Hoofdstuk 9 Overeenkomsten Paragraaf 9.1 1.
Algemene opmerkingen a. Definieer het begrip ‘overeenkomst’. b. Noem de eisen op grond waarvan er van een overeenkomst sprake is. c. Kunt u een voorbeeld noemen wanneer er sprake is van een eenzijdige en wanneer van een wederkerige overeenkomst? d. Wat zijn verbintenissen in een overeenkomst? e. Kunt u een voorbeeld bedenken wanneer buitenstaanders met een overeenkomst tussen partijen te maken hebben?
2.
Het totstandkomen van overeenkomsten a. Noem drie aspecten die een rol spelen bij het totstandkomen van een overeenkomst. b. Twee van de drie aspecten hebben te maken met het aanbod. Hoe moet dit aanbod zijn om tot aanvaarding van de koop over te kunnen gaan? Noem een voorbeeld waarin het aspect ‘aanbod’ tot uiting komt. c. Is een overeenkomst altijd rechtsgeldig als deze mondeling aangegaan is? Geef enkele voorbeelden waarbij een schriftelijke bevestiging van een overeenkomst verplicht is. d. Geef een of meer redenen waarom het verstandig een overeenkomst schriftelijk vast te leggen. e. Wat houdt de wil tot overeenkomst in? f. Wanneer de wil tot overeenkomst tot een rechtszaak behoort, op welke manier zal de rechter deze zaak dan (kunnen) behandelen? Geef hiervan een voorbeeld. g. Op grond waarvan kan een overeenkomst vernietigd worden? h. Noem enkele omstandigheden waarbij sprake is van wilsgebreken. i. Bedenk een voorbeeld bij de koop van een auto waarbij sprake is van dwaling. j. Bedenk een voorbeeld bij de koop van een auto waarbij sprake is van misbruik van de omstandigheden.
3.
De algemene voorwaarden a. Geef een definitie van algemene voorwaarden in een overeenkomst. b. Waarom mogen en kunnen de algemene voorwaarden niet de kern van de prestatie aangeven? c. Noem voorbeelden die tot de algemene voorwaarden kunnen behoren bij de koop van een auto. d. Wat is de reden voor het opstellen van algemene voorwaarden? e. De klant behoeft de algemene voorwaarden niet te kennen. • Op welke wijzen moet hij er wel kennis van kunnen nemen? • Op welke wijze(n) moet de klant op het bestaan van de algemene voorwaarden worden gewezen? • Op welk moment van de overeenkomst moet de klant uiterlijk op het bestaan van de algemene voorwaarden in kennis gesteld zijn/worden? f. Wanneer twee ondernemers met elkaar zaken doen en beide hanteren algemene voorwaarden, die echter strijdig met elkaar zijn, van welke partij gelden dan de algemene voorwaarden?
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
1
g.
4.
In een overeenkomst kunnen bedingen zijn opgenomen, die voor één van de partijen ‘onredelijk bezwarend’ zijn. • Wat is de reden dat onredelijk bezwarende voorwaarden niet in de algemene voorwaarden opgenomen mogen zijn, maar wel in de normale overeenkomst? • Wanneer desondanks de algemene voorwaarden een onredelijk bezwarende voorwaarde bevat, hoe moet dan de overeenkomst geïnterpreteerd worden? • Als een onredelijk bezwarend beding op de zogenaamde ‘zwarte lijst’ voorkomt, wat is dan de rechtsgeldigheid van dit beding? • Als een onredelijk bezwarend beding op de zogenaamde ‘grijze lijst’ voorkomt, wat is dan de rechtsgeldigheid van dit beding? • Noem belangrijke onredelijk bezwarende bedingen die op de zwarte lijst voorkomen. • Noem belangrijke onredelijk bezwarende bedingen die op de grijze lijst voorkomen. • Kunt u een reden aangeven waarom de bedingen, die op de zwarte en grijze lijsten staan, niet van toepassing zijn op ‘niet-consumenten’ en als ze in de overeenkomst zelf opgenomen zijn?
Benoemde en niet-benoemde overeenkomsten a. Wanneer spreekt men van benoemde overeenkomsten? b. Geef ten minste vier voorbeelden van benoemde overeenkomsten. c. Wanneer spreekt men van onbenoemde overeenkomsten? d. Geef ten minste twee voorbeelden van onbenoemde overeenkomsten;
Paragraaf 9.2 5.
Benoemde overeenkomsten a. Noem ten minste vijf overeenkomsten die in de autobranche een belangrijke rol spelen.
6.
Koopovereenkomst en ruilovereenkomst a. Noem een voorbeeld in de autobranche waarbij sprake is van zowel koopovereenkomst als ruilovereenkomst. b. Hoe luidt de definitie van de koopovereenkomst? c. Wat is het essentiële verschil tussen koop- en ruilovereenkomst? d. Als bij de koopovereenkomst geen prijs afgesproken is, waarom moet de koper dan toch een redelijke prijs betalen? e. Waartoe is een verkoper verplicht? f. Waartoe is de koper verplicht? g. Wanneer is er bij een koopovereenkomst sprake van verborgen gebreken? h. Wanneer sprake is van verborgen gebreken, wat zijn dan de rechten van de koper? i. Wat houdt het eigendomsvoorbehoud in bij een koopovereenkomst? j. De wet kent naast de gewone koopovereenkomst ook de zogenaamde consumentenkoop. Wat houdt dit in? k. Welk recht heeft dan de consument? l. Wat houdt productaansprakelijkheid in? m. Hoe lang geldt de productaansprakelijkheid bij consumentenkoop? n. Wat is het doel van het recht van reclame? o. Tot hoever reikt het recht van reclame voor de verkoper? p. De wet kent naast de gewone koopovereenkomst ook de koop op proef. Wat houdt dit in?
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
2
q.
Als een der partijen de overeenkomst niet nakomt, welke stappen kan de andere partij dan nemen?
7.
Huurkoopovereenkomst a. Definieer het begrip huurovereenkomst. b. Wat is het doel van een aanbetaling? c. Wat houdt het eigendomsvoorbehoud in bij de huurkoopakte? d. Welke drie bepalingen moeten in ieder geval in een huurkoopakte opgenomen zijn? e. Wanneer wordt bij huurkoop de koper eigenaar van het artikel? f. Waartoe is de huurkoper verplicht? g. Wanneer de huurkoper in gebreke blijft, wat is dan het recht van de huurverkoper? h. Wat is de procedure van terugvordering, wanneer de huurverkoper inderdaad hiertoe wil overgaan? i. Stel dat de huurkoper failliet is en het artikel is minder waard dan de schuld, wat zijn dan de rechten van de huurverkoper? j. Wat zijn in zo’n geval de rechten van de huurverkoper wanneer sprake is van koop op afbetaling? k. Wanneer kan een huurkoper gebruikmaken van het inlossingsrecht? l. Wanneer is de zogenaamde terugkoopverklaring van toepassing en wat is bij uitvoering hiervan de procedure? m. Som nu de genoemde beschermingsbepalingen op die bij een huurkoopovereenkomst van toepassing zijn, verdeeld naar huurkoper en huurverkoper.
8.
Koop op afbetalingsovereenkomst a. Definieer de koop op afbetalingsovereenkomst. b. Wat is het specifieke verschil met een huurkoopovereenkomst? c. Op grond waarvan wordt een huurkoopovereenkomst een koop-opafbetalingsovereenkomst?
9.
Huurovereenkomst a. Op welke artikelen kan een huurovereenkomst betrekking hebben? b. Definieer de huurovereenkomst. c. Waartoe is de verhuurder verplicht? d. Waartoe is de huurder verplicht? e. Op welke wijze is bij verhuur van onroerende zaken de bescherming van de huurder geregeld? f. Hoe is in de Wet op de huur en verhuur: • de woonruimte gedefinieerd; • het bedrijfspand gedefinieerd? g. Welke regels gelden bij opzegging van de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd: • voor de huurder; • voor de verhuurder? h. Wat betekent: ‘dood of koop breekt geen huur’? i. Welke wettelijke regels bestaan er betreffende de huurtermijn: • voor woningen; • voor bedrijfspanden? j. Wat houdt het verzoek om verlenging van huur in en wanneer zal dat ingewilligd worden? k. Onderverhuur en wederverhuur komen vrij veel voor. Hoe komt dit en mag dat altijd?
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
3
10. Lease-overeenkomst a. Juridisch gezien bestaat de lease-overeenkomst niet. Welke soorten overeenkomsten zijn op leasing van toepassing? b. Wat is leasen, gezien als economische mogelijkheid? c. Wat is de ontstaansbron van leasen geweest? d. Noem de twee belangrijkste leasevarianten en geef aan welke vorm van overeenkomst elke leasevariant is. e. Kunt u op basis van het antwoord van de vorige vraag aangeven bij welke leasevariant respectievelijk de juridische eigendom en de economische eigendom ligt? 11. Pandovereenkomst a. Wat is de reden van het sluiten van een pandovereenkomst? b. Hoe heet de zekerheid, die van een pandovereenkomst uitgaat, bij onroerend goed en hoe bij roerend goed? c. Noem de twee soorten pandrecht en geef aan wat beide inhouden. d. Hoe komt het stille pandrecht tot stand? e. Wat is de reden van de verplichte registratie bij het stille pandrecht? f. Welk risico kan pandrecht met zich meebrengen voor de koper van het roerend goed? g. Hoe is dit risico uit te sluiten? 12. Cessie-overeenkomst a. Wat houdt een cessie-overeenkomst in? Geef hiervan een praktijkvoorbeeld. b. Welke voorrangsregel biedt de cessie-overeenkomst bij faillissement? c. Hoe moet de akte opgesteld zijn, wil er sprake zijn van een cessie-overeenkomst? 13. Financieringsovereenkomst a. Wat houdt een financieringsovereenkomst in? Geef hiervan een praktijkvoorbeeld. b. Wat is de relatie tussen financieren en eigendomsvoorbehoud? 14. Volmachtovereenkomst a. Wat houdt een volmachtovereenkomst in? Geef hiervan een praktijkvoorbeeld. b. Waardoor eindigt de volmacht? c. Kunt u een voorbeeld noemen, waarbij een volmacht onherroepelijk is? d. Hoe is de aansprakelijkheid geregeld bij een volmachtovereenkomst? e. Moet in het kader van de volmachtovereenkomst een garagehouder altijd instaan voor de daden van zijn vertegenwoordiger? 15. Borgtochtovereenkomst a. Omschrijf wat een borgtochtovereenkomst is en hoe deze functioneert. b. Wat is het onderscheid tussen de particuliere borg en de professionele borg/ c. Motiveer waarom borgtocht een afhankelijk recht is en welke consequenties dit met zich meebrengt. d. Omschrijf onder welke voorwaarden een natuurlijk persoon een borgtochtovereenkomst kan aangaan. e. In welke situaties hoeft de gehuwde borg bij het aangaan van een borgtochtovereenkomst geen toestemming van zijn echtgenoot te hebben? f. Omschrijf onder welke voorwaarden een rechtspersoon een borgtochtovereenkomst kan aangaan. g. Omschrijf de situatie waarin de borgtocht niet opgezegd kan worden. h. Omschrijf voor zowel de particuliere borg als voor de professionele borg de voorwaarden waaronder een borgtocht kan worden opgezegd.
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
4
i. j. k.
Omschrijf de situatie waarin de borg dezelfde verweermiddelen tegenover de schuldeiser heeft als de hoofdschuldenaar. Binnen de borgtochtovereenkomst heeft de borg diverse opschortingsrechten. Omschrijf er één van. Wanneer moet de borg zijn verbintenis nakomen en als hij dit niet op tijd doet welke kosten kunnen hem dan in rekening gebracht worden?
16. Verzekeringsovereenkomst a. Welke indeling in soorten verzekeringsovereenkomsten is er te maken? b. Wat is bij een verzekeringsovereenkomst de waarde van een polis? c. Waarom moet een verzekering altijd een onzeker voorval betreffen? d. Wat houdt bij een verzekeringsovereenkomst in: • het indemniteitsbeginsel; • het verzekerbaar belang? e. Wat zijn de verplichtingen van de verzekeraar? f. Wat zijn de verplichtingen van de verzekeringnemer? g. Noem de vier partijen die bij een verzekeringsovereenkomst betrokken kunnen zijn. Geef daarvan een voorbeeld. h. Volgens een wetsartikel mag u de verzekeraar geen onjuistheden vertellen of belangrijke gegevens verzwijgen, ook al doet u dit niet met opzet. Wat kunnen anders de gevolgen zijn voor u als verzekeringnemer? i. De verzekeringsmaatschappijen maken bijna altijd gebruik van algemene verzekeringsvoorwaarden. Noem er één. j. Wat is de reden dat een verzekeraar bij het verstrijken van de betalingstermijn de plicht heeft de verzekeringnemer een expliciete waarschuwing te geven? Paragraaf 9.3 17. Het retentierecht a. Definieer het recht van retentie. b. Waarom heeft men het recht van retentie in het leven geroepen? c. Wat houdt dit recht in? Geef hierbij een praktijkvoorbeeld. d. Tot hoever reikt het retentierecht: • voor iemand die de auto van de wanbetaler gekocht en overgedragen heeft gekregen; • voor een vaste klant? Opdrachten 1.
Huur bedrijfspand Als u een bedrijfspand wilt gaan huren of reeds huurt, dan zijn er nogal wat zaken waar je als huurder mee geconfronteerd kunt worden, zoals het afsluiten van een huurcontract, opzegging van huur, het onderhouden van het pand, enzovoort. Het is de bedoeling dat u in de opdracht onderzoekt wat u als huurder kunt verwachten. Om hier richting aan te geven, zijn de volgende situaties geschetst. a. Voordat u een huurcontract afsluit, wilt u een (standaard) huurcontract inzien zodat u zich kunt oriënteren op wat u zoal te wachten staat. Hoe kom je aan een (standaard) huurcontract? b. U heeft bedrijfsruimte gehuurd. De huurder wil dat u eruit gaat omdat hij het pand wil verkopen.
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
5
c.
d. e.
f. g.
U hebt onderhandeld over de huur van een bedrijfsruimte en u heeft mondeling ingestemd. De volgende dag (na een nachtje slapen) wilt u de toezegging annuleren omdat u het toch niet zo’n geweldige huurlocatie vindt. U hebt het huurcontract wel ontvangen maar niet ondertekend. Zit u er nu aan vast? U zit in een bedrijfspand en u wilt de voorgevel aanpassen vanwege een betere uitstraling. In hoeverre bent u vrij om dit te doen? In de loop van de tijd is er in de bedrijfsruimte nogal wat aangepast. Binnenkort verhuist het bedrijf naar een andere locatie. Moet het in de oude staat opgeleverd worden? Het dak van de bedrijfsruimte is lek. Wie is er aansprakelijk voor deze schade? In het huurcontract is niet over een indexregeling opgenomen. De verhuurder wil echter de huur verhogen volgens de indexregeling. Mag hij dit doen?
2.
Koop/verkoop bedrijfspand Bij de koop of verkoop van een bedrijfspand komt heel wat kijken, zoals de makelaar, de bank, de notaris, de gemeente, het koopcontract, het onderzoek naar het bedrijfspand, enzovoort. Onderzoek met wie en waarmee u bij de koop/verkoop van een bedrijfspand te maken krijgt en in welke volgorde dit zal gebeuren.
3.
Aanmaning Aan een klant zijn diensten geleverd. De klant betaalt de factuur niet. Onderzoek of hem in de aanmaning de wettelijke rentevergoeding aangezegd moet worden.
4.
Levering van ondeugdelijke goederen De ondernemer heeft onderdelen gekocht bij een groothandel, maar deze onderdelen deugen niet. Onderzoek wat de ondernemer hiertegen kan doen.
Uitgeverij Streutker
9 Overeenkomsten
6