Een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond 19 oktober 2012 - nummer 4 3
INHOUD 2-3
Sprokkels
3
Willem Vermandere
Oma Kristien
4-5
Zoete troost in bange dagen 6 Wie surft laat sporen na
7
Met heel mijn hart welkom
8
Wie jarig is, viert feest: mooie wensen, warme gezelligheid, leuke attenties. Ook mensen die in armoede leven worden ouder, maar hun feest heeft een bittere nasmaak. (Campagnebeeld Welzijnszorg vzw)
Armoede verjaart niet In België leven momenteel 1.600.000 mensen in armoede. Zij vechten dagelijks om de eindjes aan elkaar te knopen en dit vaak al vele jaren lang. Bovendien ligt het risico op een leven in armoede veel hoger bij ouderen dan bij de rest van de bevolking. De gevolgen op latere leeftijd zijn dan ook dramatisch: 1 op 5 ouderen wordt geraakt door armoede. Gemiste kansen op de arbeidsmarkt, ziekte, faillissement of een echtscheiding kunnen mensen de armoede induwen. Op hogere leeftijd uit de armoede geraken, is nog zoveel moeilijker. En een leven in armoede is altijd leven met minder. Een menswaardig pensioen bijvoorbeeld kan het verschil maken tussen een leven in armoede of niet. Je pensioen is namelijk gebaseerd op je arbeidsverleden. Als daar iets is misgelopen, draag je dat je hele leven mee. Je kan je niet meer ’verbeteren’: een andere job, een hoger loon… horen er niet meer bij. België heeft daarenboven één van de laagste pensioenen van Europa en voor vele ouderen is het wettelijk pensioen onvoldoende en niet in verhouding tot de reële levenskosten. Naarmate je ouder wordt nemen ook de extra kosten stilaan toe. Voor wie regelmatig, langdurig of chronisch ziek is, loopt de rekening van doktersbezoeken, ziekenhuisopnames, onderzoeken, revalidatie en geneesmiddelen
hoog op. Een grote groep ouderen loopt daardoor voortdurend een risico op armoede. Zij moeten hopen dat ze gezond blijven of dat er geen onverwachte kosten opduiken, bijvoorbeeld aan hun woning. Om armoede bij ouderen te vermijden, zijn een leefbaar inkomen maar ook betaalbare zorg en een gezonde, veilige woning drie onmisbare elementen. Dit jaar klaagt Welzijnszorg armoede bij ouderen aan en voert ze campagne onder de slogan ’Armoede verjaart niet’. De Gezinsbond ondersteunt deze campagne en strijdt mee tegen dit onrecht. Op de Grootoudersontmoeting van 23 november 2012 maken de GOSA (bestuurs-)leden verder kennis met dit thema en met de ondersteunende actie ’soep op de stoep’. In ruil voor een vrije bijdrage krijgen de bezoekers een dampende beker soep en een eerste idee van hoe de actie in zijn werk gaat. Ook met jouw afdeling of gewest kan je een sterk signaal geven door je te engageren voor een ’soep op de stoep’actie in je buurt en maak je het verschil voor gezinnen die in armoede leven!
Tina Van Eyken
Coördinatie: Ronny De Schuyter Werkten mee aan dit nummer: Ronny De Schuyter, Hannah De Smet, Eddie Niesten, Kristien Rombouts, Tina Van Eyken, Willem Vermandere, Paul en Barbara Verstraete Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Tessa De Ceuninck ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij De Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02-507.89.45,
[email protected]
19 oktober 2012
2 2 / AKTIEF AKTIEF Vivabox voor 50+ Cadeaubonnen, geschenkboxen? De één stapelt ze op tot de vervaldag voorbij is, de ander omarmt ze als een kans om nieuwe dingen uit te proberen of onvermoede plekken te ontdekken. Zopas is er een nieuwe reeks ’vivabox’ op de markt gebracht en 5 lezers kunnen de themabox voor vijftigplussers uitproberen. Ze kunnen kiezen tussen een dagje wellness met zijn tweetjes, eens lekker uit eten, dans-, schilder- en knutselcursussen of interessante boeken… Vivabox ”50+ only” kost net geen 50 euro, meer info via www.vivabox.be .
WIN! Zeg ons waarom je die box verdient en stuur je antwoord voor 31 oktober naar Gezinsbond-GOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected].
Wandelnetwerk ’Meetjeslandse Kreken’ Tussen Brugge en Gent, tot aan de Nederlandse grens, vind je het Meetjesland. De noordkant van de regio, ”waar kreken met populieren praten”, is een uitgesproken stiltegebied met rustgevende landschappen en enkele heel aantrekkelijke dorpskernen. Nergens in OostVlaanderen is de invloed van de zee zo tastbaar aanwezig als in deze groene landbouwstreek. Kleine en ook vaak kilometerslange kreken die lang geleden door de woelige zee werden uitgespoeld, bleven na vele overstromingen als stille getuigen in het landschap achter. Hier schuift Vlaanderen bijna onmerkbaar ZeeuwsVlaanderen binnen. De beste manier om de streek te ontdekken is per fiets of te voet. Voor wie graag de wandelschoenen aantrekt zijn er behoorlijk wat themaroutes ter beschikking en sinds kort ook het wandelnetwerk ’Meetjeslandse Kreken’. Aan de hand van de nieuwe wandelnetwerkkaart en de genummerde knooppunten bepaal je zelf
waar je begint, hoe lang je wandelt, en waar je eindigt. Wandelaars kunnen bovendien vanaf nu met enkele muisklikken hun tocht door het Meetjeslandse Krekengebied uitstippelen (www.toerismemeetjesland.be/wandelrouteplanner). (RDS)
WIN We mogen 10 wandelpakketjes weggeven. Elk pakket bestaat uit een handige knooppuntenkaart en inspiratiegids waarin extra 5 uitgestippelde wandelroutes zijn opgenomen. Vertel ons welke kreek de grootste is van Oost-Vlaanderen. a) Bentillekreek b) Boerekreek c) Oudemanskreek Schrijf of mail naar Gezinsbond-GOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected] met vermelding ’Meetjesland’.
Grootouders uitnodigen bij je thuis, het kan! Je hebt net je eerste kleinkind in je armen gehouden, of je koestert al heel wat grootouderervaring, het blijft boeiend om over je kleinkind te babbelen. Ook de Gezinsbond waardeert die grootouderverhalen! Wij bieden je de kans om zelf een gezellig en leerrijk gesprek over het opgroeien van de kleinkinderen te organiseren. Met een groep grootouders ben je al snel twee uurtjes zoet met vertellen over de kleinste telgen van de familie. De Gezinsbond biedt twee extraatjes. Enerzijds een gespreksbegeleider die naar ieders verhalen en tips luistert en mee opvoedingsvragen beantwoordt. Anderzijds een waardebon van Oxfam-wereldwinkels, goed voor veel lekkers op tafel!
Paul (tekst) en Barbara Verstraete (tekening)
Meer info over Bijtanken voor grootouders vind je op www.gezinsbond.be/bijtanken. Of neem contact op:
[email protected] of tel. 02-507.88.93
19 oktober 2012
AKTIEF / 3 COLUMN / Willem Vermandere
In de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen , op loopafstand van de Grote Markt in Brussel, vind je het Museum der Letteren en Manuscripten van Brussel. Een klein maar voor de liefhebber van geschreven erfgoed uniek museum. De permanente tentoonstelling is georganiseerd rond vijf thema’s (kunst, geschiedenis, wetenschappen, muziek en literatuur) en biedt de bezoeker de kans een blik te werpen op geschriften (annex tekeningen) van eminente dames en heren zoals bijvoorbeeld Paul Gauguin, Pablo Picasso, Isabella van Spanje, Charles Darwin, Sigmund Freud of Marguerite Yourcenar. De permanente tentoonstelling wordt aangevuld met tijdelijke tentoonstellingen. De tentoonstelling ’Hugo Claus en zijn kunstenaarsvrienden’ vindt plaats van 23 oktober tot 11 november 2012. Meer info via www.mlmb.be
WIN Je maakt kans op één van de 10 duotickets voor de tentoonstelling als je ons vertelt met welke Vlaamse schilder uit Machelenaan-de-Leie Hugo Claus jarenlang correspondeerde. Schrijf of mail naar Gezinsbond-GOSA ’Claus’, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected]
Een vraag over je pensioen? 1765 is het nieuwe gratis telefoonnummer langswaar je terechtkan bij de drie pensioeninstellingen (voor werknemers, zelfstandigen en vastbenoemde ambtenaren), ongeacht het stelsel waarin je gewerkt hebt. Vooral voor wie een gemengde loopbaan heeft gehad, is dit goed nieuws. Je hebt ook de mogelijkheid om rechtstreeks in contact te komen met een specifieke dienst aan de hand van de viercijferige code die op de brieven staat die je ontvangt. Weet je niet welke optie je moet kiezen, dan zorgt een medewerker ervoor dat je op de goede dienst belandt. De Pensioenlijn is alle dagen van de week bereikbaar van 9 uur tot 12 uur en van 13 uur tot 17 uur.
Mijn boekenplanken
W
ist ge dat Gabriel Marquez zijn ’Honderd jaar eenzaamheid’ speciaal voor mij geschreven heeft? Misschien ook nog voor enkele miljoenen anderen. Ja, dat zal wel. Dat boek is in mijn leven een mijlpaal, een schitterend antwoord op mijn zeer katholieke jeugd. Dat boek heeft mij bevrijd, zodat ik nu kan glimlachen om al die mirakels van maagdelijke geboortes en opwekkingen uit de dood. Bij Marquez gebeurt er honderd jaar lang op elke bladzijde een fantastisch wonder. ’t Is gelijk dat Picasso zo mooi zei: ”Alle kunst is leugen die ons dicht bij de waarheid brengt”. Ik zal hier geen korte inhoud geven van dat meesterwerk, ge moet het maar zelf lezen. Trouwens, het is best mogelijk dat dat boek u onverschillig laat. ’t Is altijd gevaarlijk om uw eigen idolen aan anderen op te dringen. Er is natuurlijk veel meer dan Marquez. Van Isaac Bashevis Singer heb ik ook heel wat gelezen. Deze Joodse meesterverteller is in 1935 wijselijk uit Polen weggevlucht, om in Amerika voor een Jiddische gazet te gaan schrijven. Met veel weemoed en kinderlijke blijheid heeft hij al zijn herinneringen aan zijn jeugd in Polen weer tot leven geroepen. Hij komt in New York terecht en gaat twijfelen aan die God van zijn kinderjaren. Je zou voor minder, als de waarheid over de uitroeiing van de Joden aan het licht komt. En toch schrijft hij met veel respect over zijn vader die rabbijn was en zijn al even diepgelovige moeder. Singer is duidelijk kind van die dubbele wereld. Moet ik hier echt al de schrijvers gaan opnoemen die diep in mijn ziel zijn doorgedrongen? Zet er dan Gerard Reve ook maar bij. Wat een knettergekke kerel! Wat een taalvirtuoos! Wat een geestigaard! Wat een zinnelijke man! Wat nog allemaal! ”Wat de katholieke kerk ons allemaal wijsmaakt, moet ge ernstig nemen” zegt hij ”maar nooit letterlijk”. Toen ik godsdienstleraar was, jaren geleden, was dat ook al mijn overtuiging. Maar ik kreeg op mijn donder van de pastoor en de inspecteur. Die Jezus en die Mohammed hebben prachtige metaforen uit hun mouw geschud en die zijn in god-weet-welke vertaling geradbraakt tot ons gekomen. Als we die poëtische frasen letterlijk nemen, dan begint de ellende en botsen de culturen! Als we mekaars metaforen niet accepteren, dan krijgen we oorlog. Ik heb de wereld rondgezworven in de reisverhalen van Cees Nooteboom. Ik heb met hem alle omwegen naar Santiago bewandeld. Zoveel verrukkelijke landschappen gezien, zoveel oude kerken en kloosters bezocht, in onooglijk kleine vervallen Spaanse dorpjes gepasseerd waar ”alles is blijven stilstaan behalve de tijd”. Omgedraaid is het ook juist. Jaren geleden las ik de dagboeken van Anaïs Nin. Al die bladzijden liggen sindsdien in een hoekje van mijn ziel te gisten. Eèn zin herinner ik mij nog heel sterk: ”Ik schrijf niet om succes te hebben, niet om het geld, niet om na mijn dood nog wat voort te leven … Ik schrijf om dit leven te verhevigen”. Veel van die schrijvers gaan mijn petje te boven. O ja, ik beken, dat daar op mijn planken heel wat ongelezen boeken staan. In de ”Duivelsverzen”
foto: Jan Verhaeghe
Brussel: Claus en zijn kunstbroeders
en andere romans van Salman Rushdie geraakte ik amper 20 bladzijden ver. Maar zijn essays lezen hou ik vol. Gebundeld in ’Vaderland in de verbeelding’ zijn wij, moderne mensen niet allemaal ’migranten’? We wonen niet meer in het huis waar we geboren zijn, we zijn getrouwd met een meiske uit een ver vreemd dorp, we spreken het dialect van onze ouders niet meer, we verdienen op een heel andere manier onze boterham, die God van onze kinderjaren, daar staan we ook al zo ver van af, we zijn allemaal migranten uit het land van ’vroeger’. Ik durf ook al wel iets te herlezen (word ik misschien oud?). Fernando Pessoa’s ’Boek der rusteloosheid’ bijvoorbeeld, ach, die titel alleen al! Hij houdt zelfs een pleidooi voor een monotoon leven. Dat is durven! Nu heb ik nog niets verteld over al mijn geliefde dichters. Op onze scheurkalender stond vandaag Rainer Maria Rilke’s ’Herfstdag’. ”Heer het is tijd, de zomer was zo rijk. Leg nu uw schaduw op de zonnewijzers en laat de winden op de velden vrij”. Terwijl ik dit overschrijf, waait de eerste herfststorm van het jaar door het dorp. Daarvoor dienen de dichters. Ik heb spijt dat ik deze brief niet begonnen ben met een lofzang op mijn woordenboeken. Ge ziet van hier dat het ”Westvlaams Idioticon” (het oerboek der woordenboeken) van deken De Bo er al tamelijk beduimeld tussen zit. Ook van de woordenverzameling van Gezelle hebben ze later een ferm boek gemaakt: ”Loquela”. ’t Is een beetje een kerkhof vol dode woorden. Gelukkig heb ik Van Dale’s ”Hedendaags Nederlands” binnen handbereik. Soms heb ik hulp nodig van mijn Synoniemen- en Rijmwoordenboek. Soms zit ik hier louter voor het plezier met ”Le petit Robert” op mijn schoot. Ook Engels, Duits en Spaans, het mag zelfs Bargoens zijn. Ik heb boeken vol citaten, sprookjes, mythes en fabels, zalige leugens waar veel waarheid in zit. Ge zult het van mij niet verwachten, maar vlak naast het verzameld werk van Streuvels staat mijn woordenboek van de computertaal. In het koninkrijk der letteren is alles mogelijk. Verschiet niet, maar zelfs met de rijmelarijen van liedjeszangers durven ze nu al een boek maken. Waar gaan we naar toe!?
19 oktober 2012
4 / AKTIEF Gesprek met schrijfster Kristien Hemmerechts
Oma Kristien Een tikje nerveus bel ik aan. De deur gaat open, en dan kijkt dat in Vlaanderen en Nederland wereldberoemde, haast iconische gezicht met donkere ogen, halflange zwarte haren en pony – froufrou zeggen wij – me aan. Kristien Hemmerechts, een van de meest bekende auteurs in ons taalgebied. En verder ook docent, recensent, vrouw, weduwe, ex-vrouw, moeder, stiefmoeder én grootmoeder. Over die laatste rol gaat het vandaag. Hoe is het om oma te zijn? En hoeveel kleinkinderen heeft ze eigenlijk?
K
ristien glimlacht: ”Vijf. Ik ervaar mezelf als oma van vijf kleinkinderen. Oma zijn, is voor mij altijd verbonden met het stiefmoederschap. Ik heb vier kleinkinderen via mijn stiefkinderen, en ik heb een kleinkind via mijn dochter. Het is soms moeilijk uit te leggen aan buitenstaanders dat die kinderen voor mij alle vijf mijn kleinkinderen zijn. Toen mijn dochter een kindje kreeg, stonden ze al klaar, de mensen die hoopten dat ik nu eindelijk zou toegeven dat er een verschil is. Maar voor mij is dat is niet zo, en wat er misschien wel is, is verwaarloosbaar klein. Waarom focussen mensen altijd op dat kleine beetje dat misschien anders is? Mijn dochter is heel belangrijk voor me. En mijn stiefkinderen zijn ook een heel belangrijk stuk van mijn leven. Ik heb al bijna vijfentwintig jaar een stevige band met hen. Het kwetst me als mensen dat wegwuiven. Uiteraard moeten je stiefkinderen wel willen dat je een rol speelt in het leven van hun kind. Ik heb veel geluk, het zijn zulke lieve mensen die veel mensen toelaten in hun leven. Ik hoor ook wel eens dat ze allerlei vrienden en vriendinnen promoveren tot tantes en nonkels. Die openheid vind ik erg prettig. Gesloten gezinnen waar alles binnenskamers blijft, zijn voor mij beangstigend. Misschien is dat een positief neveneffect van nieuw samengestelde ge-
zinnen: er is daar gewoon meer volk. Natuurlijk vraagt het wel wat soepelheid. Kerstmis is bij ons niet één dag, het is een periode, en ergens in die periode vinden we wel een moment om samen te vieren.” ”Noa is de oudste van mijn kleinkinderen, ze is vijf. Morgen ga ik haar van school halen. Ik geniet enorm van de kordate manier waarop ze me rond haar kleine vingertje draait en de baas over me speelt: ’Oma, gaan we een ijsje eten?’ ’Dat is goed, lieveke. Maar ik weet niet waar ze hier ijsjes verkopen.’ ’Op de Groenplaats, oma.’ ’Ah ja, dat is waar. Laten we de tram nemen.’ ’Neen, niet de tram oma. Al dat gekwek! We gaan lopen.’ Dat vind ik zo prettig. Dat kleutertje wil lopen naar de Groenplaats? Oké, dan lopen we. In mijn hoofd is dat zelfs de functie van grootouders: Er zijn, tijd en geduld hebben en hen het initiatief laten nemen. Een beetje zoals een leeuwin kleine leeuwtjes die op en over haar rollen goedmoedig in het oog houdt.”
Kinderen hebben altijd gelijk ”Ik vind het heerlijk om met kinderen te praten: hun frisse ideeën, hun originele manier om naar dingen te kijken. Je moet altijd goed naar kinderen luisteren. Ze hebben
foto’s: Kristof Ghyselinck
altijd gelijk. Ik heb dat ook gemerkt met de vorige generatie. Vaak is het er ’boenk’ op, hoe klein ze ook zijn. Zelfs met hele kleintjes kan je veel interactie hebben. Je ziet soms hoe in zo’n hoofdje dingen worden veroverd. De ontdekking dat je een kastdeur kan open doen. Wham! Die deur open. Wham! Weer toe. Misschien zou je dan moeten zeggen dat dat niet mag. Dat kan ik niet. Want ik vind die ontdekking zo fantastisch voor hen. Ik ben geen verwenoma, zeker niet. Ik vind dat vies, mensen die kinderen materieel buitensporig verwennen. Voor mij is het echte verwennen de aandacht die je hen kan geven. Alle clichés over grootouder zijn, kloppen. Je bent minder met jezelf bezig, minder met geldzorgen, een carrière… al die moeilijk dingen heb je toch een beetje achter jou. Op vakantie in Frankrijk droeg mijn dochter haar dochtertje in een draagdoek. Een oude vrouw stopte bij ons: ’Oh, dat is toch een geschenk van god, een wonder!’ En zo is het. Een baby is hoop.” ”Ik vind het heel belangrijk om kinderen au sérieux te nemen. Er staan hier kinderstoelen. En plots zegt er eentje dat hij op een grote stoel wil zitten. Dan probeer ik dat. Want ik denk bij mezelf dat ik ook niet graag tegen mijn wil in een kinderstoel zou zitten. Ik vind wel dat je afspraken moet maken en dat je je daaraan ook houdt. Dus voeren we bikkelharde onderhandelingen over hoeveel koekjes er mogen gegeten worden of wanneer de televisie op mag. Tijdens de vakantie wilde er eentje de televisie op. Het compromis was dat we het geluid afzetten. En daar zaten we met ons tweetjes te raden naar wat er gebeurde. Kijk, dat doe ik graag.”
Oma’s en opa’s van de eenentwintigste eeuw ”Ik wil echt tijd voor mijn kleinkinderen maken, anders ken je ze niet. Maar ik denk wel eens dat mijn generatie het grootouderschap opnieuw moet uitvinden. De oma’s en opa’s in kinderboeken en op televisie zijn altijd ontzettend oud. En ze hebben nauwelijks een eigen leven. Terwijl mijn vrienden en vriendinnen die nu voor het eerst grootouder worden vaak nog voltijds werken. Met pensioen gaan is wel een onderwerp tussen leeftijdsgenoten. Er is natuurlijk een verschil tussen wat mensen economisch kunnen en wat ze willen. Maar als je geniet van je werk, ben ik een grote voorstander om zo lang mogelijk te blijven werken.
19 oktober 2012
AKTIEF / 5 Kronkelpaden van het geheugen
Het nadeel daarvan is dat je niet onbeperkt beschikbaar bent voor die kleinkinderen. Deze zomer ben ik twee weken voltijds oma geweest. Ik vond het heerlijk. Maar ik wist dat het maar twee weken waren. Je bent letterlijk van ’s morgens tot ’s avonds met die kleintjes bezig. Maar als ik heel stilletjes opstond, kon ik een uurtje lezen. Daar kon ik erg van genieten. En ik bedacht dat ik misschien postuum een blog moest oprichten voor mijn oma. Die oma van mij ging altijd met ons op vakantie, kookte, zorgde voor ons. En ik heb haar daar nooit voor bedankt. Als kind vond ik dat vanzelfsprekend. Net zoals je dat ook vindt van je ouders. Een oma wordt geacht om te bestaan in functie van kinderen en kleinkinderen. Alsof je interesses, je ambities, je verlangens plots opdrogen als er kleinkinderen zijn. Maar dat is gewoon niet zo.”
Oud? ”In mijn ogen was mijn grootmoeder steenoud. Als ik tegen Noa zeg ’Lieveke, maar ik ben al oud’, ontkent ze heftig. ’Jij bent nog niet écht oud.’ Ze heeft ook overgrootmoeders, oma’s van een andere generatie. ’Die zijn oud.’ We hebben daar veel gesprekken over. Wat is oud zijn, wat is dood zijn? Ik ben zevenenvijftig, op weg naar de zestig. En ik besef heel goed dat dat oud ís. Maar bizar genoeg, voel ik mij vanbinnen niet anders. Mijn moeder is vierentachtig. En die voelt zich ook niet oud. Dat is iets heel eigenaardigs in onze biologie. Ik dacht vroeger dat dat anders zou zijn. Een paar weken geleden zat de seniorenkalender van het district Berchem in mijn bus. Voor de tweede keer al. Met afgrijzen zat ik daarnaar te
kijken. Het is uiteraard positief dat er activiteiten zijn voor alle leeftijden. Maar blijkbaar zit je vanaf je vijfenvijftigste in het seniorenvakje. Dat is toch een gek signaal? Veel mensen worden vandaag negentig, dus om al vanaf je vijfenvijftigste in die categorie rusthuis te zitten… Het is toch ook niet goed voor een maatschappij om mensen met veel ervaring zo snel op een zijspoor te zetten.”
Actief het positieve opzoeken ”Toen Herman – nvdr dichter Herman de Coninck die in 1997 plots overleed – vijftig werd, viel het me op dat veel van zijn leeftijdsgenoten verongelijkte cynici waren. Vijftig is een leeftijd waarop je weet dat er meer achter je ligt dan voor je. Je leven zal geen zeven nieuwe wendingen meer nemen. Ik was toen tweeënveertig, en ik heb me op dat moment voorgenomen zo niet te worden. Gelukkig heb ik een groot vermogen om de bladzijde om te slaan. Dat is een overlevingsstrategie waar je bewust voor kan kiezen: actief proberen gewoon het goede te zien. Ik zie dat vooral bij vrouwen: hoe ouder, hoe positiever. Het is een luxe van jonge mensen om te zeuren over futiliteiten. Jonge mensen kunnen een jungle zijn voor elkaar, altijd maar kappen, altijd maar commentaar. Maar het leven spaart niemand. We moeten het elkaar dus niet moeilijker maken dan het al is. Die mildheid is een hele positieve kant aan ouder worden. Zeker vrouwen worden met de jaren heel erg dragend en steunend. Niemand is nog een beauté, dus daarover hoef je alvast niet meer druk te maken.” In haar boek ’De dood heeft mij een aanzoek gedaan’ hield Kristien Hemmerechts negen maanden lang
een dagboek bij, en onderzocht ze waarom ze eigenlijk nog zou willen leven. Welke rol spelen haar kleinkinderen daarin? ”Er zijn mensen met een enorme levenswil. Dat is bij mij niet zo. Ik vind het leven niet altijd gemakkelijk. Mensen kunnen elkaar zo kwetsen. Ze gunnen elkaar vaak heel weinig. Ik doe ontzettend mijn best om dat niet te doen, dus mijn imago van harde tante is best ironisch. Veel lezers hebben het gevoel herkend waaruit dat boek is ontstaan. Dat is erg troostend geweest. Dat boek heeft me ook geleerd dat ik heel bewust moet proberen alle negativiteit op afstand te houden. Er zijn zoveel dingen in het leven pijnlijk, traumatiserend, frustrerend. Maar kleinkinderen zijn alleen een positief verhaal. Als zij hier binnenkomen is dat alleen maar prettig en heerlijk. Soms wringt het dat ik niet meer tijd voor hen vrij maak. Maar ook schrijven blijft een ontzettend belangrijk stuk van wie ik ben. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ik zou stoppen met schrijven. Het is scheppen, creëren. Wie die drang heeft, kan niet zonder. Schrijven wordt zelfs intenser met de jaren, je pusht jezelf altijd verder. Een boek schrijf je niet met je halve persoonlijkheid, je moet je er helemaal in geven. Alles heeft zijn prijs. Schrijven vergt veel passie, inzet en energie die ik niet aan iets anders kan geven. Ik moet alle ballast uit mijn leven gooien. Alles wat ik doe zijn heel bewuste keuzes.” ”Dat is toch wat alle zelfhulpboeken aanraden”, glimlach ik. ”Ja”, antwoordt ze aarzelend, ”maar het wordt ook nogal eens als ongezellig beschouwd. Als je met mij iets wil te maken hebben, moet je mijn werk er heel hard bijnemen. Dus ben ik ontzettend blij om de mensen die daartoe bereid zijn: mijn man, dochter en stiefkinderen, mijn vrienden. Ik ervaar een diepe, diepe dankbaarheid voor de kleinkinderen in mijn leven. Maar ik heb absoluut ook mijn werk nodig. Wat komt op de eerste plaats mijn werk of de kinderen? Dat is een onmogelijke vraag. Ik zoek een evenwicht tussen de twee.”
Kristien Rombouts
”Wat zijn herinneringen? Herinneringen zijn van levensbelang, wie ben je zonder? Maar herinneringen zijn ook onbetrouwbaar. Als je gaat graven merk je vaak dat het zo niet gebeurd kán zijn.” In haar fonkelnieuwe boek ’Kronkelpaden van het geheugen’ onderzoekt Kristien Hemmerechts de mechanismen van het geheugen en vlecht ze drie groepen herinneringen door elkaar. Haar eigen opborrelende herinneringen. Reflecties bij de herinneringen van haar moeder. En vooral herinneringen aan Mischa. Kristien Hemmerechts: ”Mischa was mijn buurmeisje dat veel te vroeg gestorven is. Haar zoontje was nog geen vier, haar dochtertje twee. Jarenlang heeft ze gevochten tegen kanker, in de overtuiging dat ze het zou halen. Ik heb de familie van Mischa geïnterviewd en haar dagboeken, de dagboeken van haar zus en haar vader mogen inkijken. Met zoveel herinneringen naast elkaar, valt het erg op dat mensen andere accenten leggen. Mijn moeder heeft altijd veel verteld over de oorlog. Ze komt uit dezelfde streek als Hugo Claus. Toen ik vorige zomer zijn boek ’Het verdriet van België’ las, hoorde ik mijn moeder, mijn tante, mijn oma babbelen, … Het madeleintje van de Franse auteur Proust – die bij het eten van zo’n koekje terugdenkt aan zijn jeugd – is wereldberoemd. Maar soms komen er ook zonder aanleiding, zinnen en beelden in je hoofd naar boven. Ik ben ook die herinneringen beginnen noteren.” Ik, die bij mijn ouders thuis in een van hun geelgroene zetels, die ik gruwelijk lelijk vond, wetenschappelijke artikels zit te lezen terwijl mijn moeder voor Robke zorgt. Rob, de baby voor wie niemand wilde zorgen uit angst dat hij net als zijn broertje zou sterven (wat hij ook deed, maar niet terwijl ik een artikel zat te lezen, goddank). – Uit Kronkelpaden Kristien Hemmerechts: ”Kronkelpaden van het geheugen heeft een heel vrije structuur. En door die wirwar aan beelden, zinnen en verhaaltjes heen, zie je geleidelijk aan patronen ontstaan.” Hoewel Mischa’s leven de belangrijkste verhaallijn is, is Kronkelpaden ook een sterk autobiografisch boek, heel gelaagd en literair. Een werk dat je soms bijna met schroom leest. Want wat is er intiemer dan herinneringen? Kronkelpaden van het geheugen, Kristien Hemmerechts, De Geus, 21,5 euro
K.R.
19 oktober 2012
6 / AKTIEF ”Ik ga op reis en neem mee…” is een kringspelletje dat het als ijsbreker sinds jaar en dag doet in de jeugdbeweging. Meespelen mag zolang je alle eerder vermelde voorwerpen kan opsommen. Deze rubriek graaft ook in het geheugen. Wat willen we onze (klein)kinderen meegeven uit het verleden? Wat doet er toe? Wat van de vorige eeuw zit er in onze reiskoffer? Belangrijke momenten, fait divers met grote gevolgen, plekken en pleinen met een geschiedenis… Kortom een proeve van canon in ’t klein. Een kringspelletje over generaties heen. Eddie Niesten is gespecialiseerd in de culinaire geschiedenis van België. Hij zoekt een ’historische’ verklaring voor onze snoepgedrag.
Ik ga op reis en neem mee
Zoete troost in bange dagen
P
edagogisch niet echt verantwoord maar toch gebeurt het meer dan eens: snoep geven om een verdrietig en bang kind te troosten. En, als je even eerlijk bent met jezelf, doe je dat ook op (veel) latere leeftijd. Want waar grijp je eerst naar als je een rotdag achter de rug hebt? In de meeste gevallen is dat chocolade, snoep, zoets en (als je er geen slapeloosheid aan overhoudt) koffie… Het hoeft dan ook niet echt te verwonderen dat je collectieve reacties krijgt in tijden dat het niet echt schitterend gaat. En de culinaire geschiedenis bewijst dat met verve. Zo blijkt de zestiende eeuw echt een ”suikeren” eeuw geweest te zijn, tenminste voor de bevolkingsgroepen die het dure goedje konden betalen. Niet echt verwonderlijk als je dat (relatief) grote verbruik tegen de roerige achtergrond van deze periode plaatst, met een diep godsdienstig conflict en tal van wereldlijke veldslagen. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, kwam er ook een merkbare klimaatsafkoeling in de tweede helft van die eeuw!
De Grote Oorlog Maar ook een stuk dichterbij kan je merkwaardige ”zoete sprongen” vaststellen in tijden waarin kommer en kwel de hoofdtoon aangaven. Dat was met name het geval voor het Interbellum, de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. En ook daarvoor zijn er enkele ’gegronde’ redenen. De Eerste Wereldoorlog vormde inderdaad voor een groot deel van de bevolking een heus trauma. Deze ’eerste moderne oorlog’, zoals historici die wel eens noemen, was meteen ook een totale oorlog. Het bleef niet bij enkele veldslagen, ’ridderlijk’ uitgevochten, maar het land werd bezet gedurende vier lange jaren. Er bleef wel een smalle strook ’vrij België’ maar de rest van de bevolking voelde het zware juk van een totale bezetting. Met inbegrip van een ingrijpende ravitaillering, uitgerekend op een moment dat iedereen het voorbije decennium iets ruimer was gaan leven. Een
ondervonden hadden, een schokkende ervaring dat op relatief korte termijn zoveel lekkers beschikbaar werd.
aantal levensmiddelen kwamen op de bon en sommige werden zelfs onverkrijgbaar. De Duitse bezetter verschuilde zich achter de geallieerde blokkade, waardoor tal van geïmporteerde voedingswaren niet meer binnen konden. Een ware catastrofe voor een land dat voor een heel groot deel van die import afhankelijk was. Tegelijk deed de bezetter zich te goed aan de lokale productie, zodat zelfs suiker soms niet meer voorradig was. En dat gold dus voor tal van andere producten die op dat moment deel uitmaakten van het dagelijkse voedingspatroon. Gelukkig kwam er hulp van over de oceaan en kregen heel wat Belgen een culinaire cultuurshock als ze geconfronteerd werden met tot dan toe onbekende levensmiddelen. Het werden voor de meeste bewoners evenwel trieste tijden, waarin de zorg voor het dagelijks voedsel opnieuw de voornaamste bekommernis werd.
Sneukelen Pas enkele jaren na de Wapenstilstand van 1918 werd het leven weer wat draaglijker. Maar de herinnering bleef heel levendig en dat uitte zich dan ook in het verbruikspatroon van de modale landgenoot van toen. De ’roaring twenties’ waren niet alleen economisch woelige tijden maar ook op het vlak van de consumptie. Eenmaal de economie hersteld van de oorlogswonden, kwamen er immers enkele zeer voorspoedige jaren, waarin de koopkracht van een flink deel van de bevolking er merkbaar op vooruitging. Tegelijk was het voor hen die de oorlog aan den lijve
En dat verklaart wellicht de snoepgolf die zowat alle klassen overspoelde. Voorheen was de drang naar zoet voorbehouden aan kinderen en vrouwen, iets wat maatschappelijk ook aanvaard werd. Maar nu bleken zelfs de stoere mannen te vallen voor die verlokkingen. Tot grote ontsteltenis van heel wat tijdgenoten, zoals de grote Vlaamse schrijver Stijn Streuvels die vurige kritiek spuide. ”Een ander nieuw verschijnsel te lande is het sneukelen. Waar volgroeide kerels vroeger de grootste minachting hadden voor alle zoetigheid, die enkel voor kinderen diende, (...), ziet men hedendaags (...) grote lummels als net aangeklede jonkheden, rond ijskarretjes en kramen.” Bovendien beperkte zich dat verschijnsel niet tot de stad of tot speciale gelegenheden: ”Op ’t dorp is het alle dagen en elke zondag kermis: winkels zijn betrokken erger dan in de stad, weeldegoed en sneukeling voor elk-end-een”. Voor alle duidelijkheid: met ”sneukelen” bedoelt de auteur ”snoepen”. De economische boom duurde maar enkele jaren en tegen 1930 sloeg een wereldwijde crisis toe. Het suikergebruik daalde evenwel niet meer, integendeel, en de bange snoepers van voorheen bleven dus hun zoete troost zoeken, ook in die donkere en onzekere dagen.
denstellen met zoete ’ersatzproducten’, zoals kunstmatige honing. De Duitse scheikundige industrie (en propaganda) vond overigens voor alle voedingsproblemen ’oplossingen’, die evenwel allesbehalve gesmaakt werden door de bezette bevolking. Voor het lekkere taartje dat de vooroorlogse burger zich zo goed liet smaken, vergezeld van een lekker bakje troost, was nu geen plaats meer… Eenmaal België weer vrij, werd dus ”nooit meer honger” een even sterke slogan als ”nooit meer oorlog”. Het lijkt bovendien niet meer dan logisch dat de zo hard getroffen bevolking vrij massaal greep naar de zoete troost, eenmaal die weer overvloedig beschikbaar was. De ’versuikering’ van de eerste naoorlogse decennia hoeft dus niet echt te verwonderen, zeker als je het aantal wereldwijde crises van toen in aanmerking neemt. Pas vanaf de zeventiger jaren kwam er weer een knik en probeerden wij langzaamaan (iets) minder te snoepen. Maar we blijven natuurlijk wel zoetekauwen!
Eddie Niesten
Meer lezen?
Alles op de bon Toen de crisis uitmondde in een tweede, nog groter oorlogsconflict, werd snel duidelijk dat de bevolking nog veel zwaardere tijden tegemoetging. Letterlijk alles ging op de bon, zonder garantie dat het ook in de realiteit verkrijgbaar was. Sommige voedingsproducten die de Belg zo dierbaar waren, verdwenen zelfs gedurende bijna de hele bezetting van tafel. Een kostbaar huwelijkscadeau omvat in 1942 twaalf koffiebonen… Suiker werd in eerste instantie een ’nuttige’ stof en was slechts in grotere hoeveelheden verkrijgbaar als er confituur gemaakt werd. Bovendien moesten heel wat Belgen zich tevre-
Boek Eddie Niesten, Tweemaal oorlog, driemaal honger (Reeks Keuken en Tafel: nr 2), GarantUitgevers, 172 blz., 24 euro.
19 oktober 2012
AKTIEF / 7 In INTERAKTIEF surfen we op de golven van de digitale snelweg. Prof. em. Walter Leirman, erevoorzitter Seniornet Vlaanderen, laat ons dit keer zien welke sporen we al surfend achterlaten en hoe we die kunnen wissen.
Wie surft laat sporen na – wat doen we daaraan?
N
og niet zo lang geleden was surfen een watersport, en klikken een gevaarlijke bezigheid. Als tegenwoordig op tv gezegd wordt: ”Voor meer informatie surft u naar www. weetjewel”, dan denkt haast niemand meer aan die sport. En toch is er een zekere gelijkenis. Wie digitaal surft, waagt zich op een wijdse zee van informatie, waar het soms vredig, maar soms ook turbulent is, en waar je wel eens de weg kwijtraakt, of helemaal kopje onder gaat… Nog een gelijkenis: de digitale surfer laat sporen na, ook al ziet hij die niet of nauwelijks. Vooreerst zijn er de bekende ’cookies’, kleine bestandjes die door veel websites op je pc worden ’achtergelaten’. Verantwoording: ’Een dergelijke cookie maakt een volgend bezoek vlot en gemakkelijk’. Maar die cookies laten websiteeigenaars ook toe om enige controle uit te oefenen op uw surfgedrag. Er is echter nog meer. Bij het bezoek aan flink wat websites worden niet alleen pagina’s of onderdelen ingeladen, maar worden ook direct gegevens doorgegeven, bij voorbeeld aan ’ad-google’ of ’google-analytics’ of ’ad-doubleclick.net’, enzovoort. Laat ons bij voorbeeld surfen naar een krant als De Standaard, en daarbij de linkerhoek van ons venster scherp in de gaten houden. Ik zie, in razend tempo, een 20-tal berichten passeren. Hieronder een selectie.
bedrijf van Google dat advertentiediensten ontwikkelt en aanbiedt’. En bij het trefwoord ’Cookies’ lezen we o.m. het volgende: ”Cookies kwamen pas echt in opspraak toen DoubleClick, een internetadvertentiebureau, een bedrijf overnam met een grote klantendatabase. DoubleClick wilde de naamsgegevens koppelen aan de profielen van surfers en was van plan deze gegevens te verkopen.” Er kwam daarop echter zoveel reactie dat de deal niet doorging.
En de overheid? Bij ons bestaat er tot nog toe geen wetgeving betreffende informatieverzameling door websites of communicatiemedia over het gedrag van surfers. Nederland heeft wel een zogenoemde ’Cookiewet’ daterend van juni 2012. Deze wet vereist van elke website die bezoekers vanuit Nederland trekt dat de bezoeker wordt geïnformeerd over welke cookies er worden geplaatst op zijn of haar computer en waar deze voor dienen. Dit kan via een ”privacystatement”. Daarnaast moet elke bezoeker vanuit Nederland vooraf eenmalig expliciet toestemming geven voor het plaatsen van deze cookies. Toestemming vragen kan via een pop-up of een balk bovenaan de website met een knop ”Ik geef toestemming” of een keuze tussen ”geen” en ”wel”.
Nuttige cookies
Ook bij een.be (vrt) of Het Laatste Nieuws zie ik een stoet van verwijzingen, zoals ’pagead’ van google.
Neem nu ’Doubleclick’ Eén van de meest gebruikte is ’doubleclick’. Laten we even in Wikipedia gaan kijken wat dit betekent. Daar staat: ’DoubleClick is een neven-
Niet alle cookies zijn advertentiegericht, maar wel degelijk nuttig. Velen onder u doen aan telebankieren. Alle banken plaatsen daarbij een cookie op je pc, en wanneer die pc zo is ingesteld dat er geen cookies binnenkomen, dan kan je ook niet telebankieren. Hetzelfde geldt voor een aantal openbare diensten, zoals bijvoorbeeld Tax-on-web.
Opschonen die pc! Bij computercursussen wordt er vaak gewezen op de noodzaak om je pc geregeld op te schonen, want na bij voorbeeld één maand surfen, gamen, bankieren, e-mailen, enzovoort, wordt je pc een vergaarbak van allerlei rommel. Daarmee be-
doelen we niet alleen cookies, maar ook dubbele bestanden, tijdelijke internetbestanden, zaken die je zogezegd hebt verwijderd maar die in de bekende prullenbak opgestapeld liggen. Als je Windows hebt, dan kan je al een eind weg met opruiming. Beter is echter het gebruik van een speciaal daarvoor ontworpen programma. Sommige daarvan zijn gratis, zoals het bekende CCleaner van Piriform, al kan je ook een iets vollediger versie aankopen. Open je surfprogramma, en typ in de zoekbalk ’ccleaner nl’, en je krijgt direct een link naar bij voorbeeld CCleaner. Gratis Software downloads van www.gratissoftwaresite.nl Haal het installatiebestand binnen, en installeer. Daarbij moet je wel je browser sluiten. Eens je ’voltooien’ ziet, kan je starten. Dit programma
biedt onmiddellijk een analyse aan van de hele pc aan. Dit kan je doen, maar denk toch twee keer na of je echt alles gaat opschonen, want dan verlies je bijvoorbeeld de ’geschiedenis’ van je bezochte sites, én haal je ook alle cookies weg. Daarom is het interessant even op de knop ’Cookies’ te klikken, en dan geeft CCleaner alle bestaande cookies, en zet rechts al enkele te behouden cookies”. Je kunt de hele lijst links doorlopen, en cookies die je liever bewaart naar het rechtervak sturen. Eén van de voordelen van zorgvuldig opschonen is dat je pc ineens sneller – of toch minder traag – werkt. Opgeruimd staat ook hier netjes!
Walter Leirman
Met heel mijn hart welkom Eerst vond ik het een vreemde gedachte: Opamark. Maar nu trappel ik van ongeduld om te verwelkomen mijn kleinkind, het kind van mijn dochter, dat is pas poëzie: een wieg met sprookjesmotieven op hoofden voeteinden, een witgelakte hang- en legkast die om de toverklap zich vervult met lichtlinnen, lakentjes en slopen, slabbetjes, hemdjes en broekjes, een inbakeringstafel, babyzeep en zalf onder handbereik, een stel zuigflessen, een opvouwbaar looprek, een telraam met gekleurde bollen, een rammelaar. Ik was die woorden vergeten, maar nu zienderogen krijgen herinneringen zorgeloos van de zoldering gehaald weer gestalte in huis hier, vanzelf opgewekt door wonderlijke onderonsjes tussen moeder en dochter. Zo gaat de lichtmythe voort, het leven groter dan wij. Mark van Tongele Uit: Ademruis, Atlas
illustratie: Yentl Stragier