Hongerdoeken geloofsinspiratie voor moderne armen
Hongerdoeken geloofsinspiratie voor moderne armen De geschiedenis van de hongerdoek
Al bijna dertig jaar worden voor de vastentijd zogenaamde hongerdoeken gemaakt en verspreid om te worden opgehangen in kerk, school of parochiecentrum. De hongerdoek gaat terug op een oud, middeleeuws gebruik. Hij werd opgehangen om in de vastentijd het altaar waar de viering van de eucharistie plaatsvond aan het oog te ontrekken. Dat stond symbool voor de uitbanning van de mens uit het paradijs. Het had ook te maken met de opvatting van de Middeleeuwse christen dat hij als zondige mens onwaardig was om het altaar te naderen. Aanvankelijk waren het eenvoudige linnen doeken, later werden ze beschilderd met voorstellingen van het leven, lijden en sterven van Jezus. Zo zijn de doeken eeuwenlang een praktische vorm geweest van verkondiging en katechese. Omdat de doeken tijdens de vastentijd werden opgehangen kregen ze de naam ‘hongerdoeken’.
In de huidige tijd
Midden jaren zeventig werd deze vergeten traditie opgepakt door de Duitse katholieke ontwikkelingsorganisatie ‘Misereor’ (www.misereor.de). Door Misereor werd er echter een actuele betekenis aan gegeven door kunstenaars uit
het Zuiden te vragen nieuwe hongerdoeken te maken vanuit thema’s die hen aanspreken. De gedachte erachter was: waarom zouden wij, ‘moderne armen’ in het Westen niet door symbolen en beelden uit het Zuiden tot nieuwe instelling en houding, tot vernieuwd geloven kunnen worden gebracht? Sinds 196 heeft Misereor 1 hongerdoeken uitgebracht. Ze zijn tot 1999 in Nederland verspreid door de stichting Hongerdoeken in Den Bosch, opgericht door het toenmalige Missiecentrum aldaar. Vanaf 000 doet Vastenaktie Nederland, nu een onderdeel van de grote katholieke ontwikkelingskoepel Cordaid, de verspreiding. De hongerdoeken zijn - voor zover nog voorradig - nu bij Vastenaktie in Den Haag te bestellen (www.vastenaktie.nl).
Meer informatie
Tot slot willen wij u nog wijzen op de Missie- Zendingskalender. Sinds 1980 verschijnt ook die met plaatwerk van kunstenaars uit Derde Wereldlanden. De Missie- Zendingskalender wordt jaarlijks uitgegeven door CMC - Mensen met een Missie in Den Haag en aan protestantse kant door de Nederlandse Zendingsraad in Utrecht (www.missiezendingskalender.nl).Meer informatie over de hongerdoeken en wat er in de loop der jaren aan katechetisch en litur1
gisch materiaal rond verscheen, is door de Nederlandse Missieraad verzameld en vermeld op de website www.missieraad.nl. januari 2008
Zwitserland 1980, 1998
Duitsland 1996
China, 2007 Haïti, 1982
Peru, 1986 Ghana, 2002
India, 1976, 1984, 1990 Ethiopië, 1978
Latijns-Amerika, 1992, 2004
Kameroen, 1988
Indonesië, 2000 Zuid-Afrika, 1994
4
De heer van de dans
India, 1976
door Jyoti Sahi De eerste hongerdoek uit de moderne tijd werd geschilderd door de Indiase kunstenaar Jyoti Sahi. Hij is in 1944 in Pune geboren uit een Engelse katholieke moeder en een Indiase hindoe vader. Geloof en kunst zijn voor de katholiek Jioti Sahi nauw met elkaar verbonden. In zijn schilderingen mengt hij Westerse schilderstijlen met Oosterse symboliek. Hij woont en werkt in een kunst-centrum (ashram) nabij Bangalore. Deze hongerdoek die alleen in Duitsland is verspreid, niet in Nederland, heeft eigenlijk geen titel gekregen. De titel ‘de heer van de dans’ is er later aan gegeven. Hij was bedoeld als experiment om te kijken of en hoe een hongerdoek in moderne vorm zou aanslaan. Zoals alle schilderingen van Sahi, zit ook dit doek boordevol Indiase symboliek. Hij schildert Christus als de Heer van de Dans, symbool van een nieuwe tijd, van hoop en van toekomst. Ook het kruis, de levensboom is zo’n symbool. Hij is dor, maar er hangen ook vruchten aan, mango’s bijvoorbeeld, vruchten van de liefde in India. Daar rondom een aantal symbolen uit de christelijke en Indiase tradities. Jyoti Sahi wilde met zijn doek het lijden van Christus verbinden met het leven en lijden van de mensen vandaag en Jezus’ verrijzenis met het verlangen naar de opstanding en bevrijding van mensen. Ook de kleuren van het doek, duif-
grijs en fel oranje, hebben in India veel symbolische betekenis. Het grijs symboliseert as en medelijden, oranje is de kleur van vuur en schepping. Jyoti schilderde ook de hongerdoek ‘Levend water’ van 1984.
Dat Christus zo groot voor je wordt, dat al het andere je te klein wordt; Dat Christus je zo wijd maakt dat de hele aarde je te nauw is; Dat Christus je zo diep maakt, dat je verdiepen wilt in ’t leed van anderen; Dat Christus je zo sterk maakt, dat verdriet je niet meer deert; Dat Christus je zo van hemzelf vervult, dat geen wens nog ruimte vindt; Dat Christus je zo stil maakt, dat je hem totaal verkondigt. Zo zegene je de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Uit: Liturgische Bausteinen, Misereor 2007
6
De druivenpers
Ethiopië, 1978
door Alemayehu Bizuneh Deze hongerdoek werd geschilderd door Alemayehu Bizuneh (*1934), op doek, en niet zoals in de oude Ethiopische katechetische schildertraditie, op geitenleer. Hij kwam uit Addis Abeba, de hoofdstad en overleed in 1981. Op deze hongerdoek schildert Bizuneh een heilsgeschiedenis voor een heilloze tijd. Elke dat opnieuw - we hebben het over de jaren zeventig, kort na de val van Haile Selassie - ervoer hij de armoede en de honger, het onrecht en het geweld in het land. Vanuit deze ervaringen schildert hij deze hongerdoek als meditatie en oproep tot ommekeer op onze weg naar Pasen. God probeert het steeds weer met de mens! zo is de diepere boodschap. Door middel van vijf bijbelse motieven zoekt hij naar een antwoord op de vraag van het lijden - in Ethiopië dagelijks aanwezig - en roept hij op tot bekering, tot anders gaan leven. Bizuneh beeldt daarvoor elf bijbelse taferelen uit, die hij spiraalsgewijs naar het midden toe uitwerkt. Het vertrekpunt is de broedermoord, het verhaal van Kaïn en Abel, in twee taferelen. Daarnaast het bijbelverhaal van Noach en de zondvloed. In vier schilderingen laat hij daarna zien, hoe de ontmoeting verloopt tussen de tollenaar Zacheüs en Jezus. Daarna maken we kennis met het optreden van Jezus: we zien hem lammen genezen en het wonder van de
broodvermenigvuldiging. In het hart van het doek worden twee motieven in elkaar gevlochten: de Lijdende Dienstknecht staat in de druivenpers met daar rondom afbeeldingen van schendingen van mensenrechten en martelingen: Jezus’ bloed verbindt de verschillende taferelen met elkaar.
Barmhartige God, Jij bent barmhartig en mild, van toorn sta Jij ver af, Jij bent vol rijke ontferming. Als we Je gekwetst hebben, Heer, hetzij door wat we zeiden, door wat we deden, of door wat we dachten, scheld het kwijt, vergeef en vergeet het. Uit het boetegebed van St. Basilius Ethiopisch Orthodoxe kerk
8
Middeleeuws hongerdoek Deze hongerdoek is de enige ‘originele’ hongerdoek. Hij stamt uit de late Middeleeuwen en is gemaakt in Zwitserland. Hij wordt ook wel het hongerdoek van broeder Klaus genoemd, omdat hij voortkomt uit een traditie die rond de heilige Nicolaas van Flühe (gestorven in 1487) zijn oorsprong vindt. Hij werd oorspronkelijk in 1980 uitgebracht en in 1998 met actuele toevoegingen heruitgegeven. In de ronde medaillons zijn gebeurtenissen afgebeeld uit het Nieuwe Testament. Met de klok mee vanaf midden onder: de aankondiging van Jezus geboorte aan Maria, zijn geboorte, zijn terugkeer aan het einde der tijden, zijn gevangenneming, zijn kruisiging en een afbeelding van de eucharistie. Onder in de medaillons staan de symbolen van de zeven werken van barmhartigheid. In het midden staat Jezus als de Christus-Koning. Als Zoon van God is hij ten diepste aanwezig in de geschiedenis. De symbolen van de vier evangelisten vullen de hoeken. In 1998 zijn links en rechts van deze hongerdoek ter actualisering vier illustraties aangebracht die betrekking hebben op invullingen van nu. Rechtsboven: gerechtigheid (marktvrouw in India) en daaronder vrede, (burgeroorlog in Libanon). Linksonder: het behoud van de schepping (boer uit Bangladesh) en daarboven de rechten van de vrouw (vrouwen uit Bangladesh).
1980, 1998 Geef me een mens God, geef me een mens, al is het er maar één die er is voor mij, die van mij houdt, die mij neemt zoals ben. Geef me een mens, als is het er maar één die er is voor mij, niet omdat ik als arm geboekstaafd sta, of omdat ik doorga als verloren zoon, maar omdat ik een mens ben een mens zoals ieder ander. God, geef me eens mens, al is het er maar één, die van mij houdt die mij nodig heft en die ik nodig heb. Latijns Amerika uit: Geef ons heden ons dagelijks brood
10
Leven onder de regenboog
Haïti, 1982
door Jacques Chéry De hongerdoek die de Haïtiaanse kunstenaar Jacques Chéry schilderde is een van de bekendste. Chéry (*1928) behoort tot de groep kunstenaars die in Haïti ‘de primitieven’ wordt genoemd. Hun expressieve kunst wordt gekenmerkt door krachtige beelden en een verbazende rijkdom aan kleuren en vormen. Het bijzondere van deze Hongerdoek is de versmelting van een dubbele realiteit: de boodschap van de bijbel en de wereld zoals die begin jaren tachtig in Haïti ervaren werd. Geweld, onderdrukking en bewapening staan tegenover de bijbelse utopie van hoop leven en verwachting. Hij schilderde de bijbelse wereld zoals die wordt . Het meest in het oog springend is de lijdende Christus aan de levensboom. Jezus is ook nog in vijf andere taferelen aanwezig, herkenbaar aan zijn oranje-rood gewaad. Hij lijdt mee met mensen, wijst hen de weg en zit met hen aan tafel. Het doek bevat negen taferelen. De onderste blauwe strook laat ons kennis maken met (boot)vluchtelingen, met oorlog en hebzucht. Die strook duidt op helse zaken op de weinig rooskleurige situatie waarin de wereld en Haïti in het bijzonder verkeert. In de middelste lichtgroene strook staat Jezus centraal als leraar en verlosser die hoop geeft en bevrijding brengt. De bovenste lichtgele strook verwijst
naar hemelse, naar goede waarden, mensenrechten, het geluk van het aartsparadijs en van samen delen aan de wereldtafel. En dat alles speelt zich af onder de regenboog, symbool van het verbond van God met zijn volk. Waar de regenboog ophoudt Waar de regenboog ophoudt daar zal een plaats zijn, broeder, waar de wereld liederen kan zingen, en wij zullen er zingen, wij samen broeder, jij en ik ofschoon jij blank bent en ik niet. Het zal een droevig lied zijn, broeder, omdat we de melodie niet kennen, een moeilijke melodie, maar we kunnen het leren, broeder, jij en ik, en het is muziek die we zullen gaan zingen, waar de regenboog ophoudt. Richard Rive
11
1
Levend water
India, 1984
door Jyoti Sahi e Indiase kunstenaar Jyoti Sahi is ook (zie Indiadoek 1976) de maker van dit doek. In dit hongerdoek plaatst hij Jezus temidden van de armen en uitgeslotenen van de Indiase samenleving. Met zijn donkere huid is hij een van hen. Maar door hem kiest God voor de armen. Hij is het levend water, het licht van de wereld, de verrijzenis en het leven, zoals Johannes in zijn evangelie schrijft. Het hongerdoek heeft een aantal opvallende elementen uit de wereldgodsdiensten die in India voorkomen: islam, hindoeïsme, boeddhisme en christendom. Linksboven schilderde Jyoti Sahi een islamitisch mausoleum met graven eromheen, en met daarbij de uit de dood opgewekte Lazarus. De paria’s, de dalits, de onaanraakbaren daaronder wonen vaak op de minste plekken in de dorpen waar ook de begraafplaatsen zijn. Gods lichtstraal verlicht ook hen. Het water (van de heilige rivier de Ganges!) neemt in het hindoeïsme een heel belangrijke plaats in, ook op dit hongerdoek. Het water is levend water, de dood wordt overwonnen, de armsten krijgen er het eerst van te drinken. In de mandorla, de waterdruppel, heeft Jyoti de zus van Lazarus afgebeeld, Maria de luisterende. Rechts op de afbeelding zien we de Samaritaanse putten uit de stroom van het levend water dat Jezus is. Rechts op de afbeelding is ook Mozes te zien als een Indi-
ase wijze; de amaltusboom en de vaas met lotusbloemen wijzen op de heiligheid van de plaats. Ik wil als het water zijn Ik wil als het water zijn, dat in de rivieren klatert, en door het oerwoud stroomt, dat velden vruchtbaar maakt en overal leven brengt.
Ik wil als het water zijn, de bron van alle leven, dat alle mensen samenbrengt, om samen, overal vandaan, het lief en leed te delen.
Ik wil als het water zijn, dat al wat vies is, wast, dat iedere mens, hoe die ook heet en heling en bevrijding zoekt, weer hoop op toekomst geeft.
God, ik wil als het water zijn, dat in uw richting stroomt, om in de wereld, overal, uw opdracht waar te maken: meer mens te zijn voor iedereen.
Ik wil als het water zijn, dat alle boten draagt, vol mensen en hun lasten, om voor hen allemaal hun lasten te verlichten.
gebed uit Thailand
13
14
Bondgenoten onderweg
Peru, 1986
door een groep boeren en boerinnen in Santiago de Pupuja De belangrijkste symbolen van deze doek zijn een voet en handen. De voet voor het samen-op-weg-zijn en de handen als symbool van onderlinge solidariteit en verbondenheid. De afbeeldingen zijn tijdens een aantal bezinningsdagen over de vastentijd vervaardigd door een groep boeren en boerinnen in Santiago de Pupuja, Peru. De groep wilde alleen maar meewerken aan een hongerdoek als het een proces van binnenuit zou mogen worden Ze hadden hun eigen vragen. Lukt het ons met Christus op weg te gaan, omringd door geweld en vervolging, in grote nood? Kunnen we samen broederlijkheid tot stand brengen, ondanks alle hebzucht, egoïsme en geweld! Kunnen wij weerstand bieden om geen geweld met geweld te vergelden? Het is daarmee een doek geworden waarin de eigen geschiedenis van de boerinnen en boeren van Santiago de Pupuja wordt verteld. Het is een doek over hún angsten en hún hoop, maar ook een uitnodiging aan ons in het Westen om als bondgenoten mee op weg te gaan. Evenals bij de Ethiopische doek wordt de tocht van het Volk Gods spiraalsgewijs afgelegd, te beginnen linksboven. Elk tafereel illustreert een bijbeltekst die op de vastenzondagen van het C-jaar wordt gelezen
Arm zijn we niet God, arm zijn we niet, want we hebben een hoofd en we hebben handen. Arm zijn zij die geen ogen hebben om te zien of geen handen om uit de mouwen te steken. Wij hebben wel een taak van U gekregen, God, de opdracht om blinden te laten zien, om lammen te helpen met lopen, om zieken weer gezond te maken. Ons voorbeeld daarbij is Jezus, die wij onze Heer mogen noemen. Hij wordt nog steeds geboren als de nieuwe mens zich losmaakt van de oude en op zoek gaat naar een medemens. Gebed uit Peru
15
16
De levenskring
Kameroen, 1988
door René Tchebetschou De Kameroenese kunstenaar René Tchebetschou (1949) liet zich inspireren door de sociale en culturele omstandigheden in zwart Afrika. Het doek volgt daarbij het Onze Vader, zoals dat in Afrika wordt ervaren, beleefd en gebeden. Onze Vader die in de hemel zijt… Hemel en aarde vormen voor de Afrikanen een kosmische eenheid. God is overal. Op het doek zie je zijn gezicht in de oranje maskers en Jezus zie je midden tussen de mensen, herkenbaar aan zijn oranje kleding. Uw rijk kome, uw wil geschiede… Christus is bij mensen als zij samenkomen om te eten, midden boven. Iedereen krijgt haar of zijn deel, ook het kind, ook de dieren. Geef ons heden ons dagelijks brood… Mensen werken en zwoegen voor hun dagelijks brood. Ze zaaien, oogsten en bereiden het voedsel, Ze worden geboren en ze sterven. Vergeef ons onze schuld en leid ons niet in bekoring… De volheid van het leven wordt bedreigd, zoals op het doek aan weerskanten te zien is. Door ziekte, corruptie, drankmisbruik en uitbuiting; en door de vervreemding die van buiten komt Maar verlos ons van het kwade… Het leven, speelt zich af binnen de kring van God en de voorouders. Zij beschermen mensen tegen het kwade als Jezus in het midden van de Afrikaanse levenskring staat.
ZEG NIET ONZE VADER Zeg niet Vader, als je geen kind kunt zijn. Zeg niet onze, als je slechts aan jezelf denkt. Zeg niet hemel, als je slechts naar aardse zaken verlangt. Zeg niet uw naam worde geheiligd, als je voortdurend je eigen eer zoekt. Zeg niet uw rijk kome, als je alleen maar hoopt er zelf beter van te worden. Zeg niet uw wil geschiede, als je geen tegenslag kunt verdragen. Bid niet voor het brood van vandaag, als je niet voor de armen wilt opkomen. Bid niet voor vergeving van schulden, als je in wrok leeft met familie of buren. Bid niet voor een leven zonder bekoring, als je voortdurend met het kwaad omgaat. Bid niet voor een leven zonder kwaad, als je niet op zoek bent naar het goede. Zeg niet amen en zo zij het, als je dit gebed niet ter harte neemt.
Tsjaad
17
18
Bijbelse vrouwen
India, 1990
door Lucy D’Souza De Indiase artieste Lucy D’Souza is afkomstig uit Goa. Ze is opgeleid als lerares, Jyoti Sahi noemt ze haar artistieke goeroe, leermeester. Ze laat zich in dit doek inspireren door drie oudtestamentische en drie nieuwtestamentische vrouwenverhalen. Het zijn telkens verhalen van vrouwen die zich inzetten voor een betere samenleving, voor het Rijk Gods op deze wereld. Zij wijzen ons de weg naar gerechtigheid, naastenliefde en vrede; zij gaan de strijd aan tegen onderdrukking, onrecht en racisme; zij kiezen voor de armen en degenen die gevaar en risico lopen in deze wereld. Zij vinden daartoe de kracht in zichzelf en in meditatie. De mediterende, in zichzelf gekeerde vrouw in de graankorrel nodigt ons uit tot een reis naar binnen, tot inkeer in onszelf om de kracht op te doen voor de reis naar buiten, naar armen, onderdrukten en naamlozen. De bijbeltekst hierbij is Lc. 13, 21 en Joh. 12,24. Met de klok mee vanaf linksboven. Allereerst Mirjam, de profetes en zuster van Mozes; water halen is voor vrouwen in India dagelijkse arbeid. De Egyptische vroedvrouwen Sifra en Pua die de pasgeboren joodse jongetjes redden ondanks een bevel van farao; in India zijn pasgeboren meisjes weinig in tel; velen sterven daarom jong. De vreemdelinge Ruth die met haar schoonmoeder aren raapt om te overleven; in de
JIJ BENT BIJZONDER Jij vrouw, jij bent bijzonder. Ieder van ons is apart, beeld van God. Niemand is zoals jij. Want jij, vrouw, jij bent de uitverkorene in het oog van God. Zo zijn wij allen kinderen van God, Gods schepping. Dalit-vrouw uit India dagelijkse strijd om het bestaan ligt in India de zwaarste last op de schouders van vrouwen. Maria en Elisabet; de machtigen stoot Hij van hun troon en de eenvoudige verheft Hij. De boom van de machtigen is geveld en uit de tronk van Jesse ontspruit een nieuwe loot. De vrouw uit Kanaän, geen joodse, vraagt Jezus om haar dochtertje te genezen. Steeds meer vrouwen in India komen in het geweer tegen minderwaardige behandeling in wetgeving en samenleving. Maria Magdalena bij het graf; zij is de eerste getuige van zijn verrijzenis. Ondanks alle problemen blijven vrouwen in India getuigen van het leven. 19
0
Naar een nieuwe wereld Zuid-Amerika,1992 door Adolfo Pérez Esquivel De Argentijnse schrijver, schilder en beeldhouwer Adolfo Pérez Esquivel vindt zijn inspiratie bij mensen als Ghandi en Martin Luther King: de geweldloze strijd voor een goede en rechtvaardige zaak. Vanuit die bewogenheid zet hij zich al vele jaren in voor de zaak van armen en verdrukten. In 1980 werd hem de Nobelprijs voor de vrede toegekend. De aanleiding van deze hongerdoek is de herdenking in 1992 van de ‘ontdekking’ van Amerika in 1492, afgebeeld rechtsboven. Voor de oorspronkelijke bewoners heeft dat weinig geluk gebracht. Ze werden onderworpen, van mensen tot dingen gemaakt, tot slaven van de blanke overheersers. Hun eeuwenoude cultuur beeldde Esquivel midden boven af: de poort van de zon in Bolivia, Machu Picchu in Peru, de piramides van de Azteken en Maya’s in Midden Amerika. De gouden zon is voor de indianen het beeld van God, tegen van hoop en toekomst. Links op het hongerdoek schildert hij het minder mooie heden: krottenwijken, vervuilende industrieën, verstedelijking en onderdrukking door de politie van straatkinderen, werklozen en andere armen. Maar er is ook hoop. Vooraan op het doek zien we de opgestane Christus. Met hem trekken op landloze boeren die op zoek zijn naar het van hen afgenomen land, verdwenen kinderen, de vermoorde leider van de rubbertappers in Brazilië Chico Mendes, en de Guatemalteekse katechist
Vincente Menchu, de vader van Rigoberta, eveneens vermoord. Ook Bisschop Romero zien we, de ‘dwaze moeders’ uit Argentinië, maar ook de Indiaanse leider Tupac Amaru, onthoofd door de Spanjaarden, en de legendarische Braziliaanse slavenleider Zumbi. Samen met vele anderen die hun leven hebben gegeven is Jezus op weg naar een nieuwe wereld. Ze vragen ons met hen mee te gaan! De hongerdoek is de 15e, de verrijzenisstatie van een kruisweg die Esquivel voor 1992 schilderde. ZE HEBBEN JE GEDOOD Ze hebben je gedood en ons niet gezegd, waar ze je lichaam begroeven. Maar sindsdien is heel ons land jouw graf; en in ieder stukje grond waarin je lichaam niet aanwezig is ben jij opgestaan! Ze dachten je te doden, ze dachten je te begraven, maar het was zaaien, wat ze deden. Grafschrift voor een vrijheidsstrijder 21
De vreemdeling in ons midden Z.Afrika 1994 door Azariah Mbatha Deze hongerdoek - een linosnede - is vervaardigd door Azariah Mbatha, een Zuid-Afrikaan. Hij heeft aan den lijve ervaren wat het is, om in angst te moeten leven, vreemdeling te zijn, je te moeten aanpassen. Aan de hand van bijbelverhalen en gebeurtenissen uit Afrika en Europa beeldt hij de harde werkelijkheid van vreemdelingen en vluchtelingen uit. Maar hij verliest daarbij niet uit het oog, dat het ook anders kan, dat er ergens in de wereld ook een gastvrije plek is om te wonen. Zo wil hij ons uitdagen om stil te staan bij de oorzaken waarom mensen huis en haard moeten verlaten en moeten vluchten. En hoe wij hen - helaas - vaak ontvangen en met hen omgaan. In het centrum van de doek is het bijbelverhaal van de Emmaüsgangers afgebeeld. Het staat er in drie lagen: onderaan zien we de leerlingen met ‘de vreemdeling’ op weg naar Emmaüs, middenin openbaart Jezus zich aan hen als ze aan tafel zitten en boven verdwijnt hij uit hun gezicht, terwijl zij terugkeren naar Jeruzalem. Bovenaan links treffen we Abraham en Lot aan die met hun families en vee Ur van de Chaldeeën verlieten om naar het beloofde land Kanaän te trekken. Bovenaan rechts zien we Mozes met de stenen tafelen op weg naar farao en daaronder leidt hij zijn volk weg uit Egypte. Onder deze twee bijbelse taferelen heeft de kunstenaar het leven in Afrika
afgebeeld. Velen zijn op de vlucht voor oorlog of op zoek naar een beter leven: van het platteland naar de stad, van het ene land naar het andere, van Afrika naar Europa. Ze staan aan onze poort, worden in kampen opgeborgen en ook als ongewenste vreemdeling het land uitgezet. IK KLOP AAN JOUW DEUR Ik klop aan jouw deur, ik klop aan jouw hart, voor een bed en een warme plek, maar je laat me niet binnen. Broer, open je deur! Waarom vraag je me steeds, of ik uit Afrika kom, uit Amerika, uit Azië en niet uit Europa? Zus, open je deur! Broer, open je deur, zus, open je hart! Ook ik ben een mens, met een lichaam, met een ziel. Een mens zoals jij! René Philombe, Kameroen 23
4
Toekomst dromen
Duitsland, 1996
door Sieger Köder Hoewel afkomstig uit Duitsland en geschilderd door de Duitse kunstenaar/priester Sieger Köder (1925), is het thema van deze doek de hele wereld, veelkleurig en multicultureel zoals die vandaag de dag is. Alle rassen en volken zijn erop vertegenwoordigd, ook alle godsdiensten. De vrouw met het cymbaal, links boven, verwijst naar Mirjam, de zuster van Mozes en Aäron, die haar vreugde uitzingt wanneer muren instorten en prikkeldraad wordt gebroken rond gevangenschap en onderdrukking. Dat geldt voor het joodse volk en voor alle onderdrukte volken waar ook ter wereld. In de ark van Noach, linksonder, zien we naast een witte mens, een Afrikaan, een Chinees en een Arabier. De ark drijft op de vervuilde zeeën. De duif met het groene takje symboliseert ook vandaag de hoop op betere tijden. Aan tafel rechtsboven zitten niet de genodigden aan Gods bruiloftsmaal; die bleven weg met allerlei excuses. Aan dit bruiloftsmaal is onze kleurrijke samenleving in het klein te zien. Aan tafel zitten de mensen die vandaag de dag op de straathoeken te vinden zijn, een verliefd stel, een zwarte, een indiaan, een Chinese, een kind… De Heer breekt voor elk het brood. De mensen bij het water rechtsonder tenslotte doen denken aan het bijbelverhaal van de Vijver van Betesda. Gedragen door medemensen vinden de zwarte man en de
SAMEN DELEN Alleen de rijst die we samen delen, voedt. Alleen het water dat we samen drinken, lest onze dorst. Alleen de strijd die we samen voeren, brengt bevrijding. Alleen de kleren die we samen delen, maken mooi. Alleen de woorden die we samen vinden, zijn verstaanbaar. Alleen de weg samen gaan, heeft een doel. Alleen het doel dat we samen stellen, is bereikbaar. Alleen de vrede die we samen maken, wordt wereldwijd. Suriname gekleurde vrouw genezing. De blinde lamme wacht nog op een helpende hand. De kleuren van de regenboog zijn in elk tafereel terug te vinden en het gelaat van Christus wordt weerspiegeld in de beker en in het water. De lijdende Christus verbindt ook de taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament. De kunstenaar wil zo zeggen, dat zijn dromen van vrede (het prikkeldraad), van gerechtigheid (de overvloedige feestdis en het genezende water), en zijn dromen van de schepping (het groene takje en de regenboog), voor alle mensen van alle tijden zijn bedoeld. 25
6
Het nieuwe verbond
Indonesië, 2000
door Suryo Indratno De hongerdoek die in Duitsland in het jubeljaar 2000 verscheen als ‘Das Jahr das Got Gefällt’ kreeg de Nederlandse titel Het nieuwe Verbond. De doek is geschilderd door de Indonesiër Suryo Indratno (1969). Hij wil met andere kunstenaars met verschillende etnische en religieuze achtergronden een bijdrage leveren aan dialoog tussen godsdiensten en culturen. Indratno heeft zich gebaseerd op de oproep tot omkeer en inkeer die in de veertigdagentijd centraal staat. Hij ging uit van het jubeljaar 2000, waarin de kerken met een beroep op het Oude Testament opriepen het onrecht te herstellen, te breken met scheefgegroeide praktijken en een einde te maken aan het geweld. Deze doek zit boordevol symboliek, oosterse en westerse, joods-christelijke en hindoeïstische en boeddhistische. De doek is opgebouwd in spiraalvorm. Aan de buitenkant heersen chaos en geweld, militairen met onbarmhartige laarzen, brandende moskeeën en kerken, uitbuiting van boeren. Aan de binnenkant bouwt zich een tegenkracht op: mensen bekennen zich tot elkaar, komen op voor hun rechten, gaan samen aan tafel. De bergboom tooit zich met zegeningen, godsdiensten verzoenen zich met elkaar. Middenin zien we een moeder die haar kind de borst geeft, vredigheid, symbool van hoop en toekomst. De beweging in de doek
verbeeldt het kloppend hart van schepping en leven, het kosmisch visioen van de harmonie van alles wat leeft. Mensen van verschillende culturen, godsdiensten en klassen hebben zich verzameld rond de tafel met rijst, voedsel voor allen. Opvallend is het aantal vrouwen op de doek: indrukwekkende vrouwen. De gelijkheid tussen Gods dochters en Gods zonen moet in ere worden hersteld, zo lijkt de schilder aan te geven. En dat is een opdracht voor alle godsdiensten, afgebeeld met hun symbolen in de levensboom. HONGER IS EEN ZWARTE KRAAI Oh God, onze ogen zijn de uwe, dit is uw mond, dit is uw hart, dit is uw maag. Uw buik heeft honger, God, uw maag kauwt aluin en ook gebroken glas. Honger is een zwarte kraai, miljoenen zwarte kraaien, een zwarte wolk die mijn gezicht op uw hemel verduistert. W.S. Rendra, Indonesië 27
8
Wereldgezichten
Ghana, 2002
door El Loko De hongerdoek van 2002 is geschilderd door de Afrikaanse kunstenaar EL Loko. Vrede en menselijkheid, oorlog en geweld, dat zijn de thema’s die EL Loko in zijn doek verwerkt. Het is een stil, bijna meditatief doek. Een doek dat je langzaam op je moet laten inwerken en dat pas dan tot leven komt. Wereldgezichten heet het in het Nederlands; de Duitsers hebben het ‘Augenblicke’ genoemd, een woordspeling die misschien ook met enige uitleg in het Nederlandse ‘ogen blikken’ is te maken. Ogen kijken je aan. 36 paar ogen, 36 blikken, 36 gezichten, verdeeld over drie panelen. Ze zijn getekend en geschilderd als traditionele Afrikaanse maskers, maar ze zijn tegelijk ook meer dan dat. Het zijn allemaal verschillende gezichten met individuele trekken. Sommigen zijn spiegels van blijdschap, anderen hebben een droevige blik. Blijdschap en leed, oorlog en vrede. Ze liggen vaak dichtbij elkaar. In Afrika al helemaal. Voor de goede kijker bieden de gezichten nog veel meer. Ze zijn, zoals de traditionele Afrikaanse maskers, beschilderd met symbolen. Er zijn er met de universele drietand van het geweld of getekend (ook in de twee betekenissen van dit woord) met de krassen en littekens van oorlog en geweld. Sommige gezichten dragen de christelijke kroon van vrede en wijsheid, de vredesduif, of zijn versierd met
GOEDE VRIJDAG Het kruis is de weg van de verlorene. Het kruis is de staf van de kreupele. Het kruis is de gids van de blinde. Het kruis is de kracht van de zwakke. Het kruis is de hoop van de hopeloze. Het kruis is de vrijheid van de slaven. Het kruis is het water van de zaden. Het kruis is de troost van de arbeiders. Het kruis is de bron van hen die water zoeken. Het kruis is het kleed van de naakte. Afrikaans lied bloemen en bladen. Andere zijn getatoeëerd met Afrikaanse mythologische symbolen voor de mens, de eeuwigheid, de natuur en de wereld. Allemaal gezichten van de wereld: wereldgezichten. Al die gezichten worden bijeengehouden door een kruis. Christelijk teken van lijden, maar ook van hoop en verlossing, van machteloosheid, maar ook van vrijheid en vrede. Is het zwarte gezicht erop dat van de Christus? 29
0
Ons dagelijks brood De hongerdoek van 2004 met als titel ‘Ons dagelijks brood’ is meer dan ooit een uitbeelding van waar het in de veertigdagentijd om draait: ‘ons dagelijks brood delen’. Het doek is gemaakt door zeven vrouwen uit verschillende Latijns Amerikaanse landen, die allemaal vastzaten in een vrouwengevangenis in Duitsland. Hun uitwisseling van levens- en geloofservaringen leidde tot het hongerdoek. Ze bepaalden samen de inhoud en schilderden er elk een deel van om te laten zien, dat de mens niet van brood alleen leeft, zoals Jezus in het Lucas-evangelie zegt (Lc. 4,4). De hongerdoek is als een uitvergroot beeld van een computerscherm. Het toont een aantal vensters, dat zou verschijnen als je via internet op zoek gaat naar informatie over mensen die leven aan de rand van de wereldsamenleving. Een aantal vensters is geopend, een aantal gaat nog schuil achter kleine iconen. Het beeldscherm zelf is rood, als symbool voor het vrouw-zijn van de maaksters. Het staat ook symbool voor de liefde, de kracht en energie die zij in zichzelf ontwaren. Voor het leven zelf ook, voor levensbloed dat kan stromen, maar ook kan stollen door het verderf van strijd en dood waarmee de maaksters in hun leven werden geconfronteerd. De Hongerdoek staat voor vrouwen in het Zuiden die ervan dromen het leven door te geven: krachtig, vol liefde,
Latijns-Amerika, 2004 lichaam en bloed delend met elkaar. Ze dromen van een nieuwe wereld, waarin samen delen met elkaar de boventoon voert. De hongerdoek staat ook voor dialoog. Het is het product van zo’n dialoog tussen de maaksters, de zeven vrouwen uit Latijns Amerika. Het is ook hun uitnodiging aan iedereen die naar het doek kijkt en luistert om met elkaar en hen in dialoog te gaan. GELOOFSBELIJDENIS Wij geloven in God; Hij houdt van hen die zich aan de wet houden. Hij biedt de vreemdelingen een thuis. Hij geeft de slachtoffers van geweld zijn hulp. We geloven in Jezus Christus, Zoon van God, onze broeder en verlosser. Hij gaf wie honger hadden te eten,
Hij gaf wie in het donker leven het licht; Hij gaf gevangenen vrijheid. We geloven in de H. Geest. Zij geeft nieuwe moed aan de vertwijfelden; Zij geeft de waarheid aan wie in leugens leven; Zij geeft hoop van leven aan hen die in doodsangst verkeren. Amen. E. Cardenal, Nicaragua 31
De weg naar de ander
Duitsland, 2006
door Amouzu Amouzu Glikpa en Resi Borgmeie Deze hongerdoek is gemaakt door de Afrikaanse schilder Amouzu Amouzu Glikpa en de Duitse kunstenares Resi Borgmeier. Een verbond van Zuid en Noord, van culturen en van man en vrouw. Deze hongerdoek wil ook iets vertellen over de verbondenheid van God met mensen. Voor Hem zijn alle mensen gelijkwaardig. De kleuren van de hongerdoek gaan van links naar rechts in elkaar over. Ze symboliseren die verbondenheid; de overgangen zijn zo geleidelijke en subtiel dat het hele doek eenheid uitstraalt. Links op de doek staan Adam en Eva. ‘Als man en vrouw schiep God de mens’ (Gen.1,27). Geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis heeft God de mens zijn eigen levensadem ingeblazen (Gen.1,26). Adam en Eva mogen leven in de Hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. Maar de mens vervreemdt van God, aanbidt afgoden zoals geld, macht, roem, eerzucht en luxe. In plaats van betrokkenheid op elkaar, van naasten zijn, is er haat, afgunst en jaloezie tussen de mensen. In het midden staan twee vrouwen afgebeeld: Maria en Elisabet. Ze spelen een belangrijke rol in de heilsgeschiedenis. door hun zonen Johannes de Doper en Jezus van Nazareth. Machtigen stoot hij van de troon, nederigen verheft hij (Lc. 1, 52) Hij was trouw aan Gods Woord en onderhield Zijn geboden en wetten.
Rechtsonder staat Jezus met een vrouw bij een bron in de stad Sichar, een Samaritaanse, iemand van minder allooi. (Joh. 4,) Jezus doorbreekt grenzen. Hij denkt anders dan wij, ziet geen verschil tussen mensen. Rechtsboven staat het kruis afgebeeld waaromheen de mensengemeenschap zich verzamelt. Door het kruis heeft Jezus de mens weer met God verzoend. Hij leerde ons hoe wij moeten leven: een weg van dienstbaarheid en naastenliefde. NEEM ONS OP God, neem ons op en werp ons niet van U af. God, geef ons een plek op uw navel en werp ons niet van U af. God, geef ons een plek in de warmte van uw schoot en werp ons niet van U af. God, geef ons een plek in een plooi van uw gewaad en werp ons niet van U af.
God, geef ons een plek in uw stralend witte schoot en werp ons niet van U af. God, geef ons een plek onder uw vleugels en werp ons niet van U af. God, draag ons onder uw oksels en werp ons niet van U af. God, draag ons op uw rug en werp ons niet van U af. Maasai, volk in Oost-Afrika 33
4
Zalig zijt gij
China, 2007
door Li Jinyuan Schilder van deze hongerdoek is de Chinese kunstnaar Li Jinyuan (1945), professor in de traditionele Chinese schilderkunst. Hoewel geen christen, kent en leest Jinyuan de bijbel.Vooral Jezus’ blijde boodschap van Gods barmhartigheid spreekt hem aan. Hij beeldt op deze doek de zaligsprekingen uit het vijfde hoofdstuk van het evangelie van Matteüs uit. Deze hongerdoek valt op door zijn helle licht, geel en oranje, warm oker en rood, Chinese kleuren. Een machtig kruis verbindt hemel en aarde. Daarin als in een zuil van licht Jezus als leraar met boven hen de Geest en onder hem vuur en in het lakstempel een tekst van de Chinese wijsgeer Lao Tse over water. Ze herinneren aan zijn doop in de Jordaan. In de medaillons vier ‘zaligsprekingen’. Linksboven het ‘zalig de barmhartigen die barmhartigheid zullen ondervinden’(Mt 5,7). Jinyuan beeldt hier het harde leven uit van een van de Chinese minderheden, het Yi (spreek uit li) volk. Het zwarte kruis van de armoede overheerst hun leven. Ook in het medaillon rechtsboven ontwaren we een kruis. Het handelt over degenen die vervolgd worden, in de gevangenis zitten (ook Jinyuan zag tijdens de culturele revolutie een arbeidskamp van binnen), over gerechtigheid. De Chinese tekst luidt: aan de armen behoort het hemelrijk (Mt. 5,3).
ZEG NIET: TE WEINIG ZIJN WE Zeg niet: te weinig zijn we en onze taak is te groot. Zeg je soms ook dat donderkoppen, twee of drie aan de verre horizon, te weinig zijn in volle zomer? Eén stonde en de lucht is vol van wolken. Daar flitst de bliksem reeds, de donder rolt en overal is het plenzen van de regen. Zeg niet: te weinig zijn we. Zeg enkel: we zijn… Lee Kwang Su in Made in China; uitgave van Missio België De twee onderste medaillons betreffen de zaligsprekingen over de treurenden (Mt 5,4) links en de vredestichters (Mt 5.9). Links staan een man en een vrouw die elkaar troosten en een leraar/priester met een groepje lezende kinderen, symbool voor een andere vorm van troost, In het rechtse beeldverhaal ontwaren we iets van Jesaia’s toekomstprofetie: leeuw en (panda)beer, mensen en dieren bij elkaar, een vreedzaam gezin, zonnebloemen: vrede en geluk. 35
Zelf een geloofsdoek maken Zoals we met de hongerdoeken over ons geloof communiceren met de mensen in het Zuiden, kan dat ook met doeken over ons eigen geloof. Elkaar vertellen wat ons beweegt, wat ons inspireert, waarin we geloven, waarvoor we strijden. De afgelopen jaren heeft een groot aantal groepen en katholieke parochies en protestantse gemeenten zo’n geloofsdoek gemaakt. Via een doek communiceren over geloof en leven heeft allerlei aantrekkelijke kanten. Beelden kunnen woorden op vele manieren ondersteunen een aanvullen. Beelden en symbolen geven een eigen dimensie aan het gesproken woord, zij raken vaak ook dieper aan het hart en geven ruimte aan eigen interpretatie en fantasie. Werken met beelden en beeldverhalen biedt ook kansen om meer mensen van allerlei leeftijd en achtergrond bij de boodschap te betrekken. Twee voorbeelden van velen.
Geloofsdoeken
De Acht Mei Beweging vroeg parochies en communiteiten van religieuzen voor de manifestatie van 1987 in geloofsdoeken uiting te geven van eigen geloof en dat doek als geïllustreerde geloofsbrief aan anderen te geven.. 170 groepen gaven daaraan gehoor.Veel van deze geloofsbrieven werden ook naar partners in het Zuiden gestuurd, parochies, communiteiten van religieuzen enz. Er verscheen een boekje 36
van: ‘geloofsbrieven’. Diverse werkgroepen in het bisdom Haarlem maakten in 1999 een geloofsdoek rond de thema’s van de Werken van Barmhartigheid en gaf die doek cadeau aan het Pakistaanse bisdom Hyderabad, waarmee het toen een vriendschapsband onderhield. De groepen brachten in beeld hoe in de Haarlemse parochies de werken van barmhartigheid handen en voeten krijgen. Ze maakten er een uitlegboekje bij voor hun geloofsgenoten in Hyderabad, maar gebruikten de doek ook tijdens de voorbereiding van kinderen op het Vormsel.
Handleiding
Geloofs- en/of hongerdoeken worden nog steeds gemaakt. Stan Fritschy schreef een handleiding voor het zelf vervaardigen van een hongerdoek: ‘Maak een eigen hongerdoek’. Het werd uitgegeven door het Missiecentrum van het bisdom Den Bosch. 22 pagina’s.
Colofon De tekst van deze brochure werd geschreven door Jan Brock De opmaak is van de hand van Jelle Wind De gebeden, gedichten en gedachten komen - tenzij anders vermeld - uit: • Wereldwijd Brevier, uitgave BijEEN, Den Bosch; • Geef ons heden ons dagelijks Brood, uitgave Nederlandse Missieraad, • Hoor mijn roepen, uitgave Nederlandse Missieraad en Cordaid, • en de website www.missieraad.nl onder het menu ‘gebeden’. Ze werden samengesteld door Jan Brock. De afbeeldingen van de hongerdoeken zijn beschikbaar gesteld door de Duitse katholieke ontwikkelingsorganisatie Misereor. © 1976-2007 MVG Medienproduktion, Aachen
37