HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
1
HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT
1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers
=
prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers (WK) van de USD in Brussel = 1,2 EUR/USD (1 USD = 1,2 EUR) d.i. de prijs van 1 dollar, uitgedrukt in euro wisselkoers van de euro in New York = 0,83 USD/EUR (1 EUR = 0,83 USD ) d.i. de prijs van 1 euro, uitgedrukt in dollar
• De wisselkoers komt tot stand op de wisselmarkt, dit is de markt waar de nationale munt geruild wordt voor buitenlandse munten (bijvoorbeeld de markt voor dollars in Brussel) • De evenwichtswisselkoers komt tot stand door de werking van vraag en aanbod Voorbeeld : de markt voor dollars in Brussel ⇒evenwicht als VUSD = AUSD
EUR/USD (WK v.d. USD in EUR) VUSD
AUSD
WK = 1,2
hoeveelheid USD INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
2
1.2. Vraag naar dollars mensen die euro’s bezitten en willen betalen met dollars • Europese importeurs • Europese personen of instellingen die Amerikaanse aandelen/obligaties kopen of leningen toestaan in dollars • Europese ondernemingen die directe investeringen in de VS willen verrichten negatief geïnclineerd als de koers van de dollar stijgt (daalt) dan wordt de dollar duurder (goedkoper) dan daalt (stijgt) de vraag naar dollars
1.3. Aanbod van dollars mensen die dollars bezitten en willen betalen met euro’s • Europese exporteurs • Amerikanen die Europese aandelen/obligaties kopen of leningen toestaan in euro • Amerikaanse ondernemingen die directe investeringen in Europa willen verrichten positief geïnclineerd als de koers van de dollar stijgt (daalt) dan wordt de dollar duurder (goedkoper) dan stijgt (daalt) het aanbod van dollars
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
2. WISSELKOERSSYSTEMEN 2.1. Vlottende wisselkoersen De monetaire overheid komt niet tussenbeide op de wisselmarkt →De wisselkoers is enkel afhankelijk van de marktkrachten
2.2. Geleid vlottende wisselkoersen De overheden komen geregeld tussenbeide op de wisselmarkten om de koersen rond een bepaald niveau te houden
2.3. Vaste wisselkoersen De monetaire overheid stelt een pariteit ( = officiële prijs) vast + een marge rond die pariteit waarbinnen de wisselkoers vrij kan bewegen.
Voorbeeld: - Denemarken legt de volgende pariteit vast : 1 euro = 8 DKR - De koers van de euro mag schommelen tussen 7,5 en 8,5 Deense kronen
DKR/EUR (WK v.d. EUR in DKR) 8,5
VEUR
AEUR bovengrens
8
marge
7,5
ondergrens
hoeveelheid EUR
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
3
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
De monetaire overheid van Denemarken kan op 2 manieren tussenkomen wanneer de wisselkoers van de euro zich buiten de marge bevindt.
1. Verkoop/aankoop van euro’s
VEUR
DKR/EUR (WK v.d. EUR in DKR) 8,5
AEUR AEUR’ bovengrens
7,5
ondergrens
C
Vb.
D
hoeveelheid EUR
Wisselkoers overschrijdt bovengrens CB van Denmarken biedt ‘CD’ euro’s aan (verkoop euro’s) → AEUR naar rechts (AEUR’) → euro reserves van de CB van Denemarken dalen → MA in Denemarken daalt (zie H 17)
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
4
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
5
2. Devaluatie/revaluatie van de Deense kroon Devaluatie van de binnenlandse munt =
verhoging van de pariteit in een systeem van vaste wisselkoersen
Revaluatie van de binnenlandse munt =
verlaging van de pariteit in een systeem van vaste wisselkoersen
bv. Devaluatie
DKR/EUR (WK v.d. EUR in DKR)
VEUR
AEUR
marge’
marge
hoeveelheid EUR
Merk op:
De waardevermindering die door een devaluatie wordt gesuggereerd, heeft betrekking op de eigen munt, dus in dit voorbeeld op de Deense kroon.
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
6
3. DE INTRESTPARITEITSRELATIE Een Europese belegger kan 1 euro beleggen 1. op een euro-termijnrekening op één jaar of 2. op een dollar-termijnrekening op één jaar.
De waarde na één jaar van de belegging van 1 euro op een eurotermijnrekening: (1 + i) euro met i
=
intrestvoet op een euro-termijnrekening op één jaar bv. i = 6 % → (1 + i) euro = 1,06 euro
De verwachte waarde na één jaar van de belegging van 1 euro op een dollartermijnrekening kan je in 3 stappen berekenen: (1) Zet 1 euro om in dollars: 1 euro =
1 . dollars WK
bv.
1 USD = 1,1 EUR
met WK = WK van de dollar in euro (2) Beleg dit bedrag in dollars gedurende 1 jaar; na 1 jaar is dit bedrag gelijk aan: 1 . (1 + iw) dollars WK met iw = bv.
intrestvoet op een dollar-termijnrekening op één jaar
iw = 5 %
→
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
1 . (1 + iw) = 1 . (1,05) = 0,95 dollars WK 1,1
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
7
(3)Zet het dollar-bedrag om in euro, maar aangezien de belegger dit na 1 jaar doet en hij de WK binnen 1 jaar niet kent, werkt hij met de wisselkoers die hij over 1 jaar verwacht: WKe+1 (e = expected = verwacht; +1 = 1 jaar later) Het bedrag in euro waarover hij bij een dollar-belegging na 1 jaar verwacht te kunnen beschikken, is gelijk aan: 1 . (1 + iw) . WKe+1 euro WK bijvoorbeeld met WKe+1 = 1,25 EUR/USD 1 . (1,05) . 1,25 euro = 1,1875 euro 1,1
Indien de belegger risiconeutraal is, d.w.z. hij zoekt geen hogere vergoeding voor het risico dat de dollar-koers over een jaar lager kan zijn dan hij verwacht, dan kiest de Europese belegger voor de dollar-termijnrekening (1,1875 euro > 1,06 euro) ⇒
Europeanen beleggen meer in Amerika: Amerikanen beleggen minder in Europa:
⇒
WK stijgt tot
(1 + i ) euro
⇒
=
VUSD ↑ AUSD ↓
⎡ 1 e ⎤ ⎢⎣WK (1 + i w ) . WK +1 ⎥⎦ euro
1+ i 1 + iw
=
WK +e1 WK
Dit is de intrestpariteitsrelatie: beleggingen in verschillende munten moeten dezelfde verwachte rendementen hebben als de beleggers risiconeutraal zijn.
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
4. FACTOREN DIE DE PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKT BEINVLOEDEN
4.1. Economische activiteit in binnen- en buitenland Stel: economische activiteit in VS neemt toe
Amerikaanse invoer ↑ → Europese export ↑ → AUSD ↑
1. Handelsstroom:
EUR/USD (WK v.d. USD in EUR)
AUSD A ’ USD
VUSD
WK0 WK1
E0 E1
hoeveelheid USD
Wisselkoers van de dollar daalt: minder euro per dollar →dollar deprecieert tov de euro, euro apprecieert tov dollar
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
8
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt
9
2. Kapitaalstroom: waarschijnlijk zal een stijging van de economische activiteit in de VS tot gevolg hebben dat de intrestvoet in de VS stijgt →
i in VS ↑ én veronderstel:
*i in Europa constant *WKe+1 constant
cfr. intrestpariteitsrelatie: cte
1+ i 1 + iw
cte e +1
= WK WK
• Europeanen beleggen meer in de VS →VUSD ↑ • Amerikanen beleggen minder in Europa → AUSD ↓
EUR/USD VUSD’ (WK v.d. USD VUSD in EUR) WK1
WK0
AUSD’
AUSD
E1
E0
hoeveelheid USD Wisselkoers van de dollar stijgt: meer euro per dollar →dollar apprecieert tov de euro, euro deprecieert tov dollar
INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt 10
4.2. Prijsniveau in binnen- en buitenland
Stel: prijzen in VS stijgen, prijzen in Europa veranderen niet 1. Europese export ↑ : AUSD ↑ 2. Europese import ↓: VUSD ↓
EUR/USD VUSD (WK v.d. USD VUSD’ in EUR)
AUSD
AUSD’
E0
WK0
E1
WK1
hoeveelheid USD Wisselkoers van de dollar daalt: minder euro per dollar →dollar deprecieert tov de euro, euro apprecieert tov dollar
Dit komt tot uiting in de theorie van de koopkrachtpariteiten:
WK*
met
= PEU/ PVS
WK* = evenwichtswisselkoers van de dollar uitgedrukt in euro PEU = prijsniveau in Europa PVS = prijsniveau in de VS
als PVS stijgt, dan daalt WK* INLEIDING TOT DE ECONOMIE
HOOFDSTUK 19: Wisselkoers en wisselmarkt 11
4.3. Intrestvoeten in binnen- en buitenland
Stel: intrestvoet in VS stijgt Uitleg + tekening zie 4.1.2. Kapitaalstroom
4.4. Verwachtingen en speculatie
Stel: men verwacht dat de euro in de toekomst zal depreciëren én veronderstel:
*i constant *iw constant
cfr. intrestpariteitsrelatie: cte
1+ i 1 + iw
e
= WK +1 WK
cte 1. Europeanen beleggen meer in de VS → VUSD ↑ 2. Amerikanen beleggen minder in Europa → AUSD ↓
EUR/USD VUSD’ (WK v.d. USD VUSD in EUR) WK1
WK0
AUSD’
AUSD
E1
E0
hoeveelheid USD dollar apprecieert tov de euro, euro deprecieert tov dollar INLEIDING TOT DE ECONOMIE