Hoofdstuk 3 Plantoelichting Geschiedenis plangebied Beschrijving bouwplan 11. Hoofdstuk 4 Procedurele aspecten 13

Rijnsburgerweg 80

2

Inhoudsopgave Toelichting

5

Hoofdstuk 1

Inleiding

5

1.1

Aanleiding

5

1.2

Begrenzing Plangebied

5

1.3

Vigerend bestemmingsplan

5

1.4

Leeswijzer

5

Hoofdstuk 2

Beleidskader

7

2.1

Inleiding

7

2.2

Ruimtelijk beleidskader

7

2.3

Verkeer en Vervoer

9

2.4

Milieu en Ecologie

9

2.5

Waterhuishouding

9

2.6

Archeologie

9

Hoofdstuk 3

Plantoelichting

11

3.1

Geschiedenis plangebied

11

3.2

Beschrijving bouwplan

11

Hoofdstuk 4

Procedurele aspecten

13

4.1

Geldend planologisch regime

13

4.2

Projectbesluitprocedure

13

Hoofdstuk 5

Uitvoerbaarheid

15

5.1

Economische uitvoerbaarheid

15

5.2

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

15

Hoofdstuk 6

Overleg en communicatie

17

6.1

Wettelijk vooroverleg

17

6.2

Communicatie

17

Bijlagen

18

Bijlage 1

bouwtekeningen

19

Bijlage 2

Plancontour

31

projectbesluit "Rijnsburgerweg 80" (ontwerp)

3


4


5

Toelichting Hoofdstuk 1 1.1

Inleiding

Aanleiding

De garage 'Rijnsburgerweg 80' bestaat momenteel uit één bouwlaag met een zolder (een puntdak). Het bouwplan beoogt op de verdieping onder de kap een hobbyruimte met kantoor te maken door een interne verbouwing en de plaatsing van drie dakkapellen. Het project is voortgekomen uit de wens van de eigenaar / aanvrager van het bouwplan. Het bouwplan is strijdig met het vigerende bestemmingsplan 'Vogelwijk 1980'. Het ingediende bouwplan kan juridisch-planologisch mogelijk worden gemaakt middels het nemen van een projectbesluit. Deze toelichting vormt samen met de bijgevoegde plancontour en de tekeningen van het bouwplan de ruimtelijke onderbouwing voor dit projectbesluit, zoals bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

1.2

Begrenzing Plangebied

De plancontouren voor het te nemen projectbesluit lopen direct langs het garagegebouw. In bijlage 1 van deze toelichting is de plancontour opgenomen.

1.3

Vigerend bestemmingsplan

Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan 'Vogelwijk 1980', vastgesteld door de gemeenteraad op 22 september 1980 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 16 september 1981 en onherroepelijk na uitspraak van de Kroon op 4 augustus 1983.

1.4

Leeswijzer

De toelichting bij het projectbesluit 'Rijnsburgerweg 80' bestaat uit een zestal hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de aanleiding tot het plan uiteengezet, en de afbakening van het plangebied en daarop vigerende bestemmingsplan toegelicht. In hoofdstuk 2 van het voorliggend projectbesluit wordt aandacht besteed aan het nationale, provinciale en gemeentelijke beleidskader, voor zover van belang voor het plangebied. Hoofdstuk 3 licht het plangebied toe en beschrijft het plan. In hoofdstuk 4 wordt aandacht besteed aan de procedurele aspecten van het projectbesluit. De uitvoerbaarheid van het plan komt aan de orde in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 gaat tenslotte dieper in op overleg en communicatie.


6


7

Hoofdstuk 2 2.1

Beleidskader

Inleiding

Het projectbesluit is een rechtsmiddel dat de gemeenteraad van elke gemeente in staat stelt projecten die strijdig zijn met het vigerende bestemmingsplan toch juridisch-planologisch mogelijk te maken. Bij elk projectbesluit hoort een ruimtelijke onderbouwing waarin inzichtelijk wordt aangetoond dat het desbetreffende project getuigt van een 'goede ruimtelijke ordening'. In dat kader beschrijft de gemeente Leiden de manier waarop bij de planvorming van het project rekening is gehouden met geldende beleidskaders en met relevante ruimtelijke aspecten, zoals waterkwaliteit, wateropvang, geluidshinder, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, parkeermogelijkheden, etc. Dit hoofdstuk gaat in op de beleidskaders die van belang zijn voor dit projectbesluit. Het beleid van belang voor dit projectbesluit wordt per beleidsterrein weergegeven, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de bestuurslagen nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk.

2.2

Ruimtelijk beleidskader

2.2.1

Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland 2020 De provincie Zuid-Holland werkt aan een nieuwe Structuurvisie voor de provincie, waarin gewenst ruimtelijk beleid wordt vastgelegd. De Ontwerp Structuurvisie en Ontwerp Verordening Ruimte zijn op 3 november 2009 vastgesteld en ter inzage gelegd. Alhoewel de structuurvisie geen bindende juridische status heeft in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), moet dit document worden gezien als een richtinggevend beleidskader, waarin gebieden in onderlinge regionale samenhang worden bezien. De ruimtelijke strategie in de Structuurvisie Zuid-Holland richt zich op 2020 met een doorkijk naar 2040. Het doel van de structuurvisie is om tijdig en actief in te spelen op ruimtelijke processen. Regionale Structuurvisie Holland-Rijnland (2009) De Regionale Structuurvisie Holland-Rijnland is een beleidsdocument opgesteld door het samenwerkingsorgaan Holland-Rijnland. Op een lager ruimtelijk schaalniveau dan de Provinciale Structuurvisie schetst de Regionale Structuurvisie een beeld van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied dat zich uitstrekt tussen de gemeenten Noordwijk, Nieuwkoop, Rijnwoude en Voorschoten, waarin Leiden het stedelijke middelpunt is. Het voornaamste doel van het beleid in de Regionale Structuurvisie is een juiste balans te stellen tussen het behoud van het unieke karakter van de regio, met haar bollenlandschap en historische kernen en steden, en wenselijke toekomstige ontwikkelingen, zoals de komst van de Rijnlandroute en RijnGouweLijn. Regels voor Ruimte De provinciale nota Regels voor Ruimte, geldig vanaf 1 januari 2007, biedt de Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland een beoordelingskader voor gemeentelijke plannen, zoals bestemmingsplannen en projectbesluiten. Bij strijdigheden tussen provinciaal beleid en gemeentelijke ruimtelijke plannen kan de provincie deze strijdigheden (laten) corrigeren. De projectbesluit "Rijnsburgerweg 80" (ontwerp)

8 nota Regels voor Ruimte levert een overzicht van onderwerpen van provinciaal belang, waarvoor de provincie deze bevoegdheid kan benutten.

2.2.2

Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Leiden 2025 De Structuurvisie Leiden 2025 is op 17 december 2009 vastgesteld, en is een zelfbindend beleidsdocument voor de gemeente Leiden. De structuurvisie schetst de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en structuur van de stad tot 2025. Dit beleidsdocument behandelt gewenste woningbouwlocaties en het type woonmilieu per locatie, het benoemt belangrijke infrastructurele projecten, zoals de RijnGouwelijn en Ringweg Oost, en het gaat in op belangrijke stedelijke ontwikkelingen en ruimtelijk beleid. De Structuurvisie Leiden 2025 vormt niet voor het gehele Leidse grondgebied de leidraad voor ruimtelijke ontwikkelingen, maar schetst alleen de meest recente en belangrijkste ontwikkelingen. Voor alle overige gebieden en projecten blijft het oude structuurplan Boomgaard van Kennis, 1995) nog vigerend. Toepassing op dit plangebied Het gebied ten noorden van de Wassenaarseweg is in de Boomgaard van Kennis opgenomen als 'groen en recreatieve voorzieningen van lokaal en regionaal niveau met incidentele bebouwde onderdelen'. Het plangebied grenst aan de Leeuwenhoek - een gebied dat in de Structuurvisie Leiden 2025 als Bio Science Park is opgenomen. Met deze geringe uitpandige wijziging blijft het bouwplan binnen de structuurvisie. Welstandsnota De Welstandsnota vormt het gemeentelijke beleidskader voor de welstandstoets bij bouwplannen en renovatiewerkzaamheden. Alle aanvragen voor het oprichten of onderhoud van bouwwerken worden op welstand getoetst, al zijn kleine bouwplannen als dakkapellen, kleine aan- of bijgebouwen of erfafscheidingen in veel gevallen vergunningsvrij of geldt enkel een zogenaamde sneltoets aan welstand. In juli 2009 heeft de gemeente Leiden de Welstandsnota 2009 ter inspraak gelegd. Deze nota is de opvolger van de Welstandsnota 2004, en brengt een versimpeling van de regels met zich mee. Daarnaast is de nieuwe Welstandsnota voor heel Leiden, met uitzondering van het beschermde stadsgezicht in de historische binnenstad en de Zuidelijke Schil, minder streng dan diens voorganger. Anders dan de Welstandnota 2004 maakt de nieuwe Welstandsnota een onderscheid tussen vier welstandsniveaus, te weten 'behoud', 'beheer met aandacht', 'terughoudend beheer' en 'welstandsvrij'. Het strengste welstandsniveau 'behoud' geldt alleen voor de historische binnenstad, de Zuidelijke Schil (met uitzondering van het gebied Plan Verhagen) en het park Leidse Hout, en is erop gericht de stedenbouwkundige waarden en het unieke karakter van deze gebieden zoveel mogelijk te behouden. Het niveau 'beheer met aandacht' geldt voor de omgeving van de Rijnsburgerweg, de oevers van de Rijn, wijk De Kooi, het Stationsgebied Stadszijde, Transvaalbuurt-Noord, het gebied Plan Verhagen en een aantal druk bezochte verkeersassen in de stad. Dit niveau heeft striktere toetsingscriteria dan het niveau 'terughoudend beheer', omdat de locatie van de wijken in de nabijheid van de binnenstad of langs drukke verkeerscorridors voor bezoekers en bewoners een grote impact hebben op de beleving van de stad. Toepassing op dit plangebied Voor het gebied rond de Rijnsburgerweg geldt het welstandsniveau 'beheer met aandacht'. De projectbesluit "Rijnsburgerweg 80" (ontwerp)

9 Welstandsnota 2009 schrijft hierover: 'de welstandstoets is gebaseerd op handhaving van een basiskwaliteit, met zo veel mogelijk vrijheid voor de burger. Er wordt een minimum aantal eisen gesteld'. Deze basiskwaliteit wordt gewaarborgd door de toepassing van een aantal sneltoetscriteria, die eisen stellen ten aanzien van aspecten als de vorm, maat en verhouding, kleurgebruik, architectonische stijl, constructie en integratie met het omliggende stedenbouwkundige ensemble. Het bouwplan is aan de adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voorgelegd. De commissie is akkoord gegaan met het plan.

2.3

Verkeer en Vervoer

Het bouwplan ziet alleen op bouwactiviteiten op de eerste verdieping. De eerste verdieping van de garage wordt verbouwd naar een hobbyruimte met kantoor. Gezien de afmetingen van de verdieping zal de functiewijziging geen verkeeraantrekkende werking hebben. Een hogere parkeerdruk ligt niet in de lijn van de verwachting. Voor de garage is een parkeerplaats aanwezig. Beleid op het gebied van Verkeer en Vervoer is niet relevant voor dit projectbesluit.

2.4

Milieu en Ecologie

Het bouwplan ziet alleen op inpandige bouwactiviteiten of bouwactiviteiten op de eerste verdieping. Beleid op het gebied van Milieu en Ecologie is niet relevant voor dit projectbesluit.

2.5

Waterhuishouding

Het bouwplan ziet alleen op bouwactiviteiten op de eerste verdieping. Beleid op het gebied van de waterhuishouding is niet relevant voor dit projectbesluit.

2.6

Archeologie

Het bouwplan ziet alleen op bouwactiviteiten op de eerste verdieping. Beleid op het gebied van archeologie is niet relevant voor dit projectbesluit.


10


11

Hoofdstuk 3 3.1

Plantoelichting

Geschiedenis plangebied

Het pand Rijnsburgerweg 80 ligt in de Vogelwijk. Een belangrijke verkeersader in de wijk is de Rijnsburgerweg. Langs deze uitvalsweg naar de gemeente Oegstgeest kwam al vroeg lintbebouwing tot stand. Langs de Rijnsburgerweg kwamen luxe herenhuizen. Achter de Rijnsburgerweg zijn in de jaren '20 van de vorige eeuw eengezinswoningen gebouwd. Rijnsburgerweg 80 ligt op de hoek met de Wassenaarseweg. De inrit naar de garage is aan de Wassenaarseweg. De garage heeft een zolder direct onder het puntdak.

3.2

Beschrijving bouwplan

Het bouwplan betreft de verbouw van de zolder van de garage achter de percelen van de Rijnsburgerweg 84 en 86. Het bouwplan omvat een functiewijzigng naar hobbyruimte met kantoor. Hiervoor wordt inpandig een trap geplaatst en een toiletruimte gecreëerd. Op drie dakvlakken zullen dakkapellen worden geplaatst. De begane grond van de garage behoudt de functie van autobox. Het beeld vanaf de weg zal niet veel veranderen. De dakkapellen zijn de enige waarneembare toevoeging. De nieuwe dakkapellen beslaan elk slechts een deel van het dakvlak, zodat de hoofdvorm van het dak in tact blijft. Het bouwplan heeft extra inkijk in de tuin(en) van de buren tot gevolg. Deze tuinen zijn diep. De dakkapellen komen niet aan de zijde die gekeerd is naar de huizen aan de Rijnsburgerweg. De inkijk vanaf de dakkapellen is dan ook acceptabel, gezien het dakvlak, e afstand tot de huizen en de aanwezige begroeiingen in de tuinen. De uitpandige wijzigingen worden niet aan de kant van de aangrenzende tuinen uitgevoerd. Burenrecht speelt bij dit plan geen rol. Het bouwplan is als bijlage bijgevoegd


12


13

Hoofdstuk 4 4.1

Procedurele aspecten

Geldend planologisch regime

De gronden van het bouwplan liggen in het bestemmingsplan 'Vogelwijk 1980' en hebben de bestemming 'tuin/erf - bebouwd' (artikel 16 lid 3 van de voorschriften). Binnen deze bestemming mogen autoboxen worden geplaatst (artikel 16 lid 3 sub a). In de voorschriften van artikel 16 van het bestemmingsplan is voor de opbouw met de dakkapellen en voor de functiewijziging naar hobbyruimte met kantoor geen ontheffing opgenomen. Ook de algemene ontheffing in artikel 22 van de voorschriften biedt geen mogelijkheid tot realisatie van het bouwplan. Een buitenplanse onthefing ex artikel 3.23 Wro is voor een functiewijziging in combinatie met een uitpandige bouwactiviteit niet mogeljk gezien de voorwaarden van artikel 4.1.1 sub i Bro. Daarmee is de enige juridisch-planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan het nemen van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro.

4.2

Projectbesluitprocedure

Na de vaststelling van het ontwerp projectbesluit door het college wordt het ontwerp projectbesluit zes weken ter inzage gelegd, voor het indienen van zienswijzen. De zienswijzen worden gebundeld en beantwoord in een zienswijzennota. In Leiden is het projectbesluit formeel gedelegeerd aan het college. Alvorens het college de nota vaststelt, kan de Raadscommissie Ruimte en Regio de indieners van zienswijzen horen. De raadscommissie adviseert het college naar aanleiding van deze hoorzitting, waarna het college het projectbesluit kan vaststellen. Tijdens de inzagetermijn wordt het ontwerp projectbesluit met ruimtelijke onderbouwing (dit document) digitaal gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl en op de gemeentelijke website, en liggen de stukken op twee locaties in de stad ter inzage. Sinds de inwerkingtreding van de Crisis- en Herstelwet op 31 maart 2010 is het niet langer verplicht een bestemmingsplan vast te stellen binnen een jaar na vaststelling van een projectbesluit. Naar verwachting zal de actualisatie van bestemmingsplan Vogelwijk voor het zomerreces van 2011 zijn afgerond en wordt de met dit projectbesluit mogelijk gemaakte situatie in deze actualisatie overgenomen.


14


15

Hoofdstuk 5 5.1

Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

De aanvrager tevens eigenaar draagt de kosten voor de realisatie van het gehele bouwplan. De gemeente sluit bij elk projectbesluit of bestemmnigsplan dat voor een bepaald bouwplan wordt opgesteld een planschadeovereenkomst met de aanvrager. Met deze overeenkomst verbindt de aanvrager van het bouwplan zich alle planschade ten gevolge van de realisatie van het bouwplan te vergoeden. Bij de realisatie van het onderhavige bouwplan wordt geen planschade verwacht.Maar ook bij dit projectbesluit zal voor de vaststelling met de aanvrager een planschadeovereenkomst zijn gesloten. De gemeente zal geen werkzaamheden, bijvoorbeeld aansluiting op het riool, uitvoeren voor de realisatie van het plan, zodat geen exploitaiteovereenkomst vereist is.

5.2

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het projectbesluit met ruimtelijke onderbouwing zal conform de wettelijke eisen zes weken voor zienswijzen ter inzage liggen, op grond van afdeling 3.4 Awb. Maatschappelijke betrokkenheid wordt gelet op deze inspraakmogelijkheid geborgd. Gezien de aard van het bouwproject wordt verondersteld dat het project kan rekenen op maatschappelijk draagvlak. De omgeving zal van de uitbreiding nagenoeg geen last ondervinden.


16


17

Hoofdstuk 6 6.1

Overleg en communicatie

Wettelijk vooroverleg

Artikel 5.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat bij de voorbereiding van een projectbesluit burgemeester en wethouders overleg met de besturen van bij het plan betrokken waterschappen plegen. Waar nodig plegen zij tevens overleg met besturen van andere gemeenten, met de provincie, de inspecteur voor de ruimtelijke ordening en met eventuele andere diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Het bouwplan omvat eeninterne verbouwing en de plaatsing van drie dakkapellen. Overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland in het kader van de watertoets is gezien deze bouwactiviteiten niet vereist. Het ontwerp projectbesluit is aan het Ministerie van VROM en de Provincie Zuid-Holland voorgeleg. Beide instanties hebben aangegeven dat bij dit projectbesluit geen rijks- cof provinciaal belangen in het geding zijn.

6.2

Communicatie

Het voornemen om een projectbesluit te nemen wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd in de Stadskrant en de Staatscourant alsmede langs elektronische weg.


18

Bijlagen


19

Bijlage 1 bouwtekeningen


20


31

Bijlage 2 Plancontour


32


tn

sin

ga

pa

rk

LEGENDA

Eij n

96

Va

PLANGEBIED

51

grens van het projectbesluit

94

str 92 90

gz 88

str str

86 1

84

str

80

str

tn str

str

str

gz

gz

VERKLARING

gz 19

5

2

23

t/ m

str

0

str gz

gz

W

we aarse assen

str g

gz

50 m

Rijnsburgerweg 80

1a

gz

25

Projectbesluit

gz gz

o_NL.IMRO.0546.PB00006.dwg

Status

IDN.IMRO

Datum

Schaal

ontwerp

gz

1

str

20-10-2010

NL.IMRO.0546.PB00006-0201

Archiefnummer pdf-versie

1:500

Formaat A3

GE-10.197 gz

Gemeente Leiden, Postbus 9100, 2300 PC Leiden

Bladnr

1 van 1

Leiden

Afdeling Realisatie Team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Hoofdstuk 3 Plantoelichting Geschiedenis plangebied Beschrijving bouwplan 11. Hoofdstuk 4 Procedurele aspecten 13

Recommend Documents