Hoofdstuk 9 Info en kritiek 9.1 Een goede recensent? De echte, goeie criticus (ik denk hierbij dus vooral aan mezelf) is een zure, slecht in het pak zittende tobber, die door tijdgenoot en nageslacht gelijkelijk verguisd wordt. Des morgens drinkt hij eerst een beker azijn; des middags nuttigt hij een licht dejeuner van zuring en karnemelk; en des avonds leest hij zijn verfoeilijke boekjes of kijkt hij naar minderwaardige tv-programma’s; des nachts ten slotte, na een soupeetje van duivelskervel, en smeerwortel, zet hij zijn geniale gedachten zwierig op papier. De enigen met wie hij een warm, menselijk contact onderhoudt zijn de fiscus en de drukker. Zo beschrijft Gerrit Komrij de boekbespreker in Daar is het gat van de deur. Zijn de recensies, de besprekingen van boeken in een krant of een tijdschrift, echt zo zuur als hij doet voorkomen? Gelukkig niet! Hij zal zorgvuldiger en minder zuur te werk gaan, maar er blijft altijd iets persoonlijks een rol spelen. Hopelijk heeft de recensent er wel voldoende tijd voor uitgetrokken om het boek zorgvuldig te lezen. Soms is het schrijven een haastklus en daar lijdt de kwaliteit onder! Wat dat betreft, heeft een recensent in een tijdschrift het voordeel dat hij wat langer kan nadenken. Wat zijn recensies? Waarom schrijven kranten over boeken? Is er verschil tussen christelijke en niet-christelijke recensenten? Heeft het wel zin over boeken te schrijven? Aan welke eisen voldoet een goede recensie? Allemaal vragen die in dit hoofdstuk besproken worden. En dan is er nog de wetenschap die aandacht krijgt. Wie letteren gaat studeren, zal ontdekken dat er over de literatuur de eeuwen door geschreven is door professoren en andere wetenschappers. Vele, vele artikelen, monografieën en dissertaties zijn er gepubliceerd. Literatuur is ook een vak. 9.2 Wat zijn recensies? Een recensie is een bespreking van een boek in een krant of in een tijdschrift. Een beroepslezer werkt voor de krant. Hij krijgt het boek van de krant en ontvangt de opdracht een bespreking te maken. In een recensie laat hij weten waarover het boek gaat en wat hij ervan vindt. Eigenlijk worden er over alle kunstuitingen recensies geschreven. Er zijn boekrecensies, maar ook toneelrecensies of muziekrecensies. 9.3 De recensent aan het werk De beoordelaar voert dus in opdracht van de krant zijn taak uit. Maar waarop let hij? De heer J.A. Mooij heeft in De Gids (1973-7) een aantal eisen op een rijtje gezet, die sindsdien overal opduiken. Volgens hem kan een recensent uitgaan van: • de intentie van een auteur. Wat wil de auteur met dit boek bereiken? • wat de auteur hem gedaan heeft. Welke emoties bracht het lezen te voorschijn? • de werkelijkheid. Stemmen roman en realiteit met elkaar overeen? • de moraal. Beantwoordt het boek aan de eigen godsdienstige of wijsgerige normen? • de vernieuwingsdrang. Wat voor nieuws brengt deze roman eigenlijk? • de structuur van de roman. De roman als kunstwerk krijgt dan alle aandacht. Wie recensies doorneemt, zal inderdaad ontdekken dat veel van deze criteria ter sprake komen. Nooit allemaal natuurlijk, want elk boek stelt eigen eisen.
9.4 En de christelijke recensent? Als het goed is, is de christelijke recensent een vakman die zijn werk eerlijk doet. Hij zal het goede inderdaad goed noemen, terwijl hij het verkeerde echt afwijst, ook al doet hem dat misschien pijn. Hij behoort wel een oordeel te vellen, maar mag daarbij niet vervallen tot laster. Ook voor scheldpartijen heeft hij te waken. Wat mag je verwachten van een recensent in een christelijke krant? Hij kan in ieder geval alle zakelijke gegevens noemen, maar moet ook een ethisch oordeel vellen. De
Hoofdstuk 9 informatie en kritiek versie 3 vwo
vraag is of een beoordelaar dat te pas en te onpas doen moet. Niet bij ieder boek heeft de volwassen lezer een advies nodig. Hij behoort zelf te kunnen beslissen of hij het boek gaat lezen of niet. De christen-recensent moet er niet voor terugschrikken zijn Bijbel te citeren. Alleen in vage bewoordingen over de Bijbelse normen schrijven vindt een christen te mager. De christelijke recensent moet ervoor oppassen dat hij al te subjectief schrijft. Zijn taak is het boek te beoordelen en niet iets van zichzelf te beschrijven. Ook dient hij eenzijdigheid te vermijden. Het volle leven is breder dan het onderwerp waar hij graag over schrijft. De christelijke recensent behoort niet zo te kiezen dat alleen wereldse literatuur aandacht krijgt. Nee, juist hij zal op zoek gaan naar christelijke literatuur. Laat hij proberen juist die onder de aandacht te brengen van zijn lezers. Daarbij kan het zeker zo zijn dat gevoelige kwesties beschreven worden. Dat moet kunnen lijden. Juist de christen moet in de spiegel durven kijken! Of niet? 9.5 Waarom besteden kranten aandacht aan boeken? Elke krant biedt de lezer meer dan alleen het directe nieuws. In elke krant vind je pagina’s met achtergronden, meningsvorming en besprekingen van boeken die voor de lezers interessant zijn. De abonnees van een krant bepalen voor een deel welke boeken aandacht krijgen. Het RD bespreekt theologische boeken uit de gereformeerde hoek, maar het NRC merkt die boeken nauwelijks op. Omgekeerd zal een blad als Trouw aandacht besteden aan publicaties op sportgebied, die je tevergeefs zoekt in het RD. Ook wat literatuur betreft, maken kranten keuzes. De Volkskrant behandelt andere auteurs dan het RD. Deze krant schrijft over boeken van de seculiere literatuur uitvoeriger, terwijl het RD juist uitgebreider ingaat op wat van de christelijke persen rolt. Je moet er dus op bedacht zijn uit welke hoek de bespreking komt.
9.6 Hebben recensies effect of zin? In het verleden hadden recensenten veel gezag. Zij waren beroepslezers. Zij konden weten hoe de zaak in elkaar zat. In onze tijd is hun gezag minder groot. Het is waar dat ze deskundigen zijn, vinden lezers, maar andere kranten hebben ook deskundigen in dienst die tot heel andere conclusies komen. De recensent vestigt de aandacht op een boek dat net verschenen is. Hij kan dat boek prijzen of afkeuren. In beide gevallen kan dat effect hebben op de verkoop van het boek. Als iets goed is, willen veel mensen het lezen, maar als iets afgekeurd wordt, raken lezers ook nieuwsgierig. Ook volwassenen gedragen zich soms net als pubers: wat ontraden wordt, gaan ze juist lezen. In het verleden is gebleken dat bepaalde romans of gedichtenbundels goede besprekingen kregen, terwijl er toch nauwelijks boeken van verkocht werden. Soms kwam de verkoop veel later op gang. Er zijn boeken waar eigenlijk nauwelijks reclame voor gemaakt wordt: Bouquetseries en serieromans, maar de verkoopcijfers liggen hoog. Het is dus niet zo makkelijk vast te stellen of recensies verkoopeffect hebben. Nu kan ook de schrijver zelf wel profijt hebben van recensies. Vaak wijzen de beoordelaars sterke en zwakke plekken aan. Ze maken opmerkingen over de schrijfstijl en de opbouw. Als een auteur daarvoor openstaat, krijgt hij veel ‘gratis adviezen’. Ook lezers, ook leerlingen kunnen recensies nuttig gebruiken. Een recensie kan een discussie op gang brengen. Mogen deze boeken gelezen worden? kan een vraag van een beoordelaar zijn. Is de kijk van de schrijver op de werkelijkheid wel een goede kijk? kan een recensent de lezers vragen. Verder zullen recensenten als beroepslezers gemakkelijk verbindingen kunnen leggen met andere boeken die ze kennen. Daardoor plaatsen ze de boeken in een breder verband. En uiteraard zijn ze in staat een goede analyse te leveren, zodat de lezer het boek beter gaat begrijpen.
Hoofdstuk 9 informatie en kritiek versie 3 vwo
Opdrachten 1. Jij gaat zelf een recensie schrijven. Daarvoor neem je een van de korte verhalen uit Literatuur in zicht!, Verhalen en gedichten. Je recensie telt maximaal 300 woorden en bevat minstens drie criteria van Mooij (9.3). 2. Hans Werkman, zelf recensent, heeft in Het boek om mijn bureau over recenseren geschreven. Hij schrijft in hoofdstuk 3 over verzoekingen van de recensent. Je vindt ze alle veertien opgesomd op Yord. Kies er vijf uit die jij het gevaarlijkst vindt. Schrijf er per geval bij waarin het gevaar vooral schuilt. 3. Moet een recensent in het RD of ND het altijd vermelden dat wat hij gevonden heeft in het boek, niet overeenkomt met de christelijke zeden of met de Tien Geboden? Motiveer je antwoord. 4. Hoe zal de lezer reageren, als hij na een (positieve) recensie in een christelijke krant toch onchristelijke zaken aantreft in het boek? Met andere woorden: hoe is de verhouding tussen recensent en lezer, en wat is hun beider verantwoordelijkheid? 5. Wat zou jij in een recensie het meest aandacht geven: ethiek of esthetiek? Motiveer je antwoord. 6. Recensies beoordelen is lastig. Je moet er vaardigheid in krijgen. Zoek van een boek dat je pas gelezen hebt vijf recensies op uit verschillende dagbladen. Selecteer ze: kies de zwakste en de beste uit. Verklaar je keuze. 7. Neem bij een seculier boek de ‘levensbeschouwelijke proef’. Zoek verschillende recensies op. Kies snel op naam en ligging van de krant. Welke levensbeschouwelijke opmerkingen tref je aan? 8 Voer dezelfde opdracht nogmaals uit, maar nu voor een christelijke roman. Kijk bijvoorbeeld eens hoe er op Joke Verweerd, Wapenbroeders gereageerd is door het AD. 9. Steeds meer kranten digitaliseren hun archief. Voor de RD-artikelen raadpleeg je www.kliksafe.nl Kies: archief, waarna je auteur en titel kunt intypen om recensies te vinden. Probeer dat uit.
9.6 Hulp voor scholieren en studenten In boeken… Wie iets wil weten over literatuur of literatuurgeschiedenis, kan op veel plaatsen terecht. Vóór het computertijdperk zochten leerlingen hun informatie op in uittrekselboeken. Verschillende uitgeverijen verzamelden uittreksels of besprekingen van literair werk. Een heel erg bekend boek heette Literama. Daarin stonden wel meer dan 100 samenvattingen met wat vragen en enkele opmerkingen. Literette was een soortgelijk boek, maar daarin waren wat eenvoudiger boeken opgenomen. Aanzienlijk betere besprekingen waren te vinden in Belangrijke letterkundige werken. In drie delen behandelde de auteur grondig boeken met een behoorlijk niveau. Omdat er steeds nieuwe auteurs kwamen en nieuwe boeken uitgegeven werden, brachten uitgevers in de jaren ’80 losbladige lexicons op de markt. Bekend werd een serie waarin een schrijver met zijn hele werk besproken werd: Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945. Een andere aanpak koos de uitgever van Lexicon van literaire werken. Hij stelde één roman of gedichtenbundel centraal waaromheen de relevante informatie verschaft werd. …en digitaal Sinds de computer overal gebruikt wordt, zijn er te kust en te keur uittreksels en samenvattingen of besprekingen te vinden op verschillende sites voor scholieren. Het is wel belangrijk te weten, dat het vaak leerlingen zijn die de bestanden geschreven hebben. De kwaliteit wisselt heel erg, terwijl er ook vaak onjuistheden vermeld worden. Betrouwbaarder zijn uiteraard cd-roms die uitgevers op de markt hebben gebracht. Met name Biblion is actief geweest. Behalve een database met recensies heeft Biblion ook een database met uittreksels, de zogenaamde uittrekselbank, op de markt gebracht. In
Hoofdstuk 9 informatie en kritiek versie 3 vwo
openbare bibliotheken zijn deze uitgaven te raadplegen. Scholen hebben niet altijd een abonnement genomen. 9.7 Wetenschappelijk werk : literatuur als vak Literatuur is niet alleen iets voor persoonlijke verrijking of hobby, het is ook een vak geworden. Je kunt literatuurwetenschap aan een universiteit studeren. Bij wetenschappelijke taalstudies zullen hoogleraren of universitaire docenten literatuur wetenschappelijk aanpakken. Voor dat doel hebben bijvoorbeeld professoren handboeken geschreven, waarin beknopt een overzicht van de hele literatuur geschetst wordt. Docenten uit vroeger jaren kregen allemaal te maken met Knuvelder. Knuvelder was auteur van een viertal delen literatuurgeschiedenis tot in de 20e eeuw. Hij schreef het Handboek geschiedenis Nederlandse letterkunde. Daarna was het vaak lastig een samenvattend overzicht te krijgen totdat (prof.) Ton Anbeek in 1990 zijn Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985 liet uitgeven. In de 21e eeuw verschijnt er een reeks boeken die samen de hele geschiedenis van de letterkunde beschrijven: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur. In negen delen beschrijven verschillende wetenschappers over hun specialisme. De eerste delen zijn inmiddels verschenen. De Geschiedenis van de Nederlandse literatuur is geschreven voor een groot publiek, variërend van studenten en docenten Nederlands tot het algemene publiek dat geïnteresseerd is in literatuur. Van klein naar groot Literatuur vind je niet alleen in boeken, er wordt ook in tijdschriften over geschreven. Die zijn er te kust en te keur. Van eenvoudig tot wetenschappelijk. Doelgroepen bepalen vaak het niveau van de teksten. Een tijdschrift met een behoorlijk niveau dat de doelgroep christenen voorlicht, heet Liter. Vaak staan er in tijdschriften primaire teksten, maar veel tijdschriften besteden ook ruimte aan besprekingen van boeken en ze nemen essays op. Voor een overzicht kun je eens kijken op http://bltvn.kb.nl. Als een wetenschapper één onderwerp behandelt in een wetenschappelijk boek, schrijft hij een zogenaamde monografie. Vaak is er één auteur die zo’n boek publiceert. Je kunt in een monografie een uitgebreide bespreking van een bepaald onderwerp of een bepaalde persoon verwachten. De auteur zal je veel details geven en meestal wijst je hij verder met een bibliografie. Wie doctorandus is en nog verder wil studeren, kan promoveren. Voor een goed geschreven en verdedigd proefschrift krijgt de promovendus de titel doctor. Het boek dat hij onder leiding van een professor gemaakt heeft, is zijn dissertatie.
Opdrachten 1. Het is goed om eens te zien hoe kwalitatief verschillend besprekingen van literaire boeken zijn. Neem bijvoorbeeld het boek van Willem Elsschot Kaas of van Hella Haasse Oeroeg en leg de bespreking van Literama eens naast die van Belangrijke letterkundige werken. Bespreek de verschillen in de aanpak. 2. Nadat je een literair werk gelezen hebt, raadpleeg je een scholierensite met uittreksels. Niet alle besprekingen van leerlingen zijn even goed. Ze worden (soms) gewaardeerd met sterren. Neem in dat geval een bespreking met weinig sterren. Het is waarschijnlijk dat je fouten vindt. Iemand schrijft: (je vindt) flagrante flaters, onzinnige uitspraken en aantoonbare onzin. Ga na of dat klopt. Noteer de fouten én vermeld hoe het werkelijk is. 3. De handboeken van Knuvelder of Anbeek en de delen uit de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur zullen in hun geheel je wel te machtig zijn. Toch kun je heel goed delen ervan raadplegen. Hier volgen enkele opdrachten bij Anbeeks handboek. -Je wilt weten welke slagzinnen de Tachtigers hebben gebruikt en zoekt daarvoor in hoofdstuk 1, blz. 21-38.
Hoofdstuk 9 informatie en kritiek versie 3 vwo
-Je wilt weten wat de betekenis van de Tachtigers voor de literatuur is geweest. Je zoekt in hoofdstuk 1, blz. 21-38. -Je wilt de kenmerken van het naturalistisch proza kennen. Je zoekt in hoofdstuk 2, blz. 39-56. -Je wilt greep krijgen op de stroming van het symbolisme. Met behulp van hoofdstuk 4, blz. 76-94 kun je je een goed beeld vormen. -Je wilt een interpretatie lezen van het gedicht De wandelaar. Je vindt die in hoofdstuk 7, blz. 134-147. Uiteraard is deze serie opdrachten uit te breiden. 4. Zoek via Google vijf dissertaties over letterkundige onderwerpen op. Het moet er een zijn over Karel ende Elegast, over Constantijn Huygens, over het thema dood in de literatuur, over de historische roman en over de stroming van de Vijftigers. Wie heeft het proefschrift geschreven en hoe heet het?
Kernbegrippen Recensie / recensent Ethisch oordeel Handboek Subjectief Seculiere literatuur Monografie Dissertatie of proefschrift
Leerdoelen Als je • • • • • •
dit hoofdstuk bestudeerd hebt, kun je weten hoe dagbladen omgaan met literatuur; welke criteria Mooij voor besprekingen opstelde; wat het verschil is tussen beoordelaars vroeger en nu; aan welke eisen een christelijke beoordelaar moet voldoen; welke effecten recensies hebben; waar leerlingen hun informatie over literatuur kunnen vinden.
Hoofdstuk 9 informatie en kritiek versie 3 vwo