Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Paragraaf 5.1 1.
Ondernemingsrecht a. Wat is economisch en juridisch gezien het verschil in benadering bij de diverse ondernemersvormen? b. Waartoe dient het ondernemingsrecht? c. Waarom is, juridisch gezien, een onderneming niet interessant voor de jurist maar een ondernemer juist wel? d. Ondernemers kunnen als hoofdgroepen in twee soorten personen ingedeeld worden. Welke zijn deze? e. Wat verstaat men onder de begrippen ‘natuurlijke persoon’ en ‘rechtspersoon’? f. Noem de meest voorkomende ondernemersvormen. g. Welke ondernemersvormen zijn rechtspersoon? h. Definieer het begrip: ondernemersvorm. i. Van welke factoren is de keuze van de rechtsvorm afhankelijk? j. In Nederland en de EG kennen we de publicatiewetgeving. • Wat verstaat men hieronder? • Welke rechtsvormen moeten hieraan voldoen? • Waar moeten de jaarstukken gedeponeerd worden? • Wat is het doel van deze wetgeving?
2.
Eenmanszaak a. Wat verstaan we onder een eenmanszaak? b. In een eenmanszaak is de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor eventuele tekorten. Wat wordt hiermee bedoeld? c. In hoeverre kan een getrouwd natuurlijke persoon privé-vermogen buiten de aansprakelijkheid houden? d. Waarom zou een eenmanszaak niet verplicht zijn jaarstukken te publiceren? e. Waarom kan een ondernemer van een eenmanszaak slechts over een beperkte hoeveelheid vermogen beschikken? f. In hoeverre kan de ondernemer van een eenmanszaak de continuïteit van de onderneming verzekeren? g. Wat zijn de belangrijkste voordelen van een eenmanszaak? h. Wat zijn de belangrijkste nadelen van een eenmanszaak?
3.
Vennootschap onder firma (VOF) a. Wat verstaat men onder een vennootschap onder firma (VOF)? b. Wanneer zal men tot het oprichten van een VOF besluiten? c. Waarom is het verstandig de samenwerking in statuten vast te leggen? d. Wat kan er zoal in de akte geregeld zijn? e. De VOF kent een meerhoofdige leiding. Vindt u dit een voldoende garantie voor de continuïteit van de onderneming? Motiveer het antwoord. f. Wat verstaat men onder een compagnonsverzekering? g. Wat verstaat men onder een voortzettingsbeding? h. Waarom kunnen ondernemers van een VOF doorgaans een groter vermogen aantrekken dan de ondernemer van een eenmanszaak? i. Wat zijn de belangrijkste voordelen van een VOF? j. Wat zijn de belangrijkste nadelen van een VOF?
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
1
k. l.
Op welke manieren kan de winstverdeling geregeld zijn tussen de ondernemers van een VOF? Wat wordt bedoeld met overwinst?
4.
Berekening winstverdeling (1) In een VOF hebben de vennoten Alberts, Bakker en Cornelius vermogens gestort van respectievelijk €160.000, €128.000 en €72.000. Omdat Cornelius ook specifieke kennis inbrengt, ontvangt hij uit de winst eerst €12.000, waarna de drie vennoten 5% over het ingebrachte vermogen ontvangen, terwijl de rest gelijkelijk verdeeld wordt. Hoe groot is ieders winstaandeel bij een winst van €159.600?
5.
Berekening winstverdeling (2) De heren Vos en De Wit willen een vennootschap onder firma oprichten. Ze hebben daarvoor nodig: • gebouwen €120.000; • goederen €30.000; • kasgeld €6.000; • inventaris €40.000; • debiteuren €20.000. Vos zal voor 60% deelnemen en De Wit voor 40%. In de oprichtingsakte zal vermeld worden dat ieder van de winst 10% van het ingebrachte vermogen zullen krijgen en de rest gelijk verdeeld wordt. a. Stel dat er met hun ingebrachte vermogen een winst van €100.000 gemaakt wordt, bereken dan de winst die de heren Vos en De Wit ieder afzonderlijk zullen ontvangen. b. Hoeveel procent bedraagt deze winst van ieders geïnvesteerde vermogen? c. Stel dat er een verlies van €12.000 ontstaat, wat moeten de heren Vos en De Wit dan betalen?
6.
Berekening winstverdeling (3) Een jonge ondernemer is tot de conclusie gekomen dat het kopen van een garagebedrijf voor hem alleen geen haalbare kaart is. Zijn eigen vermogen bedraagt €40.000. Hij kiest voor samenwerking met een compagnon, die €60.000 in het bedrijf kan inbrengen. Ze besluiten in de akte van oprichting dat ieder uit de winst 8% ontvangt van het ingebrachte vermogen en dat het resterende bedrag van de winst gelijkelijk verdeeld zal worden. Om nu een beeld te krijgen wat hen te wachten staat, maakt u de twee volgende berekeningen. a. Wat krijgt ieder bij een winst van €30.000? b. Wat moet ieder betalen bij een verlies van €20.000?
7.
Berekening winstverdeling (4) In de oprichtingsakte van een bedrijf is de winstdeling als volgt geregeld: • beide vennoten krijgen eerst ieder een bedrag van €25.000; • daarna ontvangen beide vennoten 10% van het door hen ingebrachte vermogen; • in geval van overwinst of verlies wordt tussen de vennoten A en B een verdeelsleutel toegepast van 1 : 2. Afgelopen boekjaar bedroeg de winst €150.000. B ontving hiervan €85.000, waarvan €35.000 als aandeel van de overwinst. a. Bereken voor A en B het door hen ingebrachte vermogen. b. Hoe groot zou ieders vermogensaandeel geweest zijn, wanneer het afgelopen boekjaar een winst gemaakt zou zijn van €76.500?
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
2
8.
Berekening winstverdeling (5) Het eigen vermogen van autobedrijf Stuur & Wiel BV bedraagt €450.000. Er is het afgelopen jaar €75.000 winst gemaakt. De vennootschapsbelasting over deze winst bedraagt 32%. Er wordt 7% dividend uitgekeerd over het aandelenvermogen. De resterende winst wordt gereserveerd. a. Bereken de verschuldigde vennootschapsbelasting. b. Bereken het uit te keren dividend. c. Bereken de te reserveren winst.
9.
Berekening winstverdeling (6) Gegeven is de balans per 31 december van Autobedrijf Stuur & Wiel. Balans Autobedrijf S&W BV per 31-12-20XX Gebouwen Terreinen Inventaris Vervoermiddelen Voorraden Debiteuren Kas, bank, giro
€
200.000 100.000 70.000 30.000 60.000 30.000 10.000
€
500.000
Eigen vermogen Winstreserve Hypotheek Bedrijfskrediet Crediteuren Onkosten
€
200.000 40.000 170.000 50.000 30.000 10.000
€
500.000
Over het afgelopen boekjaar bedroeg de winst €100.000. Er zijn drie categorieën van personen die een winstdeling ontvangen in de vorm van tantième, namelijk de directeur, de commissaris en het personeel en wel elk 10%. De vennootschapsbelasting bedraagt 32%. Het uit te keren dividend bedraagt 12% van het aandelenkapitaal. De resterende winst wordt aan de reserve toegevoegd. Bereken de nieuwe winstreserve. 10. Commanditaire vennootschap (CV) a. Wat verstaat men onder een commanditaire vennootschap (CV)? b. In hoeverre is een stille vennoot (= commandiet) aansprakelijk? c. Een CV lijkt veel op een VOF. Op welk belangrijk punt verschillen ze echter van elkaar? 11. Man/vrouw firma a. Wat verstaat men onder een man/vrouw-firma? b. Welke fiscale voordelen biedt de man/vrouw-firma? c. Wanneer de partner alleen vermogen inbrengt, waarom kan er dan beter gekozen worden voor de man/vrouw commanditaire vennootschap? d. Wanneer is er sprake van een ondermaatschap? 12. Besloten vennootschap (BV) a. Wat verstaat men onder de besloten vennootschap (BV)? 13. Het vermogen a. Hoe komt een BV aan zijn eigen vermogen? b. Wat is een aandeel? c. Wat is dividend?
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
3
d.
e. f. g. h. i. j. k. l. m.
Het is voor iemand met een zeer laag inkomen ongewenst aandelen te bezitten. Van het dividend dat hij ontvangt moet hij immers 25% dividendbelasting betalen, terwijl zijn overwegende tarief van de inkomstenbelasting lager ligt. Motiveer of deze bewering juist dan wel onjuist is. Wat verstaat men onder maatschappelijk kapitaal? Wat is geplaatst kapitaal? Wat zijn aandelen in portefeuille? Wat is gestort kapitaal? Wat is opgevraagd kapitaal? Waarom zal het maatschappelijk kapitaal doorgaans groter zijn dan het gestort kapitaal? Wat is de nominale waarde van een aandeel ofwel uitgifte a pari? Wat verstaat men onder ‘agio’ en ‘disagio’? Waarom moet men in een BV een aandeelhoudersregister bijhouden?
14. De overdracht van aandelen a. Waarom is ten aanzien van de overdracht van aandelen bij een BV een blokkeringsregeling van toepassing? b. Welke twee soorten blokkeringsregelingen zijn er mogelijk? 15. De oprichting a. Wat betekent: de BV kan slechts opgericht worden via notariële akte? b. Noem een aantal zaken die in de statuten geregeld kunnen zijn. 16. De leiding a. Welke organen hebben de leiding van een BV? b. De algemene vergadering van aandeelhouders is formeel het hoogste gezagsorgaan van de BV. • Op welke manier kan zij haar gezag tot uiting laten komen? • Welke invloed hebben aandeelhouders met prioriteitsaandelen meer dan aandeelhouders met gewone aandelen? • Noem en aantal factoren waarom de formele macht van de AvA slechts zelden tot uiting komt. c. Wat verstaat men onder preferente aandelen? d. In hoeverre leveren preferente aandelen voordeel dan wel nadeel op? e. Wat zijn de taken van de raad van commissarissen (RvC) of commissaris in een BV? f. Het bestuur ofwel de directie van een BV is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. • Welke bevoegdheid heeft het bestuur ofwel de directie? • Hoe sterk is deze bevoegdheid ten aanzien van het stemrecht van de AvA? • Welke verantwoording moet zij afleggen ten aanzien van de AvA ofwel RvC? g. Welke invloed heeft een ondernemingsraad op de zeggenschap in een BV? 17. Diversen a. Omdat autobedrijven over het algemeen kleine bedrijven zijn, is de eigenaar meestal ook directeur van de BV. Volgens het ondernemingsrecht is de directeur/eigenaar niet aansprakelijk voor eventuele schulden van de BV. Waarom gaat dit niet altijd op? b. De continuïteit van een BV is veel beter gewaarborgd dan een onderneming met natuurlijke persoonlijkheid. • Waarom is dit zo? • En als de directeur/eigenaar wegvalt? • Wanneer houdt de BV op te bestaan?
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
4
c. d. e.
Welke voordelen kan een BV bieden? Welke beperkingen heeft een BV? Bij de winstverdeling van een BV kan tantième uitgekeerd worden. • Wat is tantième? • Wie kunnen dit uitgekeerd krijgen? • Wanneer zal tantième uitgekeerd worden?
18. Naamloze vennootschap (NV) a. Wat verstaat men onder een NV? b. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een BV en NV? c. De leiding van een NV berust bij een of meer directeuren. Motiveer of een directeur aandeelhouder moet zijn. 19. De coöperatieve vereniging a. Wat verstaat men onder een CV? b. Welke ondernemersvorm bezit de CV? c. Noem een voorbeeld van coöperatie tussen bedrijven in de motorvoertuigsector. d. Noem een aantal statuten die de oprichtingsakte van een CV zullen bevatten. e. Hoe is de leidinggevende structuur van een CV ingericht? f. Welke aansprakelijkheidsregelingen kunnen voor een CV opgesteld zijn en wat zijn van elk van deze regelingen de consequenties voor de aangesloten leden? g. Op welke manier tracht men de continuïteit van de CV te waarborgen ondanks dat de leden vrij kunnen uittreden? h. Hoe is de financiering van een CV geregeld? 20. Structuurvennootschap a. Onder welke condities kan men spreken van een structuurvennootschap? 21. Joint venture (JV) a. Wat verstaat men onder een joint venture (JV)? b. Welke ondernemersvormen kunnen de oprichtende rechtspersonen van een JV bezitten? 22. Moeder- en dochtermaatschappij a. Welk kenmerk heeft de verhouding tussen een moeder- en dochtermaatschappij? b. Welke ondernemersvorm moeten de oprichtende rechtspersonen van een moeder-/ dochtermaatschappij bezitten? 23. De groepsmaatschappij of het concern a. Wat verstaat men onder een groepsmaatschappij of concern? b. Wat is het specifieke verschil tussen een concern en een moeder/dochtermaatschappij? Paragraaf 5.2 24. Juridische splitsing van rechtspersonen a. Noem de twee splitsingsvormen van de juridische splitsing van rechtspersonen en geef op beide vormen een toelichting. b. Welke partijen treden op bij de splitsing, welke partij niet? c. Wat is de voorwaarde bij de oprichting van een nieuwe rechtspersoon ten gevolge van een splitsing? d. Vertel in stappen hoe een splitsing voor de diverse rechtspersonen totstandkomt. e. Wie van de rechtspersonen is na de splitsing in welke mate aansprakelijk?
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
5
Paragraaf 5.3 25. Boekhoudplicht en de wet op de jaarrekening van ondernemingen a. Waarom bent u verplicht een bedrijfsadministratie te voeren? b. Waartoe bent u alle jaren verplicht? c. Hoe lang moet u boeken en bescheiden bewaren? d. Op welke manier moet u boekhouden? e. Men maakt een jaarrekening als men rechtspersoonlijkheid bezit. Wat bedoelt men hiermee? f. Wat omvat de jaarrekening? g. Heeft een onderneming publicatieplicht? h. Wat het doel van deze wet? i. Bij het verstrekken van een jaarrekening behoort tevens de jaarrekening van het vorige boekjaar verstrekt te worden. Waarom is dit? j. Welke administratieve verplichtingen vloeien nog meer uit de wet voort? k. Waarop worden de aanslagen van de inkomsten- en vennootschapsbelasting gebaseerd? l. Wie moet de loonadministratie bijhouden? Opdrachten 1.
Herkenbaarheid rechtspersoonlijkheid en bevoegdheid vertegenwoordiger Onderzoek: a. hoe we van een onderneming te weten kunnen komen dat het een eenmanszaak, VOF of een BV is. Onderzoek tevens het belang dat we hierbij hebben; b. hoe we van een onderneming te weten kunnen komen dat we te maken hebben met een persoon die bevoegd is het bedrijf te vertegenwoordigen. Onderzoek tevens het belang dat we hierbij hebben.
2.
Het starten en omzetten naar een andere rechtspersoon van een onderneming Onderzoek: a. welke rechtsvorm het beste bij een bepaalde situatie past; b. de afwegingen die er gemaakt moeten worden als er gekozen kan worden tussen de eenmanszaak en de BV; c. de afwegingen die er gemaakt moeten worden als er gekozen kan worden tussen de maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en een BV; d. het belang van het hebben van rechtspersoonlijkheid van de onderneming; e. wat er gedaan moet worden bij het omzetten van een eenmanszaak of VOF in een BV.
3.
Financiële administratie Onderzoek: a. de verplichtingen van de ondernemer ten aanzien van de boekhouding; b. de verplichtingen van de ondernemer ten aanzien van de jaarrekening en het jaarverslag; c. wat er in de jaarrekening en het jaarverslag vermeld moet worden; d. wat er met de jaarrekening gedaan moet worden.
Uitgeverij Streutker
5 Ondernemingsrecht
6