Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk II : Eenheden
Hoofdstuk II: Logistiek relevant eenheden Inhoudstabel: 2.1. Schrijfwijzen van getallen 2.2. Vermelden van eenheden 2.3. Afmetingen (L, B en H) 2.4. Oppervlakte (L x B) 2.5. Volume (L x B x H) 2.6. Gewicht 2.7. Belasting (gewicht per oppervlakte) 2.8. Densiteit (gewicht per volume) 2.9. Stuwage factor (1/densiteit) 2.10. Temperatuur 2.11. Vochtgehalte
2.1. Schrijfwijzen van getallen De Angelsaksische wereld hanteert voor een andere schrijfwijze dan de in het Nederlands. Nederlands: 1.753,504 kg Engels: 1,753.504 kg Hoe kan men dit oplossen? • Als men in een tekst consequent ook de getallen achter de komma schrijft, zelf wanneer deze nul zijn wordt de zaal al iets duidelijker. Of • Expliciet alle cijfers voluit schrijven. Of • Alle eenheden tussen de cijfers plaatsen. Of • Heel attent blijven en uit de context trachten te achterhalen welke schrijfwijze van cijfers effectief wordt toegepast. ⇒ Men moet doorheen de hele tekst de zelfde schrijfwijze te gebruiken. NB: Schrijf ook de tekens voluit, expliciet de termen “minus” of “plus” te gebruiken
2.2. Vermelden van eenheden Als men logistieke handel doet in het zelfde land dans is er weinig twijfel welke eenheid men moet gebruiken. In de internationale context is het minder duidelijk welke eenheden te gebruiken. ⇒ Men moet expliciet “Celsius” of “fahrenheit” schrijven. 0° België: 0°C Engels: -18°C Daarom dient men steeds heel expliciet de eenheid te vermelden die van toepassing is. Dit kan men doen door deze eenheid voluit te schrijven of hiervoor de juiste internationaal aanvaarde afkorting te gebruiken.
Goederenkennis
1
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk II : Eenheden
2.3. Afmetingen (L,B en H) • • • • •
• • •
Lengte (L) x Breedte (B) x hoogte (H), en steeds in deze volgorde! mm, cm, dm, m, dam, hm, km 1 inch (in. of “) = 1 duim = 2.54cm 1 foot (ft of ‘) = 1 voet = 12in = 30.48cm Mile = mijl Zeemijl = 1.852m Landmijl = 1.609m Lopende of running meter: 1 meter in lengte van een specifiek voorwerp vb. stof op een rol met standaardbreedte van 1.5m Voor ruw hout: board foot, FBM (foot board measure) = 1 ft x 1ft x 1 in = 0.00236 m³ Voor transport is het heel belangrijk de exacte grootste lengte, breedte of hoogte te geven.
2.4. Oppervlakte (L x B) • • • • •
A vierkante meter = 1m x 1m = 1m² = square meter = sq.m Ook: 1sq. Ft = 0.093m² Voor grond: 1 are = 10m x 10m = 100m² 1 hectare = 100 are of 10.000m²
2.5. Volume (L x B x H) • • • •
•
•
•
Kubieke meter: 1m x 1m x 1m = 1m³ = 1cbm (cubic meter) Kubiek voet: 1ft x 1ft x 1ft = 1 ft³ of 1cu ft = 0.0283m³ 1 liter = 1l = 1dm³ = 1/1000m³ = 0.001m³ Gallon/barrel 1US gallon = 3.785l 1UK gallon = 4.55l Belang: vloeibare bulk, inhoud vaten, enz. Let op! 1 standaard olievat: 1 oil barrel = 42US gallon = 159l Het volume dat ingenomen wordt door een stof veranderd onder invloed van de temperatuur omdat stoffen uitzetten bij stijgende temperatuur. De invloed van de temperatuur is minder belangrijk bij vaste stoffen (uitz. Zeer hooge/lage temperatuur of heel lange constructies). Bij gassen heeft dat meer invloed. Als men een volume vermeld, van gassen of vloeistoffen, steeds de temperatuur erbij vermelden! [1 MT= metrische ton zwart stookolie met een densiteit van 0.98778MT pet m³ bij 15°C neemt een volume van 30.371l of 30.971m³] Bale capacity/grain capacity/broken capacity: Bij scheepsruim vermeldt men altijd 2 cijfers: de kleinste, bale capacity en de grotste, grain capacity. Als men een scheepsruimte heeft met spanten (frames) en andere uitstulpingen, kan men bij lading van stukgoederen vaak geen goederen laden tussen de spanten of andere uitstulpingen. Dit noemt men broken stowage. Broken stowage of stuwageverlies is de verloren ruimte, dit moet men zo goed als mogelijk vermijden want dat is lucht en het word dan een dure zaak. Stuwageverlies brengt ook een hoger risico op verschuiven van lading tijdens de reis. Oplossing? Hout gebruiken maar dat kost ook.
Goederenkennis
2
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk II : Eenheden
2.6. Gewicht •
• • • • •
•
•
•
•
•
•
g (en geen gr), kg, ton, enz. 1000kg = 1 ton maar beter 1MT = 1metrische ton 1LT (long ton) = 1.016kg 1ST (short ton) = 907kg 1pond = 1 pound = 1lb = 0.454kg Bruto/gross vs. netto/net Tarra/tare (bruto minus netto, of ook het gewicht van de verpakking) Weighd weigt (gewogen gewicht): nadruk op dat een gewicht dat bepaald is door effectieve weging. /!\ foutenmarge Declared weight en/of accepted weight: met deze term duidt men aan dat één partij het gewicht heeft meegedeeld en dat de andere partij dit gewicht heeft aangenomen zonder dit gewicht zelf te hebben nagekeken, nagewogen. Theoretical weight (theoretische gewicht); een berekend gewicht op basis van het volume van het voorwerp en de densiteit van het materiaal waaruit dit voorwerp bestaat. Voordeel: dat het gewicht gekoppeld is aan een afgesproken prijs per kg, de stukprijs voor één bovenvermelde plaat steeds constant blijft, ongeacht of het reële gewogen gewicht nu enkele kg meer of minder is. Dry vs. Wet weight: Normal dry weight (NDW, normaal droog gewicht) vele goederen bezitten een zeker vochtgehalte of vochtpercentage (%h – humidity). Dit vochtgehalte kan door omstandigheden schommelen wat een invloed heeft op het gewicht van deze goederen. NDW = WW x ((100 – h@wet)/(100- h@dry)) ⇒ goede, klare afspraken tussen partijen Foute marge: Hoe groter de gewichten die men in één mal wenst te wegen met een toestel hoe groter de absolute fout. Het is belangrijk de exactheid van de weegmethode en van het weegtoestel aanpast aan de waarde van de goederen. Normal loss in transit, freinte de route: (normaal verlies tijdens het transport, al wordt deze term in het nederlands nooit gebruikt): deze term is van toepassing bij bulkladingen. Bij dergelijke verschepingen is er steeds een zeker % gewichtverlies in de logistieke keten. − Stof dat wegvlicht bij elke behandeling − Kleine restanten van de bulklading die achterblijven op de kaai/in het scheepsruim ook als men zo goed mogelijk de ruimte uitveegt (sweeping). − Kleine daling van het vochtpercentage tijdens de reis bv. Van 12 naar 11.8% Foutenmarge of draft surveys: door 2 metingen (één voor de lading en één nadien). De inzinking van een schip in het water neemt toe als er lading wordt aan boord geladen. /!\ foutenmarge: golven, ballast water aan of van boord, bunkers (brandstof), proviand, densiteit van het water, enz. ⇒ Duidelijke afspraken maken over het gewicht, vooral bij grote bulkverschepingen. Verzekeraars zullen vaak een vrijstelling of franchise van 0.50 tot 1.00% opnemen. VEF (vessel experience factor) voor vloeibare bulkverschepingen. Dit is een soort ervaringsfactor ofwel het gemiddeld verschil voor wat betreft de hoeveelheid geladen of geloste vloeistoffen die men vindt tussen de scheepscijfers (metingen in tanks aan boord) en de landcijfers (metingen in de landtanks).
Goederenkennis
3
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk II : Eenheden
2.7. Belasting (gewicht per oppervlakte) Een combinatie van gewicht en oppervlakte geeft de belasting ofwel het gewicht dat druk uitoefent op een bepaald oppervlak uitgebruikt in bv. MT/m². Voor containers is dat 3 tot 4 MT per lopende meter. → “Maximum allowable stacking weight” Hierbij hoort ook het aantal lagen dat men van een bepaald goed mag stapelen. De fabrikant dient wanneer nodig, deze informatie te verschaffen aan de andere partijen betrokken in de logistiek. Als er kan is op een plaatselijke te hoge belasting, kan men het gewicht van de lading verspreiden over een groter oppervlak door gebruik te maken van stuwhout. Bij treinwagon is de belasting afhankelijk van de lengte van de goederen en of deze goederen op twee of meer steunpunten liggen. Puntbelasting: heel sterk geconcentreerde belasting op één punt (dit moet men zo veel mogelijk vermijden).
2.8. Densiteit of dichtheid (gewicht per volume) De densiteit drukt uit hoeveel iets weegt per eenheid van volume, bv. MT/m³. Zoet water heeft een densiteit van 1MT/m³ bij plus 4°C, zeewater een densiteit van 1.025MT/m³. Bij vloeistoffen moet altijd de temperatuur vermeld worden.
2.9. Stuwage factor Deze eenheid drukt uit hoeveel volume een bepaald gewicht van een bepaald goed, en wordt uitgedrukt in m³/MT of cu ft/MT of cu ft/LT. Dit is belangrijk voor de planning van elk opslag en/of transport. Stuwage factor is heel specifiek, zo zal de stuwage factor voor grote zakken van een bepaald goed, meestal groter zijn dan voor kleine zakken opgevuld met hetzelfde goed. Hoe kleiner de zakken, hoe denser men deze kan stapelen met minder stuwageverlies.
2.10. Temperatuur Celsius & Fahrenheit
X°C = (Y°F – 32) x ૢ Y°F = [(9 x X°C)/5] +32 / !\ Vermelden van expliciet plus en minus! Welke temperatuur? • Carriage temperature : is de optimale temperatuur voor opslag en transport, dan zal de kwaliteit van de goederen het best behouden blijven. • Set temperature: is de insteltemperatuur van de koelinstallatie. Dit is de temperatuur van de koude lucht die men in de koelkamer of koelcontainer laat inblazen. • Koelschade: moet men vermijden. Dit kan veroorzaakt worden door blootstelling aan te lage temperaturen. (chilling damage) Of vrieschade (frost damage). • Return air temperature: is de temperatuur van de lucht juist voordat deze lucht uit de koelkamer terug in de koelinstallatie binnengaat. De return air zegt veel over de temperatuur van de koelkamer. • Pulp temperature: is de temperatuur van de lading zelf, binnenin het product. Men meet deze temperatuur door middel van een speciale thermometer met een probe die men in de goederen kan steken. Voor diepgevroren lading is deze probe zelfs een soort van handboor of stevige pin. Bij pulp temperaturen is het belangrijk om te vermelden waar in de koelkamer of koelcontainer men deze temperatuur juist heeft opgemeten, vooraan of achteraan, onder of boven, plus voor bepaalde goederen ook hoe diep in het goed.
Goederenkennis
4
Helene Delvaux
LOM103B
Hoofdstuk II : Eenheden
Temperatuurregistratie: • Via partlow charts • Via elektronische wijze/ temptales • Ryan-recorders: zijn kleine plastieken bakjes die men in de kist van de goederen kan plaatsen om de temperatuur te registreren op een rolletje papier. Andere: • Het vlampunt van een chemische stof is de laagste temperatuur waarbij de stof nog genoeg damp afgeeft om tot ontbranding te kunnen komen wanneer hij in contact komt men een ontstekingsbrin. • Zelfontbrandingstemperatuur is de temperatuur waarbij een damp/luchtmengsel spontaan tot ontbranding komt.
2.11. Vochtgehaalte: In algemeen kan men stellen dat goederen voldoende droog moten zijn om veilig en goed te kunnen worden opgeslagen en te kunnen worden vervoerd. Er bestaat dan ook een optimaal vochtgehalte voor opslag en transport, men spreekt ook over een kritisch vochtpercentage van goederen. Een te hoge vochtigheid veroorzaakt schimmelvorming, broei en zelfs soms zelfontbranding van goederen. Vochtige ertsen en concentraten kunnen zich gaan gedragen als een vloeistof, waarbij ze, door de hoge vochtigheid, als het ware vloeibaat worden. Dit noemt men “flow moister point”. Dit verhoogt het risico van omkantelen of kapseizen. Om dit te beperken heeft men “transportabke moisture limit” (TML) ingevoerd. Intermezzo over het vrij vloeistof oppervlak (free surface effect) Free surface effect op een schip kan leiden tot kapseizen. Dit kan zich ook voor doen bij halfvolle tankwagen. Hoe kan men dit vermijden? Bij schepen: door tussen schotten aan te brengen Bij tankwagen: minimum 80 of 85 % de tank laden. Maar ook geen 100% want dan kan men uitzettingsproblemen hebben.
Voorbeeldvragen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Leg uit: free surface effect Hoeveel m³ is 1 cu ft? Hoeveel liter is een oil barrel? Wat bedoelt men met de bale capaciteit van een scheepsruim? Leg uit: normal dry weight? Wat zijn de problemen bij draftsurveys, en welke foutenmarge kan men verwachten? Hoeveel is de maximum toegelaten belasting op een GP container vloer? Hoe zet ik °C om in °F? Wat is de return air temperature, en wat leert deze ons? Wat verstaat men onder “normal loss in transit”? Wat controleer je alvorens je een industriële weegschaal gebruikt? Wat is een temptale? Hoe ga je van star bij de planning van opslag of transport van goederen, bv. 2.000ton zakken cacao? Hoe duid ik aan dat dozen niet mogen opeengestapeld worden? Hoe kan ik een probleem met een te hoge belasting van een scheepsbodem soms oplossen? 1 ton water heeft een volume van 1m³ - correct of niet? Ik moet via het internet een boeking maken voor goederen met een hoogte van 513.4cm op de website krijg ik 3 vakjes om in te vullen. Elk cm kost 100USD meer. Wat vul ik in? ... ... ... cm 18. Wat is een LT? 19. Leg uit: theoretisch gewicht? 20. Hoe schijf je getallen in het Engels?
Goederenkennis
5