstaan van machtsposities met witgewassen geld. Ook komt het voor dat legale personen of bedrijven overtredingen begaan of misdrijven plegen met gebruikmaking van of ter verkrijging van bepaalde vergunningen of subsidies. Ook om dit incidentele misbruik van overheidsbeslissingen en de nadelige gevolgen hiervan voor bonafide ondernemers te voorkomen, is de Wet BIBOB in het leven geroepen. Op welke branches heeft de Wet BIBOB betrekking? Voor vergunningen kan de wet worden toegepast in de branches horeca, seksinrichtingen, coffeeshops, milieu, bouw, (verkoop van onroerend goed door) woningcorporaties, opiumverloven en transport (personen- en goederenvervoer). Voor subsidies geldt dat in de subsidieregeling zelf moet zijn bepaald dat deze subsidie onder de Wet BIBOB valt. De Wet BIBOB geeft hiervoor geen limitatieve opsomming. Waar bestaan de nieuwe bevoegdheden voor overheidsorganen uit? Artikel 3 van de wet BIBOB stelt bestuursorganen in staat om een vergunning of subsidie te weigeren of in te trekken wanneer er ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor: het benutten van voordelen uit strafbare feiten; het plegen van strafbare feiten; of wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd. Om te kunnen beoordelen of echt sprake is van bovenstaand gevaar, zullen bestuursorganen meer informatie van aanvragers vragen. U merkt dit aan de aanvraagformulieren. De “algemene” aanvraag is toegevoegd aan de reguliere vergunningaanvraag en heeft een paar extra BIBOB vragen om een goede quickscan uit te voeren. Als bij de quickscan nog onduidelijkheden bestaan kan een “uitgebreid” BIBOB aanvraagformulier gebruikt worden. Deze aanvraag bevat meer BIBOB vragen die vooral gaan over de financiering en zeggenschapsstructuur van de onderneming. Dankzij deze gegevens kunnen bestuursorganen beter de betrokken, relevante natuurlijke- en rechtspersonen in kaart te brengen. Als een aanvrager weigert deze BIBOB vragen te beantwoorden, kan dit door het bestuursorgaan opgevat worden als ernstig gevaar. De wet BIBOB maakt het dan mogelijk dat een bestuursorgaan de aanvraag weigert of intrekt. Als een bestuursorgaan zelf voldoende informatie heeft verzameld waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie omschreven in artikel 3 uit de Wet BIBOB, kan het rechtstreeks een beroep doen op dit artikel. Wanneer dit eigen onderzoek toch nog vragen onbeantwoord laat over de integriteit van de aanvrager of diens zakelijke relaties, kan een bestuursorgaan een beroep doen op het landelijke bureau BIBOB. Als het bestuursorgaan inderdaad besluit om advies in te winnen bij bureau BIBOB, zal het de aanvrager hiervan op de hoogte stellen. Bureau BIBOB zal dan verder onderzoek verrichten en een gemotiveerd advies uitbrengen. Op welke voorwaarden verricht Bureau BIBOB onderzoek? Bestuursorganen kunnen zich niet zomaar tot bureau BIBOB wenden. Een onderzoek door dit bureau is een zwaar middel. De integriteit van een individuele natuurlijke- of rechtspersoon wordt immers getoetst door de combinatie van persoonsgegevens afkomstig uit politiële, justitiële en financiële bronnen. Dit is een inbreuk op de privacy. De inschakeling van bureau BIBOB moet dan ook aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste mag het instrument alleen in aanvulling op bestaande instrumenten worden toegepast. Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

39

Ook moet de ernst van het gevaar dat men wil voorkomen, in verhouding staan tot de zwaarte van het BIBOB instrument. Ten slotte dient er een mogelijk verband te zijn tussen het afgeven van de beschikking en de kans dat daarmee het gevreesde gevaar wordt gerealiseerd. Bijvoorbeeld door iemand een dranken horecavergunning af te geven en daarmee het verhandelen van illegale waar mogelijk maken. Deze voorwaarden zijn de basis voor iedere opdracht die bureau BIBOB uitvoert en worden strikt nageleefd. Wat doet bureau BIBOB? Op verzoek van bestuursorganen verricht bureau BIBOB onderzoek naar de integriteit van aanvragers en, in voorkomende gevallen, van diens zakelijke relaties. Nadat een verzoek in behandeling is genomen, zal bureau BIBOB de ter beschikking staande open en gesloten bronnen op systematische wijze bevragen. Hierbij wordt getracht zo min mogelijk inbreuk te maken op de privacy van de betrokkenen. Gegevens omtrent de financiële, justitiële en politiële achtergrond van aanvragers worden dan ook naar relevantie bevraagd en gecombineerd. Het resultaat van dit onderzoek verwoordt bureau BIBOB in een advies aan het bestuursorgaan. Dit advies is niet bindend. Het bestuursorgaan heeft de vrijheid om dit advies integraal of gedeeltelijk op te nemen in haar beschikking of het advies niet te gebruiken dan wel nadere voorwaarden te stellen. Uit welke bronnen kunnen er gegevens over iemand worden opgevraagd? Het advies zal gebaseerd worden op gegevens uit openbare registraties en gegevens die door overheidsinstanties, welke in artikel 27 van de wet BIBOB (of het Besluit BIBOB) zijn vermeld als informatieleverancier, in de uitoefening van hun taak zijn verzameld en vastgelegd in registraties of daaraan verbonden dossierverzamelingen. Verder worden gegevens gebruikt die de aanvrager in het kader van een vergunning- of subsidieverlening heeft geleverd aan het bestuursorgaan. Wat staat er in een BIBOB advies? Een BIBOB advies kan drie uitkomsten hebben: 1. Er is geen gevaar dat de gewenste beschikking wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Het bestuursorgaan verleent de vergunning of subsidie. 2. Er bestaat een mindere mate van gevaar. Het bestuursorgaan kan extra voorwaarden verbinden aan het verlenen van de beschikking. 3. Er is sprake van ernstig gevaar. Het bestuursorgaan kan dan negatief beschikken. Het advies aan het bestuursorgaan is gemotiveerd. Dit wil zeggen dat de geraadpleegde informatiebronnen worden vermeld en dat aangegeven wordt hoe Bureau BIBOB tot de conclusie van het advies is gekomen. Hoe lang gebruikt bureau BIBOB verkregen gegevens n.a.v. een BIBOB onderzoek? Alle gegevens worden twee jaar opgeslagen en kunnen gedurende die periode worden hergebruikt in het kader van een nieuw verzoek om advies. Met dien verstande dat voor de opslag van de hergebruikte geverifieerde gegevens opnieuw de termijn van twee jaar gaat lopen. Het bestuursorgaan kan het BIBOB advies gedurende twee jaar bewaren en hergebruiken. Wie mogen het advies inzien? Het bestuursorgaan, de aanvrager/houder van de vergunning en de subsidieaanvrager- of gerechtigde. De derden die in het advies genoemd worden mogen alleen desgevraagd het onderdeel van het advies inzien dat op hen betrekking heeft. Is de Wet Openbaarheid van Bestuur van toepassing op een BIBOB advies? Hoewel het BIBOB advies als document in beginsel onder het verstrekkingenregime van de WOB valt, zal in de praktijk het openbaar maken van het advies op grond van artikel 10 van de WOB achterwege blijven. Kan ik in beroep gaan tegen een BIBOB advies? Nee. De beroep- en bezwaarprocedure uit de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing op BIBOB adviezen. Wel op de uiteindelijke beschikking van het bestuursorgaan inclusief het BIBOB advies. Overigens maken bestuursorganen vóórdat zij een BIBOB advies aanvragen dit voornemen kenbaar aan de aanvrager/houder (notificatieplicht). Hiertegen staat geen bezwaar open. De aanvrager/houder kan dan besluiten zijn aanvraag in te trekken. Als het bestuursorgaan van plan is om negatief te beschikken naar aanleiding van een BIBOB advies, zal dit voornemen kenbaar moeten Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

40

worden gemaakt aan de aanvrager. Deze krijgt vervolgens de gelegenheid zijn zienswijze kenbaar te maken. Welke invloed heeft een BIBOB advies op de aanvraagtermijn? De bestaande beschikkingstermijn wordt opgeschort op het moment dat een BIBOB verzoek wordt aangevraagd. Bureau BIBOB moet binnen vier weken een advies leveren aan het bestuursorgaan. Het onderzoek van bureau BIBOB kan echter eenmalig met vier weken worden verlengd. De bestaande beschikkingstermijn kan daarom maximaal met 8 weken worden verlengd. Het is mogelijk dat deze termijn nog verder wordt opgeschort indien bureau BIBOB extra informatie van u verlangt. De lengte van de opschorting is afhankelijk van de tijd die het u kost om deze vragen te beantwoorden. Neemt Bureau BIBOB contact met mij op wanneer ik onderwerp van screening ben? Nee. Alle contact omtrent een specifiek onderzoek verloopt via het bestuursorgaan. Dus ook wanneer bureau BIBOB aanvullende informatie verlangt van een aanvrager, zal dit via het bestuursorgaan gecommuniceerd worden. Wat merk ik ervan wanneer er over mij een BIBOB onderzoek wordt ingesteld? Als een bestuursorgaan reden ziet om over u als aanvrager van een vergunning of subsidie een BIBOB advies in te winnen, ontvangt u hierover vóór aanvang van het onderzoek bericht. Tegen dit besluit kunt u niet in beroep gaan. Wanneer bureau BIBOB tijdens het onderzoek aanvullende informatie van u verlangt, zal het bestuursorgaan u dit laten weten. Uw weigering om deze informatie te leveren, biedt het bestuursorgaan voldoende grond om u de gewenste beschikking te weigeren. Na afronding van het onderzoek, verwoordt bureau BIBOB de bevindingen in een advies. Indien het bestuursorgaan op basis van dit advies van plan is om negatief te beschikken, is het verplicht u hier vooraf over te informeren en u te vragen om uw zienswijze te geven (overigens kunt u al eerder, op aanvraag, het advies inzien.) Het bestuursorgaan laat u weten of deze zienswijze de beschikking beïnvloedt. Verdere informatie Voor algemene informatie omtrent de Wet en bureau BIBOB kunt u de website van Bureau BIBOB raadplegen www.bureaubibob.nl / of www.justitie.nl/bibob ). Voor specifieke vragen kunt u zich wenden tot de gemeente.


41

Bijlage 4

Beleidsnotities & informatie

Beleidsnotities 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Notitie Het Zutphens coffeeshopbeleid nader bekeken, 1997 Notitie Het Herziene terrassenbeleid van de gemeente Zutphen, 1998 Notitie Horecavestigingsbeleid gemeente Zutphen, 2002 Notitie Herziening evenementenbeleid Gemeente Zutphen, 2006 Notitie Nieuw terrassenbeleid 2008 Notitie exploitatievergunning Algemene plaatselijke verordening Zutphen (herziening 2010)

Informatie 7. 8. 9. 10. 15.

Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet Nadere regels voor terrassen 2008 Regels voor bouwen en verbouwen Wat gebeurt er met uw aanvraag bouwvergunning? Informatiefolder Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 1998


42

Bijlage 5

Handige adressen

Gemeente Zutphen ‟s Gravenhof 2 Postbus 41 7200 AA Zutphen Telefoon 14 0575 Politie, team Zutphen Houtwal 3, Postbus 618 7300 AP Apeldoorn Telefoon 0900-8844 Brandweer Zutphen G. Doustraat 129 7204 EW Zutphen Telefoon 0575-59 33 00 [email protected] Kamer van Koophandel Veluwe en Twente Stationsstraat 80 7311 MH Apeldoorn Postbus 10282 7301 GG Apeldoorn Telefoon 055 – 57 96 111 [email protected] Evenementencoördinator (gemeente Zutphen) Anneke van Rooy afd. Klantcontact, team Personen, Bedrijven, Instellingen Postbus 41, 7200 AA Zutphen Telefoon 14 0575 [email protected] Horeca diversen Koninklijke Horeca Nederland afdeling Zutphen Anton Menkveld Vaaltstraat 4 7201 DA Zutphen Telefoon 06 51 99 04 99 www.khn.nl SVH Onderwijscentrum Postbus 303 2700 AH Zoetermeer Telefoon 0900-1402 Bedrijfschap Horeca en catering Postbus 121 2700 AC Zoetermeer Telefoon 079-36 80 707 Consulent Koninklijke Horeca Nederland Wim J. Evertse Telefoon 06 53 39 29 27 email: [email protected] Horecawijzer gemeente Zutphen mei 2011

43

Ondernemersverenigingen Zutphen Naam

T.a.v.

Adres

Postcode & plaats

E-mail & telefoon

BOOR (Belangenvereniging Ondernemers op de Revelhorst) Kamion Zutphen

mw N.E.W. van der Ploeg secretaris

Loohorst 12

7207 BM Zutphen

[email protected]

mw M. Logtenberg voorzitter

Wilhelminalaan 7204 AB 31 Zutphen

KHN afd. Zutphen (Koninklijke Horeca Nederland)

dhr A. Menkveld voorzitter

Vaaltstraat 4

7201 DA Zutphen

MKB Zutphen

Troelstralaan 39-43

7204 LC Zutphen

MKB Zutphen Binnenstadsplatform

Secretaris MKB Zutphen dhr J.P. Murray dhr H. Janson voorzitter

Troelstralaan 39-43

7204 LC Zutphen

MKB Zutphen Afdeling Warnsveld

Paul Bombeld secretaris

Dreiumme 55

7232 CN Warnsveld

MKB Zutphen Commissie Commercieel Onroerend goed Zutphen Ondernemersvereniging Laarstraat

Secretaris MKB Zutphen dhr J.P. Murray

Troelstralaan 39-43

7204 LC Zutphen

OVS (Ondernemersvereniging Spittaalstraat) VWKZ (Vereniging Werkgevers Kontakt Zutphen)

0575-54 46 40 [email protected] 06-28 42 99 92 broodjeszaakhollebolle [email protected] 06-51 99 04 99 [email protected] 06 - 20 11 18 41 [email protected] 0575-51 04 06 [email protected] 0575 - 52 75 79 [email protected]

06 - 20 11 18 41 dhr P. van den Heuvel voorzitter dhr G. Beijer voorzitter

Boompjeswal 21

dhr G.J. van de Pol voorzitter

Postbus 181

7201 CL Zutphen

Spittaalstraat 42 7201 EE Zutphen 7200 AD Zutphen

[email protected] 06-33 04 91 19 [email protected] 06-50 83 68 40 [email protected] 0575-51 99 72

Gemeente Zutphen afd. Klantcontact, team PBI mei 2011


44

Horecawijzer Gemeente Zutphen

Recommend Documents