HOOFDSTUK 21 ESTER
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Ester koningin Ester 1 en 2 Het plan van Haman Ester 3 – 5 De Joden gered Ester 6 – 10 Ester Lesboek p. 46 & 47 Werkboek p. 22
Memoriseertekst Hun rouw verander ik in vreugde Jeremia 31 : 13c Liederen Psalm 71 - Bij U o Heer berg ik mijn leven Psalm 81 - Open maar uw mond Psalm 116 - God heb ik lief Psalm 118 - Laat ieder ‟s Heren goedheid prijzen Opwekking 40 - Zoek eerst het koninkrijk van God E&R 430 - Wij willen samen vieren Opwekking kids 31 - Door de kracht Opwekking kids 153 - Here, maak mij uw wegen bekend Opwekking kids 172 - Heer, u kent mij als geen ander
Thema God redt zijn volk Algemene informatie Al wordt de naam van God in dit bijbelboek niet genoemd, Hij is er duidelijk in herkenbaar. Zijn leiding is duidelijk in de verschillende gebeurtenissen. Gods zorg voor zijn volk wordt ook duidelijk in dit verhaal. Koning Ahasveros regeert over het Perzische rijk. Mordechai en Ester zijn Joodse ballingen die leven in Perzië. In het eerste verhaal wordt de Joodse Ester koningin. Zij verzwijgt op aanraden van Mordechai haar afkomst. In het tweede verhaal bedenkt Haman het plan het volk van de Joden te doden en uit te roeien. Hij krijgt instemming van de koning. Het is Ester haar taak de koning om genade te smeken voor haar en haar volk. In het derde verhaal maakt Ester aan de koning bekend dat zij en haar volk gevaar lopen gedood te worden. Haman wordt gedood. Zijn plaats wordt ingenomen door Mordechai. Er worden nieuwe bevelschriften uitgevaardigd waarin de Joden de kans krijgen zich te verdedigen. Zo wordt het volk niet uitgeroeid. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de kinderen vertellen wie Mordechai en Ester zijn; weten de kinderen hoe Ester koningin wordt; weten de kinderen waarom Haman het volk van de Joden wil doden; weten de kinderen wat een wet van Meden en Perzen is; kunnen de kinderen vertellen waarom het voor Ester spannend is om naar de koning te gaan; weten de kinderen waarom Mordechai een beloning ontvangt; kunnen de kinderen vertellen wat Ester haar wens aan de koning is; kunnen de kinderen vertellen hoe het Joodse volk gered wordt. Levend Water – groep 4
1
Hoofdstuk 21 Ester
HOOFDSTUK 21 - DAG 1 ESTER KONINGIN
Verteltekst Ester 1 en 2
Achtergrondinformatie In de tijd van Ahasveros: Ahasveros ook wel Xerxes (Griekse naam) genoemd, was koning van het Perzische rijk. (Na het Assyrische en Babylonische rijk nu de wereldmacht.) Burcht van Susa: de burcht Susan lag in Susa, nu zuidwest Iran. De burcht is een groot complex van gebouwen met veel zalen en gangen, binnenplaatsen en een grote tuin. Honderdtachtig dagen lang: een half jaar lang duurt het feest! Tegelijk is deze tijd een voorbereiding voor de volgende veldtocht tegen de Grieken. Toen deze dagen voorbij waren richtte de koning een feestmaal aan: als alles voor de veldtocht geregeld en bepaald is, kan er als afsluiting op gegeten en gedronken worden. Dat is het feestmaal van zeven dagen omringd met pracht en praal (Ester 1: 5-8). Eneuchen: hovelingen van de koning die ontmand zijn. Meestal bewakers van het vrouwenhuis. Zodat het niet kan worden herroepen: een wet van Meden en Perzen is niet te veranderen. Mensen zijn daarin overgeleverd aan de grillen van de koning. De taal van zijn eigen volk spreken: ook als een vrouw (van een andere nationaliteit) een andere taal spreekt, is het belangrijk dat de man bepaalt welke taal er gesproken wordt in zijn huis. Mordechai: een afstammeling van Benjamin. Hij en Ester zijn volle neef en nicht. De vader van Ester is een oom van Mordechai (Ester 2: 15). Mordechai was ouder dan Ester en kon zo als een vader voor haar zorgen. Hadassa: dit is de Hebreeuwse naam en Ester is de Perzische naam. En iedere dag wandelde Mordechai langs: hij is in de gelegenheid dicht bij het vrouwenhuis te komen, vanwege zijn positie aan het hof. Ester had niet verteld uit welk volk ze stamde: de reden hiervoor kan zijn dat er waarschijnlijk in die tijd ook al haat is tegen de Joden. Daarnaast wil Mordechai waarschijnlijk niet dat duidelijk is dat ze familie zijn, zodat hij wat onopgemerkt in de buurt kan blijven van Ester.
lustobject bewonderd te worden. Daar is moed voor nodig. Ze wordt afgezet als koningin. Er wordt een „schoonheidswedstrijd‟ gehouden en Ester doet mee op aanraden van Mordechai. Uit een groot aantal meisjes wordt de Joodse Ester gekozen als koningin. De koning voelt voor Ester meer liefde dan voor alle andere vrouwen (Ester 2: 17). Ester verzwijgt haar Joodse afkomst. De poort is het commerciële en bestuurlijke centrum in oude steden in het Midden Oosten. Er wordt gehandeld en rechtgesproken en koningen houden er audiënties. Dat Mordechai er dienst doet, geeft aan dat hij een hoge bestuurlijk positie heeft in het rijk.
Introductie op de les Heb je wel eens een geheim? Hoe voelt het als je een geheim hebt? Afsluiting van de les Wat is het geheim van Ester?
Aandachtspunten Het verhaal kan goed verteld worden vanuit Mordechai. Tijdens een groot feest in het paleis van koning Ahasveros, weigert koningin Wasti haar schoonheid voor de koning en al zijn genodigden te laten zien. Ze weigert als Levend Water – groep 4
2
Hoofdstuk 21 Ester
HOOFDSTUK 21 - DAG 2 HET PLAN VAN HAMAN
Verteltekst Ester 3 - 5
Achtergrondinformatie Een nakomeling van Agag: Haman stamt af van Agag een vroegere koning van Amalek. De Amalekieten hadden Israël aangevallen toen het volk uit Egypte was weggegaan. De Heer zei toen tegen Mozes dat Hij zou blijven strijden tegen Amalek (Ex 17: 14-16). Dit is de reden dat Mordechai niet wil buigen voor Haman. Tienduizend talent zilver: ongeveer 23 miljoen euro, één talent weegt 43 kilo. Het geld van de Joden doet Haman in de staatskas. Zegelring: Haman kan in de naam van de koning doen wat hij wil. Door het stempel van de zegel is het een wet. Hulde zich in een rouwkleed: naar oosters gebruik scheurt Mordechai zijn kleren aan de voorkant stuk, bedekt zich met een harig stuk stof en strooit as op zijn hoofd. Dit is een zware vorm van rouw. Ze moet hem om genade smeken: het moment is aangebroken dat Ester haar afkomst niet langer hoeft, maar ook niet langer kan verzwijgen. Ester kan het Joodse volk zo redden. Wie de koning zijn gouden scepter toesteekt: dit is een teken van leven. Het is ook mogelijk dat iemand wordt gedood als hij ongevraagd bij de koning komt. Komt er van een andere kant wel redding en uitkomst voor de Joden: dit kan slaan op geloof van Mordechai dat er hoe dan ook redding zal komen. Ook als Ester niet zal gaan. Vast voor mij: vasten is vaak een teken van boetedoening of van rouw. Dit geeft aan dat de Joden in ballingschap zich nog houden aan Gods wetten en voorschriften. Moet ik omkomen, dan zal ik omkomen: dit geeft blijk van vertrouwen op God en niet van wanhoop. En raakte het uiteinde van de scepter aan: teken van dankbaarheid. Werpt het lot: vaak worden steentjes gebruikt van verschillende grootte en kleur. Die worden dan in een mantel of een kruik gedaan. Er wordt net zolang geschud tot er één uitvalt.
handen en ze moet ongevraagd naar Ahasveros gaan. Dat is heel gevaarlijk, het kan de doodstraf betekenen. De koning voelt zo veel liefde voor Ester dat hij haar zijn gouden scepter toereikt. Ester spreekt de koning zeer beleefd en formeel aan overeenkomstig de verhoudingen aan het hof en om hem gunstig te stemmen. Eerst heeft Ester drie dagen gevast, ze heeft God gezocht. Nu onderneemt ze zelf stappen en nodigt de koning en Haman uit voor een maaltijd. Haman heeft steeds bewondering en aandacht nodig. Dat krijgt hij dus niet van Mordechai. Zijn vrouw en vrienden vinden het volkomen normaal dat hij pas vrolijk aan tafel kan zitten als zijn moordplannen zijn uitgevoerd.
Introductie op de les Vertel eens: ben je wel eens boos als iemand niet doet wat je wilt? Afsluiting van de les Wat doet Haman, als Mordechai niet voor hem buigt?
Aandachtspunten Haman wil zich niet alleen op Mordechai wreken, maar op het hele Joodse volk. Haman werpt het lot, hij kiest zo een datum hiervoor. Hij moet nog bijna een jaar wachten. Mordechai wijst Ester op haar taak om de koning om genade te smeken (Ester 4: 14b). Het lot van heel het volk ligt in haar Levend Water – groep 4
3
Hoofdstuk 21 Ester
HOOFDSTUK 21 - DAG 3 DE JODEN GERED
Verteltekst Ester 6-10
Achtergrondinformatie Een paal van 50 el hoog: 20 à 25 meter. Je zult het volledig van hem verliezen: Hamans vrouw en vrienden hebben het idee dat dit niet goed voor Haman af zal lopen. Men bedekte Hamans gezicht: een inleiding op de doodstraf. De koning deed de zegelring af en gaf die aan Mordechai: Mordechai krijgt de functie van Haman: de eerste na koning Ahasveros. Laat dan een schrijven uitgaan dat de brieven herroept: Ester denkt er misschien niet aan dat een wet van Meden en Perzen onherroepelijk is. Intrekken van de wet is niet mogelijk, omdat de naam van de koning en een afdruk van zijn zegel eronder staan. Uit alle volken van het land sloten zich velen bij de Joden aan: dit garandeert hun veiligheid. Zacharia profeteert hierover: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.”(Zacharia 8: 23). Poerim: dit is een meervoudsvorm van Poer dat lot betekent. Haman had het lot geworpen om de dag te bepalen dat de Joden vernietigd moesten worden. Deze dagen herinneren eraan . Poerimfeest: is een herinnering aan de bevrije e ding, door alle Joden gevierd op de 14 en 15 van de maand Adar (onze maand februari). Het is een vrolijk feest, met eten en drinken en men geeft elkaar geschenken. In de synagoge wordt het boek Ester gelezen. De Joden vieren dit feest nog steeds.
worden teruggedraaid, maar de Joden mogen zich met hand en tand verdedigen (Ester 8: 11). De Joden krijgen nu rust van hun vijanden. Op het Poerimfeest blijven deze dagen van verzet en bevrijding feestelijk herdacht en gevierd.
Introductie op de les Wat vind jij een reden om feest te vieren? Afsluiting van de les Waarom vieren de Joden feest?
Aandachtspunten Haman is vroeg in de ochtend bij het paleis aangekomen. Hij wil toestemming vragen Mordechai op te hangen. Een knecht van de koning mag niet eerder spreken voordat hij door de koning aangesproken is. De koning komt dus eerst met zijn vraag aan Haman. Wat moet er gedaan worden als de koning iemand eer wil bewijzen? Haman denkt dat het eerbetoon voor hemzelf zal zijn en adviseert daarom koninklijke hulde. Het gevolg is dat Mordechai geëerd wordt en Haman voor hem uit moet lopen om hem te bejubelen. Mordechai krijgt de positie die Haman eerder had. Er is nog wel een probleem: de wet die Haman heeft opgesteld om de Joden te vermoorden kan niet worden herroepen of teruggedraaid. De oplossing is een andere wet laten uitgaan die de eerste bestrijdt. De geplande moord mag niet Levend Water – groep 4
4
Hoofdstuk 21 Ester
HOOFDSTUK 21 - DAG 4 ESTER
Lesboek p. 46 & 47 Linkerpagina: bekijk de plaat met de kinderen. Wat houdt de koning in zijn hand? Waarom is het best spannend dat Ester naar de koning gaat? Bespreek de vraag. Rechterpagina: bij de foto: een rijk gevulde tafel zoals je die bij ons kunt aantreffen op een feest. Zullen er verschillen zijn met de maaltijden van Haman en koning Ahasveros? Nadenkertje Als je iets zou mogen wensen, wat zou je dan wensen? Werkboek p. 21 In het verhaal van Ester gaat het over diepe rouw en grote vreugde. Het memootje is een profetie van Jeremia. Mooie, troostvolle woorden van God die rouw verandert in vreugde. In het verhaal is die omkeer ook duidelijk aanwezig. Lees samen met de kinderen de woorden. Hoe is aan de buitenkant te zien dat iemand blij of verdrietig is? Kun je het altijd aan de buitenkant zien? Vroeger liet men heel duidelijk zien wanneer men in de rouw was. Is dat nu nog zo? Alle woorden die bij „ rouw‟ horen geven de kinderen dezelfde kleur. De woorden die bij „vreugde‟ horen, krijgen een ander kleur.
Levend Water – groep 4
5
Hoofdstuk 21 Ester
HOOFDSTUK 22 LUISTEREN NAAR GOD
Dag 1
Dag 2
Dag 3 Dag 4
Jona Jona 1 – 2: 1 Jona 2: 11 – 4: 11 Ezra, de terugkeer Ezra 1: 1 – 11 Ezra 2: 64 – 3: 13 Ezra, bouw van de tempel Ezra 4: 1 – 6: 22 Luisterne naar God Lesboek p. 48 & 49 Werkboek p. 23
Memoriseertekst Ik wist het wel: U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. Jona 4: 2b Liederen Psalm 139 - Heer, U doorgrondt mij van omhoog Elly & Rikkert - Als je bidt zal Hij je geven Gereformeerd Kerkboek, Gezang 103 - O Schepper, Geest, woon in uw kerk Opwekking 248 - God is getrouw, zijn plannen falen niet Elly en Rikkert - Jona Alles wordt nieuw - Jona uit de grote vis Liedjes rond de bijbel - Hé, Jona!
Thema Luisteren naar God Algemene informatie We starten deze week met Jona. Jona krijgt de opdracht van God om de inwoners van Nineve te waarschuwen. Jona luistert niet en gaat zijn eigen weg. Toch weerhoudt God hem niet van zijn taak. Door middel van een storm op zee belandt Jona in een grote vis. De vis spuwt Jona uit op het land en Jona maakt zijn opdracht af. De inwoners van Nineve worden zo gered. In de tweede vertelling maken we een begin met Ezra. Koning Cyrus stuurt de ballingen naar huis. De Israëlieten mogen terug om de tempel in ere te herstellen. God zorgt ook nu weer goed voor zijn volk, ze komen niks te kort omdat ze allerlei kostbaarheden worden aangereikt (zie ook Ex. 12: 31 - 41). In de derde vertelling zijn er veel tegenstanders van de tempelbouw, hierdoor komen de werkzaamheden 15 jaar stil te liggen. Uiteindelijk is het koning Darius die het decreet terug vind en zo wordt de tempel alsnog in ere hersteld. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen wie Jona is; weten de leerlingen waarom Jona niet naar Nineve gaat; weten de leerlingen wat er met Jona gebeurd als hij niet naar God luistert; weten de leerlingen wie Ezra is; kunnen de leerlingen aangeven wat de ballingen krijgen om hun bestaan weer op te bouwen; kunnen de leerlingen aangeven waarom de jonge mensen blij waren en de oude mensen verdrietig toen de tempel weer werd opgebouwd; weten de leerlingen dat de tempel wordt herbouwd; kunnen de leerlingen vertellen dat niet iederen wil dat de tempel wordt herbouwd. Levend Water – groep 4
6
Hoofdstuk 22 Luisteren naar God
HOOFDSTUK 22 - DAG 1 JONA
Verteltekst Jona 1 - 2: 1 Jona 2: 11 - 4: 11 Achtergrondinformatie De stad Tarsis: hier vlucht Jona naartoe. Deze stad ligt vermoedelijk in het zuiden van Spanje. Nineve: de resten en ruïnes hiervan liggen in het huidige Irak. In Jona‟s tijd is het één van de grootste en meest imposante steden van de wereld. Schepen: in de oudheid zijn dit fragiele vaartuigen. Een schip gaat alleen de zee op als het mooi weer is, meestal in de maanden april tot oktober. Jona maakte zich gereed en vluchtte naar Tarsis: in de tijd van Jona denken de volken dat hun goden aan een bepaald gebied verbonden zijn. Jona vlucht naar Tarsis in het westen in plaats van naar Nineve dat in het oosten ligt. Hij denkt dat hij God zo kan ontlopen. Het lot viel op Jona: de mensen denken dat de storm een oorzaak heeft. Dit wordt vaak gedacht, ook bij rampen. Dat Jona uitgekozen wordt, is normaal; de zeelieden willen een zondebok. Een grote vis: potvissen en haaien die een mens zouden kunnen doorslikken zijn niet onbekend in de Middellandse Zee. Dit voorval kan beschouwd worden als een wonder. Het is een zaak waarover God beschikt. Wonderboom: dit is waarschijnlijk de ricinus communis. Het is een eenjarige plant die in korte tijd tot 4 meter hoog kan worden. De stengel is stijfrecht en kaal. De bladeren staan spiraalsgewijs en zijn langgesteeld.
deze goden. De zeelieden zien na de storm in dat God niet zomaar een god is en brengen hem een offer. Het gebed dat Jona uitspreekt in Jona 2: 3-10 is te vergelijken met Psalm 42. God gebruikt de wonderboom om Jona een les te leren. Jona vindt het zo jammer om de boom te verliezen net zoals God het jammer vindt om Nineve te verliezen.
Introductie op de les Probeer jij wel eens ergens onderuit te komen? Afsluiting van de les Ben jij weleens bang om iets of iemand te verliezen?
Aandachtspunten Jona gaat naar Tarsis in plaats van naar Nineve. Dit doet hij om twee redenen. De eerste is omdat hij zelf niet wil dat de mensen vergiffenis krijgen. Jona vindt dat deze mensen straf verdiend hebben. De tweede is omdat hij zijn opdracht niet accepteert en bij God uit de buurt wil blijven. God was volgens Jona letterlijk aan Nineve verbonden. Door de andere kant op te gaan hoopt Jona God te vermijden. Er was geen sprankje hoop vanuit Jona voor de inwoners van Nineve. Het is een hele zware storm want zelfs de zeelieden zijn bang. Zeelieden zijn gewend om op zee te varen, zo‟n tocht is vaak heftig. Deze keer moet het wel erg zijn omdat de zeelieden het niet meer zien zitten. Er worden veel verschillende goden aanbeden. God wordt ook gezien als een van Levend Water – groep 4
7
Hoofdstuk 22 Luisteren naar God
HOOFDSTUK 22 - DAG 2 EZRA, DE TERUGKEER
Verteltekst Ezra 1: 1 – 11 Ezra 2: 64 -3: 13 Achtergrondinformatie Eerste regeringsjaar van Cyrus: dit was het jaar 539 v.Chr. Hij begint vanaf die tijd te regeren over Babel. Kostbaarheden: Cyrus geeft de ballingen hun kostbaarheden terug die Nebukadnessar in 586 v.Chr. naar Babel heeft gebracht. Bang: Jesua en Zerubbabel zijn bang. Ze worden bedreigd door de achtergebleven mensen in Israël. Toch vertrouwen ze op God terwijl dat heel moeilijk kan zijn als je bang bent. Aandachtspunten Koning Cyrus van Perzië geeft bevel de ballingen naar huis te sturen. Ze mogen terug naar hun land om hun bestaan op te bouwen, ze mogen hierbij hun eigen goden dienen. In dit geval mogen ze God dienen en de tempel in ere herstellen. De genoemde cijfers komen opgeteld niet tot het totaal. Er kunnen schrijffouten zijn gemaakt of de getallen kunnen verkeerd zijn geïnterpreteerd. De Israëlieten krijgen allerlei kostbare geschenken van hun buren. Dit valt te vergelijken met het volk dat wegtrok uit Egypte (Ex. 12: 31 - 41). God geeft de mensen wat ze nodig hebben, ze komen niks tekort. Er is veel blijdschap onder de mensen. Na zoveel ellende zijn opnieuw de fundamenten (basis van de tempel) voor de tempel gelegd. De jonge generatie is daarom heel blij en jubelt het uit. De oudere generatie is daarentegen heel verdrietig en huilt. Zo zijn gejubel en gehuil door elkaar te horen. Emoties worden sterk getoond, net zoals nu nog te zien is in de oosterse cultuur. Introductie op de les Mag je wel eens iets opnieuw doen? Krijg je wel eens een tweede kans? Afsluiting van de les Wat maakt jou heel erg blij of juist heel erg verdrietig?
Levend Water – groep 4
8
Hoofdstuk 22 Luisteren naar God
HOOFDSTUK 22 - DAG 3 EZRA, DE BOUW VAN DE TEMPEL
Verteltekst Ezra 4: 1 - 6: 22 Achtergrondinformatie Trans-Eufraat: dit betekent letterlijk: „over de rivier‟. Vanuit Mesopotamië gezien vormen de gebieden Aram, Phoenicië en Israël ten westen van de Eufraat samen de provincie TransEufraat (Ez. 6: 8 - 12). Restaureren: net zoals de herbouw van de tempel worden er vaker heiligdommen gerestaureerd. Perzische koningen doen dit vaker, zo willen ze waarschijnlijk de god van de desbetreffende plaats behagen en rampspoed voorkomen. Tattenai: hij is de militaire goeverneur van Judea. Hij moet verantwoording afleggen aan de koning van Perzië. Zerubabel was ondergeschikt aan hem. Aandachtspunten De kolonisten bieden hun hulp aan. Zij willen nu offers brengen aan de God van dit land. Maar de Israëlieten willen er niets van horen en daarom maken de kolonisten zoveel problemen dat het werk 15 jaar lang stil komt te liggen. Totdat Darius koning wordt. Tattenai en Setar-Boznai zijn niet gelukkig met de hervatte bouw van de tempel en hopen daarom dat Darius alles stil zal leggen. Maar ze krijgen te horen dat ze de Israëlieten moeten steunen. Koning Darius wordt koning van Assyrië genoemd, maar hij is koning van Perzië. Dit komt omdat Assyrië in 612 v.Chr. valt. Daarna worden het Babylonische en het Perzische Rijk oppermachtig. De naam „Assyrië‟ blijft wel in gebruik. Ook de Perzische koningen nemen deze naam over. Haggai en Zacharias sporen de mensen aan om weer te gaan bouwen. Darius controleert de documenten van het hof en ontdekt dat koning Cyrus het decreet op een rol had laten schrijven. De Israëlieten hebben dus officieel wel toestemming voor hun tempel, inclusief de afmetingen en de te gebruiken materialen. In vier jaren wordt de tempel afgebouwd en de mensen kunnen het pascha vieren (dit word gevierd in maart/april). Introductie op de les Wat doe jij als je het ergens niet mee eens bent? Afsluiting van de les Probeer jij weleens iemand dwars te zitten? Levend Water – groep 4
9
Hoofdstuk 22 Luisteren naar God
HOOFDSTUK 22 - DAG 4 LUISTEREN NAAR GOD
Lesboek p. 48 & 49 Linkerpagina: bekijk met de leerlingen de illustratie. Hoe is Jona aan boord van dat schip gekomen en wat is de reden dat hij overboord wordt gegooid? Rechterpagina: laat de leerlingen de tekst lezen. Praat erover door dat Jona zijn eigen zin wilde doen en niet naar God luisterde. Op welke manier grijpt God in? Bespreek daarna wat het betekent wanneer mensen zich bekeren tot God. Kun je dat aan iemand zien? Nadenkertje Wanneer heb jij ergens geen zin in? Reageer je dan net als het poppetje met vingers in je oren? Wat zijn de gevolgen van niet luisteren naar een opdracht of regel? Hoe kunnen wij laten zien dat we naar God luisteren? Bespreek vervolgens de foto. Daarop staan kinderen die elkaar jonassen. Kennen de leerlingen dat spel? Waarom zou het zo genoemd worden? Speel het samen op het schoolplein of in de gymzaal! Maar wees voorzichtig! Werkboek p. 23 De leerlingen kleuren de illustratie uit het leerlingenboek en schrijven er tekst bij op de lijntjes. Extra suggesties Zorg voor een verteltafel met attributen en laat de leerlingen het verhaal naspelen.
Levend Water – groep 4
10
Hoofdstuk 22 Luisteren naar God
HOOFDSTUK 23 DE MUUR VAN JERUZALEM
Dag 1 Dag 2
Dag 3
Dag 4
Ezra vertrekt naar Jeruzalem Ezra 7: 1 – 10: 44 Nehemia keert terug naar Jeruzalem Nememia 1: 1 – 2: 20 Nehemia herbouwt de muren van Jeruzalem Nehemia 3 : 1 – 8 : 18, 12 : 27 – 43 De muur van Jeruzalem Lesboek p. 50 & 51 Werkboek p. 24
Memoriseertekst Want de vreugde die de Heer u geeft, is uw kracht. Nehemia 8: 10 Liederen Psalm 126 - Toen God ons weer naar Sion bracht Psalm 127 - Wanneer de Heer het huis niet bouwt Liedboek voor de kerken, Gezang 373 Nu wordt het licht, de dag breekt aan E&R 252 - De Heer is onze reisgenoot Opwekking 184 - Wie op de Heer vertrouwen
Thema Bid en werk! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over Ezra en Nehemia. Bij elke dag staan veel bijbelgedeelten vermeld. Wanneer het teveel is, dan kunt u zich vooral richten op de bijbelgedeelten die met name genoemd worden. Het bijbelboek Nehemia vormt samen met het boek Ezra een boek dat in de bijbeluitgaven in tweeën is gesplitst. Nehemia wordt als landvoogd van Juda aangesteld door de Perzische koning Artaxerxes. Hij zorgt ervoor dat de herbouw van de Jeruzalemse muur tot stand komt. Op de eerste dag staat de priester Ezra centraal. Hij neemt maatregelen tegen huwelijken tussen Joodse mannen en vrouwen van nietJoodse afkomst. Vervolgens gaat het over de terugkeer van Nehemia als schenker aan het hof. Nehemia gaat de inwoners van Jeruzalem helpen met de wederopbouw! Er wordt verteld over de strijd die Nehemia levert om de stadsmuur van Jeruzalem te herstellen. De vertelling eindigt met het inwijden van de muur en de tempel en het voorlezen van de wet door Ezra. Doordat het boek Nehemia in een ik-stijl is geschreven, lijkt het wel een dagboek. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen waarom Ezra terugkeert naar Jeruzalem; kunnen de leerlingen vertellen waarom God het niet goed vindt dat Joodse mannen trouwen met buitenlandse vrouwen; weten de leerlingen waarom Nehemia terugkeert naar Jeruzalem; kunnen de leerlingen vertellen hoe Nehemia de muur van Jeruzalem herstelt; kunnen de leerlingen vertellen dat de Israelieten voor het eerst het loofhuttenfeest vieren.
Levend Water – groep 4
11
Hoofdstuk 23 De muur van Jeruzalem
HOOFDSTUK 23 - DAG 1 EZRA VERTREKT NAAR JERUZALEM
Verteltekst Ezra 7: 1- 10: 44 met name Ezra 7, Ezra 8 vanaf vers 32, Ezra 10 Achtergrondinformatie De zoon van Aaron: het geslachtregister van Ezra gaat terug tot de hogepriester Aaron. De geschiedenis van het volk Israël gaat dus verder na de ballingschap en begint niet opnieuw. Het is de geschiedenis van één volk. Satrapen: gouverneurs, waarschijnlijk één voor elke „satrapie‟ of provincie, met verschillende ondergeschikten. Schriftelijk vastgelegd (8: 34): van alle voorwerpen wordt het afzonderlijke gewicht genoteerd en daarna het totale gewicht. Dit is een Babylonisch gebruik: elke transactie wordt schriftelijk vastgelegd. Het kan zijn dat Ezra een schriftelijke bevestiging moet opsturen naar Artaxerxes.
gemengde huwelijk heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ondergang van de voorgaande koningen. In een schriftelijk document, door de leiders namens het volk ondertekend, verklaren de Joden dat ze voortaan al Gods geboden en wetten zullen gehoorzamen.
Introductie op de les Wat neem jij allemaal mee als je op reis gaat? Afsluiting van de les Wat gaat Ezra in Jeruzalem doen en wat krijgt hij mee?
Aandachtspunten Ezra staat bekend om zijn kennis van de wet van God, zelfs bij een heidense koning. Om deze grote kennis van Ezra moet hij terug naar Jeruzalem: hij moet de naleving van die wet onderzoeken. Ezra verzamelt goud en zilver in Babel en gaat met ongeveer 1700 mensen in vier maanden van Babylon naar Jeruzalem. Dat is een afstand van ongeveer 1440 kilometer. Deze groep is kwetsbaar, omdat ze ook kostbaarheden meenemen voor de tempel. Een goede prijs voor rovers! Maar Ezra vertrouwt op God en weet dat Hij hem beschermt. Ze hebben als giften 22 ton zilver en 3400 kilo goud mee. Omdat Ezra opgeschept heeft dat God hem bewaart, waaruit zijn vertrouwen op God blijkt, kan hij moeilijk de koning vragen om een escorte! Het gebed van Ezra komt uit het diepste van zijn hart en zijn geloof wordt beloond doordat God hem beschermt en bewaart. Ezra is een priester. Hij komt in Jeruzalem aan waar de tempel herbouwd is. Vele Joden uit Jeruzalem zijn getrouwd met buitenlandse vrouwen en aanbidden vreemde goden. Ezra leest uit de wet van Mozes en legt deze uit aan het volk. Hij maakt een eind aan de heidense huwelijken. Ezra belijdt eerst de zonde van het volk en vraagt God om vergeving en om hulp om de fouten weer recht te zetten. In Deuteronomium 7: 1-5 staat dat je niet mag trouwen met buitenlandse vrouwen. Niet vanwege racisme, maar vanwege het dienen van de afgodsbeelden van de buitenlanders. Het Levend Water – groep 4
12
Hoofdstuk 23 De muur van Jeruzalem
HOOFDSTUK 23 - DAG 2 NEHEMIA KEERT TERUG NAAR JERUZALEM
Verteltekst Nehemia 1:1-2:20 Achtergrondinformatie Escorte: anders dan Ezra gaat Nehemia met een militaire escorte op reis. De koning stelt het op prijs dat Nehemia niets overkomt. Hij wil hem graag weer terug zien. Sanballat: de leider van Nehemia‟s tegenstanders. Omdat hij uit Bet Choron komt, noordwesten van Jeruzalem, wordt hij een Choroniet genoemd. Hij is een Perzisch ambtenaar, waarschijnlijk stadhouder van Samaria. Tobia: waarschijnlijk een Perzisch ambtenaar. Hij en zijn zoon trouwen met Joodse vrouwen. Hij wordt door Nehemia verbannen uit de tempel. Gesem: ook een tegenstander van Nehemia. Het feit dat hij de Arabier wordt genoemd zou erop kunnen wijzen dat hij namens de Perzen gouverneur van Edom is.
diepe dalen. Alleen aan de noordkant heeft ze geen natuurlijke bescherming. Een muur is ook een symbool van kracht en welvaart, een teken dat een stad welvarend en belangrijk is. Artaxerxes is de Joden goedgezind en maakt het mogelijk dat Ezra en Nehemia naar Jeruzalem kunnen terugkeren.
Introductie op de les Hoe voel jij je als je wordt uitgelachen? Afsluiting van de les Waarom wordt Nehemia uitgelachen?
Aandachtspunten De Joden die achtergebleven zijn in Jeruzalem zijn een mikpunt van spot voor de omringende volken. De Joden hebben geen status: de grote stad Jeruzalem is niet meer mooi en de Joden zijn niet machtig meer. Nehemia wisselt zijn positie aan het hof als schenker in en gaat bouwen aan de muur van Jeruzalem. Een schenker heeft een belangrijke vertrouwenspositie aan het hof. Het is zijn taak de wijn van de koning voor te proeven, vanwege eventuele vergiftiging. De toestand van Jeruzalem is het gevolg van het bevel van koning Artaxerxes om de herbouw te staken, Ezra 4:21. Dat Nehemia droevig kijkt en het verzoek indient om naar Jeruzalem terug te keren is dus heel gevaarlijk. De koning heeft in die tijd absolute macht. Als je hem irriteert, kan hij direct besluiten je te doden. Nehemia is meer bezorgd om de mensen uit Jeruzalem dan om zijn eigen leven. Wanneer Nehemia in Jeruzalem is, heeft hij te maken met valse beschuldigingen, mopperende werklieden en vijanden etc. De ergste tegenstander is Sanballat. Hij wil waarschijnlijk Juda aan zijn eigen gebied toevoegen en ziet Nehemia als een bedreiging. Steden in de tijd van Nehemia hebben muren om de vijanden buiten te houden. De enige manier om binnen te komen is door de poorten. In de tijd van Nehemia is de stad aan drie kanten ingesloten door Levend Water – groep 4
13
Hoofdstuk 23 De muur van Jeruzalem
HOOFDSTUK 23 - DAG 3 NEHEMIA HERBOUWT DE MUREN
Verteltekst Nehemia 3 : 1 - 8 :18, 12 : 27 - 43, met name Nehemia 3: 33 - 38, 4: 1 - 17, 6: 1 - 19, 7: 1 - 5, 8: 1 - 12, 9: 1 - 3, 10: 1, 29 - 30, 12: 27 & 43.
Achtergrondinformatie Wij moeten naar het huis van God gaan: Sanballat en Tobia sturen een valse profeet naar Nehemia. Deze moet Nehemia de tempel in praten. Nehemia is echter geen priester zoals Ezra. Hij mag niet in het hart van de tempel komen. Op het heetst van de dag: normaal zijn de poorten van zonsopgang tot zonsondergang geopend. Maar met weinig mensen moet een groot gebied worden beschermd. Juist op het heetst van de dag zou een geschikt moment zijn voor een overval, omdat dan niemand het verwacht. Met stof op hun hoofd: om berouw te tonen over hun zonden kleden de Joden zich in rouwgewaad en gooien stof of as op hun hoofd. Een rouwgewaad is een soort jute zak, gemaakt van kameelhaar of van geitenwol. Omdat het kriebelt en ruw aanvoelt, vindt men het een geschikt kledingstuk voor boetedoening.
mensen speciale zorg hebben dat daar de muur goed gemaakt wordt. Nehemia bidt tot God en werkt! Er ontstaat een team onder leiding van Nehemia. Er is een ramshoornblazer die alarm slaat als er wat aan de hand is. Iedereen moet dan komen. De tegenstanders van het volk zien in dat hun enige kans om de herbouw van de muur tegen te gaan is, is door Nehemia uit de weg te ruimen. Eerst willen ze hem overhalen om uit Jeruzalem weg te gaan voor besprekingen, dan passen ze chantage toe en vervolgens intimidatie. Nehemia‟s antwoorden zijn geweldig; hij laat zich door niets afleiden en voert Gods taak in 52 dagen uit. Dit is zo‟n geweldige prestatie dat zelfs de vijanden toegeven dat God hier de hand in heeft. Nehemia is 12 jaar lang landvoogd.
Introductie op de les Waarom bouw je een muur om een stad? Afsluiting van de les Waarom is het belangrijk dat Nehemia snel de muur gaat afbouwen?
Aandachtspunten Dit verhaal bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over het herstellen van de muur rondom Jeruzalem in 52 dagen. Ondanks de tegenstand zorgt God ervoor dat de bouw heel snel vordert. Met man en vrouw wordt er gewerkt met in de ene hand een wapen en de andere een troffel. Het tweede deel gaat over het voorlezen van de wet, het belijden van schuld en het opnieuw invoeren van de wetten van God. Het volk viert het Loofhuttenfeest. Voor het eerst sinds Jozua maken de Joden hutten van bladertakken om in te wonen als herinnering aan de tocht door de woestijn op weg naar het beloofde land Kanaän. Dit feest wordt nog steeds gevierd door de Joden. De herbouw van de muren van Jeruzalem wordt een groot succes, omdat allerlei vrijwilligers meehelpen: priesters, Levieten, goudsmeden, kooplieden en vrouwen. Nehemia inspireert en activeert de mensen. Ondanks alle tegenwerking houdt hij vol. In 52 dagen bouwen ze 2.4 kilometer muur. De oostelijke muur is nieuw, ongeveer 2.75 meter dik. De rest wordt gebouwd langs de lijn van de vorige muren. Nehemia is slim en zet de mensen aan het werk vlakbij hun eigen huis, zodat de Levend Water – groep 4
14
Hoofdstuk 23 De muur van Jeruzalem
HOOFDSTUK 23 - DAG 4 DE MUUR VAN JERUZALEM
Lesboek p. 50 & 51 Linkerpagina: bespreek eerst met de kinderen wie ze zien op de plaat. Wie is de meneer met de boekrol? Wat doet hij? Wie staan er om hem heen? Bespreek dan de vraag onderaan de bladzijde. Rechterpagina: de volgende bladzijde gaat over het werk van Nehemia. Het gaat over bidden en werken. Wat betekent dit? Kunnen kinderen voorbeelden noemen? Bijvoorbeeld: er wordt gebeden voor de zending, maar er wordt ook geld ingezameld. Blij en huilen tegelijk is soms moeilijk voor kinderen. Een voorbeeld kan zijn dat je verdwaalt en dat je naar heel lang zoeken je vader en moeder weer vindt. Je huilt omdat je verdwaald was en je lacht omdat je je ouders weer ziet. Werkboek p. 24 De kinderen mogen de plaat in kleuren. Ze kunnen er woorden bij zetten die bij Ezra horen en de wet!
Levend Water – groep 4
15
Hoofdstuk 23 De muur van Jeruzalem
HOOFDSTUK 24 IN JEZUS’ NAAM
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Genezing van de verlamde Handelingen 2: 43 – 3: 10 Toespraak Petrus en ondervraging Handelingen 3: 11 – 4: 31 Ananias en Saffira Handelingen 4: 32 – 5: 11 In Jezus’naam Lesboek p. 54 & 55 Werkboek p. 25
Psalm 118: 8 - De steen dien door de tempelbouwers Gereformeerd Kerkboek, Gezang 131: 6 Sterk zendelingen bij hun werk Opwekking 167 - Samen in de naam van Jezus Opwekking 4 - Zijn naam is wonderbaar Opwekking 493 - Jezus, wat een heerlijke naam
Thema In de naam van Jezus Algemene informatie De bijbelverhalen van deze week gaan over het leven van de eerste gemeente. De gelovigen leven eenvoudig bij elkaar. Ze zien hun bezit als gemeenschappelijk. In de eerste vertelling geneest Petrus de verlamde man bij de poort. In het tweede verhaal is Petrus niet bang om van God te getuigen. In Jezus‟ naam vertellen de apostelen de mensen over Gods werk. Dit is tegen de zin van het Sanhedrin en ze mogen niet meer over Hem praten. In de derde vertelling is te zien dat het leven van de eerste gemeente vol toewijding aan God is. Het lot van Ananias en Saffira is een voorbeeld voor de andere gelovigen. God doorziet alles. Doelstellingen Aan het einde van dit hoofdstuk: kunnen de kinderen vertellen over het leven van de eerste gemeente; weten de kinderen hoe de verlamde wordt genezen en hoe de mensen daarop reageren; kunnen de kinderen uitleggen wat Petrus vertelde over de Heer Jezus; weten de kinderen waarom de leiders, de schriftgeleerden en de oudsten boos zijn op de apostelen; weten de kinderen dat de apostelen blijven getuigen; kunnen de kinderen uitleggen hoe Ananias en Saffira niet eerlijk waren; weten de kinderen wat er met het avondmaal wordt bedoeld. Memoriseertekst „Zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt‟. Handelingen 4: 12 Liederen Psalm 15 - Heer wie mag wonen in uw tent Levend Water – groep 4
16
Hoofdstuk 24 In Jezus‟ naam
HOOFDSTUK 24 - DAG 1 GENEZING VAN DE VERLAMDE
Verteltekst Handelingen 2: 43 – 3: 26 Achtergrondinformatie Een geest van eenvoud en vreugde: de mensen zijn op God gericht en zijn vol vreugde over het werk van Jezus. Kwamen trouw in de tempel: de eerste gemeente blijft de verbinding met de tempel maken, omdat ze daar onderwijs krijgen. Ze gaan bidden en getuigen voor de joden. Braken het brood thuis: deze maaltijd is waarschijnlijk een voortzetting van de maaltijden die ze samen met Jezus op aarde hadden. De rijke gelovigen delen hun maaltijd met arme gelovigen. Negende uur: dit is om 15.00 uur en wordt het middaggebed genoemd. Om 9.00 uur is het morgengebed. Dit zijn de gebruikelijke gebedsuren. Schone Poort: men denkt dat dit de Nicanorpoort aan de Oostzijde van de tempel is. Het ligt tussen de voorhof van de vrouwen en het tempelplein. Onze eigen kracht of vroomheid: in deze tijd dacht men dat mensen wonderen kunnen doen door mate van eigen geloof. Zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan: Petrus heeft de Joden er eerst op gewezen dat ze de Zoon van God gedood hebben, maar dat dit de vervulling is van Gods beloften. Als ze zich bekeren van hun zonden, zullen ze gered worden.
eer. Het wonder doet de mensen in de tempel verbaasd staan. Ze herkennen de bedelaar. Ze loven God om dit wonder en ze willen horen wat Petrus te vertellen heeft. Petrus gaat in op de verwachting van de Messias. Elke Jood leert vol verwachting uitkijken naar de verlosser. Petrus wijst erop dat de Messias zal lijden en sterven. Dit hebben de Joden in onwetendheid gedaan. Maar Jezus is opgestaan en is de weg voor ieder die in Hem gelooft.
Introductie op de les Welke dingen doe jij samen met anderen in de kerk? Afsluiting van de les Wat is het verschil met jouw kerk?
Aandachtspunten De eerste gemeente leeft samen en de mensen delen hun geloof. In het eerste gedeelte wordt duidelijk dat ze aandacht voor elkaar hebben en voor elkaar willen zorgen. Ze zetten hun bezit daar voor in. Niet iedereen verkocht al hun persoonlijke bezittingen. Het bezit wordt gezien als nuttig voor de gemeenschap. Het leven van de eerste gemeente is ook zichtbaar voor buitenstaanders. Het volk was onder de indruk van het gemeenschappelijke leven. God laat elke dag nieuwe mensen tot geloof komen. De verlamde bedelaar zit bij de poort, omdat men hem hier aalmoezen zal geven. Men zag dit in die tijd als een werk van barmhartigheid. Hij is vanaf zijn geboorte verlamd. De bedelaar verwacht dat Petrus geld zal geven. In de naam van Jezus kan Petrus de verlamde man genezen. Petrus gelooft dat God hem de kracht geeft om de verlamde man te genezen. De man geeft God alle Levend Water – groep 4
17
Hoofdstuk 24 In Jezus‟ naam
HOOFDSTUK 24 - DAG 2 TOESPRAAK PETRUS EN ONDERVRAGING
Verteltekst Handelingen 3: 11 – 4: 31
Afsluiting van de les Waarom is het mooi dat Petrus nu wel durft te praten over Jezus?
Achtergrondinformatie Hoofd van de tempelwacht: hij heeft het toezicht op de orde binnen de tempel. Door welke kracht of naam: ze willen weten wie de opdrachtgever is van het nieuws wat ze verspreiden. Wisten niet hoe ze hen moesten straffen: voor de genezing van de verlamde of het preken kan het Sanhedrin hen niet straffen. Leer van Sadduceeën: de Sadduceeën houden zich alleen aan de vijf boeken van Mozes en niet aan de profeten en andere boeken die voortkomen van de overlevering van ouden. Daardoor geloven zij niet in een onsterfelijke ziel, in een leven na dit leven, in de opstanding van het lichaam, in het laatste oordeel, in een hel, in geesten en in de voorzienigheid van God. Ze geloven dat God alleen in dit leven straft of beloont. Aandachtspunten De Sadduceeën willen niet dat het evangelie in de tempel verkondigd wordt. De Sadduceeën zijn verontwaardigd over de boodschap die Petrus vertelt, want zij geloven niet in een leven na dit leven. Petrus en Johannes worden gevangengezet om de volgende dag verhoord te worden. Het mooie is dat de verkondiging al vruchten afwerpt en er veel gelovigen bij komen. Het laat het contrast zien van de leiders die zich verzetten en het volk dat tot geloof komt. De priesters willen weten in welke naam Petrus en Johannes het nieuws verspreiden. Petrus legt, door de kracht van de Heilige Geest, uit dat Jezus Christus de enige is die redding kan bieden. De priesters merken dat Petrus heel vrijmoedig spreekt. Ze weten dat hij ongeletterd is, maar toch spreekt hij met gezag. Als de priesters dan eisen dat ze niet meer in Zijn Naam spreken, geeft Petrus aan dat ze eerder naar God luisteren dan naar hen. De priesters moeten hen wel vrijlaten, omdat de mensen God eerden om het wonder van de verlamde man en er verder geen reden is om ze vast te houden. Introductie op de les Welke boodschap vertelt Petrus aan de mensen?
Levend Water – groep 4
18
Hoofdstuk 24 In Jezus‟ naam
HOOFDSTUK 24 - DAG 3 ANANIAS EN SAFFIRA
Verteltekst Handelingen 4: 32 – 5: 11
Afsluiting van de les Waarover heeft Ananias gelogen? Waarom?
Achtergrondinformatie Bracht de opbrengst aan de voeten van de apostelen: het geld wordt toevertrouwd aan het beheer van de apostelen. Verkocht eveneens een stuk grond: er zijn meer gelovigen die stukken grond of hun huis verkopen als hulp aan de gemeenschap. Wikkelden hem in een lijkwade: ze maken hem klaar voor de begrafenis. Als iemand sterft, worden de ogen gesloten, het lichaam gewassen en in stroken linnen gewikkeld. Een snelle begrafenis is noodzakelijk, omdat het klimaat warm is. Aandachtspunten In dit verhaal wordt er een tegenstelling gemaakt tussen gemeenschappelijk leven en halfslachtig meedoen met de gemeenschap. De gemeenschap deelt alles met elkaar, zodat er geen gebrek wordt geleden. Als voorbeeld wordt Josef genoemd. Dit is Barnabas die samen met Paulus heeft gereisd. Maar het tegenovergestelde wordt geschetst met de situatie van Ananias en Saffira. Het geeft niet, dat zij maar een deel van de opbrengst aan de apostelen willen geven. De zonde is dat zij doen alsof ze alles geven. Ze gedragen zich schijnheilig. Ze willen zich heel vroom voordoen en delen hun bezit niet uit liefde voor de mensen om hen heen. Petrus geeft aan dat Ananias ruimte heeft gegeven aan ingevingen van de duivel. Ananias heeft alleen gedacht aan zijn eigen positie en niet aan de heiligheid en alwetendheid van God. Hij is hier zelf verantwoordelijk voor en sterft. Door de vraagstelling van Petrus krijgt Saffira kans om eerlijk te zijn, maar ook zij liegt over de opbrengst. Uit dit voorbeeld blijkt hoe zwaar God aan eerlijkheid tilt. Je mag Hem niet bedriegen. Voor de gemeenschap was de schrik enorm. Dit verhaal is een waarschuwing voor Gods toorn en de noodzaak van de genade die wij kunnen krijgen als wij in Jezus‟ naam naar God toegaan voor vergeving van onze zonden. Introductie op de les Hoe was het leven in de eerste gemeente?
Levend Water – groep 4
19
Hoofdstuk 24 In Jezus‟ naam
HOOFDSTUK 24 - DAG 4 IN JEZUS’ NAAM
Lesboek p. 54 & 55 Op de linkerpagina kunt u met de leerlingen bespreken wat voor prachtig werk Petrus en Johannes mogen doen: genezing en vertellen over Jezus Christus. Vraag de leerlingen welke reacties Petrus en Johannes krijgen. Hoe komt het toch dat joodse leiders boos zijn op de apostelen? Hoe gaan de apostelen er mee om? Na het leesstukje op de rechterpagina kunt u met het nadenkertje bespreken wat je met elkaar kan delen. Wat zouden de leerlingen wel willen delen met elkaar? Waarom is het toch wel lastig om te delen? Laat in het gesprek doorklinken dat de eerste gemeente met elkaar wilde delen om voor elkaar te zorgen. Wat je bezit is niet belangrijk, maar hoe je ermee omgaat. Merken de leerlingen dat delen en weggeven ook fijn kan zijn? De ander is er blij mee en jij kan helpen. Op de foto de viering van het Heilig Avondmaal. Zou het in de dagen van Johannes en Petrus ook zo gevierd worden? Werkboek p. 25 Met behulp van de opdracht in het werkboek kunt u de leerlingen de link laten maken van de eerste gemeente naar hun eigen gemeente. U kunt de leerlingen eerst de opdrachten zelfstandig laten invullen. Als afsluiting kunt u met de leerlingen bespreken wat er allemaal wordt gedaan in de kerk. Komen de kinderen ook met activiteiten buiten de kerkdienst om? Extra Suggesties In Nederland hebben wij het rijk met al onze bezittingen en mogelijkheden. U kunt met de leerlingen schoenendozen versieren en vullen met spulletjes voor arme kinderen. Er zijn verschillende organisaties die de dozen op de juiste plek kunnen brengen. Op de volgende sites vindt u meer informatie: www.actiekids.nl www.kidsvooredukans.nl In Jezus‟ naam vertellen Johannes en Petrus vol blijdschap dat Jezus Christus is opgestaan. U kunt de leerlingen een bewegingslied aanleren en dit laten uitvoeren tijdens een maandsluiting of in de kerk. Het lied ' Lied van het feest ' is gemakkelijk uit te beelden. Dit lied bezingt de blijdschap van het evangelie.
Levend Water – groep 4
20
Hoofdstuk 24 In Jezus‟ naam
HOOFDSTUK 25 GETUIGEN VAN JEZUS
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Gevangen en bevrijd Handelingen 5: 12 – 42 Stefanus Handelingen 6 en 7 Filippus en de Ethiopiër Handelingen 8: 26 – 40 Getuigen van Jezus Lesboek p. 56 & 57 Werkboek p. 26
weten de kinderen wat er gebeurt met Filippus en de man uit Ethiopië.
Memoriseertekst Maar wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen. Handelingen 1: 8a. Liederen Psalm 121 - Ik sla mijn ogen op en zie Psalm 146: 3 - Zalig Hij die in dit leven Opwekking 122 - Ik vermag alle dingen Opwekking 126 - Jezus vol liefde Opwekking 167 - Samen in de naam van Jezus E&R 243 - Vertel het aan de mensen
Thema Getuigen van Jezus Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over de toenemende groei van de gemeente, maar ook over het toenemende verzet daartegen. De apostelen worden gevangen genomen door de hogepriester en zijn medestanders. Een engel van de Heer bevrijdt hen ‟s nachts. De volgende dag vertellen ze in de tempel weer over Jezus. Ze zijn God meer gehoorzaam dan mensen. In het tweede verhaal gaat het eerst over problemen in de gemeente die opgelost worden door de aanstelling van zeven wijze mannen. Het verzet tegen de gelovigen neemt toe. Eén van deze mannen (Stefanus) wordt vals beschuldigd en op grond daarvan gestenigd. Hij sterft biddend. In het laatste verhaal gaat het over de gemeente die verspreid wordt door vervolgingen. Zo gaat het evangelie van Jeruzalem naar Judea en Sameria. Filippus trekt als evangelist rond. Veel Samaritanen komen tot geloof. Ook een Ethiopiër komt tot geloof nadat Filippus hem de schriften heeft uitgelegd. Zo gaat het evangelie door tot aan het einde van de aarde. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen dat de discipelen apostelen genoemd worden; weten de leerlingen hoe de apostelen weer uit de gevangenis komen; kunnen de leerlingen vertellen waarom de apostelen doorgaan met verkondigen; kunnen de leerlingen vertellen waarom er in de gemeente zeven wijze mannen worden aangesteld; weten de leerlingen waarom Stefanus gestenigd wordt; weten de leerlingen wat Stefanus zegt als hij sterft; kunnen de kinderen vertellen hoe het komt dat het evangelie verder gaat dan Jeruzalem;
Levend Water – groep 4
21
Hoofdstuk 25 Getuigen van Jezus
HOOFDSTUK 25 - DAG 1 GEVANGEN EN BEVRIJD
Verteltekst Handelingen 5: 12 - 42 Achtergrondinformatie Vele tekenen en wonderen: in de naam van Jezus (door de kracht van de Geest) tekenen van Gods aanwezigheid. Om deze wonderen en tekenen hebben de leerlingen gebeden (Hand 4: 30). Zuilengang van Salomo: plaats in de tempel die uitkomt op de voorhof van de heidenen. Deze plaats wordt vaak gebruikt om onderwijs te geven. Schaduw van Petrus: schaduw wordt in die tijd ook gezien als een deel van de persoon met dezelfde krachten. Dit doet ook denken aan mensen die de zoom van Jezus‟ kleed alleen maar aan wilden raken en zo geloofden genezing te ontvangen (Hand 4: 55, 56). Onreine geesten: geesten die niet bij God horen. Door de invloed van zo‟n geest kunnen mensen zichzelf niet zijn en niet zelf denken en handelen. Sanhedrin: 70 mannen (overpriesters, schriftgeleerden, oudsten) en de hogepriester. Het is de hoogste rechtbank en het hoogste bestuursorgaan van de Joden in Jeruzalem. (Ook wel Hoge Raad genoemd.) Het Sanhedrin heeft het oppertoezicht op godsdienstzaken.
het volk van God. (“Israëlieten…” Hand 5: 35). “Als het Gods werk is, kunnen we hier niks tegen beginnen.” Hij roept op niet tegen God te gaan strijden (Hand 5: 39). Het Sanhedrin ziet af van het plan de apostelen te doden. Ze worden gegeseld (geslagen op hun rug met een zweep van leren riemen, soms van metaal voorzien) en krijgen er een spreekverbod over Jezus bij. Dit is een stap verder dan de vorige keer toen ze alleen een spreekverbod kregen. Ondanks dit verbod gaat de verkondiging door en de apostelen zien het als een voorrecht dat ze lijden om Jezus‟ naam.
Introductie op de les Leg uit wat het betekent als je ergens voor gaat. (Als het een moeilijke vraag is, kun je als leerkracht een voorbeeld geven.) Afsluiting van de les Waar gaan de apostelen voor? Hoe komt dat?
Aandachtspunten Het gaat in dit verhaal nogmaals over het leven van de eerste gemeente. De gemeente groeit. Steeds meer mannen en vrouwen gaan geloven. Het werk van God is zo krachtig, dat Hij zelfs door de schaduw van Petrus werkt. Ook de tegenstand groeit. Alle apostelen worden gearresteerd. Maar God stuurt zijn engel en bevrijdt hen uit de gevangenis. Ze krijgen gelijk de opdracht verder te gaan met de verkondiging. Dat de Heer deuren van de gevangenis opent, laat zien dat Hij het evangelie niet door gevangenisdeuren laat tegen houden. De apostelen worden verhoord. Het Sanhedrin vraagt zich af waarom ze ondanks het verbod blijven praten over Jezus. De apostelen geven aan dat ze God meer gehoorzaam zijn dan mensen. Ook geven ze de kern van het evangelie nog een keer door. Ze bevestigen nogmaals dat het Sanhedrin Jezus aan het kruis heeft laten hangen. Toch geven ze ook aan dat er vergeving mogelijk is (Hand 5: 30, 31). Gamaliël (een belangrijke Farizeeër) spreekt de leden van het Sanhedrin aan op hun verantwoordelijkheid als leden van Levend Water – groep 4
22
Hoofdstuk 25 Getuigen van Jezus
HOOFDSTUK 25 - DAG 2 STEFANUS
Verteltekst Handelingen 6 en 7
Achtergrondinformatie Griekstaligen: Joden die het Grieks als moedertaal hebben. Zij zijn op latere leeftijd in Jeruzalem komen wonen om daar te sterven. Aramees sprekenden: Joden die Aramees als omgangstaal gebruiken. Ook wel Hebreeuws genoemd. Weduwen uit hun groep werden achtergesteld: waarschijnlijk wordt hiermee bedoeld dat de Griekse weduwen niet werden ingezet als helpsters bij de organisatie van de maaltijden. Gemeenschappelijke maaltijden: alle leden van de gemeente nemen hieraan deel. Het is niet alleen een maaltijd voor de armen. Zeven wijze mannen: deze zeven vertegenwoordigen het Grieks sprekende deel van de gemeente. (De twaalf apostelen zijn allemaal Aramees sprekenden.) Ze moeten leiding geven aan het werk van de weduwen. Proseliet: een heiden die zich tot het Jodendom bekeerd heeft. Synagoge van de vrijgelatenen: groep van voormalige slaven. Die aan Gods rechterhand staat: Christus regeert! Meestal staat er: Die zit aan Gods rechterhand. Als zijn volgelingen in nood zijn, gaat Hij staan. Dan komt Hij in actie. Zijn gezicht leek op dat van een engel: zijn gezicht heeft de glans van iemand die dicht bij God is (net als bij Mozes: Ex 34: 29). Hij staat daar als een knecht van God. Om hem te stenigen: de Joodse straf voor godslastering (Lev 24:14).
keuze door handoplegging. Het evenwicht in de gemeente is hersteld. De gemeente groeit verder. Stefanus krijgt gelegenheid zich te verdedigen. Hij spreekt de leden van het Sanhedrin aan als „broeders‟, zo laat hij zijn band met hen zien. Hij noemt in zijn rede voorbeelden van verzet tegen degenen die God (de eeuwen door) naar Israël gestuurd heeft om zijn volk te bevrijden. Hij eindigt zijn rede met een beschuldiging: ook zij zijn er schuldig aan. Hij verwijt hun ook zelf niet naar de wet te leven (Hand 7: 53). Dit roept opnieuw woede op. Stefanus kijkt rechtstreeks in Gods heerlijkheid. Hij getuigt dat Hij Jezus in zijn heerlijkheid ziet staan. Dit ergert nog meer dan de toespraak. Stefanus geeft zijn leven uit handen; al biddend sterft hij.
Introductie op de les Weet je wat verdedigen is? Heb je het wel eens moeten doen? Afsluiting van de les Hoe verdedigt Stefanus zich?
Aandachtspunten Het gaat in deze vertelling over Stefanus. Het verhaal kan vanuit hem verteld worden. Eerst volgt hieronder een korte uitleg wie Stefanus is. Er ontstaan in de gemeente moeilijkheden. Door de groei in de gemeente is het Aramees sprekende deel groter en hebben de Grieks sprekenden het gevoel achtergesteld te worden. De 12 apostelen roepen alle gelovigen bij elkaar. Ze geven aan dat het in de gemeente gaat om het Woord van God. Dat mag niet verdrongen worden door onenigheid in de gemeente. Toch moet er een oplossing komen. Er moet leiding gegeven worden aan het werk bij het organiseren van de maaltijden. De gemeente kiest zelf 7 wijze mannen.Stefanus is één van de zeven wijze mannen.De apostelen bevestigen deze Levend Water – groep 4
23
Hoofdstuk 25 Getuigen van Jezus
HOOFDSTUK 25 - DAG 3 FILIPPUS
Verteltekst Handelingen 8: 26 - 40 Achtergrondinformatie Brak er een hevige vervolging los: waarschijnlijk is dit een uitbarsting van volkswoede na het volksgericht tegen Stefanus. Vooral een vervolging van de Grieks sprekende Joden. Vrome mannen: Joden die niet bij de gemeente horen, maar die het niet eens zijn met de gang van zaken rondom Stefanus. Een luide dodenklacht: over een gestenigde mag men niet in het openbaar rouwen. Het is dus moedig dat men dit wel doet. Het is zo ook een openlijk protest hiertegen. De stad Samaria: Samaria is het middelste deel van Israël. Dit is de belangrijkste stad ervan. Verkondigde hun de Messias: op grond van Deut 18: 15 verwachten de Samaritanen de komst van een Profeet als Messias. Filippus sluit bij deze verwachting aan. Magie bedreven: door rituelen en formules gelooft men de godheid te kunnen dwingen iets te doen. Verlaten weg: een eenzame plek op de weg van Jeruzalem naar Gaza. Een vreemde opdracht, want daar zijn vaak geen mensen. Hij was in Jeruzalem geweest: ook niet-Joden gaan wel als pelgrim naar Jeruzalem. Zij voelen zich aangetrokken tot de Joodse religie. Filippus hoorde hem lezen: men leest in die tijd hardop. Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden: een belijdenis ontbreekt in deze vertaling. Die is in andere vertalingen later aan de grondtekst toegevoegd. Greep de Geest van de Heer Filippus: net als in het Oude Testament bij de profeten. Zie bijvoorbeeld Ezechiël 11: 24 en 1 Koningen 18: 46.
Er is een verschil tussen Simon en Filippus: de tekenen van Filippus gaan samen met wat hij zegt. Hij vertelt over Gods Koninkrijk en over Jezus Christus. Bij Simon komen de mensen in de ban van zijn persoon. In de ogen van het volk is hij een soort goddelijk figuur. Nadat het evangelie aan groepen mensen gebracht is, wordt het ook heel persoonlijk aan een hooggeplaatst persoon uit Ethiopië gebracht. Hij is een eunuch (een ontmande). De Geest van God stuurt Filippus op zijn weg. De man leest uit Jesaja 53: het gaat over de Christus. Filippus legt het hem uit. Hij verkondigt Jezus als de Messias en vertelt waarschijnlijk ook over de doop tot vergeving van de zonden. De Ethiopiër gelooft wat Filippus zegt. Door onderdompeling wordt hij gedoopt. Hiermee wordt een eunuch lid van Gods gemeente. Jesaja 56: 3 gaat hiermee in vervulling. Het evangelie gaat tot aan de einden der aarde.
Introductie op de les Wanneer heb je wel eens uitleg nodig? Afsluiting van de les Wat legt Filippus uit aan de man uit Ethiopië?
Aandachtspunten Na de dood van Stefanus breekt er een hevige vervolging los, met als doel de gemeente te vernietigen. Saulus speelt hierin een actieve rol. Het tegendeel wordt bereikt: doordat de gelovigen zich verspreiden, wordt ook de blijde boodschap verspreid (Hand 8: 4). Filippus (één van de zeven) gaat naar Samaria. Hij treedt daar als verkondiger op (zie ook Hand 21: 8). Hiermee wordt vervuld wat Jezus gezegd heeft bij zijn Hemelvaart: het evangelie gaat van Jeruzalem en Judea ook naar Samaria (Hand 1: 8).
Levend Water – groep 4
24
Hoofdstuk 25 Getuigen van Jezus
HOOFDSTUK 25 - DAG 4 GETUIGEN VAN JEZUS
Lesboek p. 56 & 57 Linkerpagina: bekijk met de kinderen de plaat. Wat is een boekrol? De bijbel hadden ze nog niet zoals wij die hebben. Nadenkertje Misschien kunnen de kinderen voorbeelden noemen wanneer en aan wie ze wel eens over Jezus hebben verteld. Er kan ook over doorgepraat worden waarom je het misschien niet zou durven. Wat maakt het spannend? Wijs ook op de belofte van de Geest, dat God je altijd wil helpen als je over Hem gaat vertellen. Op de foto is te zien hoe er gedoopt wordt in Papua Nieuw Guinea. In de rivier gaat de dopeling echt kopje onder. In Nederland doet met dat soms in speciaal bassin. Wat weten de kinderen daarvan? Kennen ze het onderdompelen? De Heer Jezus is ook zo gedoopt. Werkboek p. 26 In het memootje gaat het over de belofte van de Geest en de kracht die de apostelen zullen ontvangen. In de verhalen van deze week zijn voorbeelden genoeg die duidelijk maken dat deze belofte in vervulling gaat. Uit de rebus komt: Als een schaap werd hij naar de slacht geleid. Praat er met de kinderen over door waarom Jezus hiermee vergeleken wordt.
Levend Water – groep 4
25
Hoofdstuk 25 Getuigen van Jezus
HOOFDSTUK 26 JEZUS IS VOOR IEDEREEN
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Saulus geroepen Handelingen 9: 1 – 31 Petrus en Lydda en Joppe Handelingen 9: 32 – 42 Cornelius Handelingen 9: 43 - 11: 18 Jezus is voor iedereen Lesboek p. 58 & 59 Werkboek p. 27
Liederen Psalm 8 - Heer onze Heer Psalm 25: 2 - Heer wijs mij toch zelf de wegen Psalm 139 - Heer, U doorgrondt mij van omhoog Opwekking 167 - Samen in de naam van Jezus E&R 243 - Vertel het aan de mensen E&R 430 - Wij willen samen vieren Alles wordt nieuw - Saul van Tarsus Opwekking kids 73 - Ik heb een plekje voor Jezus
Thema De kracht van Jezus Christus werkt Algemene informatie Deze week is de rode draad in de verhalen de kracht van Jezus Christus. In het eerste verhaal gaat het over Saulus die door Jezus Zelf stil gezet wordt. Jezus kiest hem uit als een instrument om zijn naam uit te dragen. Daarvoor verandert Hij Saulus totaal. Van een vervolger wordt hij een vervolgde. In het tweede verhaal gaat het over wonderen die Petrus kan doen in de naam van Jezus. Eneas wordt genezen van zijn verlamming en Dorkas wordt opgewekt uit de dood. Hierdoor komen veel mensen tot geloof en breidt de gemeente zich uit. In het laatste verhaal gaat het over Petrus en Cornelius die een visioen krijgen. Door het werk van Jezus is het ook mogelijk dat heidenen bij Gods volk mogen horen. Dat is een grote verandering voor die tijd. De Joodse opvattingen hierover zijn in die tijd totaal anders. God laat zien dat het werk van Jezus goed nieuws betekent voor de hele wereld. Ieder die in Jezus gelooft, mag bij Hem horen! Zijn Geest brengt mensen tot geloof. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen iets vertellen over de bekering van Saulus; weten de leerlingen waarom Ananias eerst niet naar Saulus durft; kunnen de leerlingen vertellen wie Dorkas is; weten de leerlingen wat het gevolg is van de wonderen die Petrus in de naam van Jezus doet; weten de leerlingen waarom Petrus naar Cornelius gaat; kunnen de leerlingen vertellen wat Petrus van God leert over de heidenen. Memoriseertekst „Jezus Christus is Heer‟, tot eer van God, de Vader Filippenzen 2: 11b Levend Water – groep 4
26
Hoofdstuk 26 Jezus is voor iedereen
HOOFDSTUK 26 - DAG 1 SAULUS GEROEPEN
Verteltekst Handelingen 9: 1 - 31
dat hij niet anders kan dan vertellen over Jezus. Zijn leven is radicaal veranderd. Centraal in dit verhaal staat vers 15: “…hij is het instrument dat ik uitgekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken …” Omdat de Heer Saulus heeft uitgekozen, grijpt Hij in. Dat ingrijpen heeft grote gevolgen. Zijn leven is totaal omgekeerd. In plaats van aanhangers van de Weg met de dood te bedreigen, is hij zelf een aanhanger geworden. Saulus gaat op weg en toont aan dat Jezus de Messias is (vers 22). Het gevolg is dat hij zelf met de dood wordt bedreigd (vers 23 en 29).
Achtergrondinformatie Damascus: deze stad ligt in een oase ongeveer 285 kilomter ten noordoosten van Jeruzalem in de Romeinse provincie Syrië. Aanbevelingsbrieven: de brieven geven Saulus volmacht uit naam van het Sanhedrin te handelen. In de brieven staat de aanbeveling om Saulus bij zijn werk behulpzaam te zijn. De bevoegdheid van het Sanhedrin geldt ook in de Joodse gemeenschap in de Syrische stad Damascus. Aanhangers van de Weg: hiermee worden de volgelingen van Jezus bedoeld. Later worden ze Christenen genoemd. „Weg‟ is aanduiding voor een bepaalde stijl van leven. Hij viel op de grond: dat is een reactie die vaker voorkomt op een hemelse verschijning (Dan 8: 17, Mat 17: 6, Openb 1: 17). Zijn kracht waarmee Saulus op pad ging, is helemaal weg. Waarom vervolg je mij: deze vraag is verrassend omdat Saulus de leerlingen van Jezus vervolgt. In de discipelen vervolgt hij Jezus (zie Lucas 10: 16). Wie bent u Heer: „Heer‟ is een beleefde aanspreektitel, geen aanduiding van Jezus. Saul, broeder: Ananias ziet Saulus als medechristen en spreekt hem daarom als broeder aan. Saulus optreden werd steeds krachtiger: zijn geestelijke kracht neemt toe vanaf het moment dat Saulus vervuld wordt met de heilige Geest. Daardoor wordt zijn getuigenis ook steeds krachtiger.
Introductie op de les Praat met de kinderen over het woord bekeren. Kennen ze dat? Leg uit wat het is. Je omkeren: het tegenovergestelde gaan doen. Afsluiting van de les Wat vind je van de bekering van Saulus?
Aandachtspunten Vertel het verhaal vanuit Saulus: begin met het enthousiasme waarmee hij op weg gaat naar Damascus. Hij denkt goed bezig te zijn voor God. Dan is er de schrik door het felle licht en de stem van Jezus Zelf. Er komen 3 dagen waarin hij blind is en niet eet of drinkt. Hij voelt zich verslagen. Hij maakt als het ware een crisis mee. Hij ziet in dat hij nogal verkeerd bezig is. Het is een tijd van vasten en bidden (vers 11) voor hem. Hij wordt stilgezet en Ananias wijst hem namens God de weg. Saulus is blij en dankbaar als Ananias komt met een boodschap van de Heer. Vervuld van de heilige Geest (vers 17), gaat Saulus enthousiast op pad om te verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. Zijn enthousiasme is niet te stoppen, ook niet als hij bedreigd wordt met de dood. Het is de heilige Geest die hem zo vol maakt,
Levend Water – groep 4
27
Hoofdstuk 26 Jezus is voor iedereen
HOOFDSTUK 26 - DAG 2 PETRUS IN LYDDA EN JOPPE
Verteltekst Handelingen 9: 32 - 42
Afsluiting van de les Wat doet Dorkas voor andere mensen? Waarom doet ze dat?
Achtergrondinformatie Toen Petrus door het land reisde: Petrus reist naar het kustgebied om verschillende gemeenten te bezoeken. Bij de heiligen die in Lydda woonden: daarmee worden de gelovigen bedoeld. Waarschijnlijk is in Lydda een gemeente ontstaan door de prediking van Filippus (Hand 8: 40). Tabita: de Aramese naam Tabita en de Griekse naam Dorkas betekenen „gazelle‟. Aalmoezen: Dorkas geeft vaak geld aan arme mensen. Dit is een typische uiting van Joodse vroomheid (Mat 6: 2). Bovenvertrek: een ruimte op het dak van het huis. Aandachtspunten Het gaat in het verhaal van vandaag over de kracht van Jezus Christus. In zijn naam wordt Eneas genezen en Dorkas opgewekt uit de dood. Hierdoor breidt de gemeente uit (vers 35 en 43). Het gedeelte van Dorkas kan verteld worden vanuit één van de vrouwen die zich zorgen maakt om Dorkas. Met een aantal weduwen zijn ze bij elkaar. Dorkas is altijd heel goed voor hen geweest. Nu is Dorkas heel ziek. Straks sterft ze nog. Hoe moet dat dan? Zij hebben ervaren hoe Dorkas veel goeds voor anderen deed: geld geven aan armen, kleren maken voor hen. Ze kunnen Dorkas niet missen. Toch sterft Dorkas. Ze wassen haar lichaam en leggen het in het kamertje boven op het huis. Ze gaan Dorkas niet gelijk begraven zoals dat anders altijd gebeurt. Ze sturen 2 mannen om Petrus te halen. Misschien hopen ze op een wonder. Het is opvallend dat ze Petrus laten halen, totaal tegen de gewoonte van die dagen in. Dorkas wordt in de bijbel een „leerlinge‟ genoemd. Haar goede daden zijn een gevolg van het „leerling van Jezus zijn‟. Petrus stuurt iedereen naar buiten, dat doet denken aan het verhaal van Jaïrus. Geen huilen en weeklagen meer, maar stilte. Dan knielt hij neer om te bidden. Hij verwacht zijn hulp en kracht van de Heer. Dan kan hij Dorkas ook namens Jezus weer terugroepen uit de dood. Dit heeft tot gevolg dat velen in Jezus gaan geloven. Introductie op de les Wat kun je voor andere mensen doen?
Levend Water – groep 4
28
Hoofdstuk 26 Jezus is voor iedereen
HOOFDSTUK 26 - DAG 3 CORNELIUS
Verteltekst Handelingen 9: 43 - 11: 1 - 18 Achtergrondinformatie Simon een leerlooier: een beroep (leerbewerker) waarin men van de huid van dieren leer maakt voor kleding. Dit beroep wordt als onrein gezien door de Joden. Een centurio: een hoofdman uit het Romeinse leger die het commando voert over 100 mannen. Hij was een vroom man: Cornelius hoort bij de groep niet-Joden die de synagoge bezoeken. Toetreding tot het Jodendom is voor hem als militair onmogelijk. Het beroep van militair en het onderhouden van alle Joodse wetten is moeilijk te combineren (sabbatsviering bijvoorbeeld). Je gebeden en aalmoezen zijn door God als offer aanvaard: dit is bijzonder. De Joden hebbe de opvatting dat een heiden zoveel kan bidden en goed doen als hij wil, maar nooit zal weten of God hem zal verhoren. Wat God rein verklaard heeft, zul je niet als verwerpelijk beschouwen: door Jezus Christus en zijn werk heeft God Zelf een grote verandering gebracht: ook heidenen mogen door het geloof in Christus bij God horen. Tot driemaal toe: deze herhaling laat zien hoe belangrijk het is wat God laat zien en wat God zegt. Daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde: de komst van de Geest is het teken dat God de heidenen heeft aangenomen. Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen: als zo duidelijk is dat God deze mensen heeft aangenomen (wat zichtbaar is in het neerdalen van de heilige Geest), dan vallen alle bezwaren en vooroordelen weg en kunnen ze dus gedoopt worden. Vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen: de Joden denken dat de beloften van God (ook die van de heilige Geest) alleen voor het volk Israël zijn.
lingen zijn vrijwel alle mensen die tot geloof gekomen zijn Joden en speelt het geloof zich af binnen de kaders van de Joodse tradities. Nu begrijpt Petrus het zelf pas goed: het evangelie is ook voor niet-Joden bestemd. Jezus is Heer van alle mensen! Hij geeft in het kort een getuigenis over Jezus. In Jeruzalem moet Petrus dit wel uitleggen aan de gelovigen. Als hij het hele verhaal vertelt, zijn ze gerustgesteld en kunnen ze God hierom loven. De conclusie staat aan het eind van Hand 11: 18. De weg naar de heidenen ligt nu open: het evangelie kan de wereld over gaan.
Introductie op de les Heb je wel eens het idee dat je ergens niet bij mag horen? Waarom dan niet? Afsluiting van de les Wat gebeurt er met Cornelius?
Aandachtspunten Dat Petrus bij Simon in huis logeert, is bijzonder. Het laat zijn innerlijke vrijheid zien. In de gemeente van Christus gelden de Joodse wetten (en grenzen die dat opleverde) niet meer zo strikt als dat bij de Joden het geval is. Toch laat het vervolg van het verhaal zien dat dit nog verder gaat dan ook Petrus in eerste instantie denkt en begrijpt. De kern van het verhaal is Handelingen 10 vers 34-36. Tot op dit moment in HandeLevend Water – groep 4
29
Hoofdstuk 26 Jezus is voor iedereen
HOOFDSTUK 26 - DAG 4 JEZUS IS VOOR IEDEREEN
Lesboek p. 58 & 59 Linkerpagina: bekijk samen met de leerlingen de illustratie. Zien de leerlingen hoe duidelijk zichtbaar de angst van Saulus is? Hij is neergevallen op zijn knieën, buigt diep en bedekt zijn ogen om zich te beschermen voor de stem van God en het felle licht. Praat erover door, dat Gods stem zo indrukwekkend klinkt, dat mensen er bang van worden als ze die stem horen. Wat zou daar de reden voor zijn? (Dit gebeurde ook bij de Sinaï, toen God Zijn verbond sloot met Israël.) Wat is er zo bijzonder dat God tegen Saulus sprak? Rechterpagina: de tekst over Tabita wordt gelezen. Welk wonder gebeurt er? Weten de leerlingen nog meer verhalen waarin iemand weer levend wordt? Nadenkertje en foto Waarom is Jezus voor iedereen? Op het plaatje staat een jongen die een andere jongen een bijbel geeft. Jezus wil dat iedereen over Hem hoort en in de bijbel kun je over Hem lezen. Hebben de leerlingen ook wel eens een ander over Jezus verteld? Op de foto is de verscheidenheid aan mensen goed te zien. Voor mensen zijn verschillen soms belangrijk. Soms worden mensen uitgesloten omdat ze er bijvoorbeeld anders uitzien, of anders denken. Jezus doet dit niet! Voor Jezus tellen deze verschillen niet. Hij vindt het belangrijk dat we van Hem houden en doen wat Hij vraagt. Werkboek p. 27 Opdracht: Jezus is voor iedereen. De leerlingen maken een tekening over dit thema. Ze kunnen mensen tekenen van verschillend ras of met andere zichtbare verschillen. Ook kan er getekend worden over één van de vertellingen van de afgelopen week. Extra suggestie Sta aan het begin van de dag bij de deur van de klas en heet alle leerlingen en ouders welkom. Zorg ervoor dat niemand wordt overgeslagen. Bespreek daarna met de leerlingen dat bij Jezus iedereen welkom is. Hij wijst niemand af, er is niemand met wie Hij niet wil praten, Hij is blij met iedereen! Wat kunnen wij doen om meer mensen over Jezus te vertellen?
Levend Water – groep 4
30
Hoofdstuk 26 Jezus is voor iedereen
HOOFDSTUK 27 PAULUS OP REIS
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Petrus gevangen genomen en bevrijd Handelingen 12: 1 – 19 De eerste zendingsreis van Paulus Handelingen 13: 1 – 28 Handelingen 14: 8 – 20 De tweede zendingsreis van Paulus Handelingen 15: 36 – 18: 22, behalve 16: 11 – 40 Paulus op reis Lesboek p. 60 & 61 Werkboek p. 28
weten de leerlingen waarom niet alle Joden blij zijn met de komst van Paulus.
Memoriseertekst Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet! Handelingen 18: 9 Liederen Psalm 99 - God is Koning, Hij sticht zijn heerschappij Opwekking 248 - God is getrouw, zijn plannen falen niet Gereformeerd Kerkboek, Gezang 119 - De kerk van alle tijden Opwekking 54 - Looft de Here, alle gij volken
Thema Vertel het aan de mensen!!! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de bevrijding van Petrus uit de gevangenis en over de verspreiding van het evangelie over de wereld. In de eerste vertelling gaat het over Petrus. Hij wordt gevangen gezet en zwaar bewaakt. In de laatste nacht, voordat hij voorgeleid zal gaan worden, bevrijdt een engel hem uit de gevangenis. De gemeente van Jeruzalem is zo perplex dat ze het haast niet geloven dat Petrus uit de gevangenis is. De vertellingen op dag twee en drie gaan over de zendingsreizen van Paulus. De eerste reis gaat hij samen met Barnabas en de tweede reis gaat Silas mee. Paulus vertelt het evangelie aan Joden en niet-Joden. Hij vertelt het eerst in de synagogen. Paulus maakt op zijn reizen van alles mee; hij geneest een verlamde, hij wordt gestenigd, hij komt in de gevangenis en hij heeft een visioen. Bij de vertellingen ligt de nadruk op de gebeurtenissen die Paulus allemaal meemaakt op zijn reizen. In groep 7 ligt de nadruk op de prediking van Paulus. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: Kunnen de leerlingen vertellen hoe Petrus uit de gevangenis bevrijdt wordt; kunnen de leerlingen vertellen dat het de heilige Geest is die Paulus op reis stuurt en de weg wijst; weten de leerlingen waarom en hoe Paulus bevrijd wordt uit de gevangenis in Filippi; kunnen de leerlingen vertellen hoe de gevangenisbewaarder van Filippi tot geloof komt; kunnen de leerlingen vertellen hoe Lydia tot geloof komt;
Levend Water – groep 4
31
Hoofdstuk 27 Paulus op reis
HOOFDSTUK 27 - DAG 1 PETRUS GEVANGEN GENOMEN EN BEVRIJD
Verteltekst Handelingen 12: 1 - 19
Afsluiting van de les De gemeente in Jeruzalem bidt onophoudelijk om de bevrijding van Petrus. Waarom zullen ze dat doen? Waarom maken ze geen ontsnappingsplan?
Achtergrondinformatie Herodes: Herodes Agrippa I, kleinzoon van Herodes de Grote (Lucas 1:5). Herodes Agrippa begint met het vervolgen van gelovigen. Hij doodt bijvoorbeeld Jacobus de broer van Johannes en sluit Petrus op in de gevangenis. Feest van het Ongedesemde brood: de zeven dagen na de paasmaaltijd worden gevierd met het eten van ongezuurd brood, brood zonder gist om de Joden aan de uittocht uit Egypte te herinneren. Gemeente vol vuur bidden: de gemeente bidt een week lang; het feest van de ongezuurde broden duurt 7 dagen en op de laatste nacht van het einde van het feest wordt Petrus bevrijd. Vier groepen soldaten: de Romeinen verdelen de periode van 6 uur ‟s avonds tot 6 uur „s morgens in vier wachten van drie uur. Iedere afdeling soldaten krijgt een wacht. Beschermengel: er wordt verondersteld dat elk mens zijn beschermengel heeft die op hem (als zijn hemelse dubbelganger) lijkt. Jakobus (vers 17): de broer van Jezus (Marcus 6: 3, Handelingen 15: 13; 21: 18). Aandachtspunten Een prachtig verhaal om te vertellen vanuit het perspectief van Petrus. Een zwaar bewaakte gevangenis is geen probleem voor God. Petrus slaapt in de gevangenis, terwijl hij de volgende dag voorgeleid zal worden! Hij is onder het hele gebeuren rustig en kalm en slaapt gewoon. De gemeente is bijeen en bidt vurig en onophoudelijk om de bevrijding van Petrus. Ze bidden al zeven dagen lang. Wanneer Petrus door de engel bevrijd voor de deur staat, geloven ze het niet en doen ze niet meteen de deur open. Ze kunnen het niet geloven dat Petrus bevrijd is. De nadruk in deze vertelling ligt op God die het gebed van de gemeente verhoort. De gemeente is onophoudelijk aan het bidden en toch verwachten ze niet dat God hun gebed verhoort. Jacobus is de broer van Jezus. Hij neemt een belangrijke plaats in in de gemeente van Jeruzalem. In het jaar 62 wordt hij gedood. Introductie op de les Bid jij wel eens heel vaak om hetzelfde?
Levend Water – groep 4
32
Hoofdstuk 27 Paulus op reis
HOOFDSTUK 27 - DAG 2 DE EERSTE ZENDINGSREIS VAN PAULUS
Verteltekst Handelingen 13:1 – 12 Handelingen 13: 42 – 52 Handelingen 14: 8 - 20
Paulus geneest een verlamde man, omdat Paulus zag dat de man gelooft dat hij genezen kan worden. 14: 8 – 20.
Introductie op de les Hoe voel je je als je ergens komt, waar je niet welkom bent?
Achtergrondinformatie Barjezus; een Joodse magiër die over bovennatuurlijke kennis en vermogens beschikt. Hij wordt een profeet genoemd. Waarschijnlijk vanwege zijn toekomstvoorspellingen. Waarzeggerij en tovenarij is in de wet van Mozes verboden (Deut. 18:14). Proconsul: gouverneur, hier regeert hij over het eiland Cyprus. Jaloerse Joden: veel Joden accepteren Jezus niet en blijven vasthouden aan de boeken van het Oude Testament. Paulus gaat de synagogen in en vertelt aan de Joden dat de dood van Jezus de mensen heeft verlost van de strikte wetten. Veel mensen zijn hierin geïnteresseerd en willen er meer van horen. Daardoor staan belangrijke Joden, goede redenaars, niet langer in het middelpunt van de belangstelling. Dat maakt ze jaloers op Paulus. Jaloezie gaat over in haat en algauw maken Joodse leiders plannen om Paulus te doden. Schudden het stof van hun voeten: symbolisch gebaar; door het stof af te schudden, verwijder je alles wat nog de sporen heeft van de plek die je achterlaat. Jezus heeft dit ook als opdracht meegegeven: Marcus 6: 11, Matteus 10: 14. In het Lykaonisch: Paulus en Barnabas spreken waarschijnlijk deze inheemse locale taal niet. Daardoor hebben ze niet meteen door dat ze voor goden worden aangezien.
Afsluiting van de les Hoe vinden Paulus en Barnabas het dat ze niet welkom zijn? Wat doen ze?
Aandachtspunten Op hun eerste zendingsreis gaan Paulus en Barnabas eerst naar het eiland Cyprus en vandaar naar het hart van het huidige Turkije. Paulus maakt gebruik van vrachtschepen. Passagiersschepen bestonden toen nog niet. Het vaarseizoen duurt van april tot oktober. Tijdens de wintermaanden is het weer te ruw en te onvoorspelbaar. Ook is het dan regentijd, waardoor de lucht bewolkt is. De sterren zijn dan niet zichtbaar en het kompas werkt dan ook niet. Paulus begint in elke plaats in de synagogen met het vertellen over Jezus Ze beginnen dus steeds bij de Joden. De Joden willen het niet horen en sturen Paulus de synagoge uit. Dan zoeken Paulus en Barnabas de heidenen op.
Levend Water – groep 4
33
Hoofdstuk 27 Paulus op reis
HOOFDSTUK 27 - DAG 3 DE TWEEDE ZENDINGSREIS VAN PAULUS
Verteltekst Handelingen 15: 36 - 16: 40 Handelingen 18: 1 - 23 Achtergrondinformatie Silas: zijn naam wijst erop dat hij een Romeins burger is. Timoteüs: iemand die God eert. Hij wordt door zijn christelijke moeder en grootmoeder opgevoed. Waarschijnlijk zijn zij gaan geloven tijdens de eerste zendingsreis van Paulus. Hij gaat met Paulus mee op reis tot aan zijn dood. Hij is een goed prediker en leider. Besnijden ter wille van de Joden: een Jodenchristen die niet besneden is, zou ongeschikt zijn als medewerker in het contact met de Joden in de synagoge. Door de woorden ter wille van, blijkt dat Paulus het geen principe kwestie vindt, maar het gebeuren in de lijn van Galaten 5: 6 ziet. Purperen: of karmozijnrode: teken van adel. De kleur komt van een schelpdier. Trok hij bij hen in en ging bij hen werken (18:3): Paulus werkt hard om zichzelf en zijn reisgenoten te onderhouden. Hij werkt ook om te voorkomen dat ongelovigen hem ervan kunnen beschuldigen dat hij het evangelie predikt om er geld mee te verdienen (1 Korintiërs 9). Omdat hij aan een gelofte gebonden was: Paulus houdt zich aan de nazireeërgelofte. Als iemand zich helemaal aan God wil wijden, kan hij nazireeër worden. Hij mag dan onder andere zijn haar niet afscheren. Aan het einde van zijn nazireeërschap moet hij zijn hoofd kaalscheren en het haar verbranden in het vuur onder een offer (Numeri 6: 1 - 21).
bent van Romeinse ouders. Je kunt het staatsburgerschap ook krijgen als je iets bijzonders hebt gedaan of als je er veel geld voor betaalt (22:28). Paulus is Romein door geboorte, omdat zijn vader Romein is. Romeins burgerschap houdt in dat je bepaalde voorrechten hebt en bepaalde verplichtingen. Wanneer een burger vindt dat hij ten onrechte gevangen gezet is, heeft hij het recht een direct beroep op keizer Caesar te doen. Je mag een Romeinse burger niet zonder proces slaan of geselen. Paulus gaat naar de overkant toe. Het evangelie verspreidt zich van het Midden Oosten naar Europa. Het is de heilige Geest die leidt en ervoor zorgt dat ze die kant op gaan. Hij stuurt Paulus!! (Handelingen 16: 6&7).
Introductie op de les Wat is een visioen? Afsluiting van de les Op welke wijze komt het evangelie in Europa?
Aandachtspunten Dit verhaal kan goed verteld worden vanuit het perspectief van Silas of Paulus. De essentie kan liggen op de gebeurtenissen die Paulus en Silas meemaken: Lydia die gaat geloven, de boze geest bij een jonge slavin wordt verdreven door Paulus, gevangenneming van Paulus en Silas, geloof van de gevangenbewaarder in Filippi, de ontmoeting met Aquila in Korinte en het visioen van God aan Paulus waarin Hij zegt dat Paulus niet bang hoeft te zijn, maar moet blijven spreken ondanks alle tegenwerpingen. In de tijd van Paulus is Klein Azië in provincies verdeeld, die door senatoren, consuls en praetoren of procuratoren bestuurd worden. Macedonië is één van die provincies. Romeins staatsburger ben je als je in het Romeinse Rijk geboren bent of een kind Levend Water – groep 4
34
Hoofdstuk 27 Paulus op reis
HOOFDSTUK 27 - DAG 4 PAULUS OP REIS
Lesboek p. 60 & 61 Linkerpagina: bespreek eerst met de kinderen wat ze zien op de plaat. Waarom zijn twee mensen blij en de andere twee niet? Waar zijn ze? Wat hebben twee mannen om hun voeten? Waarom? Vervolgens bespreekt u de vraag. Zou het vaak voorkomen dat mensen zingen in de gevangenis? Waarom zingen Paulus en Silas dan wel? Hoe zouden andere gevangen dit gevonden hebben? Wat gebeurt er nog meer in de gevangenis? Rechterpagina: u praat met de kinderen over het werk van Paulus en Silas. Ze mogen mensen vertellen over God, Jezus en de heilige Geest. Mensen, zoals bijvoorbeeld Lydia, komen tot geloof. Hoe geloven de kinderen? Volgen zij ook Jezus? De foto is een ruïne van een bouwwerk uit de tijd van Paulus en Silas in Filippi. Misschien hebben zij hier wel rondgelopen. Werkboek p. 28 Antwoorden puzzel 1. boeien 2. gevangenis 3. purperverkoopster 4. Petrus 5. gevangenisbewaarder 6. christenen 7. zingen Van boven naar beneden staat dan: bekeren
Levend Water – groep 4
35
Hoofdstuk 27 Paulus op reis
HOOFDSTUK 28 DE STAD IN REP EN ROER
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Efeze, de derde reis Handelingen 19: 23 – 40 Paulus gearresteerd Handelingen 21: 27 – 22: 29 Verdediging van Paulus Handelingen 22: 30 – 26: 32 De stad in rep en roer Lesboek p. 62 & 63 Werkboek p. 29
Liederen Psalm 26:1 - O Here, doe mij recht Opwekking 248 - God is getrouw Opwekking 124 - Ik bouw op U Opwekking 176 - U bent mijn schuilplaats Heer Elly & Rikkert - Vertel het aan de mensen Opwekking 276 - Laat heel de wereld het zien
Thema God redt Paulus van zijn vijanden. Algemene informatie Dit hoofdstuk heeft lange verhalen. In elk gedeelte staan preken van Paulus beschreven. Daarom is per vertelling precies aangegeven wat als voorbereiding gelezen moet worden. In de eerste vertelling komt naar voren dat het evangelie zich verspreidt over het Middellandse Zee gebied. Paulus reist rond door dit gebied en geeft ondersteuning aan de christenen. In Efeze zijn de aanhangers van Artemis bang dat ze minder geld gaan verdienen door het evangelie. Ze hitsen het volk op, zodat er een oproer ontstaat. Paulus reist verder naar Jeruzalem. Hij wordt onderweg gewaarschuwd dat hij in Jeruzalem wordt opgepakt. In de tweede vertelling zorgt een groep Joden dat Paulus wordt opgepakt in een tweede heftige opstand van het volk. Ze verwijten hem van alles, waaronder het ontwijden van de tempel door heidenen. In de derde vertelling verdedigt Paulus zich voor het Sanhedrin en de Romeinse overheersing. Omdat hij zich beroept op de keizer, blijft hij een gevangene. Paulus moet naar Rome, om te getuigen bij de keizer. Doelstellingen Aan het einde van de week: weten de kinderen waarom de aanhangers van Artemis zo bang zijn voor de gelovigen; weten de kinderen waarom de gelovigen Paulus waarschuwen om niet naar Jeruzalem toe te gaan; kunnen de kinderen vertellen waarom Paulus naar Jeruzalem wil gaan; weten de kinderen waarom Paulus wordt opgepakt; weten de kinderen dat Paulus door God wordt gebruikt voor de verspreiding van het evangelie. Memoriseertekst U bevrijdde mij van een opstandig volk. Psalm 18:44 Levend Water – groep 4
36
Hoofdstuk 28 De stad in rep en roer
HOOFDSTUK 28 - DAG 1 EFEZE, DE DERDE REIS
Verteltekst Handelingen 18: 23 – 28 Handelingen 19: 23 – 40 Handelingen 20: 7 – 14 Handelingen 21: 7 - 14, 18 - 20
Achtergrondinformatie Artemis: is een vruchtbaarheidsgodin. Men gelooft dat haar beeld uit de hemel is gevallen, waarschijnlijk een meteoor. Tempel van Artemis: de tempel in Efeze was een bedevaartsoord en zeer bekend. Het was ongeveer 110 m lang en 50 m breed. Het is omgeven met 128 zuilen van 19 m hoog. Reinigingsperiode: door het verblijf in het buitenland en de ontmoetingen met heidenen is Paulus onrein volgens de joodse voorschriften. Hij reinigt zich zodat hij na zeven dagen naar de tempel kan gaan (Numeri 19: 11 - 13).
Introductie op de les Wat betekent het als een stad in rep en roer is?
Aandachtspunten Paulus is aan de derde reis begonnen. Hij reist rond om de gemeenten te bemoedigen. Ondertussen zijn er ook anderen die het evangelie enthousiast doorvertellen: onder andere Apollos. Hij is een grote steun, omdat hij een schriftgeleerde is geweest. Er gaan veel pelgrims naar Efeze om de tempel van Artemis te bezoeken. De zilversmid Demetrius is bang dat het evangelie er voor zorgt dat zijn ruime inkomen met het maken van Artemisbeeldjes kleiner wordt. Daarom jut hij zijn werknemers op om te protesteren tegen de boodschap van Paulus. Het oproer wat ontstaat is zeer groot en in heel Efeze is verwarring. Twee uur lang klinkt het geroep: „Groot is Artemis‟. De mensen sleuren Gajus en Aristarchus mee als zondebok, omdat zij christenen waren. De menigte wil zich niet tot bedaren laten brengen door uitleg van de christenen. Het bestuur van Efeze moet de menigte erop wijzen dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd en dat men bij problemen de standaardprocedure moet volgen en niet zomaar moet gaan protesteren. Als de menigte Paulus wil aanklagen kan dit op één van de rechtszittingen die op vastgestelde dagen in verschillende plaatsen worden gehouden. Een oproer is een zeer gevaarlijk vergrijp in de Romeinse overheersing. De Romeinen kunnen dan denken dat hun macht wordt geschonden. Nadat Paulus de gelovigen in Efeze moed heeft ingesproken, reist hij verder. Levend Water – groep 4
Tijdens één van de toespraken, in de rondreis van Paulus, gebeurt er een ongeluk. Door het levend worden van de jongen voelt de gemeente zich gesterkt. Op de terugreis geeft Paulus in Efeze, Tyrus en Ceasarea aan dat het voor de laatste keer is dat hij hen bezoekt. Hij weet dat hij gevangen wordt genomen in Jeruzalem. In Jeruzalem is de vijandschap tegen het evangelie het grootst. Het Sanhedrin wil niet dat het evangelie bekend wordt. De gelovigen proberen hem ervan te weerhouden, maar Paulus gaat toch deze weg (Handelingen 20: 24, 21: 13 14). In Jeruzalem wordt hij door de christenen vriendelijk ontvangen. De gemeente prijst God voor het werk onder de heidenen.
Afsluiting van de les Wat gebeurt er in Efeze?
37
Hoofdstuk 28 De stad in rep en roer
HOOFDSTUK 28 - DAG 2 PAULUS GEARRESTEERD
Verteltekst Handelingen 21: 27 – 22: 29 Achtergrondinformatie Hij heeft Grieken de tempel binnen gebracht en de tempel ontwijd: dit is de beschuldiging van een groep Joden uit Asia aan Paulus. Heidenen mogen niet verder dan de voorhof van de heidenen komen. Als ze verder gaan, ontheiligen ze de tempel. Als heidenen dit wel doen, worden ze gestraft met de dood. Tempelpoorten gesloten: dit gebeurt om Paulus een vluchtweg te ontnemen. In de tempel mogen ze Paulus niets aan doen. Daarnaast gaat men ervan uit dat de tempel is ontheiligd door de heidenen en eerst weer geheiligd moet worden. Tribuun: hij moet toezicht houden op de tempel. Er ontstaan snel conflicten in deze omgeving. Vastgebonden: voor de geseling wordt Paulus voorover aan een kleine paal gebonden, zodat zijn rug gestrekt is. Romeins burgerschap: dit recht krijgt men door geboorte of schenking. Paulus heeft het door geboorte gekregen. Het is onduidelijk hoe Paulus‟ familie het recht heeft gekregen. Aan de voeten van Gamaliël gezeten: Gamaliël heeft Paulus onderwezen en is een zeer bekende wetsgeleerde. Leerlingen van een wetsgeleerde zitten altijd lager dan de wetsgeleerde die hen onderwijst.
Paulus Hebreeuws spreekt. Deze taal spreken de buitenlandse Joden weinig. De woede uitbarsting komt nadat Paulus zegt dat God ook oog heeft voor de heidenen. Voor de menigte is dit godslastering. De tribuun wil Paulus geselen om te achterhalen waarom de menigte zo boos is. De tribuun schrikt erg als hij begrijpt dat hij een Romeins burger heeft vastgebonden en wilde geselen. Door het Romeins burgerrecht heeft Paulus recht op een rechtszaak.
Introductie op de les Waarom zijn de mensen in Efeze boos op Paulus? Afsluiting van de les Waarom wil een groep Joden in Jeruzalem dat Paulus gevangen wordt genomen?
Aandachtspunten Zodra Paulus weer naar de tempel gaat, wordt hij vals beschuldigd en de tempel uitgesleurd. Het is de bedoeling om hem te lynchen. De poorten van de tempel worden gesloten, zodat Paulus niet de tempel in kan vluchten waar hij bescherming kan vinden. Een groep Joden (vermoedelijk uit Efeze) spreekt niet de waarheid door te zeggen dat Paulus met Grieken naar de tempel is geweest. Ze kunnen hem hooguit een keer met één Aziaat in het voorhof van de heidenen hebben gezien. Het Romeinse leger zorgt dat Paulus niet gewond raakt. Het tumult is zo groot, dat de soldaten Paulus meenemen naar de burcht Antonia (kazerne van het Romeinse leger). Eerst gaat de tribuun ervan uit dat het om een oproerkraaier gaat die ook de naam Paulus draagt. Paulus wil zijn boodschap verdedigen voor de menigte. Hij probeert heel dicht bij de Joden te komen, door zijn levensverhaal te vertellen. De menigte luistert stil, omdat Levend Water – groep 4
38
Hoofdstuk 28 De stad in rep en roer
HOOFDSTUK 28 - DAG 3 VERDEDIGING VAN PAULUS
Verteltekst Handelingen 22: 30 – 23-35 Handelingen 24 - 25: 12 Handelingen 25: 23 – 26: 8, 26: 24 - 32
Achtergrondinformatie Reis van Jeruzalem tot aan Caesarea: de afstand is 100 km. Procurator: de Romeinse stadhouder Ceasarea: vanuit deze stad werkte de Romeinse stadhouder. Voor de Joden is Jeruzalem het centrum van het bestuur van het land. Vroegen ze hem (Festus) een gunst: de oudsten van de Joden vragen aan de onervaren nieuwe stadhouder Festus om het proces van Paulus in Jeruzalem te houden. De opzet is om Paulus onderweg naar Jeruzalem te vermoorden. Agrippa: is een zoon van Herodes Agrippa I (Handelingen 12) en de broer van Drusilla (de vrouw van procurator Felix). Hij bestuurt een klein gedeelte van Judea, heeft oppertoezicht op de tempel en heeft het recht een hogepriester te benoemen.
den brengen zware beschuldigingen in die ze niet kunnen bewijzen. Paulus beroept zich op de keizer. De joden heeft hij niets aangedaan. Hij wil niet terug naar Jeruzalem, want hij wil getuigen in Rome. Om een goede aanklacht te formuleren, laat Festus Paulus zich voor Agrippa verdedigen. Ook Agrippa geeft aan dat Paulus geen fouten heeft gemaakt. Ironisch geeft hij aan dat Paulus hem bijna heeft overtuigd (Handelingen 26: 28). Festus laat Paulus naar Rome gaan omdat hij in hoger beroep wil.
Introductie op de les Waarom wordt Paulus nog gevangen gehouden? Afsluiting Waarom wil Paulus naar de keizer gaan om zich te verdedigen?
Aandachtspunten Voor een duidelijke beschuldiging wil de tribuun dat het Sanhedrin zich uitspreekt over Paulus. Paulus zorgt voor onenigheid tussen de Farizeeën en de Sadduceeën, doordat hij beweert dat er een hiernamaals bestaat. De tribuun haalt hem weg. De Heer geeft aan dat Paulus zelfs in Rome van het geloof in Jezus zal getuigen. Door de zoon van Paulus‟ zus wordt een aanslag voorkomen en wordt Paulus snel naar de stadhouder Felix gebracht. De tribuun legt de situatie via een brief uit. Paulus wordt onder zware beveiliging naar de residentie van de Romeinse stadhouder in Caesarea gebracht. De Joden komen naar Caesarea met hun beschuldigingen. Ze prijzen eerst de Romeinse overheersing en gaan dan Paulus vals beschuldigen. Paulus geeft aan dat zijn geweten zuiver is. Felix is bekend met wat de christenen geloven. Met zijn vrouw Drusilla (Jodin) gaat hij luisteren naar wat Paulus te zeggen heeft over het evangelie. Felix wil de joden te vriend houden en laat Paulus gevangen, terwijl een gevangene vrijgelaten moet worden, als er geen bewijs is. Na twee jaar wordt Festus de stadhouder. Hij probeert een goed beeld van de situatie in zijn gebied te krijgen. Dit brengt de zaak van Paulus weer naar boven. De JoLevend Water – groep 4
39
Hoofdstuk 28 De stad in rep en roer
HOOFDSTUK 28 - DAG 4 DE STAD IN REP EN ROER
Lesboek p. 62 & 63 Op de linkerpagina staat Paulus voor een woedende menigte. De stad is in rep en roer. Bespreek met de leerlingen wat er is gebeurd. Waarom wil Demetrius dat Paulus vertrekt? Wat voor moeilijke dingen gebeuren er nog meer tijdens de zendingsreis van Paulus? Hoe komt het dat hij blijft volhouden? Wat wil hij heel graag? Laat de leerlingen merken dat het niet gemakkelijk is om aan andere mensen te vertellen over de Here God. Sommige mensen willen het persé niet geloven en worden boos. Lees met de leerlingen de tekst op de rechterpagina. Weten de leerlingen waarom God niet afgebeeld wordt? Laat de leerlingen voorbeelden geven van de grootheid van God. Zien ze het verschil met de afgod Artemis? Met het nadenkertje kunt u de leerlingen laten nadenken over het woord 'knielen'. Voor wie kniel jij? Wat wil het zeggen als je knielt? Op de foto zie je dat bij de de overblijfselen van de tempel nog gebeden wordt. Men stopt ook briefjes in de spleten tussen de stenen met gebeden voor God. Werkboek p. 29 Deze pittige puzzelopdracht heeft uitleg nodig. Bespreek eerst met de leerlingen welke klinkers er zijn. De klinkers staan boven aan de puzzel aangegeven. De klinkers kunnen meerdere malen in een woord gebruikt worden. U kunt de leerlingen laten samenwerken. De antwoorden: Joden Efeze Artemis Jeruzalem zendingsreis gevangenis Romeins burger Extra Suggestie In de wereld zijn landen waar christenen in het geheim geloven in God en worden vervolgd. Ze mogen er niet voor uitkomen dat ze in Jezus Christus geloven. U kunt met de leerlingen kaarten maken, die opgestuurd worden naar deze gelovigen als ondersteuning. Op de site van Open Doors kunt u meer informatie vinden.
Levend Water – groep 4
40
Hoofdstuk 28 De stad in rep en roer
HOOFDSTUK 29 PAULUS NAAR ROME
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Schipbreuk Handelingen 27 Malta Handelingen 28: 1 – 10 Eindelijk in Rome Handelingen 28: 11 – 31 Paulus naar Rome Lesboek p. 62 & 63 Werkboek p. 30
Liederen Psalm 75 : 1 - U alleen U loven wij Psalm 91: 1 - Hij die op Gods bescherming wacht Liedboek voor de kerken, Gezang 44 Dankt, dankt nu allen God Opwekking 123 - Groot is uw trouw o Heer Evangelische Liedbundel 163 - Zie ik sterren aan de hemel staan Opwekking kids 11 - Gewoon maar een knecht Opwekking kids 158 - Sta eens even op
Thema Gods woord gaat over de hele wereld! Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over Paulus die op weg is naar Rome. Met 276 mensen zit hij op een schip. Ze komen in een storm terecht en lijden schipbreuk. Toch komen alle opvarenden behouden aan wal. In het tweede verhaal gaat het over de schipbreukelingen die aanspoelen op Malta. Ze blijven daar 3 maanden. Paulus geneest er veel zieken. Als ze weer weggaan worden ze overladen met goede woorden en geschenken. In het laatste verhaal wordt Paulus hartelijk verwelkomd in Rome door de christenen. Vanuit zijn huis, dat bewaakt wordt door 1 soldaat, krijgt hij 2 jaar de kans om het evangelie te verkondigen. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de kinderen hoe Paulus naar Rome ging; kunnen de kinderen vertellen wat er met het schip gebeurt in de storm; weten de kinderen waarom alle opvarenden gered worden; kunnen de kinderen vertellen wat er op Malta gebeurt; weten de kinderen waarom Paulus niet sterft als hij door een slang wordt gebeten; kunnen de kinderen vertellen hoe Paulus welkom wordt geheten door de christenen in Rome; weten de kinderen dat Paulus 2 jaar in Rome blijft en daar het evangelie kan verkondigen; begrijpen de kinderen dat het woord van God over de hele wereld gaat. Memoriseertekst Zelfs de haren op jullie hoofd zijn geteld. Wees niet bang! Lucas 12:7
Levend Water – groep 4
41
Hoofdstuk 29 Paulus naar Rome
HOOFDSTUK 29 - DAG 1 SCHIPBREUK
Verteltekst Handelingen 27 Achtergrondinformatie Een centurio van één van de keizerlijke cohorten: een officier die de zeggenschap heeft over 100 soldaten. De tijd van vasten was al voorbij: dit slaat op de Grote Verzoendag die eind september valt. Het is al oktober. Dat betekent dat de winter snel zal beginnen en dat varen niet meer mogelijk is. Eurakylon: waarschijnlijk een zeemansterm voor een orkaan met valwinden. Lij: luwte. Om de sloep langszij te krijgen: de sloep wordt meestal bij naderende storm naar binnengehaald om te voorkomen dat zij tegen het schip aanslaat. De storm komt zo plotseling dat het nu met de grootste moeite lukt. Drijfanker: een zak- of emmervormig voorwerp dat achter het schip aan gesleept wordt om de gang te vertragen. Waren de zon noch de sterren te zien: door de zware bewolking kunnen ze zich niet oriënteren; geen tijd en geen richting bepalen. Vadem: ongeveer 1,8 meter. Niemand van jullie zal een haar worden gekrenkt: dit is een uitdrukking die zowel in het oude (1 Sam 14: 45) als het nieuwe testament (Luc 12: 7) voorkomt. Het onderstreept de zekerheid van hun redding. Brak het brood en begon te eten: dit hoort bij het gewone joodse maaltijd ritueel. Om de gevangenen te doden: een Romeinse soldaat was verantwoordelijk voor het leven van een gevangene. Ze willen niet het risico lopen aansprakelijk gesteld te worden voor de vlucht van deze gevangenen en willen hen daarom doden.
nig hulpmiddelen. De beste tijd om te varen is van maart tot september. Reizen over zee duurt vaak lang, omdat er alleen langs de kustlijn gevaren werd. Door de storm wordt het schip waarop Paulus zit naar open zee gedreven. Paulus heeft veel ervaring als reiziger. Zijn advies om niet verder te varen komt waarschijnlijk ook grotendeels uit zijn ervaring voort. Paulus heeft ook meerdere keren schipbreuk geleden (2 Cor 11: 25). God bewaart zijn knecht Paulus. Hij heeft hem uitgekozen als een instrument om de naam van Jezus uit te dragen (Hand 9: 15). God zelf zorgt ervoor dat Paulus in Rome komt.
Introductie op de les Heb je wel eens op een boot gezeten? Vertel erover. Afsluiting van de les Wat gebeurt er met het schip waar Paulus op zit?
Aandachtspunten Er zijn enkele vrienden van Paulus die vrijwillig met hem mee reizen. Lucas is er één van. Hij is de schrijver van het verhaal. Het schip (waar schipbreuk mee geleden wordt) is een vrachtschip dat graan vervoert. Egypte wordt door Rome geregeerd en moet graan als een soort belasting betalen. De schepen uit Alexandrië zijn zeer groot en stevig. Ze kunnen meer verduren dan gewone schepen. Het is in die tijd gebruikelijk dat reizigers meevaren op een vrachtschip. Speciale passagiersschepen bestaan nog niet. In de winter wordt er niet gevaren: de stormen zijn te gevaarlijk en er zijn te weiLevend Water – groep 4
42
Hoofdstuk 29 Paulus naar Rome
HOOFDSTUK 29 - DAG 2 OP MALTA
Verteltekst Handelingen 28: 1 - 10
Introductie op de les Ben je wel eens in het water gevallen met je kleren aan? Weet je nog hoe dat voelde?
Achtergrondinformatie Ze gedroegen zich buitengewoon vriendelijk: de plaatselijke bevolking wordt in die tijd gezien als „barbaren‟. Lucas beschrijft dit vanuit de visie die men op dat moment heeft. (Lucas schrijft betrouwbaar en gedetailleerd, hij is arts.) Iedereen die buiten de Grieks-Romeinse cultuur staat, wordt als barbaar gezien. Het is dus extra opvallend dat ze zo vriendelijk zijn. Dikè: dit is de godin van de rechtvaardigheid. De inwoners van Malta geloven dat deze godin de slang heeft gestuurd en dat de beet dus aangeeft dat Paulus een misdadiger is die gestraft moet worden. Paulus schudde de slang echter van zich af: waarschijnlijk was het een adder. Hier gaat in vervulling het woord van Jezus: “…met hun handen zullen ze slangen oppakken…” (Marcus 16: 18 en Lucas 10: 19). Zeiden dat hij een god was: omdat Paulus niet dood neervalt, denken ze dat hij bovenmenselijke kracht heeft. Dit gebeurt ook in Handelingen 14: 11. Heidenen geloven dat de goden in mensengedaante naar de aarde komen. Paulus reageert hier anders dan in Handelingen 14: 15. Legde hem onder gebed de handen op: handen opleggen is een gebaar van zegening. Het gaat samen met gebed.
Afsluiting van de les Hoe helpen de mensen op Malta Paulus en de anderen?
Aandachtspunten Vertel dit verhaal vanuit de schipbreukelingen die nat en koud aanspoelen, ze weten eerst niet waar ze zijn. De schipbreukelingen komen erachter dat ze op Malta zijn aangekomen. Naast de inheemse bevolking (de Feniciërs) wonen er ook Romeinse burgers en oud soldaten van Caesar. Malta staat onder Romeins bewind. Malta is net iets groter als Texel (1 ¼ keer). Schipbreukelingen worden in de oudheid vaak beschouwd als een welkome buit en tot slaven gemaakt. De bewoners van Malta zijn juist bijzonder vriendelijk. De 276 schipbreukelingen worden gastvrij onthaald. Door de kracht van Jezus kan Paulus mensen genezen. Er staat niet in de bijbel dat de mensen op Malta gaan geloven. Wel is er sprake van eerbewijzen: eer in woorden en in geschenken.
Levend Water – groep 4
43
Hoofdstuk 29 Paulus naar Rome
HOOFDSTUK 29 - DAG 3 EINDELIJK IN ROME
Verteltekst Handelingen 28: 11 - 31 Achtergrondinformatie Met de dioscuren als boegbeeld: beeld van de tweeling Castor en Pollux. Zonen van Zeus en beschermheiligen van zeevarenden. Zeelui beschouwen het beeld als een beschermend teken. Het laat zien dat het om een groot schip gaat. Puteoli: Puteoli is een havenplaats aan de Italiaanse kust, ongeveer 200 km ten zuiden van Rome. De passagiers worden hier aan wal gezet. Het schip vaart door naar de haven van Rome. Eigen woning te betrekken met een soldaat als bewaker: een lichte vorm van gevangenschap in het Romeinse recht. Paulus wordt dus niet als staatsgevaarlijk crimineel gezien. Zonder mijn volk van iets te willen beschuldigen: Paulus heeft zich niet op de keizer beroepen om de Joden aan te klagen. Voor zijn eigen veiligheid heeft hij dit gedaan. Het is juist omwille van de hoop die Israël koestert: Paulus benoemt die hoop niet concreet. In deze eerste ontmoeting wil hij zich als loyaal profileren. In de vervolgontmoeting komen punten aan bod die scheiding maken. De hoop is: Israël heeft een belofte gekregen van de opstanding van de doden, waarvan Christus de eersteling is. Paulus verbleef 2 jaar in het huis dat hij gehuurd had: waarschijnlijk betekent dit dat er geen aanklager is verschenen in die 2 jaar. Volgens Romeins recht mag iemand niet langer dan 2 jaren onveroordeeld gevangen zitten.
In het laatste gedeelte van het boek Handelingen valt alle nadruk op de verkondiging van het evangelie. In Lucas 2: 30-32 gaat het over een licht dat geopenbaard wordt aan de volken. Daarover gaat het ook in Handelingen 28: 28. De boodschap van redding wordt aan de heidenen bekend gemaakt. Het boek Handelingen eindigt met een gevangen Paulus. De verkondiging van het evangelie gaat door, tot aan de einden der aarde (Handelingen 1: 8). De geschiedenis van Paulus eindigt wat abrupt. Lucas vertelt niet hoe het met Paulus is afgelopen in Rome. Na 2 jaar is Paulus vrij gekomen en nog weer op reis geweest. Waarschijnlijk naar Spanje en Efeze. Later wordt hij weer gevangen genomen en sterft hij in gevangenschap.
Introductie op de les Heb je wel eens iemand welkom geheten? Hoe ging dat? Afsluiting van de les Hoe laat de gemeente uit Rome merken dat Paulus welkom is?
Aandachtspunten Vanaf Puteoli gaat de reis naar Rome verder, die duurt 5 dagreizen. Ongeveer 65 km voor Rome komt een afvaardiging van de gemeente uit Rome Paulus tegemoet. De afstand die ze afleggen laat zien dat het een hartelijk welkom is. Paulus dankt God voor de aanwezigheid van christenen in Rome. Hij wordt er ook door bemoedigd. Zie ook Romeinen 1: 11 en 12. Paulus zoekt al na drie dagen contact met de leiders van de Joodse gemeente. Paulus spreekt hen aan als broeders. Bij de tweede afspraak is hij een dag bezig om zijn volksgenoten te winnen voor Christus. Paulus citeert Jesaja 6: 9 - 10 (Hand 28: 26 - 27). Hart, oren en ogen, slaat op de totale mens die zich verzet.
Levend Water – groep 4
44
Hoofdstuk 29 Paulus naar Rome
HOOFDSTUK 29 - DAG 4 PAULUS NAAR ROME
Lesboek p. 64 & 65 Linkerpagina: bekijk met de kinderen de plaat. Zie aandachtspunten bij de vertelling van dag 3. Daar staat informatie over het hartelijke welkom van de christenen in Rome. Rechterpagina: lees de tekst. Pak er eventueel een bijbel bij en laat zien welke brieven Paulus heeft geschreven. Nadenkertje Als jij iemand over Jezus zou vertellen, wat zou je dan vertellen? Laat maar uit de kinderen komen wat ze willen vertellen. Eventueel kun je hierbij ook denken aan de „Ik ben-uitspraken‟ van Jezus (licht van de wereld, de weg, de waarheid en het leven). De foto is van vestingwerken in Caesarea. Dat was de havenstad voor Romeinse soldaten. Werkboek p. 30 Uit de puzzel komt: Paulus
Levend Water – groep 4
45
Hoofdstuk 29 Paulus naar Rome
HOOFDSTUK 30 EEN ENGEL OP BEZOEK
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Zacharias Lucas 1: 5 – 25 Maria, Elisabet en Johannes Lucas 1: 26 – 56 Zacharias kan weer praten Lucas 1: 57 – 80 Een engel op bezoek Lesboek p. 68 & 69 Werkboek p. 31
Memoriseertekst Mijn hart juicht om God, mijn redder Lucas 1: 46 Liederen Liedboek voor de kerken, Gezang 66 - De lofzang van Maria Liedboek voor de kerken, Gezang 67 - De lofzang van Zacharias Gereformeerd Kerkboek, Gezang 77 - Een engel zegt Maria aan Opwekking 32 - Dit is de dag Evangelische Liedbundel 262 - Uw woord is een lamp Evangelische Liedbundel 32 - Ik hef mijn ogen
Thema Goed nieuws voor iedereen! Algemene informatie Deze week maken we een start met de vertellingen rondom de geboorte van Jezus. In het eerste verhaal vertelt de engel Gabriël aan Zacharias dat hij een zoon zal krijgen. Daarmee wordt het gebed van Zacharias (in de tempel) en het volk (in de voorhof) verhoord. Het is het begin van de verlossing die God aan zijn volk heeft beloofd. Zacharias vindt het moeilijk om dit te geloven en als straf verliest hij zijn spraakvermogen. In het tweede verhaal gaat de engel Gabriël bij Maria op bezoek. Hij vertelt haar bijzonder nieuws. Zij zal zwanger worden door de heilige Geest. Haar kind zal de beloofde koning zijn uit het huis van David, de Messias. De engel vertelt ook dat Elisabet zwanger is. Maria gaat naar haar toe en samen verheugen ze zich over Gods grote daden. In het derde verhaal gaat het over de geboorte van Johannes. De naamgeving roept verbazing op bij de mensen die op bezoek zijn gekomen. Als Zacharias de naam schriftelijk bevestigt, heeft hij de opdracht van de engel uitgevoerd. Dat is het moment waarop hij weer kan spreken: hij looft God! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen wat de engel Gabriël aan Zacharias vertelt; weten de leerlingen waarom Zacharias niet meer kan praten; weten de leerlingen wat de engel Gabriël aan Maria vertelt; kunnen de leerlingen vertellen hoe Maria reageert op de boodschap van de engel; kunnen de leerlingen vertellen waarom het bijzonder is dat het kind van Zacharias en Elisabet Johannes heet; begrijpen de leerlingen waarom de aankondigingen van beide geboorten goed nieuws is.
Levend Water – groep 4
46
Hoofdstuk 30 Een engel op bezoek
HOOFDSTUK 30 - DAG 1 ZACHARIAS
Verteltekst Lucas 1:5-25. Achtergrondinformatie Priesterafdelingen: de priesters zijn onderverdeeld in 24 afdelingen met elk ongeveer 50 priesters. Dit is al ingesteld door koning David (1 Kron 24: 1-19). Elke afdeling heeft één keer in het half jaar dienst in de tempel. Er wordt geloot tussen 50 priesters van 1 afdeling om het reukoffer in het heilige te brengen. Beiden waren vrome en gelovige mensen: zij leven naar Gods woord, terwijl een groot deel van Gods volk afgedwaald is. Die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond: de rechterkant is de ereplaats. Het reukoffer staat symbool voor het gebed. De engel gaat niet naast Zacharias staan, maar naast het altaar. Zijn boodschap is dat het gebed verhoord is. Je gebed is verhoord: het gaat om het gebed dat op dit ogenblik gebeden wordt, door Zacharias en het volk (Luc 1: 10). De voorhof staat vol biddende en verwachtende mensen. De verhoring wordt beschreven in de verzen 13b tot 17. Het is de verhoring van het gebed om de komst van de Heer tot zijn volk. Het is niet waarschijnlijk dat hiermee het gebed om een kind wordt bedoeld. En je moet hem Johannes noemen: de naam betekent „God is genadig‟. Deze naam heeft te maken met de opdracht die het kind krijgt. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering: Elisabet deelt haar zwangerschap pas met anderen als haar zwangerschap duidelijk zichtbaar is. Ze gaat hier niet over praten met anderen, terwijl haar man met stomheid geslagen is.
om het volk te verlossen. Het begint met de geboorte van een kind uit ouders die te oud zijn voor het krijgen van kinderen. Dit is een duidelijk teken dat het alleen van God uitgaat. Als zoon van een priester is Johannes bestemd voor de dienst aan de Heer. Hij zal daarin boven anderen uitsteken, groot zijn. Hij zal een sober leven lijden en bezield zijn door de heilige Geest vanaf de moederschoot (vers 15). Hij zal een profeet zijn (vers 16 en 17). Hij maakt het volk klaar voor de komst van de Heer. Doordat Zacharias niet meer kan praten, kan hij het volk ook niet toespreken. Hij kan dat pas weer doen wanneer de aangekondigde geboorte een feit is. De straf is een teken (ook voor het volk) dat er geloof moet zijn als God het gebed verhoort.
Introductie op de les Waar kun je heel erg naar uitkijken? Waar wacht je al lang op? Afsluiting van de les Waar hebben de mensen al lang op gewacht?
Aandachtspunten Het is voor Zacharias een bijzondere dag: het gebeurt hooguit één keer in een priesterleven dat men door het lot wordt aangewezen het reukoffer in het heilige te brengen. Zacharias en Elisabet hebben geen kinderen gekregen en ze verwachten het nu ook niet meer. Hoe oud ze precies zijn, is moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk zijn ze niet hoogbejaard. De leeftijd van een „oue de man‟ (vers 18) begint rond het 50 jaar. Met de „hoge leeftijd‟ van Elisabet (vers 36) wordt bedoeld dat zij hoort bij de oude vrouwen die geen kinderen meer kunnen krijgen. God komt weer bij zijn volk. Daar gaat het om in de boodschap van de engel. God gaat de profetie vervullen dat Hij Zelf komt Levend Water – groep 4
47
Hoofdstuk 30 Een engel op bezoek
HOOFDSTUK 30 - DAG 2 MARIA, ELISABET EN JOHANNES
Verteltekst Lucas 1:26-56. Achtergrondinformatie In de zesde maand: dit is de maand van Elisabets zwangerschap en sluit aan op vers 24. Zond God de engel Gabriël: deze woorden benadrukken de plaats waar Gabriël vandaan komt: uit de hemel, waar hij voor God staat. Een meisje: dit betekent dat zij nog maagd is. Een jonge vrouw die nog geen kind heeft. Een afstammeling van David: Jozef is familie van David. Door de ondertrouw hoort Maria ook bij het huis van David. Maar dit koningshuis is op dit moment niet aan het regeren. Koning Herodes is koning (Lucas 1: 5). Hem de troon van zijn vader David geven: de beloften van 2 Sam 7 worden nu vervuld. Ook je familielid Elisabet is zwanger: de engel verwijst naar nog een bijzondere en onverwachte gebeurtenis. Voor God is niets onmogelijk. Sprong het kind op in haar schoot: een reactie van het ongeboren kind op de komst van Maria. Het gevolg is dat Elisabet vervuld raakt van de heilige Geest.
niet verwekt door een mens. De mens in zijn handelende rol wordt uitgeschakeld. Elisabet gaat profeteren. Ze maakt bekend dat Maria moeder is. Gabriël sprak over iets dat komen zou en Elisabet kondigt het feit van de zwangerschap aan. Dit beantwoordt Maria met een lofzang.
Introductie op de les Wie is Gabriël? Afsluiting van de les Waarom is Maria blij met het nieuws dat de engel Gabriël aan haar vertelt?
Aandachtspunten Maria is ondertrouwd met Jozef. Binnen het Joodse huwelijksrecht staat dit gelijk aan getrouwd zijn. Alleen door een scheidbrief kan deze ondertrouw ontbonden worden. Gabriël gaat persoonlijk bij Maria naar binnen. Het is bijzonder dat hij haar groet. Als regel groeten engelen niet. Het is een soort gelukswens van de engel voor Maria, voordat hij de boodschap geeft. Door de groet leidt Gabriël de aandacht van zijn verschijning af naar Maria, alsof zij de belangrijkste persoon is. De groet verbaast Maria dan ook meer dan de verschijning van de engel (vers 29). God geeft het kind de naam Jezus. De engel verklaart die naam niet. Het accent ligt op de opdracht. Doordat God de naam aanwijst, blijkt dat het kind voor Hem een taak zal vervullen. Aan Jozef wordt wel een toelichting op deze naam gegeven (Mat 1: 21). Hij moet de naamgeving ook uitvoeren. In vers 32 en 33 gaat het over de grootheid van Maria haar zoon. Doordat de heilige Geest over Maria komt is het mogelijk dat zij een kind verwacht zonder omgang met een man. De macht van de hoogste God zal haar beschermen. Het kind dat uit Maria geboren wordt, is Levend Water – groep 4
48
Hoofdstuk 30 Een engel op bezoek
HOOFDSTUK 30 - DAG 3 ZACHARIAS KAN WEER PRATEN
Verteltekst Lucas 1: 57 - 80. Achtergrondinformatie Ze verheugden zich samen met haar: het is een begin van de vervulling van Lucas 1 vers 14: “Velen zullen zich over zijn geboorte verheugen.” Het is vreugde over Gods grote daden. Er is niemand in de familie die zo heet: men vernoemt vaak de (groot)ouders. Ze beduiden zijn vader te laten weten: de vader heeft het recht van naamgeving. Een schrijftablet: een plankje met was bestreken. Met een schrijfstift kon men erop schrijven. Johannes leefde in de woestijn: het woestijngebied ten westen van de Dode Zee. Deze woestijntijd is voorbereidingstijd.
nes te geven. De aandacht is van de ouders afgeleid naar het kind (vers 66). De mensen willen weten wat er van het kind zal worden en Zacharias geeft een profetisch antwoord. Zacharias wordt vervuld met de heilige Geest. Zijn loflied bestaat uit 2 delen: een loflied op de verlossende daden van God (vers 68-75) en een profetie over de taak van Johannes als voorloper van de Messias (vers 76-79). De beschrijving van de jeugd van Johannes staat in het teken van zijn toekomst als profeet (vers 80).
Introductie op de les Waarom kan Zacharias niet meer praten? Afsluiting van de les Wat gebeurt er als Zacharias weer kan praten?
Aandachtspunten Vertel dit verhaal vanuit Zacharias die eerst nog niet kan praten. Hij maakt mee dat zijn zoon wordt geboren, dat er mensen op bezoek komen. Johannes is in stilte verwacht. Nu wordt de geboorte bekend. Buren en familieleden horen ervan. Doordat de mensen het kind Zacharias willen noemen, ligt de nadruk op het feit dat Zacharias een zoon heeft en zijn geslacht doorgaat. Elisabet laat dit niet gebeuren. Deze geboorte is niet een familieaangelegenheid. Ze heeft van Zacharias al gehoord hoe het kind moet heten en ze vertelt dit aan de mensen. Zacharias schrijft „Johannes is zijn naam‟, hiermee maakt hij duidelijk dat de naam al een feit is. De omstanders hebben dit niet verwacht. Ze zijn verbaasd. De onverwachte naam die Elisabet noemt, respecteert Zacharias. Op het moment dat Zacharias zijn kind Johannes noemt, kan hij weer spreken. Hij heeft nu in geloof de opdracht van de engel aanvaard en uitgevoerd. Op het tempelplein kon hij niets aan de mensen vertellen over de verschijning van de engel Gabriël en de beloften, nu kan hij er over spreken. Hij doet het met lofzegging. Eerst kon hij niet geloven, nu belijdt hij lovend zijn geloof. Eerst zijn de mensen verbaasd, nu zijn ze diep onder de indruk. Het is onderwerp van gesprek in heel het bergland van Judea. Het gaat nu niet alleen over oude mensen die nog een kind gekregen hebben, maar ook over de verschijning van de engel en de hemelse opdracht dit kind de naam JohanLevend Water – groep 4
49
Hoofdstuk 30 Een engel op bezoek
HOOFDSTUK 30 - DAG 4 EEN ENGEL OP BEZOEK
Lesboek p. 68 & 69 Linkerpagina: op de illustratie is Zacharias te zien die uit de tempel komt na het bezoek van Gabriël. Vraag de leerlingen te letten op de gezichtsuitdrukkingen van de afgebeelde personen. Waarom kijken ze zo verbaasd? Wat is er gebeurd met Zacharias, waarom kan hij niet meer praten? Rechterpagina: de leerlingen lezen de tekst over het grote nieuws. Wat is nieuws? Waarom gaat het hier over groot nieuws, en dan tot twee keer toe? Bespreek de bijzonderheden van de beide gebeurtenissen. Nadenkertje Wanneer geloof jij echt iets niet? Zacharias kon niet geloven wat de engel hem vertelde. Hebben de leerlingen dat ook wel eens, dat ze iets horen of lezen wat ze niet kunnen geloven? Geef als leerkracht zelf ook een voorbeeld. Werkboek p. 31 Opdracht: waar staat Zacharias? Trek een lijn van cijfer naar cijfer. Als achtergrond ontstaat de tempel. Extra suggestie Bekijk samen het geboortekaartje dat afgebeeld is in het leerlingenboek. Praat erover wat er op staat: naam of namen van de baby, adres, geboortedatum, soms gewicht en lengte, de namen van de ouders. Waarom sturen mensen geboortekaartjes? Bespreek samen dat ouders zo blij zijn als er een baby komt, dat ze het graag aan anderen willen vertellen. Laat de leerlingen geboortekaartjes meenemen. Misschien wel hun eigen geboortekaartje. Laat de leerlingen vervolgens een geboortekaartje ontwerpen voor de geboorte van Jezus. Bespreek samen wat er op moet komen te staan.
Levend Water – groep 4
50
Hoofdstuk 30 Een engel op bezoek