Hoofdstuk 5J: Risicofactoren en invloed van eigen gedrag Duur 60 minuten Leerdoelen deelnemers De deelnemers
Weten dat hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol en roken het risico op complicaties vergroten
Weten dat het risico op complicaties verminderd kan worden door een lagere bloeddruk, lager cholesterolgehalte en stoppen met roken
Weten dat deze risico’s ook verkleind kunnen worden door meer lichaamsbeweging, een lager lichaamsgewicht en gezonde voeding
Weten dat, om het risico op een hartinfarct te verkleinen, mensen met diabetes vaak wordt aangeraden medicijnen te gebruiken om het cholesterolgehalte te verlagen (ongeacht de hoogte van het cholesterol)
Weten dat aandacht voor en opmerken van de eerste tekenen van schade kan helpen om meer schade op langere termijn te voorkomen
Weten dat depressie vaker voorkomt bij mensen met diabetes en dat depressieve klachten invloed hebben op de manier waarop mensen met de diabetes omgaan
Kunnen hun eigen risicofactoren voor het ontwikkelen van complicaties van de diabetes benoemen
Zijn zich ervan bewust dat hen later in deze cursus gevraagd zal worden na te gaan of én hoe zij deze factoren kunnen beïnvloeden.
Kennen de belangrijkste informatie over de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten
Weten wat de voordelen zijn van het eten van vette vis (Omega 3 vetten)
Weten welke voedingsmiddelen veel verborgen vet bevatten en kunnen aangeven wat alternatieven zijn met minder vet
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
1
Inhoud
Factoren die het risico op deze complicaties vergroten: Verhoogde bloedglucose Hoge bloeddruk Verhoogd cholesterol Roken Te grote middelomtrek/overgewicht Depressie Huidige adviezen voor het verkleinen van het risico op hart- en vaatziekten Goede regulatie van de diabetes Goede bloeddruk Verlagen van het cholesterol Stoppen met roken Voldoende lichamelijke activiteit Gezonde voeding Gezond gewicht en een goede middelomtrek Jaarlijkse screening op vroege aanwijzingen voor complicaties Foto’s van de retina (fundusfotografie) Voetcontrole Uitgebreid onderzoek in bloed en urine
Deelnemers vullen hun eigen gezondheidsprofiel in
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
2
Rol trainer
Te leren dat complicaties niet alleen te maken hebben met de bloedglucosewaarden maar ook met bloeddruk, cholesterol, roken, een te grote middelomtrek en depressie
Te begrijpen dat complicaties niet onvermijdelijk zijn en voor een groot deel kunnen worden beperkt door de invloed van de risicofactoren te verminderen
Te begrijpen wat de invloed is van gezonde voeding, lichaamsbeweging en afvallen op het beperken van risicofactoren
Te leren dat cholesterolverlagers (statines) het risico op een hartinfarct kunnen verkleinen
Te leren waarom en hoe op vroege tekenen van complicaties wordt gescreend Te begrijpen wat de rol is van depressie bij diabetes Er achter te komen wat op dit moment zijn/haar eigen risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van complicaties van de diabetes
Er achter te komen welke risicofactor(en) voor hem/haar op dit moment belangrijk is/zijn en wat hij/zij kan doen om deze aan te pakken
Geeft aan het eind van de bijeenkomst een samenvatting en een overzicht van de belangrijkste leerdoelen.
Helpt deelnemers te leren welke voedingsmiddelen Omega 3 vetten bevatten en
Moedigt discussie aan over de verschillende soorten vet en verborgen vetten in voeding
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
3
J 1 Risicofactoren die de kans op hart en vaatziekten verhogen De risicofactoren bloeddruk, cholesterol en HbA1c zijn door de trainers voorafgaande aan de cursus in het medisch dossier opgezocht of door de deelnemers zelf geïnventariseerd.
Welke factoren hebben invloed op het krijgen van hart en vaatziekten, naast het hebben van diabetes? Maak een flap-over met de volgende inhoud. Kans op hart en vaatziekten Wel te beïnvloeden: Bloeddruk Cholesterol Roken Weinig beweging Slechte voedingsgewoonten Niet te beïnvloeden: Leeftijd Geslacht Komt in de familie voor
We focussen ons op de factoren waar u invloed op kunt hebben in het volgende onderdeel. Ik stel voor dat we nu het gezondheidsprofiel gaan bespreken en kijken hoe u ervoor staat op de risicofactoren. Pakt u het erbij. We beginnen met de eerste: de bloeddruk.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
4
J 2 Bloeddruk
Wat is een bloeddruk en welke gevolgen heeft het?
Bloeddruk is de druk die uw bloed uitoefent op de wanden van uw bloedvaten. Wanneer mensen ouder worden en de aderen meer dichtslibben, worden de bloedvaten minder elastisch en neemt de druk toe (zie tekening grote bloedvaten). Een hogere druk betekent dat meer kracht op de vaatwand wordt uitgeoefend, waardoor deze beschadigd kan raken en hierdoor dichtslibben.
Waarom is de bloeddruk zo belangrijk bij diabetes?
Een hoge bloeddruk vergroot vooral het risico op een hartinfarct en herseninfarct en kan leiden tot voortijdig overlijden. Het verlagen van de bloeddruk verkleint deze risico’s .
Hoe weten we of de bloeddruk hoog is? Horen daar bepaalde klachten of symptomen bij?
Een hoge bloeddruk gaat maar heel zelden gepaard met symptomen. De enige manier om er achter te komen hoe hoog uw bloeddruk is, is door deze te meten.
Wat is een ‘goede’ waarde voor de bloeddruk? Weet iemand welke getallen we daarvoor gebruiken?
De aanbevolen waarde voor mensen met diabetes is lager dan 140/90 volgens internationale richtlijnen. De streefwaarden voor mensen met diabetes zijn lager dan voor mensen zonder diabetes, omdat diabetes meer risico’s met zich meebrengt. Als mensen complicaties van de diabetes hebben, vooral nierproblemen (bijvoorbeeld wanneer er eiwit in de urine aanwezig is), is het streven een nog lagere bloeddruk. In het algemeen geldt: hoe lager, hoe beter. Dit wordt telkens weer aangetoond door onderzoek en de nieuwe richtlijnen geven ongetwijfeld lagere waarden aan.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
5
Noteer deze waarden (140/90) op de flap-over achter Bloeddruk. Zoals u ziet worden er twee getallen gebruikt; 140/90. Waar staan die getallen voor? Is het ene getal belangrijker dan het andere?
Het hoogste getal wordt de bovendruk /‘systolische’ bloeddruk genoemd. Schrijf het woord op de flap-over. Het laagste getal is de onderdruk /‘diastolische’ bloeddruk. Schrijf dit ook op de flap-over. De bovendruk /systole is de bovendruk, de druk die op de vaten staat wanneer het hart het bloed uitpompt. De onderdruk /diastole is de onderdruk wanneer het hart ontspant. Ze zijn beiden belangrijk en we streven ernaar dat ze allebei onder de streefwaarden liggen. De systolische bovendruk is bij voorkeur lager dan 140 en een diastolische onderdruk lager dan 90.
Wanneer mensen bij de dokter te horen krijgen dat hun bloeddruk te hoog is, proberen ze vaak een verklaring te zoeken. Bijvoorbeeld dat het komt doordat ze nu in het ziekenhuis zijn, of doordat ze een vermoeiende reis achter de rug hebben. Wat voor effect kunnen die zaken op uw bloeddruk hebben?
Bij mensen die daar gevoelig voor zijn, kunnen ze heel goed een hogere bloeddruk tot gevolg hebben. Bij mensen die daar niet gevoelig voor zijn, gebeurt dat echter niet. Spanningen kunnen tot gevolg hebben dat de bloeddruk stijgt, maar heeft niet iedereen van tijd tot tijd spanningen in zijn leven? Vertel in ieder geval het volgende: Ook een tijdelijk verhoogde bloeddruk kan schadelijk zijn. De bloeddruk wordt liefst op twee of drie verschillende tijdstippen gemeten, om te zien of deze een langere periode te hoog is. Daarop wordt een voorstel voor behandeling afgestemd. Bij twijfel over de instelling worden thuismetingen of een 24-uursmeting geadviseerd.
Uw bloeddruk is dus belangrijk. Wilt u uw bloeddruk invullen op het gezondheidsprofiel? Het kan zijn dat u in overleg met uw arts andere waarden nastreeft dan eerder besproken. Bespreek dit de volgende keer met uw arts.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
6
Weet iemand wat je kunt doen om de bloeddruk te verlagen? Schrijf de antwoorden op de flap-over Bloeddruk verlagen en stel vragen tot deelnemers met de volgende antwoorden komen:
Bloeddruk verlagen Lichaamsbeweging Medicijnen gebruiken Verkleinen middelomtrek Alcohol ( 2 eenheden/dag voor mannen en vrouwen) Voeding:
Minder zout eten Geen drop en zoethout eten Minder verzadigd vet eten Richtlijnen gezonde voeding: Drie maal per dag halfvolle/magere melkproducten gebruiken Twee ons groenten en twee stuks fruit per dag
J a Therapietrouw (optionele aanvulling) Op de lijst staat ‘medicijnen innemen zoals voorgeschreven’. Hoeveel procent van de mensen neemt medicijnen ook daadwerkelijk in zoals is voorgeschreven?
We weten dan meer dan de helft van de mensen hun medicijn niet inneemt zoals voorgeschreven. Het kan zijn dat niet alle tabletten worden genomen, maar ook dat ze op een verkeerd moment worden genomen.
Welke gevolgen kan dat hebben? Wat gebeurt er als je een dosis insuline mist? En wat als je een bloeddruktabletje vergeet?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
7
De gevolgen zijn afhankelijk van het medicijn. In ieder geval zal de behandeling niet optimaal zijn. Mogelijk heeft het zelf nadelige effecten. De ziekte wordt niet goed behandeld, kan langer duren, klachten blijven of keren terug.
In welke omstandigheden/op welke momenten lukt het u niet/niet altijd om de medicatie in te nemen zoals voorgeschreven? Schrijf de antwoorden op een flap, laat ruimte voor de mogelijke oplossingen.
Problemen met therapietrouw
Oplossingen
Vergeten
pillendoosje, alarm zetten, bijhouden medicijn
Niet meegenomen
inname, medicijn-app
Bang voor de bijwerkingen
contact met hulpverlener of apotheek
Advies niet duidelijk
informatie vragen, overleg over beter inpassen
Niet weten waar medicijn voor dient
in dagelijks leven
Geen effect merken
Ook deze informatie wordt gebruikt bij het maken van het actieplan.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
8
J 3 Cholesterol
Het volgende onderwerp is cholesterol. Wat is cholesterol?
Het is een soort vet in het bloed dat, zoals we eerder besproken hebben, zich kan ophopen aan de binnenkant van de vaten. Verwijs naar de eerder gemaakte tekening van het bloedvat.
Waartoe dient cholesterol in ons lichaam?
Cholesterol is als bouwstof nodig in het lichaam, onder andere voor het maken van de wanden van cellen. Leg uit dat er twee soorten cholesterol zijn: HDL (‘High Density Lipoprotein’) of ‘goed’ cholesterol en LDL (‘Low Density Lipoprotein’) of ‘slecht’ cholesterol; wanneer gesproken wordt over het verband tussen risico’s en complicaties en cholesterol, gaat het om het ‘slechte’ cholesterol. Er worden verschillende vetten bepaald in het laboratorium. We concentreren ons nu op het slechte vet, het LDL.
Wanneer is het cholesterol te hoog of te laag? Welke symptomen horen daar bij?
Cholesterol wordt gemeten in het bloed. Bij te hoge cholesterolwaarden treden geen symptomen op.
Is het cholesterolgehalte bij mensen met diabetes hoger dan bij mensen zonder diabetes? Nee, maar er is vaak wel meer van het ‘slechte’ cholesterol, waardoor meer schade kan ontstaan en het risico op hart- en vaatziekten is verhoogd.
Wat is een “goede” waarde van het LDL?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
9
Kleiner dan 2,5.
Wilt u het LDL op uw gezondheidsprofiel invullen?
Tot voor kort werd alleen behandeld bij een ‘te hoog’ cholesterolgehalte. Tegenwoordig weten we dat wanneer mensen met diabetes boven de 40 jaar bepaalde cholesterolverlagende medicijnen gebruiken (‘statines’), de kans op een hartinfarct of herseninfarct kleiner is, ongeacht het cholesterolgehalte.
Wat kunt u doen om het LDL (en de andere vetten) in het bloed te verbeteren? Schrijf antwoorden op de flap-over Cholesterol verlagen met name LDL verlagen, stel vragen tot deelnemers met de volgende lijst komen: Cholesterol verlagen (met name LDL)
Lichaamsbeweging Medicijnen Vetten bij voorkeur: onverzadigd, vloeibaar, plantaardig, vette vis (omega 3) Bijvoorbeeld: olijfolie, noten Vetten bij uitzondering: verzadigd, hard, dierlijk, verborgen vetten Bijvoorbeeld: vet uit snacks en vlees, koekjes, chocola 1-2 keer per week vette vis eten Richtlijnen gezonde voeding: Voldoende voedingsvezels eten ( groenten, fruit, peulvruchten, volkorenproducten, havermout)
J 3a Vette vissen (optionele aanvulling) Ik zou graag met u willen kijken naar de vette vissen en hun effect op het risico op hart en vaatziekten.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
10
Hoe heten de vetten die in vette vis zitten? Weet u wat de voordelen zijn van Omega 3 vetzuren ofwel Omega 3 vetten, in uw voeding? Waar zit het in? Als de groep er zelf niet op antwoorden komt, help hen dan op weg.
Ja, precies. Omega 3 zorgt voor: een meer regelmatige hartslag, minder stroperig bloed, waardoor het minder snel klontert, en het beschermt de vaten doordat het ontstekingen remt. Omega 3 vet zit in vette vis.
Weet u wat de aanbevelingen zijn om hart en vaten te beschermen?
Het antwoord is: Aanbevolen wordt 2 porties vis per week te eten waarvan 1 portie vette vis is. Een portie weegt ongeveer 100 gram.
Doe het Vette Vissen spel
Opdracht Vette Vissen spel: U heeft hier afbeeldingen of dummy’s van vissen. Wilt u deze sorteren in twee groepen: veel Omega 3 en weinig Omega 3 vetten?
Bevat veel omega 3 vetten
Bevat weinig omega 3 vetten
Zalm
Witte vis (kabeljauw, schelvis, wijting, schol)
Forel
Schaal- en schelpdieren (garnaal, mossel,
Makreel
kreeft)
Heilbot
Tonijn
Haring Paling (vervuild)
Bespreek het vette vissen spel na. Waar kan je op letten bij de viskraam of in de winkel? Witte vissoorten zijn bijna altijd mager. Vis is een goede vervanging van vlees.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
11
J 4 Roken
De derde risicofactor op het gezondheidsprofiel is roken. Rookt u? Wilt u het gezondheidsprofiel weer invullen? Waarom denkt u dat deze vraag gesteld wordt?
Dit is een zodanig veelomvattend onderwerp dat we er vandaag niet tot in detail op in kunnen gaan. Iedereen weet dat roken slecht is voor de gezondheid en dit geldt vooral bij diabetes. Gebruik de tekening van het bloedvat.
Het is u vast wel opgevallen dat in het gezondheidsprofiel staat ‘Passief’ Roken. Wat wordt daaronder verstaan?
Men rookt passief mee als men regelmatig in een ruimte is waar gerookt wordt. Dus wanneer een medebewoner in huis rookt of wanneer je regelmatig op een plek komt, waar gerookt wordt. Als er veel mensen zijn die roken en er is behoefte aan kan je een flap-over maken met zaken die je kan doen als je wilt stoppen met roken zoals: stopdatum vaststellen, anderen vertellen dat je wilt stoppen, steun zoeken, cursus volgen, begeleiding POH of verpleegkundige, zelfhulpboeken, nicotine pleister of kauwgom, acupunctuur.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
12
J5
Risicofactoren: HbA1c Wilt u uw HbA1c op het gezondheidsprofiel invullen? Verwijs terug naar het bespreken van het “Bloedglucose controleren”. Herhaal de streefwaarden van een goed HbA1c : < 53 mmol/mol. Pak de flap erbij die is gemaakt bij onderdeel 5C: “Verlagen van de bloedglucose / Behandeling van Diabetes”. Neem alle antwoorden nog eens door.
Verlagen van de bloedglucose / Behandeling van Diabetes Meer lichaamsbeweging Verlagen middelomtrek/ Afvallen Medicatie / tabletten / insuline Medicijnen innemen zoals voorgeschreven Gezond eten -
kleinere hoeveelheden eten
-
koolhydraten verdelen over de dag
Welk effect heeft lichaamsbeweging op de bloedglucose?
Inderdaad, het verlaagt de bloedglucose. De cellen worden gevoeliger voor insuline. Door meer te bewegen kan je ook de middelomvang verkleinen, dit heeft ook gunstig effect op het HbA1c.
Wat deden de medicijnen ook al weer? Pak de tekening erbij uit 5C over “Wat is diabetes?” en neem de tabletten en het gebruik van insuline nog een keer kort door.
Lukt het u om elke dag uw diabetes medicijnen in te nemen zoals bedoeld? Zo niet, wat is er lastig?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
13
Geef iedereen de ruimte en veroordeel geen antwoord. Vraag de groep mee te denken als er problemen zijn met therapietrouw. Hebben zij tips of ervaringen die kunnen helpen? Verwijs zo nodig naar de flap die eerder is gemaakt over moeilijkheden bij het innemen van medicatie.
Vorige week hadden we het over koolhydraten en het effect op de bloedglucose. Wat is u het meeste bijgebleven?
Bespreek dat koolhydraten direct invloed hebben op de bloedglucosewaarden. Bespreek dat spreiding van koolhydraten. Minder koolhydraten eten/drinken kan een gunstig effect hebben op het HbA1c en op het gewicht.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
14
J6
Risicofactoren: Te grote middelomtrek / Overgewicht Ook overgewicht, vooral als dit rond het middel zit, is een risicofactor voor complicaties. Het vergroot de insulineresistentie.
Wilt u uw middelomtrek meten en op uw gezondheidsprofiel invullen? Geef alle deelnemers een meetlint en help hen zo nodig bij het meten van de middelomtrek. Doe voor op welke wijze de middelomtrek gemeten moet worden (na uitademing, ontspannen buik, tussen bekkenkam en onderste rib, horizontaal)
Wat is nou belangrijker: afvallen of je middelomvang verkleinen?
We weten uit onderzoek dat vooral de middelomvang van belang is. Het meten van de buikomvang is best lastig en is sterk afhankelijk van op welke hoogte hij wordt gemeten. Vaker wordt gewicht en BMI gebruikt.
Gaat het altijd samen? Als je middelomtrek verkleint, val je dan ook altijd af? En andersom?
Nee, dat hoeft niet. Het kan goed zijn dat als je meer gaat bewegen je niet direct afvalt, maar dat het wel vrij snel te merken is aan de buikomvang. Elke centimeter is winst!
Wat kan je doen om je middelomtrek te verkleinen en/of af te vallen? Stel vragen tot de volgende antwoorden besproken zijn en schrijf op flap-over.
Middelomtrek verkleinen/afvallen -
Meer lichaamsbeweging
-
Minder (verborgen) vet eten
-
Minder koolhydraten eten
-
Minder alcohol drinken
-
Kleinere porties eten
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
15
-
Minder snoepen / snacken
-
Deskundigen raadplegen (bijv. een diëtist)
Ga verder in op de vetten en de verborgen vetten. We hebben het vorige week gehad over de calorieën. We hebben toen producten proberen te rangschikken van meeste calorieën naar minste calorieën. Het bleek dat alle producten 100 kcal bevatten. Ook hebben we het gehad over koolhydraten. Het effect op de bloedglucose. Minder koolhydraten eten is ook gunstig voor het gewicht.
Welke producten bevatten veel calorieën?
Inderdaad, vooral vetten in de voeding leveren veel calorieën. Dit naast koolhydraten en alcohol.
In welke producten zitten vetten? Wat zou de term ‘verborgen vet’ betekenen?
Maak een flapover met vette producten (je kunt ze ook toevoegen aan de flapover over afvallen). Zorg dat er allerlei verschillende producten op staan, olie, boter, noten, koekjes, taart, snacks, volvette melkproducten, vette vis. In kant-en-klare maaltijden, snacks en koekjes zitten vetten die niet zo duidelijk zichtbaar zijn als margarine en olie, daarom wel verborgen vet genoemd. Dit verborgen vet bepaalt meestal het grootste deel van onze vetinname en is onnodig.
Welke vetten zijn nuttig voor het lichaam? Welke vetten kan het lichaam missen?
Met olie, vloeibare bak en braadproducten, vette vis en noten/zaden is niets mis als je die met mate gebruikt. Deze vetten hebben de voorkeur. Vooral de dierlijke vetten zijn niet goed, daar zit veel slecht vet in en ze zijn ongunstig voor het cholesterol. Snacks, chocola, koek, kant en klare maaltijden, repen, verpakte koekjes zijn berucht.
Wat zou er gebeuren als je alle vetten uit je voeding weg laat?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
16
Je lichaam heeft ook vetten nodig. Naast koolhydraten zijn vetten een belangrijke brandstof voor het lichaam. Daarnaast hebben vetten invloed op de verzadiging. Als je te weinig vet eet bij de maaltijden zal je sneller honger krijgen tussen de maaltijden door. De kans is dan groter dat je meer verborgen vet gaat eten in de vorm van snacks of koekjes. Het is vooral bij de maaltijd belangrijk om niet geheel mager te eten. Ook vervang je vetten dan waarschijnlijk door koolhydraten. Het is belang om vetten te blijven eten, maar met mate en bij voorkeur de goede soorten.
J6
Verborgen vetten (optionele aanvulling)
Start een discussie over hoeveelheden. Wat is dan ‘met mate’? Wat is een normale hoeveelheid? Hoeveel vlees, hoeveel olie/margarine in de pan, hoeveel toetje? Hoeveel koekjes en tussendoortjes? U kunt de volgende vragen als hulpmiddel gebruiken, laat wel zo veel mogelijk ideeën vanuit de groep zelf komen. Ideeën voor vragen en discussie: Vraag
Leerdoel
Ideeën
Wat maakt het uit als ik een
Om te illustreren welk effect
Discussie over portiegrootte
kleine pizza neem in plaats van
veranderingen in portie-
een grote pizza?
grootte hebben
Wat maakt het voor verschil
Nagaan wat het effect op het
wanneer ik voor een gekookt
vetgehalte is van verschillende
i.p.v. gebakken ei kies?
bereidingsmethoden
Bereidingsmethoden
Welke alternatieven zijn er voor patat frites, en als ik toch patat eet, hoe kan ik er dan voor zorgen dat die minder vet bevat? Welk alternatief is er voor een lekkerbekje? Hoe kom ik er achter welke saus
Aangeven hoe etiketten
Etiketten bekijken om goed
of kant-en-klaar maaltijd het
kunnen worden gebruikt om
te kunnen vergelijken (en er
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
17
minste vet bevat… (en wat zou
het vetgehalte van
bij stil staan dat de grootte
nog meer verschil maken, bijv.
‘vergelijkbare’ producten te
van de portie er wel degelijk
grootte van de portie)
vergelijken
toe doet)
Wat kan ik het best als
Om aan te geven dat de
Alternatieven voor
tussendoortje eten?
meeste tussendoortjes veel
tussendoortjes
calorieën bevatten, en welke alternatieven een goede keuze zijn (fruit) Hoe kies ik in bijv. het
Om aan te geven dat
Heldere soep, magere
bedrijfsrestaurant een lunch met
maaltijden met veel vet redelijk
vleeswaren, evt. zoet beleg,
minder vet, vergeleken met een
gemakkelijk zijn te vervangen
salade, fruitsalade, magere
lunch van champignonsoep, een
door alternatieven uit ‘lagere’
zuivelproducten
broodje kroket en een broodje
categorieën
kaas? Hoe kan ik de volgende
Om aan te geven dat
Kleine aanpassingen van
maaltijden met weinig vet
maaltijden een stuk gezonder
maaltijden:
klaarmaken?
zijn door kleine aanpassingen
Gebruik 1 eetl. vet pp
Macaroni
Maak magere jus (ontvetten,
Nasi
Om aan te geven dat een
zakje)
Stamppot
kleinere hoeveelheid uit de
Gebruik voldoende groenten
categorie MEEST en een
Gebruik magere
grotere hoeveelheid uit de
vleessoorten
categorie MINST helpt om
Gebruik magere (rode)
maaltijden met minder vet te
sauzen
eten, terwijl de grootte van de
Garneer met magere kaas
maaltijd gelijk blijft In welke maaltijden denkt u dat u
Zie boven, eigen suggesties
verandering kunt aanbrengen?
zijn het belangrijkst
Heeft u ideeën hoe u meer fruit
2 ons groenten, 2 stuks
en groenten kunt eten?
fruit. Bijvoorbeeld: Fruit als tussendoortje, (vers) vruchtensap. Benadrukken: liever niet meer dan 2 stuks fruit. Groente: salade bij broodmaaltijd, tomaat/ komkommer als broodbeleg, rauwkost als tussendoortje, bouillon royaal vullen met groenten
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
18
Ik wil u vragen na te denken over kleine veranderingen die voor u een verschil zouden kunnen maken, en om deze op te schrijven. Vat de belangrijkste punten kort samen en voeg ze toe aan de flap: middelomtrek verkleinen/afvallen.
J7
Risicofactoren: Depressie We hebben redelijk uitgebreid stilgestaan bij de schade aan de grote en kleine bloedvaten als de zenuwen, waardoor complicaties van de diabetes kunnen ontstaan. We hebben gezien dat niet alleen bloedglucosewaarden belangrijk zijn, maar ook nog andere factoren een rol spelen, zoals bloeddruk, middelomvang en roken. Voordat we gaan kijken welk van deze zaken voor u persoonlijk een belangrijke rol spelen op dit moment, wil ik graag nog één belangrijk onderwerp bespreken. Zoals u waarschijnlijk al gezien heeft, staat er ook een depressiescore op uw gezondheidsprofiel. In de folder die u heeft ontvangen, vóór deelname aan deze cursus, stond een screeningslijst met betrekking tot uw stemming. Als u deze heeft ingevuld en de antwoorden heeft opgeteld, kunt u deze score aangeven op uw gezondheidsprofiel. Mocht u dit nog niet gedaan hebben, geef ik u nu even de tijd dit alsnog te doen. Onderaan de lijst staat hoe u de totaalscore berekent. Als u vragen heeft over uw score of als u er zich zorgen over maakt, kunt u nu in de groep of in de pauze/na de bijeenkomst met een van ons hierover praten.
Welk verband denkt u dat er bestaat tussen depressie en diabetes?
Uit onderzoek blijkt dat depressie vaker voorkomt bij mensen met diabetes. hoe de relatie precies wordt veroorzaakt is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat de zorgen en lasten die bij een chronische aandoening als diabetes komen kijken een rol speelt bij het ontwikkelen van een depressie.
Welke negatieve gevolgen kan depressie hebben voor de diabetes?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
19
Zorg ervoor dat u opmerkingen niet negeert of zegt dat iets fout is. Prijs deelnemers voor de poging en vraag waarom hij/zij dat denkt.
Ja, dat klopt. Ten eerste voelt iemand met een depressie zich natuurlijk rot. Een depressie kan echter ook invloed hebben op de regulatie van de diabetes.
Wat doet iemand die depressief of somber is?
Geef tijd voor reacties en bespreek deze.
Het kan ons allemaal overkomen, als we ons niet prettig voelen drinken we vaak wat meer alcohol, eten we meer en blijven we op de bank zitten kniezen. Precies het tegenovergestelde van wat eigenlijk nodig is om een goede regulatie van de diabetes te bereiken. Daarnaast lijkt het zo te zijn dat bij mensen die depressief zijn bepaalde chemische stoffen worden gemaakt die de werking van insuline tegengaan.
Dus, als u depressief bent, wat gebeurt er dan met uw bloedglucosewaarden?
Geef tijd voor antwoorden en bespreek deze.
Stress kan bij sommige mensen hetzelfde effect hebben: het kan invloed hebben op ons gedrag (meer of juist minder eten, drinken, slapen, roken, medicijnen vergeten) en op die manier te hoge of juist te lage bloedglucosewaarden tot gevolg hebben. Ook kunnen hormonen die bij stress vrijkomen in het lichaam invloed hebben op de werking van insuline en daarmee het bloedglucosegehalte.
Wat zou u dan kunnen doen om uw stemming te verbeteren? Schrijf antwoorden op de flap-over onder het kopje “Stemming verbeteren” en stel vragen tot u de volgende lijst heeft:
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
20
Stemming verbeteren -
Meer lichaamsbeweging
-
Met mijn arts, POH, verpleegkundige of andere hulpverlener praten
-
Psychologische hulp zoeken
-
www.diabetergestemd.nl raadplegen
-
Medicijnen nemen (tijdig en juiste dosering)
J 8 Samenvatting
We hebben in deze bijeenkomst weer veel besproken. Ik wil nog even een korte samenvatting geven en nagaan of alles duidelijk is en of er vragen zijn.
Ga na of er vragen zijn/ of alles duidelijk is voor iedereen.
Sommige dingen die we besproken hebben kunnen nogal angstaanjagend klinken. Het is belangrijk dat u deze dingen in de juiste context ziet. Met de juiste controles en vroege behandeling kunnen veel complicaties van diabetes voorkomen, vertraagd of uitgesteld worden. Mocht u toch nog met vragen zitten of u zorgen maken, aarzel niet dit te laten weten. Dit kan nu in deze bijeenkomst, na de bijeenkomst of bij uw eigen internist, diabetesverpleegkundige of diëtist. Uw gezondheidsprofiel geeft een overzicht hoe u er nu voor staat op alle verschillende gebieden die we hebben besproken. U gaat dat straks gebruiken bij het maken van uw actieplan. Teken op de flap-over een tabel met een tekening van een hart, hersenen, nieren, penis (of symbool), en twee voeten (zie onder). Deze flap-over kan van te voren gemaakt worden zonder de “vinkjes”; kan geplastificeerd worden. Ook deze informatie wordt bij het maken van het actieplan gebruikt. De bedoeling van deze flap is dat de deelnemers inzien dat alle acties die ondernemen om een risicofactor te verbeteren, een positieve invloed hebben op bijna alle organen.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
21
Hart
Hersenen
Ogen
Nieren
Erectie-
Voeten
problemen Glucose
√
√
√
√
√
√
Bloeddruk
√
√
√
√
√
√
Roken
√
√
√
√
√
√
Cholesterol
√
√
Middelomtrek
√
√
√
√
√
√
(√)
(√)
(√)
(√)
(√)
(√)
Depressie
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5J, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2015
22