Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Oorsprong, vroege ontwikkeling en betekenis van het smeden van sieraden (door Henriet Ruuls) Hoofdstuk 2 De betekenis van amuletten als sieraden (door Karin Lesuis) Hoofdstuk 3 De betekenis van sieraden binnen de religie (door Cécile Kühne) Hoofdstuk 4 De betekenis van de kroon als sieraad (door Sharin Hollerhoek) Hoofdstuk 5 De betekenis van relatieringen (door Agi Pindrok) Hoofdstuk 6 De betekenis van sieraden als betaalmiddel - en vice versa (door Imke Claassens) Hoofdstuk 7 De betekenis van de piercing als sieraad (door Audry Verhoeven en Margriet Vermeer) Hoofdstuk 8 De betekenis van het sieraad voor verschillende niet westerse bevolkingsgroepen (door Lucienne Nass en Karin Preusting) Hoofdstuk 9 De betekenis van het sieraad in de visie van de drager (door Willem Mak) Hoofdstuk 10 De betekenis van het sieraad in de visie van de maker (door Irene van der Horst Bakker)
Hoofdstuk 1 Smeden van sieraden; oorsprong en vroege ontwikkeling (door Henriet Ruuls)
De betekenis van het sieraad kan op veel manieren worden opgevat. De oudste sieraden vertellen ons iets over wat mensen in hun tijd bezig hield en vormen tekenen van beschaving. In Marokko en Zuid Afrika zijn schelpen-kettingen gevonden, van 75 à 80 duizend jaar oud. Van veel latere data maar nog ver voor onze jaartelling zijn er sieraden, vervaardigd door volkeren die een grote ontwikkeling doormaakten. Vaak lagen deze eeuwen lang verborgen in graven, totdat ze werden ontdekt, e e zoals in de 19 en 20 eeuw, toen men er actief naar ging zoeken. Soms hielp de natuur daar een handje bij mee; een wolkbreuk in 1916 boven West-Thebe in Egypte legde enkele koningsgraven bloot. De oorsprong van het edelsmeden Is de vondst van edelmetaal van invloed geweest op de ontwikkeling van het smeed-vak of was het smeden er eerder dan het gebruik van edelmetaal? Waarschijnlijk ging het hand in hand. Toen volkeren zich lang geleden settelden en zich van jagers/nomaden naar landbouwers ontwikkelden, verbeterde geleidelijk de technieken voor zowel de landbouw als op artistiek gebied; de beeldhouwkunst, keramiek- en goudsmeedkunst. Met de behoefte om het volk structureel van voedsel te kunnen voorzien, groeide ook de behoefte aan handel en ambachten. Naast eetbare producten werden er delfstoffen aangevoerd. De toenemende ontwikkeling, vakkennis en stroom van ruwe producten was dus van invloed op het edel-product. Sieraden van edelmetaal zijn sinds de periode van late steentijd teruggevonden in de wereld. De grootste schatkamer van antieke sieraden lag, zoals bekend, in Egypte. Daarom is er over deze sieraden en de wijze waarop ze zijn gemaakt veel bekend. Aanvankelijk werd er in Egypte, o.a. bij de bouw van piramides, veel met en van steen gemaakt. Uit de periode rond 4000 voor Chr. zijn er ook koperen voorwerpen gevonden maar koper was in Egypte moeilijk te vinden. Brons werd er nauwelijks vervaardigd, ook niet toen men tin kon importeren. Men vermoedt dat de geringe hoeveelheid brandstof in het woestijnlandschap daarvan toen de oorzaak was. Men vond wel goud dat in mijnen in de bergen werd gedolven. Zilver was in deze regio zeer schaars. In tegenstelling tot tegenwoordig moet er in de oudheid wereldwijd relatief veel edelmetaal voorradig zijn geweest. Men vond het edelmetaal, afhankelijk van de plaats in de wereld als glanzende korrels op de bodem van valleien, in rivierbeddingen en tussen zand en kiezels, of in de aderen en ertslagen in de gebergten. Sieraden, en het materiaal waaruit ze werden gemaakt, hadden in eerste instantie vaak een inheemse oorsprong. Pas veel later, gedurende de groei van (wereld)rijken en de toename van handel met verder gelegen gebieden, konden ook minder (met edelmetaal) bedeelde gebieden zich toeleggen op het maken van gouden en zilveren sieraden . Het vak van edelsmid stond al duizenden jaren geleden in hoog aanzien. Zo was in Egypte een oppergoudsmid; die de ontwerpen voor sieraden maakte, vaak geschoold en geletterd en verbonden aan een hof en/of koning. Hij werd goed voor zijn werkzaamheden beloond. Onder hen waren zelfs mannen die ook voor zichzelf een mooie graftombe konden laten bouwen. Edelsmeden werkten niet alleen in opdracht van leiders maar ook voor particulieren die het zich konden veroorloven. De waardering voor het edelmetaal ligt misschien wel aan de basis van het vak. Edelmetaal en edelstenen werden echter aanvankelijk niet zozeer beoordeeld op zeldzaamheid en kostbaarheid zoals tegenwoordig. Eerder de symbolische betekenis van de kleuren; goud en zilver stonden, evenals de onverwoestbaarheid van het metaal, hoog in aanzien. Voor de bevolking van het Pre-Columbiaanse Zuid Amerika correspondeerden goud en zilver met (het zweet van) de zon en (de tranen van) de maan, met energie en vruchtbaarheid. Bij de Egyptenaren stond goud symbool voor het onvergankelijke en voor het lichaam van hun god(en) waarmee het eigen leven onvergankelijk kon worden of terug te winnen was, vergelijkbaar met de dagelijks terugkerende zonnestralen. De prille ontwikkeling van het vak Het gereedschap was ruim voor onze jaartelling nog erg primitief. En toch verstond men de kunst om daar prachtige sieraden mee te maken. Gouderts werd gesmolten in lemen of kleien smeltkroezen. In Egypte stonden de oventjes op een standaard en waren ze gevuld met houtskool. Men maakte gebruik van blaaspijpjes om de temperatuur op te voeren. Het metaal werd daarna direct bewerkt door het op een aambeeld tot een plaat te hameren of te kloppen met gepolijste kiezelstenen die een kracht hadden gelijk aan een hedendaagse drijfhamer . Onderzoek naar attributen en sieraden uit Zuid-Amerika hebben aangetoond dat een plaat vaak meermaals
werd gegloeid om scheuren te voorkomen. De vijl was in Egypte een slijpsteen van zandsteen en kwartsiet. Gaatjes werden aangebracht met een priem. Het aanbrengen van reliëf (d.m.v. repousseren; terugdrijven), motieven en details (ciseleren; vervormen van metaal met behulp van ponsjes) was al ruim voor onze jaartelling bekend. Grieken, maar ook Etrusken, versierden het goud veelvuldig met filigraan ornamenten uit draad zoals op onderstaande afbeelding is te zien. De trektechniek werd nog niet toegepast. Draad werd m.b.v. walsen gemaakt. Men vermoedt op basis van Egyptische sieraden, dat het vierkante draad door hameren of door druk en wrijving werd gerond.
Griekse “Kyme” oorhanger; e periode: laat 4 eeuw voor Chr. met decoratieve figuren Eros (liefde) en Nike (overwinning). Bron: British Museum Londen. De Grieken versierden de ondergrond ook met patronen die uit mallen waren vervaardigd. Men goot het goud in keramische kroezen die werden verhit in lemen ovens. Lucht en gassen vonden via ontluchtingskanaaltje een uitweg. Complexe patronen werden vaak eerst in was gemaakt waarover men klei smeerde. De klei werd verhit waarbij de was smolt en de ruimte zich kon vullen met goud. Deze methode staat bekend als de “cire perdue” het “verloren was-model”. In het pre-Columbiaanse Zuid-Amerika werd goud wel met koper vermengd waardoor er een legering ontstond. Omdat het oxidatieproces het voorwerp daardoor van uiterlijk deed veranderen werd de oxidatielaag door middel van een zuuroplossing weggehaald. Er bleef dan een fijne goudlaag over. Bij herhaalde, toepassing werd deze laag steeds dikker. De studies rondom de eeuwenoude sieraden hebben aangetoond dat men voor het solderen van vroeg af aan een zilverlegering gebruikte en dat men bekend moet zijn geweest met de verschillende smeltpunten van het soldeer die men zorgvuldig uitkoos voor het werk van diverse aard en grootte. Daarbij moet men oxide-verwijderende vloeimiddelen hebben gebruikt zoals tegenwoordig het borax. Dit was echter als mineraal niet overal te vinden. In Egypte is Natron waarschijnlijk als vloei- en bindmiddel een goede vervanger geweest. Uit de kennis over Egyptische sieraden wordt verondersteld dat voor het solderen van goud een gemalen kopercarbonaat oplossing werd gebruikt, waarbij met lijm of gom delen werden verbonden. Het kopercarbonaat veranderde bij verhitting (110 graden) in koperoxide, bij nog sterkere verhitting verkoolde het plakmiddel en bij 880 graden smolt het goud dat in contact stond met het koper en vormde zo een lasnaad. Dit wordt colloïdaal hard solderen genoemd. Voor de afwerking, het polijsten, waren metaal, hoorn, been of steen bruikbare materialen in de oudheid. Zand en water werden ook als schuurmiddel gebruikt. Betekenis van het sieraad voor onze jaartelling. Met het ontwikkelen van nederzettingen ontwikkelde ook de behoefte aan leiders en aan plekken in een gemeenschap om goden te kunnen eren (en zich, bij de dood, met goden te kunnen meten, zoals bij de Egyptenaren). Voor vooraanstaande inwoners in een gemeenschap werden bij hun dood, grafkelders gebouwd. Naarmate een volk welvarender werd, nam de luxe van de begrafenisrituelen toe. Versierd begraven worden, was in Egypte onder alle lagen van de bevolking een gebruik . Iedereen die een graf kon betalen, werd op de een of andere manier ook na de dood uitgedost.
Bij leven was het dragen van lijfsieraden voor zowel mannen als vrouwen in Egypte een gewoonte. Goud werd onder andere als beloning toegekend aan mensen die zich voor een staat hadden ingezet zoals soldaten en bestuurders. Dagelijkse versieringen waaronder ringen, oorbellen, hoofdbanden, halskettingen en -kragen, arm- en enkelbanden, werden meegenomen in het graf, evenals vaatwerk en de eventuele kostbare sieraden, ontvangen uit naam van de koning als blijk van waardering. Sieraden die speciaal voor het begrafenisritueel werden gemaakt, zoals gouden maskers, rompplaten, vinger- en teenkapjes en versieringen van de lijkkist, waren meestal broos; gemaakt uit laagjes bladmetaal, en niet geschikt voor normaal gebruik. Deze hoefden ook niet bestand te zijn tegen slijtage. De enorme technische kennis had het mogelijk gemaakt om zowel minuscule sieraden te vervaardigen als massief gouden sarcofagen van meer dan 100 kg aan gewicht. De massief gouden kist en het gouden masker van Toetanchamon, die verborgen lagen in een stenen sarcofaag, en die meer dan 100 kg aan edelmetaal bevatten, zijn topstukken van edelsmeedkunst. Het is bewonderenswaardig dat men zo’n groot stuk edelmetaal heeft kunnen bewerken, verhitten en inleggen met halfedelstenen. Het masker moet door middel van zeer nauwkeurig uithameren en drijven zijn drie-dimensionale karakter hebben gekregen.
Gouden dodenmasker van Toetanchamon. Bron: Wikipedia De waarde en betekenis van de sieraden in de oudheid waaronder “het versieren van het lichaam” en “het verkrijgen van aanzien”, zijn ook in onze tijd nog steeds van toepassing. Ook de vorm en betekenis van onderstaande zwaar gouden ring van een Egyptische priester van rond 2000 voor Chr. is nog steeds actueel zoals de zegelring die in adellijke kring worden gedragen.
Gouden ring van een hoge Egyptische geestelijke; periode 2040-1750 voor Chr. Ring waarin naam en titel van de eigenaar zijn ingekerfd. Het zegel kon in hete was worden gedrukt waarmee brieven en documenten werden verzegeld. De ring had zowel een functionele als symbolische (status) betekenis. Bron: British Museum, Londen. Een andere, zeer belangrijke functie van het sieraad in de oudheid betrof “bescherming” zoals de talisman of, het veel gedragen, amulet. Deze belangrijke betekenis van het sieraad wordt in het volgende hoofdstuk nader beschreven. Vondsten van sieraden dichter bij huis.
Hoewel Griekenland tot Europa behoort, lag het voor en rond onze jaartelling nog relatief ver van NoordEuropa af. Ook Noord-Europese volkeren maakten sieraden van edelmetaal zoals uit opgravingen is gebleken, echter in veel kleinere hoeveelheden. Maar tijdens de periode van Romeinse overheersing, grofweg tussen 300 v. Chr tot 300 n. Chr., werden ook hoogstaande gouden en zilveren voorwerpen verspreid over het noorden van Europa die bij veel latere opgravingen en in rivierbeddingen, onder andere in Nederland (waaronder in Beek, bij Nijmegen, en Stevensweert, aan de Maas), zijn teruggevonden. De Romeinen keken de kunst af van de Grieken waarmee zij langs de Oostkust van de Middellandse zee en Zuid-Italië in aanraking kwamen. Het pronken met sieraden werd aanvankelijk niet door de Romeinen gewaardeerd en men verbood het vrouwen zelfs om meer dan drie sieraden per persoon te dragen. Maar na veroveringen door het Romeinse leger in Griekenland en klein-Azië, waarbij veel sieraden werden buit gemaakt, werd al snel van dit verbod afgestapt om openlijk met het veroverde goud en zilver te kunnen pronken. Met de sieraden kwamen er ook meer goud en zilversmeders in het tegenwoordige Italië waarmee het vak zich verspreidde. Binnen een atelier had men verschillende specialisten in het maken van ringen, het vergulden, het verwerken van parels etc. Veel van wat er gemaakt is, is echter verloren gegaan. De Romeinen hadden niet de gewoonte (zoals de Etrusken) om sieraden mee te geven aan de doden. Alleen rond de Vesuvius is na de uitbarsting van de vulkaan in 79 n. Chr. veel bewaard gebleven omdat het onder het puin was verdwenen.
Kantharos van Stevensweert, periode: eind 1ste eeuw voor - midden 1ste eeuw na Chr. zilver, deels verguld. Kantharos is de Griekse naam voor een kelkvormige drinkbeker met twee grote oren. Deze ontbreken bij dit zilveren exemplaar, dat rond 1943 is gevonden bij grindwinningen langs de Maas, ten noorden van Stevensweert. De uitbundige versiering op deze beker staat in het teken van de wijngod Bacchus, die zelf heel vaak met een kantharos in de handen wordt afgebeeld. De beker is vermoedelijk gemaakt in het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied. Een Romeinse eigenaar heeft het meegenomen naar het noorden en daar is hij, beroofd van zijn oren, in de Maas beland. Bron: museum het Valkhof, Nijmegen
Romeinse ruiterhelm uit Nijmegen, De Waal bij Nijmegen, periode: tweede helft 1ste eeuw. ijzer en verzilverd messing, deels verguld. Vermoedelijk zijn deze 1ste-eeuwse gezichtshelmen als strijdhelm gebruikt. De helm, waarvan het ijzer door corrosie grotendeels verloren is gegaan, is bekleed met messing dat over het hele oppervlak sporen van verzilvering draagt. Op enkele plaatsen zijn resten van vergulding gevonden. Bron: museum het Valkhof, Nijmegen
Beschrijving van sieraad en techniek in de oudheid.
De “Naturalis Historia”, geschreven door de Romein Plinius de Oudere, verschenen in 77 na Chr., is waarschijnlijk het eerste belangrijke, bewaard gebleven, geschrift waarin het smeden en het edelmetaal is opgenomen. In deze complete werken van Plinius; een encyclopedie bestaande 37 (bewaarde) boeken, worden bij elkaar zo'n 40.000 trefwoorden behandeld. De metallurgie; de wijze waarop het edelmetaal werd gewonnen en samengesteld (legeringen), maar ook de technische en artistieke bewerking van sieraden én de morele kanten van het dragen van sieraden is daarmee al halverwege de 1e eeuw na Chr. beschreven! Persoonlijke visie Nu bijna 2000 jaar na Plinius buigen wij; “leerling edelsmeders” van Ben van Helden ons over de betekenis van het sieraad vanuit verschillende invalshoeken. Ik vind de wereld van het sieraad fascinerend. Het raakt aan bijna alles; de natuur die ons het edelmetaal verschaft, de geschiedenis van volkeren die mede door vondsten van goed bewaard gebleven sieraden, geschreven kon worden, de emotie zoals de verwondering over de kracht en schoonheid van edelmetaal en de sieraden die daarvan zijn en worden gemaakt, de psyche van de mens waarin de drang om zich te tooien, gezien en gewaardeerd te worden al duizenden jaren bestaat, waarschijnlijk, in de kern, om te overleven. Het is bijzonder dat de techniek om sieraden te maken in al die eeuwen weliswaar is verfijnd maar niet wezenlijk is veranderd. Het kan kwantitatief en kwalitatief allemaal wel op een hoger niveau worden getild maar naar mijn mening worden sieraden daar niet mooier van. Het is een kunstuiting, ontstaan in het brein en onder de handen van mensen, voor mensen die er op allerlei manieren en om diverse redenen hun leven en lichaam mee willen verrijken. Het is wel jammer dat we niet meer kunnen profiteren van de grote hoeveelheden edelmetaal die duizenden jaren geleden voorradig waren, en dat het nu een schaars en duur goed is geworden. De fascinatie is er echter niet minder om. Henriet Ruuls, januari 2013 Bronnen - Juwelen van de Farao’s, door Cyril Aldred - Kracht van de zon, Het goud van Colombia, door Frank Herreman en Mireille Holsbeke - Grieks Goud, uit de schatkamers van de Hermitage, door Dr.Joeri Kalasjnik - Het Goud van de Farao’s, door Henri Stierlin - Smeedkunst en Sieraad, historie en heden, door W.Koonings en drs. B.W.Buenk - Antieke Sier, goud en zilver van Grieken en Romeinen, door R.A.Lunsingh Scheurleer - Goud, zilver en juwelen, de mooiste sieraden door de eeuwen heen van het oude Egypte tot Cartier, onder red. van G.Guadalupi - Website British museum Londen - Website museum het Valkhof Nijmegen - Wikipedia
Hoofdstuk 2 De betekenis van amuletten als sieraden (door Karin Lesuis) 2.1 Inleiding Een amulet of talisman is een voorwerp dat op het lichaam gedragen wordt en de drager op magische wijze moet beschermen tegen onheil of juist geluk brengen. Het woord amulet is waarschijnlijk afkomstig van het Latijnse amuletum. Mogelijk is het afgeleid van het werkwoord amoliri dat "afwenden" betekent. Talisman is via het Arabische tilasm van het Griekse telesma afgeleid, dat "gewijd voorwerp" betekent. Oorspronkelijk was er volgens velen een verschil tussen talisman en amulet. Een amulet vooral gezien als een voorwerp dat de drager moest beschermen tegen kwaad, ziekte en ander onheil. Een amulet zou daarentegen juist geluk moeten brengen of een gewenst effect bespoedigen. Tegenwoordig worden de woorden door elkaar gebruikt en is er geen strikt onderscheid meer. Wanneer je op zoek gaat naar informatie over dit onderwerp, blijkt het aantal verschillende amuletten dat beschreven wordt onuitputtelijk. Sommige amuletten hebben vooral in het verleden een rol gespeeld. Anderen worden nog steeds gedragen, waarbij soms de oorspronkelijke symboliek verandert is, of zelfs verdwenen en alleen nog de sierwaarde erkent wordt. Ik heb niet de intentie met deze opdracht alle amuletten te willen beschrijven. Zoals gezegd zou dit tot een lijvig boekwerk leiden. Mijn keuze is persoonlijk, deels op basis van amuletten die veel voorkomen, deels op basis van het mooie verhaal dat bij sommige amuletten hoort 2.2 Egyptische amuletten Amuletten uit het oude Egypte zijn veelvuldig gevonden bij opgravingen en werden vaak op het lichaam van mummies aangetroffen Veel van deze amuletten worden nog steeds in een nieuwe uitvoering gemaakt en veel van de beeltenissen zijn algemeen bekend, zonder dat men de oorsprong kent. 2.2.1 Scarabee De scarabee is een belangrijk Egyptisch amulet, dat nog steeds zeer populair is. De scarabee is een afbeelding van een mestkever. In het oude Egypte werden aan de mestkever mythologische eigenschappen toegekend; onsterfelijkheid en controle over de zon. Deze eigenschappen waren gebaseerd op het bijzondere gedrag van de mestkevers, waar de Egyptenaren een bijzondere uitleg voor hadden. De vrouwelijke kevers maken van mest bolletjes die ze over de grond rollen om hun vorm te krijgen. Vervolgens graven ze de bolletjes in en leggen hun eitjes er bovenop. De mest dient als voedsel voor de keverlarven, waaruit uiteindelijk de volwassen kevers ontstaan. de Egyptenaren zagen in het voortrollen van de mestbollen door de kevers een paralel met de wijze waarop de Zonnegod de zon langs de hemel liet rollen. De zon, symbool voor warmte en leven, speelde een belangrijke rol in Egypte. De scarabee werd daarom veel gedragen als amulet die de voorplanting stimuleerde en het leven beschermde. De onsterfelijke eigenschap die de mestkever werd toegedicht, had te maken met de mestbolletjes die begraven werden en waaruit nieuw leven ontstond. In de ogen van de Egyptenaren werden de mestkevers herboren uit de mestbolletjes. De scarabee was daarom ook een symbool voor eeuwige vernieuwing en wederopstanding en werd bij de doden tijdens het balsemen in of op de borst geplaatst ter hoogte van het hart. Het scarabee-amulet werd ook buiten Egypte verspreid en is bij archeologische opgravingen gevonden in het Midden-Oosten en in landen rond de Middellandse zee. Nog steeds wordt het amulet veel verkocht en gedragen in deze gebieden.
2.2.2 Het oog van Horus In de Egyptische mythologie waren de zon en de maan respectievelijk het linker- en rechteroog van de valkgod Horus. Het Horus- amulet is een afbeelding van een van deze ogen. Het bestaat uit een oog met wenkbrauw en bovenooglid. Aan de onderzijde bevinden zich twee strepen die een gestileerde beeltenis zijn van de gezichtstekening van de Afrikaanse valk. Hieraan is zichtbaar dat het niet om een mensenoog gaat. Het oog wordt gezien als het symbool van het Alziende Oog en zou in staat zijn om al het kwaad op de wereld te zien. Het amulet dient als bescherming tegen dat kwaad, waaronder diefstal, armoede, onwetendheid en slechte gezondheid. Vanuit Egypte verspreide het Horus amulet zich naar andere culturen rond de Middellandse zee
2.2.3 Ankh De Ankh is een oud Egyptisch amulet, bestaande uit een kruis met bovenop een lus. Het was een populair amulet in Egypte en moest de drager beschermen tegen ziekte en onvruchtbaarheid. Ook zou het onsterfelijkheid geven in een volgend leven. Over de vorm en ontstaan van de Ankh zijn zeer veel verschillende opvattingen. Levensboom, fallus, handspiegel en opkomende zon zijn enkele van de interpretaties. Ook zien sommigen er een sleutel in, waarbij dit symbool staat voor de sleutel van het leven of de sleutel van kennis en wijsheid. De Kopten hebben de Ankh overgenomen als vroegchristelijk symbool. Naarmate de doctrine van Jezus Christus zich verspreidde, werd het christelijk kruis populairder en verdrong de Ankh. Eind twintigste eeuw heeft de Ankh weer een opleving gekregen, met name in de subcultuur van de Ghotics.
2.3 Religieuze amuletten Veel amuletten vinden hun oorsprong in een bepaalde religie. Hoewel veel van deze amuletten nog steeds gedragen worden, wordt de religieuze oorsprong niet meer altijd (h)erkend. 2.3.1 Christelijke amuletten Crucifix
De crucifix is het meest bekende amulet en symbool van het Christelijke geloof. Het is een kruisvorm, waarbij het lichaam van Christus op een kruis is bevestigd om de lijdensweg van Jezus uit te beelden Het woord crucifix is afgeleid van het Latijnse cruci fix, dat “aan een kruis vastgemaakt” betekent. De crucifix wordt met name gedragen in Rooms-katholieke kringen. Protestanten geven de voorkeur aan een kruis zonder het lichaam van Jezus, formeel wordt dit niet gezien als een crucifix. Het amulet kent vele uitvoeringen van sober tot rijk versierd. Met name de crucifixen uit Ethiopië staan bekend om hun sierlijke vormen, zoals te zien is op de afbeelding hiernaast.
Sint Christoffel Het Sint Christoffelamulet is het populairste amulet voor reizigers. Sint Christoffel was een heilige die leefde in de derde eeuw. Zijn naam is afgeleid van het Griekse "Cristophoros", dat letterlijk Christusdrager betekent. Voordat hij zijn naam als heilige kreeg ging hij door leven als Reprobus. Reprobus was zeer arrogant en wilde alleen werken voor het allerhoogste gezag. Eerst trad hij in dienst bij de koning, die echter bang bleek te zijn voor de keizer. Hij trad in dienst bij de keizer, maar die was bang voor de duivel. Toen bood hij zijn diensten aan aan de duivel. De duivel was echter bang voor Christus en Reprobus besloot Christus te gaan dienen. Hij deed dit, op advies van een kluizenaar, door mensen op zijn brede rug een rivier over te dragen. Op zekere dag moest hij een klein kind de rivier over tillen. Terwijl hij daarmee bezig was werd het kind echter zwaarder en zwaarder, totdat Reprobus bijna bezweek en tot zijn schouders in het water stond. Toen openbaarde het kind zich als Christus en doopte Reprobus in de rivier. Het Christoffel amulet is een penning met een afbeelding van de heilige en beschermt de gevaren die een reiziger onderweg tegen kan komen. Daarnaast gaat het verhaal dat iedereen die een afbeelding van de heilige ziet die dag niet zal sterven.
2.3.2 Boeddhistische amuletten Nergens is de handel en wandel van amuletten zo groot als in Thailand. Bij het ontstaan van het Boeddhisme werden al relikwietjes bewaard van overleden monniken en familieleden, deze werden gedragen als herinnering maar ook als bescherming en als geluksbrenger. Het waren niet alleen stukjes kleding of haar van de overledene maar ook botjes of tanden. De huidige amuletten in Thailand bestaan uit een afbeelding van Boeddha of monniken die in hun leven de status “Boeddha” hebben gekregen. Al deze monniken hebben iets betekend voor de Thaise bevolking waardoor ziektes, armoede, en onheil uitblijft of verdwijnt. Na een rondtrekkend bestaan werd voor deze monniken vaak in hun geboorteplaats een tempel opgericht waar ze voor de rest van hun leven verbleven.
Pelgrims die de monnik bezochten kregen na het gebed en zegening een amulet mee, dat door de monniken zelf werd vervaardigd. Iedere tempel heeft zijn eigen specifieke amulet. De kracht van de amuletten wordt niet bepaald door de waarde van het gebruikte materiaal, maar door welke monnik het gemaakt en gezegend is en hoe lang een amulet is gedragen. Een amulet wat 100 jaar in een kast heeft gelegen heeft minder kracht dan een amulet dat 10 jaar door iemand is gedragen. Phra Somdej Wat Rakang Pim Yai amulet Het Phra Somdej amulet is het oudste en meest begeerde amulet in Thailand. Het bevat een gestileerde afbeelding van Boeddha op een hoge troon in lotuszit. Deze houding symboliseert het volmaakte evenwicht en opperste meditatie. Boven zijn hoofd is een vlam afgebeeld, wat aangeeft dat hij de verlichting, het Boeddhaschap, heeft bereikt. Het eerste amulet werd in 1867 vervaardigd door een tot Boeddha verlichte monnik. Het eerste productieproces ging als volgt:: De monnik schreef met krijt op een lei bepaalde heilige teksten (Sutra's) honderden keren opnieuw waarna ze telkens werden uitgeveegd. Het uitgeveegde krijt werd verzameld en met water tot een nieuw stift gekneed, dat gedroogd in de zon, opnieuw voor honderden ander hoofdstuk van de Sutra's werd gebruikt. Dit ritueel herhaalde zich 5 keer. Hierdoor heeft het amulet 5 heilige krachten in zich. Hierna werd het krijt vermengd met tot poeder geklopte schelpen, rijstpoeder, heilige granen, heilige zaden, heilig water en Tung olie wat als cement werkt. Vervolgens werd de substantie in hardstenen vormen, met extra geheime toevoegingen per amulet, geperst en gedroogd. De latere navolgingen van dit beroemde amulet komen allemaal uit Bangkok en zijn vervaardigd van krijt, schelpenzand ,108 heilige zaden, water en Tung olie. Monniken reciteren heilige teksten tijdens het productie proces, waarna de amuletten worden gezegend. Het enorm populaire amulet komt in veel vormen voor en er wordt aan toegeschreven dat de drager succes krijgt en extra charisma verwerft. Dit maakt het amulet favoriet bij filmsterren, en tv-persoonlijkheden. Daarnaast beschermt het de drager tegen gevaar van buitenaf en biedt het rust en evenwicht.
2.3.3 Islamitische amuletten Aangezien het Islamitische geloof het gebruik van afbeeldingen van Allah of de profeet Mohammed verbied, beperken de amuletten zich tot het geschreven woord. De amuletten zijn hierdoor vrij eenvoudig in uitvoering en esthetisch niet bijzonder. Ayat al-Kursi amulet Het populairste amulet is het Ayat al-Kursi amulet. Het is een kleine afbeelding van een pagina uit de Koran, meestal in goud, met het Ayat al-Kursi vers erop. Aangezien het vers uit 104 woorden bestaat is de tekst niet leesbaar, maar elke vrome moslim kent de tekst uit zijn hoofd. In het vers staat geschreven dat er geen andere god dan Allah is en dat hij alle schepsels beschermt met zijn macht.
Ma Shaa Allah amulet Het Ma Shaa Allah amulet is vooral populair bij ouders die hun kinderen willen beschermen met de woorden van Allah. Het bevat slechts drie woorden van het Ayat al-Kursi vers, vrij vertaald als "Het is Gods wil". Het bestaat uit een kleine gouden broche met de tekst erop afgebeeld dat op de kleding van het kind bevestigd wordt.
Allah/Mohammed kraal Het kleinste Islamitische amulet is de Allah/Mohammed kraal. Het is een blauwe kraal met aan de ene kant de inscriptie Allah en aan de andere kant Mohammed in Arabisch schrift.
2.3.4 Kara De Kara is een belangrijk amulet voor de Sikhs. Het is een eenvoudige armband die dag en nacht gedragen wordt. De armband mag alleen worden uitgevoerd in staal of ijzer, niet in edelmetaal. De Kara staat symbool voor de kracht (de sterkte van het metaal) en eenheid (de ronde oneindige vorm) die de Sikhs in hun religie zien. Officieel is de Kara alleen een symbool en niet beschermend bedoeld. Vanuit de Sikhs religie zijn geen idolen of bijgeloof toegestaan. Toch wordt door de dragers vaak een beschermende waarde toegekend aan de armband.
2.3.5 Ga'u De Ga'u is een amulet afkomstig uit Tibet. Het amulet bestaat uit een doosje dat meestal prachtig versierd is met edelstenen en aan het ketting gedragen wordt. In het doosje bevindt zich een godsdienstige tekst in het Sanskriet. Daarnaast kan het doosje meerdere relikwieën bevatten, zoals voorwerpjes gezegend door de lama (geestelijk leider van de Tibetanen), stukjes van een pij van een belangrijke monnik of afbeeldingen van een god of beschermheilige. Het amulet moet de drager door goddelijke bescherming behoeden voor onheil.
2.3.6 Tefellin De Tefellin, ook wel Fylacteria genoemd is een amulet dat orthodoxe Joden tijdens het bidden dragen. Het bestaat uit een tweetal doosjes van koeienleer. In de doosjes zitten stukjes perkament waarop gewijde Hebreeuwse teksten staan geschreven, afkomstig uit de Thora. Het vervaardigen van de doosjes is aan veel regels gebonden. Zo moet het leer afkomstig zijn van een koosjer geslachte koe, mag er per koeienhuid maar één paar doosjes gemaakt worden en moet het leer na het snijden 3 maanden rusten alvorens het gebruikt wordt. De doosjes worden tijdens het gebed met leren banden op het lichaam bevestigd. Een op het hoofd zodat de teksten naar de hersenen wijzen en een op de linker bovenarm, zodat de teksten richting het hart gaan. De teksten moeten bescherming bieden tegen droogte en plagen en zorgen voor een overvloedige oogst en gezond vee.
2.4 Overige amuletten 2.4.1 Hand van Fatima De hand van Fatima is een amulet dat veel voorkomt in het Midden-Oosten. De joden noemen het de Hamesh hand, de Hindoes de Humsa- hand en de Arabieren de Hamsa-hand. Hamsa staat voor 5 en is een verwijzing naar de 5 vingers. Het amulet moet de drager geluk, geduld en trouw brengen. Deze laatste eigenschappen hebben te maken met het verhaal dat bij het amulet hoort. Fatima was de dochter van de profeet Mohammed en echtgenote van de profeet Ali. Op een dag kwam haar man onverwachts thuis met een nieuwe jonge vrouw. Fatima, die aan het koken was, was hier zo van ontdaan dat ze in plaats van met een lepel met haar hand in een hete pan roerde. Pas haar echtgenoot ontsteld toeschoot, voelde ze de pijn en trok haar hand terug. Het amulet wordt op verschillende wijzen uitgevoerd. Soms realistisch met een duim en vier vingers, maar vaker een gestileerde symmetrische vorm met pink en duim even lang. Ook wordt vaak een extra dimensie toegevoegd in de vorm van een oog in de handpalm dat moet beschermen tegen het boze oog (Nazar). Het
amulet wordt in het klein als sieraad gedragen aan een ketting, in het groot aan de wand. De uitvoering is vaak in (edel)metaal met sierlijke krullen in filigraan, als verwijzing naar een hand versierd met fijne Henna motieven.
2.4.2 Het blauwe oog Het blauwe oog is een amulet dat vooral in Turkije gedragen wordt. Hier wordt het Nazar Boncuk genoemd, letterlijk Boze Oog steen. Het amulet bestaat uit een enkel blauw oog, uitgevoerd in glas. Soms wordt het oog gecombineerd met andere beschermende symbolen, zoals de hand van Fatima. Het amulet wordt in het klein als sieraad gedragen, maar in grotere uitvoeringen in huis, bomen of voertuigen. De afbeelding van het blauwe oog heeft zelfs een tijd op de staartvin van de vliegtuigen van een Turkse vliegtuigmaatschappij gestaan. Het amulet moet bescherming bieden tegen het Boze Oog. Dit is een blik waarvan geloofd wordt dat hij andere schade kan berokkenen en zelfs in staat is om iemand te doden die erdoor getroffen wordt. Vooral kinderen, vrouwen en dieren zouden hier gevoelig voor zijn.
2.4.3 De addersteen De addersteen is een amulet dat gemaakt is van een fossiele ammoniet, waar een kop aan gesneden is. De addersteen komt van oorsprong uit Engeland en dankt zijn naam aan de kracht die aan dit amulet werd toegedicht. Het zou bescherming bieden tegen een beet van de adder, de enige giftige slang in Engeland. e Volgens de overlevering zou Sint Hilda, een abdis uit de 7 eeuw, giftige slangen hebben verdreven van het grasland waar ze een abdij wilde laten bouwen aan de Noordoostkust van Engeland. Zij deed dit door middel van bidden en magische formules. De opgerolde slangen scheidden in hun doodsangst speeksel af dat versteende, waardoor ze in fossielen veranderden. Naast bescherming tegen en genezing van een adderbeet, werden de amuletten in de middeleeuwen ook gebruikt tegen koorts, kinkhoest en nachtmerries.
2.4.4 De Kaurie De schelp van de porseleinslak, Kaurie genaamd, is een van de oudste amuletten en was al bekend in de prehistorie. Het amulet zou al 20.000 jaar gebruikt worden. Over de functie van de Kaurie bestaan twee opvattingen. De eerste opvatting is dat het amulet een oog is dat moet beschermen tegen het Boze Oog. Ceremoniële hoofdbedekkingen in Afrika werden vaak versierd met deze schelpjes. In Azië werden de Kaurie vaak bevestigd aan de halsters van het vee. De andere interpretatie is gestoeld op het feit dat de Kaurie gelijkenis vertoond met het vrouwelijke geslachtsdeel. In verschillende culturen werd de Kaurie daarom gezien als vruchtbaarheidssymbool en gedragen door vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Ook zou de schelp een voorspoedige bevalling garanderen, in Japan ooit een reden om de schelp in de hand te houden tijdens het baren.
2.4.5 Minerale amuletten Het toekennen van magische krachten aan stenen en kristallen is met name de laatste decennia in opkomst. De New Age stroming speelt hier een belangrijke rol in. Er is een grote verscheidenheid aan stenen en mineralen in de vorm van hangers en broches, of als losse stenen die in de zag gedragen kunnen worden. Alle soorten geologisch materiaal zouden bepaalde genezende en beschermende krachten bezitten. Over dit onderwerp zijn boeken volgeschreven, maar zal hier verder niet behandeld worden.
2.5 Bronnen - Morris, Desmond. De magische kracht van amulet, mascotte en talisman. Van Holkema en Warendorf 1999 - Vlamings, Koos. Thaise monniken en verzamelaars in Thailand. Copyright Arkadia. - Gonzales/Wippler, Migene. Complete book of amulets and talismans. Llewellyn Publications 1991 - Andrews, Carol. Amulets of ancient Egypt. British Museum Press, 1994. - Wikipedia
Hoofdstuk 3 De betekenis van sieraden binnen de religie (door Cécile Kühne)
Inleiding Wereldwijd en al eeuwenlang dragen mensen religieuze symbolen als (of aan een) sieraad. Voorbeelden van religieuze symbolen zijn: Binnen de Islam: - De hand van Fatima (of hamsa) - Maansikkel - Ayat amulet (klein rechthoekig plaatje, meestal van goud of zilver met een spreuk uit de Koran) Binnen het Jodendom: - Davidster (6 hoekige ster) - Menorah (7-armige kandelaar) Binnen het Christendom: - Kruis - Vis Binnen het Boeddhisme: - Dharmawiel - Swastika (hakenkruis) Binnen het Oud-Egyptisch geloof: - Ankh (kruis met draaghengsel) - Het oog van Horus De betekenis van het dragen van deze symbolen kan per religie én per persoon verschillen. Over het algemeen geldt dat men hiermee zijn of haar geloofsovertuiging kenbaar wil maken, of het meer als een amulet – voor bescherming – draagt. Het voert hier te ver om deze betekenis per godsdienst te gaan beschrijven. Daarom beperk ik mij in dit hoofdstuk tot het gebruik sieraden (en niet-sieraden) van edelmetaal binnen het christendom.
Zilver en goud binnen het christelijke geloof De rooms-katholieke kerk laat meestal veel pracht en praal zien, met uitbundig versierde kerken en kerkattributen, terwijl de protestantse kerken overwegend vrij kaal zijn en hier de kerkdienst heel sober is.
Pracht en praal in de Sint-Pietersbasiliek. (foto: Cécile Kühne)
Al vóór het ontstaan van het christendom (rond 30 na Chr.) was het kruis een heilig symbool: het zonnerad als symbool van de zon, het hakenkruis als teken van geluk; het hengselkruis als teken van leven. Doordat Jezus stierf aan een kruis, is dit symbool in allerlei vormen echter een bijna exclusief christelijk teken geworden. Voor veel christelijke gelovigen betekent het (al dan niet zichtbaar) dragen van een kruis: het benadrukken van de persoonlijke relatie tussen de drager en Jezus, en tussen kerk en God. Rooms-katholieken dragen vaak een kruishanger met een afbeelding van Jezus, de zogenaamde crucifix. Protestanten zijn tegen het afbeelden van ‘God' en ‘Jezus', en zij vereren Maria niet. Zij schreven vroeger magische krachten toe aan het kruissymbool waarop een Jezusfiguur afgebeeld werd, en zagen het als een uitgesproken rooms symbool. In plaats daarvan kozen zij voor een leeg kruis. Binnen de protestante kerk zijn de belangrijkste kerkattributen veelal sober uitgevoerd in zilver. In vroeger tijden gebruikte men ook tin, koper, glas of aardewerk. Voorbeelden zijn: - Avondmaalsbeker - Avondmaalservies - Doopbekken en doopkan Uit inscripties op een aantal zilveren protestante avondmaalsbekers uit de tijd na de reformatie (17e en 18e eeuw) blijkt dat men er – oprecht of gefingeerd – zelfs grote moeite mee had om waardevolle edele metalen te gebruiken binnen de kerk. Men beschouwde dit als 'ijdel' en 'zondig' gebruik. Binnen de rooms-katholieke kerk daarentegen zijn de kerkattributen en sieraden veelal in rijk versierd zilver en/of goud uitgevoerd, al dan niet gedecoreerd met edelstenen. Voorbeelden van zilveren en/of gouden kerkattributen binnen de rooms-katholieke kerk zijn: - Bijbelbeslag (sloten, hoeken en scharnieren op de kaft van bijbel, van edelmetaal) - Reliekhouders / reliekschrijnen (Het woord reliek of relikwie komt uit het Latijn en betekent letterlijk 'overblijfsel'. Het wordt gebruikt om een overblijfsel aan te duiden afkomstig van een heilige: een stukje bot, een kledingstuk of iets anders dat met die heilige in aanraking is geweest. Net als de heilige waarvan de reliek afkomstig is, wordt het voorwerp vereerd. Vandaar dat het vaak in een mooi versierd kistje wordt bewaard: de reliekschrijn. Vooral in de Middeleeuwen was er een levendige handel in relieken, waardoor er ook veel vervalsingen in omloop kwamen.) - Avondmaalsbeker - Kelken - Ampullen (kannetje dat tijdens de rooms-katholieke mis wordt gebruikt om water en wijn in de miskelk te gieten) - Ciborie (kelk met deksel voor hosties) - Tabernakel (bewaarplaats voor de hosties, meestal in de vorm van een kastje of huisje) - Monstrans (grote torenvormige houder voor het meedragen en tonen van een hostie) - Kandelaars - Sluiting van een koormantel - Wierookvat of wierookscheepje (vat met scharnierend deksel op voet om wierook(korrels) in te bewaren, vaak in de vorm van een boot) - Bisschopsstaf of kromstaf (staf bestaande uit een schacht, die aan de bovenzijde eindigt in een krul. Doet denken aan de herdersstaf met een kromming aan de bovenzijde waarmee afdwalende schapen om de nek worden teruggehaald. In kerkelijke zin een symbool dat verwijst naar de herderlijke zorg en de kerkelijke rechtsmacht van een bisschop. Meestal is de schacht van koper met een krul van verguld koper en demontabel. Zeldzamer zijn de exemplaren met een uit kunstig gedraaide houten schacht en een zilveren krul. Voorbeelden van sieraden binnen de rooms-katholieke kerk zijn: - Kruishanger - Rozenkrans (bidsnoer) - Pelgrimsteken (of pelgrimsinsigne, of bedevaartsinsigne) - Devotiemedailles (medaille met de afbeelding van God, Christus, Maria, een heilige, de paus, of religieuze gebeurtenis of handeling) - Bisschopskruis (of borstkruis, of pectoraalkruis) (kruis dat o.a. gedragen wordt door kardinalen, bisschoppen. Het is uit edelmetaal vervaardigd en kan versierd zijn met edelstenen. Ook kan het een ruimte voor een reliek bevatten. Het wordt met een ketting of koord rond de nek gedragen.) - Bisschopsring - Vissersring (of Pescatorio) (ring van de paus)
3 Nonnen met kruishangers en (op de heup gedragen) rozenkrans (foto: Cécile Kühne)
Rozenkrans (foto: Cécile Kühne)
Kruishangers en medaillons in overvloed op een rommelmarkt in Den Bosch (foto: Cécile Kühne)
Het gebruik van relieken en religieuze sieraden binnen het Christendom Er zijn christelijke sieraden die getuigen van de vroomheid in het algemeen (bijvoorbeeld een ketting met een kruishanger), of die bescherming inroepen van een afgebeelde heilige (denk bijvoorbeeld aan een hanger met een afbeelding van Sint Christoffel, de beschermheilige van de reiziger). Dit tweede gebruik valt echter meer onder de 'amuletten' (zie hoofdstuk 2). Geloof en bijgeloof zijn nauw verwant en lopen soms door elkaar heen. Het dragen van rijk versierde gouden halskettingen met religieuze symbolen en/of reliekhangers was gangbaar bij de elite in het (tot het Christendom bekeerde) laat-Romeinse en Byzantijnse keizerrijk (5e en 6e eeuw na Chr.). Deze sieraden werden gedragen als statussymbool, voor persoonlijke versiering én voor sterke bescherming.
Ketting met kruishanger en reliekhouders - 6e eeuw na Chr. Gebruikte materialen: goud en granaat. (foto: Cleveland Museum of Art - ketting aangekocht door het J.H. Wade Fund)
Ook al voelden christelijke kerkvertegenwoordigers zich niet altijd prettig bij het gebruik van bovenbeschreven religieuze hangers – vooral als deze textielresten of menselijke resten van heiligen bevatten –, er zijn bewijzen genoeg van het bestaan ervan binnen de kerk. Een van de vroegste vermeldingen van het gebruik van christelijke relieken in halskettingen komt van Gregorius van Nyssa, bisschop en heilige. Hij berichtte dat zijn zus bij haar overlijden in 379 na Chr. een ketting om haar hals droeg met een stukje van het Heilig Kruis (reliek). In de Middeleeuwen (500-1500 na Chr.) waren de meeste sieraden religieus getint. In deze periode stond zowel het sociale als het culturele leven sterk onder invloed van de kerk. Op schilderijen uit deze periode is vooral de kruishanger te zien, naast de rozenkrans. Deze laatste bestaat vaak uit kralen gesneden uit koraal, afgewisseld met gouden opengewerkte kralen. Ook werden er hangers, broches en ringen gedragen met bijbelse taferelen. Dan waren er nog de pelgrimstekens; kleine objecten die als herinnering aan bijvoorbeeld een bedevaartsplaats dienden. Daarnaast werden deze ook als religieus symbool en als onderscheidingsteken gedragen. Van oudsher werd iemand die een kruishanger draagt als rooms-katholiek gezien. Vandaag de dag is dat niet altijd meer zo. De betekenis van religieuze sieraden kan afnemen of zelfs verloren gaan. Wat dan nog overblijft is het dragen ervan enkel en alleen als sieraad of uit genegenheid voor de schenker. Zo kan bijvoorbeeld een kruishanger – gekregen bij de eerste heilige communie – voor veel katholieken een liefdevolle herinnering aan hun jeugd en ouders vormen, zonder dat er nog een religieuze betekenis aan wordt gegeven. In de 90'er jaren wist popzangeres Madonna de wereld nog te choqueren door met grote zilveren kruizen in haar oren en om haar nek op het podium te gaan staan. Een modetrend was geboren. In november 2012 waren er op de jaarlijkse sieradenbeurs in Amsterdam opvallend veel kettingen met erg grote én minder opvallende kruishangers te zien. Bij navraag bij de makers over de betekenis van deze religieus aandoende sieraden gaf een aantal toe dat ze niet zozeer gelovig zijn, maar het kruis 'gewoon een mooie vorm vinden'. In diezelfde periode hing er in de etalage van C&A een t-shirt met zilveropdruk van grote kettingen met grote bedels, waaronder kruishangers.
C&A-etalage november 2012 (foto: Cécile Kühne)
Pescatorio of Vissersring Inleiding Een bijzonder sieraad binnen de Katholieke kerk is de Vissersring, ook wel Pescatorio genaamd. Dit is een gouden bisschopsring, speciaal gemaakt voor en alleen gedragen door de paus. De naam verwijst naar apostel en eerste paus Petrus, die een visser was op het moment dat hij door Jezus werd gevraagd als zijn volgeling. Hij werd gekruisigd en begraven op de plek waar nu de Sint-Pietersbasiliek staat, in het Vaticaan. Sindsdien is het een van de belangrijkste pelgrimsplaatsen voor de rooms-katholieken en de woonplaats van de paus. De ring – telkens opnieuw gemaakt voor de dan regerende paus – symboliseert (net als bij een huwelijk) de band van trouw met de kerk. Op de ring wordt een visser die zijn netten uitwerpt afgebeeld, samen met de naam van de betreffende paus. Hiermee maakt deze zich kenbaar als de opvolger van de eerste paus Petrus.
Afdruk van de ring van Paus Leo XIII (paus van 1878-1903) (illustratie: Wikipedia)
Geschiedenis en gebruik van de Vissersring Voor het eerst wordt melding gemaakt van het bestaan van deze ring in 1265. Paus Clemens IV schrijft in een brief over de gewoonte van pausen om hun privébrieven te verzegelen met 'het zegel van de visser'. Later, van de 15e eeuw tot 1842, werd de ring gebruikt voor verzegeling van officiële pauselijke brieven. Hierna ging men over op het gebruik van een stempel met rode inkt. De Vissersring bleef echter wel bestaan en de afbeelding op de ring bleef gelijk. Evenals bij bisschoppen met hun bisschopsring is het een oude traditie om bij begroeting van de paus geknield zijn ring te kussen. Dit dient als teken van onderwerping en trouw. Als een paus aftreedt of overlijdt, wordt zijn ring vernietigd volgens een strak protocol. De camerlengo (kamerheer van de paus) neemt de ring van de vinger van de paus en controleert of de ring echt is. Met een zilveren mes wordt er een kruis door de afbeelding gekrast. Hiermee is de ring (als zegelring) onbruikbaar geworden. Ook dit wordt gecontroleerd door de aanwezige kardinalen. Daarna wordt de ring met een zilveren hamer op een loden blok stukgeslagen. De stukken worden later bij de paus in de lijkkist geplaatst. Het vernietigen van de Vissersring na de dood van de paus stamt uit de tijd dat de ring nog als zegelring diende. Hierdoor was men er zeker van dat er niet onrechtmatig documenten mee bezegeld konden worden. Na het verdwijnen van het gebruik als zegelring was dit gevaar niet meer aanwezig, maar men heeft de traditie van het vernietigen wel voortgezet. Uitvoering van de Vissersring Toen de Vissersring nog gebruikt werd om documenten mee te verzegelen, was het uitgevoerd als een zegelring: een platte bovenkant, waarin in spiegelbeeld de afbeelding was gegraveerd. Na afdruk in was liet dit dan de juiste afbeelding zien. Toen men overging op het gebruik van een stempel voor officiële documenten, kwam er ruimte voor andersoortige uitvoeringen van de ring. Er werden rijkversierde exemplaren met edelstenen gemaakt, soms in opvallende kerkelijke kleuren. Ze waren vaak groot, zodat ze ook over de pauselijke handschoen heen konden worden gedragen. Hierin kon een losse binnenring worden geplaatst waardoor deze ook zonder handschoen gedragen kon worden. Met paus Paulus VI (paus van 1963 tot 1978) werden de ringen weer soberder. Hij droeg een eenvoudige platte brede ring van goud met hierin een afbeelding in reliëf. De was echter niet meer bedoeld om mee te zegelen. De ring van zijn opvolger, paus Johannes Paulus I, was nog in de maak toen hij stierf, 33 dagen na zijn inhuldiging. Hij droeg zijn bisschopsring in afwachting van zijn eigen Vissersring. De volgende paus, Johannes Paulus II, droeg eveneens een eenvoudige brede platte gouden ring, met een opvallende kruisvorm. Zijn opvolger, paus Benedictus XVI, draagt een ring die eruit ziet als een grote klassieke zegelring. Bij hem werd voor het eerst in de geschiedenis van het omschuiven van de ring een officiële handeling gemaakt bij de inhuldiging van de paus.
De ring van Benedictus XVI De ring van paus Benedictus XVI (paus van 2005 tot februari 2013) is ontworpen en gemaakt door Claudio Franchi, een goudsmid uit Rome, wiens vader ook goudsmid was en hem het vak heeft geleerd. Daarnaast heeft Franchi ook nog kunstgeschiedenis gestudeerd, en zich verdiept in de restauratie van antieke edelmetalen voorwerpen. Op 8 april 2005 – 6 dagen na het overlijden van paus Johannes Paulus II – werd Franchi, inmiddels vice president van de orde van Romeinse goudsmeden, benaderd door het Vaticaan. Hij werd gevraagd een ring voor de nieuw te kiezen paus te ontwerpen. Hij besloot met twee voorstellen te komen. Een vrij moderne uitvoering in geel en wit goud met een bijna grafische verbeelding van de visser en zijn netten. Het tweede ontwerp was een traditioneel klassiek, meer gedetailleerd, geel gouden exemplaar. Ook beschreef hij uitvoerig de symboliek die hij in beide ringen gebruikt had. Het comité dat zich moest buigen over de ringkeuze had gekozen voor de moderne versie. Franchi kreeg nu de opdracht om de ring op 20 april klaar te hebben. Op 19 april zou immers de nieuwe paus worden gekozen, en op 24 april zou deze ingehuldigd worden. In deze tussenliggende dagen zou Franchi dan nog
tijd hebben om de ringmaat te nemen, de ring op maat te maken en de naam van de paus in de ring te verwerken. Het meten kreeg een emotioneel tintje toen paus Benedictus XVI ringmaat 24 bleek te hebben. Hij vond dit een mooi getal, gezien het feit dat dit precies 2 keer het aantal apostelen is. Nadat Franchi de paus uitleg had gegeven over de twee ontwerpen, gaf de paus hem opdracht om toch beide ontwerpen uit te voeren en ze op zondag 24 april af te leveren. De paus zou dan de twee ringen op het graf van Petrus leggen totdat hij besloten had welke ring hij zou gaan dragen. Uiteindelijk koos de paus toch voor de traditionele klassieke ring. De moderne ring bleef ook achter in het Vaticaan.
Paus Benedictus XVI met zijn (klassieke) Vissersring (foto: ©Patrick_Hertzog)
Persoonlijke betekenis van sieraden binnen religie Ik ben opgegroeid in een rooms-katholiek gezin, en heb tot mijn 15e ook trouw meegedaan aan de rituelen en gewoonten die bij de rooms-katholieke kerk hoorden. Ik kan mij vaag herinneren dat ik – bij mijn eerste communie (óf bij mijn zogenaamde vormsel) – van een tante een gouden kettinkje met pareltjes kreeg. Ik had er niets mee. Heb het ooit een naar het strand omgedaan, om het prompt in het zand te verliezen. Voor mij had deze ketting geen extra religieuze waarde. Toen ik jaren later met Egbert, mijn man, een huis uit 1910 kocht, troffen wij bij de eerste verbouwing op een aantal plaatsen een kruishanger aan, verstopt in het stopcontact. Hiermee heb ik veel meer binding dan met het gouden parelkettinkje uit mijn jeugd. Ik heb deze kruishangers altijd nog bewaard, en koester ze als een soort van amulet. In 2005 gingen Egbert en ik voor ruim een jaar op reis. In de LandCruiser, de wereld in. Natuurlijk hadden wij een heilige Christoffel (zelfs twee, want vrienden van ons gaven ons er ook één mee) in onze auto. En toen wij in Senegal van iemand naar goed islamitisch gebruik een zogenaamde gri-gri (dichtgenaaid leren zakje aan een koord, met korantekst erin) ontvingen, hingen wij dat maar al te graag ook in onze huis op wielen, waar we nog minstens een jaar mee verder wilden reizen. Weer jaren later kocht ik in Spanje in een rommelig tweedehands winkeltje een speciale kruishanger (dubbelkruis), als herinnering aan die prachtige plek en die heerlijke vakantie. Deze hangt nu, naast een klavertje 4, aan de acheruitkijkspiegel in de auto.
Samengevat: bij al deze privé-voorbeelden dienen de genoemde religieuze sieraden voor mij meer als symbool voor bescherming (bijgeloof) dan als symbool voor een kerkelijke richting of uiting van geloof in een god.
Bronnen - Bagnoli, M. (e.a.) (2010) Treasures of Heaven. Saints, relics and devotion in medieval Europe - Blanc, P.M. le (red.) (1992) Kerkelijk zilver. 9 opstellen over kerkelijke zilverkunst - Gibson, C. (2009) De symbolengids. Geïllustreerd overzicht van symbolen in de kunst - Walgrave, J. en A. Dedecker (1995) Sieraad, symbool, signaal. The jewel - sign and symbol - Kunstschrift openbaar kunstbezit (1985, nr,. 1) - themanummer 'Zilverwerk' - Site SKKN (Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland) - objecten ABC - http://www.religieuserfgoed.nl/ - Online encyclopedie Wikipedia http://www.wikipedia.nl - Startpagina rooms-katholieke kerk http://www.katholiek.org/ - Site van Claudio Franchi http://www.claudiofranchi.com - Site van Dieter Philippi http://www.dieter-philippi.de
Hoofdstuk 4 De betekenis van de kroon als sieraad. (door Sharin Holierhoek) Een beschrijving in grote lijnen over het ontstaan en het gebruik van de kroon. De kroon als sieraad, ik bedoel hiermee het voorwerp kroon dat op het hoofd kan worden gedragen De kroon daar kan ook de regering mee worden bedoeld. Kroonjuwelen zijn de vele sieraden van koningshuizen. Kronen worden op allerlei verschillende manieren gebruikt als decoratie op veel voorwerpen of als los object. Ik beschrijf voornamelijk de details omtrent de kroon die op het hoofd kan worden gedragen. Een stuk over een paar bijzondere culturen die niet direct om het sieraad gaat, maar meer om een traditie. en het gebruik in ons eigen Koninkrijk Nederland. Om te voorkomen dat het lang wordt, verwijs ik naar een aantal boeken en internet, zodat ieder zelf meer kan lezen als de interesse daarvoor is gewekt. De woordenlijst, begrippen en verdere uitleg, kunnen op internet worden opgezocht en gelezen. Het is onmogelijk om alles te beschrijven van alle culturen en gebruiken van de kroon, op vijf A4tjes. Vanuit de ‘kroon’ ontstaat een boeiende belangstelling naar de geschiedenis over het ontstaan van de machten in de wereld en koningshuizen. Een aantal boeken geven een indruk over de hoeveelheid kronen en sieraden die er zijn gebruikt. Ik vond het een interessant onderwerp, om te mogen uitzoeken en uitwerken. Ik wens ieder veel leesplezier. Sharin
De kroon als sieraad De kroon was en is nog altijd een symbool voor macht en status en wordt nog steeds gebruikt als beloning en zichtbaar sieraad. De ontstaansgeschiedenis Het ontstaan van de kroon vanuit de heraldiek, dat is het sieraad (voorwerp) dat op het hoofd kan worden gedragen. De kroon kan ook staatsrechtelijk worden gebruikt en dan bedoelt men de regering mee. Het woord ‘kroon’ komt uit het Latijnse woord ‘corona’’ De kroon is nog altijd een symbool met een betekenis van macht in religie en monarchie. Het ontstaan van de kroon versierd met goud, zilver of edelstenen komt uit de middeleeuwen. Al ver voor onze jaartelling zijn er volken geweest die een soort van kroon droegen. Van de tijd voor de middeleeuwen zijn er afbeeldingen gevonden op munten uit het oude Griekenland, daarop stonden koningen met een hoofddeksel versierd met bladeren. Het was vroeger een krans van bloemen of bladeren en werd gegeven als beloning nadat iemand een eervolle dienst had geleverd. De laurierkrans werd een onderscheiding van overwinning in het oude Rome. Het werd ook `gebruikt als koninklijk ornament voor de keizer van Rome. Kronen zijn ontstaan vanuit diademen, een samengebonden band van stof met daarop versieringen. Of als basis een helmkroon, waarop een kroon werd gemaakt. Kronen, diademen, tiara’s en andere bijzondere hoofddeksels werden versierd met afbeeldingen van dieren als hert, slang en gier soms met daarbij hemellichamen als sterren, zon of de maan. Ook bloemen, veren, tanden en nagels van dieren, schelpen en kralen werden in hoofdsieraden verwerkt.
kroon met maan en sterren Religieuze Kronen werden versierd met kerkelijke figuren. Duizenden jaren geleden is de versierkunst van de krans, een inspiratiebron geweest voor de ceremoniële hoofdversieringen. In bepaalde tradities werden stoffen als bont, fluweel en zijde gebruikt aan het diadeem. Het gaf de diadeem meer uitstraling. Het gebruiken van metalen (koper) en sierstenen gaf op een kroon meer symbool voor macht en waardigheid. Later werd in de meer ontwikkelde culturen behalve stof, sierstenen en metalen ook edelmetaal gebruikt, zoals goud en zilver en edelstenen. In sommige culturen is er een vaste traditie welk materiaal er voor een kroon wordt gebruikt Er waren geen exacte regels voor het ontwerp voor een kroon. Wel zijn er afspraken en tradities door wie en wanneer een kroon wordt gedragen. De culturen bepaalden het gebruik van een kroon en welke tradities daarvoor gebruikt werden. Door weersomstandigheden ging men hoofdbedekking dragen. Om een belangrijk persoon te onderscheiden van de gewone burgers werden speciale stofsoorten, bont en fluweel gebruikt. De vorm van de kroon is mede hierdoor ontstaan. De moderne Europese kroon komt van oorsprong uit het oude Griekenland. De vorm van de kroon werd door de Grieken aan goden gewijd. De eik aan god Zeus, de olijf aan Athene en laurierblad aan Apollo. Pas later werden de kransen van metalen gemaakt en werd vooral goud gebruikt. Deze gouden kronen werden bij speciale plechtigheden gedragen. (zie foto) Cultuur regels omtrent het gebruik en productie van ‘kronen’ In veel culturen wordt met ‘de kroon als sieraad’ de koningskroon of kroningskroon bedoeld. Ieder land heeft zijn eigen cultuur en tradities en de verschillen wil men graag houden. Het ambacht van kronen maken werd overgedragen op de volgende generaties en tradities waren belangrijk. De voorloper van de kroon was de helmkroon. Deze is alleen decoratief bedoeld. De kroon werd bovenop de helm gemaakt als symbool. Later werd de kroon op een adellijk wapenschild gezet.
De kroon is van oorsprong een diadeem die eerder als statussymbool werd gezien en werd ook door anderen een kroon gedragen. Vandaar dat de kronen meer versieringen kreeg en er onderscheid zichtbaar was wie de koning of vorst was. De basis van de kroon is nu nog vaak een diadeem, versierd met opstaande figuren. Hoe meer beugels en versiering hoe hoger de rang. In de culturen is beschreven hoe een kroon moet worden gebruikt. Diadeem, tiara en kronen Een diadeem is een haarband van stof of ander materiaal, versierd met (edel)stenen en vaak ook parels. De volgorde van bepaalde stenen en versiering, bepaalt of het een diadeem of tiara is. De vorm was verschillend, soms een brede band soms een smalle met één of meer punten naar boven stekend. In Engelstalige landen was het gebruikelijke ‘diadeem’ een Tiara.
een tiara met blauwe edelstenen Een tiara is een hoofdsieraad met een centraal motief in een punt. Pauselijke tiara is hoog en heeft een andere vorm dan het hoofdsieraad die dames dragen. Dergelijke hoge cilindrische puntige hoofdbedekkingen zijn duizenden jaren door priesters uit het Oude Testament en door koningen gebruikt. Het woord tiara komt uit het oude Perzië. Het Cidaris was een eenvoudige hoed en mocht alleen door de vorst rechtop gedragen worden. Een kroon werd gebruikt om de superioriteit van de keizer van het Heilige Roomse Rijk aan te tonen. In de negentiende eeuw, werd het mode om een diadeem als multifunctioneel sieraad te dragen bij gewone feestgelegenheden. De Tiara wordt nu door vrouwen gedragen bij diverse gelegenheden, bijvoorbeeld Miss beauty verkiezingen. In sommige landen is het nog een Kroningsobject. Er zijn verschillende soorten kronen. Dit om de machtspositie te kunnen herkennen. Wat namen van kronen. koningskroon helmkroon, keizerskroon, beugelkroon, rangkroon, huwelijkskronen, muurkroon. (In de woordenlijst een korte omschrijving voor de woorden) Koningskroon wordt alleen door koningen gedragen. Het hoort bij de bijzondere voorwerpen die past bij de functie van de koning. Rangkroon werd in vele culturen gedragen om aan te tonen dat die vorst hoger in rang was dan vorsten uit de omgeving. Door iets op het hoofd te dragen extra benadrukt. Behalve de kronen voor koningen/koninginnen, was er ook een muurkroon. Deze zag eruit als model van een fort of kasteel. De soldaat die als eerste op de muur van de belegerde stad stond en het wapen of vlag daar vastzette kreeg deze muurkroon. Een monarch of koning droeg een kroon, maar het werd ook op wapenschilden gebruikt. Het kronen van een persoon is een uitgebreid ritueel. Voorwerpen en regels hierbij, alles gaat volgens een protocol en traditie. Er zijn keizerskronen en koningskronen. Het verschil van een keizerskroon of koningskroon is vooral het verschil van opbouw en de versiering. Een keizer werd gekroond door een paus, een koning legt een eed af aan de regering. Verschillende modellen koningskronen en keizerskronen zijn er gebruikt. De kroon van Karel de Grote is de e oudste nog bestaande kroon uit de 10 eeuw. Deze is versierd met veel edelstenen en emailleerwerk in Byzantijnse stijl. Na de ondergang van het Heilige Roomse Rijk in 1806 is de kroon naar Wenen in de schatkamer van de Hofburg gebracht. De kronen hadden een opvallende beugel en gouden kruis. De kronen worden veilig bewaard in de Rijksburcht Trifels en later in de rijksstad Neurenberg.
Bij elke kroning werden deze naar Aken of Frankfurt gebracht. Latere keizers lieten hun eigen kroon maken. De oude kroon bleef permanent in Neurenberg bewaard. De Nederlandse goudsmid Jan Vermeyen maakte de kroon voor keizer Rudolf II (dat was een Rooms-Duits koning en keizer 1576-1612). Op de foto kan je goed zien dat de kroon is opgebouwd. Het onderste deel is een diadeem daarop twee mijterschelpen, daarop een kruis en daarop een grote blauw edelsteen Saffier, er tussen is een rode muts. Deze kroon is afgezet met vele edelstenen, en parels en een bladmotief ‘fleuron’.
De kroon van Rudolf II werd in 1804 ook de keizerlijke kroon van Oostenrijk. Na de ondergang hiervan in 1918 is deze kroon naar de schatkamer in Wenen gebracht net als de kroon van Karel de Grote (Koning der e Franken uit de 10 eeuw 768-814) e e Nederland was een deel van het Heilige Roomse Rijk in de 15 en 16 eeuw. Hierdoor ontstond het recht om de keizerskroon in hun wapen te gebruiken als afbeelding. Een aantal steden mochten dit gebruiken als dank voor grote geldleningen. Wetenswaardigheden over kronen - Het Russische tsarenrijk had een zelfde soort kroon als het Heilige Romeinse Rijk. De kroon was helemaal bezet met diamanten.(foto) - De kroon van het Britse vorstenhuis wordt nog elk jaar gedragen bij de opening van het parlement. - De kroon van Engeland mag het land niet uit. Voor de inhuldiging van de keizer en keizerin van India werden nieuwe kronen in India gemaakt. - De Britse kroon heeft een rode fluwelen muts aan de binnenkant en wordt bij officiële gelegenheden nog gebruikt. (foto)
- Kronen van Engeland. De kroon rechts op de afbeelding wordt nog jaarlijks gedragen door de Koningin bij opening van het parlementaire jaar. - De keizerskronen van voormalig Perzië zijn beroemd door de mooie edelstenen. Parijse juweliers van Cleef en Arpels, hebben met stenen uit de Perzische schatkamer de eerste keizerinnenkroon gemaakt. - De keizer van Centraal Afrika had een ontwerp naar het model van de hoed van Napoleon I. - In de middeleeuwen droeg de vorst verschillende kronen. Als er geldgebrek was, werd de kroon omgesmolten voor munten. - In de late middeleeuwen wilde men een meer herkenbare kroon als statussymbool. Alles wat met de koning te maken had, werd van het zelfde symbool voorzien. - Soms werden kronen speciaal gemaakt voor de kroning. Gevonden stenen werden erop gezet en na de kroning weer vernietigd.
- Bij oorlog worden kostbare sieraden en kronen verborgen. - Kronen zijn behoorlijk zwaar. Daarom wordt er vooraf geoefend met dragen als de kroon voor een gelegenheid wordt gebruikt. - De uit onze geschiedenis Nederlands beroemde Michiel de Ruyter, heeft in 1826 een kroon en andere kostbaarheden buit gemaakt tijdens de oorlog van het Engelse West Indische Compagnie. De kroon (zie foto) is later aan het republiek Benin geschonken als relatiegeschenk. De kroon is daar volgens schrijven nooit aangekomen en leek niet van grote waarde doordat er geen kostbare edelstenen gebruikt waren. De kroon is bewaard gebleven.
de door Michiel de Ruyter buitgemaakte kroon - Regalia en kroonjuwelen zijn begrippen die ieder een andere betekenis hebben. Toch gebruikt men de woorden door elkaar. Door de voorwerpen te omschrijven is het duidelijker wat ermee wordt bedoeld. Voorwerpen geven extra status aan een koning of keizer. Regalia zijn de voorwerpen die bij een kroning worden gebruikt. Ze zijn niet altijd in eigen bezit. - De kroon wordt ook op wapenschilden en munten gebruikt en bij diverse feestelijkheden. - Bij diverse volken werd een feest gegeven en een kroon gedragen om een speciale gebeurtenis. - Het idee om ook het koninklijke gevoel te ervaren, wordt er op diverse feesten een kroon gedragen. - Bij verkiezingen van schoonheidskoninginnen wordt ook vaak een soort kroon of diadeem gedragen. - In het sprookje van Alice in Wonderland draagt Alice ook een kroontje. - Een kroon is ingeburgerd als statussymbool en wordt in diverse soorten gemaakt als object en als accessoire verkocht. (zie eigen foto’s)….. - Ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Maxima is er een wedstrijd geweest voor het ontwerpen van een diadeem. Hier is een boekje over samengesteld.
kronen gemaakt als decoratie De Cultuur van Thailand.
In Thailand was het nog voordat ze in aanraking kwamen met de westerse cultuur, een taboe om het hoofd en haar aan te raken. Het was een traditie, dat iemand die jonger was en lager in rang zich hield aan de regels daarvoor. Het hoofd beschouwden zij als meest edele deel van het lichaam. Bij de hindoe bevolking was de gedachte dat bij de kruin de geest het lichaam binnenkwam bij de geboorte en bij de dood weer verdween.. e Het was er tot in de 20 eeuw, gebruikelijk om de eerste haarkrul van een kind te laten groeien tot de volwassen leeftijd en die tijdens feestelijkheden met een gouden speld een pin chuk vast te steken. tot een knot. Wie het kon betalen hadden een speld of pin met edelstenen. Kinderen van adellijke afkomst en prinsen en prinsesjes droegen het als een soort van kroontje en was versierd met jasmijn of andere bloemen. Kinderen van de koning kregen een kroon met juwelen over de knot heen. Die kroon leek op de kroon van de koning. Als het koningskind volwassen was, werd de haarkrul verwijderd en dat werd met een groots feest gevierd. Nog voordat de haarknot die was afgeknipt, werd die verdeeld in 3 stukken en versierd met versierd met geel-goud, rood-goud en zilverdraad. Het was de traditie dan drie oudere familieleden deze haarlokken afknipten of afschoren. e In Thailand is dit tot in de 19 eeuw als een belangrijke traditie beschouwd als het de zoon van de koning betrof. In het koninklijk paleis in Bangkok is in 1892 voor het laatst gedaan bij een zoon van de koning Chulalongkorn. Volgens de traditie werd het een hele ceremonie met vele gasten. De prins werd versierd in bijzondere gewaden en omhangen met vele sieraden. Na het weghalen van de haarkrul werd het hoofd helemaal kaal geschoren en kreeg hij van zijn vader een kroon met edelstenen en andere insignes als blijk van zijn hoge status en volwassen persoon. Andere tradities met kronen zijn hier mogelijk van afgeleid, zijn de ceremonieën en feesten die zijn bedacht. Cultuur Yorùbá De Yorùbá bevolking zijn stammen in West Afrika in Nigeria tussen de Niger en de Oceaan en Oost-Benin. Het gebied in Nigeria is groot en had veel koninkrijken en vorsten. Verdeeld in provincies hadden ze ook verschil in rang van een vorst. Daar mochten alleen vorsten kronen dragen met cori-koraal kralen. Deze werden uit de zee gehaald. Als eerbetoon aan de koning die de heldhaftige veldslag verloor, op het strand, hij kreeg deze bijzondere zeldzame blauwe koraal. De Yorùbá vorsten droegen kronen die alleen met koraal, jaspis of agaat stenen was versierd. Later gebruikte men kunststof varianten omdat er geen originele stenen beschikbaar zouden zijn. De kroon werd gemaakt vanuit een frame van riet of karton en daarover werd een andere stof overheen gespannen. Hierop werden de kralen en stenen vast gemaakt. Diverse motieven werd als versiering gebruikt. Een was een speciale organisatie die de verantwoording had voor het ontwerp en maken en reparaties van de kronen. Deze werden altijd in het paleis van de koning gedaan onder strenge bewaking. De kronen waren behoorlijk zwaar in gewicht. Als de koning het sieraad droeg, waren er altijd functionarissen in de buurt. Veel andere volken in Nigeria namen de traditie over. De ambacht van het maken van de kronen ging over van generatie op generatie. Het was gebruikelijk bepaalde volgorde van gebruik bij ontwerp en vastzetten van kralen en stenen, dit om de ‘goden’ tevreden te houden. De symboliek om de kroningskroon zouden magische krachten hebben. De kroon had een sluier van kralen, omdat volgens overlevering de blik van de koning gevaarlijk kon zijn voor de onderdanen. Nigeriaanse kroonmakers maakten ook minder formele kronen voor andere bijeenkomsten. De traditie bleef dat vóórdat de kroon wordt gemaakt, er een offer aan god Olokum wordt gebracht. Het gebied in Nigeria is groot en heeft veel koninkrijken en vorsten. Verdeeld in provincies hadden ze ook e verschil in rang van een vorst. Alleen de vorst met de 1 en hoogste rang, mocht een kroon met sluier gebruiken. De koning wilde deze traditie bij wet laten vastleggen, maar de Engelse regering vond de bestaande regels afdoende. Nog altijd wordt door iedere vorst van een Yorùbá stam, de eeuwenoude traditie in ere gehouden om problemen te voorkomen.
Gebruik van kronen bij dood van een vorst Al voor onze jaartelling, werden overleden personen en vorsten met voorwerpen begraven. De Koningin van Zweden werd in 1621 begraven met een kroon van zoetwaterparels. In 1886 is het graf geopend en heeft men de kroon er uit gehaald. Vanuit hier is volgens schrijven, waarschijnlijk het gebruik van parels op kronen ontstaan voor koningshuizen en adel. Parels kunnen zonder bewerking worden gebruikt. Een alternatief voor de natuurlijke parels, waren kralen die in een pareloester werden gelegd, die na jaren een parelmoer laagje had. In iedere cultuur is er een traditie omtrent het gebruik van een kroon bij een begrafenis van een koning of vorst. In Maleisië was het bijvoorbeeld lange tijd gebruikelijk, dat bij het overlijden alle familieleden aanwezig waren en de overledene naar de troonzaal werd gebracht. De troonopvolger kreeg dan in bijzijn van hoogwaardigheidsbekleders een voorwerp van de overledene. Daarna werd het ritueel van de begrafenis geregeld. Bij de begrafenis werd de staatskroon op de kist van de overledene gezet. Detail omtrent de kroning van Napoleon Bonaparte Napoleon Bonaparte wilde dat Paus Pius bij zijn keizerlijke kroning aanwezig was. Deze paus wilde dat niet, omdat de Franse troepen de kerkelijke staat had veroverd. Napoleon had geëist een enorm hoge prijs te krijgen van enkele miljoenen aan goud en edelstenen bij de Vrede van Tolentino in 1797. Om die eis te kunnen betalen, werden de pauselijke tiara’s uit elkaar gehaald. Na lang onderhandelen wilde de paus wel bij de kroning aanwezig zijn. Op zijn beurt eiste de paus dat er een nieuwe pauselijke tiara moest zijn. Napoleon heeft goudsmid Augustus die opdracht gegeven dat te maken. Op de tiara waren 3345 edelstenen en 2990 parels gezet. Stenen en parels die uit de schatkamer van de paus waren gehaald. Napoleon heeft zichzelf gekroond, omdat hij weigerde zichzelf ondergeschikt te maken aan de paus. De kroning van Napoleon was op 2 december 1804 en ook de vrouw van hem werd gekroond, met een speciaal voor haar gemaakte juweel en diamant. Het was een indrukwekkende kroning in de Notre Dam, waar hij precies om 12 uur de kathedraal binnen liep. Lodewijk Napoleon Bonaparte werd door zijn broer keizer Napoleon Bonaparte aangewezen als de eerste monarch van Nederland in 1806. Verantwoordelijkheid voor de Nederlandse kroon De Nederlandse koninklijke kroon werd ontworpen onder de verantwoording en met advies en van “De Hoge Raad van Adel” Het gebruik van de kroon, wapens en alle andere voorwerpen waarop de koningskroon op wordt afgebeeld, is exact vastgelegd. In Koninklijk Besluit op 24 juni 1816, is vastgelegd, hoe de kroon afgebeeld en ontworpen moet worden. In Nederland wordt de kroon afgebeeld boven het wapenschild. Zoals eerder genoemd. De Nederlandse kroon is een beugelkroon, daarop acht fleurons en daarachter 8 beugels met parels. De punten van de beugelkroon(diadeem) werden gebogen en daar waar de punten elkaar raakten werd op de top een rijksappel gezet. De kroon is gevoerd met rood fluweel. (foto) Koning Willem II, heeft in 1840 een nieuwe kroon in Amsterdam laten ontwerpen. De Amsterdamse firma Bonebakker heeft deze kroon voor de koninklijke familie ontworpen en door zijn meesterknecht dhr. Bentvelt laten maken. In oktober 1840 trad koning Willem I af en 27 november 1840 werd de kroon inclusief de nota,van 1470 gulden afgeleverd op het paleis. De heer Bonebakker heeft in zijn werkbeschrijving gedetailleerd beschreven waarvan en waarmee de kroon is versierd. Dat de stenen en parel, imitaties waren was niet bekend. Voor het lage bedrag was het onmogelijk een kroon te maken met zoveel edelstenen en parels. De Rijksvoorlichtingsdienst heeft in opdracht van de koningin Wilhelmina de kroon laten omschrijven. Daar werd duidelijk dat de gebruikte stenen en parels, geen originelen waren, maar imitaties. Koningin Wilhelmina heeft de kroon in 1898 door een Haagsche juwelier laten nakijken. Die heeft alles vervangen voor echte stenen en parels. (foto) De kroon van Willem II gemaakt in 1840, is inmiddels voor de vijfde keer gebruikt bij een inhuldiging. In 1990 was de kroon bij een tentoonstelling op het paleis Het Loo te zien, De kroon wordt verder bewaard in een kluis. Koningin Juliana heeft haar koningssieraden 2 kronen, de scepter, de rijksappel, rijkszwaard en geborduurde standaard, aan de Stichting Regalia van het Huis Oranje Nassau overgedragen.
Koningin Wilhelmina, een diadeem op het hoofd tijdens de kroning. Tot 27 juli 1963 behoorde het tot haar privébezit. Nederland en de kroon. De kroon van Nederland en het heilige Duitse Rijk had een standaard uitvoering zoals in veel landen en is ontstaan van de helmkroon. De stadhouders van Verenigde Nederlanden hadden geen kroon. Koning Stadhouder Willem III heeft als kroon Engelse regalia (voorwerpen) gebruikt. De kronen die er wel waren werden gebruikt bij begrafenissen bij de heersers van ons vaderland Bij de begrafenis van Stadhouder Willem IV is een kroon gebruikt, die de vorm had van een diadeem. In een beschrijving die is gevonden, wordt gemeld dat het een beugelkroon (diadeem) was, met wereldbol en kruis. Helaas is er geen afbeelding van en de kroon is vernietigd. e Bij begrafenissen van ons vorstenhuis, is vanaf de 19 eeuw gebruikelijk de koningskroon op de kist te zetten. Het is niet duidelijk of het de kroon is gemaakt in 1815 of 1840. Voor Koning Willem I was er op 30 maart 1814 geen kroon. Voor de inhuldiging als de koning van Brussel (21 september 1815) is snel een kroon voor de Nederlandse koning gemaakt, en was pas kort voor de ceremonie klaar. De kroon was gemaakt van verguld koper en versierd met glazen stenen en namaakparels. Ze waren ook niet netjes regelmatig over het diadeem. In de onderste rand van de kroon zaten gaten die bedoeld waren om op een kussen te worden vastgezet. Uit correspondentie die bewaard is, is het niet bekend waar de kroon is gemaakt, er is geen officiële rekening van gevonden.
de getekende versie van de Nederlandse kroon
Links de kroon gemaakt in 1815, rechts de kroon gemaakt in 1840 Inhuldiging en het gebruik van de kroon van ons koningshuis… Nu In Nederland wordt een koning of koningin niet gekroond, maar ingehuldigd. De koning legt de eed af aan de regering. De koning(in) draagt de kroon niet daadwerkelijk op het hoofd. De kroon is te groot om op het hoofd te dragen. De kroon en andere regalia zijn gemaakt door verschillende Nederlandse edelsmeden in opdracht van Koning Willem II
De voorwerpen worden symbolisch gebruikt. Als symbool van macht en waardigheid van koning of koningin. Bij de inhuldiging liggen kroon, scepter, rijksappel, rijksstandaard en rijkszwaard op een credenstafel die bekleed is met rode fluwelen stof. Ook de Nederlandse Grondwet ligt er dan bij (foto)
30 april 2013 was de inhuldiging van koning Willem Alexander en koningin Maxima. De kleding en attributen waren in Paleis Het Loo te zien.
De betekenis van het sieraad kroon De kroon wordt over het algemeen symbolisch gebruikt. Een kroon van goud, versierd met mooie edelstenen en parels, geeft een kroning extra bijzonderheid bij een belangrijke gebeurtenis. Diademen en tiara’s worden door de dames van koningshuizen en adel bij bijzondere gelegenheden als staatsbezoeken bij het staatsbanket gedragen. Passend bij mooie kleding. De hoeveelheid versieringen van diverse kronen vind ik indrukwekkend en ik vind het wel bijzonder ze een keer in het echt te kunnen zien, Persoonlijk vind ik de meeste kronen niet echt mooi. Ik vind dat de meeste kronen te veel versierd, te massief en te groot zijn. De diademen en tiara’s vind ik vaak wel mooier. Koninklijke universiteit Nijmegen Daar hebben ze alles over de inhuldigingen te lezen vanaf Willem Frederik tot en met koningin Beatrix Heilige Roomse Rijk Het gebied, dat vroeger van de heersers was en waar ook ons Nederland onder viel. Gebruikte bronnen: Boeken: Kronen van de wereld auteur René Brus uitgever De Bataafse Leeuw Amsterdam 1992 Goud, Zilver en juwelen. De mooiste sieraden door de eeuwen heen Koninklijk zilver-met een aantal verzamelingen van het Huis van Oranje Nassau, uitgever Waanders uit Zwolle 2002 Internet sites:
www.wikipedia.nl www.hetkoninklijkhuis.nl www.royalty-online.nl www.gouden-juwelen.com sites bezocht op onderwerp dat ik wilde beschrijven. Voor de foto’s van het Nederlandse koningshuis heb ik Rijks Voorlichtings Dienst toestemming gevraagd en gekregen, om het voor leerdoeleinden te mogen gebruiken. De foto’s van de decoratie kronen heb ik zelf gemaakt. De overige foto’s heb ik uit de diverse boeken en internet gehaald. Omdat het een leerdoeleind betreft is het toegestaan ze te gebruiken en heb ik de bovengemelde bronnen gebruikt.
Hoofdstuk 5 De betekenis van relatieringen (door Agi Pindrok) Aan de weelderige oevers van de Nijl begon de mysterieuze geschiedenis van de trouwring…. Definitie en afbakening In dit hoofdstuk wil ik graag nader ingaan op het onderwerp relatieringen zoals verlovingsringen en bisschopsringen in het algemeen en trouwringen in het bijzonder. Ik ga de ontstaansgeschiedenis van de ring beschrijven, waarvan ze gemaakt werden en het gebruik van de trouwring. Ik ga de ontstaansgeschiedenis en het gebruik van de trouwring beschrijven, én het materiaal waarvan ze werden gemaakt. Daarnaast wil ik graag iets vertellen over de symboolfunctie(s) door de jaren heen. Verder komen de manieren waarop de ring gedragen wordt aan de orde vanuit verschillende invalshoeken en culturen. Om uiteindelijk met u te concluderen dat ondanks de verschillen, de trouwring een van de meest universele symbolen ter wereld is welke religie en culturen waar dan ook ter wereld overstijgt. Ontstaansgeschiedenis Neanderthalers kenden al ringen die een verbintenis tussen mensen symboliseerden. Met een beetje fantasie zou je dit de eerste trouwringen kunnen noemen. Dit was ver voordat de Egyptenaren en de Grieken dit als huwelijkssymbool exporteerden naar de rest van de wereld, althans dit is wat er in het algemeen wordt aangenomen ondanks het gebrek aan sluitend wetenschappelijk bewijs. In de prehistorie werden er dus al man- en vrouwringen gemaakt van natuurlijke materialen als symbool van twee samensmeltende zielen. Egypte is dus, zo luidt de theorie, de algemeen geldende bakermat van de moderne trouwring. Volgens deze theorie is de geschiedenis van de trouwring is mysterieus en begon aan de weelderige oevers van de Nijl bij de oude Egyptenaren. Men beweert dat de eerste ring werd door een farao aan zijn geliefde werd gegeven. Deze theorie wordt ondersteund door het feit dat de cirkel als symbool van de eeuwigheid al in de Egyptische hiërogliefen te vinden is. De Nijl betekende het geluk, fortuin en de overvloed voor de mensen aan de oever. Daarom stonden de motieven op de hier gemaakte ringen hiermee in verband. In de oudheid werden verlovingsringen/trouwringen uit verschillende primitieve materialen gemaakt. In Noordelijke gebieden was het de gewoonte een ring te weven van het haar van de geliefde en deze als “trouwring” te dragen. En hoewel wegens zijn emotioneel waarden onvervangbaar materiaal is, was het niet echt praktisch en langdurig. Als de ringen van hout, leer of hennep gemaakt waren moesten ze jaarlijks vernieuwd worden. De ringen van ijzer en bot waren al duurzamer. Deze werden soms al versierd met stenen. Het duurde niet lang of deze materialen werden vervangen door het meer praktische zilver en goud. De Romeinen namen het gebruik van metalen trouwringen pas in de derde eeuw na Chr. over van de Egyptenaren. Toen ze ontdekten dat edele metalen langer meegaan dan de ringen van ijzer en brons vervingen ze deze ringen ook door zilver en goud. In deze Romeinse tijd hebben de ringen helaas niet zo zeer een romantische verbintenis; “de liefde” gesymboliseerd, maar drukten zij eerder bezit en eigendomsrecht uit. De ring toonde aan dat de vrouw “eigendom” van haar man was of een slaaf van zijn eigenaar. Het was verder in die tijd zo dat de vrouw de helft van het fortuin van de man verwierf bij het sluiten van het huwelijk. Het was in oorsprong dus vooral een zakelijke verbintenis. Ook in Azië werd de trouwring beschouwd als bezegeling van een bindend juridisch contract. De trouwring als religieus symbool Door de eeuwen heen ging de trouwring als religieus symbool langs hoge pieken en diepe dalen. De bischop e van Sevilla definieerde de trouwring in de 7 eeuw als volgt:”De trouwring wordt door de echtgenoot aan zijn gade geschonken, als teken van zijn trouw maar ook zeker om hun harten te verenigen”. e De katholieke staatsreligie werd voor het eerst in de 12 eeuw toegevoegd aan het huwelijk door de toenmalige paus. Deze paus besloot dat echtelieden verplicht waren voor de kerk te trouwen. Waarbij de echtgenote een trouwring om de ringvinger moest schuiven van ijzer, goud of zilver. Op die manier zijn trouwringen een deel van trouwplechtigheid van de christelijk kerk geworden. Opmerkelijk is verder dat in die tijd het alleen de adel was toegestaan om een trouwring te dragen met edelstenen. In Nederland werden trouwringen na de reformatie als ongepaste ijdelheid gezien onder invloed van het calvinisme. Terwijl de protestanten de trouwring afgezworen hadden, gingen de katholieken door met het e inzegenen van trouwringen. Pas in de 19 eeuw, toen de protestanten zich bewust werden van de symbolische betekenis van de ring, voerden ze het gebruik van de trouwringen weer in. Vijf eeuwen na dit pauselijk decreet werden in Noord Amerika trouwringen van edelmetaal beschouwd als verboden symbolen van de duivel en in plaats daarvan schonk een man de vrouw een vingerhoed zonder bodem als symbool van belofte, trouw, liefde en eeuwig samenzijn.
Symboliek en draaggebruik van verlovingsringen en trouwringen De trouwring is het beroemdste en meest herkenbare symbool van de verbintenis ven een man en een vrouw of tussen mensen van gelijk geslacht. De trouwring is een eeuwige cirkel, een symbool van de eeuwigheid voor de Egyptenaren en vele oude culturen. Het heeft geen begin of eind, net als de tijd. Omdat het geen begin en geen eind heeft, keert het terug naar zichzelf. In het vorm van de ring vind je ook het symbool terug van de zon en de maan en metafoor voor de liefde tussen twee mensen. De opening in de trouwring vertegenwoordigde een poort die zowel naar de natuurlijke als de bovennatuurlijke werelden leidt.
In de middeleeuwen is de populariteit en de verspreiding van de trouw- en verlovingsringen toegenomen. e Heel lang werden ringen in vele landen alleen door een bruid of getrouwde vrouw gedragen. Sinds de 19 eeuw dragen zowel vrouwen als mannen trouwringen. De ringen werden destijds uitsluitend om de linker ringvinger gedragen, omdat de Egyptenaren dachten dat de ader van deze vinger de ‘Vena Amoris’ (de ader van de liefde) rechtstreeks naar de hart leidt. De gewoonte om de trouwring aan de linker hand te dragen is wereldwijd in stand gehouden als onderdeel van de katholieke huwelijksinzegeningen. Omdat de protestanten de gewoontes van de katholieken niet helemaal wilden volgen, keerden zij zich tegen het links dragen van de ring, en kozen voor de rechter hand. Hierdoor kan men ook in Nederland vaak afleiden of iemand katholiek of protestant is. Tegenwoordig worden trouwringen zowel rechts als links gedragen. Dit wegens verschillende geloven of puur uit praktische overweging: bijvoorbeeld aan de hand die het minst wordt gebruikt in het dagelijkse leven, waardoor de ring langer mooi blijft. Het uitwisselen van ringen als symbool van de liefde kreeg een steeds grotere rol al bij de verloving. In veel gevallen is de verlovingsring een aparte ring, maar in Nederland is het meestal de toekomstige trouwring. In dit geval gaat bij katholieken de verlovingsring bij het trouwen van de rechterhand naar de linker ringvinger en bij protestanten juist andersom. Een gebruik van weduwen en weduwnaren is om de ring van de overleden echtgeno(o)t(e) achter de eigen trouwring te dragen. Volksgeloof en bijgeloof rondom trouwringen De oorsprong van de trouwring ligt ook in het "bijgeloof" dat nog ouder is dan de piramides. Zoals het hierboven al genoemd is, is het een weerspiegeling van de ongebroken cirkel oftewel de eeuwigheid, en hij moet door de bruid aan de vierde vinger van de linkerhand gedragen worden. De linkerhand wordt bij de vrouw beschouwd als dominante hand en de ring is een symbool van binding. Eens werd er gedacht dat er een groot bloedvat direct van die vinger naar het hart liep en de ring aan die vinger zorgde ervoor dat het hart niet door iemand anders bekoord kon worden. Het gevolg van een dergelijke denkwijze is dat de ring bij de man aan de rechterhand gedragen zou moeten worden, hier wordt echter zelden gevolg aan gegeven. De ringdrager bij een huwelijksinwijding is altijd een jonge niet bedreigende man, die als enige toestemming heeft om de bindende cirkels aan te raken. In de loop der tijden zijn nog veel meer diverse bijgeloven ontstaan rondom de trouwringen. Volgens de geloven moeten bijvoorbeeld trouwringen permanent gedragen worden. Als een vrouw haar trouwring verliest, dan zal ze ook haar man verliezen. Tegelijkertijd zullen man en vrouw vroeg komen te overlijden als de trouwring breekt. Ook tweedehands ringen zullen ongeluk brengen. Je kunt met een trouwring ook de toekomst lezen: met een geleende trouwring kan een ongehuwde vrouw voorspellen of ze wel of niet gaat trouwen in de toekomst. Ook een interessante theorie is dat als je een trouwring op een wrat legt en daarna met een doorn van de kruisbes gaat prikken, je van wratten af kan komen.
Verschijningsvormen in verschillende culturen, landen - Romeinen Naar al oud Romeins gebruik gaf de kersverse echtgenoot zijn bruid de (ring)sleutel die symbolisch toegang verschafte tot de bezittingen van de echtgenoot, de zogenaamde sleutelring. Dit was het bewijs dat de echtgenoot zijn bruid het volle vertrouwen schonk. Latere Romeinse trouwringen waren al echte trouwringen met een lange periode het symbool van de slang , hetgeen stond voor eeuwigheid, naarmate het christelijke geloof sterker en sterker met de romeinse cultuur verweven raakte, werd dit symbool vervangen door het kruis.
- Azië In de vroegere Aziatische wereld was er nog een wetenswaardige verschijningsvorm van de trouwring. Om ervoor te zorgen dat vrouwen niet onder de huwelijkse overeenkomst probeerden uit te komen, werd uiteraard door mannen een even ingenieus als doortrapt type trouwring ontworpen. Deze puzzelringen waren gemaakt uit in elkaar grijpende banden zodat ze bij het afdoen onmiddellijk uit elkaar vielen, zodat een ontrouwe echtgenote onmiddellijk tegen de lamp liep. - Midden Europa In dit continent waren er verschijningsvormen met bijvoorbeeld Robijnen in de ring; een rode steen waarbij de kleur stond voor de kleur van het hart, of met Saffieren; een blauwe kleur hetgeen symbool stond voor de hemel. - Ierland Een traditionele Ierse liefdesring is den Claddagh-ring. Hierin worden drie symbolen verenigd in het beeld van een gekroonde hart en twee handen, die het hart vasthouden. Het hart staat voor liefde, de handen voor vriendschap en de kroon voor loyaliteit. Aan de manier van het dragen van de ring kun je zien of de drager alleenstaand, verliefd, verloofd of getrouwd is. Aan de rechter hand met de punt van het hart van je af betekent vrijgezel, met de punt naar je toe betekent verliefdheid. Dezelfde richting op je linker hand betekent dat je gelukkig getrouwd bent, dezelfde hand maar de punt van het hartje van je af geeft aan dat je verloofd ben.
- Rusland De Russische trouwringen bestaan traditioneel uit drie in elkaar gedraaide ringen van multicolor goud: geelgoud, witgoud en rosé-goud. - Frankrijk
In tegenstelling tot de in elkaar gedraaid kleuren werden in de Frans sprekende landen de drie kleuren in samengevlochten als symbool van de heilige Drie-eenheid: Geloof, Hoop en Liefde. - India Uit West-Bengalen krijgen de vrouwen een in goud verpakte loha (armband of enkelband van ijzer) geschonken en in andere delen van India wordt een bichiya (teenring) gedragen, dit vaak in combinatie met een trouwring om de vinger. - Indianen De trouwringen van Amerikaanse Indianen, behorende bij de met een hoog spiritueel gehalte kenmerkende huwelijksceremonie, zijn anders dan de trouwringen van de Westerse wereld. Ze zijn vaak gemaakt van zilver in combinatie met halfedelstenen zoals turkoois, git of malachiet, of van andere natuurlijke materialen zoals bij voorbeeld bloedkoraal, parelmoer of andere schelpen. Deze materialen en de symbolen die verwerkt zijn in hun trouwringen geven aan dat ze sterk verbonden zijn met hun eigen cultuur en weerspiegelen ook hun animistische kijk op de wereld. Ringceremonie vanaf het hof maken tot het huwelijk Ieder land heeft zijn eigen tradities rondom en voor het trouwen. In Hongarije was bijvoorbeeld de de zogenaamde verlovingsdoek (dit was een zelf geborduurde witte zakdoek) heel gebruikelijk. In de 18 eeuw is deze traditie langzaam maar zeker vervangen door het schenken van sieraden als symbool van de liefde. ste In de 20 eeuw werden de verschillende liefdesgeschenken eenduidig vervangen door ringen, de cirkel van de eeuwige liefde. Voornamelijk waren ze van zilver gemaakt en het kroon erop was een hart vorm of drie stenen, midden in een grote. Het was in deze tijd heel normaal dat een meisje van meerdere vereerders een ring ontving als betuiging van hun liefde en deze ringen werden ook tegelijk gedragen. Uiteindelijk kreeg het meisje van de meest serieuze huwelijkskandidaat een gouden ring en ze werd dus zo verloofd. De trouwring was destijds daar uitsluitend bedoeld als een ceremonieel onderdeel in een Christelijk huwelijk. Met de tijd werd de betekenis van een trouwring zo groot dat het steeds meer een rol ging spelen tijdens de verloving. de ste Tijdens de overgang van de 19 naar de 20 eeuw was het gebruikelijk dat een verliefde jongen een ring aan het meisje gaf als teken van zijn liefde en het meisje gaf als beantwoording een verlovingsdoek aan hem. Later hebben zij samen of de bruidegom zelf voor hun beiden een ring gekocht. Het kwam ook voor dat verloofde man geen ring kreeg in tegenstelling tot het meisje die twee ringen droeg. Een verlovingsring, een gladde gouden ring en een versieringsring of anders genoemd een begeleidingsring met (edel)ste(e)n(en). De laatste, tot ontplooiing gekomen versie die vandaag ook wereldwijd gebruikt wordt is dat er drie ringen gekocht worden: de man koopt een verlovingsring voor de bruid met een diamant van allerlei mogelijke afmetingen, en later voor de huwelijkse ceremonie gaan ze gezamenlijk de trouwringen uitkiezen en kopen. Trouwringen worden vaak gegraveerd, om op die manier deze onvergetelijk datum voor altijd in de trouwring vast te zetten. Bisschopsring Ik wil graag een paar worden vermelden over de bisschopsringen onder het onderwerp relatieringen. In de katholieke kerk wordt aan de bisschoppen, kardinalen, de paus, abten en abdissen een bisschopsring geschonken bij hun inwijding als symbool van trouw aan de kerk en aan de hen toevertrouwde gemeenschap van gelovigen. De meest bijzondere bisschopsring die door de paus wordt gedragen, is de Vissersring. De ring wordt vissersring genoemd omdat toen Jezus Petrus opriep om hem te volgen deze visser was. Voor een uitgebreide beschrijving van de vissersring verwijs ik u graag naar hoofdstuk 3: De betekenis van sieraden binnen de religie. Beschrijving van een bekend sieraad die bijzonder, kenmerkend is voor het onderwerp Ter afsluiting van dit onderwerp wil ik graag nog gewag maken van het ons velen bekende Koninklijke sieraad, de verlovingsring van onze toekomstige koningin Prinses Maxima. Prins Willem-Alexander en Maxima, die elkaar min of meer bij toeval hebben leren kennen tijdens een bal na een plechtigheid in Sevilla, is ongetwijfeld het meest besproken koppel in de Nederlandse media. Bijna 2 jaar later/ na de ontmoeting werd Maxima op de vijver van Huis ten Bosch ten huwelijk gevraagd. Op 30 maart 2001 verloofden kroonprins Willem-Alexander en Maxima Zorreguieta zich elkaar. De bekende verlovingsring die de prins zijn aanstaande cadeau gaf, is een platina ring bezet met een ovaal geslepen oranje diamant, aan weerszijden bezet met emerald geslepen diamanten. Deze was ingesloten tussen twee banden die bezet zijn met diamanten. Deze laatsten zijn briljant geslepen. Deze unieke ring is samen met een juwelier door Willem-Alexander ontworpen. Hun trouwring is ook handgemaakt, deze van witgoud. De ring is halfrond en 2,5 millimeter breed. Maxima draagt haar verlovingsring nog steeds elke dag, met erboven haast onopvallend haar trouwring.
Vermeldenswaardig naast haar bijzondere verlovingsring is een prachtige ringenset van Maxima. De set bestaat uit drie stenen op drie ringen met diamanten. De stenen zijn in de kleuren oranje, groen en paars. Volgens het verhaal staan deze stenen voor haar drie dochters Amalia, Alexia en Ariane. Jammer genoeg draagt Maxima de set niet heel vaak, de set is echt waard om gezien te worden. Eigen visie en betekenis Graag wil ik mijn verhaal afsluiten met mijn openingszin, dat ondanks de verschillen de trouwring één van de meest universele symbolen ter wereld is welke religie en culturen waar dan ook ter wereld overstijgt. Ik draag zelf ook een trouwring als symbool van de liefde. Deze ring heeft eerst gefunctioneerd als verlovingsring, met de genodigde gravering als naam en verlovingsdatum. Later voor het trouwen hebben we ook de trouwdatum in de ring laten graveren. Persoonlijk vind ik de traditionele trouwring het mooist, een gladde halfronde gouden ring, toch hebben we voor een moderne versie hiervan gekozen. Namelijk witgoud omringd met een geelgoud band. Mijn trouwring is gezet met een kleine diamant. Volgens de Hongaarse traditie kreeg ik ook een begeleidingsring na het trouwen er bij.
Ondanks dat de trouwringen als symbool van de liefde gedragen worden, is het raadzaam om ons zelf in de gaten te houden zodat we onbewust elkaar niet als “eigendom” gaan beschouwen, zoals de Romeinen vroeger dat deden. Want hoe vaak hebben we al niet gehoord, dat mensen na jaren lang gelukkige relatie besloten hebben te trouwen en binnen enkele maanden gescheiden waren. Zorg ervoor dat het vuur van het liefde blijft branden en laat het niet omslaan in jaloezie. Laat deze ringen echt een symbool van de eeuwige liefde zijn, zodat elke blik ernaar ons aan de liefde herinnert die ons ooit heeft samengebracht. Bronnen - Diverse Hongaarse internetsites - www.unieketrouwringen.nl - Online encyclopedie Wikipedia http://www.wikipedia.nl - www.giftpoint.nl
Hoofdstuk 6 De betekenis van sieraden als betaalmiddel - en vice versa (door Imke Claassens) definiëring/afbakening onderwerp Sieraden als betaalmiddel, het klinkt als een logische zin maar het tegendeel is echter waard. Er zijn in de geschiedenis weinig bronnen te vinden waar men echt sieraden enkel als betaalmiddel gebruikt. Wel zijn er veel bronnen waarin met spreekt over ruilhandel maar hierbij gaat het vaak over onderdelen van sieraden zoals schelpen en kralen. Ook zijn er in de wereld veel volkeren waar een groot deel van hun bezit om hun lijf hangt. Over deze onderwerpen zal u in dit stuk meer lezen, daarnaast ga ik ook nog in op betaalmiddelen als sieraad. Ontstaansgeschiedenis Als we de geschiedenis van het geld bekijken stuiten we al gauw op het gegeven dat de Latijnse naam voor de kaurischelp “monetaria moneta” is. Van deze naam komt het woord moneta en dat is het Italiaanse woord voor geld. In Engelstalige landen zeggen ze “money” en in Frankrijk “monnaie”. Ook in het Nederlands komt dit terug in een van onze woorden, en wel bij het woord “portemonnee” wat gelddrager betekend. Kaurischelpen zijn te vinden in de Indische oceaan, duizenden jaren zijn deze Kauri’s als betaalmiddel gebruikt in Azië en Afrika. Het voordeel van de kauri’s was dat ze allemaal even groot zijn maar het nadeel was dat wie dicht bij de oceaan leefde altijd veel schelpen had. Daar hadden ze dus minder waard dan in de binnenlanden. Hierbij werd vooral gebruik gemaakt van ruilhandel.
Kaurischelp Maar in Afrika werden ook andere middelen gebruikt als betaalmiddel, namelijk: kralen. Als ver voor onze jaartelling gebruikten handelaren kralen als betaalmiddel. Deze kralen waren gemaakt van natuurlijk materiaal, zoals de Kaurischelp. Rond het jaar 1000 werden ook half-edelsteen-kralen gebruikt uit het Middellandse Zee gebied. En rond 1000-1450 werden er ook kralen gebruikt uit India en het MiddenOosten. Rond 1600 gebruiken ze Venetiaanse kralen. In de Gouden eeuw was er erg veel handel tussen Europeanen en Afrikanen en hierbij werd veel gebruik gemaakt van deze geliefde kralen. Dit kwam de WestIndische Compagnie, die voer op West-Afrika, Brazilië en het Caribische gebied, erg goed uit. De W.I.C voer in grote schepen naar West-Afrika, maar eerst kochten ze in Amsterdam en Venetië goedkoop kralen in. Deze werden gebruikt als ballast maar ook als betaalmiddel. De West-Afrikaanse dorpshoofden waren dol op al deze kralen en de kralen werden dan ook steeds mooier. Later werden deze zelfs op bestelling gemaakt. De Europeanen kochten zaken zoals palmolie, ivoor, goud van de West-afrikanen. Het geldsysteem kenden men toen nog niet in Afrika en de kralen hingen altijd als een vorm van statussymbool om de nek van de bevolking. Zo kon men aan deze kralen aflezen wat mensen deden, van welke stam ze waren, hoe oud ze waren en of ze getrouwd waren. Zelfs de kleur stond voor een bepaalde betekenis, geel stond voor rijk en roze voor armoede. Als een meisje een ketting droeg met witte kralen wilde dit iets zeggen over de geboorte, het huwelijk of het sterven. Maar ook hierbij wordt weinig duidelijk als het gebruik van sieraden als betaalmiddel, in West-Afrika werden vooral de betaalmiddelen een sieraad en niet de sieraad het betaalmiddel. Mesopotamië Wel is er in meer bekend over sieraden als betaalmidden in Mesopotamië. Mesopotamië is het gebied tussen de rivieren de Tigris en de Eufraat. Het gebied Mesopotamië ligt grotendeels binnen de grenzen van het huidige Irak, maar omvat ook een deel van het huidige Syrië en Iran. In het boek; De vrouwen van Babylon van Marten Stol vond ik hier meer over.
De sieraden van de vrouwen in Mesopotamië worden in oude teksten beschreven als “de juwelen en ringen waarmee godinnen of vrouwen behangen zijn” Door deze sieraden werd rijkdom en overvloed ten toon gespreid, maar ook schoonheid en aantrekkelijkheid. Ook waren er stenen die bijvoorbeeld bijdroegen aan de vruchtbaarheid van de vrouw. Sieraden kreeg een vrouw mee als ze trouwde.
Uit teksten kunnen we opmaken dat deze sieraden bestonden uit; zilveren ringen voor haar handen en haar voeten, deze ringen hadden in totaal het gewicht van twintig of dertig sikkel zilver (een sikkel weegt acht gram). Daarnaast kreeg ze twee sikkel goud in haar oren. En grote knevelpinnen voor haar kleding van 10 sikkel. Een andere tekst beschrijft: In kostbare giften aan vrouwen vinden we opsommingen van sieraden als deze “60 sikkel: ringen van zilver, 5 sikkel: Van haar oren, 1 sikkel: Zegelring van zilver. Of: 6 sikkel goud: Van haar oren, 1 sikkel goud: voor haar hals, 2 handringen van zilver: 4 sikkel, 4 zegelringen van zilver: 4 sikkel. Ringen voor de handen of voeten wegen meestal 5 sikkel zilver per stuk. Men neemt aan dat dit een vaste waarde kan zijn geweest en dat deze ringen aldus als een vast betaalmiddel gefungeerd hebben.
De godin van de nacht: Ishtar, ze draagt ringen om haar armen. Er is een theorie van M.A. Powell dat hij deze spiraalvormige ringen heeft teruggevonden in musea. Hij denkt dat deze ringen konden worden afgesproken, zodat betaling “op maat” mogelijk was. Deze ringen bleven een betaalmiddel tot in de Perzische tijd (538 v.Chr. tot 331 v.Chr.). Er zijn aanwijzingen dat incidenteel ook anderen sieraden als betaalmiddel gebruikt worden: De zegelring. Zilveren ringen van vijf sikkel leken standaard te zijn, maar die van tien sikkel komen ook regelmatig voor de hand heet “eenmaal groot”. Opvallens is dat vrouwen bij bijzondere gelegenheden enkele malen “twee handringen” meekregen. Hogere gewichten zijn ook genoemd maar dan gaat het meestal om het totaal gewicht, dat vaak gedragen werd door religieuze vrouwen. Wanneer zij een gift van hun vader of iemand anders ontvingen waren dit hoge gewichten, hierbij werd vaak 1 mime (60 sikkel), dertig sikkel, tien sikkel, dit werd omschreven als “haar ringzilver” Deze vrouwen uit het klooster betaalden vaak met “haar zilveren ring”. In de derde dynastie van Ur (2112 v. Chr - 2004 v Chr), een van de belangrijkste plaatsen van in Mesopotamië, zijn bronnen gevonden wanneer de vrouwen deze ringen ontvingen, dit werd gegeven aan voorname vrouwen en mannen die op reis zijn, men kon ze dus als begroetingsgeschenk beschouwen. Ook word er bij huwelijksgeschenken vaak gesproken over twee ringen, met een gewicht van twintig sikkel of een paar ringen. Ook oorhangers zijn terug gevonden in verschillende teksten. Deze oorhangers komen wel nooit terug als iets wat bij de trouwuitzet hoort. Deze oorringen komen vaak voor in het zelfde gewicht. Er zijn oorbellen gevonden met een gouden poppetje eraan, deze poppetjes waren de beschermengel (Lamassu, half man/ half gevleugelde stier of leeuw). Deze hangers kwamen voor in het gewicht van twee sikkel. Ook zijn er
oorringen voor mannen gevonden met een standaard gewicht die dienden als betaalmiddel.
Verschijningsvormen in verschillende culturen/landen Bij verschillende nomadische volken worden de sieraden niet als betaalmiddel gebruikt maar wel als bezit en meestal bij hun gedragen. Hieronder worden enkele van deze volkeren uitgelicht. Jemen De sieraden bij Jemenitische vrouwen geven aan wat voor plaats deze vrouwen in de samenleving innemen, de stam of dorp en of zij gehuwd zijn. Ze zijn niet alleen bedoeld om haar mooi te maken, maar ook om hen te beschermen. Het zilver is een soort belegging, het was eigendom van de vrouwen en werd pas door hen verkocht als hun dochters trouwden, als ze scheidden of hun gezin door rampspoed werd getroffen. Bedoeïenen bezaten het meeste zilver, omdat zij een zwervend bestaan leidden, hierbij waren dieren en zilveren sieraden de uitgelezen mogelijkheid om familiekapitaal op te slaan. In deze tijd (1880-1980) waren er nog een betrouwbare banken, en ook konden de mensen hun geld niet gebruiken als investering in grond omdat de grond eigendom was van sjeiks. Bij een huwelijk betaalde de familie van de bruidegom aan de familie van de bruid de kostprijs van het feest, de shart (uiteenlopende uitgaven) en de mahr, die voor de bruid zelf was bestemd. De omvang van de shart hing af van de band die tussen beide families bestond. Zodra men het eens was over het bedrag van de mahr, ging de familie van de bruidegom naar de zilversmid. Meestal overhandigde deze dan een zak zilveren munten ter waarde van dat bedrag, met de vraag hier sieraden van de maken. De zilversmid kon ontwerpen tonen die typisch waren voor de stam of streek. Gouden driehoek, Zuid – China/ Oost-Tibet Nergens is er zo’n grote verscheidenheid aan kleding en sieraden te zien als in de gouden driehoek. De bevolking van deze regio is zeer divers. De sieraden hebben een decoratieve functie maar kunnen ook een praktische functie hebben: sierlijk gevormde knopen, spelden, kettingen en haken, ceintuurs, gordels en ruggewichten houden de kleding op zijn plaats. Chatelaines aan de gordels bevatten praktische voorwerpen als neuspeuteraars, oorlepeltjes en pincetten. Aan de Tibetaanse gordelsieraden kunnen de fraai bewerkte melkhaak en beurs worden bevestigd. De sieraden van een vrouw vertegenwoordigen haar kapitaal. Ze worden meegegeven als bruidsschat wanneer ze het ouderlijk huis verlaat om te trouwen. De sieraden, van generatie op generatie overgeleverd of speciaal voor de gelegenheid vervaardigd, bieden haar een bepaalde onafhankelijkheid. In Tibet krijgt de bruid, aangekomen in het huis van de bruidegom, nieuwe sieraden en kostuums. In Noordoost-Tibet draagt de vrouw op de rug een willen vervilte dok waarop ronde zilveren gefigureerde knopvormige platen, stukken turkoois, amber en kralen zijn genaaid. In tijden van economische crisis kan zij deze stukken verkopen.
Marokko Bij het sluiten van een huwelijksovereenkomst aar islamitisch recht is de man verplicht om zijn echtgenote een huwelijksgift of bruidsprijs, mahr of sadaq, te geven. Afhankelijk van lokale gebruiken en sociale achtergronden kan deze gave uiteenlopende vormen aannemen. In aanzienlijke families kan het daarbij om een stuk grond of een huis gaan. Bij arme mensen gaat het om een bescheiden som geld. In veel gevallen maken sieraden deel uit van de bruidsprijs. Zo is het thans onder Marokkaan in Nederland gebruikelijk dat de man zijn aanstaande enkele duizenden euro’s (minimaal twee- tot drieduizend) geeft, waarvan zij een paar oorhangers, een ring en een gouden gordel kan kopen. Volgens modernistische denkers dienen moslims niet te overdrijven bij huwelijken: de bruidsprijs is slechts een teken van genegenheid van de man voor zijn bruid.
Betaalmiddelen als sieraad Naast het sieraad als betaalmiddel is er natuurlijk ook het betaalmiddel als sieraad. In 1866 werd er in Friesland een goudschat opgegraven. In Westergo, een terp ten noordoosten van Wieuwerd werd een pot aangetroffen met daarin 37 gouden sieraden. Deze sieraden zijn rond 630 begraven. Sommige van deze sieraden waren al vanaf het begin als sieraad bedoeld anderen zijn in de loop der tijd tot sieraad geworden, zoals munten die tot hangertjes verwerkt zijn. Deze munten werden blijkbaar niet meer als betaalmiddel benut, maar werden gebruikt om rijkdom van de eigenaar de tonen.
Met goud en kostbaarheden kon men in de vroege Middeleeuwen macht, trouw en vriendschappen onderhouden. Deze schat behoorde waarschijnlijk ook toe aan een Friese leider, goud en andere kostbaarheden waren in de vroege middeleeuwen immers direct gekoppeld aan macht. Naast andere sieraden kwamen er verder drie bracteaten te voorschijn. Bracteaten zijn eenzijdig geslagen muntplaatjes. de de Op twee exemplaren is een menselijk gezicht afgebeeld en op de derde een slangenmotief. De 6 en 7 eeuwse tot hangertjes verwerkte munten zijn afkomstig uit uiteenlopende plaatsen. Er bevinden zich munten bij die geslagen zijn in Constantinopel, Ravenna, Viviers, Arles, Marseille, Sevilla, Maastricht. e
Maar ook in de 20 eeuw werden er nog steeds sieraden gedragen die gemaakt zijn van munten. In de tweede wereldoorlog zijn er veel oorlogssieraden gemaakt. Na de annexatie van de voorraden goed en diamant probeerden de Duitsers in 1941 ook het Nederlandse muntgeld in beslag te namen, maar de Nederlanders hielden vooral hun zilveren munten achter om deze te laten verwerken tot sieraden op lepels. Muntsieraden met de beeltenis van Wilhelmina werden gedragen als blijk van stil verzet. Na de geboorte van Prinses Margriet van Canada in 1943 werden in Tegelen zelfs speciale keramische sieraden gemaakt in de vorm van margrietjes. Voor 1940 kende het Nederlands koningshuis een aantal belangrijke evenementen, zoals de geboorte van prinses Juliana in 1909, haar huwelijk in 1937 met Bernhard, en de geboorte van Beatrix in 1938. Deze gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld in gebruikskeramiek zoals bordjes en bekers vereeuwigd, maar niet in nieuwe munten. De ongekend grote belangstelling voor muntsieraden gedurende de oorlogsjaren is een verhaald apart. Op 10 mei 1940 vielen de Duitse troepen Nederland binnen en in een paar dagen, zeker na het bombardement, was de grootste strijd verloren. De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking reageerde in eerste instantie afwachtend op de Duitse bezetting: geheel volgens de aard van het land werd in contacten met de bezetter gestreefd naar het bereiken van nationale doelen. Na de capitulatie duurde het even voordat er van enig verzet sprake was, maar de eerste de beste gelegenheid, de verjaardag van Prins Bernhard, werd aangegrepen voor een algemene anjermanifestatie in de grote steden. Naarmate de bezetter harder optrad groeide het verzet. Een van de eerste maatregelen van de bezetter was de oprichting van het deviezeninstituut te Amsterdam en het rijksbureau voor non-ferrometalen te ’s Gravenhage. Het kreeg de zeggenschap over de handel in: Edelmetaalertsen, baren, halffabricaten, voorwerpen van edelmetaal en munten. Bezettingsmunten werden vanaf 1941 geslagen. Juweliers mochten alleen opdrachten van particulieren aannemen tegen inlevering van de gelijke hoeveelheid goud of zilver. In april 1941 werd er foor de bezetter officieel beslag gelegd op het muntgeld. Dit bleek het begin van de verzetssieraden. Mensen droegen deze sieraden om hun trouw aan oranje te laten zien. De populariteit van muntsieraden was groot, hierdoor kwamen de bezetters met de boodschap: Geen Koninklijke portretten meer. Maar dit verbod had weinig effect. Zeker niet toen de bezetters de bevolking op droeg om al hun gouden, zilveren, nikkelen en brozen munten in te leveren. Sieraden waren hiervan vrijgesteld. Door munten te verwerken als sieraad, werden verschillende regels omzeild. Als blijk van stil verzet mag de betekenis van deze sieraden niet onderschat worden. Het was een daad die gesteld werd en die met name jongeren voorbereide op verder verzet, zoals ondergronds activiteiten. Menig knutselaar heeft zich gewaagd aan de muntsieraden, ook professionele edelsmeden hebben muntsieraden gemaakt, gezien al het vakwerk wat er tussen zit.
Bronnen Boeken: De kracht van zilver Etnische sieraden uit de collectie Smith – Hutschenruyter Isbn: 9789061539650 Het Nederlandse sieraad in de 20 Marjan Unger
ste
eeuw
Websites - http://issuu.com/uitgeverijkok/docs/leesfragment_vrouwen_van_b Geraadpleegd op 4/01/2013 - http://www.afrikraal.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=16&Itemid=31 Geraadpleegd op 4/01/2013 - http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/archief/article/detail/2777548/2002/05/29/Sieraad-is-eencultuurfenomeen.dhtml?utm_source=scherm1&utm_medium=button&utm_campaign=Cookiecheck Geraadpleegd op 7/01/2013
- http://www.museumkennis.nl/lp.rmo/museumkennis/i000266.html Geraadpleegd op 7/01/2013 Afbeeldingen: www.wikipedia.nl
Hoofdstuk 7 De betekenis van de piercing als sieraad (door Audry Verhoeven en Margriet Vermeer – 21-01-2012) Wat is de betekenis van de Piercing?
Inleiding Bij het maken van dit werkstuk dat gaat over de betekenis van het sieraad, in dit geval de piercing, na de begripsomschrijving is de geschiedenis beschreven. Na de geschiedenis zijn de verschillende vormen van piercing uitgelicht. De reden van het zetten van een piercing in de Westerse wereld is in de loop der tijd veranderd, was het in de jaren 60 van de vorige eeuw voornamelijk om op te vallen, te choqueren of te rebelleren, na de jaren 90 worden piercings voornamelijk gezet omdat de drager ze mooi vindt. Begripsomschrijving. Het woord piercing komt van het Engelse werkwoord ‘to pierce’, dat o.a. de volgende betekenissen heeft: doorboren, gaatjes prikken, priemen. Het Nederlandse woordenboek geeft voor het verbasterde Nederlandse woord ‘piercen’ de betekenis: ‘het aanbrengen van voorwerpen door doorboring van de huid’. Wat is een piercing? Een piercing is een voorwerp, meestal van een edelmetaal, dat een deel van de huid of het kraakbeen doorboort. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld de oren, wenkbrauwen, neus, tong, de huid op vele plaatsen of delen van de genitaliën. De piercing is het enige sieraad dat is verbonden met het lichaam en dat als zodanig wordt gedragen. Voor piercings worden tegenwoordig o.a. de volgende voorwerpen gebruikt. Staafjes (edel)metaal, met aan weerszijde een (schroef) afsluiting. Staafjes met een versiering, bijvoorbeeld een (half)edelsteen. Ringen van verschillende afmetingen, van een edelmetaal, die na doorboring van de huid op verschillende wijze worden afgesloten. Ringen versiert met (half) edelstenen of ander materiaal of afbeeldingen.. Platte ringen of holle buisjes die in de huid of het kraakbeen worden aangebracht, bijvoorbeeld in de oorlellen. Bij (oude) natuurvolkeren werden soms ook vogelveren, opgerolde bladeren van bomen of voorwerpen van bot gebruikt als piercing. De geschiedenis van de piercing. De piercings door de tong oren en neus zijn geen moderne uitvindingen, de afgelopen decennia zijn ze een heus modebeeld geworden, maar ze bestaan al eeuwen lang. Koningen, krijgers, boeren en priesters hadden piercings. Bijvoorbeeld William Shakespeare (1564 - 1615) had een piercing in zijn oor. De lichaamskunst is rijk en gevarieerd, ze voert ons langs de tombes en de farao's tot aan de Amerikaanse hippies in de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Voor de jaren ‘70 was de piercing eigenlijk taboe in de westerse wereld. Rituele lichaamsveranderingen (piercings) werden gebruikt als een symbool voor rebellie en een teken van verwantschap . Bij andere culturen dan de Westerse cultuur stond dit o.a. voor: geloof moed en aanbidding. Het is nog onduidelijk/onbekend wanneer de mens de lichaamspiercing ging toepassen daar is nog weinig onderzoek naar gedaan. Zo zijn er vondsten uit de oudheid (bronstijd), zoals die van Otzi de ijsmummie, bij hem zijn piercings in zijn oren aangetroffen. Hij bevond zich in een gletsjer in de Alpen tussen Oostenrijk en Italië 3300 voor Christus. In de Soemerische stad Ur zijn oorringen gevonden van ca. 2500 voor Christus. In de graven op het Oekokplateau tussen China en Rusland zijn oorringen gevonden van ca. 300-400 voor Christus. Het Hindoeïsme kent ook piercings. De godin Laksmi zou neuspiercings hebben. Zij is de godin van de vruchtbaarheid, schoonheid en gratie. Bedoeïenen uit het Midden-Oosten droegen neuspiercings, zoals de Berbers en Beja in Afrika en ook sommige Aboriginalvolken uit Australië. Ook bij de Maya's, Azteken en Inca's waren piercings geliefd. Neuspiercings werd vooral gedragen in Bangladesh, Pakistan en India waar hindoeïstische vrouwen vaak een knopje in de neus dragen. Volgens de ayurvedische geneeskunde is dit een middel tegen menstruatiepijn en pijn bij de bevalling. Wat ook al eeuwenlang een lichaamsversiering is, zijn de tepelpiercing en andere genitale piercings. Ook de tong en lippen zijn erg populair. In de 19e eeuw zijn door ontdekkingsreizigers in Alaska bij de Tlingitvolkeren lippiercings aangetroffen en
men is er vrijwel zeker van dat ze voorkwamen in Papoea-Nieuw Guinea en in het Amazonegebied. Bij sommige cultuurvolkeren in Zuid-Amerika en Afrika is het rekken van lippen met pluggen en schotels nog steeds zeer populair. Het gebeurt bijvoorbeeld nog steeds bij de Mursivrouwen in Ethiopië ze hebben schotels in hun lip met een doorsnee tot 15 cm. In de kamasutra komt het voor dat mannen een penispiercing hebben als genotsverhogend middel. Ook vrouwen piercen hun clitoris voor die reden. Piercings in het westen Het was in het Westen heel gewoon en populair dat er in de 16e eeuw mannen oorringen droegen, dit gebeurde in alle lagen van de bevolking, bij zowel personen van adel als bij het gewone volk. Zo ook droeg William Shakespeare (1564 – 1615) een kleine oorring. De oorring bleef heel hip en werd later steeds meer een vrouwelijk sieraad. In de jaren 30 van de vorige eeuw kreeg de oorring concurrentie van de oorklip. De piercing verdween niet helemaal want er waren nog steeds mensen die zich lieten piercen. In de 20e eeuw lieten vooral rondreizende circusmensen en artiesten zich piercen zoals de bekende Horace Ridler, hij was een ex-soldaat in de Eerste Wereldoorlog en onderscheiden voor moed. Horace Ridler was een van de eerste variétéartiesten van de jaren 30 en 40 en stond bekend als The Great Omni geheel getatoeëerd hij had grote piercings en zijn tanden waren tot punten gevijld. Zo was er ook een vrouwelijke artiest Ethel Granger, met een taille omtrek van 33 cm, zij was de eerste vrouw die in het Guinnes Book of records kwam te staan. Zij had ook verschillende neus en oorpiercings. De naoorlogse piercing Na de Tweede Wereldoorlog waren het vooral de homoseksuele mannen die zich lieten piercen en rond 1960 werd de oorring weer populair bij vrouwen. Jaren later, in de jaren 60 van de vorige eeuw, kwam er een stortvloed aan culturele revoluties zoals de opkomst van rock 'n roll. Lichaamspiercing bleef niet achter, bij punkers, een stroming uit dit tijd, was dit vooral populair, het was een krachtige vorm van protest tegen de samenleving. Het was bij hen vaak ook de bedoeling om mensen te choqueren, zij deden dit bijvoorbeeld met het doorboren van de wang met een veiligheidsspeld. Het was in die tijd niet alleen de piercings die bedoeld waren om te choqueren. De piercing was er bijvoorbeeld in combinatie met muziek uit de jaren 70. De Sex Pistols en The Clash deden hun intrede. Soms werd er in deze tijd piercings gebruikt om mensen te choqueren of te protesteren tegen de gevestigde orde. In 1978 werd in Amerika de eerste piercingstudio, Gauntlet, geopend door Jim Ward. Elayne Angel die zelf verschillende piercings had uitgeprobeerd, kreeg van Jim Ward als eerste persoon het certificaat Meesterpiercer uitgereikt. Bodyart werd steeds populairder in die tijd bij bands en hun fans zo ook in muziekvideo's. Het fenomeen werd onder de aandacht gebracht door de MTV generatie in 1993. Vandaag de dag is het redelijk geaccepteerd als iemand een piercing heeft. Sommige werkgevers, vooral in de commerciële branches, hebben er soms moeite mee en vragen hun medewerkers hun piercings niet te dragen tijdens hun werk. Vroeger (eigenlijk al sinds eeuwen) hadden zeelui een voorliefde voor piercings. Volgens de oude Griekse mythe zou dat het doorboren van de oren het zicht verbeteren en dat zorgde ervoor dat veel zeelui oorringen gingen dragen. De piercings en tatoeages kreeg na de Tweede Wereldoorlog een impuls door de terugkomst van de zeelui uit de verre Pacific. Men was in aanraking gekomen met de inheemse lichaamskunst en piercingsrituelen en die werden door de zeelui overgenomen. De geschiedenis van de neuspiercing In de tweede helft van de jaren 80 van de vorige eeuw deed de neuspiercing zijn intrede in Nederland en had die vooral een rebelse uitstraling. Sinds de 2de helft van de 90-er jaren wordt een gaatje in de neus bij jonge vrouwen een breed gedragen modeobject en neemt vrijwel niemand er meer aanstoot aan. De neuspiercing is al bijna net zo populair als de oorpiercing en dat komt door de veelzijdigheid. De sieraden die door de neus worden gedragen hebben een lange en rijke geschiedenis. Het begon waarschijnlijk met de botten die door de neus werden gedragen door de Maya's, Inca's en andere stammen op Nieuw Guinea. De botten waren een teken van rijkdom en viriliteit (vruchtbaarheid). De neuspiercing is een onderdeel van de traditionele stammencultuur in o.a. Afrika en het Midden Oosten. De neusring als versiering komt al voor in de bijbel. Hoe groter het sieraad hoe welgestelder de drager was. Nog steeds is het neussieraad populair bij Nomadische stammen van Noord-Afrika en de bedoeïenen uit het Midden Oosten. In de 16de eeuw bereikte de neusring India, waar het door de rijken werd overgenomen. In India wordt het sieraad meestal in de linker neusvleugel aangebracht, omdat deze plek in de geneeskunst wordt geassocieerd met de vrouwelijke voortplantingsorganen. De piercing moet zorgen voor een voorspoedige bevalling en minder menstruatiepijn. Het doorboren van het neusschot en van de neusvleugels komt alleen voor in Irian Jaya, Papua NieuwGuinea en de Salomon Eilanden. Het aanbrengen van versieringen in de neusvleugels doet niet meer pijn dan in een oorlel, maar een gat maken in het neustussenschot is veel pijnlijker. Dit is een onderdeel van een initiatieritueel, dat een jongen tot man maakt. Een lange bamboestok met punt doorboort met krachtige stoot
het tussenschot, waar een stukje hout, bamboe of de pen van een vogelveer door wordt gestoken. Op latere leeftijd worden deze voorwerpen vervangen door neussieraden gemaakt van varkensbot of mensenbot.
De geschiedenis van de oorpiercing. De oorpiercing is misschien wel één van de oudste vormen, kijk om je heen en je ziet mensen met één of meerdere oorpiercings. Niemand kijkt er meer van op, het is heel gewoon geworden. De symboliek van de oorpiercing vinden we overal in de geschiedenis terug. Mummies die gevonden zijn met oorpiercings waarvan de oorlellen uitgerekt zijn. Deze zijn terug te vinden op standbeelden uit het oude Rome, Perzië en sommige Zuid Amerikaanse culturen. De oorpiercings worden ook in de Bijbel genoemd en kennen een lange traditie. In Afrikaanse culturen is het meestal zo dat ze een religieuze betekenis hebben. In India is het zo dat jonge hindoes tijdens speciale ceremonies gepierct worden.. De oorlel, zowel bij mannen als bij vrouwen, is altijd en overal de meest populaire plek geweest om te piercen. Zelfs de 5000 jaar oude Ötzi, die in 1991 in een Oostenrijkse gletsjer werd ontdekt, had ca. 10 mm wijde gaatjes in zijn oren. Oorpiercings zullen in eerste instantie om magische redenen zijn uitgevoerd. Het oor werd door veel volkeren gezien als de plek waar demonen het lichaam binnen konden komen. Boze geesten werden dan geweerd door bij de gehooringang permanente amuletten aan te brengen. Zeelieden geloofden met een oorring beter zicht te hebben, bovendien werd het goud van hun oorring ook als begrafenisverzekering gezien. Wanneer een zeeman dood werd gevonden, werd zijn oorring gebruikt om zijn begrafenis te betalen. Het doorboren van de oorlel gebeurt in landen waar de cultuur dat vraag, meestal op zeer jonge leeftijd als onderdeel van rituelen die de jongen of het meisje moeten leiden naar de volwassenheid. In de Westerse wereld kon men met de oorbel ook zijn of haar welstand uitdrukken. Vooral in de 16de en 17de eeuw was de oorbel onder welgestelde mannen populair. Nu is het oor het meest gepiercete lichaamsdeel, bij jong en oud en waar ook ter wereld. In Indonesië is het dragen van oorbellen de meest gebruikelijke manier van lichaamsversiering. Afhankelijk van de streek hebben niet alleen vrouwen maar ook mannen doorboorde oorlellen. Soms draagt men door een klein gat een dun ringetje, maar vaak zijn het grote, zware oorhangers waarvoor een behoorlijk gat in de oorlel nodig is. Om het gat op te rekken gebruikte men een opgerold palmblad, dat steeds dikker werd gemaakt tot de gewenste diameter was verkregen. Dan pas werden de versierde pluggen in het gat aangebracht of zware sieraden om de oorlel nog meer uit te rekken. Diverse Dayakstammen van Borneo hadden als schoonheidsideaal zeer lang uitgerekte oorlellen die tot het borstbeen reikten. Om dit te bereiken werden zware koperen ringen door de oorlel gehangen, waarvan het aantal en dus ook het gewicht in de loop der jaren toenam. Uiteraard moest men zeer voorzichtig te werk gaan omdat de oorlel snel kapot kan gaan. Uitgescheurde oorlellen was een van de ergste dingen die een Dayak kon overkomen. Dan kon hij niet meer via de sieraden zijn prestige laten gelden. Geschiedenis van de conchpiercing. De conchpiercing wordt gedragen door leden (yogi's) van de Goraknathisekte en wordt gezien als een belangrijk onderdeel van hun religieuze gebruiken. Sommige beweren zelfs dat deze piercing de yogi's magische krachten geeft. De rituele piercing wordt uitgevoerd door een goeroe, die een dubbelzijdig mes gebruikt. Er wordt bij deze piercing dus geen gaatje gemaakt, maar er wordt een (kleine) opening gesneden. Als de grote oorringen van de yogi stuk gaan, mag hij niet praten, eten of bidden voordat deze vervangen zijn. Het is onbekend waar deze vorm van piercing voor het eerst werd beoefend, maar hij toont aan dat bodymodification soms meer is dan alleen een modeverschijnsel. Sommige Gorakhnathis worden Kanphata genoemd. Deze naam verwijst naar de reusachtige oorringen die één van hun onderscheidingstekens zijn, en naar hun unieke gebruik het kraakbeen van hun oren te doorboren om de oorringen te kunnen bevestigen. Men gaat ervan uit dat de praktijk van het doorboren van de oren bij Gorakhnath begonnen was en dat de benaming Kanphata (lett.'splits-orig') een scheldwoord was dat door de Moslims voor deze Yogi's werd gebruikt. Tijdens de initiatieceremonie doorboort een speciale Guru de schelpen van beide oren met het tweezijdige Bhairavi mes. De gaten worden opgevuld met nim-houten stokjes en nadat de wonden zijn geheeld, worden de grote ringen (mudra's) ingebracht. Deze zijn een symbool van het geloof van de Yogi's. Sommigen verklaren dat tijdens het doorboren van het oor een nari (mystiek kanaal) in het kraakbeen wordt doorgesneden, waardoor de Yogi's ‘yogic power’ verwerven. De Yogi die de mudra draagt, wordt onsterfelijk. De geschiedenis van de mondpiercing. Op muurschilderingen en beeldhouwwerken van de Maya's zijn waarschijnlijk de oudste voorbeelden van tongpiercings te zien. De tongpiercing is een belangrijk onderdeel van de religieuze rituelen van de Maya's, het offeren van bloed voor de goden om deze gunstig te stemmen werd zodanig bewerkstelligd. Het doorboren van de lip met een ring komt bijvoorbeeld voor bij enkele stammen uit Mali en Ethiopië. Daar
zou de ring een onderdeel van een weefgetouw zijn dat verantwoordelijk is geweest voor het tot stand komen van de spraak. Alle andere lippiercings bestaan uit pluggen aan weerszijden van de lippen en op de boven- of beneden de onderlip. De labretpiercing, tegen de onderlip, was populair bij de mannelijke Azteken en Maya’s en was een teken van welstand. De pluggen boven de lip komen bijvoorbeeld nog voor bij Afrikaanse vrouwen en wijzen op hun gehuwde staat. Hoe groter het sieraad hoe groter hun schoonheid. Een plug in de onder lip kan betekenen dat zij nog ongehuwd zijn. Schotels in de lippen kunnen enorme afmetingen aannemen, vooral bij vrouwen in Afrika en mannelijke Indianen uit het Amazonegebied. Soms worden met lippiercings dieren geïmiteerd door het aanbrengen van ivoren stekels van walrustanden bij de Inuit van noordelijk Alaska en Canada, of de pennen van vogelveren bij Zuid-Amerikaanse indianen, vaak als onderdeel van een initiatierite, soms als teken van hun sociale status. Lipschotels en lippiercing. Het piercen van de lip is een heel oud gebruik in Zuid-Amerika, Afrika, India en het Midden Oosten. Zo kennen we bijvoorbeeld de lipschotel bij de Mursivrouwen deze word gedragen als teken van volwassenheid, huwelijksrijpheid of als onderdeel van een orale cultuur. Het wordt wel steeds minder gedaan maar het komt wel nog voor. De tong De meeste mensen zullen waarschijnlijk niet weten dat een tongpiercing bedoeld is om de Mayagod gunstig te stemmen, vaak wordt gedacht dat het een seksuele betekenis heeft. Het ligt aan de vorm van de tong of je er een kan laten zetten of niet in sommige gevallen kunnen er ook twee in gepiercd worden. Over het algemeen kunnen er alleen maar knopjes in gezet worden. Ringetjes zijn niet mogelijk in de tong. Bij het piercen van de tong wordt de tongspier doorboort en moet men goed rekening houden met de loop van de bloedvaten. De geschiedenis van de gezichtspiercing. Wangpiercing Deze wangpiercing speelt een belangrijke rol bij feestelijkheden over de hele wereld bijvoorbeeld in Phuket, Thailand. Het negen dagen durende Vegetarisch Festival waarbij gelovigen de Mah song geesten uitnodigen om hun lichaam te betreden en vervolgens in een soort trance raken. Ze beweren dan geen pijn te hebben als men zich in deze toestand bevindt en doorboren daarbij hun wangen met ongebruikelijke voorwerpen waaronder zwaarden en naalden. Dergelijke andere rituele komen ook voor in andere landen zoals India en China waarbij drietanden, boorijzers of metalen staven worden gebruikt. Tepelpiercing Zo zijn er heel wat mythen over de tepelpiercing. Volgens een van de verhalen is het zo dat de Romeinse soldaten een tepelpiercing zou hebben om hun mantels eraan te haken. En heel onprettig en pijnlijk idee maar er zou toch iets van waarheid in zitten. Zo waren er leden van de Amerikaanse Karankawastam die tatoeages en ook tepelpiercings hadden. De geschiedenis van de navelpiercing Een mythe rond de navelpiercing zou zijn dat ze ooit de navels van de Egyptische prinsessen sierden. Leden van het Egyptische koningshuis droegen misschien wel edelstenen in hun navel. Piercings in het algemeen. Er zijn heel veel verschillende piercings, maar er zijn ook piercings die risico's met zich meebrengen. Altijd goed om je van te voren te informeren bij de piercer of het wel kan wat je wil. Zo zijn er: – wenkbrauwpiercing – neuspiercing – oorpiercing – mondpiercing – gezichtspiercing – tepelpiercing – borst/rugpiercing – navelpiercing – oppervlaktepiercing – handpiercing – vrouwelijke en mannelijke genitale piercing Wenkbrauwpiercing
De wenkbrauwpiercing bestaat al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw tijdens de punkbeweging, het leek erop dat het op deze wijze op brute manier doorheen was gestoken. Technisch gezien is dit een oppervlakte piercing, maar het wordt er toch apart van gezien. Deze worden zowel horizontaal als verticaal geplaatst namelijk onder een hoek. Horizontale piercings zijn minder gangbaar, deze word gezet langs de boog van je wenkbrauw. Verticale piercings zitten meestal aan de buitenkant van de wenkbrauw. Deze piercing is niet voor iedereen geschikt je huid moet soepel zijn anders kan het zijn dat de piercing zich verplaatst. Een wenkbrauwpiercing kan opzwellen het is daarom ook belangrijk dat het staafje lang genoeg is. Je moet altijd voorzichtig zijn met brillen en helmen of andere voorwerpen die achter de piercing kunnen blijven haken. Neuspiercing Er zijn verschillende neuspiercings zoals neusvleugelpiercings. Deze piercing wordt meestal op de welving van de neus gezet. Per neusvleugel kun je meerdere piercings zetten. Een neuspiercing wordt meestal gezet voor jezelf en niet zozeer om te laten zien aan anderen. Een klein knopje dat heel subtiel is meestal omdat je het zelf heel mooi vindt. Ringetjes zijn heel erg populair deze worden meestal gezet vlak langs de huid aan het begin van de neus. Er zijn ook septumpiecings (het neustussenschot). Een van de septumpiercings is dat je sommige sieraden in de neus omhoog kan draaien. Oorpiercing De oorlel De oorlel is eigenlijk wel bij iedereen bekend zowel bij mannen als bij vrouwen. Deze piercing is zo gewoon geworden dat het niet meer opvalt. Een bepaalde betekenis heeft het al lang niet meer. De oorlel is flexibel en biedt genoeg ruimte om één of meerdere oorbellen door te schieten. Verschillende oorpiercings zijn: Helix-en scaphapiercings bevinden zich langs de rand van het oor. Zo zijn piercings langs het oor altijd een belangrijk onderdeel geweest van tribale tradities vooral in de streken in Afrika en Zuid Amerika. Zo worden ze gedragen door mannen als overgangsrite of het verkrijgen van status als krijger. De rookpiercing is een nieuwkomer deze wordt pas sinds de jaren 90 toegepast. Deze zou zijn uitgevonden door de Amerikaan Erik Dakota, deze piercing gaat door het bovenste naar binnen buigende gedeelte van de anti-helix. De daithpiercing (spreek uit dotfpiercing) bevindt zich in het kraakbeenrandje onder de rookpiercing. Er wordt beweerd dat daith is afgeleid van het Hebreeuwse daath of daat wat kennis of intelligentie betekent. Deze piercing zou zijn geïnspireerd door het Hindoestaanse gebruik om juwelen het lichaam tegen gevaar van buitenaf te beschermen. Deze piercing is lastig om te zetten. Zo is er ook de snugpiercing, deze bevindt zich in de anti helix (het kraakbeenrandje) Vaak word als sieraad een staafje gedragen, ringetjes worden meestal afgeraden. Deze piercing wordt vaak als lastig gezien en word ook vaak als pijnlijk ervaren. Tragus en anti traguspiercing De tragus piercing is veruit de meest populairste piercing en word ook veel gezet. De tragus is het stukje kraakbeen dat zich direct voor de gehooringang bevindt. Dit is het gedeelte van je oor dat je indrukt als je iets niet wil horen. Zo is er ook de anti tragus dit is het stukje tegenover de tragus het half ronde stukje maar dit is niet voor iedereen weggelegd. De piercer bepaald meestal of je geschikt bent voor deze piercing. Deze piercing is door de oorschelp omdat deze een groot gedeelte van het oor in beslag neemt wordt deze in de oorschelp gepiercet. Hoewel het oor relatief klein is kan er toch veel met het oor gedaan worden en blijft het voor de piercer dan ook altijd een uitdaging.
Mondpiercing. Tongwebpiercing Deze piercing wordt gezet onder de tong in het toompje en kan alleen maar gezet worden als dit groot genoeg is. Labretpiercing Labret is het Latijnse woord voor lip. De lippiercing bevindt zich in of rond de mond.
Medusapiercing Deze piercing bevindt zich boven de lip en onder de neus in de V. Zo is er nog de smileypiercing, frownpiercing, madonnapiercing, onderlip piercing, mandible piercing, uvulapiercing.
Gezichtspiercing. Teardrop Deze piercing wordt vaak vlak onder een oog op de wang gezet. Ooglidpiercing Deze piercing wordt gezet door het ooglid dat naar boven komt via de wimperrand, voordat deze wordt gezet eerst even na vragen bij de opticien. Het zijn dan ook voornamelijk vrouwen die deze zetten. Deze piercing komt niet zo vaak voor. Bridgepiercing De naam zegt het al bridge of te wel brug dit is het stuk tussen de ogen. Deze kan horizontaal of verticaal gezet worden. Wangpiercing Met deze piercing willen de mensen hun glimlach accentueren, de kuiltjes in de wangen benadrukken of er een mee creëren. Tepelpiercing De tepelpiercing spreekt voor zich en wordt gezet in de tepel.
Borst/rugpiercing. Borstpiercing Dit is een decolletépiercing en kan alleen worden gezet als de huid soepel is. Sleutelbeenpiercing Deze piercing gaat onder het sleutelbeen door en is aan twee zijden van het bot zichtbaar. Dit is een vrij moeilijke piercing omdat deze heel diep de huid doorgaat. Korsetpiercing Dit is een van de opvallendste piercings die veel aandacht vraagt. Hij loopt parallel uit twee rijen op de rug en word vastgezet met lint.
Navelpiercing. Standaard navelpiercing De standaard navelpiercing is niet voor iedereen geschikt, de navel moet aan de bovenkant een zacht en soepel randje hebben waar de piercing door heen kan. Inverse navelpiercing Dit is dezelfde piercing als de standaard piercing maar wordt alleen in de onderste helft van de navel gezet. Schuine navelpiercing Deze piercing wordt schuin gezet links of rechts naast het midden van de navel.
Oppervlaktepiercing. De oppervlakte piercing zijn piercings die vlak op de huid kunnen worden gezet. Ze vormen dan ook een aparte groep en worden niet met een lichaamsdeel geassocieerd. Ze kunnen heel erg opvallend zijn of juist onzichtbaar voor de buitenwereld. Pocketpiercing
Dit is niet zoals de meeste piercings in de huid maar deze ligt er eigenlijk op. Handpiercing Handwebpiercing Deze piercing heeft niets te maken met spiderman maar wordt zo genoemd omdat hij door de vliesjes gaat van de vingers. Op de hand, vinger, gebed of vingerring De handpiercing wordt meestal gezet op de hand meteen onder de huid. De vingerpiercing gaat door de vinger zelf en bevindt zich meestal bij het topje. De gebed piercing is een oppervlakte piercing en wordt gezet aan de buitenkant van de hand onder de pink, als de handen bij elkaar komen dan loopt de piercing in een mooie lijn. Deze piercing wordt meteen achter de knokkel gezet en is maar tijdelijk.
Vrouwelijke en mannelijke genitaliën piercing Mensen die genitale piercings dragen, dragen die meestal om een intenser seksleven te kunnen hebben, of om de aandacht te vestigen op bepaalde lichaamsdelen. Anderen kiezen voor deze piercings omdat ze vinden dat het er mooi uitziet of omdat ze geen zichtbare piercings kunnen dragen in verband hun werk. Onder tal van erotische piercings, die bij het liefdesspel het wederzijds genot kunnen verhogen, is het horizontaal doorboren van de eikel wel de meest heftige piercing. Deze is afkomstig van de gebieden rond de Indische Oceaan. Hoewel soms al tijdens de kindertijd aangebracht, maakt het zetten van deze piercing meestal deel uit van riten die tijdens de pubertijd worden uitgevoerd, gewoonlijk door een oudere vrouw. Men maakte gebruik van een metalen staafje, afgesloten met schijfjes, ook staafjes van been, ivoor of zelfs goud. Deze piercing was vooral populair onder de Dayaks op Borneo, die hiermee het zwelbotje in de penis van de neushoorn imiteerden. Een verticale doorboring van de eikel wordt onder meer beschreven in de Kama Sutra, het klassieke Hindoeïstische boek over liefde en sociale omgang. Piercings bij vrouwen werden vroeger toegepast in Afrika, India en Perzië, voornamelijk om de schaamlippen te verzegelen. Tegenwoordig worden de schaamlippen en clitoris gepiercet om seksuele redenen. Mijn visie op de piercing. Margriet: Ik heb niet zo’n weloverwogen mening over een piercing. Ik vind het altijd van moed getuigen als iemand zich op welke wijze dan ook laat piercen. Mijn ene dochter (Martine) heeft een oor-, tong- en navelpiercing gehad, in de 90er jaren van de vorige eeuw. Mijn andere dochter (Ester), die samen met mij, bij het piercen aanwezig was, ging van haar stokje toen ze zag hoe de piercing werd gezet bij haar zus. Zij had ook gepland om een piercing te laten zetten, maar heeft daar op dat moment vanaf gezien en is nooit verder gekomen dan een oorpiercing. Inmiddels zijn bij Martine de navel- en de tongpiercing verdwenen. Haar oorbellen zijn er nog steeds. Ik heb een oorpiercing en wil het daar graag bij laten. Audry: Bij het maken van dit werkstuk ben ik erachter gekomen dat ik heel af en toe van mijn stokje ging en zeker bij het onderwerp korsetpiercing. Het ziet er mooi uit maar zeker niet voor mij, ik heb grote bewondering voor mensen die een piercing hebben. Ik kijk er nu ook anders tegen aan en heb zeker geen afkeer van mensen met een piercing. Voor mij blijft iedereen gelijk het is immers een persoonlijke keuze....
Hoofdstuk 8 De betekenis van het sieraad voor verschillende niet westerse bevolkingsgroepen (door Lucienne Nass en Karin Preusting) 8.1 Inleiding 8.1.1 Inleiding op de betekenis van sieraden voor niet westerse bevolkingsgroepen Al sinds de oudheid zijn bevolkingsgroepen geboeid door sieraden en manieren om zichzelf mooi te maken. Er zijn sieraden teruggevonden in prehistorische graven, die aan overledenen werden meegegeven, om in het hiernamaals passend te verschijnen. Ook nu nog dragen mensen sieraden om uiteenlopende redenen. Of het nu gaat om traditionele creaties van primitieve stammen of vernuftig ontworpen westerse kunstwerken, sieraden zijn niet alleen bedoeld om mooier te maken, maar vertellen ook iets over de persoonlijkheid en smaak van de drager en hun plaats in de samenleving. We dragen bijvoorbeeld juwelen om een gunstige indruk te geven van ons imago, en in een competitieve samenleving onze kansen te vergroten. De behoefte aan het juiste sieraad is door de eeuwen hetzelfde gebleven, maar verschilt afhankelijk van zijn context. Wereldwijd bestaan er verschillen in statusbehoeften, schoonheidsidealen en kostbare materialen. Echter de beweegredenen zijn hetzelfde. Men wil uitkomen voor een gezindheid, een sociale rang bevestigen of verwerven. Man en vrouw willen indruk op elkaar maken of met een sieraad een partner voor zich winnen. De jager en krijger dragen bewijzen van hun moed om de hals of op hun uniform gespeld. De kampioen krijgt een gouden medaille. Door het dragen van een sieraad kan een mens aantrekkelijker worden als minnaar, huwelijkskandidaat of leider. Karin en ik willen ons binnen ons deel van de groepsopdracht richten op de betekenis van het sieraad in het leven van de mens in diverse niet-westerse culturen. Om ons onderwerp in praktische zin af te bakenen, hebben we een aantal niet westerse bevolkingsgroepen er uitgelicht waarbij sieraden een belangrijk onderdeel uitmaken van hun culturele erfgoed. Het beeld dat wij trachten weer te geven, zal zeker niet volledig zijn, maar een grove schets geven van de variëteit in aanbod. In onze huidige westerse samenleving is de belangstelling voor traditie en een diepere betekenis van cultuurgoederen -zoals het sieraad- tanende en dit gaat helaas vaak aan de brede massa voorbij. Juist die culturele betekenis van etnische sieraden binnen diverse bevolkingsgroepen heeft onze bijzondere interesse en hebben wij daarom geprobeerd eruit te lichten. Binnen de niet-westerse culturen bestaat een diversiteit in voorkomen, samenstelling en gebruikte materie voor sieraden. De vorm, kleuren, afmetingen, verhouding tot (afwezigheid van) kleding, plaats op het lichaam en gelegenheid waarop het wordt gedragen, geven het sieraad zijn waarde. Daarnaast speelt de symbolische waarde een zeer belangrijke rol. De omstandigheden waaronder een sieraad gedragen wordt, ofwel de context waarin het verschijnt, geeft een sieraad betekenis (statussymbool, gezag, een liefdesblijk, godsdienstuiting, (bij)geloof, etc.) Ook het niet dragen van sieraden kan een betekenis hebben. Bij volkeren zonder geschreven taal fungeren sieraden als communicatiemiddel omdat op enige afstand zichtbaar wordt wat de burgerlijke stand en rangorde van iemand is (= signaalwaarde van sieraden). 8.1.2 Ontstaansgeschiedenis en oorspronkelijke vorm en betekenis van sieraden Het sieraad is zo oud als de mensheid, maar misschien zelfs ouder. De eerste mensen zagen ook dat sieraden mooier maakten. Bewaarde gebruiksvoorwerpen uit de prehistorie laten de zin van decoratie zien. Sommigen zijn zo mooi gemaakt dat ze de gedachte dat ze alleen voor een diepere betekenis gemaakt zijn, ver overstijgen. Toch heeft de onderliggende waarde altijd een grote rol gespeeld. Volgens Darwin kunnen we stellen dat hogere diersoorten begonnen met het dragen van juwelen. Bijna alle mannetjes zijn indrukwekkender uitgedost dan de vrouwtjes (haartooi leeuw, gewei van hert, verentooi mannetjes pauw, bonte gezichtstooi mandril). Met deze natuurlijke decoraties geven dieren signalen af ten aanzien van macht en voortplantingslust. Nu nog worden bij veel inheemse volkeren meer tooisels door mannen dan door vrouwen gedragen. Het is aanvaardbaar om ervan uit te gaan dat sieraden dragen in oorsprong door mannen gebeurde als uiting van hun positie in de gemeenschap. Die positie en het voorrecht sieraden te dragen, moest wel gerechtvaardigd worden door daden. Een jager die met gevaar voor eigen leven een roofdier doodde, kon zijn overwicht tonen door tanden en klauwen van beer of leeuw om de hals te dragen. Bij enkele Indonesische volkeren in het Himalaya gebied stond de koppensneller in hoog aanzien. Diegene die veel hoofden -en dus veel levenskracht- van een naburig volk meenam na afloop van een expeditie, mocht tooisels dragen die voor anderen verboden zijn. Door dit privilege wierpen deze jagers en koppensnellers zich op tot leiders met macht. Binnen de harem wordt de hiërarchie duidelijk gemaakt via de sieraden die vrouwen van de machthebber krijgen.
De oorsprong van een sieraad ligt dus in de bevestiging van een positie die de drager aan anderen wil duidelijk maken. Bij volkeren die dicht bij de natuur staan kunnen sieraden niet los gezien worden van het geheel van hun levenswijze. Allerlei symbolische objecten, rituele handelingen en gebeurtenissen zijn ermee verweven. Wat wij sieraden noemen, zijn voor hen vaak veel meer beschermende (sacrale objecten die tegen het kwaad beschermen) of krachtschenkende objecten. Ze geloven in bijzondere krachten en dragen al eeuwenlang amuletten en talismans, die magische signalen uitsturen om het onheil te weren en het geluk aan te trekken. Ze behoeden de krijger niet alleen tegen verwondingen tijdens de jacht, maar geven ook bescherming bij gevechten met naburige dorpen. Sommige sieraden, bijvoorbeeld in Papoea Nieuw Guinea, zien er dan ook agressief uit en hebben de bedoeling de tegenstander af te schrikken. De spirituele wereld van veel etnische groepen is vaak zo complex dat hun gedachtenstramien voor westerlingen vaak moeilijk te bevatten is. Etnologen staan vaak voor onoplosbare raadsels. Volgens de Nigeriaanse schrijfster Buchi Emecheta heeft het plakken van westerse termen op Afrikaanse gebruiken geen zin omdat de culturele afstand te groot is. Bij veel etnische groepen bestaat er een geheimhoudingsplicht die het onderzoek naar spirituele waarden van sieraden bemoeilijkt. Sommige betekenissen worden angstvallig verzwegen omdat de openbaring ervan de magische kracht zou ontzenuwen. Daarnaast zijn er door invloeden van de kolonisering al vroeg mengvormen van sieraden ontstaan waardoor de oorspronkelijke vorm en betekenis moeilijk te achterhalen zijn. Verschil van mening bij onderzoekers over de symboolwaarde van sieraden heeft dus veel te maken met gebrekkig ingewonnen informatie van “inboorlingen“ die de oorspronkelijke betekenis ook niet meer goed weten, maar zich graag interessant maken of hopen op een beloning. Er bestaat een anekdote over een bewoner van een eiland in de Stille Oceaan die zei nooit alles aan een onderzoeker te vertellen maar altijd informatie achter te houden voor de volgende antropoloog ……………. Iedereen moet tenslotte leven! 8.2 Afrika 8.2.1 Ontstaansgeschiedenis Naast sieraden van natuurlijke materialen worden metalen sieraden gemaakt. Deze productie van metalen sieraden is honderden jaren oud en heeft een rijke variëteit aan stijlen en vormen opgeleverd, van helder gepolijst met zand tot onbewerkt eenvoudig gehouden. Maar ook van heel simpele fijndradige sieraden tot ingewikkelder goud gegoten juwelen (West Afrika). Het meest opvallende van Afrikaanse sieraden is het wijdverbreide, universele gebruik ervan. Er is bijna geen afrikaan die geen ketting, oorbellen, enkelbanden, armbanden of taille kralen draagt. Lichaamsornamenten en –decoraties zijn in ieder deel van het continent en onder alle sociale bevolkingsgroepen te vinden. De geschiedenis van het sieraad in Afrika gaat terug tot in de prehistorie. Het eerste bewijs van lichaamsversiering is een ovaalvormig bot (15.000 jaar oud) dat men in Redeyef (Tunesië) heeft gevonden. Binnen de beschrijving van de betekenis van sieraden in Afrika is een grove tweedeling gemaakt waarbij eerst ingegaan wordt op sieraden in Noord West Afrika en vervolgens op die in Zuid Afrika. Dit vanwege de duidelijke verschillen in verschijningsvormen. Het Noord Westelijke deel van Afrika wordt ook wel de Maghreb genoemd en bestaat uit Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Mauritanië. 8.2.2 Materialen en technieken in de Maghreb De Maghreb heeft een interessante traditie van sieraden maken die zich kenmerkt door diverse technieken, materialen en ontwerpen maar ondanks deze verschillen wel een uniforme stijl hebben binnen deze regio. Vooral onder de diverse Berberstammen, de niet Arabische nomadenstammen. De aanwezigheid van zilvermijnen In Taza en het Atlasgebergte heeft ertoe geleid dat er hoofdzakelijk zilver voor hun sieraden wordt gebruikt. Naast zilver worden ook andere natuurlijke materialen gebruikt zoals amber, bloedkoraal, schelpen, glaskralen leer en kruidnagels (voor de geur). Met name het gebruik van gele en bruine amber (lluban) is wijd verspreid. Vorm en functie van sieraden vertonen overeenkomsten -op details in ontwerp en decoratie na- die per lokale stam kunnen verschillen. De relatieve homogeniteit heeft te maken met de overheersing van de invloedrijke Grieks Romeinse, Byzantijnse en Arabische imperia. Ook werd de uniformiteit in sieradenstijl behouden door de rondtrekkende zilversmeden èn bedoeïenenvolkeren. Er werden twee verschillende technieken van metaalbewerking uitgevoerd. De ‘hete’ gietmethode (met gebruik van klei) en de koude smeedmethode (bewerking met hamers en beitels). Zilversmeden in Noord West Afrika bezitten nog steeds kleine werkplaatsen met eenvoudige basis gereedschappen. In een kleine ruimte die tevens dienst doet als winkel hangen sieraden overal aan de muren en aan touwen. Het is nog steeds gebruikelijk dat de smid op een kussen zit te werken, vlak bij een
vuurtje uit een gat in de grond dat hij met een handblaasbalg aanwakkert. Hier kan hij het zilver smelten en solderen, en het emaille verwarmen. Daarnaast gebruikt hij aambeeld, hamers, tangetjes, beitels en burijnen voor het fijnere werk. Voor filigrain gebruikt hij tangetjes en een trekplaat, voor het gietwerk klei. Het voordeel van dit beperkte gereedschap is dat zilversmeden vaak de nomadenvolken bezochten of met ze meereisden. Kunstenaars verbleven meestal op het platteland en waren daardoor in staat de oude technieken en decoratieve kunsten te behouden. Dit in tegenstelling tot de grote steden waar nieuwe mode en veranderde smaak het traditionele proces beïnvloedden. 8.2.2.1 De betekenis van het sieraad in de Maghreb Sieraden spelen in de Maghreb en de Arabische wereld een zeer belangrijke rol. Als jonge vrouwen trouwen, krijgen ze een hoeveelheid sieraden (als deel van de bruidsschat) die gedeeltelijk gekocht zijn door haar ouders (met geld van de bruidegom) en deels door de bruidegom zelf. Ook na het huwelijk blijft de bruid sieraden aanschaffen, omdat dit haar bezit is en zij hier mee kan doen wat ze wil. Dit is voor haar ook een manier van sparen (bijv. voor slechtere tijden: scheiding of weduwe). Er is zelfs een bekend gezegde (al hadayed li-waqt al shadayed) wat betekent: armbanden zijn gemaakt voor slechte tijden. Het dragen van juwelen heeft ook een beschermende functie, afhankelijk van gekozen materiaal, kleur vorm en type. Men onderscheidt dieren, bloemen, stilistische en geometrische motieven die specifieke krachten kunnen oproepen. Ook het gebruik van nummers in decoraties hebben eenzelfde soort betekenis. Amuletten hebben ook een grote symbolische waarde in de gehele islamitische wereld. Het zijn meestal cilindrische, vierkante of driehoekige doosjes met een geschreven inhoud: fragmenten van de koran, zegeningen of magische getallenreeks (matrix). Amuletten bieden bescherming tegen ‘het kwade oog’ dat voor gevaar staat en teven brengen zij zegeningen. De hand van Fatima is een veel voorkomend ornament in deze regio en stamt uit de tijd van de Feniciërs en de Romeinen. Khamsa (in het Arabisch= vijf) refereert aan de vijf pilaren van de islam: de uitoefening van het geloof, de vijf dagelijkse gebeden, het vasten tijdens de Ramadan, het geven van aalmoes, en de pelgrimstochten naar Mekka. De hand symboliseert de menselijke overgave aan Gods wil en -bescherming. Daarnaast hebben juwelen in deze streek ook een rituele functie die nauw verbonden is met de beschermende krachten. Een echtgenoot geeft zijn vrouw een gedecoreerde mantelspeld of gesp bij de geboorte van hun eerste zoon. Ringen, armbanden of enkelbanden worden vaak gegeven of ontvangen als teken van eeuwigheid of huwelijksband. De enkelband die een jongen krijgt bij zijn besnijdenis wordt om de voet van zijn bruid geplaatst tijdens haar hennafeest (ter voorbereiding op het huwelijk). Mannen dragen weinig sieraden in de Maghreb vanwege de islamitische cultuur. 8.2.3 Materialen en technieken in Zuid Afrika Volgens zeer oude tradities worden veel organische materialen gebruikt zoals botten, hoorn, haar, hout, plantenwortels en pitten. De Masai strijders dragen nog steeds een halsband gemaakt van stukken geitenmaagwand, opgesierd met daarin gedrukte -verse, nog plakkerige- zaden. Voor in het midden, is een geperforeerde schijf, die is gemaakt van de schaal van een krokodillen ei. Tegenwoordig dragen ze ook kettingen gemaakt van rubberen binnenband met daarin scherven van badkamertegels. De ontwikkeling van metaalbewerking voegde een nieuwe dimensie toe aan de diversiteit van lokaal gevonden of geïmporteerde materialen, en vergrootte de verscheidenheid aan Zuid Afrikaanse sieraden. In Oost en Zuid Afrika zijn veel sieraden van ijzer en koperdraad. Oude blikken en pannen worden tot bruikbaar aluminium omgesmolten. De meest gebruikte basistechnieken zijn hameren, draad trekken en gieten. De meest indrukwekkende sieraden van plaatmetaal kwamen uit het welvarende Fulani (Mali) waar vrouwen barnsteen kralen en onpraktische gouden oorringen droegen. De oorbellen waren prachtig gemaakt maar de waarde zat men name in het gewicht van het gebruikte goed. Door de droogte van de Sahel was de bevolking om te overleven genoodzaakt bijna alle gouden sieraden te verkopen aan westerse toeristen en verzamelaars. Sommige sieraden -meer dan honderden jaren oud- zijn hierdoor van het continent verdwenen. Er zijn nog wel veel goedkopere kopieën in omloop, gemaakt van goedkopere materialen. Anderzijds maakten de Afrikanen door kolonisatie en opkomende handel met Europa ook kennis met kleurrijke glaskralen en fijne metalen die zij voor hun sieraden gingen gebruiken. Door beide ontwikkelingen is een groot deel van de traditionele lichaamsversieringen uit Afrika verloren gegaan. Ondanks dit worden sieraden nog steeds op traditionele wijze geproduceerd, met gebruik van simpele technieken en eenvoudig gereedschap en natuurlijke- en lokale materialen. De kleuren van traditionele Afrikaanse sieraden kunnen ingetogen en subtiel zijn: crème witte schelp kralen, grijsbruine agaten, kralen van bruine en zwarte zaden, roodbruine Cornelia’s en hoog gepolijst ivoor dat door gebruik van rode palmolie en camwood poeder voor een roodbruine patineer-laag zorgt. Maar de liefde voor levendige kleuren is ook onderdeel van de Afrikaanse cultuur: de overvloed aan met zorg bewerkte gouden sieraden in combinatie met kleurrijke kleding hoort bij dit werelddeel. Het inventieve en ingenieuze gebruik van geïmporteerde moderne materialen, heeft de diversiteit in kleur en textuur in de
Afrikaanse sieraden doen toenemen en getuigt van de veerkrachtige vitaliteit van een oude, onderscheidende traditie.
8.2.3.1 De betekenis van het sieraad in Zuid Afrika De variëteit in symbolische juwelen is in Afrika snel afgenomen door zowel de bekering tot het christendom (=kerstening) als de islamisering. Hierdoor zijn veel sieraden vervangen door kruisjes en amuletten met koranverzen. De veranderde levensvormen hebben de privileges van bepaalde bevolkingsgroepen om bijzondere sieraden te dragen teniet gedaan. Ze zijn het voorrecht geworden van de nieuwe rijken, waardoor de feitelijke betekenis van de stukken verloren zijn gegaan. In het binnenland van Zuid West Afrika zijn er nog wel enkele volkeren die de invloeden van het Christendom en de Islam proberen te weren. Ze geloven dat sommige dieren in het woud bepaalde gecamoufleerde geesten zijn van voorouders die, via ouderlingen van het dorp, contact houden met de bewoners. Hierdoor worden veel dieren afgebeeld in hun juwelen, die dan een beschermende functie krijgen. 8.3 Oman en Jemen 8.3.1 Ontstaansgeschiedenis Er is weinig bekend over de geschiedenis van de zilverproductie in deze regio. Met uitzondering van de juwelencollectie van Princess Salme uit 1844 zijn er niet veel antieke/oudere sieraden overgebleven. Zilveren sieraden worden snel dof en zijn gemakkelijk om te smelten tot nieuwe kunststukken. Dit is in deze regio dan ook veel gedaan. Qua stijl en motieven bestaan er veel overeenkomsten tussen de Omanse sieraden en de sieraden uit Zanzibar, Iran, India en zuid China. Dit is te verklaren door de Omans kolonisatie en de langdurige handelsbetrekkingen met deze landen, maar ook door de technologische mogelijkheden van zilverbewerking die over landsgrenzen reikt . Juwelen uit deze streek onderscheidden zich door gebruik van heel puur zilver (gehalte > 80 %) en doordat er nauwelijks halfedelstenen werden gebruikt. Amber was erg populair, en in Jemen en Oman werd veel rood koraal gebruikt (en als goedkopere variant rode keramiek of glaskralen). Het bewerken van zilver was een vak dat vaak van vader op zoon werd overgedragen. In de kasteachtige e systemen in de 18 eeuw in Jemen, waren het vooral de joden die als zilversmid werkten. Toen in 1940 de Israëlische regering het grootste gedeelte van de Joden uit Jemen naar Israël overbrachten, had dit niet alleen effect op de productie van zilveren sieraden in Jemen, maar ook op het verlies van expertise van zeer ervaren vakmensen. Het grootste deel van deze joden moest in Israël ander werk gaan doen. Terwijl vroeger oud zilver werd omgesmolten om nieuwe sieraden te maken, wordt voor de hedendaagse sieraden, zilver in de vorm van staven uit China geïmporteerd. 8.3.2 Materialen en technieken Zilversmeden gebruikten verschillende technieken. Het zilver werd geprepareerd door het te smeden en hameren. Na verhitten en gloeien werd het plat gehamerd (en tegenwoordig ook gewalst) tot zilveren vellen. Ook werden van zilveren plaatjes draden getrokken. Voor complexere werkstukken zoals amuletten werd de methode van zandgieten gebruikt (vergelijkbaar met de Delftse gietmethode). Verder waren graveren, granuleren (aanbrengen van korrels) en filigrain heel populair om sieraden mee te versieren. Dit laatste is een manier van decoreren waarbij gedraaide strengen van zilverdraad op een zilveren basis worden gemaakt. Voor het granuleren werd houtskool gebruikt waarin minuscule gaatjes zilver werd gesmolten tot kleine zilveren balletjes die ofwel in een rij of piramide vorm (moerbei vorm) geplaatst werden. Tenslotte werd nog de niëllo techniek gebruikt om de ronde zilveren hanger aan een ketting te versieren. Hierbij wordt een ontwerp in het zilver gegraveerd dat daarna met een gesmolten zwarte legering wordt opgevuld. Het teveel wordt verwijderd waarna het zwarte patroon zichtbaar wordt. Volwassen vrouwen droegen zilveren halskettingen, arm-, ellenboog- en enkelbanden, neus- en oorringen, haardecoraties, en vinger- en teenringen. De arm-, elleboog- en enkelbanden, vinger- en teenringen worden altijd in paren gedragen. Bijvoorbeeld voor ieder vinger een andere ring, maar wel aan de linker en rechterduim, dezelfde. Toch zijn ringen, vooral op het platteland, minder belangrijk en worden niet meer altijd gedragen in tegenstelling tot de neus- en oorringen, armbanden en halskettingen. Tot aan 1950 waren in Oman hoofdzakelijk zilveren sieraden met uitzondering van een paar grote havenplaatsen (Muscat, Sur en Matrah) waar ook gouden juwelen werden gedragen door welvarende handelaren. Vanaf 1950 nam de welvaart toe in Oman en werden zilveren sieraden steeds vaker vervangen door gouden. Het begon met het gebruik van gouden blaadjes ter decoratie van zilveren items. De techniek van verguldsel van zilver werd steeds populairder. De volgende stap was dat zilversmeden kleinere items gingen maken van massief zilver, zoals oor- of neusringetjes. Eind jaren ’70 waren steeds meer Omanse vrouwen in staat gouden juwelen te kopen en beperkte de markt voor zilveren sieraden zich tot toeristen en expats. Door de enorme toename van de zilverprijs waren er veel vouwen die hun zilveren juwelen in een bulk verkochten aan buitenlandse handelaren die het omsmolten. Ter behoud van welvaart vond men goud
veiliger (waardevast) en bovendien was het lichter van gewicht. Eind jaren ’80 werd zilver beschouwd als ouderwets en gouden sieraden waren ruimschoots voorhanden. Het werd niet alleen meer door lokale artistieke zilversmeden gemaakt, maar werd het terrein van zakenmannen, voornamelijk Indiërs, die handelden in gouden sieraden in Indiase stijl, gemaakt in massaproductie. Tegenwoordig zijn er nog maar een klein aantal zilversmeden over die sieraden maken. 8.3.3 De betekenis van het sieraad Zilveren sieraden werden gekocht en verkocht per gewicht. Het werd niet simpelweg als lichaamsversiering gezien, maar als bron van economische zekerheid in zware tijden en ook als bewaarde welvaart. Men vond dit waardevaster dan bankbiljetten, bovendien met een zeer hoge liquiditeit gemakkelijk te vervoeren en te verkopen. Tegelijkertijd wordt het zilver ook als sieraad gedragen. In tegenstelling tot de vrouwen, droegen jongens (amulet of oorringen) en mannen (zilveren elleboog-armband of pinkring met steen), naast hun dolk, op zeer bescheiden schaal zilver. Naast de economische waarde wordt het dragen van zilver gezien als uitdrukking van status en welvaart van de familie van de vrouw en/of de echtgenoot, maar ook als teken van respect en genegenheid. Voor de vrouw is het haar bezit (grotendeels ontvangen bij huwelijk, maar ook uit giften, familiebezit, erfenis etc.). In Oman worden de bruidssieraden beschouwd als bezittingen van de vrouw, maar zij heeft toch maar een beperkte handelingsvrijheid. In het bijzonder als de vrouw aandringt op een scheiding, is zij verplicht de door haar man geschonken huwelijkssieraden terug te geven. Daarmee verliest zij al haar eigendom. Ook in deze regio draagt men amuletten ter bescherming en worden bij ziekten speciale Zar ceremonies gehouden om kwade geesten uit te drijven. Om deze kwade geesten te bezweren, worden vaak zilveren sieraden -voornamelijk riemen- onder de kleding gedragen om zo de geesten uit hun slachtoffer te laten verdwijnen. 8.4 India 8.4.1 Ontstaansgeschiedenis In het Midden Oosten zijn juwelen altijd van waarde geweest als aantrekkelijk persoonlijk bezit, als statussymbool, maar ook als financiële investering of belegging. De sieraden hebben in aanzienlijke e hoeveelheden de middeleeuwse islamitische periode tot aan de moderne tijd overleefd. In de 9 eeuw waren goud- en zilversmeden bedreven in het maken van modieuze, lichte, sierlijke vormen met ciseleerwerk en e edelstenen. Vanaf de 11 eeuw (van Tunesië tot aan Centraal Azië) zijn de door ciseleren gedecoreerde bladgouden hangers, de massief zilveren armbanden en amuletten, nu nog steeds lokaal te vinden. India heeft een onafgebroken traditie van meer dan 5000 jaar van het dragen van sieraden. Geen enkel ander land kan dit record overtreffen en vandaag de dag is het dragen van sieraden om verscheidene redenen van onverminderde vitaliteit. Vandaar de expliciete aandacht voor India binnen het werelddeel Azië. India heeft een diversiteit aan volkeren met een eigen onderscheidende sieradenstijl. Het verschijnsel van ‘jezelf opsieren’ bestond al in de oudheid hoewel weinig daarvan bewaard is gebleven door de traditie van cremeren in het oude India. Er zijn te weinig archeologische ontdekkingen gedaan om een volledig beeld te krijgen van de traditionele soorten Indiase sieraden. Wel is het belang van sieraden uit de oude Indiase literatuur en religieuze teksten (Sanskriet) gebleken. Als men de hedendaagse sieradensoorten vergelijkt met die van vroegere tijden, blijkt een aanzienlijk aantal verouderde prototypen nog steeds in gebruik. Dit behoud van traditionele juwelen is aan verschillende factoren toe te schrijven. Zeventig procent van de bevolking in India woont nog in dorpen op het platteland. De vrouwen zijn conservatief en willen traditionele ontwerpen van de volkskunst (en dus ook van sieraden) behouden. De provinciale zilversmid die de manier van leven van zijn clientèle door en door kent, houdt met zijn werk de traditie in stand. Tijdens het werk op het platteland dragen vrouwen hun zilveren sieraden als persoonlijk bezit bij zich; deze zijn dan ook licht en draagbaar gemaakt. De Indiase sieraden hadden diverse functies waaronder persoonlijke versiering, zowel bij mannen als vrouwen. Versieringen betroffen het hoofd met oor- en neusringen, de nek met allerlei kettingen, sjokers en hangers en tenslotte de armen, handen, enkels en voeten met armbanden, enkelbanden en ringen. Hieraan verwant zijn de kledingaccessoires: kronen, diademen, haarspelden, knopen, broches en riemen, etc. Zelfs de dolken bezet met edelstenen aan het Ottomaans Turkse hof werden als kledingaccessoire gezien (net zoals de met edelstenen versierde kokers met daarin relikwieën van de profeet Mohammed). 8.4.2 Materialen en technieken De gebruikte materialen en technieken van sieraden zijn een afspiegeling van de economische en sociale klassen (de kasten) binnen de Indiase samenleving. Ze zijn gerelateerd aan welvaart en rijkdom of aan sociale- en politieke macht. Het kostbare goud en zilver werd gedragen aan het hof en in welvarende kringen, hoewel mensen met beperkte middelen probeerden te sparen om te investeren in familiejuwelen. Wijdverbreid werd brons voor
sieraden gebruikt. De meest ontwikkelde technieken zoals graveren, ciseleren, granuleren en filigrain, werden op goud en zilver toegepast. Andere technieken zijn het inleggen van verschillende metalen en het gebruik van gekleurd emaille, zowel voor mozaïek als ook voor fijn geschilderde dessins. Daarnaast de techniek van het zetten van kostbare stenen in een metalen zetting, in het bijzonder diamanten, robijnen, smaragden, parels, turquoises en Cornelia’s (net als sardijn behorend tot de chalcedoon). Het decoreren van brons en messing blijft meestal beperkt tot het aanbrengen van motieven in de oorspronkelijke gietvorm. India heeft nooit voldoende goud en zilver kunnen produceren om aan de consumentenvraag te voldoen. Dit tekort werd aangevuld door buitenlandse handelaren te laten betalen in kostbare metalen. Door Indiase goudsmeden wordt veel met emaille gewerkt. Er zijn tegenwoordig drie belangrijke centra (Jaipur, Benares en Lucknow) waar op hun eigen traditionele wijze met emaille wordt gewerkt. Ook spelen edelstenen een zeer belangrijke rol in India. De veel gebruikte ‘Mug hal stijl’-zetting is een 400 jaar oude zettingstechniek die uit het oude Perzië afkomstig is. 8.4.3 De betekenis van het sieraad In de huidige samenleving hebben sieraden verschillende betekenissen die verband houden met geluk, gezondheid en religie. Naast functies als verfraaiing, het veiligstellen van kapitaal, het tonen van identiteit of overbrengen van status van de drager en de eerbiedwaardigheid, spelen sieraden ook een rol bij rituele ceremonies zoals het trouwen. Sommige basissieraden worden door leden van een bijzondere gemeenschap gedragen waardoor voor zowel deze groep als andere groepen duidelijk is dat zij daartoe behoren (herkenbaarheid). Het kan een bevolkingsgroep dus een identiteit of status verlenen. India is vandaag de dag nog steeds de grootste opslagplaats van goud en zilver, grotendeels geïnvesteerd in familiejuwelen die dienst doen als verzekering tegen uiteenlopende rampen zoals droogte, overstromingen, politieke onrust of oorlog. Er bestaat grofweg een onderscheid tussen plattelands- en stadse sieraden. Traditionele plattelandssieraden houden verband met huwelijksgewoonten, familie en sociale economische levensstructuren (kasten), religie en geloofsuiting, culturele- en politieke systemen en bovenal drukken ze een psychologisch groepskenmerk en gedragspatroon uit. Stedelijk sieraden daarentegen benadrukken meer het statusconcept en de decoratieve kwaliteiten, hoewel ook deze talismans en amuletten kunnen omvatten. Het gebruik van belletjes en balletjes op verschillende manieren in sieraden is typisch Indiaas. Volgens referenties uit de literatuur heeft het gerinkel een erotische aantrekkingskracht op mannen. Ook wordt gesuggereerd dat de kiezels in holle enkelbanden of teenringen met belletjes, bedoeld zijn om schorpioenen en slangen of zelfs kwade geesten te verjagen. Op het platteland dragen vrouwen hun sieraden symmetrisch (aan elke kant van hun lichaam), en in gelijke aantallen en qua ontwerp het liefst op elkaar afgestemd. In veel gemeenschappen draagt men een specifieke serie van armbanden ringen, bovenarmbanden, etc. Ringen met stenen zijn alom tegenwoordig en worden niet gekozen vanwege hun schoonheid. Volgens de Hindoestaanse astrologie worden de negen planeten ieder weergegeven door een specifieke steen. Elke Indiër weet welke planeet dominant was tijdens zijn geboorte en zal door de betreffende steen te dragen zijn effect vergroten of verkleinen afhankelijk van het feit of het een goedaardige of kwaadaardige planeet betreft. Al tientallen jaren worden sieraden in India op dezelfde manier gemaakt, waarbij iedere productiestap door een gespecialiseerde vakman wordt uitgevoerd. De goudsmid die de basisvorm van het sieraad ontwerpt, iemand die reliëf aanbrengt of graveert en dus decoreert, een volgende die emailleert, de steenzetter/diamantzetter die een steen zet en tenslotte iemand die het sieraad polijst. Tegenwoordig worden in de grotere steden een aantal onderdelen uit dit productieproces overgenomen door de introductie van machines. 8.4.3.1 Bruidssieraden/bruidsschat Het huwelijk is zonder twijfel de belangrijkste gebeurtenis in het leven van Indiërs. De belangrijkste huwelijksvoorbereiding is de bruidsschat die de familie van de bruid verplicht is te leveren. Dit ter compensatie van de bruidegom en zijn familie, voor de verantwoordelijkheid en ondersteuning van de bruid na het huwelijk. Deze schat bestaat gewoonlijk uit praktische benodigdheden om het huishouden te kunnen doen, kleding van de bruid, en geschenken voor de schoonouders. Voornamelijk op het platteland bestaat deze schat uit traditionele metalen sieraden waarbij het totale gewicht aan sieraden in een contract tussen beide ouders is vastgelegd. De hoogte en waarde hangt af van de economische omstandigheden van de familie van de bruid. Omdat Indiase vrouwen tot voor kort geen land mochten bezitten, bestond haar materiële veiligheid uit haar bruidsschat juwelen. Het belang van Indiase juwelen ligt meer in de betekenissen die het heeft voor de drager dan in het tonen van welvaart. De boodschap die een sieraad kan uitdragen kan meervoudig zijn:
– Het tonen van de religie: Hindoe, Moslim of Boeddhist, – De geografisch oorsprong (waar komt iemand vandaan), – De sociaal economische status (kaste), – Of iemand getrouwd is of weduwe is (draagt geen juwelen).
Zonder een woord gesproken te hebben, zijn deze factoren voor een buitenstaander door de sieradendracht zichtbaar.
8.4.3.2 Amuletten In bijna alle traditionele culturen hebben sieraden onder andere een functie als bescherming, stammend vanuit de oudheid toen alle juwelen amuletten waren. Religie speelt een belangrijke rol in India. Huidige ‘beschermende’ sieraden zijn herkenbaar aan hun vorm en ontwerp. De meest voorkomende, is een cilindervormig blikje waarin magische beschermende krachtobjecten bewaard kunnen worden die effectief worden bij contact met het lichaam van de drager. Het sieraad kan een religieuze decoratie hebben zoals een beeltenis van een hindoe godheid, een uitspraak uit de koran of een traditioneel boeddhistisch gelukssymbool. Een amulet is bedoeld om de bezitter te helpen natuurkrachten te bedwingen die in positieve- of negatieve zin hun leven kan beïnvloeden. Veel amuletten stoten negatieve krachten af, maar ze kunnen ook in positieve zin werken: succes in de liefde, huwelijk, vruchtbaarheid en zelfs in het handel drijven. Profylactische en homeopathische amuletten beschermen tegen bijzondere ziekten. Anderen wenden de effecten van hekserij of een ongeluk af, of nemen de bedreigingen van de omgeving of roofdieren weg. Een speciale categorie binnen de amuletten is die welke de slechte invloed van het altijd aanwezige ‘kwade oog’ tegenwerkt en in het bijzonder door kinderen wordt gedragen. De Hindoestaanse cultuur is erg dominant en heeft een grote invloed op alle Indiase inwoners. Een bijzonder maar veel voorkomend Hindoestaans amulet is bezet met stenen met een beeltenis van een of meerdere goden. Door dit te dragen, geef je je over en heb je persoonlijk contact met de godheid die men voortdurend om bescherming vraagt. De Moslims (ca. 10% van de bevolking) gebruiken bij hun sieraden symbolen zoals de halve maan en de ster. Ook is een kenmerk het gebruik van kalligrafische inscripties in Arabische letters. Figuurlijke afbeeldingen zijn door de koran verboden. Het meest gebruikte moslimamulet is een kokertje dat ontworpen is om een papieren inscriptie te bewaren (sutra = korte aanroeping van de koran) bedoeld om bescherming te bieden tegen de diverse kwaden die de mens kan overkomen.
8.5 Pacific 8.5.1 Ontstaansgeschiedenis Voor de regio Pacific zijn er 4 culturele hoofdgebieden te onderscheiden, te weten; Polynesië, Melanesië, Micronesië en Australië. In deze 4 verschillende gebieden, zijn ook 4 verschillende inzichten terug te vinden waar de nadruk op lag voor wat betreft kleding, lichaamsbedekkende versieringen/ornamenten en juwelen/sieraden. Veel van de oorspronkelijke culturen zijn uitgewist door de indringende koloniale elementen die vooral e werden opgelegd door de Europese grootmachten. Na de 2 Wereldoorlog werden de economische- en politieke invloeden vanuit Amerika en Japan steeds meer voelbaar. In Polynesië had men bepaalde vormen van zelf-decoratie. Hier werden waarschijnlijk de tatoeages ontwikkeld samen met, vreemd genoeg, veel verschillende vormen van juist bedekkende kleding. Dit dan weer vooral in Nieuw Zeeland. In Melanesië was het gebruikelijk om persoonlijke versieringen samen met lichaamsbedekkende versieringen te dragen. De Aboriginals in Australië hadden simpele persoonlijke versieringen, maar juist ook uitgebreidere bodypaintings. Deze werden vooral toegepast bij diverse rituelen en bepaalde rolspelen. Op de Solomon eilanden lag vaak de nadruk op versieringen van het hoofd. Hiervan getuigen de velen hoofdtooien met veren, ornamenten voor het voorhoofd en de slapen, neusversieringen, oorbellen, maar ook kammen. Veel taillebanden, riemen en armbanden werden gedragen. De betekenis hierachter stond voor geld/rijkdom. 8.5.2 Materialen en technieken
Er werden veel organische weefsels gebruikt zoals stengels van orchideeën, kokosnootbladeren en lange bladeren van de varen, maar ook veren van de kaketoe en papegaaien werden gebruikt. Schelpen (de rode Spondylusschelp), zwarte mosselen, verschillende soorten Arca schelpen (wit). Ook kleine stukjes hout, schildpadschild en tanden van mens en dier (ook walvisivoor). Ook niersteen en jade werden gebruikt (Nieuw Zeeland). 8.5.3 De betekenis van het sieraad Door de Europees/Amerikaanse cultuur die ontstond, ging men tot de verbeelding sprekende plaatjes van objecten op het lijf dragen. Deze hadden een hoge waarde, zowel in geld als in gevoelswaarde en werden van generatie op generatie gedragen. In de tropische omgeving had de lichaamsbedekking geen beschermende- of beschuttende functie, maar meer om een versierende waarde tentoon te spreiden. Er valt in deze regionen eigenlijk weinig onderscheid te maken tussen juwelen en andere soorten van lichaamsversieringen. Objecten geven meestal de persoonlijke sociale positie weer in relatie tot anderen in hun gemeenschap. Versieringen/ornamenten werden gedragen ter dominantie, maar ook ter verleiding en vermaak. De meeste beschrijvingen hiervan dateren van de periode direct na het eerste Europese contact. Voor de versieringen/ornamenten van de Solomoneilanden geldt dat hoofdtooien uitsluitend gedragen werden door stamhoofden. Deze bestonden uit witte veren van de Kaketoe en rode veren van een specifiek soort papegaai. De meest gebruikelijke, maar ook indrukwekkende hoofdtooi werd gemaakt op de Solomoneilanden en eigenlijk op heel Melanesië. Dit was de zgn Kap-kap. Hoewel deze erg bekend was, zijn er geen gedetailleerde beschrijvingen terug te vinden hoe deze kap-kaps werden gemaakt. Ze werden gedragen op het voorhoofd en deels over de slapen, met banden over het hoofd vastgemaakt. Ze bestaan uit een grote schelp (Tridacna/ een gigantisch grote mossel) die crèmekleurig is en als achtergrond dient met hieroverheen een rond bewerkt schildpadschild (bijna als kant). Terugkerende ontwerpen verliepen volgens een bepaald patroon met vaak ook menselijke figuren hierin verwerkt. Aan de afbeeldingen is te zien dat de makers het materiaal zeer goed beheersten. De meest overdreven voorbeelden van hoofdtooien/hoofddeksels, vond men in Mount Hagen gebied, Papua Nieuw Guinea. In deze valleien met veel rivieren, heerste er een bepaald uitwisselingssysteem bij het contact tussen de stamleden onderling in de naastgelegen gebieden. Op deze manier konden mannen hun status opkrikken binnen de gemeenschap waarin zij leefden. Met name gedurende oorlogen, feesten aan ’t hof, religieuze gebeurtenissen en moka’s (de zogenaamde uitwisselingsceremonies). Deze moka’s vergen veel voorbereiding, maar verhogen de status van de betreffende persoon het meest. De veren en pluimen die gebruikt werden voor deze hoofdtooien, kwamen alleen ter beschikking aan de families die mochten jagen. Naarmate de hoofdtooien handelsroutes overschreden, werden ze waardevoller. Dit gold ook voor de riemen zoals hieronder vermeld. Riemen kwamen vaak voor. Ze werden gemaakt van schelpen en kralen in geometrische figuren en afbeeldingen van de fregatvogel. Veelal met de kleuren rood (Spondylus schelp), zwart (mossel) en wit (Arca schelp). Riemen werden ook samengesteld uit kleine stukjes hout of schildpadschild, met daarin ook tanden van mens en dier verwerkt. De lengte van de riemen, stond in zekere zin voor de rijkdom. Hoe meer schelpen, hoe beter de handel. Schelpen dienden ook echt als ruilmiddel voor de handel en riemen werden gebruikt als betalingsmiddel voor een bruidsschat, kano’s, varkens, maar ook als fooi of waardevolle opsmuk. Niet alleen werd bovengenoemde functie aan de riemen toegekend, de meest voorname was nog wel de versiering van de mens bij speciale gelegenheden. De betekenis hierachter was bedoeld om vooral opzichtig en blufferig over te komen; veel pralend en uiterlijk vertoon. Kammen werden gedragen voor het effect, meer dan om je haar te ontwarren. Voor monniken was het e dragen van een gedecoreerde kam met rode tanden, één van de belangrijkste items om te dragen op hun 1 jacht naar de grote tonijnvissen (bonito). Ook werden armbanden van orchidee en kokosnoot, rood geverfd. Andere soorten van versieringen/juwelen zijn: Mwali; een armversiering gemaakt van de speciale Conus schelp. De schelp werd als ring gepolijst en doorboord om vervolgens versieringen aan te hangen zoals kralen, schelpen en zaden. Soulava; een lange ketting van platte ronde Spondylus schelpen met een hanger van een grote Conical schelp, met ook hieraan weer kralen, schelpen enz. Deze beide juwelen werden ook wel Kula genoemd en dienden ter uitwisseling bij ceremonies die plaatsvonden vóór WO-I. Door deze uitwisselingen werden de sieraden steeds waardevoller. Hierin werd een onderscheid gemaakt tussen man en vrouw. De vrouwen droegen de kettingen, de mannen de armbanden. Hoe waardevoller, hoe minder vaak ze gedragen werden. Het was vooral een, tijdelijk, statussymbool. De uitwisselingen moesten overigens wel van gelijke waarde zijn om toch vooral de status te kunnen behouden. Fiji en Polynesië waren niet gevoelig voor status. Versieringen/ornamenten werden hier meer gezien als badge/button ter onderscheiding en herkenning i.p.v. de versiering als waardeobject of antiquiteit. Hier werden ook elegante nek- en borstversieringen gedragen tijdens bepaalde ceremonies of oorlogsvoering. De kwaliteit van het vakmanschap typeert dan weer de rang van de bezitter. De precieze functie van de versieringen is onbekend.
Het gebruik van ivoor van de walvis was zeldzaam. Het materiaal was maar sporadisch beschikbaar en dan ook alleen weggelegd voor hooggeplaatste personen met status en invloed. Pas na Europees contact kwam de walvisjacht op gang. De reden van het gebruik van juwelen/versieringen in de Polynesische gemeenschap is minder bekend dan die van de Melanesische gemeenschap. Er waren ook hoofdtooien gemaakt van gekrulde platen van schildpadschild en tritonschelpen (soort ivoor) aan een gevlochten band van touw. Dit waren de zgn Paekaha. Hierbij werden ook oorbellen van walvistanden gemaakt. Deze dienden waarschijnlijk als familiebezit i.p.v. individueel bezit. In Polynesië was het niet ongebruikelijk om haar en gebeente te gebruiken voor het maken van sieraden. De betekenis hiervan is onbekend, maar het werd waarschijnlijk gezien als krachtbron. Het werd met name gedragen door hooggeplaatste vrouwen en vrouwelijke chefs. Op Hawaï en Tahiti werden tijdens begrafenissen indrukwekkende versieringen/ornamenten door hooggeplaatste personen op het lijf gedragen. Deze schilden/schorten bevatten veel parelschelpen, behangen met kokosnootschil/vezels, tropische veren en grote schelpen. Ook werden haaientanden, veren en hondenhaar gebruikt. Dit alles moest kracht uitstralen, maar werd meer voor de show gedragen dan om echt te gebruiken. Het deed de gestalte groter lijken en diende tevens om de strijders in oorlogstijd te eren. Verengordels (Maru’ura) werden alleen gedragen door de hoogstgeplaatste adel in Tahiti. Deze verengordels waren het meest extreme symbool van aardse- en spirituele kracht, zo erg zelfs dat tijdens het maken ervan, menselijke offers werden gebracht! Verschillende keren was alleen al het in bezit hebben van een exemplaar, reden om tot oorlog over te gaan. De gordels waren de belichaming van rang en politieke kracht. Daarbij waren ze ook het meest representatief voor het laten zien wie de baas is over leven en dood. Niet alle versieringen hadden in Polynesië zo’n overduidelijke symbolische betekenis. Er bestaan ook schilderingen van vrolijke verenpompoenen en het dragen van bloemen in het haar wat we nu nog altijd kennen van m.n. Tahiti en Hawaï. Op Samoa werden de meeste materialen ter versiering van het lijf, onttrokken uit de flora van het eiland. Ze werden bij elke gelegenheid gedragen. In Nieuw Zeeland staken hooggeplaatste mannen veren in hun haar met simpele houten kammen. De veren die hiervoor gebruikt werden waren staartveren, afkomstig van de, nu uitgestorven, Huia. Om deze veren te bewaren, werden speciale doosjes gemaakt en versierd m.b.v. houtsnijwerk. In de hogere kringen werden deze van familie op familie overgedaan. Het meest ongebruikelijke voorbeeld van natuurlijke voorwerpen die gebruikt werden ter versiering zijn wel de levende vogels die in Nieuw Zeeland als oorversiering dienden. Hun bekken werden door de gaten in de oorlelletjes gestoken! De Nieuw Zeelandse Maori, droegen hangers van Nefriet (niersteen / is een soort jade, bekend voor Nieuw Zeeland). Deze zgn Hei-Tiki werden vooral gedragen door de vrouwen. Ze hadden de vorm van bijvoorbeeld een menselijk figuur, hurkend met het hoofd naar 1 zijde gewend, armen op de dijen geplaatst met ingelegde ogen van parelschelpen. Stukken niersteen werden in de vorm van een dissel ruw uitgehakt voor transport; vandaar de vorm van de e tiki. Halverwege de 19 eeuw werd de tiki ook populair als handelswaar; ze waren karakteristiek voor de Maori, gemaakt van halfedelstenen en makkelijk te vervoeren (de halfedelstenen waren maar in 1 deel van het land te vinden). e Na het 1 Europese contact kwamen er ook andere hangers van walvis ivoor (tanden), maar ook van 2 e uitgesneden ogen aan een koord hangend. Beiden werden evenvaak gezien, maar halverwege de 19 eeuw werd de walvistandenhanger zeldzamer. Maori’s waren handig in het snijden van kleine, zeer delicate juwelen van Nefriet, walvisgebeente (tanden/ivoor), mudstone, speksteen en hout. Ook werden hangers van vogelkopfiguren, hagedissen, zeehonden, vissen en vishaakfiguren gedragen. Meestal door mannen ter (pure) versiering. Ook haaientanden werden volop gedragen, zowel echte als kopieën van nefriet. Op de eilanden van Hawaï lag de nadruk niet zozeer op de delicatie van kwistig snijden op kleine items, maar meer op een geheel glansrijk/schitterend effect. Spectaculaire helmachtige hoofdtooien met magnifieke verencape op een wilgentakken frame. De veren waren voorbehouden aan de adel, maar veren werden ook verwerkt in kleinere vrouwelijke versieringen zoals Leis; een ring met veren op het hoofd of rond de nek bij vrouwen uit de hogere kringen. Ook bladeren en bloemen werden hierin verwerkt. Voor het Europese contact waren er veel nekjuwelen van hout, of sporadisch, menselijk gebeente in haakvorm. Later werden ook walvistanden (klein en elegant van vorm voor de vrouwen) en walrusivoor aan gevlochten haar geregen. Deze werden niet door de Hawaïtianen zelf gejaagd, maar via de Europeanen. De walrussen zwommen hier niet eens! Hawaïaanse juwelen staan bekend om het niet versierd zijn van de items. Wel zijn zij hoog gepolijst in afwerking. Ook zag men pinnen in schildpadvorm (voor in haar), vogels in halfbolvormige schelpen. Voor armbanden werden delen van berenslagtanden of slagtanden van wilde zwijnen gebruikt, samen met schildpadschild. Deze bleven mooi en glad.
Mannelijke dansers van Hula droegen behalve de armbanden ook beenversieringen met touw en rijen van hondenhoektanden (soms wel 1000!). Er was in die tijd namelijk een overvloed aan Hawaïaanse honden die gefokt werden voor voedsel. Deze zijn nu helaas uitgestorven. De versieringen/ornamenten die vroeger werden gebruikt door de Aboriginal inwoners van Australië, laten zien dat de nadruk lag op het gebruik van verf en veren direct op de huid ter versiering. Veel oude schilderingen in Arnhemland (Mimi-style) laten zien dat in Noord Australië veel hoofdtooien werden gedragen met veren die ver uitsteken boven het hoofd. Ook armbanden, versieringen van de middel/gordels en dansrokjes exclusief voor mannen zien we hierin terug. Dit soort afbeeldingen werden ook afgebeeld in West Australië (Kimberley Area) in de zgn Bradshaw figuren. Na WO II droegen mannen en vrouwen van de Melville Islands in West Australië armbanden van menselijk haar op een rieten/rotan basis, soms versierd met zaden, soms met veren. Vandaag de dag worden deze vooral gedragen als teken van rouw bij belangrijke- en gewaardeerde personen. Platen van parelschelp werden versierd. Deze werden gereserveerd om te dragen als schild bij speciale ceremonies om de verstoorde geesten te bedaren óf om de uitwisseling van belangrijke giften te begeleiden. Het ging er vaak ook om de belangrijkheid van de ceremonie aan te duiden en de mate van belang van diegene die het droeg. In de decennia na de Europese aanwezigheid, veranderden de vormen en betekenis van de ornamenten drastisch, ook onder invloed van het noodlottig effect van fanatieke, religieuze bekeringen. Alles wat niet als functionele kledij werd gezien, werd ontmoedigd. Niet functioneel, betekende vaak lichtzinnigheid en dit paste niet meer in de destijds geldende religieuze tijd. Tegenwoordig is niet veel meer te zien van de versieringen/ornamenten zoals deze oorspronkelijk bedoeld waren. Slechts enkele exemplaren zijn terug te vinden in de musea. De roep is niet om terug te gaan in de tijd (veel materialen zijn ook niet meer beschikbaar, denk aan haar, walvistanden, hondentanden e.d.), maar wat spijtig is, is dat de kunst van het maken niet meer wordt overgedragen door de inheemse bevolking, ook door het niet meer voorhanden zijn van de materialen. De hedendaagse materialen zijn niet op eenzelfde manier te bewerken als de voorouders op een zo ingenieuze manier wisten te doen. 8.6 Pre-Colombiaans Amerika 8.6.1 Ontstaansgeschiedenis, materialen en technieken Persoonlijke versiering was een extreem belangrijk aspect van de individu voor alle Amerikaanse volken. Hoewel veel aspecten erg verschillend per cultuur waren, was er veel gelijkheid in de vormen en materialen van de sieraden. Meso-Amerika (Noord Mexico tot Noord Honduras) had 2 belangrijke culturele gebieden: Noord-West van de Isthmus van Tehuantepec en Zuid-West het Maya gebied. Deze 2 culturen verschillen veel van elkaar, maar ze hebben toch gemeenschappelijke intellectuele voorouders te weten de Olmec aan de Mexicaanse Golf Kust”. Er zijn ook veel banden in de vele aspecten van het leven en de gedachten. Beide gebieden beheersten de techniek tot het vervaardigen van hoogstaande en inventieve met zorg uitgewerkte persoonlijke versieringen. Alle materialen werden gebruikt voor decoratieve ontwerpen van sober tot heel groots. e De 1 van belang zijnde juwelen in Oud Amerika waren afkomstig van The Olmec (in de Lowlands van de e Golfkust). Deze bevolkingsgroep dateert van het 1 millennium voor Christus en hun invloed verspreidde zich wijd door heel Mexico. Er werd veel gebruik gemaakt van Jade (hard, groen gesteente en goed te polijsten; varianten gaan van bijna wit naar bijna zwart). Veel persoonlijke sieraden zoals hoofdtooien, oorbellen, kralen, hangers en maskers werden van jade gemaakt. Het belang van de kleur van jade mag niet onderschat worden. Groen werd gelijk gesteld met water en de vegetatie in Pre-Colombiaans Amerika. Ook werden groene stenen het symbool voor dierbaarheid. Evenals jade bleven ook andere groene gesteenten zeer waardevol in het Meso-Amerika van de Olmec tijd tot aan de Spaanse inquisitie in Mexico rond 1530. Daarnaast werd in het Costa Rica van 300 voor Christus ook al veel gewerkt met jade. Meso-Amerikaanse juwelen zijn het meest beroemd om de jade; maar veel andere materialen werden ook gebruikt en verwerkt in sieraden gedurende de Pre-Colombiaanse eeuwen. Voorbeelden hiervan zijn: zilver, goud, parels, gebeente, schelpen, turkoois, pyriet (zwavel), kwarts en obsidiaan (lavaglas). Echter, geen enkel materiaal (ook goud niet) overtrof jade als meest waardevol materiaal. Vanaf het moment dat de Spanjaarden arriveerden, was het dragen van jade voorbehouden aan de adel. In Europa was veel bewondering voor Mexicaanse sieraden/juwelen en dit beïnvloedde hier de ontwerpen van juwelen decennia lang. Goudbewerking begon in Zuid Amerika waarna deze kennis via zee werd geïntroduceerd in Centraal e Amerika (1 millennium; vroege eeuwen na Christus). Zodra goud meer in opkomst kwam, raakte jade snel uit de gratie. Goud werd gezien als waardevol persoonlijk bezit en gaf je rang/status aan, totdat Amerika in e 1492 ontdekt werd door Columbus. Tijdens zijn 4 tocht in 1502 ontdekte hij dat gouden hangers gedragen worden langs de kusten van Costa Rica en Panama (al sinds 500 jaar voor Christus). Ook de zogenaamde arend-hangers werden daar gezien. Deze dienden als een soort van engelbewaarders/beschermingssymbolen, maar ook goud en gouden ornamenten boden bescherming
volgens de Isthmian bevolking die ze bezaten en droegen. Soms werden de ornamenten uitgevoerd met een dubbele functie; die als beschermingssymbool en tegelijkertijd dienden de ornamenten soms ook als gereedschap zoals b.v. een bijl. Overigens komen de vogelafbeeldingen ook terug in de gouden sieraden van aangrenzend Colombia, maar de details hierin verschillen. Noord West / Zuid Amerika (Colombia, Ecuador, Peru) Ook hier floreerden de Pre-Colombiaanse culturen. Door de politieke concentratie in Peru, ontstonden er koninkrijken. Dit was grote rijkdom, maar enkel weggelegd voor een kleine minderheid. Het eerste bewijs van metaalbewerking werd aangetroffen in Peru in Zuid Amerika en dateert van ongeveer 1500 voor Christus. Het betrof dunne plakken puur goud folie. Vanaf zo’n 1000 jaar voor Christus werden ook grote gouden ornamenten als kronen, hangers, oorsieraden en kralen geproduceerd. Deze bleven in de mode hoewel details en vorm veranderden gedurende de eeuwen daaropvolgend. Zilver werd ook gebruikt, maar slechts weinig zilveren objecten zijn bewaard gebleven uit deze tijd. Sommige sieraden tonen een combinatie van goud/zilver en dit kan als teken worden gezien van belangstelling naar het kleureffect van de verschillende materialen. Koper werd vooral gebruikt voor de vervaardiging van gebruiksvoorwerpen en gereedschap. Als het ter e versiering werd gemaakt, dan bedekte men het koper met een laagje goud of zilver. In het 1 millennium na Christus werden ingewikkelde technieken gebruikt in Peru ter behandeling/bewerking van oppervlakten. Voor religieuze objecten en de metaalbewerking, werd vaak het materiaal Tumbaga gebruikt, een mengeling van goud en koper. In Peru hebben veel organische materialen de tijden doorstaan door het droge dorre klimaat dat hier heerst. Hout, fiber, veren, textiel en huid, geven ons een inzicht in het grote aantal versieringen/ornamenten gemaakt en gedragen in het oude Amerika die vandaag de dag niet meer bestaan. Overige materialen bleven zelden in stand zoals veren, tanden en klauwen, breekbare botjes van vissen en vogels, regenboogkleurige kevervleugeltjes, glanzend schitterend haar, multi gekleurde plantenvezels, zeeschelpen, zaden, notenschalen en bont. Er zijn veel overeenkomsten in de Pre-Colombiaanse periode, hoewel materiaal en bepaalde details in vorm en manier van werken, konden verschillen. De belangrijkste focus lag op de hoofd- en de borstversieringen. Voor het hoofd werd het voorhoofd en de top (oren, neus, lippen, nek en borst) versierd. De zogenaamde Labrets (lippluggen) waren het minst favoriet, hoewel deze afwisselend toch werden waargenomen op beide continenten. In Meso-Amerika zijn ook vooral middel-, knie- en enkelversieringen gesignaleerd. Armen en handen waren in geringere mate versierd. Armbanden en manchetten waren er maar weinig, maar ringen waren nóg zeldzamer. Ringen werden enkel en alleen door de meest politiek invloedrijke mannen gedragen. Voeten kregen mooie sandalen, maar geen juweelachtige versieringen. De meest gebruikelijke persoonlijke versiering was de ketting. Dit varieerde van kleine, bescheiden enkelbandige kettingen tot grootse, volledig borstbedekkende exemplaren. De vroegst gevonden stenen schijfkralen ketting dateert van 3000 jaar voor Christus. Er moeten ook exemplaren van schelpen hebben bestaan, maar deze zijn nooit gevonden. In Peru trof men vooral veel gouden kralen aan. De ketting was een favoriete versiering; doorgaans van plaatgoud wat op verschillende manieren gevormd en gesoldeerd werd. Hierdoor werden de kralen heel groot, soms zelfs ter grootte van tennisballen. Niet duidelijk is of de kralen dienden ter versiering bij leven of juist bij begrafenissen. Uit de intact gevonden Pre-Colombiaanse kettingen, blijkt dat deze een groter vakmanschap laten zien dan in hedendaagse replica’s wordt teruggevonden. In Centraal Amerika werden hangers van waardevolle (gouden) metalen gecombineerd met niet-metalen onderdelen zoals; quartz, schelpen, pyriet en smaragd, met veel afwisseling in afwerking van kleur, materiaal en oppervlaktes. Dit gaf een subtiele, extra dimensie aan de hangers. Bepaalde hangers van groen gesteente in Meso Amerika werden vaak als smalle maskers gedragen. Individueel als een soort van kraag of ook wel als een soort van gesp op de riem. Riemdecoraties waren voor mannen een belangrijk onderdeel van hun kostuum. De kragen waren wijd, van schouder tot schouder versierd en met elkaar verbonden achter in de nek. Ook deze waren gemaakt van verschillende materialen, maar de groene gesteenten waren hierin een belangrijk element. Sommigen werden van kralen gemaakt, anderen waren overdreven in zowel hun afmeting als in de toepassing van de vele waardevollen metalen als o.a. goud. Centrale elementen in de kragen werden als persoonlijke insigne gezien. Er werd ook veel gewerkt met afbeeldingen van voorouders en goddelijkheden. Al dit soort schouder- en borstversieringen (gordels) waren bedoeld om op te vallen en werden vaak gedragen in combinatie met gouden erbij passende hoofdtooien en armversieringen bestemd voor met name de Royalty en de heiligen. Zoals gezegd was alles opzettelijk zeer opzichtig en uitgesproken om hun status te laten gelden. De hoofdtooien waarover gesproken wordt, hadden vaak vormen van gezichten van een mens, god, dier (vos of katachtigen en vogels), als belangrijkste element. Deze werden bevestigd aan het centrale voorhoofd. De materialen waren divers, maar ook was het niet ongebruikelijk hiervoor bekken of snuiten van
dieren zoals de vos te gebruiken incl. tanden. Dit soort hoofdtooien kwamen ter vervanging van de vroegere hoofdtooien van personen met enige rang/stand. In Meso-Amerika bleven de tooien van jade en jade-achtig gesteente in stand. In de Pre-Colombiaanse tijd waren oorversieringen weer heel gebruikelijk. Deze werden gemaakt van jade of obsidiaan (lavaglas; donkergroen tot diepzwart). Obsidiaan werd ook veel gebruikt als gebruiksvoorwerp (voor messen e.d.). In de late Pre-conquest tijd werd het ook spaarzaam als versiering gebruikt. In Peru had je vergelijkbare oorsieraden, maar deze waren zelden van steen. Meer werden deze gemaakt van fijn materiaal als veertjes, schelpen, mozaïek op hout of gebeente. Soms werd hier als kleurvariatie goud aan toegevoegd. Er bestonden ook wel volledig gouden Peruaanse oorversieringen. Deze waren vaak erg overdreven en opzichtig en groot, soms tot wel 12,5 cm lang. De veren die gebruikt werden, waren afkomstig van tropische vogels met veel kleuren en stonden in de Pre-Colombiaanse tijd voor luxe. Ze werden veel gebruikt in oorversieringen. In Zuid Amerika waren neusversieringen ook favoriet in de vorm van neusringen en mondmaskers, veelal in goud. Er waren ook wel neusversieringen in Meso-Amerikaanse stijl nl. jade, maar dit waren er maar weinig e vergeleken met de meer waardevolle metalen als goud. De 1 exemplaren steunden op het tussenschot van de neus. Dit waren Peruaanse exemplaren van lichtgewicht bewerkt plaatgoud. In Colombia zag men neusversieringen van plaatgoud, maar ook wel gegoten exemplaren (verloren wasmethode). Het hangen en bewegen van de maskers intrigeerde de makers en werd later verder ontwikkeld. Kronen van goud en zilver waren vaak bedekt met plakkaten jade; waarschijnlijk ook met schelpen en botten. In Peru waren de overdreven beveerde hoofdtooien vrij algemeen in gebruik. De meeste informatie over hoe men zich versierde is teruggevonden in afbeeldingen van Pre-Colombiaanse mensen. 1000 Jaar voor Christus lieten Maya sculpturen en vaasbeschilderingen veel zien over versieringen van zowel man als vrouw. De Maya’s droegen vaak verschillende kostuums; zowel persoonlijk als ceremonieel. De ceremoniële versieringen waren de meest imposante van heel Pre-Colombiaans Amerika. Veel ceremonies werden geleid door de heersers van de stad, uitgedost in vol ornaat. Zo was er rond 709 jaar voor Christus Lady Xoc, de belangrijkste vrouw van Shield Jaguar, de heerser van de Maya stad Yaxchilan nabij de rivier Usumacinta in Mexico. Zij was met veel aandacht gekleed, verwijzend naar de specifieke ceremonies met zorgvuldig bijpassende sieraden. Dit waren echte kunststukken. Een kraag, bijpassende manchetten, oorhangers en hoofdtooi, allen voorzien van jade en de tooi ook met veren. Door al deze versieringen probeerden de Pre-Colombiaanse mensen zichzelf groot en belangrijk voor te doen. Tijdens de Spaanse inquisitie in Meso-Amerika werd vooral jade gebruikt, in Peru vooral goud en dit was voorbestemd voor de edelen. Alle overige materialen waren voor de ‘gewone’ bevolking bestemd. e Hoofdtooien die vandaag de dag nog worden gedragen in Zuid Amerika en die dateren uit de 20 eeuw, laten nog altijd uitvoerig de glamour en erfenis zien van de schatten uit deze tijd. 8.6.2 De betekenis van het sieraad V.a. 1000 jaar na Christus werden in Equador objecten gemaakt van de oranje/roze Spondylusschelp (ook wel ‘spiny oyster’ genoemd) veelal in de vorm van kralen. Deze objecten waren erg in trek in Peru vanwege economische- als ook religieuze redenen. Ook Malachiet (fel groene steen) werd veel verwerkt. Simpele hangers hadden een magische- of beschermende waarde van materiaal en/of functie. In de latere tijd voor de Spaanse verovering, werden objecten geproduceerd die zeer technisch en visueel complex in elkaar zaten. Archeologische vondsten bewijzen dat versieringen vaak klein, in informele groepjes bij elkaar gehangen, van kralen en andere kleine objecten, niet alleen een versierende, maar ook een symbolische functie hadden. Zoals eerder gezegd was goud de favoriet in Peru, waar dit in Meso-Amerika vooral jade of hierop gelijkende stenen betrof. De hangers waren niet zo erg in trek, maar wél in alle omliggende landen zoals Colombia en Centraal Amerika. Hier trof men hangers aan met veel stylistische- en formele verscheidenheid. Veel mensen dierenfiguren, maar ook veel fantasie die waarschijnlijk gebaseerd waren op de mythologische overdragingen.
8.7. Latijns Amerika 8.7.1 Ontstaansgeschiedenis, Materialen, Technieken en de Betekenis van het sieraad In Mexico werden kralen geregen tot een soort breiwerk. Dit laat de rijkdom van de bezitter zien en ieder motief had zijn eigen heilige betekenis. Dieren gaven de heiligen aan zoals de 2-hoofdige adelaar, Tatei Werika Wimari als ‘sky spirit’, het hert, Kauyumarie, de boodschapper van God. Zo werden geometrische lijnen gezien als bliksem, slangen voor regen en bloemen als de harten van de goden. In Bolivia (Zapaco) werden door de Ayoreode stam hoofdtooien vervaardigd van exotische veren en vacht van de jaguar. Fundamentalistische missionarissen hebben veel van de cultuur van de Ayoreode vernietigd. Voorbeelden van versieringen en kunst komt men nog maar zelden tegen. In Brazilië (Maranhâo) zijn specifieke hangers van veren van de Urubu-kaapor stam, bewaard gebleven. Ook de technieken waarmee deze vervaardigd werden, zijn nog bekend. Deze dateren uit de tijd van voor de (Spaanse) veroveringen, waarbij iedere sexe zijn/haar eigen soort van versiering droeg. In Mexico en de Andes republieken hebben gulzigheid en hebberigheid van de Spaanse veroveringen tot verlies geleid van veel van de inheemse cultuur en kunst. Via Spanje werd wel het werken met nieuwe materialen en technieken aangeleerd, maar deze nieuwe stimulans zorgde tegelijkertijd voor onderdrukking van de eigen religie en een scheiding met de Indiaanse elite. Voorheen waren zij hun belangrijkste afzetmarkt. Veel kunst en technieken werden door de Spanjaarden niet gewaardeerd en gingen zo verloren. In de minder geïsoleerde gebieden werden nieuwe materialen (metalen/ivoor) geïntroduceerd en deze vervingen de oude technieken. Niet lang na de Spaanse inquisitie werd het werken met jade en het bewerken van gebeente verbannen in Mexico. Sieraden gemaakt door de oorspronkelijke bewoners van Latijns Amerika, maakten gebruik van de lokaal beschikbare natuurlijke materialen, aangevuld met geïmporteerde goederen (door handel verkregen) zoals kralen, metalen, spiegels e.d. Al deze materialen hadden binnen iedere cultuur hun eigen symbolische betekenis. In Kayapó, op de zuidelijke grens met de Amazone, werd veel rockkristal gebruikt. Dit stond voor oudheid en mocht alleen gedragen worden door oude mannen. De lippluggen van dit materiaal, werden bijvoorbeeld bewaard als familie erfstuk. Bij veel Amazone stammen werden aan veren bovennatuurlijke krachten toegekend. Het gebruik hiervan in hoofdtooien gaf leeftijd, status en etnische identiteit weer. Tegenwoordig raken deze unieke associaties helaas verloren door de groei in productie voor nationaal- en internationaal toerisme. Door het excellente verenwerk van de Amazone bevolking, worden deze sieraden ook wel de “feather e jewellery” genoemd en is deze ook van grote invloed geweest op het Europese modebeeld vanaf de 17 eeuw. De verscheidenheid in veren staat het toe ze ook in hele diverse sieraden te verwerken. Zo gebruikte de Bororo stam lange veren met ingewikkelde combinaties van andere materialen voor hoofdtooien. De Munduruku stam verwerkte losse composities van kleine veren voor het produceren van kronen. Veel andere stammen plakten veren simpelweg op het (voor)hoofd of lijf of staken ze door hun oren/neus. Buiten hoofdtooien, kronen en oorversieringen, werden ze ook veelvuldig gebruikt voor armbanden, kettingen, riemen, rugversieringen (schilden) en labrets (piercing vlak onder de onderlip). Veren sieraden waren bestemd voor zowel man als vrouw, maar mannen hadden vaak wel de monopolie over hoe deze versieringen tot stand kwamen, m.n. de technieken. De Umatina die leefden op de grens van Brazilië met Paraquay, droegen veren diadeems tijdens het maken van de pijlen en tijdens begrafenissen. De Bororo had een speciale verendiadeem om de dood te symboliseren. De Kayapó droeg uitgebreide verentooien enkel tijdens belangrijke inwijdingsrituelen/ceremonies en deze werden dan geassocieerd met de naam die aan de betreffende persoon werd gegeven. Er waren 2 technieken om verentooien te produceren. Lange veren werden op een frame bevestigd om zo een grote, elegante tooi te verkrijgen. Dit werd gedaan door de Bororo, Karajá, Tapirapé, Kayapó en sommige Noord-Amazone stammen zoals Apalai, Galibi en Waiwai. De Tupi sprekende stammen verwerkten kleine veertjes op een flexibel frame en maakten zo kettingen, riemen, kronen en diadeems. De Tukano stam combineerde deze beide technieken. De eerder genoemde oor- en lipplug versieringen waren ook kenmerkend voor het Amazone gebied. Deze versieringen kunnen verwijzen naar de ‘speech and hearing’ binnen een cultuur. De rang/stand van iemand werd bepaald al naar gelang zijn rol in de gemeenschap; was iemand een spreker of juist meer een toehoorder. De Kayapó zagen de oor- en lipversieringen ook juist als een teken van kennis en begrip. De grootte van de lipplug stond voor hoe assertief/mondeling vaardig iemand was. Oorpiercings stonden voor het vermogen een speech te horen/begrijpen. Kinderen kregen bijvoorbeeld grote oorpluggen om ervoor te zorgen dat ze de vaardigheden van het horen en begrijpen, zo goed mogelijk ontwikkelden. Zodra een kind goed kon spreken, werden de pluggen vervangen door veren. Kralen kwamen vanuit Europa over in het begin van de verovering van Amerika. Groene glazen kralen, lijkend op het voorheen erg in trek zijnde en waardevolle jade, werden verruild voor goud in Mexico. e Tropische regenwoudstammen in Noord Paraquay, gebruikten kralen voor hun schorten sinds de 18 eeuw. In de meer toegankelijke gebieden en kustplaatsen, werden deze technieken al eerder toegepast voor allerhande versieringen. Bij de Araucanians in Chili vervingen Europese kralen al snel het gebruik van het
gepolijste malachiet, azuriet en zeeschelpen die in de kettingen van de vrouwen verwerkt werden. De Campa (nabij de grens met Peru), verwerkten de kralen in hele fijne versieringen. Meer extravagante exemplaren werden gedragen door de Panare-vrouwen, maar de meest indrukwekkende en kostbare sieraden werden gemaakt door de Huichol. Dit is een geïsoleerde stam in het meest noordelijke gebied van Jalisco in Mexico. Deze sieraden van kralen zoals armbanden, hangers, ringen en kettingen, werden gemaakt door de vrouwen van deze stam en werden door beide sexes gedragen. Hierin zijn ook 3 periodes van ontwikkeling in de kunst terug te vinden. Voor 1910 werd vooral gebruik gemaakt van Opaak kralen in de kleuren wit, blauw en rood. De zogenaamde ‘interim periode’ waarin veel gewerkt werd met doorschijnende kralen, waarschijnlijk geïmporteerd vanuit Tsjecho-Slowakije destijds en de ‘na-oorlogse periode’ die zorgde voor het gebruik van goedkope opaak-kralen in vele kleuren geïmporteerd uit Europa. Alle motieven die in de ontwerpen verwerkt werden, hadden een heilige betekenis en de patronen werden zogenaamd doorgegeven door beschermengelen/heiligen aan de Huichol. Sommige patronen werden afgeleid van het patroon van de slangenhuid, andere patronen zijn goden als dier afgebeeld of heilige planten en bloemen. Het steeds maar weer toepassen van deze patronen, laat de religieuze toewijding zien van de vrouwen die ze vervaardigden. De sieraden werden gedragen tijdens diverse ceremonies en laten ook de rijkdom van de eigenaar zien. Veel voorkomende versieringen bleven de kragen van geregen kralen, kettingen en armbanden. Metalen versieringen waren meer gebruikelijk in gebieden die meer toegankelijk waren voor Westerse invloeden. De Araucanians in Chili, het Hoogland van Bolivia, Equador en Peru kennen een lange metaalbewerkingstraditie die dateerde van de tijd van de Spaanse Inquisitie.
8.8 Conclusies en samenvatting Iedere bevolkingsgroep heeft zijn eigen sieraden passend bij de cultuur, de omgeving en levensstandaard van het betreffende volk. Verschillen in vormen en materialen zijn toe te schrijven aan gebruiken en gewoonten in een regio, maar ook aan de materialen die er in een gebied beschikbaar zijn, of waarmee men in contact is gekomen door handelsbetrekkingen met andere landen of bijvoorbeeld als gevolg van kolonisatie. Binnen de niet-westerse culturen bestaat een diversiteit in voorkomen, samenstelling en gebruikte materialen voor sieraden. De vorm, kleuren, afmetingen, verhouding tot (afwezigheid van) kleding, plaats op het lichaam, en gelegenheid waarop het wordt zich gedragen, geven het sieraad zijn waarde. 8.8.1 Betekenis van het materiaal van het sieraad Veel gebruikte metalen zijn goud, zilver, messing, brons en koper. Naast edelstenen (o.a. jade) worden ook plantaardige- en dierlijke materialen gebruikt zoals: ivoor, hoorn, schildpad, koraal, glaskralen, bot, hout, mensenhaar en veren. Aan bepaalde materialen wordt een diepere betekenis toegekend die het sieraad hierdoor een meerwaarde geeft. Veren verwijzen bijvoorbeeld naar bovennatuurlijke krachten, maar symboliseren in sommige streken ook de dood. Ze worden ook gebruikt bij inwijdingsrituelen. Aan ivoor en dierenklauwen worden speciale krachten toegekend. Bijvoorbeeld sieraden van olifant-, tijgerof walrusivoor worden gedragen in de hoop dat de krachten van die dieren aan de drager worden doorgegeven. Ook aan edelstenen worden positieve krachten of bescherming toegekend, afhankelijk van hun kleur en tekening. 8.8.2 Betekenis van de vorm en afbeelding van het sieraad Bepaalde vormen hebben een symbolische betekenis. Levensboommotieven en dierenmotieven zijn vaak voorkomende elementen bij volkeren die dicht bij de natuur staan. In Indonesië symboliseert een gouden kroon, net als de haan, de bovenwereld. Het hert en de wereldslang staan juist voor de onderwereld. De kaketoe staat voor eenheid, totaliteit, schoonheid en moed. De gespleten peervorm (die doet denken aan een vagina en baarmoeder) is een motief dat ook aan de onderwereld verbonden is. Afbeeldingen van mensen en dierenfiguren verwijzen bij de Maya’s naar mythologische figuren. 8.8.3 Betekenis van het type sieraad In sommige gebieden is er een voorkeur voor het dragen van halskettingen en in een ander gebied juist voor ringen. Ook zijn er gebieden waar nauwelijks armbanden worden gedragen. Het voorkomen van een type sieraad is sterk cultuurgebonden. In West Sumatra symboliseert de nek eerlijkheid en standvastigheid. De nek dient dan ook verfraaid te worden door het dragen van een ketting.
In het Amazonegebied staan de oor- en lipversieringen voor de ontwikkeling van het vermogen om te luisteren en te begrijpen (communicatie). De rang en stand van iemand in de gemeenschap, wordt hieraan ontleend. Bij de Maya’s hebben hangers naast hun versierende waarde, ook een beschermende functie. Er zijn culturen waar armbanden symbool staan voor het bewustzijn van de menselijke beperkingen. Ter herinnering hieraan draagt de vrouw(!) een armband waardoor de arm niet hoog opgetild kan worden. Deze waren in het verleden extreem zwaar en buitenproportioneel groot. In een deel van Amerika kan men aan riem- en kraagdecoraties zien tot welke familie iemand behoort (familie insigne). In West Australië worden lijfschilden gebruikt om geesten te verjagen of de uitwisseling van giften te begeleiden. Uit bovenstaande paragrafen kan geconcludeerd worden dat als we het over de betekenis van het sieraad hebben voor de verschillende niet westerse bevolkingsgroepen, dit zowel betrekking heeft op het materiaal, de vorm als het type sieraad. 8.8.4 Overeenkomsten in de betekenis bij verschillende niet westerse bevolkingsgroepen Ondanks de verschillen in betekenis van een sieraad, zijn er opvallend veel overeenkomsten binnen uiteenlopende niet westerse culturen. Gebieden die geografisch ver uit elkaar liggen met uiteenlopende gewoonten en gebruiken, kennen soms dezelfde (symbolische) betekenis toe aan sieraden. Een aantal van deze overeenkomsten in betekenis zijn: het dragen van sieraden als, – Statussymbool/sociale rang – Teken van macht / ontzag / gezag/ krachtbron (aards en spiritueel) – Onderscheiding / herkenning – Herkenningsteken voor de levensfase van de drager en bij overgangsrituelen (jeugd, adolescentie, vruchtbaarheid, trouwen, baren, sterven) – Familie (of persoonlijk) -bezit en onderdeel van het uitwisselen van geschenken bij een huwelijk (bruidsschat) – Amulet of talisman (bescherming/afzweren kwade geesten) – Liefdesuiting – Versiering (vanwege haar schoonheid) – Godsdienstuiting, (bij)geloof – Gereedschap Hieruit blijkt dat de omstandigheden waaronder een sieraad gedragen wordt, ofwel de context waarin het verschijnt, een sieraad betekenis geeft. Ook het niet dragen van sieraden kan een betekenis hebben.
LITERATUUR – Sieraad Symbool Signaal = The jewel, sign and symbol: 9 juni - 15 oktober 1995, tentoonstelling Koningin Fabiolazaal, Antwerpen / catalogus Jan Walgrave – Ethnic Jewelry / ed. by John Mack – London: British Museum Publications, 1988 – Ethnic Jewelry (from Africa, Asia & Pacific Islands) / René van der Star Collection – The workbench guide to jewelry techniques, Anastasia Young, 2010 Quart Publishing
Hoofdstuk 9 De betekenis van het sieraad in de visie van de drager (door Willem Mak - januari 2013) Als groep hebben we gekozen om de Betekenis van het sieraad onder de loop te nemen. Leidraad daarbij is het proefschrift van Marianne Unger Sieraad in Context. Ik beperk me tot de visie van de drager op het sieraad en de betekenis daarvan. Mijn onderzoek heb ik uitgevoerd binnen de groep edelsmeden in opleiding waarvan ik zelf deel uitmaak. Natuurlijk ben je als edelsmid ook drager van sieraden en heb je ook een visie op het sieraad in de context. Om de vele visies op het sieraad van ons als dragers te kunnen analyseren heb ik gebruik gemaakt van een “on-line enquete” waarvoor ik een aantal open vragen en een aantal meerkeuze vragen opgesteld heb. Verrassend waren de open en vaak zeer persoonlijke antwoorden op de vragen, dat geeft een mooi beeld van ons als groep, maar is zeker niet onbelangrijk voor ons in het vak als Edelsmid. De analyse van de meerkeuze vragen blijkt een bevestiging van de open antwoorden. Ook wij zijn gewone medemensen in de hedendaagse maatschappij, en zullen qua visie op het dragen van sieraden niet afwijken van de mensen rondom ons. De uitvoering met een on-line variant van een enquete is mij goed bevallen ondanks dat de gebruikte website niet altijd meewerkte. Deze manier van werken had de mogelijkheid in zich om de vragenset ook door anderen in te laten vullen door de link naar de website per e-mail door te sturen naar anderen in je omgeving, helaas is daar geen gebruik van gemaakt en maak ik gebruik van de antwoorden van 11 van de 14 ondervraagden. Waar het onderwerp emotie aan bod komt ben ik onder de vele theorieën die er bestaan over emotie uitgegaan van “innerlijke beleving” met andere woorden: iets mooi vinden is een innerlijke beleving en in mijn uitgangspunt emotie. Er bestaan vele emotietheorieën. De meeste hiervan hebben betrekking op de relatie tussen gevoelens (de innerlijke beleving) en de lichamelijk reacties die bij emoties optreden. Een punt van debat in sommige theorieën is de relatie tussen cognitie (kennen) en emotie (voelen). Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Emotie Per vraag heb ik een korte analyse gemaakt op basis van de gegeven antwoorden. De door een ieder gegeven antwoorden zullen (na akkoord) allen voor deze groep cursisten beschikbaar gesteld worden. Opmerking: De vragenset bestond uit 10 vragen waarvan vraag 1 de naam van de respondent was. De nummering is niet gewijzigd om het verband met de werkelijke antwoorden niet te verstoren.
2. Als je kijkt naar de emotionele waarde van een sieraad, zijn er dan sieraden die je vrijwel altijd draagt. Beschrijf het sieraad, waarom je het draagt en wat je er mee zichtbaar maakt aan de ander. Kernwoorden (antwoorden) Mooi sieraad, eenvoudig , zilver, goud, elegant, eigengemaakte, expressie van (eigen) creativiteit, hanger van oud goud met een herinnering, herinnerings-medaillon, trouwring met trots en verbondenheid, wissel altijd, eigen herinnering, uitdragen hobby, alleen ringen, afhankelijk van stemming, geen. Opmerkelijk was dat de trouwring het meest genoemd werd, daarnaast valt op dat verreweg de meesten van ons wel een sieraad hebben met een herinnering of uiting willen geven aan een gebeurtenis, hobby of expressie van eigen creativiteit. De beschouwer van onze sieraden mag bij de meesten van ons best weten wat we er mee communiceren. 3. Wat maakt een sieraad een sieraad? In de opleiding spreken we over "bijou" "accessoire" en "sieraad" maar feitelijk bepaalt de drager of hij/zij het nu wel of niet draagt. In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling: Een sieraad is pas een sieraad als het een nominale waarde in euro's heeft die een bijou en accessoire ver te boven gaat. maakt helemaal mee gedeeltelijk niet mee oneens mee eens uit eens 81, 0, 9,1% 9,1% 8% (9) 0% (0) (1) (1)
Nou dit antwoord is vrij duidelijk, het gaat bij ons als edelsmid kennelijk niet om de waarde in euro’s van een sieraad. Toch kan Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er in de hedendaagse maatschappij ook mensen zijn die daar een heel andere visie op hebben en het sieraad zien als belegging en/of statussymbool, maar dit terzijde.
4. Wanneer we het hebben over de betekenis van een sieraad kan dat voor de drager zeer uiteenlopende aspecten hebben. Ik heb een aantal betekenissen geformuleerd, geef in de volgorde van belangrijkheid aan wat jou het meest aanspreekt, bedenk wat je als drager daarmee (indien van toepassing) communiceert naar je (dagelijkse) omgeving met één of meerdere sieraden. In de uitwerking beperk ik me tot de twee hoogste en de twee laagste gemiddelde scores op de volgende onderwerpen: Betekenis van de kleur, Mystieke betekenis, Religieuze betekenis, Nominale waarde, Herinnering, Alleen mooi om te zien, Betekenis van de steen, Maatschappelijke betekenis. Herinnering en Alleen mooi scoorden als hoogste, met Religieuze betekenis en Nominale waarde hebben de meesten van ons kennelijk geen affiniteit. Resultaat
Zeer belangrijk 1 2 3 4 5
Herinnering Alleen mooi om te zien Betekenis van de kleur Betekenis van de steen Maatschappelijke betekenis
6
Mystieke betekenis
7
Religieuze betekenis
8
Nominale waarde (in geld) betekenis
54,5% (6) 27,3% (3)
9,1% (1)
9,1% (1)
27,3% (3) 27,3% (3)
9,1% (1) 18,2% (2) 9,1% (1) 9,1% (1)
Niet belangrijk 9,1% (1) 9,1% (1) 45,5% (5)
18,2% (2) 9,1% (1) 9,1% (1)
9,1% (1) 18,2% (2) 18,2% (2) 18,2% (2) 9,1% (1) 18,2% (2) 9,1% (1) 9,1% (1)
18,2% (2) 27,3% (3) 9,1% (1) 9,1% (1) 18,2% (2) 18,2% (2)
9,1% (1) 9,1% (1) 9,1% (1) 9,1% (1) 27,3% (3) 9,1% (1) 27,3% (3)
9,1% (1) 9,1% (1) 9,1% (1) 9,1% (1) 18,2% (2) 27,3% (3) 18,2% (2)
18,2% (2) 27,3% (3) 9,1% (1) 18,2% (2) 18,2% (2)
Uit de analyse blijkt dat wij als edelsmeden weinig of geen waarde hechten aan mystieke of religieuze betekenissen van sieraden, en edelstenen. Een opmerkelijke score blijkt de visie op het sieraad van ons waar het om herinnering gaat, direct daarop volgend blijken wij een voorkeur te hebben voor mooie sieraden. Kleur en maatschappelijke betekenis scoren middelmatig evenals de nominale waarde. De visie op sieraden van ons als edelsmid en drager naar aanleiding van deze enquête vraag geeft aan dat wij de mystieke waarde van stenen vooral over laten aan onze klanten, zelf alleen sieraden dragen waaraan een specifieke herinnering gekoppeld is die vooral mooi om te zien moet zijn.
5. Als drager van een sieraad hecht ik veel waarde aan mijn eigen emotionele waarde ervan, het maakt me niet uit of een ander dat direct aan dat sieraad kan zien. Deze vraag bevestigd voor een groot deel één van de meest voorkomende antwoorden bij vraag twee. Uit de antwoorden blijkt dat wij waarde hechten aan onze eigen herinnering en de herinnering bij ons willen houden, met andere woorden, we dragen het sieraad met enige bescheidenheid. Ook hier blijkt de visie op het sieraad van ons als maker zich vooral toe te spitsen op de emotionele waarde die de drager, in dit geval wij dus, aan het sieraad toegekend hebben, het is voor ons belangrijk, onze omgeving moet het er maar mee doen, en mag zich verwonderen over de schoonheid van het sieraad.
6. Hebben edelstenen of ze nu wel of niet verwerkt zijn in een sieraad voor jou een andere waarde dan de handels waarde? Beschrijf waarom wel of waarom niet. Kernwoorden (antwoorden) Schoonheid niet (altijd) recht evenredig met nominale waarde is persoonlijk, uiting van status, positieve werking van halfedelstenen, schoonheid onafhankelijk van nominale waarde, medicinale werking is kwakzalverij, zeldzaamheid alleen leuk, bepaalde energie, geen andere waarde alleen esthetische waarde. De esthetische waarde van een steen in een sieraad spreekt ons allen wel aan, de mystieke waarde daarentegen spreekt slechts een enkeling onder ons aan, met evenzoveel vermijders van dit gedachtengoed. De nominale waarde speelt ook hier voor ons geen rol anders dan dat we begrijpen dat gefortuneerde klanten daar best wel eens mee willen pronken.
Over het algemeen kennen wij de mystieke waarde van stenen niet en hechten we er ook geen waarde aan. Je zou je af kunnen vragen of je je moet verdiepen in de mystieke waarde van edelstenen om de visie van degenen die daar wel wat van vinden te kunnen begrijpen. Edelstenen dragen als sieraad waarbij alleen de esthetische waarde (vorm/kleur) een rol spelen lijkt aardig te passen bij onze visie op sieraden waarbij herinnering en schoonheid een belangrijk onderdeel vormen.
7. Voegen religieuze symbolen voor jou iets toe aan een sieraad of vermijd je ze juist. Beschrijf jouw mening hierover. Kernwoorden (antwoorden) Voegt (op dit moment) niet veel toe, vroeger wel, niets, symbolen kunnen mooi zijn, kan een toevoeging zijn, bescheiden van omvang, voegt niets toe vermijd ze niet, houd ik me niet mee bezig, wel erg mooi in bescheidenheid, wel mooi, ken de betekenis niet en weet niet wat ik daarmee uitstraal, respect voor drager daarvan. Dat er sieraden zijn met religieuze symbolen weten we allemaal, zie voor dit onderwerp “De betekenis van sieraden binnen de religie” in dit werkstuk. Als drager hebben wij kennelijk niet zoveel met religieus getinte sieraden. Als creatief vormgever van sieraden zullen we vroeg of laat geconfronteerd worden met klanten die wel iets hebben met religie en dat wellicht in een sieraad verwerkt willen zien, enige kennis daarvan daarover zou dan handig zijn, en voegen andere hoofdstukken in dit werkstuk iets toe aan onze kennis daarover. 8. Een sieraad moet ook draagbaar zijn. Een sieraad, hoe mooi dan ook, wat mij irriteert zal ik afgezien van de emotionele waarde (in de goede zin) wat het sieraad voor mij heeft niet vaak dragen. Geef aan in hoeverre deze stelling voor jou van toepassing is. Hierbij was de uitslag unaniem geheel van toepassing. Met een enkele opmerking dat een irritant sieraad soms best voor langere tijd gedragen kan worden. De draagbaarheid blijkt ook hier een persoonlijke keuze, want zeg nou zelf de draagbaarheid bepaal je toch zelf, wat voor de één draagbaar is kan voor een ander ondraagbaar zijn. Sterker nog, sieraden en de draagbaarheid daarvan kunnen afhankelijk van de levensfase al dan niet als draagbaar bestempeld worden. We kennen het allemaal wel, de ambitieuze man van midden 40 die een veel te grote rolex draagbaar vindt omdat juist zo’n horloge kennelijk het verlies aan stoerheid en mannelijkheid compenseert. Extravagante ringen zijn ook van die sieraden die feitelijk ondraagbaar zijn maar omwille van status of leeftijdsfase plotseling wel draagbaar blijken te zijn, althans waarvan de draagbaarheid tijdelijk voor lief genomen wordt, wellicht met de onbewuste bedoeling de aandacht te verleggen naar het sieraad. 9. Een sieraad van enige waarde koop je niet zomaar. Ben jij in het bezit van een sieraad wat je ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis zelf aangeschaft hebt of hebt laten maken en waaraan je dus zelf (of samen) een emotionele waarde (herinnering) hebt toegekend. Indien van toepassing beschrijf het sieraad, en beschrijf (wanneer je het zelf wil) ook de gebeurtenis. Ja,nee,ja,ja,nee,ja,ja,helaas nee,ja,ja,ja Mooi om te zien dat ook hier weer de bevestiging ontstaat dat we allemaal wel wat hebben met herinnering en emotie en dat naast de vaak genoemde trouwring tastbaar maken in een sieraad . Dat bevestigd de stelling: Een sieraad is emotie. Emotie, we kunnen er niet omheen, ook wij als maker en vormgever verschillen naar alle waarschijnlijkheid in dit opzicht niet van onze klanten. Ook hier is er weer een brug van ons als drager van sieraden naar de klant die ook drager gaat worden, we mogen niet vergeten dat de klant bepalend is en z’n eigen gevoelens heeft bij een sieraad van zijn of haar keuze, aan ons de taak en de kunst daar (emo)waarde aan toe te voegen door het te maken zoals de klant het graag wil. 10. Alleen voor cursisten: Bij de uitwerking van de betekenis van het sieraad zijn er ongetwijfeld ook vele andere aspecten naar voren gekomen waarom sieraden gedragen worden en wat de drager daarmee communiceert. Deze beperkte vragenset raakt bij lange na niet alle aspecten daarvan. Wat heb je gemist, wat zou je graag toegevoegd willen zien of naar welk onderdeel van het groepswerkstuk zou jij een verwijzing willen maken. Genoemde ontbrekende en/of aspecten waarnaar verwezen kan worden: Maak wat je zelf mooi vind, sieraden met toverkracht, wensen van de klant, brug naar de klant, voor welk type klant wil ik sieraden maken, beschermende werking (amulet), maatschappelijk bepaalde sieraden, identiteit van de maker herkenbaar in het sieraad, maatschappelijk bepaalde sieraden zoals dunne trouwringen en zegelringen welke door de jaren heen niet veranderd zijn.
Conclusie: Wij als aankomend meester edelsmid zouden als vakbroeders en zusters een andere visie op het dragen van sieraden kunnen hebben dan de gemiddelde medemens of medelanders uit andere culturen, ik weet niet of dat zo is, maar het zou kunnen. Wat opvallend is dat wij, hoe kan het ook anders, vooral een visie hebben op schoonheid, en exclusiviteit van een sieraad. Enige vak deformatie hebben we al te pakken, de waarde van materialen waarvan wij sieraden maken of waarvan ze gemaakt zijn blijkt op ons geen indruk te maken, als het resultaat maar mooi is. Handwerk, precisie en toewijding waarmee een sieraad gemaakt wordt blijkt voor de edelsmid de grootste waarde te zijn die hij/zij aan het materiaal toevoegt.
Bronvermelding: – Enquête web tool: SurveyMonkey – http://nl.wikipedia.org/wiki/Emotie Vragen samengesteld door: Willem Mak Beantwoording door: 11 van de 14 cursisten Bewerking: Willem Mak
Hoofdstuk 10 De betekenis van het sieraad in de visie van de maker (door Irene van der Horst Bakker) De vraag die hierbij centraal staat is: wat voor hedendaagse visies leven er zoal, als het gaat om de betekenis van sieraden; wat zijn verschillen, wat komt overeen? Hierbij zou je drie uitgangspunten kunnen nemen: - de visie van de drager van sieraden - de visie van de maker van sieraden - de visie van de beschouwer van sieraden Dit deel gaat over de visie van de maker van sieraden en wel, heel dicht bij huis, de visies van een groep leerling edelsmeden anno 2012/2013, waartoe ook ik behoor. Onder visie versta ik de kijk op, of de mening van iemand met daaraan gekoppeld een ideaal of doel naar waar iemand streeft. Mijn bedoeling is, de individuele visies zo goed mogelijk voor het voetlicht te krijgen, hier een inventarisatie van te maken en op deze manier te kijken wat voor visies er zoal heden ten dage leven. Dit is schriftelijk gedaan door middel van vragen waarop geantwoord kon worden. Om erachter te komen wat de visie van ieder, als maker van sieraden, is, had ik het liefst volstaan met een enkele open vraag waarop zoveel en breed mogelijk geantwoord had kunnen worden: Wat is in jouw visie, als maker van sieraden, de betekenis van het sieraad? Waarschijnlijk is deze vraag echter te algemeen en is een visie daardoor lastig is weer te geven. Daarom heb ik 6 vragen geformuleerd met daarbij een aantal hulpvragen die wellicht kunnen helpen bij het beantwoorden van die vragen. Expres is gekozen voor open vragen, waardoor ik hoop dat de antwoorden een zo breed mogelijk beeld geven. Om deze vragen min of meer te kunnen toetsen, is gebruik gemaakt van het onderdeel “visie” vragen uit “Het groot werkvormenboek”. Hier worden algemene voorbeeld visie vragen gerubriceerd in de categorieën: waartoe, van waaruit, wat, voor wie, door wie, met wie, hoe, waarom en waarmee? Om elkaar niet te beïnvloeden zijn de antwoorden alleen naar mij gestuurd. Zelf heb ik, voordat ik andere antwoorden gelezen heb, eerst mijn antwoorden verwoord. Uiteraard was het voor niemand verplicht om mee te doen. Van de 14 personen hebben er echter 13 mee gedaan. Wat opvalt in het algemeen: Het gaat voornamelijk om een groep edelsmeden in opleiding. Het is dan best lastig om al een visie te formuleren. Het zet echter ook aan tot nadenken: “…door deze vragen ben ik gaan nadenken over mijn keuze voor het edelsmeden. Het formuleren van mijn antwoorden maakte dat ik voor het eerst mijn eigen motivaties en drijfveren moest zien te verwoorden.” Het verschil in lengte van de antwoorden: variërend van een half A4 tot 3 pagina’s (inclusief toelichting vooraf over de reden waarom de opleiding wordt gevolgd). Sommigen hebben de 6 hoofdvragen beantwoord, anderen ook de deelvragen. Sommige antwoorden behoeven meer uitleg: bijvoorbeeld als iemand noemt mooie sieraden te willen maken, kan je je afvragen wat diegene onder mooi verstaat. Sommige antwoorden komen bij een aantal vragen voor. Bijvoorbeeld : “het leuk vinden” wordt als antwoord op vraag 1 en 3 gegeven. Het formuleren van een visie mag dan wat lastig zijn, het resulteerde wel in prachtige beschrijvingen/volzinnen, waarvan ik het niet na kan laten ze te citeren. Het is sowieso erg leuk de antwoorden van de mede cursisten te lezen en te merken waar raakvlakken en verschillen zitten. Vrijwel iedereen vond het zonder meer goed als de volledige antwoorden voor iedereen leesbaar zouden zijn. Hier volstaat een samenvatting die ik per vraag zal geven, waarna een eindconclusie volgt. 1. Waarom maak je sieraden? denk bijvoorbeeld aan: - Hoe belangrijk is het voor je? - Wat spreekt jou erin aan? - Waarom sieraden en niet wat anders? Bij de antwoorden op deze vraag liggen een aantal antwoorden in elkaars verlengde.
Wat betreft het daadwerkelijk maken van sieraden: - bezig zijn met je handen (6 keer) / de ambachtelijkheid spreekt me aan (3 keer) - creatief bezig zijn (4 keer) / het creëren (van niets iets maken) (3 keer)/ je beeldend kunnen uiten (2 keer): “Het is een perfecte combinatie van kunst en techniek. Ik kan mij hiermee beeldend uiten en de mogelijkheden zijn onbegrensd.” en: “Onder creatief bezig zijn versta ik: scheppend bezig zijn, iets maken dat er voorheen nog niet was, oplossingen bedenken voor (zelfgestelde) problemen die niet direct voor de hand liggen.” - het proces van bedenken, ontwerpen en uitvoeren (4 keer) - het materiaal is uitdagend (3 keer): “Het kunnen omvormen van harde stugge materialen tot mooie sierlijke vormen, is een uitdaging.” en: “Ook speelt het feit dat je van een koud aanvoelend metalen plaat of ruwe bonk gesmolten metaal iets verfijnds kan maken… Van het grove beginwerk tot het uiteindelijke gepolijste of anderszins afgewerkte resultaat vind ik een prachtig traject.” - de technieken die je kan gebruiken zijn heel divers (2 keer) : “De verscheidenheid aan technieken is groter, en de verschillende facetten die bij het ontwerpen van een sieraad komen kijken nog meer divers, dan ik van te voren verwachtte.” Meer praktische redenen: - Het past nu in mijn leven (2 keer): “Nu ben ik, na enkele belangrijke gebeurtenissen in mijn leven en misschien ook in combinatie met mijn leeftijd, op het punt gekomen een lang gekoesterde wens alsnog in de praktijk te willen brengen, los van de vraag of ik het ook kan.” - Het moet één van de inkomstenbronnen worden (1 keer) - Het is goed met thuis te combineren (1 keer) En ook: - “Niemand anders in mijn omgeving doet het.” - Het spreekt ook andere talenten in mij aan (2 keer) waarbij wordt genoemd: samenwerking met klanten en technisch tekenen, rekenen, kennis over de geschiedenis van het sieraad en kennis van de actualiteit. - het is rustgevend (3 x, waarvan 1x genoemd bij vraag 3)): “Ik word er rustig van. “ - je hebt alles in eigen hand: “Ik heb hiervoor ook jarenlang gecreëerd als desktop Publisher/ grafisch vormgever… maar in de uitvoerende kant zit (bijna) altijd een externe schakel: de drukker. Dit maakt dat je toch altijd weer afhankelijk bent van iemand anders.” - een zekere fascinatie voor sieraden (2x) : “Wat mij betreft hebben ze een soort toverkracht. Ze trekken me altijd naar de etalage toe, het is moeilijk om uit te leggen.” en “Ik heb zelf altijd sieraden erg mooi en leuk gevonden om het te dragen.” Waarom sieraden en niet wat anders? “ goeie vraag! Om je eerlijk te zeggen ben ik daar nog niet helemaal uit!” - “Het is een kick om iemand iets te schenken of te verkopen waar hij/zij blij van wordt, mooier van wordt, een speciale betekenis aan toekent, of wellicht een speciale herinnering aan heeft (in geval van hergebruik van bestaande sieraden).” - Het is een blijvend/tijdloos iets: “Eeuwen geleden werden er al sieraden gemaakt, en nu nog steeds. Door al die eeuwen heen zijn er natuurlijk wel nieuwe technologische ontwikkelingen geweest, maar blijft een groot deel van de handelingen onveranderd.” en: “…het is niet iets wat je zomaar weggooit.” - Het is toegepaste kunst: “Geen kunst met een grote “K”, dat statisch aan de wand hangt of op een sokkel staat, maar iets waar je alle dagen mee kan pronken en het dagelijks leven kleur kan geven.” en “Je kan er iets mee doen, namelijk het dragen”. - praktische redenen: “Het is via een webshop te verkopen. Waarde toevoegen aan basis materiaal is met beperkte middelen mogelijk”. “Het is klein en makkelijk op te bergen.” 2. Wat maakt voor jou, als maker, een sieraad tot een sieraad? denk bijvoorbeeld aan: - Waardoor laat je je leiden? - Wat inspireert je? Wat maakt een sieraad tot een sieraad: - het moet uniek/ exclusief zijn (5x, waarvan 1x als antwoord op vraag 1 en 1 x op vraag 3) - als het als sieraad wordt gedragen (3x) en draagbaar is - als het voor de drager een speciale betekenis heeft of bijzonder wordt gevonden.(2x) Over de vormgeving:
- “de schoonheid die ervan uit kan gaan, soms in al zijn eenvoud, soms in zijn chaos, soms in zijn complexiteit.” - “Het hoeft niet zo zeer technisch te kloppen, als het esthetisch maar klopt; mooi door vorm, kleurstelling, beweging die het uitbeeldt, samenhang of tegenstelling die het in zich heeft, etc.” - “De vormgeving vind ik van doorslaggevend belang. Krachtige lijnen en soberheid spreken me aan.” Over het materiaal: - het materiaal wordt (3x) genoemd: voorbeeld: “een sieraad is een kunstwerk gemaakt van duurzame materialen. Duurzaam in de zin van stevig en tijdloos” - Het hoeft niet perse (helemaal) van edelmetaal te zijn (2x) “De combinatie van edelmetalen met onedele toevoegingen kan voor spannende combinaties zorgen.” Als inspiratie bron wordt “van alles” 4 keer genoemd. Verder “de natuur’ 4 keer en “gebouwen” 3 keer, maar deze altijd in combinatie met andere inspiratie bronnen. Voorbeelden van inspiratiebronnen: - de kunstwerken van m’n zus (“Ik moet mijn eigen inspiratiebron nog ervaren en verfijnen”) - een nieuw stuk gereedschap - dingen uit het dagelijks leven met oog voor detail: “objecten waar je waar je normaal gesproken gedachteloos aan voorbij gaat, vallen mij op”. - dingen die ik zie in tijdschriften en op televisie - de impulsen van dat moment, dat kan bijvoorbeeld ook de uitspraak van een (geliefd) persoon zijn - de omgeving: “zit vaak in de auto en dan kijk ik om me heen” - iets dat me op een bepaalde manier raakt - vormen van andere gebruiksvoorwerpen ( bijvoorbeeld de vorm van een tafel, kapstok, etc.”) - de mogelijkheden van materiaal en technieken Hierbij kwam soms ook het creatieve proces ter sprake: - “Dit kunnen kleine dingen zijn waar ik later over verder ga denken en waar ik dan een sieraad “uit haal”.” - “Ik moet er niet voor gaan zitten want dan lukt het niet. Ik sla het op en dan werk ik het thuis uit zodat ik er een eigen draai aan kan geven.” - “Wat ik heel inspirerend vind is, dingen te onderzoeken, verder te graven, voorbij gaan aan clichés. Kortom het hele creatieve proces met toevallige vondsten die daarbij komen kijken en je op hun beurt weer uit kan gaan werken.” - “Soms kost het veel tijd als ik voor een opdracht iets moet ontwerpen, een andere keer schiet het me zomaar te binnen als een visioen.” 3. Wat voor betekenis heeft een sieraad voor jou als maker? denk bijvoorbeeld aan: -Wil je er iets mee zeggen, uitleggen, bereiken? Naar aanleiding van het proces: - “Het maken stelt mij ook op de proef; tijdens het maken ontdek ik keer op keer een ander deel van mezelf.” - je idee omgevormd zien als een sieraad - “….iets bereiken vind ik niet zo belangrijk, het ontwerpen en het maken is iets waar ik mijn ziel en zaligheid in kan leggen, soms wordt het wat ik wil, soms wil ik het zoals het geworden is, daar zit een heel proces tussen.” - “een met liefde en plezier en de nodige zweetdruppels vervaardigd object, waar ik trots op ben….” Ook begrippen als schoonheid en kunst spelen hierbij een rol. Over schoonheid: - moet primair mooi en aantrekkelijk zijn. -“ Ik wil gewoon sieraden maken die mooi en tijdloos zijn. Je mag best zien dat het handwerk is anders is er voor mij niets aan.” - “Wat ik ermee wil zeggen: laten zien wat voor schoonheid er allemaal op de wereld te zien is, als je er maar oog voor hebt.” En over kunst: - De betekenis van een sieraad: “Niets meer of minder dan een kunstwerk op bruikbare schaal. Persoonlijk heb ik geen enkele mening over het nut of de waarde van sieraden. Het zijn voor mij dingen, al dan niet door mij gemaakt.” -“ Voor mij is kunst iets dat je primair op visueel vlak moet aanspreken en waarbij je zelf een verhaal kan bedenken, zonder dat de bedoeling van de kunstenaar je wordt opgedrongen, Ik vind het dan ook heerlijk dat nog nooit iemand mij gevraagd heeft wat ik bedoeld heb met een sieraad. Er wordt veel gepraat over kunst, sieraden vormen hierop een prettige uitzondering”.
Bij de antwoorden op deze vraag wordt ook de drager / mening van anderen genoemd (6 keer), waarbij (het oordeel van) de drager van de door jouw gemaakte sieraden belangrijk wordt gevonden, zoals bijvoorbeeld: - “Ik wil graag met mijn sieraad de mensen/ de drager raken.” - “iets dat de drager ervan een zekere meerwaarde geeft.” - “Het moet passen bij het karakter van die persoon, enige inleving in de persoon en zijn/haar plaats in de maatschappij vind ik belangrijk.” - “Ik hoop dat andere mensen het eindproduct ook mooi vinden en ik mijn gevoel/ enthousiasme kan overdragen.” - “De betekenis is voor mij vooral het bereiken van het product sieraad, liefst speciaal voor iemand gemaakt.” - Ik hoop dat anderen er “iets” in zien, wat het dan ook is. “Het sieraad krijgt door de drager een zogenaamd “nieuw leven”.” en “de emotionele waarde of betekenis wordt er door de nieuwe eigenaar aan gegeven.” Wat verder leidend is, is vooral persoonlijk van aard: - laat me leiden door mijn gevoel en emotie van dat moment - “Het is een uitdrukking van mezelf, ik denk dat ik er altijd wel iets mee probeer te zeggen” 4. Hoe zie je jezelf als maker ten opzichte van de drager van sieraden? denk bijvoorbeeld aan: - Zou je voor iedereen een sieraad maken? Voor wie wel, wie niet? - Degenen die jouw sieraad dragen kunnen daar afbreuk aan doen of het juist een meerwaarde geven. Hoe sta jij daar tegenover? Op de vraag of je voor iedereen een sieraad zou kunnen maken, antwoorden 10 personen: in principe wel, daarbij worden wel voorwaarden genoemd: - zolang diegene die het sieraad draagt het mooi vindt en waardeert (3 x) - dat het niet helemaal uitgevoerd hoeft te worden zoals de klant het wil, maar ik ook mijn eigen ei erin kwijt kan -zolang degene die het gaat dragen ook zelf inspraak heeft, als het door iemand anders wordt aangeboden. “Zomaar iets maken als de ontvanger totaal niets weet, zou ik minder leuk vinden. De drager zal het misschien daarom niet gaan dragen.” - er moet een klik zijn tussen klant en ontwerper/maker (2 x) - : “Het mooist is sieraden maken voor personen waar je een innige relatie mee hebt. Helaas is het niet mogelijk om als edelsmid een relatie te hebben met elke klant.” - ook wordt het maken van een sieraad voor een ander gezien als uitdaging (2x) Voor wie niet: - “…wensen voor een ontwerp wat niet mijn stijl is, ik het ronduit lelijk vind, waartegen ik een principieel bezwaar heb (bijvoorbeeld bepaalde symbolen).” - als het sieraad een betekenis heeft, waar ik niet achter sta. - “Ik zou niet willen werken voor mensen die op duistere manieren hun geld verdienen.” - “voel weinig voor het maken van sieraden voor jonge kinderen” - “Het liefst zou ik geen opdrachten uitvoeren, maar maken wat ik wil en dat te koop aanbieden.” Voor wie wel? - het liefst voor vrouwen (1x) Wat hierbij wel (5 keer, waarvan 1 keer als toevoeging bij vraag 6) wordt opgemerkt is dat dat kan als in omstandigheden waarin het je financieel goed gaat: “Zolang ik niet hoef te leven van het edelsmeden, kies ik ervoor alleen sieraden te maken die ik zelf mooi vind” en “In het verleden heb ik wel eens geweigerd om voor bepaalde mensen sieraden te maken omdat ik ze niet geschikt vond. Dat is niet zo lang vol te houden als je er van wilt leven”. Hoe sta je tegenover de klant die jouw sieraad draagt en daar afbreuk/ meerwaarde aan verleent? 5 keer wordt op deze vraag ingegaan. Drie keer wordt ronduit genoemd dat, eenmaal verkocht, het sieraad van de klant is, en je er als maker niets meer over te zeggen hebt. “Als ik iets aan iemand gegeven of verkocht heb, is het van de krijger of de koper, niet meer van de gever of verkoper en moet ik het loslaten” En van iemand anders: “Hoe jammer ik dat ook vind en wellicht nog “draag” adviezen mee zou kunnen geven”. Twee anderen vinden dat ook onder voorwaarden:
- zolang de klant er blij mee is : “Tot zolang de drager er oprecht blij mee is, moeten we eventuele afbreuk leren accepteren”.en ” Als iemand graag mijn sieraad wil dragen en daar heel blij mee is (ook al heeft dat niet mijn persoonlijke voorkeur) dan ben ik daar ook heel blij mee. “ Mooi verhaal in dit verband: “Ik heb ooit een prachtig collier gemaakt, heel groot en dik van parels. Ik heb er een week aangezeten. Dus ik wou dat iemand het zou kopen die dat ook waardeerde. Op een dag kwam een man (die volgens mij homo was) binnen en wou dat collier kopen. Ik vond dat eerst heel jammer, omdat ik wou dat het collier naar een lieve oudere (die geld genoeg had) vrouw ging. Maar dagen later zag ik het collier op de tv!! Bleek dat die man de sieraden inkoper is van dat programma! en toen vond ik het wel weer heel leuk! Dus je weet niet altijd wie het koopt….” 5. Als wat voor edelsmid zou je het liefst gezien willen worden? denk bijvoorbeeld aan: - In hoeverre en hoe wil je je onderscheiden van andere edelsmeden? - Wanneer ben je tevreden? Dit is een lastige vraag als je nog niet zolang met edelsmeden bezig bent. 6 keer wordt genoemd dat men het nog niet (helemaal) weet: “Natuurlijk wil ik me onderscheiden van andere edelsmeden, maar hoe, dat heb ik nog niet concreet in beeld.” Van degenen die al wel een idee hebben geeft iedereen (8) aan dat een eigen identiteit belangrijk is. Termen die hierbij genoemd worden zijn: uniek, uniciteit, exclusief, zelf bedacht, origineel, eigenzinnig, eigen stijl, eigen stijl en lijn, eigenheid. “Ik wil mij onderscheiden door mijn “eigen” stijl en lijn te ontwikkelen, deze lijnen wil ik kunnen veranderen maar toch met mijn eigen stijl in verbinding laten staan.” en “…. Iemand die gewoon zijn gang gaat zonder zich wat aan te trekken van wat er moet en de waan van de dag.” Drie keer wordt daarbij genoemd er graag zelf ook blij van te willen worden: “Ik ben pas tevreden als het mezelf blij maakt.” Ook het proces is hierbij belangrijk: “Het moet een geheel zijn: plezier vinden in het werken en er iets moois van te maken”. Verder wordt vakkundigheid, kwalitatief goede/ perfecte sieraden maken 5 keer aangegeven. “Perfect in uitvoering, tijdsbesteding speelt bij mij nog geen rol, liever een uur langer gewerkt voor een perfect werkstuk.” Ook de klant speelt (6 keer) een rol bij hoe je het liefst gezien wil worden als edelsmid, bijvoorbeeld: “Ik wil mijn klanten tevreden naar huis laten gaan.” “Ik ben tevreden als een aantal mensen enthousiast zijn over mijn sieraden en ze zouden willen dragen” “….iets waarvoor mensen terugkomen of aanbevelen aan iemand anders.” en “Ik ben tevreden als mijn sieraden gewaardeerd worden, dat wil zeggen als iemand er een (positieve) waarde in ziet en dit hoeft niet perse een financiële waarde te zijn. Als iemand anders er een eigen betekenis aan kan geven is het voor mij ok.” Verder: “iemand die zijn opgedane kennis graag deelt met anderen” en: “als ik er zelf helemaal 100% achter sta.’ 6. Wat heb je aan het bovenstaande toe te voegen als het om jouw visie als maker gaat? Niets toe te voegen wordt 6 keer genoemd. De overige toevoegingen zijn lastig samen te vatten en bovendien te mooi om niet geciteerd te laten liggen: - “Al gaande weg kijk ik hoe dit zich ontwikkelt, welke kant ik uit wil gaan en hoeveel tijd ik er aan kan/wil besteden”. - “Mijn visie als maker: een sieraad maken en ontwerpen staat niet los van elkaar, van het begin moet ik er al blij van worden. Lukt dat niet gelijk, dan even pauzeren of met een ander ontwerp verder gaan.” - “Mijn leven is niet alleen edelsmeden. Ik heb man, kinderen, kleinkinderen, nog een hele, hele boel andere interesses die ik niet kan opgeven voor deze opleiding, omdat ik anders mijzelf zou verliezen en dat gaat altijd ten koste van mijn creativiteit, die mij heel lief is, en de drijfveer is van mijn leven, waar momenteel het leren maken van sieraden in past en ook deel van is.” - “Interessant vind ik de vraag in hoeverre je als edelsmid “kunstenaar” bent. Op zich vind ik de term kunstenaar namelijk wel heel snel gebruikt tegenwoordig.” - “Een edelsmid wordt vaak onderschat als kunstenaar. Daar moet je tegen kunnen en accepteren. Je bent net zo vrij in het produceren als beeldhouwers, schilders en andere kunstenaars. Een edelsmid is meer als een architect: Je hebt altijd rekening te houden met eisen en verlangens van anderen. Binnen dat kader is alles mogelijk. Aan de ene kant ben je producent en ondernemer, aan de andere kant ambachtsman/vrouw en kunstenaar. Dat kan botsen, maar geef juist die uitdaging om te blijven werken. Je kunt alleen edelsmid worden en blijven als je er 100 % voor gaat. Minder lukt niet.”
Het laat zich raden, maar hier had dus duidelijk de docent het laatst woord….. Conclusies: Een groep leerling edelsmeden (en hun docent) aan het woord: iedereen is anders, maar bij elkaar vormen we toch een groep mensen (12 vrouwen, 2 mannen), die in de huidige (financiële crisis?) tijd in Nederland het edelsmeden zo leuk en/of belangrijk vindt dat zij er behoorlijk wat tijd, energie en geld in willen steken en de beroepsopleiding voor edelsmid aan het volgen zijn. Een visie is geen statisch vast gegeven, maar een momentopname en iets dat je ontwikkelt en bijstelt in de loop van de tijd. Het zou maar zo kunnen, dat, wanneer de ondervraagden dit alles gelezen hebben, zij hun visie al bijstellen. Daarom kan het zijn dat, wanneer de vragen direct hierna nog eens gesteld zouden worden, bepaalde meningen veel vaker voorkomen. Maar in ieder geval kwam het dan niet als eerste naar boven. De cijfers over hoe vaak iets genoemd is, zeggen niet zo heel veel in dit verband, maar dat was ook niet de bedoeling. Het ging meer om een zo compleet mogelijk beeld van wat er leeft aan visies van makers van sieraden. Een samenvatting: In dit digitale tijdperk wordt bezig zijn met de handen, het ambacht, hoog gewaardeerd door deze groep leerling edelsmeden. Je wordt er ook rustig van. Ook het creatieve proces dat daarbij hoort (bedenken, ontwerpen, uitvoeren), geldt als een van de belangrijkste redenen om sieraden te maken. En waarom dan sieraden? Dat is nog best lastig. Ook hier speelt de ambachtelijkheid een rol , waarbij het materiaal en de technieken een uitdaging vormen. Bovendien zijn sieraden blijvend en tijdloos; iets dat je niet zomaar weggooit. Ook kan je er iets mee: het dragen en/of iemand er, op een bepaalde manier, blij mee maken. Degene waarvoor je een sieraad maakt, speelt dan ook een belangrijke rol. Vrijwel iedereen geeft aan in principe wel voor iedereen een sieraad te willen/kunnen maken. Al worden daar wel voorwaarden aan verbonden. Op de een of andere manier waardering van de klant/drager krijgen is daarbij belangrijk. Maar ook belangrijk is het, sieraden te maken die je zelf ook mooi vind, tenminste als je economische omstandigheden deze luxe toestaan. Als je van het sieraden maken moet leven wordt het een ander verhaal, al blijven er altijd bepaalde principes, ook dan, overeind staan. Een sieraad moet het liefst uniek zijn, waarbij van alles (waarbij met stip genoteerd: de natuur en gebouwen) als inspiratie bron kan dienen. Van degenen die al een beetje een idee hebben over; als wat voor edelsmid ze gezien willen worden, geeft iedereen, op een bepaalde manier, aan dat ze zich willen onderscheiden van anderen. Een eigen stijl, een eigen lijn ontwikkelen: daar gaan we voor! Ook hierbij komt het ambacht om de hoek kijken, want de sieraden moeten wel vakkundig en kwalitatief goed gemaakt zijn, al is het ook niet erg als je kan zien dat het handwerk is. Ook hier speelt de waardering van de klant een grote rol. Maar is het sieraad eenmaal verkocht, dan is het van de klant en hebben de makers er geen invloed meer op. De klant kan er dan zijn eigen betekenis aan geven. Laat je de klant buiten beschouwing dan zit de betekenis voor de makers ‘em vooral in het creatieve proces, waarvan je heel blij kan worden en waarbij slechts twee keer van kunstwerken gesproken wordt. Maar dat kan ermee te maken hebben dat het hier om een groep leerling edelsmeden gaat, die voorlopig al heel tevreden is, als anderen iets in hun unieke zelfgemaakte sieraden zien. De bovenstaande samenvatting klinkt wellicht heel logisch, maar naar mijn idee geeft het ook zeker een tijden cultuurbeeld weer. Kijk je alleen al naar de verdeling man- vrouw, dan zal dat bijvoorbeeld sowieso anders zijn dan zo’n pakweg 50- 100 jaar geleden en in andere landen/culturen. En over man- vrouw verdeling gesproken; het kan toeval zijn, maar antwoorden met een commerciële insteek komen alleen uit de manlijke hoek. Wat de commercie dan weer betreft, valt op dat niet vrijwel niemand van de leerlingen de insteek heeft ervan te kunnen leven. In ieder geval wordt dat slechts 1 keer door een leerling edelsmid als zodanig genoemd en dan nog als 1 van de inkomstenbronnen. Ook dit is in andere tijden (en culturen) zeker anders: Een hedendaags edelsmid Cees Post, (geboren 1942) kreeg in zijn jeugd bijvoorbeeld nog te horen, toen hij vertelde kunstschilder te willen worden: ga maar edelsmeden, want met schilderen is geen droge boterham te verdienen… Ook al wordt er niet veel over sieraden als kunstwerk gesproken, wel is het creatieve proces en het maken van unieke sieraden met een eigen stijl belangrijk. De relatie eigen stijl met economische onafhankelijkheid, wordt hierbij diverse keren genoemd. Dit zal vroeger ook zeker het geval zal zijn geweest, maar dan meer in omgekeerde zin. Het meer individuele tijdperk waarin we nu leven, speelt hierbij zeker ook een rol. Kijkend naar het verleden en naar andere culturen/ landen, is het ook zeker de moeite waard, denk ik, om deze visies te plaatsen naast de andere onderwerpen van dit werkstuk ten aanzien van de betekenis van het sieraad. Kijk je bijvoorbeeld naar religie, dan valt op dat zelfs dat woord alleen al door niemand werd
genoemd. Geloof, maar bijvoorbeeld ook bijgeloof, speelt in de visie van de makers geen enkele rol. Hooguit kan het iets zijn dat de drager er in ziet. Naast deze visies vergelijken met hoe het anders kan en ging, kan je je ook afvragen, hoe het in de toekomst er uit zal zien. Dit zet de visies, als momentopname, dan weer in een ander perspectief. Want, om ook maar met een open vraag te eindigen: Hoe zou in Nederland de visie van sieradenmakers er over pakweg 50 – 100 jaar uit zien? Bronvermelding: - antwoorden van de cursisten en docent beroepsopleiding edelsmeden 2012 van de Academie voor edelsmeden te Zeist - “Het groot werkvormenboek” (S. Dirkse-Hulscher & A. Talen, isbn nr. 978 90 5261 6131 uitgever; Academie Service Den Haag blz. 214- 215) Foto: een nog te maken foto van de groep met Ben aan het werk.