Hoofdstuk 3 Gezag In dit hoofdstuk leest u wat gezag en voogdij inhoudt en wat dat betekent voor uw positie als pleegouder. De gezagsvorm heeft belangrijke gevolgen voor de verdeling van de verschillende verantwoordelijkheden. Tevens beschrijven we hoe uzelf de voogdij over uw pleegkind kunt verkrijgen.
1. Ouderlijk gezag en voogdij a. Ouderlijk gezag b. Voogdij
2. Wat houdt gezag of voogdij in a. De verzorging en opvoeding van het kind b. De vertegenwoordiging van het kind c. Bewind van het vermogen van het kind
3. Gezagsinvloeden bij pleegzorg a. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) heeft/hebben volledig het gezag cq voogdij. b. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) heeft/hebben het gezag cq voogdij en het kind is onder toezicht gesteld. c. Een voogdij-instelling heeft de voogdij. d. De pleegouder(s) heeft/hebben de voogdij.
4. Gezagbeperkingen a. Vrijwillige ontheffing b. Gedwongen ontheffing c. Ontzetting d. Voorlopige onder toezichtstelling (V-OTS) e. Voorlopige voogdij f. Tijdelijke voogdij g. Bijzondere curator
5. Voogdijoverdracht a. Voogdijovername bij vrijwillige plaatsing b. Voogdijovername bij OTS-plaatsing c. Voogdijovername wanneer de voogd of voogdij-instelling het gezag heeft
5.1 Voorwaarden wanneer u de voogdij wilt overnemen Pleegoudervoogdij aanvragen Gezamenlijke voogdij aanvragen Adoptie van uw pleegkind
5.2 Aandachtspunten zodra de voogdij aan u is toegewezen Pleegvergoeding Toeslagen Bijzondere kosten Belastingaftrek Inkomsten Verzekeringen Omgang Begeleiding Opvoedondersteuning Naamswijziging
Pleegwijzer
April 2008
1. Ouderlijk gezag en voogdij a. Ouderlijk gezag Ouderlijk gezag/ouderlijke macht is een recht dat ouders bezitten zodra hun kind is geboren. Het is tevens een juridisch middel om de verantwoordelijkheid van ouders voor opvoeding en verzorging van hun kind(eren) waar te maken. In principe mogen ouders zelf de manier van opvoeden en verzorgen van hun kind(eren) bepalen. Het ouderlijk gezag omvat ook het recht van de ouders om de verblijfplaats van het kind te bepalen. Een minderjarig kind moet onder voogdij staan. Deze wettelijke vertegenwoordiger en verantwoordelijke voor het kind moet hem bijstaan en voor hem beslissen of handelen op terreinen waar de minderjarige geen eigen bevoegdheden heeft. (zie verder in dit hoofdstuk). Wanneer de ouders ontheven of ontzet zijn uit hun gezag, of zijn overleden, wijst de rechter (of het testament, zie ook hoofdstuk 11 overlijden) een voogd aan. Gezag en voogdij vervallen wanneer het kind meerderjarig wordt of (eerder al) trouwt.
b. Voogdij Wanneer een ander dan de ouder het gezag over een kind heeft, heet dat voogdij. De persoon die de voogdij heeft, is de voogd. Dit kan ook een instelling zijn. De medewerker van de voogdijinstelling heet dan ook voogd. Meestal zal een kind, dat onder voogdij staat en bij pleegouders woont, die niet het gezag over hem hebben, onder voogdij van een rechtspersoon (voogdijinstelling) staan. Het gezag kan wettelijk beperkt worden. Dit is het geval bij een ondertoezichtstelling (OTS). De medewerker van de gezinsvoogdij-instelling (gezinsvoogd) werkt samen met de ouders en geeft hen dwingende aanwijzingen ten aanzien van de opvoeding en verzorging van hun kind.
2. Wat houdt gezag of voogdij in Het gezag/de voogdij strekt zich uit over drie gebieden, afhankelijk van wie het gezag/de voogdij heeft:
a. De verzorging en opvoeding van het kind Een minderjarige (een kind onder de 18 jaar) heeft recht op verzorging en opvoeding. •
• •
•
•
•
Hebben de ouders het gezag, dan bepalen de ouders de manier waarop ze het kind opvoeden en verzorgen. Dit geldt ook bij OTS voor zover de ouders niet beperkt zijn door aanwijzingen. Heeft de voogdij-instelling het gezag, dan bepaalt de instelling de manier van opvoeden en verzorgen van het kind. Heeft de pleegoudervoogd het gezag, dan bepaalt de pleegoudervoogd de manier van opvoeden en verzorgen van het kind. De ouders zijn verplicht de opvoeding en verzorging van de minderjarige zelf te bekostigen, als zij het gezag hebben. De opvoeding kan vrijwillig of opgelegd elders plaatsvinden, bijvoorbeeld in uw pleegezin. U bent als pleegouder niet verplicht de opvoeding en verzorging te bekostigen. De voogdij-instelling is verplicht de opvoeding en verzorging van de minderjarige te bekostigen als zij het gezag heeft. De instelling is niet verplicht het kind zelf op te voeden. Dit kan overgedragen worden aan anderen. Bijvoorbeeld door het kind te plaatsen in een pleeggezin (zonder gezag). De pleegoudervoogd is verplicht zijn pleegkind zelf op te voeden en te verzorgen, als hij het gezag heeft. Als tegemoetkoming in de kosten ontvangt een (eenouder)pleegoudervoogd pleegvergoeding Alle verdere kosten dient hij zelf te voldoen.
Pleegwijzer
April 2008
Wanneer u beiden de voogdij over een pleegkind overneemt ontvangt u geen pleegvergoeding meer. U heeft dan nl. een onderhoudsverplichting.
b. De vertegenwoordiging van het kind Een minderjarige (een kind onder de 18 jaar) kan geen handelingen verrichten waaruit juridische gevolgen kunnen voortvloeien. Dit wordt handelingsonbekwaamheid genoemd. • •
De ouders, voogdij-instelling of pleegoudervoogd waarbij het gezag rust, moeten vooraf toestemming geven voordat een minderjarige overeenkomsten sluit. Pleegouders (zonder gezag) kunnen geen toestemming verlenen. Zij moeten hiervoor toestemming vragen aan de ouders (bij vrijwillige plaatsing, OTS) of voogd (bij voogdijplaatsing).
De ouders, pleegoudervoogd of de voogdij-instelling hebben het gezag/de voogdij en zijn daarmee aansprakelijk voor de daden van het pleegkind. Pleegouders zonder gezag zijn niet aansprakelijk. Voor uitzonderingen zie hoofdstuk 6: verzekeringen.
c. Bewind van het vermogen van het kind •
•
•
Hebben de ouders het gezag, dan voeren zij geheel zelfstandig het bewind over het vermogen van hun kind. Dit geldt ook voor OTS, tenzij de ouders beperkt zijn door aanwijzingen omtrent de bewindvoering. Heeft de voogdij-instelling het gezag, dan heeft de uitvoerend medewerker (plaatser) overleg met zijn leidinggevende en neemt beslissingen. Eventueel kan de Raad van Kinderbescherming ingeschakeld worden, als naar uw (pleegkinds-) mening het bewind niet correct gevoerd wordt. Heeft de pleegoudervoogd het gezag, dan kan hij zijn pleegkind toestemming geven om zijn eigen vermogen te gebruiken of hij kan het voor zijn pleegkind beheren.
De pleegouders zònder gezag kunnen het kind geen toestemming geven om aan zijn eigen vermogen te komen. Alleen de voogdij-instelling, pleegoudervoogd of ouder met gezag is hiertoe gerechtigd.
Uw pleegkind heeft de (wettelijke) plicht om rekening te houden met de bevoegdheden van de wettelijke vertegenwoordiger en de belangen van de andere (pleeg-)gezinsleden
Pleegwijzer
April 2008
3. Gezagsinvloeden bij pleegzorg De gezagsvorm heeft belangrijke gevolgen voor de verdeling van de verschillende verantwoordelijkheden. Als een kind (tijdelijk) in een pleeggezin woont, is het van belang te weten wie het gezag over het pleegkind heeft. 1. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) heeft/hebben volledig het gezag cq de voogdij. 2. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) heeft/hebben het gezag cq de voogdij en het kind is onder toezicht gesteld. 3. Een voogdij-instelling heeft de voogdij. 4. De pleegouder(s) heeft/hebben de voogdij. Als u beiden het gezag wilt en krijgt over uw pleegkind, valt u niet meer onder de voorziening voor pleegzorg.
a. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) hebben volledig het gezag over uw pleegkind Als uw pleegkind op verzoek en/of met toestemming van zijn ouders bij u woont, heet dit een vrijwillige plaatsing. Bij vrijwillige pleegzorg hebben de ouders van uw pleegkind de verantwoording (ouderlijk gezag) over de opvoeding en verzorging van hun kind, uw pleegkind. Er is géén sprake van een opgelegde (justitiële) maatregel. U neemt als pleegouder dagelijks beslissingen, die feitelijk alleen door de ouders genomen kunnen worden. Bij kleine beslissingen kan die toestemming zonder problemen worden ‘verondersteld’. In de praktijk kan de toestemming veelal verondersteld worden, tenzij de ouders duidelijk hebben aangegeven geen toestemming te geven (bijvoorbeeld het deelnemen aan een sportclub na schooltijd, het kopen van kleding, veranderen van haardracht, etc.). Bij grotere beslissingen hangt het van de situatie af of eerst toestemming aan de ouders gevraagd moet worden of dat de toestemming van de ouders verondersteld mag worden. Voor grote beslissingen hebt u altijd toestemming van de ouders nodig (O.a. Medische behandeling, schoolkeuze, op vakantie gaan, piercing, besnijdenis etc). Zie ook hoofdstuk 12, rechten en plichten. Geven de ouders geen toestemming (of zijn ze niet bereikbaar), dan mag de handeling niet worden uitgevoerd ! Het is mogelijk dat een kind onder voogdij staat van een natuurlijk persoon, maar met toestemming van die voogd in uw pleeggezin woont. Deze voogd (oom, tante, opa, oma enz.) heeft de verantwoordelijkheid (voogdij) voor uw pleegkind en delegeert de opvoeding en verzorging aan u, de pleegouder. Doordat de voogd de verantwoording draagt, is hij rechtstreeks aanspreekpunt. Zonder (veronderstelde) toestemming van de voogd mag u geen belangrijke beslissingen nemen ten aanzien van uw pleegkind. Doe aanvragen voor grote beslissingen altijd schriftelijk en laat ouders ook schriftelijk reageren. Zo voorkomt u misverstanden. Bij een vrijwillige plaatsing worden u en uw pleegkind begeleid door uw ambulant hulpverlener. De ouders en uw pleegkind worden ondersteund door de casemanager van de plaatsende instantie. Hiermee hebt u ook af en toe contact. Een ongehuwde moeder krijgt automatisch alleen het gezag. Als ouders scheiden blijven ze beiden het gezag houden, tenzij ze de rechter verzoeken het gezag aan een van beiden toe te wijzen. Dit moet voor elk kind apart worden geregeld.
Pleegwijzer
April 2008
Als een ouder en een niet ouder (bijv de vriend van moeder) samen het gezag uitoefenen heet dat gezamenlijk gezag.
b. De ouder(s) of voogd (natuurlijk persoon) hebben het gezag en het kind is onder toezicht gesteld (OTS) en uithuisgeplaatst. De ondertoezichtstelling, kortweg OTS, is een maatregel waarbij het gezag van de ouders over hun kind wordt beperkt. De ouders (of voogd, natuurlijk persoon) behouden het gezag en de verantwoordelijkheid voor hun kind, maar moeten zich gedragen naar de aanwijzingen van de gezinsvoogdij-instelling. Uw pleegkind is met toestemming (machtiging uithuisplaatsing) van de rechter bij u geplaatst. (zie hoofdstuk 2, pleegzorgvarianten). De gezinsvoogd houdt toezicht en beoordeelt samen met de ouders welke weg gevolgd zal worden om uw pleegkind een evenwichtig bestaan te geven. De OTS en machtiging voor uithuisplaatsing kunnen maximaal voor een jaar worden opgelegd en steeds met maximaal een jaar worden verlengd. OTS en machtiging vervallen wanneer uw pleegkind 18 jaar wordt. Er is voor een OTS (met een uithuisplaatsing) altijd een machtiging van de rechter nodig, ook al zijn de ouders het ermee eens. Als pleegouder bent u ‘slechts’ de uitvoerder van opvoedbeslissingen die de ouders in overleg met de gezinsvoogdij-instelling nemen. U moet op dezelfde manier als bij een vrijwillige plaatsing om toestemming vragen voor grote en kleinere beslissingen rondom uw pleegkind. U kunt deze toestemming via de gezinsvoogd vragen. De gezinsvoogd bespreekt de aanvraag met de ouders en heeft de mogelijkheid om een (schriftelijk) aanwijzing aan de ouders te geven (bijvoorbeeld bij schoolkeuze). Ouders zijn verplicht deze aanwijzingen op te volgen. Zonder toestemming van de ouders mag u niet handelen. Uitzondering hierop is de geneeskundige behandeling bij kinderen jonger dan twaalf jaar. Als de ouders weigeren hun kind een bepaalde medische behandeling te laten ondergaan, kunt u vervangende toestemming vragen aan de kinderrechter. Dit is zelfs mogelijk bij een voorlopige ondertoezichtstelling. (zie ook hoofdstuk 12 rechten en plichten) Incidenteel kan een ondertoezichtgesteld kind zonder machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderrechter in een pleeggezin verblijven. Dit is mogelijk als de ouders zelf hun kind uithuisplaatsen en de gezinsvoogdij-instelling daarmee instemt of de uithuisplaatsing gedoogt. Dit is dan een vrijwillige plaatsing in uw pleeggezin en geen justitiële. Ouders moeten zich echter wel aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd houden. Als de gezinsvoogdij-instelling en de Raad voor de Kinderbescherming beslissen dat de OTS niets meer toevoegt aan een uithuisplaatsing, kunnen zij de OTS-maatregel beëindigen of niet verlengen. De uithuisplaatsing kan dan toch, als de ouders het hiermee eens zijn, eventueel in een vrijwillig kader voortgezet worden. Bij een OTS-plaatsing worden u en uw pleegkind begeleid door uw ambulant hulpverlener. De ouders en uw pleegkind worden ondersteund door de gezinsvoogd van de plaatsende instantie. Hiermee hebt u ook af en toe contact. De OTS vervalt wanneer uw pleegkind meerderjarig wordt of wanneer niemand vraagt om verlenging van de OTS. Wanneer de ouders worden ontheven of ontzet uit de ouderlijke macht, wordt de OTS omgezet in een voogdij maatregel.
c. Een voogdij-instelling heeft de voogdij (rechtspersoon) De voogdij-instelling (plaatser) heeft de verantwoordelijkheden (ouderlijk gezag) van de ouders overgenomen en de verzorging en opvoeding aan u, pleegouder, gedelegeerd. De ouders hebben geen zeggenschap meer over hun kind, ze zijn ontheven of ontzet uit het ouderlijk gezag.
Pleegwijzer
April 2008
Doordat de instelling nu de verantwoording draagt, is zij ook rechtstreeks aanspreekpunt voor u geworden. Over belangrijke beslissingen moet u met de voogd overleggen. Zonder (veronderstelde) toestemming van de voogd mag u geen beslissingen ten aanzien van uw pleegkind nemen. Bij een voogdijplaatsing worden u en uw pleegkind begeleid door uw ambulant hulpverlener. De ouders en uw pleegkind worden ondersteund door de voogd van de plaatsende instantie. Hiermee hebt u contact wanneer u te nemen beslissingen omtrent uw pleegkind bespreekt.
Als een kind dat opgevoed wordt door een voogd (natuurlijk persoon), door omstandigheden, onder toezicht gesteld wordt en uithuisgeplaatst is er sprake van een OTS plaatsing. Wordt de voogd (natuurlijk persoon) ontheven of ontzet, dan is er sprake van een voogdijplaatsing. Wanneer twee niet-ouders het gezag uitoefenen over een kind heet dat gezamenlijke voogdij.
d. De pleegouder(s) heeft/hebben het volledige gezag (pleegoudervoogdij) U kunt, als pleegouder(s) zelf de voogdij overnemen over uw pleegkind (zie voogdijoverdracht). U hebt dan dezelfde verantwoordelijkheden als een ouder die het gezag heeft over zijn kind. Een pleegoudervoogd heeft recht op pleegvergoeding ondanks het feit dat er formeel geen sprake meer is van jeugdhulpverlening. Wanneer twee pleegouders de voogdij overnemen, vervalt het recht op pleegvergoeding. Meer uitleg over de voogdijovername leest u elders in dit hoofdstuk. Als pleegoudervoogd worden u en uw pleegkind niet automatisch begeleid door een ambulant hulpverlener. U kunt de begeleiding aanvragen via de hulpverlenende instantie.
4. Gezagbeperkingen a. Vrijwillige ontheffing Wanneer de ouder zichzelf ongeschikt of onmachtig acht (of wordt geacht) om zijn/haar kind op te voeden en te verzorgen kan hij/zij, zijn/haar gezag overdragen, mits dit in het belang van het kind is. De ouder geeft vrijwillig de zeggenschap over zijn/haar kind uit handen en wordt ontheven uit het ouderlijk gezag/voogdij. Het is niet van belang wat de oorzaak van de ongeschiktheid is. Zij mag echter niet van duidelijk tijdelijke aard zijn. Wanneer het kind al in een pleeggezin was geplaatst, wordt een eventuele vrijwillige plaatsing of OTS plaatsing omgezet in een voogdijplaatsing. Onwil om op te voeden is geen reden voor ontheffing, maar daarentegen wél voor ontzetting.
b. Gedwongen ontheffing In principe worden ouders uitsluitend uit hun ouderlijke macht ontheven, als zij hieraan vrijwillig meewerken. In een enkel geval kan de ontheffing gedwongen plaatsvinden:
Na een ondertoezichtstelling van minimaal zes maanden of een uithuisplaatsing van minimaal achttien maanden, als gevreesd moet worden dat de bedreiging van de belangen van het kind onvoldoende kunnen worden afgewend; Als de ene ouder ontzet is en de kinderen niet bij deze ouder zijn weg te houden zonder de ontheffing van de andere ouder.
Pleegwijzer
April 2008
Als de ouder met gezag zodanig geestelijk gestoord is dat hij/zij, zijn/haar wil niet kan verklaren; Als u het blokkaderecht succesvol hebt toegepast en de terugkeer van uw pleegkind naar zijn ouder (nog steeds) ernstig nadeel voor hem zal opleveren.
Een pleegoudervoogd kan niet gedwongen ontheven worden van de voogdij. U kunt wel, vrijwillig ontheven of ontzet worden. Voedt u, als pleegoudervoogd een pleegkind op, dan kunt u wel onder toezichtgesteld worden. (zie hoofdstuk 12 rechten en plichten)
c. Ontzetting De rechter kan de ouders uit het ouderlijke gezag of de voogdij ontzetten, als hij van mening is dat het in het belang van het kind noodzakelijk is. Dit gebeurt bij misbruik van het gezag, grove verwaarlozing van het kind, slecht levensgedrag van de ouder of een onherroepelijke veroordeling wegens bepaalde ernstige (pogingen tot) misdrijven jegens het kind. Ook het in ernstige mate veronachtzamen van aanwijzingen van een gezinsvoogdij-instelling in het kader van een ondertoezichtstelling of de serieuze dreiging dat de ouder het kind uit het pleeggezin weg zal halen, zijn redenen om een ouder te ontzetten. De vrijwillige plaatsing of OTS plaatsing wordt omgezet in een voogdijplaatsing. Ouderlijk gezag kan hersteld worden. Wanneer de ouders laten zien dat zij weer in staat zijn om hun kind op te voeden en te verzorgen is herstel van het ouderlijke gezag mogelijk. Dit kan bij zowel ontheffing als ontzetting. Hierover neemt de rechtbank een beslissing, gebaseerd op rapporten van o.a. de Raad voor de Kinderbescherming, de voogdij-instelling, Centrum voor Pleeggezinnen en soms de pleegouders. Een eerder toegekende voogdij (pleegoudervoogd !) aan een ander dan de ouder, kan dan zelfs teruggedraaid worden. Uw pleegkind gaat na herstel van de ouderlijke macht niet automatisch terug naar zijn ouders. De voortzetting van de uithuisplaatsing wordt apart en in het belang van het kind beoordeeld.
d. Voorlopige onder toezichtstelling (V-OTS) De kinderrechter kan besluiten dat een kind onder toezichtgesteld wordt, nog voor of tijdens een onderzoek naar de ouders van het kind. Dit kan alleen in zeer acute situaties. Deze voorlopige ondertoezichtstelling (V-OTS) wordt uitgesproken voor maximaal 3 maanden. In deze periode wordt onderzocht of een OTS noodzakelijk is. Meestal zal samen met de machtiging voor V-OTS, ook een machtiging voor uithuisplaatsing (voor maximaal 3 maanden) worden afgegeven. Het kind kan dan in een pleeggezin geplaatst worden. De Raad of de ouders zijn bevoegd om een V-OTS aan te vragen. U kunt zelf ook een verzoek tot V-OTS aanvragen bij de kinderrechter. Als de OTS wordt afgewezen, vervalt ook direct de machtiging voor V-OTS en hebben de ouders het gezag volledig terug. Binnen twee weken na de beslissing tot V-OTS moet de rechter de ouders, het kind en andere belanghebbenden in de gelegenheid stellen om hun mening te geven. Wanneer dit wordt verzuimd, bestaat de V-OTS niet meer en hebben de ouders het gezag volledig terug.
e. Voorlopige voogdij De kinderrechter kan besluiten dat een kind onder voogdij gesteld wordt, nog voor of tijdens een onderzoek naar de ouders van het kind. Dit kan alleen in zeer acute situaties. De voorlopige voogdij wordt uitgesproken voor maximaal 3 maanden. De voogdij-instelling wordt aangewezen als voorlopige voogd. In deze periode wordt onderzocht of een voogdij noodzakelijk is. Meestal zal samen met de machtiging voor voorlopige voogdij, ook een machtiging voor uithuisplaatsing (voor maximaal 3 maanden) worden afgegeven. Het kind kan dan in een pleeggezin geplaatst worden. De Raad of de ouders zelf zijn bevoegd om een verzoek tot voorlopige voogdij aan te vragen. U kunt zelf ook een verzoek tot voorlopige voogdij aanvragen bij de kinderrechter. Als de voogdij wordt afgewezen, vervalt ook direct de machtiging voor voorlopige voogdij en hebben de ouders het gezag volledig terug.
Pleegwijzer
April 2008
f. Tijdelijke voogdij Als het tijdelijk onmogelijk is voor de ouder(s) om hun gezag uit te oefenen, kan de voogdij tijdelijk door de rechter toegewezen worden aan een ander. Bijvoorbeeld Een minderjarige moeder kan wettelijk geen gezag uitoefenen over haar baby. Tot ze 18 wordt berust het gezag elders. De rechter wijst de voogd aan. Zodra de moeder 18 wordt, kan ze zelf de voogdij aanvragen.
g. Bijzondere curator Er kunnen zich situaties voordoen waarbij uw pleegkind een conflict heeft met zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouder of voogd(ij-)instelling), maar wel afhankelijk van hem is voor de wettelijke beslissingen of handelingen. Hij kan dan zelf een verzoek indienen bij de kantonrechter met de vraag om een bijzondere curator (bijvoorbeeld u of een advocaat) te benoemen. Deze curator moet meerderjarig zijn en mag niet zelf onder curatele staan. Ook u, als pleegouder, mag dit verzoek doen namens uw pleegkind. Wanneer het verzoek wordt gehonoreerd, neemt de bijzondere curator de bevoegdheden over van de ouders of voogd(ij-instelling). Deze bijzondere curator vertegenwoordigt uw pleegkind dan ‘als ware hij zijn wettelijke vertegenwoordiger’. Bijvoorbeeld als bemiddelaar tussen uw pleegkind en zijn ouders of voogd(ij-instelling), of om een rechtszaak aan te spannen namens uw pleegkind. Hij kan ook optreden in een conflict waar zijn ouders niet kunnen of willen optreden. De taak van de bijzondere curator stopt wanneer de betreffende situatie is opgelost of afgehandeld.
5. Voogdijoverdracht Pleegouders kunnen in bepaalde situaties de voogdij overnemen van de ouders, voogd of voogdij-instelling. Een overdracht van de voogdij naar pleegouders wordt via een beschikking van de rechtbank bevestigd.
a. Voogdijovername bij vrijwillige plaatsing Uw pleegkind staat onder gezag van ouders. Wanneer u het samen met de ouders eens bent, kunt u de voogdij over uw pleegkind overnemen. De ouder vraagt aan de rechter om ontheven te worden uit zijn ouderlijk gezag. Tegelijkertijd vraagt u aan om de voogdij overgedragen te krijgen. Ouders kunnen niet rechtstreeks de voogdij aan u overdragen. Uitzondering is wanneer de ouder met gezag overlijdt en bij testament heeft vastgelegd dat de voogdij naar u overgaat (zie hiervoor hoofdstuk 11 overlijden). U hebt geen voorkeurspositie om met de voogdij over uw pleegkind belast te worden. De wet geeft echter wel de voorkeur voor voogdijbenoeming van een van de pleegouders boven die van de voogdij-instelling. Dit is om pleegouders die gebruik hebben gemaakt van hun blokkaderecht (en bevoegd zijn tot de uitoefening van de voogdij) een voorkeurspositie te verschaffen bij het toedelen van de voogdij. Willen de ouders niets weten van voogdijoverdracht, dan is het onmogelijk om de voogdij overgedragen te krijgen. Beperken de ouders u ernstig in uw handelingsvrijheid bij het opvoeden van uw pleegkind, vraag dan steun aan de casemanager of uw ambulant hulpverlener. Samen kunt u een onderzoek aanvragen door de Raad van de Kinderbescherming om, in het belang van uw pleegkind, een OTS uit te spreken. Voogdij overdracht is hierbij niet mogelijk, maar u hoeft niet meer steeds rechtstreeks met de ouders te onderhandelen en de gezinsvoogd kan dwingende aanwijzingen geven aan de ouders.
Pleegwijzer
April 2008
b. Voogdijovername bij OTS-plaatsing De ouders hebben het gezag maar, worden hierin gedeeltelijk beperkt. Er is voor u geen mogelijkheid om de voogdij over te nemen, tenzij de OTS-maatregel opgeheven wordt. De ouders hebben weer zelf het volledige gezag. Wanneer u het vervolgens samen met de ouders eens bent, kunt u de voogdij over uw pleegkind overnemen (zie 1). Het is ook mogelijk om de voogdij over te nemen wanneer de ouders ontheven of ontzet worden en de voogdij overgaat naar de voogdij-instelling. De gezinsvoogd moet hiervoor een goed onderbouwd verzoek indienen bij de kinderrechter. (zie 3)
c. Voogdijovername wanneer de voogd of voogdij-instelling het gezag heeft. De ouders hebben geen gezag meer. De voogdij ligt bij de instelling of een voogd. De voogdij-instelling of voogd kan de kantonrechter verzoeken zich uit de voogdij te ontslaan en u tot voogd te benoemen. Als de voogd of voogdij-instelling niet wil meewerken aan een voogdijoverdracht, kunt u een schriftelijke uitleg vragen, waarom dat zo is. Wanneer u uw pleegkind één jaar of langer hebt opgevoed en verzorgd, kunt u, met de schriftelijke afwijzing, rechtstreeks aan de kinderrechter vragen om u (of een andere voogdijinstelling), in het belang van het kind, met de voogdij te belasten. Woont uw pleegkind korter dan een jaar bij u, dan heeft uw aanvraag weinig kans van slagen. De voogd of voogdij-instelling kan zich altijd laten ontslaan uit de voogdij, als u bereid bent tot overname ervan. Als u uw recht op pleegvergoeding wilt behouden, kan slechts een van de pleegouders voogd worden. Wanneer beide pleegouders voogd wensen te worden, vervalt de pleegvergoeding doordat u dan onderhoudsplichtig wordt voor uw pleegkind.
5.1
Voorwaarden wanneer u de voogdij wilt overnemen
Voordat u de rechter kunt verzoeken om de voogdij over uw pleegkind over te dragen met behoud van pleegvergoeding dient u te voldoen aan een aantal voorwaarden: •
• • •
U dient bij voogdijoverdracht een pleegcontract met de pleegzorginstelling te hebben. (Als u al langere tijd geleden de voogdij hebt overgenomen en het pleegcontract kunt overleggen, hebt u recht op pleegvergoeding vanaf de overdrachtsdatum.) U dient uw pleegkind binnen uw gezin op te voeden en te verzorgen. Uw pleegkind dient, ook na de overname van voogdij, geïndiceerde hulp nodig te hebben. Het wonen in een pleeggezin kan al een indicatie zijn voor hulp. Uw pleegkind mag niet op grond van een OTS-maatregel bij u geplaatst zijn.
Pleegoudervoogdij aanvragen (één pleegouder) Stap 1: Voldoet u aan bovenstaande voorwaarden, vraag dan -schriftelijk- aan de ouder (of de voogdij-instelling) om een verzoek te doen bij de kantonrechter tot overdracht van de voogdij van uw pleegkind naar u. Stap 2: U meldt aan de rechter dat u zich ‘bereid verklaart’ de voogdij over uw pleegkind op zich te nemen. Stap 3: Als alle verzoeken (eventueel met achtergrondinformatie en informatie over de huidige situatie van uw pleegkind) bij de rechter zijn, beslist deze. U ontvangt de beschikking thuis. Stap 4: Het besluit van de rechter wordt in principe direct van kracht, mits er geen hoger
Pleegwijzer
April 2008
beroep wordt ingesteld. Van de beslissing tot pleegoudervoogdij wordt aantekening gedaan in het gezagsregister. Voor een onder voogdijgeplaatst pleegkind kunt u ook buiten de instelling om de rechter verzoeken om voogdijoverdracht. U dient dan een (gezamenlijk) verzoek in, om één van u beiden te belasten met de voogdij. De voogdij-instelling kan zich altijd uit de voogdij laten ontslaan ten gunste van u. Door middel van het standaard pleegcontract legt u, pleegouder zonder gezag, vast dat u uw pleegkind daadwerkelijk in uw gezin opvoedt en verzorgt. Hierdoor hebt u recht op ondersteuning door de Combinatie Centrum voor Pleeggezinnen en op pleegvergoeding. Wanneer u de voogdij overneemt, verliest dit contract zijn waarde, omdat het Centrum voor Pleeggezinnen officieel geen inmenging meer heeft. Wenst u wèl gebruik te blijven maken van de diensten van het Centrum voor Pleeggezinnen en de pleegvergoeding, dan tekent u het nieuwe ‘contract voor pleegoudervoogd.’ Als de voogdij wordt overgedragen aan één van de pleegouders: • • • • • • •
•
•
Hebt u recht op een pleegvergoeding op voorwaarde dat er voor de overdracht van de voogdij een pleegcontract was opgesteld. Stopt de begeleiding door het Centrum voor Pleeggezinnen van de Combinatie. Deze kan bij het Centrum voor Pleeggezinnen eventueel op uw eigen verzoek doorlopen. Wordt er een apart pleegoudervoogdcontract met u afgesloten en kunnen eventuele extra toeslagen op de basispleegvergoeding worden verleend. Stopt de pleegvergoeding zodra uw pleegkind 18 wordt. Hebt u geen recht op een vergoeding van bijzondere kosten (bijv. een fiets). Hebt u geen recht op kinderbijslag omdat u een pleegvergoeding ontvangt. Heeft het Centrum voor Pleeggezinnen de verplichting toe te zien dat het pleegkind daadwerkelijk in uw gezin wordt verzorgd en opgevoed. U moet hieraan medewerking verlenen. Kunt u bij problemen, net als ouders, een beroep doen op de jeugdzorg, middels een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg. U kunt hierbij verzoeken om begeleiding door een ambulant hulpverlener van het Centrum voor Pleeggezinnen. Spreekt u zelf bezoekregelingen af met de ouders van uw pleegkind.
Einde van de pleegoudervoogdij De pleegoudervoogdij eindigt:
Als uw pleegkind meerderjarig wordt; Bij overlijden van de pleegoudervoogd. Op grond van deze gewijzigde omstandigheden kan de biologische ouder een verzoek indienen om het gezag weer zelf te dragen. Indien de pleegoudervoogd onbevoegd is geworden tot het gezag, bijvoorbeeld door ondercuratelestelling. De rechter wijst ( eventueel op voordracht) een nieuwe voogd aan.
Gezamenlijke voogdij aanvragen (twee pleegouders) Ook beide pleegouders kunnen de voogdij aanvragen, dit heet gezamenlijke voogdij en verloopt altijd in stappen. Stap 1: Samen met de ouders van uw pleegkind (of voogdij-instelling) verzoekt u, pleegouder A, aan de rechter om de voogdij over te dragen aan u. Zodra dit wordt gehonoreerd vervalt de relatie met de voogdij-instelling. Stap 2: Daarna verzoekt u, pleegouder A, nu zijnde voogd, bij een twèède verzoek om gezamenlijk de voogdij over het pleegkind te mogen voeren met uw partner, pleegouder B. Pleegouder B geeft te kennen dat hij bereid is de voogdij op zich te nemen. Stap 3: De rechter benoemt u beiden tot voogd over uw pleegkind. Beide pleegouders hebben dezelfde rechten en plichten aangaande het kind.Van de beslissing tot
Pleegwijzer
April 2008
gezamenlijk
gezag
wordt
aantekening
gedaan
in
het
gezagsregister.
Als de voogdij wordt overgedragen aan beide pleegouders: • • • • • •
Hebt u geen recht op een pleegvergoeding en bent u verplicht tot het verstrekken van levensonderhoud aan het kind. Vervalt uw relatie met het Centrum voor Pleeggezinnen van de Combinatie. Hebt u recht op kinderbijslag. Hebt u mogelijk recht op een tegemoetkoming in de studiekosten, afhankelijk van het inkomen. Spreekt u zelf bezoekregelingen af met de ouders van uw pleegkind. Samen met het verzoek tot gezamenlijk gezag kan aan de rechtbank worden verzocht om de geslachtsnaam van uw pleegkind te wijzigen. Als uw pleegkind twaalf jaar of ouder is moet hij met de naamswijziging instemmen. (zie ook hoofdstuk 8 bijzondere omstandigheden)
Oudervoogd: Het gezag berust bij één van de ouders van het kind (bijv. ongehuwde moeder, weduwe/weduwnaar of na echtscheiding). Gezamenlijke voogdij: Beide gescheiden ouders hebben het gezamenlijke gezag over hun kind. Een ouder en een niet-ouder hebben de gezamenlijke voogdij over het kind van een van beiden. Twee pleegouders hebben de gezamenlijke voogdij over hun pleegkind. Pleegoudervoogd: Eén van de pleegouders van het kind heeft de voogdij.
Einde van het gezamenlijk gezag Het gezamenlijk gezag eindigt: Als uw pleegkind meerderjarig wordt; Bij overlijden van een van beide pleegoudervoogden. De achterblijvende pleegouder oefent vervolgens alleen het gezag uit als pleegoudervoogd. Indien een van beide pleegoudervoogden onbevoegd is geworden tot het gezag, bijvoorbeeld door ondercuratelestelling. De andere pleegoudervoogd oefent gedurende de onbevoegdheid alleen het gezag uit als pleegoudervoogd. Door uitspraak van de rechter op verzoek van de biologische ouder ( o.a. na ontheffing of ontzetting). De grond van dit verzoek moet zijn dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden of dat bij de toekenning van het gezag van onjuiste gegevens is uitgegaan. (zie ook hoofdstuk 12 rechten en plichten) Na beëindiging van het gezamenlijk gezag door de rechter of door het overlijden van een van de pleegoudervoogden blijft de andere pleegoudervoogd u nog onderhoudsplichtig voor dezelfde tijd als het gezamenlijk gezag heeft geduurd. De rechter kan deze termijn verlengen. Eindigt het gezamenlijk gezag doordat het kind meerderjarig wordt (18 jaar) dan duurt de onderhoudsplicht tot het kind 21 jaar wordt.
Adoptie van uw pleegkind Zolang het gezag nog bij (één van de) ouder(s) berust, kunt u uw pleegkind niet adopteren. Als u, beide pleegouders of een ander dan de ouders, de voogdij hebt over uw pleegkind, kunt u een verzoek indienen bij de rechter voor adoptie van uw pleegkind. De biologische ouders en het kind vanaf 12 jaar moeten het hiermee wel eens zijn. Zonder hun toestemming kunt u niet adopteren. Wordt dit verzoek gehonoreerd, dan wordt de geboorteakte gewijzigd en worden oude familiebanden verbroken. Ook bij ontzetting behouden de ouders het recht tot al dan niet ‘vrijgeven’ van hun kind voor adoptie. Jarenlange afwezigheid of een onbekend verblijf maakt het niet mogelijk om uw pleegkind te adopteren. Na overlijden is het wel makkelijker. Zie ook hoofdstuk 11 overlijden.
Pleegwijzer
April 2008
5.2
Aandachtspunten zodra de voogdij aan u is toegewezen
Vanaf de voogdijoverdracht is uw pleegkind voor de wet uw eigen kind met alle rechten en plichten van dien. Toch zijn er nog aandachtspunten waar u mee te maken krijgt.
Kosten Pleegvergoeding De regeling vergoeding pleeggezinnen blijft van kracht (wanneer u voldoet aan de voorwaarden). U tekent een speciaal pleegoudervoogd-contract, wat u recht geeft op een pleegvergoeding.
Toeslagen Voor de “grote gezinnen bijdrage” (zie hoofdstuk 7 financiën) van 3.00 euro, telt uw pleegkind waarover u gezag hebt gewoon mee.
Bijzondere kosten Bijzondere kosten die u voorheen kon declareren bij de ouders of voogdij-instelling komen voortaan voor uw eigen rekening. Denk aan ziektekostenverzekering, schoolgelden en paspoort. Regel de verzekeringen tijdig.
Belastingaftrek Belastingaftrek is in sommige situaties mogelijk (zie hoofdstuk 7 financiën).
Inkomsten Vermogensbeheer U beheert het vermogen van uw pleegkind tot hij meerderjarig is. Het beheer van het vermogen (ook als het kind niets bezit) moeten door de voormalige voogd (ouder of voogdij-instelling) formeel en schriftelijk overgedragen worden. Neem hierover contact op met de ouders of voogdijinstelling!
Halfwezenuitkering Als u de voogdij hebt overgenomen, nadat/doordat de ouder van uw pleegkind overleed, hebt u als pleegoudervoogd recht op een halfwezenuitkering om uw pleegkind te verzorgen. Als beide ouders zijn overleden geldt dit niet: Een (volledige) wezenuitkering wordt beschouwd als inkomen van uw pleegkind en niet van u. Zie hoofdstuk 11 overlijden)
Pleegkind met bijstandsuitkering Uw pleegkind heeft geen recht meer op een bijstandsuitkering, als u de voogdij hebt overgenomen. U onderhoudt uw pleegkind uit de pleegvergoeding.
Studiefinanciering Pleegkinderen van pleegoudervoogden worden, net als andere pleegkinderen, voor de studiefinanciering beschouwd als uitwonend, en ontvangen dus de hogere studiefinanciering. (zie hoofdstuk 7 financiën)
Kinderbijslag U hebt niet automatisch recht op kinderbijslag. De pleegvergoeding die u ontvangt heeft een dusdanig niveau, dat het niet snel aannemelijk te maken is, dat u het vastgestelde bedrag per week extra uitgeeft aan uw pleegkind.
Verzekeringen Ziektekostenverzekering Vanaf 2006 heeft elk (pleeg-)kind zijn eigen polis voor de basisverzekering. Deze loopt gewoon door als u de voogdij over uw pleegkind overneemt. Eventuele aanvullende verzekering kunt u
Pleegwijzer
April 2008
overnemen van deinstelling of persoon die voordien uw pleegkind aanvullend verzekerde. Deze verzekering is niet gratis en dient voortaan door u te worden voldaan. U bent niet verplicht uw pleegkind aanvullend te verzekeren. (zie hoofdstuk 6 verzekeringen).
Aansprakelijkheid De pleegoudervoogd is aansprakelijk voor de door het pleegkind toegebrachte schade tot zijn zestiende jaar.(zie hoofdstuk 6 verzekeringen)
Andere verzekeringen Alle verzekeringen (bijvoorbeeld WA-verzekering), die voorheen door de ouders of voogdijinstelling geregeld waren, dient u nu zelf te regelen.(zie hoofdstuk 6 verzekeringen)
Omgang Uw pleegkind verliest nooit zijn recht op omgang met zijn ouders. Zorg voor een goede en prettige omgang- en bezoekregeling met de ouders en houd hierbij rekening met de wensen van uw pleegkind. Lukt het niet een goede regeling te treffen, dan kunt u de rechter verzoeken om een regeling te stellen of om de omgang geheel laten vervallen.
Begeleiding Per 2005 hebt u geen recht meer op begeleiding van het Centrum voor Pleeggezinnen. Als u dit wel wenst, vraagt u dat aan via Bureau Jeugdzorg. Zij kunnen een indicatie voor pleeggezinbegeleiding afgeven.
Opvoedondersteuning Wanneer u de voogdij hebt overgenomen, kan het toch gebeuren dat u voor ondersteuning van uw pleegkind en onderzoek hulp nodig hebt. U kunt dit aanvragen bij Bureau Jeugdzorg. Ook bijv. een psychologisch onderzoek door het Centrum voor Pleeggezinnen moet aangevraagd worden via Bureau Jeugdzorg.
Naamswijziging Zie hoofdstuk 8 bijzondere omstandigheden.
Pleegwijzer
April 2008