Hogeschool De Kempel. Auteur: Giel van Santvoort

Hogeschool De Kempel

Auteur: Giel van Santvoort

Versie 1.1 – juli 2011


© 2010

Powerpoint 2007/2010

Basisbeginselen Powerpoint 2007/2010

2



Inhoudsopgave: HOOFDSTUK 1: BASISHANDELINGEN ...................................................................................................... 5 1.1 Wat is Powerpoint? ....................................................................................................................... 5 1.2 De mogelijkheden van Powerpoint ............................................................................................... 6 1.3 De drie/vier mogelijke overzichten van Powerpoint..................................................................... 7 1.4 Een eenvoudige presentatie maken .............................................................................................. 7 1.5 Presentatie opslaan ....................................................................................................................... 9 1.6 Powerpoint afsluiten ................................................................................................................... 10 1.7 Een nieuwe presentatie beginnen............................................................................................... 11 1.8 Een presentatie opvragen ........................................................................................................... 13 1.9 Wisselen van overzicht ................................................................................................................ 13 1.9.1 Normale weergave ............................................................................................................... 14 1.9.2 Dia sorteerder weergave ...................................................................................................... 14 1.9.3 Diavoorstelling ...................................................................................................................... 15 1.10 Een presentatie vertonen .......................................................................................................... 15 CASE 1:................................................................................................................................................... 19

© 2010


3



Voorwoord In dit cursusboek worden de Word-vaardigheden t.bv. de module Presentaties van het Digitaal Rijbewijs Onderwijs behandeld. Niet alle onderwerpen uit de eindtermen Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO), samengesteld door het PM-ICT van het Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschappen worden in dit cursusboek behandeld. In de praktijk is gebleken dat binnen een school of schoolbestuur, niet alle docenten (of het management) wensen om het volledige traject van DRO te volgen, maar een erg praktische cursus willen volgen. Daarom heeft Kenniscenter De Kempel een aantal nascholingscursussen samengesteld, waarin de basisbeginselen van het Digitaal Rijbewijs Onderwijs behandeld en geoefend worden. Diegene, die deze cursus doorlopen kunnen daarna zelfstandig of d.m.v. een cursus de extra onderwerpen (vervolgonderwerpen) bestuderen en beoefenen. De inhoud van deze cursus is afgestemd op de dagelijkse praktijk in het basisonderwijs, zowel voor het begeleiden van kinderen in het gebruik van de computer als voor de eigen vaardigheid, zoals die minimaal gewenst is. Basiskennis van Word is wel specifiek nodig. De cursist maakt deze korte instructie geheel zelfstandig zonder tussenkomst van de docent.

Notatie-wijze: 

de te verrichten werkzaamheden tijdens de instructiefase (tijdens het lezen van de tekst/alinea)

Opdracht: Opdracht van uit te voeren werkzaamheden aan het einde van een paragraaf CASE: Volledige/complete opdracht aan het einde van een hoofdstuk, waarin alle behandelde onderwerpen van dat hoofdstuk nogmaals toegepast moet worden

© 2010


4



HOOFDSTUK 1: BASISHANDELINGEN 1.1 Wat is Powerpoint? Powerpoint is een softwarepakket van Microsoft, waarmee u een presentatie kunt maken, hetzij een presentatie op dia-formaat (35 mm) of m.b.v. overheadsheets. Deze presentaties kunnen zowel in zwart-wit, als ook in kleur gemaakt worden. Ze kunnen tevens voorzien worden van notities t.b.v. de spreker (tekst bij een dia) of van zogenaamde "hand-outs" (kopie van een dia met tekst) t.b.v. het publiek. Een presentatie kan ook afgedrukt worden in een verkorte-vorm (Leesweergave), waarbij alle dia's in de juiste volgorde worden vermeld met de titel en de daarbij behorende teksten en zonder achtergrond en afbeeldingen. Een opeenvolging van dia's wordt een Diavoorstelling genoemd. Het wisselen van deze dia's kan handmatig geschieden of automatisch na een bepaalde tijdsduur. Het plaatsen van de volgende dia kan ook met een effect gepaard gaan, b.v. het in elkaar schuiven van vele mozaïek-stukjes tot één geheel. Een dergelijk diavoorstelling (met of zonder effecten) wordt een elektronische presentatie genoemd.   Klik op de knop Start in de Taakbalk Een menu verschijnt.  Sleep de selectiebalk naar Alle programma's (klik of wacht even) en kies (klik op) Microsoft Office en klik in het submenu op de optie Microsoft Powerpoint 2007/2010 Powerpoint start op en u krijgt het volgende venster (of vergelijkbare venster) te zien: (Powerpoint 2007):

© 2010


5



(Powerpoint 2010):

1.2 De mogelijkheden van Powerpoint In tegenstelling tot eerdere versies (2000 of 2003) is er niet direct een menustructuur (met submenu) meer, maar wordt er met een TAB-menu gewerkt, waarin alle opties middels knoppen gekozen kan worden. Dit zogenaamde Lint is ook meer intuïtief. 2007/2010

Uiteraard heeft ook dit Windows-programma een Statusbalk, waarin informatie zichtbaar is, zoals de positie, het aantal pagina’s en de pagina (nummer), waarop u werkt. De weergavenknoppen (Powerpoint 2007 / Powerpoint 2010):

Hierop staan diverse knoppen, die u kunt kiezen om een bepaalde opdracht te laten uitvoeren. Deze keuze-knoppen kiest u met behulp van de muis. Dezelfde opdracht kunt u meestal ook via het Lint kiezen. Onderaan in het Powerpoint-venster staat een Statusbalk

Hierin wordt informatie getoond over de dia's, die u in het venster heeft staan. Ook staan er soms enkele knoppen of pictogrammen op deze Statusbalk.

© 2010


6



Indien u moeite heeft met de betekenis van een bepaalde knop op een Werkbalk, kunt u deze snel achterhalen, door de muis-aanwijzer (pijl) op de knop te plaatsen (niet klikken). Na een seconde verschijnt de betekenis van de knop.

1.3 De drie/vier mogelijke overzichten van Powerpoint Terwijl u een presentatie maakt, kunt u kiezen uit drie (versie 207) of vier (versie 2010) verschillende overzichten of werkomgevingen (mogelijkheden om een dia te zien). U kunt daar voortdurend tussen wisselen. De drie/vier drukknoppen hiervoor staan rechts onderaan in het venster: - Normale weergave

- Diasorteerder weergave

- Diavoorstelling

- Leesweergave (alleen in 2010)

U ziet hier drie deelvensters van één dia. De overzichtsweergave, de notitieweergave en ook nog de diaweergave.; U ziet in dit overzicht alle dia's verkleind compleet met grafieken, tekeningen en teksten. U kunt hier de effecten van overgang en de tijdsduur van een dia instellen. Ook kunt u in dit overzicht de volgorde van de Alle dia's worden hierdoor na elkaar getoond en u ziet de effecten tussen de dia's. Met andere woorden uw presentatie wordt getoond. Alle teksten worden getoond zonder dia-achtergrond, afbeeldingen, lay-out e.d.

Opdracht: Klik op elke weergave-knop en kijk wat er gebeurt Zorg als laatste, dat de Powerpoint in de Diaweergave komt te staan Sluit Powerpoint af en bewaar deze presentatie NIET!

1.4 Een eenvoudige presentatie maken 

Klik op de knop Start in de Taakbalk



Sleep de selectiebalk naar Alle programma's (klik of wacht even) en kies (klik op) Microsoft Office en klik in het submenu op de optie Microsoft Powerpoint 2007/2010

Op het scherm verschijnt het Powerpoint-venster

© 2010


7



De eerste (lege) dia staat al klaar en bestaat standaard uit een vak voor een titel en een vak voor een ondertitel (b.v. de naam van diegene die de presentatie geeft)  Klik op het vak Titel De voorgestelde tekst “klik om een titel te maken” verdwijnt en u kunt de gewenste titel voor de presenatie intypen.  Type in: De eerste presentatie  Klik op het vak Ondertitel De voorgestelde tekst “klik om een ondertitel te maken” verdwijnt en u kunt de gewenste ondertitel voor de presenatie intypen.  Type in: xxxxxxx (is uw naam) De eerste dia is gereed en u kunt de tweede dia van de presentatie maken.  Klik in het Lint (van Start) op de knop Nieuwe dia Dia 2 verschijnt en automatisch heeft deze een andere opzet/lay-out, nl. een titel met een groot vak eronder (standaard voor tekstopsomming)  Klik op het vak Titel  Type in: Mijn eerste pagina  Klik in het vak “Klik om tekst toe te voegen en type in: Punt 1 van mijn verhaal  Geef [ENTER] zodat u naar de volgende opsomming gaat  Type in: Het 2e punt van mijn verhaal Opdracht: Maak wederom een nieuwe dia Plaats als titel: Dit is dia 2 Plaats als opsomming in het tekstvak eronder: - De onderwerpen of onderwerpen worden puntsgewijs getypt op een dergelijk dia - De tekst springt automatisch naar de volgende regel indien nodig en een [ENTER] geeft een nieuw “punt” aan - Indien meer punten worden gemaakt op deze pagina en de tekst niet meer lijkt te gaan passen, wordt het lettertype van het grote tekstvak automatisch kleiner - Dit moet nu blijken uit de tekst die je nu intypt  Klik in het Lint (van Start) op de knop Nieuwe dia Dia 3 verschijnt en automatisch heeft weer dezelfde opzet/layout, nl. een titel met een groot vak eronder (standaard voor tekstopsomming)  Klik op het vak Titel

© 2010


8



 Type in: Mijn pagina met afbeelding In het tektsvak ziet u ook een aantal knoppen staan (een beetje vaag) U kunt ook in zo’n tekstvak een Excelblad plaatsen, een grafiek, een SmartArt-afbeelding (figuur met tekst), een afbeelding, een illustratie of een video.  Klik in het vak “Klik om tekst toe te voegen” op Afbeelding Het bekende dialoogvenster voor het openen van een bestand verschijnt:

 Selecteer op uw computer een afbeelding om te plaatsen op de dia – klik vervolgens op Openen. De afbeelding wordt centraal op uw dia geplaatst, u kunt deze uiteraard nog verplaatsen (slepen) of vergroten of verkleinen (klik op afbeelding en sleep vervolgens via een hoekpunt naar de gewenste grootte)

 Klik in het Lint (van Start) NIET op de knop Nieuwe dia maar klik op het kleine driehoekje ervan Een lijst met mogelijke diavormen of layout verschijnt:

 Kies in de lijst de optie Inhoud van twee Hier bestaat feitelijk het tekstvak uit 2 kolommen, die op dezelfde wijze gevuld kunnen worden zoals bij de vorigen.

Opdracht: Plaats als titel: Een combinatie tekst en afbeelding Plaats in het linker vak tekst/opsomming naar eigen vrije keuze Plaats in het rechter vak een afbeelding naar keuze

1.5 Presentatie opslaan Om een presentatie later te kunnen gebruiken, of om deze aan een andere gebruiker of gebruikers te kunnen overhandigen, dient de presentatie opgeslagen te worden. De werkwijze is als volgt:

 Klik op in het Lint op BESTAND(versie 2010) of op de Office-knop (versie 2007)

© 2010


9



2010 2007

Een menu-structuur verschijnt:

Kies voor Opslaan Op het scherm verschijnt het volgende dialoogvenster:

In het tekstvak Bestandsnaam, waar de cursor al staat, kunt u de naam van de presentatie intypen. Deze krijgt automatisch de extensie .PPTX. U mag meer dan acht karakters intypen (omschrijving gebruik alleen normale letters, geen trema’s, accenten, komma’s etc. i.v.m. internet!).

 Type als naam in: Presentatie Teamstudiedag Voorgesteld wordt de presentatie op te slaan in de actieve folder (directory). Verklaring van de overige opties: In de linker kolom kunt u de gewenste schijf en/of (sub)map kiezen waar u het wil opslaan. Met behulp van het vakje Opslaan als (onder aan) kunt u de presentatie converteren naar een andere opmaak, b.v. voor een oudere Powerpoint-versie (bv versie 97/2003  .ppt). Wanneer u op de keuzepijl klikt, krijgt u een venstertje met mogelijkheden. U kunt hier de gewenste opmaak aanklikken.  Klik links in het venster op de gewenste folder om het op te slaan (bv. S-schijf)  Klik op Opslaan Opmerking: Indien de presentatie al een naam heeft, kunt u tussentijds eveneens opslaan met de menukeuze BESTAND (of Officeknop bij 2007), Opslaan. Na het opslaan van de presentatie blijft deze nog op het scherm staan. U kunt de presentatie nu eventueel verder bewerken. Bent u echter klaar met deze presentatie, dan kunt u deze afsluiten.

1.6 Powerpoint afsluiten U kunt Powerpoint op de bekende Windows-manier afsluiten, nl. het kruisje rechts bovenaan.

© 2010


10



Alleen versie 2010: Indien u nog een andere Powerpoint-presentatie geopend hebt staan, zal al alleen deze “voorste” presentatie afgesloten worden. Indien dit de laatste of enige Powerpointpresentatie is, zal Powerpoint volledig afgesloten worden. Uiteraard kunt u Powerpoint ook sluiten via het Lint en wel m.b.v. het tabkaartje BESTAND (Powerpoint 2010) of de Office-knop (Powerpoint 2007).

2010 2007

 Kies het tabkaartje BESTAND (2010) of de Officeknop (2007)  Kies Afsluiten (2010) Powerpoint afsluiten (2007) (de optie Sluiten sluit alleen de huidige presentatie af, maar Powerpoint blijft als applicatie staan).

Opdracht: Start Powerpoint opnieuw op.

1.7 Een nieuwe presentatie beginnen Opmerking: Indien de vorige presentatie nog zichtbaar is, terwijl u een nieuwe gaat maken, zal er een tweede venster, waarin de presentatie komt te staan, zichtbaar zijn. Als u de andere presentatie niet meer nodig heeft, kunt u die het beste afsluiten.  Klik op tabkaartje BESTAND (2010) of Office-knop (2007) en kies de optie Nieuw 2007

2010

De mogelijkheden voor een nieuwe presentatie verschijnen. Dit kan een volledig lege presentatie zijn, maar ook andere opties, zoals certificaten, thema’s etc. zijn mogelijk. Deze hebben al een bepaalde kleur, lay-out en lettertype. Alleen de teksten, die u moet inbrengen ontbreken nog. © 2010


11



 Klik op (evt.) op Lege presentatie  Klik op de knop Maken Een nieuwe lege presentatie, zoals die ook verschijnt bij het starten van Powerpoint, wordt op het scherm geplaatst. Opdracht Plaats op de 1e dia een titel en ondertitel naar keuze Maak een nieuwe 2e dia (normaal: titel met tekstvak/opsomming) en vul hier ook enige teksten in Sla de powerpointpresentatie op (niet (af)sluiten) met al naam: Mijn 2e presentatie

Uiteraard kunt u zoals in Word ook het lettertype/grootte veranderen (op identieke wijze) (bij het tabkaartje Start) Opmerking: De grootte van een lettertype is zodanig ingesteld, dat dit automatisch kleiner wordt, als u meer tekst in het titel/tekstvak typt dan de grootte van het vak mogelijk maakt. Uiteraard kunt u op dezelfde wijze als in Word het vak m.b.v. de “handgrepen” op de hoek groter of kleiner maken of zoals in Word m.b.v. het slepen van de randlijn verplaatsen. M.b.v. de pagina-knoppen, zoals ook in Word kunt u naar de volgende of vorige dia “bladeren”. Uiteraard kunt u ook in de linker kolom de gewenste dia “selecteren”. Opdracht Geef de titel-dia een ander lettertype en ook een andere letterkleur Geef op de 2e dia de titel een vette en schaduwletter Pas in het tekstvak op dia 2 het opsommingsteken aan Sla nogmaals de presentatie op en sluit deze niet af! Powerpoint heeft echter ook een aantal standaard opmaakmogelijkheden (lettertype/kleur/achtergrond), waar uit u kunt kiezen en die op alle dia’s van de gehele presentatie toegepast kunnen worden.  Klik in het Lint op het tabkaartje Ontwerpen 2007 2010

In het midden ziet u verschillende ontwerpen staan. Door de knop met driehoekjes rechts er van te gebruiken kunt u uit nog meer ontwerpen kiezen (omhoog en/of omlaag) Het knopje met driehoekje en streepje laat je de gehele lijst zien.  Klik op het ontwerp van uw voorkeur

© 2010


12



Opmerking: Uiteraard kunt u voortdurend een ander ontwerp kiezen en ook dan wordt het op de gehele presentatie toegepast. Opdracht Sla de presentatie “Mijn 2e presentatie” weer opnieuw op en sluit deze af.

1.8 Een presentatie opvragen Een al eerder gemaakte presentatie kan opgevraagd worden om gewijzigd te worden of om "afgedraaid" c.q. vertoond te worden. De werkwijze is als volgt:  Klik op tabkaartje BESTAND (2010) of Office-knop (2007) en kies de optie Openen Op het scherm verschijnt het dialoogvenster: Het venster heeft veel gelijkenis met het venster van Opslaan. De werkwijze en opties zijn dan ook bijna identiek.  Open “Mijn eerste presentatie” Deze wordt in Powerpoint geplaatst en kan bewerkt worden.

Opmerking: In Powerpoint 2007 ziet u ook de onlangs geopende presentaties staan. In Powerpoint 2010 ziet u bij de optie Recent de onlangs geopende presentaties staan. Dit is de snelste manier om een onlangs geopende presentatie weer op te “vragen”. Opdracht Geef deze presentatie het door u gewenste ontwerp (kleur/lay-out/achtergrond) Sla deze presentatie (Mijn eerste presentatie) op, maar sluit het niet af!

1.9 Wisselen van overzicht Als u in Powerpoint een presentatie in een venster heeft staan, kunt u deze in 3 of 4 (alleen in 2010) verschillende vormen zien. Tussen deze overzichts-vormen kunt u wisselen. Daarvoor staan onderaan in het venster de volgende knoppen: De eerste knop (dia met overzicht) kunt u gebruiken als u het uiterlijk van de huidige dia wenst te zien (eventueel ook om wijzigingen te maken). Links ervan staat ook een overzicht van alle dia’s. Dit wordt de Normale weergave genoemd. De tweede knop (4 vierkantjes) stelt u in staat om de verschillende dia's in een overzicht te zien. Hiermee kunt u ook de volgorde van de dia's veranderen: Dia sorteerder weergave.

© 2010


13



Het uitvoeren van de presentatie geschiedt met de knop met het projectiescherm: Diavoorstelling. Alleen versie 2010 heeft ook de knop Leesweergave. Hier worden alleen de teksten van alle dia’s getoond (zonder achtergrond/kleur/lay-out etc.).  Klik op Leesweergave (indien mogelijk) Bekijk het overzicht Klik weer op Normale weergave

1.9.1 Normale weergave   Klik (event.) op Normale weergave In deze weergave ziet u de dia en links ervan in de lijst ook alle dia’s (om te selecteren). U kunt in deze weergave de teksten van dia’s snel veranderen, maar u kunt ook het uiterlijk van een dia veranderen (lay-out). In deze vorm ziet u van de gekozen dia de achtergrond met daarop de titel en de teksten. U kunt via deze vorm ook afbeeldingen of figuren (zogenaamde illustraties) aan de dia toevoegen of een eigen tekening erin plaatsen (op identieke wijze als in Word). Uiteraard kunt u ook in deze vorm teksten intypen en veranderen. U ziet middels stippellijnen een titel- en een tekstvak. Het selecteren van teksten gaat op identieke wijze, zoals hiervoor beschreven. Met de muis kunt u ook de muisaanwijzer (verticaal streepje) op de gewenste positie plaatsen en nieuwe tekst intypen. Een geselecteerde tekst kunt u met behulp van de [DEL]-toets verwijderen. Rechts onder in het venster ziet u in de schuifbalk de dubbele driehoekjes omhoog en omlaag staan. Daarmee kunt u naar de vorige of volgende dia gaan.

1.9.2 Dia sorteerder weergave   Klik op Diasorteerder

Deze weergave is te vergelijken met een lichttafel, waarop alle dia's liggen en dus bekeken en eventueel verplaatst kunnen worden. De dia's zijn verkleind zichtbaar, waardoor er meerdere dia's tegelijkertijd te zien zijn. In deze vorm kunt u de volgorde van de dia's veranderen. U kiest met behulp van de muis de gewenste dia en sleept deze naar de nieuwe positie.

© 2010


14



Via het Lint met de tabkaartjes Overgangen en Animaties kun je effecten aan elke pagina geven, dit gaat sneller in dit type overzicht. Overgangen voor effecten bij het wisselen van de (geselecteerde) pagina/dia.

Met Animaties kun je de teksten per vak/regel/opsomming in een pagina/dia een effect geven. Dit tekstvak of de afbeelding dient uiteraard eerst geselecteerd te worden.

In deze Diasorteerder-weergave kun je snel een dia kiezen en via het Lint de gewenste overgang en of animatie kiezen. Je ziet ook direct als voorbeeld het effect plaatsvinden. Via het Lint – Diavoorstelling kun je in deze weergave gemakkelijk een Dia verbergen (of weer zichtbaar maken) en indien u een presentatie met tijdsinstellingen wil maken gemakkelijk de tijdnotaties per dia zien en ook instellen via Tijd opnemen (tabkaartje Diavoorstelling).

1.9.3 Diavoorstelling In deze vorm krijgt u de presentatie te zien. Standaard wordt deze “gestart” vanaf de geselecteerde dia. Advies: Selecteer eerst de 1e dia/pagina en kies dan pas Diavoorstelling. Hierover in een volgende paragraaf meer. Opmerking: Enkele overzichtsvormen kunnen ook via het tabkaartje BEELD gekozen worden.

1.10 Een presentatie vertonen Nadat u een presentatie gemaakt heeft, kunt u deze vertonen. Daarvoor kan uw computer/laptop aan een "beamer" gekoppeld zijn, waardoor de presentatie op een groot scherm getoond wordt. Opdracht: Start (evt.) Powerpoint. Open vanaf de diskette de Powerpointpresentatie: Mijn 1e presentatie Nadat u in Powerpoint een presentatie opgevraagd heeft, start u de presentatie als volgt:  Selecteer de eerste dia en Klik op Diavoorstelling Of:  Kies in het Lint het tabkaartje Diavoorstelling – Vanaf begin

© 2010


15



Het gehele scherm van uw monitor wordt gevuld en u ziet de dia, die geselecteerd was (dia actief was/voorop stond) geprojecteerd. Telkens als u met de muis klikt, verschijnt de volgende dia (of tekst op de dia). U kunt zo handmatig door de diavoorstelling lopen. Met [ESC] keert u terug uit de Diavoorstelling in de presentatie en kunt u eventueel aanpassing maken. Opdracht: Loop m.b.v. de muis (klik) door de gehele presentatie en geef na de laatste dia (evt.) een [ESC] om terug te keren in de presentatie. Zorg dat de eerste dia weer geselecteerd is. U kunt echter als u helemaal klaar bent nog wat instellingen maken voor de Diavoorstelling. Hiervoor is zelfs een apart tabkaartje in het Lint voor aanwezig.  Klik op het tabkaartje DIAVOORSTELLING

Bij een presentatie, waarbij u gekozen heeft voor tijdsindicatie, verschijnt de volgende dia, als de bij het ontwerpen van de dia opgegeven tijd verstreken is. U kunt echter ook de tijdsduur van een presentatie bepalen met behulp van de keuze Tryout voor tijdsinstellingen.  Klik op de optie Try-out voor tijdsinstellingen De presentatie wordt weer als Diavoorstelling getoond, maar er loopt een stopwatch mee. U bepaalt zelf door te klikken, wanneer de volgende dia en of effect moet verschijnen. De tijd wordt per klik genoteerd. Als de laatste dia is vertoond, wordt gevraagd of de genoteerde tijdsinstellingen vastgelegd moeten worden en voortaan bij de voorstelling gebruikt moeten worden. Opdracht: Bepaal zelf wanneer de volgende dia verschijnt tijdens de Try-out Zorg dat na de laatste dia de genoteerde tijden vastgelegd worden. Na de diavoorstelling met de Try-out keert u terug in de presentatie en wel in de Diasoorteerder-weergave. De vastgelegde tijden zijn bij elke dia zichtbaar.  Klik in het Lint op het tabkaartje DIAVOORSTELLING - Diavoorstelling instellen Op het scherm verschijnt het volgende dialoogvenster: Standaard is het keuzerondje Alle dia’s geselecteerd en zullen alle dia's getoond worden, startende met de eerste.

© 2010


16



Indien u kiest voor Van, kunt u aangeven welke dia t/m welke dia (nummer ingeven) getoond moet worden. Onder Naar volgende dia kunt u aangeven of de voortgang van de presentatie handmatig of volgens tijdsindicatie moet geschieden. Bij handmatige voortgang komt de volgende dia telkens, wanneer u op de spatiebalk of de [ENTER]-toets drukt, of met de muis klikt. Bij een presentatie, waarbij u gekozen heeft voor tijdsindicatie, verschijnt de volgende dia, als de bij het ontwerpen van de dia opgegeven tijd verstreken is. De presentatie stopt automatisch, nadat de laatste dia getoond is. Indien u echter de presentatie automatisch weer met de eerste dia wenst te laten beginnen, een doorlopende show (b.v. op een ouderavond in de aula), klikt u in het aankruisvak Herhalen tot op 'Esc' wordt gedrukt, waardoor er een vinkje in komt te staan. De doorlopende presentatie stopt alleen als u de [ESC]-toets indrukt.  Klik op Herhalen tot op 'Esc' wordt gedrukt (vinkje) Tip: Tijdens de presentatie kunt u de muis gebruiken als aanwijzer. Als u klikt met de rechter muisknop verschijnt een snelmenu met o.a. de volgende mogelijkheden: • de volgende dia kiezen; • de vorige dia kiezen; • de muisaanwijzer wijzigen van een pijl in een potlood (of andersom); • de presentatie (tussentijds) beëindigen. U kunt ook met de pijltjestoets op uw toetsenbord naar volgende of vorige (links – rechts of omhoog-omlaag) Opdracht: Vertoon de presentatie. Sluit de presentatie af. Open de andere presentatie in Powerpoint en stel eventueel nog wat in met Overgangen, Animaties en tijd. Vertoon de presentatie en sla vervolgens de presentatie op Sluit Powerpoint volledig af

© 2010


17



CASE 1: Maak een presentatie CASE1 De volgende dia's met teksten dienen gemaakt te worden: 1 PRESENTATIES door: eigen naam 2 Opstarten Powerpoint - Kies via START het groepspictogram Microsoft Office - Dubbel klikken op het pictogram Powerpoint 3 Presentatie starten - Open de gewenste presentatie in Powerpoint en kies in het Lint de optie Diavoorstelling 4 Presentatie maken - Kies in het Lint - BESTAND de optie Nieuw - Kies Lege presentatie en klik op maken - Vul de titel-dia - Kies in het Lint – Nieuwe dia - Vul het titelvak en type vervolgens de opsomming in het tekstvak 5 Presentatie bewaren - Kies in het Lint - BESTAND de optie Opslaan - Kies de gewenste map en/of schijf - Nadat de naam is ingetypt kiest u de Opslaan-knop Vertoon deze presentatie nadat u deze opgeslagen hebt (CASE1) Kies een ontwerp (kleur/achtergrond/lay-out) Verplaats via de Diasorteerder-weergave dia 4 ("Presentatie maken...") naar de 3e positie. Probeer elke dia een overgang te geven Probeer bepaalde dia’s met teksten een animatie te geven Wijzig in Dia weergave de eerste dia ("PRESENTATIES"). De titel moet zijn: POWERPOINT 2010. Plaats achteraf op de dia 2 (“Opstarten….”) een afbeelding zoals u dat in Word doet Sla de presentatie onder dezelfde naam op. Vertoon nogmaals deze presentatie Sluit de presentatie en Powerpoint af.

© 2010


19

Hogeschool De Kempel. Auteur: Giel van Santvoort

Recommend Documents